Opvolgend werkgeverschap

advertisement
Opvolgend werkgeverschap
Regelmatig sluiten een werkgever en werknemer
meerdere arbeidsovereenkomsten achter elkaar.
Voor die situatie kent de wet verschillende regels.
Voorbeelden hiervan zijn de ketenregeling en
de berekening van de transitievergoeding. Dergelijke regels zijn ook belangrijk bij opvolgende
arbeidsovereenkomsten tussen een werknemer
en verschillende werkgevers. Er kan dan sprake
zijn van opvolgend werkgeverschap. Wat houdt
dit concreet in?
Als uw onderneming een werknemer aanneemt
die eerst bij een andere werkgever gewerkt heeft,
bent u mogelijk de zogenoemde opvolgend
werkgever. Dit is het geval als de arbeidsovereenkomsten bij de vorige werkgever wat betreft
werkzaamheden, vaardigheden en verantwoordelijkheden grotendeels gelijk zijn aan die bij uw
onderneming. Kortom: de werknemer zal bij uw
onderneming vergelijkbare arbeid verrichten als
bij de vorige werkgever.
Overgang
Bovendien moet er een aanleiding zijn waardoor
de werknemer weggaat bij zijn vorige werkgever
en in dienst treedt bij uw onderneming. Dit betekent dat de overgang van de vorige werkgever
naar uw onderneming moet voortkomen uit het
handelen van uw onderneming of van de vorige
werkgever. Dat is bijvoorbeeld het geval als de
vorige werkgever (een deel van) de arbeid overdraagt aan uw onderneming en de werknemer
vervolgens als het ware met zijn werk meeverhuist naar uw onderneming. Aan de andere kant
geldt dat er geen sprake is van opvolgend werkgeverschap als de werknemer op eigen initiatief dezelfde soort arbeid bij een nieuwe werkgever gaat
verrichten. De overgang van werkzaamheden
moet dus op initiatief van de vorige werkgever en
uw onderneming plaatsvinden.
Uitzendkracht
Van opvolgend werkgeverschap kan ook sprake
zijn als iemand eerst als uitzendkracht voor uw
onderneming werkt om vervolgens bij uw onderneming in dienst te treden en (vrijwel) dezelfde
werkzaamheden gaat verrichten. Ook als u na het
faillissement van een andere werkgever een doorstart maakt en daarbij werknemers van deze onderneming in dienst neemt, kan er sprake zijn van
Proeftijd na doorstart bij faillissement is nietig
Een werknemer was werkzaam als chauffeur bij
een transportbedrijf. Na het faillissement van
deze onderneming heeft een ander transportbedrijf de failliete organisatie overgenomen. Deze
nieuwe werkgever bood de werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst. In die overeenkomst
stond een proeftijdbeding. De proeftijd van de
werknemer bedroeg één maand. De nieuwe
werkgever maakte gebruik van dit beding en
beëindigde de arbeidsovereenkomst in de eerste maand. De werknemer vocht dit ontslag
aan: volgens hem was zijn nieuwe werkgever
opvolgend werkgever. De proeftijd was volgens
hem daarom onterecht overeengekomen en dus
nietig.
Sollicitatieprocedure
De rechter nam in zijn oordeel mee dat de werknemer zowel bij zijn vorige als nieuwe werkgever
wezenlijk dezelfde werkzaamheden verrichtte en
20
SAL ARIS RENDEMENT 3-2016
dezelfde verantwoordelijkheden had. Bovendien
waren de directeuren van de failliete werkgever
ook bij de nieuwe werkgever in dienst getreden.
Zij waren zowel vóór als na de doorstart de
leidinggevenden van de werknemer. Bovendien
waren de werknemer en een groot aantal van
zijn oud-collega’s zonder sollicitatieprocedure
bij de nieuwe werkgever in dienst getreden. De
twee oud-directeuren hadden hier een rol in
gehad. De rechter was daarom van mening dat
de banden tussen de oude en nieuwe werkgever
dusdanig waren dat er sprake was van opvolgend werkgeverschap. De nieuwe werkgever
was dus verondersteld kennis te hebben van
het functioneren van de werknemer. De rechter
oordeelde dat het proeftijdbeding daarom nietig
was en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst onterecht.
Rechtbank Noord-Nederland, 30 september 2014,
ECLI (verkort): 4628
Transitievergoeding na faillissement: eerdere dienstjaren tellen mee
Nadat een onderneming failliet was gegaan,
nam een andere partij deze over. De overnemende partij voerde daarvoor gesprekken met
een aantal werknemers van de failliete werkgever en bood vervolgens aan 23 van hen een
arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan.
De resultaten vielen tegen en dus verlengde de
nieuwe werkgever een aantal contracten niet.
Deze liepen volgens hem af van rechtswege.
Transitievergoeding
Volgens de werknemers hadden zij echter contracten voor onbepaalde tijd, omdat de nieuwe
werkgever opvolgend werkgever was. Bovendien
hadden ze recht op transitievergoeding, omdat
ze in totaal meer dan 24 maanden in dienst geweest waren. Bij het berekenen van de transitie-
opvolgend werkgeverschap. Een ander voorbeeld
is de wisseling van een concessie, bijvoorbeeld in
het openbaar vervoer. De buschauffeur blijft dezelfde persoon, maar de werkgever wisselt.
Gevolgen
Als u een opvolgend werkgever bent, kan dat
verstrekkende consequenties hebben. Opvolgend
werkgeverschap kan namelijk onder andere gevolgen hebben voor:
▪ De ketenregeling: alle eerdere arbeidsovereenkomsten van de werknemer bij de vorige werkgever tellen mee. Hiermee loopt u het risico
dat de werknemer (sneller) een vast contract
heeft dan u dacht.
▪ De transitievergoeding: de dienstjaren bij de
vorige werkgever tellen mee waardoor de werknemer eerder recht heeft op transitievergoeding en de vergoeding hoger kan uitvallen.
▪ De opzegtermijn: de eerdere arbeidsovereenkomsten bij de oude werkgever kunnen
meetellen voor de lengte van de opzegtermijn.
Hierdoor kunt u geconfronteerd worden met
een langere opzegtermijn. Over opzegtermijnen kon u alles lezen in Salaris Rendement 2.
▪ De Ragetlieregel: als een werknemer bij een
werkgever een contract voor onbepaalde tijd
had en bij dezelfde werkgever een contract
voor bepaalde tijd krijgt, eindigt dit tijdelijke
contract niet automatisch van rechtswege. Dat
geldt ook bij opvolgend werkgeverschap. Houd
vergoeding zouden volgens de werknemers alle
dienstjaren bij de vorige werkgever ook moeten
meetellen. De rechter gaf de werknemers gelijk.
Een oud-directielid van de failliete werkgever
was namelijk ook bij de overnemende partij in
dienst getreden. Hij had met verschillende werknemers besproken dat zij in dienst konden blijven. Ook had hij contractbesprekingen gevoerd
en had hij de arbeidsovereenkomsten ondertekend. Op basis hiervan oordeelde de rechter dat
er sprake was van opvolgend werkgeverschap.
Dit betekende dat de arbeidsduur van vóór het
faillissement ook meetelde voor de transitievergoeding. De werkgever moest daardoor meer
transitievergoeding betalen aan de werknemers.
Rechtbank Gelderland, 15 januari 2016, ECLI (verkort): 190
er dus rekening mee dat u deze tijdelijke contracten moet opzeggen.
Het opvolgend werkgeverschap heeft ook grote
gevolgen voor de proeftijd. Als opvolgend werkgever mag u namelijk geen proeftijd in een
arbeidscontract opnemen als de werknemer
voor uw onderneming hetzelfde soort werk gaat
verrichten als voor de vorige werkgever. U wordt
als opvolgend werkgever verondersteld kennis te
hebben van het functioneren van de werknemer,
waardoor een proeftijd overbodig zou moeten
zijn. Neemt u toch een proeftijdbeding op, dan is
dit nietig.
Verrassingen
Let dus goed op de gevolgen van het overnemen
van werkzaamheden en de bijbehorende werknemers. Als u een werknemer in dienst neemt in het
kader van een organisatorische of andere wijziging, is er namelijk al snel sprake van opvolgend
werkgeverschap. Dat heeft mogelijk een hoop
gevolgen voor uw onderneming: niet alleen administratieve, maar ook financiële. Zorg er dus voor
dat u het arbeidsverleden van de werknemers
zorgvuldig controleert. Hierdoor weet u waar uw
onderneming aan toe is en voorkomt u dat u voor
verrassingen komt te staan.
Dick van Deventer, advocaat bij Valegis Advocaten, tel. (088) 319 60 00, e-mail: d.vandeventer@
valegis.com, www.valegis.com
SAL ARIS RENDEMENT 3-2016
21
Download