SEMINAR SOCIALE PARTICIPATIE De opbrengst van de brainstorm Hieronder al deze woorden op een rij (dag)activiteiten (sociale) vaardigheid cliënt activiteiten niet voor cliënt in gaan vullen ADL, HDL, BDL agogie: gedragsverandering begeleidingsmethodieken begeleidingsplannen belang van sociale participatie belastbaarheid bemiddelen budget wmo-taxi cliëntenraadpleging coachen coachen, motiveren, activeren communicatie communicatie, kijken wat iemand zegt communicatiemogelijkheden communiceren met cliënten Competenties van de cliënt leren erkennen/ontwikkelen contact maken en netwerken contact mantelzorg/wettelijke vertegenwoordiger dagbesteding activiteiten diversiteit beperkingen doelgroep doelgroep kennis doorzetting als personeel draaglast/draagkracht personeel draagvlak/kracht kennen van de cliënt enige wetgeving AWBZ/WMO ervaringsniveaus leren herkennen eventuele protocollen Financiële mogelijkheden fysieke mogelijkheden cliënt inschatten gedragsptoblemen gezondheidsvoorlichting preventie groepsdynamica handelingsverlegenheid door middel van kennis laten afnemen hiaten in ontwikkelingsgroei herkennen historie cliënt cliëntsysteem houding professional veranderen: niet te beschermend, kijk naar wat iemand kan en wil in kaart brengen sociale netwerk inclusief beleid individuele en groepsgesprekstechnieken inzicht in menselijk lichaam (alle dimensies) anatomie, fysiologisch, psychologisch inzicht in lokale samenleving: buurt, dorp de mogelijkheden in de regio waar cliënt vertoeft interesse van cliënt, zijn/haar wensen en verlangens kennis maatschappelijke voorzieningen; doelen, werkwijze, voorwaarden beperkingen aan omgeving overdragen cliëntenparticipatie: stem van de cliënt syndromen kennis persoonlijke interesse beleid het begip sociale context/sociaal netwerk lokale bronnen omgeving regelgeving samenwerken in de groep sociale kaart van gemeente sociale voorzieningen vrijwilligerswerk voor mensen met een handicap kennis ziektebeelden/gedrag kijken vanuit individu in plaats van eigen kader levensverhaal 92 lichamelijk functioneren, emotionele functies, sociaal functioneren maatschappelijke opdracht/beleid maatschappelijke organisaties stippen0 methodisch systematisch deneken methodische cyclus mobiliteit/vergoedingen moeilijke taal kunnen omzetten naar niveau van cliënt motiveren en activeren multidisciplinair overleg netwerken niveau van functioneren observatieschalen observeren rapportenen evalueren VPK proces omgeving toegankelijk maken: beïnvloeden Onderscheid tussen IQ en EQ (kunnen en aan-kunnen) ontvankelijk maken van omgeving ontwikkelingsniveaus kennen participatiemethoden persoon zelf: communicatiemogelijkheden persoonsgerichte vraagverheldering, niet claimgericht planmatig werken PR rapportage overleg samenhang met ZZP samenlevingsopbouw signaleren van non-verbale communicatie sociaal-emotioneel niveau van de cliënt sociale kaart sociale kaart in beeld brengen sociale kaart omgeving sociale kaart werkomgeving sociale kaart woonomgeving sociale kart maken sociale netwerk sociale omgeving, begeleiden van, hoe, wat sociale vaardigheden socialisatie soort beperking van cliënt stennogram, sociogram, ecogram, grenogram strategieën voor activeren netwerk subsidiemogelijkheden taalvaardig toegankelijkheid voorzieningen trainingsprogramma afgestemd op doelgroep m.b.t. b.v. sociale en bureaucratische vaardigheden vaardigheden van de cliënt naar aanleidimng van het ontwikkelingsniveau vaardigheden: gespreksvaarigheden, sociale vaardigheden m.b.t. contact ondersteunen in samenleving verantwoordelijkheid bij cliënt laten verder kunnen kijken dan alleen gedrag verdunning verschillende instrumenten voor in kaart brengen sociaal netwerk visie: separatie, normalisatie, integratie, participatie vulling' van begrip niveau sociale participatie (begrip, definitie) wat kan de cliënt (ICF) relevante instanties m.b.t. sociale participatie moet men weten voorzieningen in de samenleving (omgeving?) werken vanuit een methodiek werking van beeldvorming Wet- en regelgeving en financiering Wet/regelgeving weten hoe je het netwerk van de cliënt in kaart kan brengen wettelijke regels wie is de cliënt(beeldvorming) wie is de cliënt/wat wil hij (beeld) wijk-buurt wondzorg medicatie zelfregie versterkend werken zelfregie versterkend werken Zingeving zoeken naar mogelijkheden DE UITGEWERKTE POSTERS: 1. WIE IS DE CLIËNT Leefgebieden, levensgebieden (B) Bron: ICF cliënt en systeem, participatiewiel Levensgeschiedenis (levensverhaal) (M) Bron: levensboek, cliënt & systeem, zorgleefplan Wensen, interesse cliënt (M) Bron: beeldvormingsinstrumenten Wat iemand kan/niet kan (ontwikkelingsniveau) Bron: weten wie je kunt raadplegen (diagnostiek, (para)medisch) Communicatie, b.v. wat zijn manieren van communicatie, andere communicatiemethoden, wat voor middelen Mobiliteit Bron: wet- en regelgeving (WMO)voorzieningen 2. SOCIAAL NETWERK Hoe is de sociale kaart georganiseerd: - landelijk (Ministerie, WMO, PGB) - regionaal (MEE, Humanitas), lokaal (subsidies, wonen +, vrijwilligersprojecten) - eigen netwerk (netwerkcirkel) Kennis van fondsen/organisatie 3. KENNIS OMGEVING Oriënteren op omgeving: : - netwerkkaart - wisselwerking - voorzieningen Voorlichting geven: - PR - mensen uitnodigen - omgeving kennis laten maken Vraag van de cliënt op de juiste plaats kenbaar maken: - coachen - samenwerken - netwerken - contact leggen 4. ZELFREGIE Communicatiemogelijkheden, wat is wens van de cliënt: - observeren en interpreteren - totale communicatie Kennismogelijkheden kennen: - psychologische kennis - laten ervaren wat keuze inhoudt - creatief denken - vraag vóór de vraag - imitatiegedrag onderkennen - omgaan met tegenstrijdigheden Wat is autonomie: - waarom belangrijk - interactie in beroepssisuaties (Mede)zeggenschap: - inleven in cliënt - afstand van eigen referentiekader Eigen kracht: - positief/empowerment - kijken naar mogelijkheden - inzetten eigen omgeving 5. ONTVANKELIJKE OMGEVING Belang sociale participatie: - betekenis voor de cliënt en omgeving Hoe regelgeving gebruiken: - subsidie - rechten Belangen maatschappelijke organisaties om hen te stimuleren/motiveren Mogelijkheden/beeldvorming: - goede voorbeelden Kennis van cliënt en omgeving -> om kans van slagen te vergroten (waar moet je op letten?) Kennis van verantwoordelijkheid en mogelijkheden hulp, andere disciplines medewerker Hulpmiddelen 6. METHODISCH WERKEN Observeren: - wat is het? - onderscheid abj.<-> oj. - intyerpretatie (kennis van betekening waarneming Methodieken: - Carla Vlaskamp - Gentle tracking - Triple C/RCM - anders kijken naar Kaders: - uitgangspunten - doelen - doelgroep - voorwaarden Gesprekstechnieken: - aansluiten bij cliënt (b.v. eenvoudige taal) en omgeving Rapportage: - eisen - taal (grammatica, spelling) - opbouw SUPPORTTECHNIEKEN! 7. COACHEN Groepsdynamica SMART doelen stellen/formuleren (klein houden van doelen) Kennis van EQ Randvoorwaarden om contact te maken Socratisch gesprekken kunnen voeren Reflecteren Triple C: competentie, cliënt, coach (zelfzorg, wonen, werk/dagbesteding, vrije tijd) PDCA cycles Methodiek Heykoop Video interactie begeleiding Ook coachen van netwerken 8. WET- EN REGELGEVING Financiering: - hoe toegang tot zorg - waar heb je recht op - wat kun je aanboren - hoe kun je je verantwoorden Maatschappelijke participatie (compensatiebeginsel) Privacy Bron: Wet PGB Fondsen Bron: diversen IGZ Bron: kwaliteitswet zorginstellingen Arbeidsinspectie Bron: ARBO Kennis over veranderende wet- en regelgeving (betekenis) Burgerwetten VN Bronnen algemeen: Handreiking Zorg voor Beter Bron: WMO, ziekteverzekering Bron: organisatie(management), toegang tot protocollen, procedures, instrumenten en technieken