FORMEEL EN INFORMEEL LEREN IN VOLWASSENENEDUCATIE: WETENSCHAPPELIJKE AANWIJZINGEN Simon Verhallen Manager Staatsexamens NT2 CVE Begrippen, die vaak als contrastief paar worden opgevat, maar eigenlijk vooral moeten worden beschouwd als verschillende, opvolgende stappen in een bepaalde cyclus. - Formeel en informeel leren. Gestuurde en ongestuurde taalverwerving. Binnenschools en buitenschools leren. Theoretisch leren en praktijkleren. Gecontextualiseerd leren en gedecontextualiseerd leren. VUT-model: Voorbereiden, Uitvoeren, Terugkijken. Schoolse ervaringen en schoolse vaardigheden. Cognitieve belasting en contextualisatie. Veel kennis en ervaring opgedaan in NT2 sinds 1990. - Buitenschools leren (Ned. en Vlaanderen) - Taalstages op de werkplek (ITTA) - Nederlands op de werkvloer (Arbvo) - Taalstages in de vakopleiding (GIT) - Leren in praktijksituaties (Cinop; TiP) Altijd met steun van buitenschoolse, vrijwillige, leken-ondersteuners: - Ondersteuners op de werkvloer. - Stagebegeleiders. - Vluchtelingenwerk. - Gilde-Samenspraak. - Ouderejaars / Vergevorderde cursist. Veel onderzoek en wetenschappelijke verantwoording. - Janssen-van Dieten, A.: Dissertatie; 1992 Verhallen S. e.a. :Taalstages op de werkvloer; 1996 Emmelot, Y. en S. Verhallen: Buitenschools leren in NT2; 1997. Zekhnini, A. & M. Stevenson; UvA; Werkmap buitenschools leren: 1997 Coumou, e.a.: NT2-vrijwilligerswerk onder de loep in Nederland en Vlaanderen; 2004. Nederlandse Taalunie. Cinop (Liemberg, E. e.a.) TiP; Taalleren in praktijksituaties: 2004. Ook veel lesmaterialen en werkmappen; bij uitgevers zoals Coutinho. Ook veel didactische of werkmodellen. Rol van begeleiders en vrijwilligers - Altijd de 2e partij; ondersteunend aan de 1e partij (de docent). Voert regie over bepaalde onderdelen van het leer- en oefenproces. Zoekt vooral contextualisatie; zorgt dat leerder beelden verzamelt. Zorgt voor alledaagse sociaal-communicatieve situaties (met inhoud; het gaat ergens over). Zorgt voor veel taalcontact; zoekt vaak voor zichzelf ene plek op de achtergrond in de praktische leersituaties. Gericht op het proces, niet primair op de kwaliteit van het product. Zorgt voor terugkoppeling naar formele / schoolse situaties. Zorgt voor veel herhaling (kilometers maken; vaak hetzelfde). Evalueert met de leerder en helpt nieuwe leerpunten te verzamelen. Is voor dit onderdeel geïnstrueerd en opgeleid. Model van Witte en Zekhnini (1995, ITTA,UvA). - Naar aanleiding van veel onderzoek in de praktijk (werkvloeren). Ontwikkelingslijn voor het zelfstandig handelen in praktijksituaties. Van vermijdingsstrategieën en compensatiestrategieën naar zelfstandige strategieën. - 0-optie: Niets doen; weglopen, het hoofd omdraaien, vermijden. 1e stap: De ander laten doen en actief observeren; napraten. 2e stap: Samen doen; ieder een eigen rol; vooraf afspreken wie wat. 3e stap: Alleen doen; vooraf plannen. Cursist samen met begeleider / vrijwilliger. Model van René Appel (1997) 1. Binnenschools gestuurd; de lessen binnen de school waarin via docent en lesmateriaal het leerproces wordt gestuurd; gericht op taalaspecten en taalvaardigheden die de cursist onder de knie moet krijgen. 2. Binnenschools ongestuurd; taalverwerving in de les op basis van het natuurlijk taalaanbod en de interactie met andere leerders (dus ook de te lezen boeken en artikelen; het bekijken van video, e.d.). 3. Buitenschools ongestuurd; taalvaardigheidsontwikkeling op basis van alledaags taalaanbod (lezen van teksten, boeken, kranten, televisie beluisteren, sociale contacten, schrijven van mails, van briefjes, teksten op werk e.d.). 4. Buitenschools gestuurd; oefenen buiten school, op aanwijzing en naar voorbeelden van docent en lesprogramma; deelnemen aan leer- en oefenactiviteiten; onder begeleiding van vrijwilliger. Voorbeeld: Ralfi Lezen in buitenschoolse situaties - Methodiek voor zwakke lezers en zeer laaggeletterden. Gericht op ontwikkeling van vloeiend lezen. Onder leiding van een vrijwilliger. Eerst voorlezen (met bijwijzen); normaal tempo. Dan koorlezen; tegelijkertijd samen en hardop. Duo-lezen (bij 2 cursisten) om en om; de een helpt de ander. Individueel lezen (eventueel met begeleider ernaast; dan hardop). Steeds dezelfde tekst. Kan in kleine groepjes. Veel gebruikt door ouders van zwakke lezers. Onderzoek gericht op opbrengsten. - Met name veel onderzoek in de VS; Family Literacy. Ook cursussen voor laaggeletterden. Veel gemende groepen (anderstaligen en moedertaalsprekers). Stephen Reder (Portland University) : Longitudinal Study of Adult Learning (LSAL): - Onderzoekt 10 jaar lang 2 groepen met in totaal 1000 drop outs (laaggeletterden). Zowel interviews als taaltoetsing en beoordeling. - Onderscheidt 4 condities: 1. zelfstandige activiteiten in eigen woonen werkomgeving; 2. lessen volgen; 3. combinatie van beide; 4. geen van beide. - De meeste opbrengst biedt conditie 3; combinatie van gestuurde en ongestuurde activiteiten, buitenschools als in cursusprogramma, waarbij er veel leer- en oefenstof is ontleend aan de persoonlijke buitenschoolse situaties. Formeel en informeel toetsen en beoordelen van voortgang en opbrengsten. - Gestandaardiseerde toetsen kunnen ook in een informele setting worden afgenomen. Gestandaardiseerde procedures kunnen alle ruimte laten voor individuele, uit eigen context samengesteld leer- en oefenmateriaal. Vergelijk: werkstukken, portfolio’s, video’s of fotoreportages van presentaties en gesprekken; Belangrijk zijn: gelijke normering, standaard beoordelingsmodellen; objectief, externe beoordelaars. Getrainde en dus gecertificeerde beoordelaars (bekwame docenten) kunnen elders als examinator optreden.