Is taal een hefboom voor integratie

advertisement
Met taal aan het werk
31 maart 2014
Is taal een hefboom voor
integratie?
Piet Van Avermaet
Programma
Huidige trends
Taal en integratie
Leren
Taalleren
uitdagingen
4 thema’s
Huidige trends
Migratiepatronen wijzigen snel
–
–
–
–
Globalisering
Localisering (grootstedelijkheid)
Migratie
Mobiliteit
Van diversiteit naar ‘super diversiteit’
– Geglocaliseerde super diverse samenlevingen
In een context waar ‘superdiversiteit’ de norm wordt, is
het belangrijk om te reflecteren over de grenzen van de
huidige recepten (beleid en acties) die we in
(taal)onderwijs gebruiken om het schoolsucces van
kansarme en immigrantenkinderen te verhogen en om
burgerschapsvorming te versterken.
Ons fundamenteel denken over diversiteit en onderwijs ontkent
diversiteit als uitgangspunt.
We erkennen diversiteit , maar blijven het moeilijk vinden om het
als de norm in onderwijs te beschouwen.
We erkennen diversiteit, enkel als conditie tot inpassing. Waardoor
het meteen wordt gedevalueerd tot afwijking, achterstand,
probleem, …
Huidige trends
Polarisering
Ideologie is terug
In meeste Europese landen sterke focus op:
– Taal
– Testing
Waarom?
Omslag rond eeuwwisseling
Verstrenging van discours en beleid in heel Europa
“Moet gedaan zijn met ‘bepampering’”
Integratiebeleid wordt inburgeringsbeleid
Strakker beleid ook voor naturalisatie (voorlopige
uitzondering België)
Nieuwkomers, oudkomers
Waarom verandering?
Incidenten: Nederland, Frankrijk
9/11
‘war on terror’
Integratiebeleid gefaald
Failliet multiculturele samenleving
Probleemsteden
Probleemwijken
Onderwijsproblemen
Probleemjongeren
Daadkrachtiger beleid, ook voor nieuwe migratie
Kernbegrippen van nieuwe beleid
Taalkennis als conditie voor integratie
Waarden en normen kennis als tweede conditie
Verplichting
Integratiediscours is de facto assimilatie in publieke
sfeer
En toch:
Zonder kennis van de ST kan men niet functioneren in de
samenleving
Kennis van de ST zet deuren open naar werk, school, ...
Talen van immigranten zijn een obstakel voor integratie
Talen van immigranten hebben een negatief effect op school
en leerresultaten van immigrantenkinderen
Dit zijn ideologische aannames waar nauwelijks of geen
empirische evidentie voor bestaat
Kennis over integratiebeleid
Wenselijkheid
Kennis
Appreciatie over communicatie
Attitudes ten aanzien van immigranten die
inburgering volgen
Wenselijkheid
Kennis
Communicatie
Attitude
Taal en integratie
Moet/kan taal een voorwaarde voor integratie zijn of voor het
verwerven van de nationaliteit?
Dit lijkt redelijk:
– Kennis van de taal verhoogt kansen op werk, onderwijs en
opwaartse mobiliteit
– Alleen de ST verzekert deze mogelijkheden en de ST is het
enige efficiënte en noodzakelijke communicatiemiddel
– We gaan ervan uit dat (bepaalde) immigranten GEEN talig
repertoire hebben om succesvol in een land, regio of buurt
te functioneren.
Taal en integratie
Kennis van de taal verhoogt kansen op werk,
onderwijs en opwaartse mobiliteit
– Kennis van ST zal problemen van immigranten niet
oplossen (zie Parijs)
– Immigranten worden structureel gediscrimineerd
– Hun taalgebruik en ‘lage TV’ in ST is een effect eerder dan
een oorzaak van laag succes
– Zolang de socio-economische marginalisatie voortduurt zal
de toegang tot de ST beperkt en zelfs afgesloten blijven.
Taal en integratie
Alleen de ST verzekert deze mogelijkheden en de ST is
het enige efficiënte en noodzakelijke
communicatiemiddel
– Alle EU landen zijn meertalig
– We geven onderwijs in de ST
– Leerkrachten gebruiken vaak varianten van ST of
dialect op speelplaats
– Voor ons professioneel leven hebben we vaak
Engels nodig
– Ook in dagdagelijks leven hebben we verschillende
taalvariëteiten nodig: internet, games, kranten, …
– Deelname aan de samenleving veronderstelt een
meertalig repertoire. Er is dus meer nodig dan
alleen kennis van ST
Taal en integratie
We gaan ervan uit dat immigranten GEEN talig
repertoire hebben om succesvol in een land, regio of
buurt te functioneren.
– Immigranten zijn meertalig. Beheersen vaak ook ST
– Vaak zijn ze meertaliger dan vele Vlamingen
– Deze functionele MT geeft hen de mogelijkheid om in de buurt te
integreren
– Hun MT is ‘slecht’. Kennis van VT is goede MT
– Discours is vaak: ‘ze spreken de taal niet’, dus ‘ze zijn niet
geïntegreerd of willen niet’.
– Veronderstel dat op een dag alle immigranten ‘voldoende’ SN
spreken. Zal dit de deuren tot werken plots openen, zullen ‘wij’
plots met hen beginnen communiceren?
Taal en ideologie
Assertion
% (compl)
agree.
1. Non-Dutch speaking pupils should not be allowed to speak their home language at
school.
77.3%
2. The most important cause of academic failure of non-Dutch speaking pupils is their
insufficient proficiency in Dutch.
78.2%
3. The school library (classroom library, media library) should also include books in the
different home languages of the pupils.
12.8%
4. Non-Dutch speaking pupils should be offered the opportunity to learn their home
language at school.
6.8%
5. By speaking their home language at school, non-Dutch speaking pupils do not learn
Dutch sufficiently.
72.1%
6. Non-Dutch speaking pupils should be offered regular subjects in their home language.
3.2%
7. It is more important that non-Dutch speaking pupils obtain a high level of proficiency
in Dutch than in their home language.
44.7%
8. It is in the interest of the pupils when they are punished for speaking their home
language at school.
29.1%
5.00
4.50
Trust in Students
4.00
3.50
3.00
2.50
2.00
1.50
1.00
1.00
1.50
2.00
2.50
3.00
3.50
Monolingualism
4.00
4.50
5.00
Waarom verplichten?
Zal verplichting van deelname, van inspanning,
resultaatsverbintenis, taaltoets leiden tot
– meer kansen, betere participatie, meer sociale cohesie
of tot
– nog striktere percepties, verwachtingspatronen en groter
gevoel van stigmatisering, meer spanningen
Hoeveel taal?
Hoeveel ‘taal’ moet iemand kennen om als
geïntegreerd te worden beschouwd?
Wat is de rationale om een niveau te bepalen?
Waarom 1 niveau?
Leren: wat werkt
Hattie (2009) en anderen:
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Hoge verwachtingen
Team teaching
Leren als een gedeeld proces (leerder als actieve actor)
De sociale context van leerder als vertrekpunt
Gecontextualiseerd onderwijs
Leerkracht als mediator (tussen leerder en leerdoelen)
Meer interactief, coöperatief en probleemoplossend leren
Heterogeniteit als meerwaarde
Continue assessment
Waar leren we het meeste van?
lezen
horen
zien
zien en horen samen
bij discussie, met anderen bespreken
door persoonlijk ervaren, doen
door het uit te leggen aan een ander
William Glasser (www.wglasser.com)
10 %
20 %
30 %
50 %
70 %
80 %
95 %
Vormen van leren
Formeel – informeel
Impliciet – expliciet
TAAL
Systeem om betekenis te geven; om retrospectief te
oordelen over bepaalde ervaringen
Andere semiotische systemen
– Meervoudige geletterdheid
– Multimodaliteit
• als vorm van meervoudige geletterdheid
• Om te leren, om kennis te ontsluiten
TAAL
Niet zomaar een vehikel, maar een sociaal
geconstrueerd systeem
– Meerdere variëteiten
– Variëteiten zijn contextrelevant
– Meervoudige repertoires
Verschillende codes
– Sociaal cultureel bepaald
– Match/mismatch met onderwijsomgeving
TAAL EN LEREN
Interactie, interactie, interactie, …
– Thuis en school: verschillende repertoires
Krachtige leeromgeving
– Positief, veilig klasklimaat
– Betekenisvolle activiteiten/taken
– Ondersteuning door interactie
Gecontextualiseerd
Individueel verschillend
Tijd
Programme for the International Assessment of
Adult Competencies (PIAAC, OECD)
Programme for the International Assessment of
Adult Competencies (PIAAC, OECD)
•
•
•
•
‘native-born en andere taal’ scoren beter dan ‘foreign-born
met andere taal’;
Mensen die minder dan 5 jaar in gastland leven scoren
significant lager;
Tijd dat ‘foreign-born’ in gastland wonen maakt significant
verschil (bevestigt taalverschuivingsonderzoek:
intergenerationele processen);
Dus:
•
•
Processen van taal en integratie hebben ook hun tijd nodig (zie
ook Shohamy, 2006)
Onvoldoende investering en instrumentalisering (bijna
mechanische stappen) dreigen contra-productief te werken (zie
Khan)
Waarom leren volwassenen een taal?
Om maatschappelijk te kunnen functioneren
We functioneren in bepaalde domeinen/sociale omgevingen met
verschillende repertoires
Niemand beheerst een taal volledig. We hebben allemaal een meertalig
repertoire. Dat repertoire is steeds in ontwikkeling afhankelijk van onze
noden
repertoire is domeinspecifiek met specifiek lexicon, genre, stijl, etc.
Relatie tussen taal en leren
–
–
–
–
–
–
–
Leren is sociaal-cultureel bepaald
Onderwijsachtergrond
Wel of geen structurele referentiekaders
Verschillende codes in verschillende omgevingen
Formeel en informeel leren
Impliciet en expliciet leren
Is individueel verschillend en grillig
Multimodaliteit in communicatie
Talige diversiteit
Iedereen zit met vragen?
Hoe ga ik om met de meertalige realiteit in de klas?
– Verbieden?
– Functioneel benutten?
– Onderwijzen?
Wat betekent verbieden/benutten voor cursisten: cognitief,
socio-emotioneel?
Wat adviseer ik aan anderstaligen mbt tot hun MT buiten de
les?
Wat adviseer ik aan anderstaligen mbt tot hun communicatie
thuis, met kinderen, vrienden, buiten de les?
Bezorgdheden van leerkrachten
De L1 van cursisten is arm, beperkt.
L1 toelaten vergroot/versterkt/bestendigt segregatie.
Als cursisten onderling de eigen taal spreken verlies ik
controle over wat er in de klas gebeurt en is dit nadelig voor
het leerproces.
Als ik vertaal daalt de motivatie om L2 te leren.
De tijd L2 te leren is al zo beperkt.
Ik heb meer dan 10 talen in mijn klas.
Meertalige realiteit
Meertaligheid is een werkelijkheid in de sociale ruimte: e.g.
grootstedelijke context
Meertaligheid is een realiteit in elke persoon: meertalige
repertoires
Meertaligheid hoeft niet ‘full proficiency’ van elke taal of
variëteit te betekenen
Meertaligheid is contextgebonden georganiseerd en SN heeft
daar een specifieke plaats in
Iedereen doet aan ‘translanguaging’
‘Goede’ en ‘slechte’ meertaligheid
Kenmerken van krachtige
formele taalleeromgeving
Relevant functioneel doel
Begrijpelijk taalaanbod
Kloof
Motivatie
Ondersteuning
Veilig klimaat
Echte interactie
Conclusies
• Is T&I een duurzaam huwelijk?
• Nee, als we naar sommige huidige ‘policies’
kijken
• Ja, als we het ‘huwelijkscontract’
heronderhandelen:
•
•
•
Superdiversiteit en meertalige ruimtes en
repertoires als realiteit aanvaarden
Migratie meer als mobiliteit (h)erkennen
Virtuele communicatie als realiteit (h)erkennen
Conclusies
•
•
Meer aandacht voor rol van ‘ontvangende
samenleving’;
Uitgaan van hedendaagse inzichten van taalverwerving
en ons onderwijs daar nog beter aan aanpassen:
•
•
•
•
Formeel/informeel
Expliciet/impliciet
Behoeftegericht aanbod
Taal-‘assessment’ als een inclusief deel van taal- en
integratieprocessen beschouwen, waarbij we kijken
naar wat mensen kunnen ipv wat ze niet kunnen. Dit is
meer valide en meer ‘empowering’
Conclusies
• Om echte sociale impact te realiseren:
•
Sensibiliseren en betrekken van de hele samenleving:
•
•
•
•
Niet alleen in inburgeringstrajecten
Maar in creëren van een samenleving die met diversiteit
kan omgaan vanuit een positief perspectief
Discriminatie in onderwijs en arbeidsmarkt
aanpakken
Faciliterend, dynamisch, longitudinaal en interactief
proces waarin elk individu een verantwoordelijkheid
heeft
• Een duurzaam huwelijk heeft vooral nood aan
wederzijds vertrouwen.
Uitdagingen
Ons denken over integratie, diversiteit en taal moet anders
Een sterker taal- en diversiteitsbeleid
Sociale participatiekansen hangt van veel meer af dan taal
Het moet van twee kanten komen
Mensen activeren in het helpen opbouwen van sociale
netwerken
Professionaliseren van taalcoaches en trajectbegeleiders
Trajectbegeleiders als intermediair tussen werkgever en
werknemer
Met taal aan het werk
31 maart 2014
DANK U
[email protected]
Download