Hoe dient een ICT-overeenkomst in juridische zin te worden gekwalificeerd? Het antwoord op die vraag kan bepalen welke regels van toepassing zijn op de samenwerking. En dat speelt weer een belangrijke rol bij eventuele geschillen. Op deze vraag is niet zomaar een eenduidig antwoord te geven. We kennen namelijk heel veel verschillende soorten ICT-overeenkomsten. Bijvoorbeeld de overeenkomst tot implementatie van een nieuw softwarepakket, de hostingovereenkomst, de onderhoudsovereenkomst, de SLA, de overeenkomst tot het ontwerpen van een website, en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Al die overeenkomsten hebben met elkaar gemeen dat de ICT-leverancier zich richting de klant verplicht voor een bepaalde of onbepaalde duur specifieke ICT-diensten te verlenen. Over het algemeen zal daar als tegenprestatie tegenover staan dat de klant voor die werkzaamheden een vergoeding betaalt. komst in ieder geval deels was aan te merken als een overeenkomst van opdracht en dat op grond van artikel 7:408 BW de opdrachtgever “te allen tijde” zo’n overeenkomst mag opzeggen. De klant kon dus tussentijds van de overeenkomst af. In de overeenkomst stond wel een – overigens niet al te duidelijke – bepaling over hoe partijen in geval van een tussentijdse beëindiging zouden moeten afrekenen. Die regeling was volgens het Hof niet onredelijk en diende ook gevolgd te worden. Het gevolg was dat de klant nog 60 procent van de nog niet vervallen termijnen diende te betalen. Luuk Jonker is partner bij Holla Advocaten en is gespecialiseerd in IT-recht. Deze overeenkomsten zijn doorgaans aan te merken als een overeenkomst van opdracht in de zin van artikel 7:400 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dat artikel geeft namelijk – kort gezegd – aan dat een overeenkomst van opdracht een overeenkomst is waarbij de ene partij, de opdrachtnemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verplicht om “anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaamheden te verrichten die in iets anders bestaan dan het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard”. Als een overeenkomst wordt gekwalificeerd als overeenkomst van opdracht heeft dat bepaalde gevolgen. Dat kwam eerder dit jaar weer eens aan de orde in een zaak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. In die zaak had Proximedia zich verplicht om diverse ICT-diensten te verrichten zoals onder meer de terbeschikkingstelling van internetverbindingen en het leveren van helpdeskdiensten. De overeenkomst was aangegaan voor de duur van 48 maanden en per maand diende een gelijke fee te worden betaald. Al kort na aanvang wilde de klant de relatie opzeggen. Proximedia protesteerde daartegen en gaf aan dat de overeenkomst onherroepelijk gesloten was voor 48 maanden. Het Hof stelde echter vast dat de overeen- Holla Advocaten biedt abonnees van AutomatiseringGids een gratis intakegesprek en speciale tarieven conflict Opdracht en afdracht Als een dergelijke regeling niet in de overeenkomst had gestaan zou de rechter zelf hebben moeten vaststellen of de klant een vergoeding moest betalen, en zo ja welke. Dat er mag worden opgezegd houdt namelijk niet altijd in dat er vanaf dat moment helemaal niets meer aan de opdrachtnemer betaald dient te worden. Er kunnen redenen zijn om een vergoeding op te leggen. Daarbij zal de rechter onder meer kijken naar de al verrichte werkzaamheden en het voordeel wat de opdrachtgever daarvan heeft. Maar ook naar de grond voor de beëindiging. Juist bij ICT-overeenkomsten worden vaak bij de start de meeste werkzaamheden verricht, bijvoorbeeld voor het inrichten van een systeem. Die startperiode is dan vaak een “dure” periode voor de leverancier, maar dat compenseert hij doordat in de latere maanden minder werkzaamheden hoeven te worden verricht. Als er dan maandelijks een vaste fee is overeengekomen zal de leverancier bij een voortijdige beëindiging zijn kosten nog niet terugverdiend hebben. Dat kan dan bijvoorbeeld een reden zijn voor het opleggen van een vergoeding. Het is goed om voor ogen te houden dat veel ICTovereenkomsten zijn aan te merken als een overeenkomst van opdracht en dus tussentijds kunnen worden opgezegd, tenzij dat in de overeenkomst expliciet wordt uitgesloten (want dat mag ook). Ter voorkoming van geschillen is het ook verstandig om duidelijk op te nemen hoe partijen bij een tussentijdse opzegging financieel uit elkaar gaan. Dient er dan nog een afdracht te volgen of niet? Dat voorkomt in ieder geval een hoop discussie, soms zelfs tot aan het Gerechtshof! » “Veel ICT-overeenkomsten zijn aan te merken als een opdracht en kunnen dus tussentijds worden opgezegd” 15