RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 november 2002 (19.11) (OR. en) 13743/02 LIMITE DROIPEN 77 ENV 624 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper/de Raad nr. vorig doc.: 12406/02 DROIPEN 66 ENV 514 Betreft: Aanneming in de officiële talen van een kaderbesluit inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht Op 23 september 1999 heeft Denemarken een voorstel voor een kaderbesluit ter bestrijding van ernstige milieucriminaliteit ingediend. 1 Het Europees Parlement heeft op 7 juli 2000 advies uitgebracht over het voorstel. 2 Op 15 maart 2001 heeft de Raad JBZ een voorlopig akkoord bereikt over de doelstellingen en, in beginsel, over de inhoud van het ontwerp, onverminderd parlementaire studievoorbehouden van een aantal delegaties, een voorbehoud van de Commissie en een hernieuwde raadpleging van het Europees Parlement. 1 2 PB C 39 van 11.2.2000, blz. 5. PB C 121 van 24.4.2001, blz. 494. 13743/02 sav/JEL/td DG H III 1 NL De Raad kwam overeen dat nagegaan moest worden of het instrument aangevuld diende te worden in het licht van het Commissievoorstel voor een richtlijn inzake milieubescherming door het strafrecht, dat dezelfde dag door de Commissie werd gepresenteerd 1, en dat het Europees Parlement te gelegener tijd opnieuw zou moeten worden geraadpleegd. Ook diende de kwestie van de rechtsgrondslag van het voorstel nader te worden bezien. 2 Na de verdere bespreking van de tekst door de Groep materieel strafrecht, het Comité van artikel 36 en de JBZ-raden is het Coreper op 19 december 2001 overeengekomen het Europees Parlement opnieuw te raadplegen op basis van een herziene tekst, met het oog op de aanneming van het ontwerp-kaderbesluit. 3 Het Europees Parlement heeft op 9 april 2002 advies uitgebracht over het ontwerp-kaderbesluit. Die zelfde dag heeft het ook advies uitgebracht over het Commissievoorstel voor een richtlijn inzake milieubescherming door het strafrecht. 4 In hun vergadering van 16 juli 2002 hebben de JBZ-raden besloten het Coreper in overweging te geven ermee in te stemmen dat de amendementen van het Europees Parlement op het ontwerpkaderbesluit worden verworpen en dat de juristen-vertalers het ontwerp-kaderbesluit moeten bijwerken met het oog op de aanneming ervan. 5 Op 2 oktober 2002 heeft de Commissie in het licht van het advies van het Europees Parlement een gewijzigd richtlijnvoorstel ingediend op grond van artikel 250, lid 2, VEG. 6 1 2 3 4 5 6 PB C 180 E van 26.6.2001, blz. 238. 7181/01 PV/CONS 13 JAI 23. 15526/01 DROIPEN 114 ENV 679 en 15525/01 DROIPEN 113 ENV 678. PE 316.564. De bijgewerkte versie van de tekst staat in 11884/02 DROIPEN 58 ENV 469 + REV 1(de). 12738/02 DROIPEN 69 ENV 546. 13743/02 sav/JEL/td DG H III 2 NL Op 9 oktober 2002 heeft het Coreper het gewijzigde Commissievoorstel besproken aan de hand van 12406/02 DROIPEN 66 ENV 514. De conclusie luidde dat het gewijzigde voorstel geen aanleiding geeft tot inhoudelijke wijzigingen in het ontwerp-kaderbesluit. Ook werd overeengekomen de overwegingen van het ontwerp aan te passen overeenkomstig bijlage I van DROIPEN 66. De Groep juristen-vertalers heeft in die zin 13421/02 DROIPEN 73 ENV 602 opgesteld. Het Coreper wordt verzocht de Raad in overweging te geven om, mits de reserves van de Ierse en de Nederlandse delegatie voor parlementaire behandeling worden ingetrokken, - het kaderbesluit in de versie van 13421/02 DROIPEN 73 ENV 602 met eenparigheid van stemmen aan te nemen - te besluiten de bijgaande verklaringen in de Raadsnotulen op te nemen. _______________ 13743/02 sav/JEL/td DG H III 3 NL BIJLAGE A. Verklaringen voor de notulen van de Raadszitting waarin het kaderbesluit wordt aangenomen 1. Verklaring van het Verenigd Koninkrijk "Het Verenigd Koninkrijk is van mening dat het ontwerp-kaderbesluit dient te worden uitgelegd in de geest van het toelichtend rapport bij de overeenkomst van de Raad van Europa van 1998 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht." 2. Verklaring van België en Nederland "België en Nederland kunnen instemmen met het ontwerp-kaderbesluit inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht, maar behouden zich het recht voor om in een latere fase, indien de Commissievoorstellen op grond van artikel 175, lid 1, van het EG-Verdrag alsnog in behandeling worden genomen, bepaalde elementen van die voorstellen te ondersteunen." 3. Verklaring van de Commissie "De Commissie is van oordeel dat een kaderbesluit niet de geschikte rechtsvorm is om van de lidstaten te verlangen dat zij op nationaal niveau strafrechtelijke sancties wegens milieudelicten invoeren. De Commissie heeft in verschillende Raadsinstanties bij herhaling als haar mening te kennen gegeven dat de Gemeenschap, krachtens haar bevoegdheden met het oog op de doelstellingen die zijn neergelegd in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, van de lidstaten kan verlangen dat zij op nationaal niveau de sancties - in voorkomend geval van strafrechtelijke aard - opleggen die nodig zijn om een van de doelstellingen van de Gemeenschap te verwezenlijken. 13743/02 BIJLAGE sav/JEL/td DG H III 4 NL Zulk een bevoegdheid heeft de Gemeenschap in milieuaangelegenheden, zijnde de sfeer van titel XIX van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Voorts wijst de Commissie erop dat haar voorstel voor een richtlijn inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht niet naar behoren volgens de medebeslissingsprocedure is behandeld. Indien de Raad, in weerwil van deze communautaire bevoegdheid, het kaderbesluit aanneemt, behoudt de Commissie zich al haar rechten uit hoofde van het Verdrag voor." ___________________ 13743/02 BIJLAGE sav/JEL/td DG H III 5 NL