componenten van de muziektaal

advertisement
COMPONENTEN VAN DE MUZIEKTAAL
Handboek blz. 28
CONCEPTIE: functie en betekenis, eigentijdse opvattingen.
Hoe denkt men over muziek? Functie van muziek in een bepaalde periode? Dit wijzigt sterk
in de loop der tijden:
 ME: muziek in dienst van de godsdienst
 Heden: muziek is commercieel product, vandaar Misuk, Muzak, Sarmamuziek
GENRE: soort compositie
Afhankelijk van:
 functie
 onderwerp
 bezetting
VORM: opbouw van het werk, voorafgaandelijk concept
MELODIE: opeenvolging van tonen met een zinrijk en specifiek karakter
 thema = hoofdgedachte uit een compositie
 i.v.m. toonhoogte
RITME: afwisseling van lange en korte tonen
HARMONIE: verticale structuur van de muziek – studie van de akkoorden/samenklanken
STEMVOERING: lineair verloop van de muziek / horizontale structuur = de verhouding
tussen stemmen/partijen in de loop van een (meerstemmige) compositie
 eenstemmig (monofonie): vb. Gregoriaans
 één stem zingt/speelt
 ieder zingt/speelt zelfde melodie (unisono)

meerstemmig:
 homofonie: rangschikking tot samenklanken (akkoordstijl). Weer te geven door
naast elkaar geplaatste verticalen (elke verticaal is een akkoord). Er is één
dominerende stem, de andere stemmen zijn daaraan ondergeschikt en verlopen in
hetzelfde ritme.
Vb.: Finlandia (Sibelius); Kleine treurmars prelude in c (Chopin); Koraalmelodieën
(J.S. Bach), Clouseau Anne
 monodie: begeleiding van een melodievoerende stem (begeleide eenstemmigheid).
 polyfonie: alle stemmen zijn gelijkwaardig, gelijkberechtigd met een eigen
volwaardig ritmisch en melodisch verloop. Vaak zetten de stemmen ook niet op
hetzelfde moment in.
 lineaire polyfonie: alle stemmen zijn totaal onafhankelijk, verschillende
melodieën en ritmen tegelijk. (Vb. p. 30 linksboven). Vooral in de ME
 canonische polyfonie (canon): alle stemmen zingen voortdurend dezelfde
melodie, maar zetten na elkaar in. Vb. Broeder Jacob, Brand in Mokum,
Mozart (Canon O du eselhafter Peierl KV 560 (559a)) (Lick mein Arsch)
 imitatieve polyfonie: een bepaalde melodie wordt in een tweede stem
herhaald nog voor ze in de eerste stem voltooid is. Vb.: Motet O magnum
mysterium Oxford Camerata o.l.v. Jeremy Summerly.
 fuga: strenger dan de imitatieve polyfonie. Vb. Bach Hohe Messe (et in
terra pax)
Oefeningen:
- visueel herkennen van monofonie - homofonie - monodie - polyfonie:
p. 28 midd. rechts: dvorak: homofoon
p. 30 onder rechts: requiem: monofoon
p. 41 boven rechts: belle qui tient: homofoon
p. 42 boven rechts: ave maria: polyfoon
p. 55 boven rechts: lasciate mi: monodisch
p. 119 midd. links: sacre: homofoon
p. 83 rechts: chopin (Polonaise nr. 2 in es opus 26 nr. 2.): homofoon, monodisch
p. 78 rechts boven: Schumann: monodie
zoek zelf een vb.
Download