1 KIJKWIJZER TBZ/z : voor AD2 – AD3 en AD5 Algemeen: Gebruik per AD leerlijnen van verzorging – voeding tot TBZ/z: activeren van reeds verworven kennis, vaardigheden en attitudes (H in doelstellingen), verder toepassen van aangeboden kaders uit 2de en 3de graad ( zie basisvademecum ). Kern: Competentie: als verzorgende (C1) en als zorgkundige (C2) vanuit totaalvisie zorg verlenen( de gebruiker en zijn situatie in zijn totaliteit) Kennis, vaardigheden, attitudes verdiepen, uitbreiden en aanwenden: toepassen in verschillende beroepssituaties en afstemmen op individuele gebruiker en zijn situatie. Gebruikers stimuleren tot aspecten van het kwaliteitsbewust handelen. Leren bijdragen aan de kwaliteitszorg binnen de zorginstelling/dienst. Vertrekken vanuit leerplandoelstellingen en onderliggende doelen (= moeten aan bod komen) Rekening houden met de werkwoorden in de leerplandoelstellingen (woordenlijst leerplan p.6467). Bij uitwerken van AD’s steeds rekening houden met de context: Doelgroep: volwassen gebruikers en gezinnen specifieke groepen: kansarmen, psychisch zieken, jonge gezinnen voor en na de geboorte, personen met dementie, gebruikers met een beperking, terminale zieken. Complexe situaties: combinatie van zorgsituatie – verschillende opdrachten/handelingen en verantwoordelijkheid. Settings:woonzorg: woonzorgcentra en gezinszorg ziekenhuizen / andere zorginstellingen: PVT,geriatrie, diensten thuisverpleegkunde…( p6. ) ‘Binnen een welomschreven opdracht’…..= een opdracht met duidelijke instructies, concrete leerdoelen en bijhorende criteria. AD 1.11 Observeren, interpreteren, registreren en rapporteren Observeren vanuit een totaalvisie mbv werkmodellen eigen aan de setting Digitaal registreren mbv werkmodellen eigen aan de setting Schriftelijk rapporteren mbv (digitale) werkmodellen eigen aan de setting Rapporteren in teamverband mbv werkmodellen eigen aan de setting AD2 Binnen een welomschreven opdracht mondeling en schriftelijk communiceren Centraal voor deze AD: zorg afstemmen op de individuele gebruiker, zijn sociaal netwerk en situatie. Kennis, vaardigheden en attitudes verdiepen, uitbreiden en aanwenden. Vaardiger worden i n het communiceren en leren communiceren in complexere situaties. Complexere gesprekken: adviesgesprek, slechtnieuwsgesprek, helpend gesprek, moeilijkere thema’s….verdriet,verlies, zingeving… Rapporteren aan een gebruiker en over de gebruiker aan het sociaal netwerk. Afstemmen van communicatie op gebruiker en context , inwinnen van informatie bij gebruiker en peilen naar behoeften – gewoonten- voorkeuren , voeren van complexere gesprekken, informeert ism verpleegkundige gebruiker over zorgplan. (2.1) Begeleiding regio West-Vlaanderen Oktober 2015 2 Vlot en respectvol communiceren met het sociaal netwerk van de gebruiker (2.2) inwinnen van informatie bij sociaal netwerk en peilen naar behoeften – gewoonten- voorkeuren , voeren van complexere gesprekken, informeert het sociaal netwerk en geeft advies ism verpleegkundige overeenkomstig het zorgplan, overlegt met het sociaal netwerk over de uit te voeren zorg. Helpen bij de administratie van de gebruiker (2.3) Uitvoeren van organisatiespecifieke administratieve taken (2.4) Over de communicatie reflecteren binnen een kader om gedrag en sociale interacties te duiden (2.6) zie kader vanuit VV/VZ ( relatiewijzer…..); reflecteren over eigen taalgebruik, over zich verplaatsen in standpunt ander, over effect van eigen handelen op gedrag van de ander. AD3 Binnen een welomschreven opdracht in een organisatie, in een team/verpleegkundige equipe werken Centraal voor deze AD: Kennis, vaardigheden en attitudes ivm samenwerken verdiepen, uitbreiden en aanwenden. Vaardiger worden in het werken in team, in een verpleegkundige equipe , in een organisatie en leren rapporteren in team/ equipe over een gebruiker , actief deelnemen aan teamoverleg en leren samenwerken met andere zorgverleners in de zorginstelling/dienst. Verduidelijken van de werking van de zorginstelling /dienst ( delen kwaliteitshandboek), multidisciplinaire werking, belang van diversiteit en complementariteit en positieve houding tov diversiteit; exploreren samenwerking met andere diensten/ zorginstellingen (3.1) Actief deelnemen aan teamoverleg/ dienstoverdracht ; team informeren over de gebruiker – uitwisselen info ifv continuïteit; signaleren klachten – vragen aan verantwoordelijke: functioneringsgesprek voeren (3.2) Samenwerken in een gestructureerd team/ een verpleegkundige equipe (3.3) Over het eigen samenwerken in een team reflecteren binnen een kader om gedrag en sociale interacties te duiden (3.4) zie kader vanuit VV/VZ (relatiewijzer…) ; reflecteren over het samenwerken in team; over zich verplaatsen in standpunt ander, over effect van eigen handelen op gedrag van de ander. AD5 Binnen een welomschreven opdracht (ped)agogisch handelen (35 % lestijd specifiek deel) Centraal voor deze AD: Kennis, vaardigheden en attitudes ivm (ped)agogisch handelen verdiepen, uitbreiden en aanwenden. Afstemmen van zorg/(ped)agogisch handelen op de gebruiker en zijn situatie ( bio psycho sociale visie) samenhang AD4 – AD5. DE ZORGRELATIE: In kaart brengen van de actoren en de beïnvloedende factoren ( persoonlijke en externe factoren) in de zorgrelatie, hun betekenis verduidelijken en toelichten. (5.1) Verduidelijken, toelichten en aanwenden van beïnvloedende factoren in de (ped)agogische context (5.2) In 3de graad lag klemtoon op relatie gebruiker – verzorgende : zorg voor welbevinden en betrokkenheid, invloed van externe en persoonlijke factoren op leefwereld en verouderingsproces, elementen in de agogische relatie (steunen, stimuleren, samenwerken) – nu op alle actoren. ONTWIKKELING: Begeleiding regio West-Vlaanderen Oktober 2015 3 Het zorg dragen voor de gebruiker aanpassen aan zijn ontwikkelingsproces = 3de graad…verworven kennis , vaardigheden aanwenden en zorg afstemmen. Aandacht voor eigene specifieke doelgroepen. BELEVINGSGERICHT HANDELEN: Psychosociale ondersteuning bieden aan de gebruiker en zijn sociaal netwerk in complexe situaties. (5.3) In 3de graad: kaderen van belevingsgericht handelen in gezondheidspatronen + leren belevingsgericht handelen tijdens activiteiten dagelijks leven en eenvoudige situaties. 7 TBZ/z verdiepen. Gedrag/handelen van de gebruiker in complexe zorgsituaties in een kader plaatsen en aansturen. (5.4) In de 3de graad: situeren en verduidelijken eigen gedrag / gedrag gebruiker binnen een kader om gedrag en sociale interacties te duiden : zie kader vanuit VV/VZ ( relatiewijzer…..) 7TBZ: sociaal netwerk. Elementen agogisch handelen in eenvoudige situaties: steunen, stimuleren, samenwerken. 7TBZ: elementen verder uitdiepen - complexe situaties ( gedrag ivm ziekteproces…) – sturen. Omgaan met bijzondere zorgnoden in complexe zorgsituaties (5.5): informeren over het omgaan met, ondersteuning vragen en omgaan met. (zie duiding p.45) PEDAGOGISCHE ONDERSTEUNING: Begeleiden van kinderen binnen een gezin. (5.6) Klemtoon op begeleiden bij spel, huiswerk, ondersteunende gesprekken. VERBLIJF BINNEN SETTINGS: onthalen en begeleiden van gebruikers bij de komst en het verblijf binnen de verschillende settings of bij transfers naar andere settings. (5.7) SOCIAAL NETWERK VAN DE GEBRUIKER: Zorg dragen voor contacten met het sociaal netwerk van de gebruiker. (5.8) In 3de graad: louter exploreren van belang van contacten met het sociaal netwerk van de volwassene/oudere. In 7 TBZ: aandacht voor verscheidenheid contacten, verschillende gezinsvormen, ondersteunende gesprekken sociaal netwerk, stimuleren sociale contacten. Reflecteren over het eigen (ped)agogisch handelen (5.9): het zich verplaatsen in standpunt ander, het effect van eigen handelen nagaan op gedrag van de ander. Begeleiding regio West-Vlaanderen Oktober 2015