Michelet`s Renaissance - Skript Historisch Tijdschrift

advertisement
Artikel: Michelet's Renaissance (1839-1843). Persoonlijkheid, geschiedschrijving en politiek
ideaal tijdens de Juli-monarchie
Auteur: Kees van Rij
Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 4.2, 67-78.
© 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam
ISSN 0165-7518
Abstract: Not available.
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van
de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar
verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan
actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een
breder publiek te presenteren.
Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het
machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de
redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn
verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op
www.skript-ht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam •
www.skript-ht.nl • [email protected]
MICHELET'S RENAISSANCE (1839-1843)
PERSOONLIJKHEID, GESCHIEDSCHRIJVING
EN POLITIEK IDEAAL
KEES VAN RIJ
Er bestaat een dynamisch verband tussen de persoonlijke lotgevallen van de historicus en het soort geschiedenis dat hij
schrijft, en de geschiedinterpretatie die hij ontwikkelt. Algemener gezegd: er bestaat een dynamisch verband tussen de verhouding van een individu en zijn omgeving en de intellectuele
of creatieve expressie van dat individu. De Franse historicus
Jules Michelet (1798-1872) wordt door historici niet meer gelezen vanwege zijn geschiedinterpretatie van de Middeleeuwen en
de Renaissance; dat is niet, omdat Michelet b.v. weinig begripsmatig te werk gaat of omdat hij een onhelder denker zou zijn,
maar vooral doordat Michelet's begrippen en geschiedinterpretatie wortelen in een tijdsbeleving - die van de eerste generatie Franse intellectuelen na de Revolutie tijdens Restauratie
en Juli-Monarchie - , die niet meer de onze is en in persoonlijke lotgevallen, die - kennelijk - een andere invloed uitoefenden dan historici nu belangrijk achten of niet kunnen vermijden.
Toch zijn er vele redenen te bedenken, die het bestuderen
van het werk en de persoon van Michelet belangrijk kunnen maken. Met name kunnen de begrippen die Michelet hanteert, en de
betekenis die zij krijgen in zijn eigen leven en in zijn geschiedinterpretatie, een interessant licht werpen op een "intellectuele mentaliteit" en de geschiedenis van ideeën en gevoelens .
Een voorbeeld vormt de scherpe aanval, die Michelet in het
voorjaar van 1843 in een serie colleges aan het College de
France opende op de orde der Jezuïeten. De toon van deze colleges was zeer emotioneel. Hij beschuldigde de orde ervan de menselijke vrijheid via het onderwijs te onderdrukken en de leerlingen op scholen te willen onderwerpen aan de tirannie van de
"steriele geest", een esprit de mort, die van de mensen bidautomaten en repeteermechanieken maakte, waaruit ieder gevoel ,
voor vrijheid en liefde was weggeëbd.
Veel historici hebben gemeend dat deze aanval op de Jezuïeten uit de lucht kwam vallen. En inderdaad uit niets blijkt,
dat Michelet dat voorjaar van zins was de orde te attaqueren.
Noch in zijn Journal, noch in zijn eerdere colleges en historisch werk is het naderende onweer te bespeuren. Om toch tot
68
een verklaring te komen van Michelet's houding heeft men een
aantal indirecte oorzaken proberen te vinden. Ten eerste plaatst
men de aanval op de Jezuïeten in het kader van de strijd om het
hoger onderwijs tussen universiteiten en Kerk. De Kerk eiste een
grotere invloed op dit onderwijs, dat sinds Napoleon in handen
van de regering was. Vanaf het begin van de jaren '40 begon de
Kerk bepaalde anti-clericale hoogleraren, die de beginselen van
de Franse Revolutie een warm hart toedroegen, openlijk te bekritiseren. Michelet, die ook hun doelwit was, zou in 1843 besloten
hebben terug te slaan.
Ten tweede ziet men Michelet's beschuldigingen aan het adres
van de orde als een persoonlijke wraak. Toen zijn vriendin madame Dumesnil in het voorjaar van 1842 steeds zieker werd en uiteindelijk stierf, had zij zich in toenemende mate van Michelet
afgekeerd. Zij had haar geestelijk welzijn aan de priesters en
het katholieke geloof toevertrouwd. Michelet zou jaloers zijn geworden op die priesters, die kennelijk meer dan hijzelf in staat
waren geweest madame Dumesnil te helpen.
Het bezwaarlijke van dit soort indirecte verklaringen is echter,
dat er van wordt uitgegaan, dat externe omstandigheden een dermate grote invloed hadden op de historicus, dat deze, alleen daarom,
gekomen zou zijn tot de aanval op de Jezuïeten. Het is alsof een
mens uitsluitend tot daden zou komen, omdat buiten hem liggende
krachten hem daartoe zouden brengen. Meestal is het echter zo,
dat innerlijk processen, in combinatie met externe factoren, mensen in de positie brengen om tot bepaalde daden over te gaan.
In dit artikel wil ik proberen te laten zien hoe gedurende de
periode 1839-1843 een verschuiving plaatsvond in Michelet's waardensysteem. Aan de hand van vooral veranderingen in de betekenis
van begrippen die Michelet in zijn historisch werk en in zijn
c/owmaZ hanteert, wordt duidelijk hoe hij zijn tot dan toe aangehangen rationele en puriteinse wereldbeeld verwierp en toenadering zocht tot het gevoel en de liefde als bron van menselijke
creativiteit en vrijheid. Deze "persoonlijke Renaissance" van
Michelet kan beschouwd worden als de "innerlijke aanloop", die
Michelet tot zijn aanval op de Jezuïeten bracht.
Zoals reeds vermeld vindt men nergens in zijn geschriften van
vóór 1843 het voornemen de orde aan te vallen. De argumenten, die
hij hanteert, zoals de verderfelijkheid van de "steriele geest"
en het "mechanische denken", worden echter vanaf 1839 aangetroffen. De veroordeling van de steriele geest en het mechanische denken is te vinden in de Introduction "a la Renaissance, die hij in
het najaar van 1842 schreef en in Renaissance: fèconditê, maternitê incomprise par Calvin van mei 1841. Deze teksten over de Renaissance waren op hun beurt een structurering van een aantal losse gedachten uit het Journal, die de historicus opschreef na de
dood van zijn vrouw Pauline Rousseau in juli 1839.
•
69
Uit deze en andere teksten van Michelet kan opgemaakt worden
hoe Michelet in de periode 1839-1843 veranderde van een rationeel puriteins en afstandelijk wetenschapper in een sociaal-romantisch geëngageerd profeet. Ten eerste vervreemdt hij van de
maatschappijvisie, die hij had gedeeld met de liberale politici
van de Juli-Monarchie. Tot 1839 vindt Michelet, dat de "geest"
(het rationele en geordende) de "natuur" (het chaotische en sensuele) moet overheersen. De vooruitgang van de vrijheid en de
andere beginselen van de Franse Revolutie kon zich volgens hem
slechts ontplooien indien het irrationele en dyonisische van de
natuur met alle kracht werd bestreden. De gebeurtenissen van
1830 hadden aangetoond, dat de vrijheid in Frankrijk kon ontkiemen door de nauwe samenwerking van volk en bourgeoisie. Dit grote verbond was de voorwaarde van het verdwijnen van het conservatieve, "fatale" en onvrije regime van Karel X geweest. Ook in de
Hïstoire de Fvance, waar Michelet over de Middeleeuwen schrijft
is dit idee terug te vinden: de inspiratie tot vrijheid komt uit
het volk en de elite leidt haar in rationele en geordende banen.
Deze intellectuele instelling deelde Michelet met de leidende
politici van de Juli-Monarchie (Guizot, Thiers en Villemain).
Net als Michelet geloofden deze liberalen, dat het de verantwoordelijkheid van de elite was om de beginselen van de Franse Revolutie voor het hele volk tastbaar te maken. Om de vrijheid van
het volk te vergroten, werd de macht van de Kerk aan banden gelegd en diende Guizot in 1833 een algemene wet op het Lager Onderwijs bij het Parlement in. Niet-kerkelijk onderwijs kon vanaf dat
moment door iedereen gevolgd worden.
Ondanks deze goede bedoelingen met het volk wenste de regering haar macht echter niet werkelijk te delen met andere groeperingen in de samenleving. Reeds in 1834 smoorden de koninklijke troepen volksopstanden in Lyon en Parijs (Le massaore de la
rue Transnonnaïn) in bloed. De oppositiegroepen werd het vaak
verboden te vergaderen en de banquets, die men organiseerde,werden voortijdig ontbonden. Het werd journalisten moeilijk gemaakt
om kritische artikelen over de regering te schrijven en ook de
invloed van de Kerk werd aan het einde van de jaren '30 weer groter. Zo liet de overheid het plaatsen van kruisbeelden in de
rechtszalen weer toe, terwijl dat in 1830 verboden was. De verlichte ideeën van de machthebbers raakten steeds meer in vergetelheid en hun wil om de samenleving te veranderen had plaatsgemaakt voor de bescherming van hun eigen belangen; bovendien lieten zij het toe, dat de Kerk haar macht over de samenleving heroverde. De oude droom van een alliantie tussen volk en bourgeoisie
die samen de idealen van de vrijheid zouden realiseren bleek onmogelijk geworden. De bourgeoisie had die samenwerking verbroken en de vrijheid werd door haar bedreigd. Michelet zag, net als
70
\
Lamartine en Lamenais, dat de vrijheid eerder belemmerd werd dan
bevorderd door de elite. Aan het einde van de jaren ' 30 zoekt hij
naar een nieuwe weg, waarlangs de vrijheid de samenleving kon penetreren .
Ten tweede verandert Michelet in deze jaren op persoonlijk en
psychologisch gebied. Sinds zijn adolescentie had Michelet zich
ingespannen om emotie op een zo groot mogelijke afstand te houden.
Hij ervoer het als een groot gevaar voor het verlies van de rationaliteit, indien de mens toegaf aan en zich liet beïnvloeden
door persoonlijke gevoelens. Al deze fatale krachten zag hij als
een deel van de natuur. In de gestalten van de dood, de verleidingen van de vrouw, (die hem van serieuze arbeid afhielden),
en de individueel menselijke gevoelens, trachtte de natuur zich
aan hem op te dringen. Met behulp van een rationele instelling en
sterke zelf discipline onderdrukt hij deze "gevaarlijke" manifestaties van de natuur. Tegen het einde van de jaren '30 ervaart hij
het als steeds moeilijker om die natuur in hem te onderdrukken.
Na de dood van zijn vrouw Pauline gaan gevoelens in zijn werk
gaandeweg een steeds grotere rol spelen.
Aangezien Michelet vindt, dat de vrijheid in handen van de
elite leidt tot onvrijheid voor het volk, voelt hij zich geroepen om zelf de weg naar de vrijheid te moeten zoeken. De onweerstaanbare drang om zijn emoties een actieve rol in zijn denken
te laten spelen zal zijn visie op de vrijheid sterk beïnvloeden. Alleen door liefde en koestering kan de mens zijn vrijheid
beleven. Deze vergroeiing van persoonlijke gevoelens en maatschappijvisie, die in Michelet's geschiedinterpretatie zijn weerslag
krijgt, komt in dit artikel nader aan de orde.
HET "JOURNAL ": DE DOOD, DE VROUW EN DE OEDIPOUS
Toen Michelet's vrouw Pauline op 26 juli 1839 op Père Lachalse
werd begraven kwamen de volgende gedachten bij de historicus op:
"Het leven is leugenachtig. Het leven overdrijft het slechte (in
de mens) . Waarom is de gedachte aan God niet erg troostgevend?
Dat komt omdat de Christelijke God deze ziel zal beoordelen. De
ziel zal overleven: maar om te lijden? De God van het pantheïsme
zal haar rust geven, maar die absorbeert haar"(l) . Het lijden en
het geabsorbeerd worden zijn voor Michelet beide onaanvaardbaar.
Zowel de dood als natuurkracht en als goddelijk machtsmiddel maken de mens weerloos en dwingen hem tot een passieve houding. De
fatale, de vrijheid bedreigende krachten van de dood moeten overwonnen worden. Twee jaar later oppert hij de gedachte, dat de
dood iets vruchtbaars is en leven geeft aan iets nieuws: "De
vruchtbaarheid van de dood. Ieder systeem omvat een antagonisme,
11
dat het leven schenkt en zijn rijpheid, zijn dood, zijn vrucht
voorbereidt. Ieder systeem kan zijn vrucht slechts vrijmaken
door te sterven (. .) . Dit leidt ertoe te geloven, dat als men
zichzelf wil zijn in de hoogste graad, (dat) men zichzelf dan
niet meer moet zijn, maar sterven, zich transformeren"(2) . Zolang de dood ongrijpbaar in de handen van de God van het Christendom lag, of in de Dyonisische natuur werd geabsorbeerd, kon
Michelet er niets tegen beginnen. In de jaren '40 gaat hij de
dood een positievere rol toekennen in zijn geschiedschrijving
en in zijn persoonlijke leven. De dood wordt als het ware in
zijn denken geïncorporeerd.
De rehabilitatie van de natuur door het toekennen van een
positieve rol aan de dood gaat gepaard met een waardering van
de vrouw, die in zijn eerdere werk niet bestaat. De genererende en vruchtbare eigenschappen van de dood wijzen op het vrouwelijk vermogen leven te kunnen schenken. De wrede, mannelijke en
Christelijke God en de natuurgoden veranderen in de God van de
Gerechtigheid, die de mens zijn onsterfelijkheid geeft. Deze
menselijke God beschermt de wereld en de vrijheid, zoals een
moeder haar kinderen: "God is een moeder, die de wereld de borst
gaf, druppel voor druppel, zodat de vrijheid kon groeien" (3) .
De vooruitgang van de vrijheid wordt hier niet langer, zoals
eerder in zijn werk, als een onlosmakelijk deel van de groeiende eenheid van Frankrijk gezien. Vrijheid wordt verbonden met
liefde, koestering en bescherming. In de jaren '30 vond Michelet, dat de vrijheid alleen kon gedijen als de politieke elites
de eenheid van de natie op rationele wijze tot stand lieten komen. Daarna gaat hij het accent leggen op broederschap en liefde als voorwaarde van de vrijheid.
In het Romantische denken was de rol van God, als een'.van
buiten op de mens inwerkende kracht, in het algemeen beperkt
en soms geheel afwezig. Wat overbleef waren de mens en de wereld,
de geest en de natuur. Het opvallende is echter, dat in de interacties van natuur en geest de traditionele macht van God niet
werd genegeerd, maar werd onderworpen aan menselijke verhoudingen (4) . Bij Michelet zien we de verwijdering uit zijn denken
van die ongrijpbare God boven en buiten de mens. Daarvoor in de
plaats komt de God van de menselijke Gerechtigheid (justice),
die zich openbaart door de heilzame, koesterende natuur.
Naast de herwaardering van de dood en de vrouw is de toenadering tot de natuur ook in Michelet's behoefte om zijn eigen
emoties in zijn werk te uiten terug te vinden. Waar hij het eigen gevoel vroeger altijd had onderdrukt, gaat hij het steeds
meer zien als een krachtbron voor de geschiedschrijving, zoals
uit een citaat uit 1841 blijkt: "De geschiedenis: gewelddadige
morele chemie, waar mijn individuele passies algemeen worden.
72
waar mijn universele gedachten passies worden, waar mijn volkeren mijzelf worden en waar mijn ik naar de volkeren terugkeert
om hen leven te geven"(5) . Hier en elders in het joumal identificeert Michelet zich met de "kermende volken" uit de geschiedenis . Hij wil al die personen uit de geschiedenis in zijn eigen ik
herscheppen en in zijn persoon de eenheid van de mensheid voelen.
Het vermogen tot heropstanding en vernieuwing (Renaissance) kan
de historicus uit zijn eigen hart oproepen. "Door zijn persoonlijk verdriet kan de historicus het verdriet en de pijn van de
mensheid voelen en reproduceren; hij vernieuwd het verdriet om
hen te troosten {..) Zij hebben een Oedipous nodig. (curs.KvR),
die hen hun eigen raadsels en mysteriën, die zij zelf niet begrepen, kan uitleggen (..)"(6). Parallel aan de positieve waardering
van de natuur loopt het afwijzen van het monopolie van de rationele geest. Zag hij eerst de noodzaak van de overwinning van de
geest op de natuur, in 184 0 zoekt hij naar wegen om geest en natuur, geschiedenis en eigen gevoel te integreren. Een eerste poging tot ordening van de losse denkbeelden uit het Journal komt
tot stand in de twee eerder genoemde teksten over de Renaissance
uit mei 1841 en najaar 1842.
MICHELETS GESCHIEDSCHRIJVING: VAN GEEST NAAR NATUUR
In de studies over de Renaissance gaat Michelet zich losmaken van de Middeleeuwen, zoals hij die in de jaren '3C had beschreven in de eerste delen van de Histoire de France. De Middeleeuwen waren voor hem het strijdtoneel van de overwinning
van de geest op de natuur geweest. In de Renaissance zoekt Michelet naar evenals in zijn persoonlijk leven naar een herwaardering van de natuur. Tegelijk poogt hij zich los te maken van
de Middeleeuwen en het monopolie van de geest in de geschiedenis,
Michelet's rigide, rationele en puriteinse instelling van de
jaren 30 weerspeigelde zich in zijn visie op de Middeleeuwen,
zoals beschreven in de Histoire de France. De onverbiddelijke
vooruitgang van de geest door de groeiende eenheid en vrijheid,
door Kerk, monarchie en rationalisme, overwon de verdeeldheid en
het noodlot. Hij zag het ontstaan van een voorbeeldige samenleving in Frankrijk als de verantwoordelijkheid van de leidende
elites. In zijn geschriften over de Renaissance vindt een ingrijpende verandering plaats. Niet langer overheerst de eenheid
en vrijheid vanuit een rationeel door de politieke elites opgelegd en gestuurd streven, maar komt het idee van de patrie, dat
door de gevoelens van het volk en het individu gedragen wordt,
op de voorgrond te staan. Het accent ligt niet langer bij de
monarchie en de gedwongen eenheid, maar bij de kern van de samenleving, het gezin. De relaties en de liefde binnen het ge-
73
zin vormen de basis van de bereidheid tot vrijwillige associatie op nationaal niveau. Om optimale liefde binnen het gezin te
bevorderen dient de vrouw in haar moederrol gerehabiliteerd te
worden. De grootste bedreiging van de positie van de moeder binnen het gezin is de priester, die haar d.m.v. de biecht van haar
opvoedkundige taken afhoudt. In de Renaissance hanteert Michelet
dus al argumenten, die later in de aanval op de Jezuïeten naar
voren zullen komen. Het onderscheid dat Michelet in de Renaissance maakt tussen van boven afgedwongen eenheid en vrijwillige
eenheid, is essentieel voor de nieuwe koers, die hij gaat varen:
"De Middeleeuwen werden gekenmerkt door een valse eenstemmigheid. Wij (in onze tijd) zijn een concert van wel duizend stemmen. De eenheid (unite) is de vijand van de eensgezindheid
(union). De eenheid, dat is de tirannie, de tirannieke hoogmoed;
de eensgezindheid, dat is de vrijheid, die de ruimte geeft aan
iedereen. Zonder vrijheid, zonder gelijkheid, geen liefde. En
dat is de reden, dat de Middeleeuwen het ideaal van de liefde
niet konden volgen en beminnen. En daarom huilen de heiligen
eeuwig in hun stenen nissen"(7) .
Michelet wil de Middeleeuwen, symbool van zijn eigen rationalisme, van zich afschudden. De toenadering tot de natuur in
de "vruchtbaarheid van de dood" en "het moederschap van de Renaissance" vinden plaats in het voorjaar van 1841. In diezelfde
tijd ontmoet hij Madame Dumesnil op wie hij verliefd wordt. Zij
was de moeder van één van zijn studenten, Alfred. Het gevoel
herboren te worden door de kracht van de gevoelens van liefde
is ook terug te vinden in zijn beeld van de Renaissance, die
volgens hem geboren werd uit de dood van de Middeleeuwen. Uit
de steriele en dode geest van de Middeleeuwen komen Michelet
en zijn Renaissance voort, ter wereld gebracht door de "genererende en vrouwelijke natuur". In de Renaissanceverhandelingen
onderzoekt hij echter hoofdzakelijk de aard van de dode geest
van de Middeleeuwen en indirekt van zijn eigen steriele denken
van de jaren 30.
ledere ontwikkeling in de Middeleeuwen liep uit op een autoritair systeem en de verdorring van de menselijke geest. De feodaliteit, die aanvankelijk bestond uit vrijwillige relaties,
verwerd tot een dictatuur van heren over horigen. De speelse
poëzie van de troubadours uit de vroege Middeleeuwen maakte
plaats voor de droge rethorica van de scholastici. Waar de monarchie aanvankelijk orde schiep in de chaos, ontaardde dit in
het barbaarse machtsvertoon van de koningen. Veel erger nog was
de verdroging van de menselijke geest en creativiteit. Het vermogen te denken bestond niet in de Middeleeuwen. Men leerde vastgeroeste formules uit het hoofd. Michelet's sarcasme ten aanzien
van de machine a penser in de Middeleeuwen was net zo uitgespro-.
74
ken als enige tijd later in zijn colleges tegen de Jezul«t«n.
"Mechanisch denken, denken zonder te denken! Wat een geniale
uitvinding! en welk een diepgang! De idioten sloegen zich op
het voorhoofd van verbazing en bewondering!"(8) .
Volgens Michelet was het verwerpelijke van dit denken, dat
het tot gevolg had, dat de natuur werd verbannen uit het menselijke gevoel. Ieder symbool van schepping, productiviteit en
vruchtbaarheid werd afgewezen door daarvoor in de plaats het
steriele en passief contemplatieve te plaatsen. Op de altaren
van de Oudhied werd de force génératrioe van de natuur aanbeden,
maar in de Middeleeuwen werd deze force, het moederschap, afgewezen en durfde men er niet over te spreken. Als in de Middeleeuwen de vrouw werd afgebeeld, dan als maagd. Daardoor was de
zoon (Jezus) niet de zoon en werd de vader tot voeder gereduceerd, hetgeen te zien was aan de zeer bescheiden afbeeldingen
van St. Jozef. De God als vader, liefhebber van de natuur en de
oorsprong van de menselijke activiteit, was zijn vaderschap ontnomen. Hierdoor kwam een einde aan de productiviteit, de arbeid,
het vaderland, het huwelijk en het gezin, alle noodzakelijke
omstandigheden voor de ontwikkeling van de vrijheid.
Aangezien de monarchie en vooral de Kerk zo ver van de natuur
waren verwijderd, konden zij de vrijheid, de vrijwilligheid en
de liefde, de stuwende krachten van het vaderland, niet meer
realiseren. Het was de salus populi, die met haar gezonde verstand deze taak op zich nam in de persoon van Jeanne d'Arc. Zij
werd als symbool en synthese van het volk niet door dorre ideeen gedreven, maar "haar kracht school in haar hart en in h«#r
hart was het licht". Hier schetst Michelet de toenemeniie verwijdering tussen elite en volk, terwijl hij eerder in «Ijn werk
over de Middeleeuwen vooral de eenheid van volk, monarejkie en
Kerk had gezien. Deze eenheid dreef Frankrijk toen naar ««tionale eenwording en vrijheid en won het van het localianB van de
feodale heren en de grillige natuur. Maar als ook de koaing en
vooral de Kerk "verraad" plegen door op te gaan in de •••riele
wereldbeelden van de imitatie en de passiviteit, dan i« het aan
het volk om de weg naar de vrijheid terug te vinden.
Deze kritiek op de politieke elite in Frankrijk in de Middeleeuwen en het verwerpen ervan door voor de natuur e« de weg
van het volk (la voie royale) te kiezen, is een teken, 4»t Hichelet zich niet meer thuisvoelde in het liberaal-intellec^ij^le
klimaat van zijn eigen tijd. Het is echter typerend, dtot hij <)•
schuld van de verwijdering tussen volk en elite in de (| |y| |l%ie e ujven en in zijn eigen tijd niet bij elite legde, maar bij | |r ||^tholieke kerk. Zowel in de Middeleeuwen als in zijn eigen kijd oefende de Kerk bijna onaangevochten het geestelijk gezag uit in 4»
samenleving. Vandaar dat zijn belangrijkste doelwit de ICOfJt werd.,
de verspreider par excellence van de steriele geest.
15
/
In de Middeleeuwen nam de Kerk steeds meer afstand van de
vrijheid, de vrijwilligheid en de liefde en daarom verliet het
volk de kathedralen, waar de menselijke geest was gevangen in
onzinnige en daardoor onbegrijpelijke Latijnse symboliek. De
Kerk had zich geperverteerd en het volk, dat zich van haar losmaakte, zocht een andere bescherming. Het volk keerde zich af van
de elite en trok de bossen in, waar de oude goden van de vrije
geest huisden. Het was een terugkeer naar la oonsolante Mève,
la nature, waar ook Jeanne d'Arc haar openbaringen over de redding van het vaderland had gehoord.
Hierboven is al beschreven, dat Michelet de vrouw was gaan
herwaarderen. In de Histoire de France was zijn beeld van de
vrouw over het algemeen negatief. Zij werd door hem toen gezien
als de ondermijnende kracht van het naar eenheid strevende Frankrijk. Zo had hij beweerd, dat het koningschap een centraliserende en eenheidsscheppende drijfveer was in de ontwikkeling van
het vaderland, omdat de vrouw in de monarchie niet kon erven. Op
die manier bleef het koningschap mannelijk. In het feodale systeem echter mochten vrouwen wel lenen erven en werd de fatale
verdeling van het vaderland bevorderd. In de Introduction d la
Renaissance gaat hij de nadruk leggen op de vrouw als slachtoffer, zij was niet langer gevaarlijk, maar een weerloos wezen,
dat door de man was verlaten. Wat doet de vrouw als er geen man
is om haar te helpen? Dan rest haar niets anders dan de kwade
geesten aan te roepen. Temidden van de bossen, waar het volk
zich terugtrok sprak de duivel tot de vrouw, door middel van de
natuur en de macht, die zij van hem ontving oefende zij uit als
heks. Men vond haar mooi en voelde zich beschermd door deze uiting van de natuur. Zij bevorderde de menselijke banden, die
door de Kerk waren drooggemaald. De Kerk, die de concurrentie
van de natuur via de vrouw voelde, veroordeelde haar in de rechtbanken van de Inquisitie. Het gevolg was, dat ook het volk door
de Kerk onderdrukt werd. De Kerk smoorde deze opleving van de
natuur in de kiem en besloot de vrouw te veranderen in een devote, maar geheel steriele machine -a penser. Met name de Jezuïeten namen deze taak op zich. Door de vrouw, het fundament van
het gezin en de vrije samenleving, op te sluiten in een passieve en dorre automaten-geest, werd de natuur verbannen en kon de
anti-familie en de anti-opvoeding, die de vrijheid en de liefde bedreigden, ontstaan.
POLITIEK ENGAGEMENT: DE PRIESTER ALS VIJAND
'
.
,
Michelet had zich aan het begin van het Juli-regime tot taak
gesteld de geestelijke erfenis van de Franse Revolutie in de
76
natie te verspreiden. Het politieke spel liet hij over aan zijn
vrienden in de regering. Zo had hij in 1830 gezegd, toen hij
werd uitgenodigd deel te nemen aan de revolutie, dat "jullie de
revolutie moeten maken en ik haar zal beschrijven". De droom
van een vrije natie, waar volk en burgerij naast elkaar stonden
en de Kerk buiten spel was gezet, duurde echter niet lang. De
vrijheid en de invloed op het functioneren van de samenleving
bleef beperkt tot een kleine groep burgers met kiesrecht. Het
volk voelde zich alleen Frans door de regelmatige bezoeken van
de belastinginspecteur en door de ontvangst van oproepen voor
de militaire dienst. Toen de invloed van de Kerk en vooral die
van Jezuïeten aan het einde van de jaren '40 toenam zonder dat
de regering dat belette, vervreemdden mensen als Michelet van
de liberale bourgeoisie en zochten zij hun toevlucht tot andere
wegen om de vrijheid te bevorderen. Bij .Michelet is deze weg
niet los te zien van zijn persoonlijke ontwikkeling, nl . de behoefte zich los te maken van de onderdrukking v^n zijn eigen gevoelens .
In zijn Renaissance was de dreiging voor de vrijheid en de
natuur vooral afkomstig van de esprn-t de mort, vertegenwoordigd door de Kerk. Als hij in 1843 de Jezuïeten aanvalt wordt
precies datzelfde argument gebruikt.
Waarom was het nu uitgerekend de Kerk en de priester, die
de vrijheid van de Franse natie bedreigden? In het begin van de
jaren 40 was Michelet druk doende de vrouw, de dood en zijn eigen emoties als krachtbron in zijn denken te incorporeren. De
priester, die de vrouw door middel van de biecht tot zich trekt,
doet hetzelfde. De historicus had hier een reden om de priester
te verslaan. Daarnaast was de priester voor hem de steriele geest.
Gedurende de jaren 20 en 30 was Michelet zelf een soort monnik
geweest, die zich geheel van de wereld afzijdig had gehouden
en de sensualiteit had onderdrukt. In de j-aren '30 als hij de natuur gaat rehabiliteren en uit het isolement treedt door Oedipous en profeet te worden, wil hij dat verleden van opgekropte
gevoelens, via het priester-imago, van zich afwerpen. De stervensbegeleiding van Madame Dumesnil door de priester was dus
niet de direkte aanleiding van de aanval op de Jezuïeten, maar
werd er hoogstens door verscherpt.
Naast deze persoonlijke aanval op de steriele geest, had hij
ook politieke redenen om de Kerk aan te vallen. Zijn waardering
van de natuur als fundament van de vrije Franse natie viel samen met zijn groeiende wantrouwen ten opzichte van de politieke
elite. De oorzaak van de esprit de mort legde hij echter niet
bij de regering maar bij de Kerk. Dat is zowel in de studies
over de Renaissance als in de colleges tegen de Jezuïeten te
constateren. Er komt daarin een beeld naar voren van de Kerk,
77
die zich langzaam meester maakt van de regering en zich "als
koudvuur in de samenleving invreet" . De esprit de mort verspreidt zich buiten het gezichtsveld van de samenleving om en
ondermijnt haar heimelijk. De poging van de Kerk om in de jaren
40 een grotere greep op het onderwijs te krijgen was hier, voor
Michelet, een duidelijk voorbeeld van. Er zijn aanwijzingen,
dat Michelet een herhaling vreesde van het regime van Karel X.
Er bestond een wijdverbreide mening, dat de Restauratie steeds
meer een terugkeer naar het ancien régime was geworden door de
invloed die de Jezuïeten kregen in het politieke bestel. L'atlianoe du tronÈ et de 1 'autel leidde tot het reactionaire bewind, dat tijdens de Julidagen omver was geworpen. De oorzaak
van de esprit de mort en de onderdrukking van de vrijheid was
tijdens de Restauratie eveneens bij de Kerk en de Jezuïeten gelegd. De aanval op de Jezuïeten werd in 1825 en 1827 ondernomen
door de graaf van Montlosier. In twee pamfletten (Mémoire 'a oon-
sulter sur Ie système religieux et politique
tendant a renverser la religion, la soaiété et Ie tróne en Les Jésuites, les
congregations et Ie parti prêtre) beschuldigde Montlosier de
Kerk er toen van het volk te terroriseren door het de vrijheid
te ontnemen te feesten en traditionele gebruiken te verbieden. Daarnaast penetreerden de kerkelijken in de regering met
de bedoeling het politieke gezag te onderwerpen aan de Kerk.
Volgens Montlosier konden de priesters de grondwet (Charte) niet
aanvaarden, omdat hun hoogste gezag niet de Franse staat was,
maar de paus in Rome. Na de revolutie van 1830 dachten mensen
als Michelet, dat de Kerk voorgoed was uitgeschakeld. Toen zij
zich echter weer begon te bemoeien met de politiek, was de vrees
voor een herhaling van de Restauratie bij.mensen als Michelet
zeker gerechtvaardigd. In de colleges tegen de Jezuïeten noemde
hij de rol van Montlosier bij het aan de kaak stellen van de
priesters en laat hij zich beïnvloeden door diens argumenten. Hij
stelt zich op als de nieuwe "Montlosier", die de esprit de mort
van het Jezuïetisme veroordeelt om de vrijheid van Frankrijk te
redden.
,
CONCLUSIE
We hebben gezien hoe Michelet een sociale en psychologische
ontwikkeling doormaakte, die hem dwong afstand te nemen van het
milieu, waartoe hij had behoort en de persoonlijkheid, die hij
was geweest. De toenadering tot de natuur en het Romantisch profetendom kon alleen plaatsvinden door de esprit de mort scherp
aan te vallen. Pas toen hij dit gedaan had ging hij zich richten
op de unie van geest en natuur, van volk en elite, van intellect
18
en instinct. Michelet zal het volk zelf naar die versmelting
van geest en natuur leiden in Le Peuple (1846) . De profeet staat
niet toe, dat de regering en de Kerk zich verder bemoeien met
de vrijheid en de liefde van de patrie. Enkele jaren na Miche- let's breuk met de elite zal het volk zelf ingrijpen, in 1848,
en het bewind afzetten. Michelet's analyse van de late Middeleeuwen werd bewaarheid: als de elite verstikt wordt door de steriele geest, dan zoekt het volk zelf de weg naar de vrijheid en
de liefde. De Oedipous had, puttend uit zijn eigen gevoel, de
richting aangegeven.
Noten
1 Jules Michelet - Journal
2 Ibid. 4/4/Ml p. 360.
3 Ibid. l/5/'42 p. 398.
(Paris 1959) Tome I
(1828-1848), 12/9/'39 p.317.
4 M.H. Abrams - Natural supematurallsm. Tradition and revolution In Romantic literature. (New York 1971) p. 91.
5
6
7
8
Michelet - Journal. 18/6/'41 p. 362.
ibid. 30/l/'42 p. lU-'^Ti.
ibid. 12/5/'42 p. 826
Jules Michelet - Oeuüres completes. (Paris, Flammarion. Wordt vanaf 1970
opnieuw uitgegeven) deel VII p. 65.
Kees van Rij studeerde van 1977 tot 1982 Nieuwe en Theoretische Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Dit artikel is een bewerking van
zijn doctoraalskriptie Michelet tussen geest en natuur waarop hij afstudeerde bij prof. A.B. Mitzman, Momenteel is hij werkzaam bij de Buitenlandse Dienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Download