Café Theater Festival 2017 zoekt de grenzen op En hij zag dat het goed was – HOEX’HUIS “What the fuck?!” Misschien moeten we een keer opkijken van die handen waar die telefoons inliggen. Niet enkel onszelf maar ook de ander willen verlossen; en what the fuck is het met die individualistische houding. HOEX’HUIS speelt ‘En hij zag dat het goed was’ in het opgehypet bruine café Van Velsen. De bar die zich in het midden van het café bevindt vormt het decor. De acteur (Tomm Velthuis) stapt vol zelfvertrouwen de kroeg in gekleed in witte onderbroek (het kleine, strakke model), moderne gympen en een gele regenjas. De baard en het lange blonde haar maken het enigszins geloofwaardig wanneer hij zich introduceert als Jezus Christus. Hij komt op bezoek bij zijn vader, boven, maar eerst even een biertje. Het publiek van de kroeg moet vooral wel lekker verdergaan. Wij worden gevraagd om ons weer te richten op onszelf. Terwijl dit nou juist het grote kritiekpunt blijkt te zijn. De moderne burger is zo druk met zichzelf bezig dat Jezus Christus himself niet meer in staat is ons te verlossen, daar zijn we namelijk zelf al constant mee bezig. Het tempo waarmee Velthuis zijn klaagzang over de tekortkomingen omtrent zijn rol als verlosser eruit ratelt geeft het stuk de kracht die het nodig heeft. De kracht om het gehele café stil en aandachtig te houden. Wanneer dit niet het geval is, door bijvoorbeeld een dame die haar telefoon laat vallen, wordt dit direct opgemerkt en wordt hierop geanticipeerd. Wij, publiek, worden streng in de gaten gehouden door Jezus Christus. Ten onvrede van Christus zelf is dit het enige punt waar hij nog aanwezig kan zijn tegenwoordig. Het geratel wordt onderbroken door de stem van God, hij roept zijn zoon. Na meerdere malen de majestueuze stem te hebben gehoord treedt hij zelf het café in. De kleding komt overeen met zijn zoon, enkel draagt vader een oudere, minder hippe, jas. Vol onbegrip reageert God op het feit dat Jezus Christus in een café, onder genot van een pilsje, mensen wilt verlossen. Ten gevolge ontstaat er een ruzie tussen vader en zoon. Hij heeft Jezus toch niet die kwaliteit gegeven om de relatief rijke elite die al met zijn luxe billen op een stoel aan het borrelen zit te verlossen. Nee, Jezus moet het land in om de mensen die het echt nodig hebben te helpen. Als reactie wordt Jezus woedend. Woedend op de extreme zelfgeilerij van zijn vader. Na een hevige discussie is tenslotte de conclusie: “ik kan het toch ook niet alleen”. Zo is het maar precies, die individualistische houding moet plaats maken voor een meer collectief gedachtegoed. HOEX’HUIS maakt het Bijbelse belachelijk en slaagt hierin door de combinatie van krachtige spel, hoog spreektempo en scherpe alertheid. Toen Jezus Christus zag dat het goed was, baalde ik dat het afgelopen was. Lena Meijer