Onderwijsvoorzieningenbeleid.

advertisement
Raad
Raadsstuk
Organisatieonderdeel
:
:
:
10 november 2005
2005.067
griffie
Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ter Aar, gehouden op
donderdag 29 september 2005 om 20.00 uur in het gemeentehuis van Ter Aar
2.
Vaststelling Voorstel tot vaststelling gewijzigde Verordening Materiële
Financiële Gelijkstelling onderwijs gemeente Ter Aar
De heer Hagenaars zegt dat er een voorstel voorligt om 64 % te bezuinigen op de gelden die
aan het onderwijs in Ter Aar in het kader van onderwijsvoorzieningen worden verstrekt.
In 2001 was het college van Ter Aar terecht in de veronderstelling zoals de wethouder in zijn
memo aan de raadsleden aangeeft, dat het onderwijs er in de komende jaren flink wat geld
zou bij krijgen zodat de extra bijdrage van de gemeente grotendeels kon worden afgeschaft.
Inderdaad via het Budget voor Arbeidsmarkt en personeelsbeleid in de onderwijswereld
beter bekend als schoolbudget is er extra geld binnengekomen.
Echter dit geld is grotendeels bedoeld voor de betaling van ouderschapsverlof, arbobeleid,
bovenschools management, bapo, scholing enz. Dus allemaal zaken die het ministerie
tegenwoordig aan de scholen zelf overlaat.
De scholen houden hier nog slechts zo’n 12% van over die ze bijvoorbeeld hebben ingezet
voor onderhoudspersoneel.
Het argument van de VVD dat deze bezuiniging 4 jaar geleden is aangekondigd en de
scholen er rekening mee konden houden is op zich juist maar gaat uit van de
veronderstelling dat scholen door de Rijksoverheid extra zouden worden beloond en dat is
dus niet correct.
Het CDA heeft als argument aangegeven dat we wel moeten bezuinigen maar moeten
wachten tot de fusie voor we nieuw beleid gaan maken zodat we alles op elkaar kunnen
afstemmen. Spreker heeft deze week de cijfers van de gemeente Nieuwkoop gekregen en het
blijkt dat deze gemeente ruim € 67.000 op zo’n 1100 leerlingen uitgeeft aan onderwijs. In
Nieuwkoop vergoedt zelfs een vakleerkracht voor gymnastiek. Het verschil met Ter Aar
wordt dan wel erg groot als wij terug willen naar € 18.000 voor 941 leerlingen. Als we dus
zoals het CDA voorstelt de zaken op elkaar moeten afstemmen dan moet er geld bij in plaats
van te bezuinigen.
Ter Aar gaat dus met dit voorstel 64% bezuinigen op de uitkering van het onderwijs zonder
daarvan de consequenties te overzien.
Ter Aar gaat 64% bezuinigen op onderwijs omdat zij geen geld zou hebben om deze kosten
nog langer te betalen.
De werkelijkheid is echter anders. Ter Aar heeft wel degelijk geld, maar maakt andere
keuzes. Spreker vindt dat de raad het toch echt niet kan verkopen naar de burger om € 1,7
miljoen uit te geven aan een gemeentehuis dat binnen nu en 10 jaar wordt gesloten of nog
erger € 325.000 voor nieuw meubilair uit te geven voor datzelfde gemeentehuis.
De heer Hardenberg vindt deze opmerking tendentieus. Dat het gemeentehuis over 10 jaar
gesloten zou worden is nog nergens besloten, en dus niet aan de orde.
De heer Hagenaars zegt dat wanneer er geld aan de raad wordt gevraagd voor dure
onderzoeken hij de wethouder nooit hoort over een verhoging van de OZB, echter als het
gaat om het zwembad, de bouw van een peuterspeelzaal en nu weer het onderwijsvoorzieningenbeleid, vertelt de wethouder voortdurend, in de commissie, dat we het moeten
doen met de schamele vergoedingen en we de OZB moeten verhogen om wat geld
beschikbaar te stellen voor het onderwijs.
Nee beste leden van de raad, u kunt zelf kiezen of U geld beschikbaar wilt stellen voor het
onderwijs of voor een gemeentehuis. En gaat u maar eens aan de burger uitleggen waarom u
voor dat laatste kiest.
Het PAK zou daarom in de eerste ronde van het college het volgende willen weten:
In de tweede alinea van het voorstel staat:
Het primair onderwijs moet kunnen functioneren met de middelen die de rijksoverheid voor
dat doel ter beschikking stelt.
1. Kan het college aantonen dat op het punt van hulpmiddelen ten behoeve van
techniek, kosten i.v.m. de leerlingenbibliotheek, kosten documentatiecentrum, kosten
ter bevordering van culturele vorming en extra kosten ten behoeve van
zorgleerlingen, sinds 2001 gelden door de overheid beschikbaar zijn gesteld
waardoor de scholen op die punten daadwerkelijk kunnen functioneren?
2. Zo ja om welk bedrag gaat het dan en middels welke regeling zijn die inmiddels bij
het onderwijs terechtgekomen?
3. Zo nee op basis waarvan gaat U het onderwijs een korting toedienen van maar liefst
64%
4. Bent U zich bewust van het feit dat door uw maatregel bovengenoemde zaken om
zeep worden geholpen?
In de vierde alinea staat:
In het OSPO-overleg waar vertegenwoordigers zitten van het gemeentebestuur, de
schoolbesturen en directies van scholen is dit besluit op 5 november 2001 aangekondigd,
zodat het onderwijsveld hiermee rekening zou kunnen houden.
1. Geeft het college met deze zinsnede aan dat er over dit onderwerp geen enkel overleg
is geweest met de scholen maar dat dit reeds als een voldongen feit is aangekondigd?
2. Kan het college aangeven op welke wijze de scholen hier rekening mee moeten
houden als er 64% bezuinigd wordt. Betekent dit niet gewoon simpel dat de
betreffende voorzieningen worden afgeschaft?
Wethouder Jonker merkt op dat het gaat om een deel van de verordening die via een
aanvullende afspraak gemaakt is, al een aantal jaren geleden. In 2001 werd geconstateerd dat
er bezuinigingen nodig waren. Het gaat om de keuzes die de raad maakt. Als de raad kiest
voor onderwijs dan kan iets anders niet uitgevoerd worden, of de OZB moet verhoogd
worden. Dat is een afweging die de raad moet maken.
Voor de periode na de herindeling wordt nu al een start gemaakt met het afstemmen van het
beleid op onderwijsgebied. Indien de raad geen bezuiniging wil doorvoeren moet er dekking
voor gevonden worden. Spreker zegt dat hij van geen van de scholen begrepen heeft dat zij
in ernstige problemen zijn.
De heer Hagenaars geeft aan dat de heer Westerop, directeur Aeresteijn, ingesproken heeft in
de commissievergadering. De scholen zijn in de veronderstelling dat dit onderwerp
bespreekbaar is. In het OSPO is het waarschijnlijk nooit op de agenda geweest.
Wethouder Jonker zegt dat dit onderwerp elk jaar in het OSPO besproken is.
De heer Hagenaars is van mening dat € 18 per leerling te weinig is, zeker in vergelijk met
bedragen uit andere gemeenten in de regio. Graag hoort hij wat de andere fracties hier van
vinden.
De heer Persoons merkt op dat deze discussie voor de derde keer over gedaan wordt. Het
standpunt van het CDA is niet gewijzigd.
De heer Hagenaars zegt dat dit het gebrek van deze raad is. In de commissievergadering zijn
door de VVD en het CDA argumenten aangereikt. Spreker heeft in de tussentijd onderzoek
gepleegd en doet daarvan verslag in deze raadsvergadering. Er zijn nu nieuwe argumenten.
Als de heer Persoons dan zegt ‘we hebben het er al drie keer over gehad’, dan hoeft er in de
raad geen enkel debat meer gevoerd te worden.
De heer Persoons zegt dat het CDA van mening is dat er nu afgewacht moet worden tot de
herindeling.
De heer Hagenaars vindt dat de scholen hun beleid uit moeten kunnen voeren. Hun
inkomsten zakken terug. Waar de scholen mee bezig zijn kan dus niet afgemaakt worden. Na
de herindeling zouden zij het weer op moeten bouwen. Dat is de reden dat het PAK zoekt
naar een tussenoplossing. Er moet bezuinigd worden, maar niet voor het volle bedrag. Als er
€ 11.000 meer naar de scholen gaat dan gaat de bijdrage per leerling omhoog van € 18 naar €
30.
Mevrouw Kooman zegt dat de scholen niet duidelijk aangegeven hebben dat zij in de
problemen komen door het voorliggende raadsvoorstel.
De heer Hagenaars zegt dat het standpunt van de scholen is dat zij grote bezwaren hebben
met het raadsvoorstel. De heer Westerop heeft duidelijk gezegd dat de scholen in de
problemen komen.
De heer Akerboom geeft aan dat het college onlangs een brief gezonden heeft en dat de
scholen hierop reageren. Dat is dus niet te laat.
Mevrouw Kooman is van mening dat de scholen al vier jaar op de hoogte waren van deze
ontwikkelingen en zij hadden eerder aan de bel kunnen trekken.
De heer Van Kessel vindt dat er genuanceerd naar dit onderwerp gekeken moet worden.
Direct van tafel vegen is niet altijd juist.
De heer Hardenberg zegt dat er vier jaar geleden een besluit genomen is en dat de scholen
daarvan op de hoogte zijn. De afgelopen vier jaar is er een inhaalslag gemaakt, o.a. op ictgebied. Spreker geeft aan dat hij de heer Westerop gesproken heeft en dat deze gezegd heeft
dat de problemen wel meevallen.
De heer Hagenaars zegt de dat heer Westerop in het openbaar de mening van vier scholen
kenbaar heeft gemaakt. Wat er achteraf wel of niet gezegd is kan niet in de discussie gebruikt
worden.
De heer Hardenberg zegt dat de heer Hagenaars hetzelfde doet. Ook de heer Hagenaars
spreekt met schooldirecteuren.
De heer Hagenaars zegt dat hij argumenten gebruikt die inhaken op de inspraakbijdrage van
de heer Westerop in de commissie.
De heer Hagenaars wil een amendement indienen.
Amendement
1. Ondertekenaars stellen dat de € 18 per leerling die nu nog overblijven te weinig zijn
om de in dit voorstel genoemde zaken onder a t/m c te realiseren.
2. Ondertekenaars stellen daarom voor de bezuiniging terug te brengen van € 31.000
naar € 20.000 zodat er een bedrag per leerling beschikbaar blijft van ongeveer € 30.
3. Ondertekenaars stellen voor de in de verordening gestelde kaders zodanig te
hanteren dat de scholen zelf de ruimte hebben om binnen dit budget eigen keuzes te
maken.
Wethouder Jonker vraagt waaruit het PAK het verschil van € 11.000 wil bekostigen.
De heer Hagenaars legt uit dat hij meermalen aan het ambtelijk apparaat
fractieondersteuning gevraagd heeft maar tot op heden geen reactie gekregen heeft.
Wethouder Jonker concludeert dat er geen dekking is voor het bedrag van € 11.000.
De voorzitter schorst de vergadering om 21.45 uur.
De voorzitter heropent de vergadering om 21.48 uur.
De heer Hagenaars geeft aan dat het PAK met het amendement € 11.000 meer vraagt voor
het onderwijs.
De voorzitter zegt dat de wethouder zojuist aangegeven heeft dat er geen dekking voor is.
De voorzitter brengt het amendement in stemming.
De dames Kelder en Kooman en de heren Visser, Persoons, De Jong, Hofman en Hardenberg
stemmen tegen.
De heren Akerboom, Van Kessel, Van der Veen en Hagenaars stemmen voor.
Het amendement is met vier stemmen voor en zeven stemmen tegen verworpen.
De voorzitter brengt het raadsvoorstel in stemming.
De dames Kelder en Kooman en de heren Visser, Persoons, De Jong, Hofman en Hardenberg
stemmen voor.
De heren Akerboom, Van Kessel, Van der Veen en Hagenaars stemmen tegen.
Het raadsvoorstel is met zeven stemmen voor en vier stemmen tegen aangenomen.
Download