Zouten en Formules Hoe maak je een formule van een zout. Achtergrond • Een zout bestaat uit twee delen. • Het eerste deel is het metaal deel, het tweede deel is het niet-metaal. • Als het metaal en het niet metaal met elkaar reageren dan worden er elektronen door het metaal aan het niet metaal gegeven. Achtergrond • Een atoom heeft evenveel plusjes als minnetjes • Een elektron is 1 min Achtergrond • Staat een atoom elektronen (minnen) af, dan wordt dit een positief ion. • Neemt een atoom elektronen (minnen) op, dan wordt dit een negatief ion. Het metaal staat elektronen af. • Afstaan van 2 elektronen, hierdoor wordt de lading 2+ e metaal e Het niet metaal neemt de elektronen op. • Opnemen van 1 elektron, de lading wordt 1e Het aantal elektronen. • Het aantal elektronen dat opgenomen wordt moet gelijk zijn aan het aantal elektronen dat afgestaan wordt. • Je kunt dit alleen gelijk krijgen door er atomen bij te doen. Het aantal elektronen Kruisregel. • Om nu de formule van het zout te krijgen gebruiken we het volgende trucje. • Het wordt uitgewerkt met de stof magnesiumchloride (voor tekeningen zie de vorige dia’s) Kruisregel • Schrijf eerst de symbolen op van het metaal en het niet metaal • Calcium • Ca en Chloor (van chloride) Cl Kruisregel • Schrijf op de lading van de deeltjes op • Ca 2+ Cl 1- Kruisregel • Schrijf het getal van de lading van het metaal achter het niet-metaal • Schrijf het getal van de lading van het niet-metaal achter het metaal • Ca1Cl2 Kruisregel • Vereenvoudig en laat de 1 weg • CaCl2