Voorzetsels in het Frans

advertisement
Voorzetsels in het Frans
Onder, naast, boven en op
Om te kunnen vertellen waar iets zich bevindt heb je voorzetsels nodig. Deze woorden noem je in het
Frans prépositions.
Weet je nog? Alle woorden die je in je gedachten voor een woord als ‘het hotel’ kunt zetten,
noem je voorzetsels. In Frankrijk werkt dat net zo, alleen heet het hotel ‘l’hôtel’. Hieronder zie
je een rijtje met de Nederlandse voorzetsels. Het Franse woord en een voorbeeld zie je
erachter.
In of naar
In het schema zie je sterretjes staan bij in/naar. In het algemeen wordt voor dit voorzetsel het
woord à gebruikt. Je kunt dit gebruiken wanneer er een woord zonder lidwoord volgt. À Paris
bijvoorbeeld. Staat er wel een lidwoord, dan wordt à verbogen. Dit hangt af van het geslacht
van het woord.
à + l’ = à ‘l (bijvoorbeeld : à l’hôtel)
à + le = au (bijvoorbeeld : au Canada)
à + la = à la of en (bijvoorbeeld : en France of à la maison)
à + les= aux (bijvoorbeeld : aux Pays Bas)
Let op!
Fransen gebruiken à ook als algemeen voorzetsel. Het hoeft niet altijd in of naar te betekenen.
Het kan daarom ook met de zijn (bijvoorbeeld : Je vais à bicyclette = ik ga met de fiets). Dit is
lastig en is een kwestie van inzicht.
1
Download