PRAKTIJKBLAD SALARISADMINISTRATIE nr 2 / 17 januari 2014 LOONHEFFINGEN Verklaring geen privégebruik niet zonder risico Vermoeden privégebruik? Houd loonheffingen in De auto van de zaak blijft een interessant onderwerp. Voor werknemer, werkgever en voor u als salarisadministrateur. Sinds het opnemen van de bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak in de loonbelasting zijn werkgevers en salarisadministrateurs ook onderdeel van een voortdurende discussie geworden. Met de invoering van de Verklaring géén privégebruik lijkt in eerste instantie voor u de kou uit de lucht. Maar er zijn nog voldoende manieren waarop de werkgever en u als salarisadministrateur toch betrokken kunnen raken bij onvolkomenheden. Willem van Kasteren WVK Belastingadvies Wat allereerst de laatste jaren opvalt is dat de fiscus in toenemende mate het gebruik van de auto van de zaak controleert. Op verschillende manieren vindt dit plaats. Allereerst door mobiele controleteams die kentekens noteren bij pretparken, meubelboulevards en andere privébestemmingen. Dit heeft er al voor gezorgd dat veel berijders van een auto van de zaak tegen de lamp zijn gelopen. Daarnaast maakt de fiscus tegenwoordig ook gebruik van gegevens van de politie. Dus wordt een auto van de zaak geflitst voor een snelheidsovertreding, dan worden het tijdstip, de datum en het kenteken vastgelegd. Deze gegevens kunnen mede worden gebruikt bij de controle van een rittenadministratie. Ditzelfde geldt voor de kilometerstanden die worden ingevoerd bij een bezoek aan de garage. Nu ook in het parkeervak De nieuwste informatiebron die de Belastingdienst wil gebruiken zijn parkeergegevens. In bepaalde steden is het mogelijk om via de mobiele telefoon op kenteken parkeergeld te betalen. Dit heeft als voordeel dat u niet staat te rommelen met kleingeld. De fiscus vindt echter dergelijke informatie natuurlijk ook wel interessant. Wellicht dat deze gegevens kunnen worden gebruikt om weer wat leaserijders te pakken. Dus werd de leverancier van deze dienst, SMS Parking, gemaand inzage te geven in al haar parkeergegevens. Dit bedrijf vindt dit veel te ver gaan en is tegen dit informatieverzoek in beroep gegaan. Recent heeft de Rechtbank Oost-Brabant geoordeeld dat de eis van de fiscus veel te ver ging. Het ongelimiteerde karakter van de privacygevoelige informatie stond een toewijzing (voorlopig) in de weg. De fiscus gaat echter in hoger beroep en zal proberen alsnog deze informatie te verkrijgen. Wordt vervolgd… En wat betekent dit voor de werkgever? Al deze controles hebben de pakkans voor leaserijders die proberen zonder bijtelling toch privé met hun auto van de zaak te rijden flink vergroot. En dat betekent niet alleen voor de berijders dat zij extra zorgvuldig met het gebruik van hun leaseauto moeten omgaan. Ook voor de werkgever kan dit gevolgen hebben. De Verklaring géén privégebruik beschermt weliswaar in eerste instantie de werkgever tegen een werknemer die toch privé meer dan 500 kilometer op jaarbasis gebruik maakt van zijn auto van de zaak zonder hiervoor een bijtelling op te geven. Dit is niet echter in alle gevallen zo. Wanneer namelijk de werkgever wist of behoorde te weten dat een werknemer meer dan 500 kilometer privé in zijn auto reed zonder bijtelling, dan kan de fiscus ook bij de werkgever aankloppen. En daarmee vervalt de bescherming van de verklaring. Wanneer speelt dit nu? Dit speelt bijvoorbeeld wanneer de werkgever weet dat zijn werknemer met de auto van de zaak op een verre vakantie gaat. Of samen met zijn werknemer regelmatig gaat fietsen in België of vissen in Zeeland. Of wellicht krijgt hij verkeersboeten binnen voor de auto van de zaak voor verkeersovertredingen buiten werktijd. Op het moment dat de werkgever het vermoeden heeft dat de werknemer ondanks zijn Verklaring géén privégebruik 17 www.kluwersalarisadministratie.nl LOONHEFFINGEN Verklaring aanwezig? Waar moet u verder op letten? Het is uiteraard van belang dat in de salarisadministratie de benodigde Verklaring géén privégebruik aanwezig is. Deze hoeft niet elk jaar te worden vernieuwd. De verklaring is in principe onbeperkt geldig. Wel ontvangt de werknemer ieder jaar een brief met de vraag of zijn situatie gewijzigd is. Wanneer hiervan geen sprake is, blijft de verklaring geldig. De werknemer verstrekt aan de salarisadministratie een kopie van de verklaring. Pas vanaf dat moment mag de bijtelling achterwege blijven. Deze mag niet in een later tijdvak met terugwerkende kracht worden gecorrigeerd. Verderop in dit artikel leest u op welke manieren u hiermee in de salarisadministratie om kunt gaan. Wijziging gedurende het jaar Zeker met de toenemende controledrift van de fiscus zijn er wel eens werknemers die gedurende het jaar besluiten toch maar een bijtelling voor hun rekening te nemen. Bijvoorbeeld omdat zij erachter komen dat 500 kilometer op jaarbasis bijzonder weinig is. Of omdat zij het bijhouden van een kilometeradministratie te bewerkelijk vinden. Deze beslissing moet de werknemer melden bij de Belastingdienst. Die trekt vervolgens de verklaring in. Het intrekken van de verklaring heeft echter als gevolg dat er voor het hele jaar sprake is van een bijtelling. Het is niet mogelijk de eerste maanden zonder bijtelling te rijden en daarna met een bijtelling. De loonbijtelling moet dan ook over het hele jaar worden toegepast. Hoe pakt dit in de praktijk uit? De werkgever is verplicht het eerstvolgende tijdvak een bijtelling in aanmerking te nemen. Voor de reeds verstreken tijdvakken ontvangt de werknemer een naheffingsaanslag loonheffingen. toch privé rijdt in zijn auto van de zaak, dan is het raadzaam het privégebruik te gaan verlonen. Daarmee wordt iedere vorm van risico vermeden. Blijkt achteraf dat deze verloning onterecht was, dan kan de werknemer via zijn aangifte inkomstenbelasting de teveel ingehouden belasting alsnog terugvragen. Let op: In de regel zal de fiscus veelal eerst proberen om de onterecht niet ingehouden belasting te verhalen op de werknemer. Pas wanneer dit niet mogelijk blijkt, bijvoorbeeld door een tekort aan financiële middelen of onduidelijkheid over de verblijfplaats zal de fiscus haar pijlen op de werkgever richten. Dit zal wellicht anders zijn wanneer sprake is van een structureel probleem binnen de onderneming, met andere woorden: wanneer dit bij meer werknemers het geval is. 18 Toch geen bijtelling En wat moet u doen wanneer gedurende het jaar blijkt dat een werknemer toch geen bijtelling wil laten toepassen? Of wanneer hij pas gedurende het jaar over de benodigde Verklaring géén privégebruik beschikt? Pas vanaf het moment dat u een kopie van de verklaring in handen heeft kunt u zonder risico stoppen met het verlonen van de bijtelling. Dit is uiteraard anders wanneer u weet dat de aangevraagde verklaring op onjuiste gronden is gebaseerd. Hoe omgaan met verstreken tijdvakken? Vervolgens is het de vraag hoe om te gaan met de al verstreken tijdvakken. Dit kan op verschillende manieren. Allereerst kunt u correctieberichten indienen voor deze perioden. Bij een dergelijke actie is het wel van belang dat u zeker weet dat de bijtelling achter- PRAKTIJKBLAD SALARISADMINISTRATIE nr 2 / 17 januari 2014 LOONHEFFINGEN wege mag blijven. De werkgever loopt hierbij namelijk het risico een naheffingsaanslag te krijgen wanneer achteraf blijkt dat de bijtelling toch moest worden toegepast en de correcties dus onterecht waren. Inzage in de rittenadministratie van uw werknemer is dan ook noodzakelijk. Beter is nog het kiezen voor een alternatieve oplossing. Zoals het bezwaar maken tegen de inhouding van loonheffing bij de Belastingdienst door de werknemer. Dit bezwaar moet binnen zes weken na de dag van inhouding worden ingediend. Dit biedt dus slechts een oplossing voor twee maanden. De in de praktijk meest gehanteerde oplossing is die van de aangifte inkomstenbelasting. De werkgever neemt geen actie met betrekking tot de reeds verstrekken tijdvakken. Zodoende staat er op de jaaropgaaf van de werknemer een te hoog fiscaal loon en is er teveel loonheffing ingehouden. Dit kan hij corrigeren bij het indienen van zijn aangifte inkomstenbelasting. Voordeel van deze optie is dat u als salarisadministrateur geen actieve rol speelt bij het corrigeren van de eerder ingehouden loonheffing. U laat de oplossing en zodoende het risico over aan de werknemer. Deze zal dit echter niet altijd leuk vinden omdat hij hierdoor langer moet wachten op zijn teruggaaf. Zijn aangifte inkomstenbelasting dient hij immers pas in na afloop van het kalenderjaar. Bestelauto Wanneer werknemers een bestelauto van de zaak hebben, dan kan een bijtelling worden voorkomen via een Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik. Deze verklaring wordt door de werkgever en werknemer gezamenlijk ingediend. Beiden verklaren dat er met de bestelauto uitsluitend zakelijke kilometers worden gereden. In tegenstelling tot de Verklaring géén privégebruik loopt de werkgever bij deze verklaring wel degelijk risico. Wanneer achteraf immers blijkt dat er ten onrechte geen bijtelling voor het privégebruik in de loonadministratie in aanmerking is genomen, dan zijn zowel de werkgever als de werknemer hiervoor verantwoordelijk. In principe betekent dit dat de werknemer een naheffingsaanslag loonbelasting krijgt voor de ten onrechte niet ingehouden loonheffing. Onjuiste verklaring Als de werkgever echter een onjuiste verklaring heeft afgelegd, indien hij de werknemer toestemming heeft gegeven om de bestelauto privé te gebruiken of als hij weet dat dit gebeurt, dan wordt de naheffingsaanslag aan de werkgever opgelegd. Omdat de werkgever ook de verklaring mede heeft ondertekend, is er mijn inziens altijd sprake van een onjuiste verklaring. Zodoende loopt de werkgever eigenlijk altijd het risico op een naheffingsaanslag. Hij kan dit risico beperken door van de werknemer een kilometerregistratie te vragen en deze te controleren. Daarnaast is het raadzaam om schriftelijk in een overeenkomst met de werknemer vast te leggen dat privégebruik van de bestelauto ten strengste verboden is en dat bij overtreding een naheffing op de werknemer zal worden verhaald. Boete voor de werkgever Een boete voor de werkgever komt pas aan de orde op het moment dat hij wist of behoorde te weten dat de werknemer toch privé met de auto rijdt. Het is aan de Vraag kilometerregistratie van werknemer en controleer Belastingdienst om aan te tonen dat de werkgever op de hoogte was (of op de hoogte had kunnen zijn) van het privégebruik. Ten slotte heeft deze verklaring nog een vervelend aspect. De werkgever en werknemer verklaren namelijk dat er uitsluitend zakelijk met de bestelauto wordt gereden. Dit betekent dat iedere privékilometer direct leidt tot schending van deze afspraak. Een marge van 500 kilometer, zoals bij de Verklaring géén privégebruik, is niet aan de orde. Auto van de zaak belangrijk aandachtspunt De auto van de zaak is sinds de introductie in de loonbelasting ook voor werkgevers en salarisadministrateurs een belangrijk aandachtspunt geworden. Als een werknemer een Verklaring géén privégebruik overlegt, mag een bijtelling achterwege blijven. Dit betekent echter niet dat hiermee voor u als salarisadministrateur alles in kannen en kruiken is. Allereerst moet u opmerkzaam zijn op eventueel privégebruik. Doet u dit niet, dan kan dit voor de werkgever toch nog leiden tot een naheffing. Daarnaast moet u zorgvuldig omgaan met intrekkingen en aanvragen van de verklaring gedurende het jaar. Daarbij lijkt voorzichtigheid geboden. De Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik voor bestelauto’s biedt helaas weinig bescherming. Doordat de werkgever samen met de werknemer tekent, leidt iedere privékilometer al tot een potentiële naheffingsaanslag. Boeten kunnen wel worden voorkomen door wederom bij een vermoeden van privégebruik actie te ondernemen. 19