De bouw van Stoffen • Bestaan uit moleculen. • Moleculen bestaan uit nog kleinere deeltjes: ATOMEN (atoom = ondeelbaar) Atoom Molecuul Bouw van atomen Atoommodel van Rutherford Massieve positieve kern met neutronen en protonen, met daar omheen een gebied met negatief geladen elektronen. • Tussen kern en elektronen zit niets, alleen lege ruimte. • Een atoom bevat evenveel protonen als elektronen. • De neutronen in de kern zorgen er voor dat de protonen bij elkaar blijven. Bouwstenen van atomen Proton massa 1,0 u lading 1+ plaats kern Neutron 1,0 u 0 kern 1- rond de kern Elektron 0 u • Het atoomnummer= aantal protonen • Het massagetal = aantal p+ + aantal n0 Het massagetal is altijd een geheel getal. Voorbeeld: Teken het atoom natrium Gegeven: Na met atoomnummer 11 en massagetal 23. 11e- 11 p+ 12 n0 • Uit het massagetal en het atoomnummer kun je het aantal neutronen berekenen: Aantal neutronen = massagetal – atoomnummer • Eén atoomsoort kan verschillende massagetallen hebben • Schrijfwijze: massagetalSymbool atoomnummer of: symbool-massagetal b.v. Na-23 b.v. 2311 Na Molecuulmassa (M) De som van de atoommassa’s van alle atomen die in een molecuul voorkomen Atoommodel van Bohr • Het atoom bestaat uit een kern (p+ + n0) met daaromheen e- die rondom de kern bewegen in banen (schillen). Er zijn maximaal 7 schillen met elektronen bezet. Het opvullen van de schillen: Nr. van de schil 1 2 3 4 5 6 7 naam Max. aantal eK 2 L 8 M 18 (voorlopig 8) N 32 O 32 P 32 Q 32 Ionen (atomen met een lading) • Positief ion: Ontstaat als een atoom elektronen kwijtraakt Negatief ion Ontstaat als een atoom elektronen opneemt De ionmassa is gelijk aan de massa van de atoomsoort(en) waaruit het ion is ontstaan.