Energie De lading van een atoom Het atoom Alles om ons heen bestaat uit atomen. Een stof is opgebouwd uit één of meer atomen Een combinatie van atomen noemen we een molecuul. Het periodiek systeem Atomen Alles om je heen is opgebouwd uit bouwstenen. Deze bouwstenen noemen we atomen. Er zijn meer dan 100 soorten weergegeven in het periodiek systeem. Het atoom Metriek • Bestaat uit: Protonen Neutronen Elektronen De kern Positief Negatief Het atoom Metriek • Proton: Positief geladen kerndeeltje • Neutron: Neutraal deeltje • Elektron: Negatief geladen deeltje • De neutron zorgt er voor dat de kern bij elkaar blijft. • Atoom nr geeft aantal protonen in de kern aan. Molecuul Metriek • Definitie: Het kleinste deeltje van een stof die de eigenschappen van de stof nog bezit. Bestaat uit twee of meer atomen. Lading Een atoom heeft meestal een neutrale lading. Evenveel positieve als negatieve deeltjes. Lading verschil Sommige atomen hebben vrij elektronen. Deze kunnen zich verplaatsen en ontstaat er een ladingverschil. Stoffen met vrij elektronen heten geleiders. Metalen zijn goede geleiders. Elektrische Spanning • De wil van elektronen om zich te verplaatsen van A naar B. • Dit kun je vergelijken met de druk van water. Elektrische stroom • Een elektrische stroom heeft te maken met het aantal elektronen per seconden wat er voorbij komt. Dit kan je vergelijken met het aantal liter water wat er per seconden uit een kraan stroomt. • De elektronen gaan van de kan met een negatieve lading (te veel elektronen) naar de kant met een positieve lading (te weinig elektronen) Ontlading in Metriek het dagelijks leven Eenvoudig gezegd: • Even op een heel basaal niveau uitgelegd is de spanning te vergelijken met de wil van het elektron om van de pool naar pool te reizen. Hoe hoger de spanning hoe ‘grager’ een elektron die reis wil maken, maar zonder een gesloten stroomkring gebeurt er helemaal niets ! • Er wordt dus ook geen energie gebruikt. • Pas wanneer de stroomkring gesloten wordt gaat het elektron werkelijk reizen en wordt er energie verbruikt. En om dat de energie is die door het elektron wordt verplaats spreken we van "elektrische energie". Feitelijk verplaatst het elektron een bepaalde hoeveelheid elektrische lading, en die lading wordt gemeten in Coulomb. Grootheden en eenheden Grootheid Symbool Eenheid Symbool Lading Q coulomb C Stroom I Ampère A Tijd t seconden s I=Q/t Opgave Opdracht 1 Q=? I = 24 A t=6s Q=Ixt Q = 24 A x 6 s Q = 144 C Opdracht 2 Q = 12 C I= ? t = 2 min = 120 s I=Q/t I = 12 C / 120 s I = 0,1 A Opdracht 3 Q=7C I = 21 A t=? t=Q/I t = 7 C / 21 A t = 1/3 s