Kennen - ThiemeMeulenhoff

advertisement
Kennen
Kennen omvat de muziektheorie
zoals in de syllabus omschreven.
De leerlijn is opgebouwd volgens
een ‘psychologische’ ordening:
wat heb je nodig om het volgende
te kunnen begrijpen?
De basis wordt gevormd door
twee hoofdstukken (noten
lezen), dan de verschillende
muzikale bouwstenen in aparte
hoofdstukken, vervolgens
een aantal hoofdstukken over
meer gecompliceerde muzikale
processen en tot slot vier
hoofdstukken met veel leerbare
termen.
Elk hoofdstuk is opgedeeld in eenduidige
paragrafen. Elke paragraaf behandelt één
onderwerp dat meteen aan het begin in
een definitie omschreven staat.
9 melodie
9.1
9.2
I NLE ID ING
M OTIEF
EEN MELODIE IS EEN OPEENVOLGING VAN TONEN, VAN VERSCHILLENDE TOONHOOGTE,
MET EEN GEORGANISEERDE EN HERKENBARE VORM.
EEN MOTIEF IS DE KLEINSTE MELODISCHE OF RITMISCHE FIGUUR IN EEN COMPOSITIE,
ZO KARAKTERISTIEK DAT JE DE COMPOSITIE ERAAN HERKENT.
Toonhoogtes op zich betekenen nog niets. Ze gaan pas wat betekenen wanneer ze geordend
worden in bijvoorbeeld een reeks of een melodie. Dit hoofdstuk gaat over melodieën.
Het woord melodie komt van het Griekse ‘melos’ en betekent ‘lied’ of ‘melodie’.
Een motief bestaat uit tenminste twee tonen en moet een herkenbaar ritme hebben om het tot
leven te brengen.
Een melodie is ‘horizontaal’, dat wil zeggen: je hoort de tonen na elkaar. Daar tegenover staat
harmonie (of akkoord) waarin je de tonen tegelijkertijd (‘verticaal’) hoort.
Kr
œ
2
& b 4 Œ ‰ ≈ ™ RÔ œ ‰ ≈ ™ œ œ Œ
L.
L. VAN
VAN BEETHOVEN
BEETHOVEN
SYMFONIE
SYMFONIE NR.
NR. 99
motief
Ritme is een belangrijk element in melodieën. Of het nu gaat om het woordritme van het
Gregoriaans of het metrische (‘in de maat’) ritme van de meeste andere muziek. Wanneer je
van een populair liedje de toonhoogtes behoudt, maar het ritme drastisch verandert, herken
je het liedje nauwelijks meer.
Vanaf het moment dat harmonie een dominant muzikaal element werd (in de Barok), heeft
het ook de melodie beïnvloed. Melodieën worden gebaseerd op akkoordtonen (met of zonder
afwijkingen of versieringen).
Meestal bestaat een motief uit drie, vier of zelfs meer noten. Hieronder staan nog een paar
voorbeelden.
INT_BB_K_09_N_05
b4
& b 4 œ nœ œ œ œ œ œ nœ œ œ œ œ
NOLAN/CREWE
NOLAN/CREWE
LADY
LADY MARMALADE
MARMALADE
Hey sis - ta, go
In hoeverre muziek melodisch is, het ritme belangrijk is of de melodie gebaseerd is op
akkoordtonen, is afhankelijk van de stijlperiode waarin de muziek geschreven is. Vandaar dat
in het hier volgende af en toe verwezen wordt naar een bepaalde stijlperiode uit Verkennen.
A
De uitleg over de muziektheorie
is puntig en efficiënt.
B
A.C. JOBIM
ONE NOTE SAMBA
U
b2
& b b4 ‰ œ œ œ ˙
SYMFONIE
SYMFONIE NR.
NR. 55
motief
INT_BB_K_09_N_01
Wat zie je? Schrijf het juiste woord onder de regel. Kies uit: melodie, ritme, akkoord.
Opdrachten
b
j
j
j
j
j
j
j
& b C œ œ œ œ œ œ œ œ œ™ œ ‰ œ œ œ œ œ œ œ œ
just
a lit - tle
sam
-
ba
built up - on
U
‰ œœœ
˙
Zo’n motief is in alle gevallen de bouwsteen voor de hele compositie. Het is met het motief en de
verwerking ervan (zie hierna) dat de componist eerst zijn idee presenteert en daarna uitlegt.
Maar om het uit te kunnen leggen is het in muziek, net als in taal, noodzakelijk om begrijpelijke
zinnen te maken.
Omcirkel de juiste woorden in de omschrijving.
Een melodie is horizontaal / verticaal : je hoort de tonen na elkaar / tegelijkertijd.
Een akkoord is horizontaal / verticaal : je hoort de tonen na elkaar / tegelijkertijd.
This is
INT_BB_K_09_N_06
sis - ta, soul sis - ta, flow sis - ta,
motief
L.
L. VAN
VAN BEETHOVEN
BEETHOVEN
Opdrachten
INT_BB_K_09_N_04
a sin - gle note
j
j
b
j
j j
& b C œ ‰ œœœ œœœ œœ Œ œœ œœ bœœ ™™™ œ ‰ œœœ œœœ œœ Œ œœ ‰ bœœ ‰ Œ
œœœ b œ œ œ
œ œ # œœ ™ œœœ b œ œ œ
œ # œœ
j
j j‰Œ
? bbC œ ‰bœ
j
j
‰ bœ
j
J œ ™ œ œ™ œ nœ ™ œ œ J œ ™ œ œ™ œ nœ
{
INT_BB_K_09_N_02
A
Wat zijn de kenmerken van een motief? Vink de juiste antwoorden aan.
 Een motief is de bouwsteen van een compositie.
 Een motief wordt altijd alleen letterlijk herhaald.
 Een motief heeft minstens twee tonen.
 Een motief heeft altijd toonhoogte.
 Een motief is karakteristiek voor een compositie.
 Een motief kan een ritme of een melodie zijn.
 Een motief heeft maximaal zeven tonen.
 Een motief kan herhaald en gevarieerd worden.
INT_BB_K_09_N_07
INT_BB_K_09_N_03
Je ziet het begin van de Badinerie van J.S. Bach. Het motief is omlijnd.
J.S.
J.S. BACH
BACH
BADINERIE
BADINERIE
œ
œ œœœ œœ œ
# 4 œ œœ œœœ œœ
œ œœ
œ œ œ œ œ œ œ œ œ#œ œ œ œ œ œ
& #4
motief
b
œ œ œ œ
bœ bœ œ œ bœ
& b C œ œ bœ
œ œ œ œ œ™
j
œ
There's so man - y peo - ple who can talk and talk and talk and just say noth - ing
B
Hoe vaak zie je het motief (letterlijk of gevarieerd) in deze regel?
keer.
>
KENNEN
26
HOOFDSTUK 9 MELODIE
Elke theorieparagraaf wordt
direct gevolgd door opdrachten.
27
Download