sk atoombouw klas3

advertisement
De bouw van Stoffen
• Bestaan uit moleculen.
• Moleculen bestaan uit nog kleinere
deeltjes:
ATOMEN (atoom = ondeelbaar)
Atoom
Molecuul
Bouw van atomen
Atoommodel van Rutherford
Massieve positieve kern met neutronen
en protonen, met daar omheen een
gebied met negatief geladen elektronen.
• Tussen kern en elektronen zit niets,
alleen lege ruimte.
• Een atoom bevat evenveel protonen
als elektronen.
• De neutronen in de kern zorgen er
voor dat de protonen bij elkaar
blijven.
Bouwstenen van atomen
Proton
massa
1,0 u
lading
1+
plaats
kern
Neutron
1,0 u
0
kern
1-
rond de kern
Elektron 0 u
• Het atoomnummer= aantal protonen
• Het massagetal = aantal p+ + aantal n0
Het massagetal is altijd een geheel getal.
Voorbeeld: Teken het atoom natrium
Gegeven:
Na met atoomnummer 11 en massagetal 23.
11e-
11 p+
12 n0
• Uit het massagetal en het atoomnummer
kun je het aantal neutronen berekenen:
Aantal neutronen = massagetal – atoomnummer
• Eén atoomsoort kan verschillende
massagetallen hebben
• Schrijfwijze:
massagetalSymbool
atoomnummer
of:
symbool-massagetal
b.v. Na-23
b.v. 2311 Na
Molecuulmassa (M)
De som van de atoommassa’s van alle
atomen die in een molecuul voorkomen
Atoommodel van Bohr
• Het atoom bestaat uit een kern
(p+ + n0) met daaromheen e- die rondom
de kern bewegen in banen (schillen). Er
zijn maximaal 7 schillen met elektronen
bezet.
Het opvullen van de schillen:
Nr. van de schil
1
2
3
4
5
6
7
naam Max. aantal
eK
2
L
8
M
18 (voorlopig
8)
N
32
O
32
P
32
Q
32
Ionen (atomen met een lading)
• Positief ion:
Ontstaat als een atoom elektronen
kwijtraakt
Negatief ion
Ontstaat als een atoom elektronen
opneemt
De ionmassa is gelijk aan de massa van
de atoomsoort(en) waaruit het ion is
ontstaan.
Download