Auteurs: Fischer, Julsing www.onderzoekdoen.noordhoff.nl isbn: 978-90-01-70252-6 © 2017 Noordhoff Uitgevers bv Bijlage 2 Checklist inperken onderzoek A Doelstellingen 1 2 de doelstelling voor de organisatie met betrekking tot het onderwerp. de doelstelling van het onderzoek zelf. Ad 1 Organisatiedoelstelling Is de organisatiedoelstelling SMART geformuleerd? Specifiek: Meetbaar: Acceptabel: Realiseerbaar of realistisch: Tijdsbepaald: Doelstelling organisatie: ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... Ad 2 Onderzoeksdoelstelling Je onderzoek levert een bijdrage aan de doelstelling van de organisatie door informatie aan te leveren. Wat moet je onderzoek uiteindelijk opleveren? Dit moet realiseerbaar zijn via onderzoek. De onderzoeksdoelstelling is meestal geformuleerd in termen als ‘kennis over’, ‘inzicht in’, ‘aanbevelingen met betrekking tot’ en dergelijke. Doelstelling onderzoek: ......................................................................................................... ......................................................................................................... B Probleemstelling De probleemstelling geeft het onderwerp van onderzoek aan en bevat minimaal de volgende elementen: 1 Wat zijn de grenzen van het onderzoeksgebied (domein)? ......................................................................................................... 2 Wie behoren er tot de onderzoekspopulatie? ......................................................................................................... • Invalshoek: .................................................................................. • Plaats: ......................................................................................... • Sector: ........................................................................................ • Tijd: ............................................................................................ • Soort: ......................................................................................... • Functie: ....................................................................................... Onderzoek doen!, 1e druk 2008, Checklist 2 | 1 Auteurs: Fischer, Julsing www.onderzoekdoen.noordhoff.nl C isbn: 978-90-01-70252-6 © 2017 Noordhoff Uitgevers bv Centrale vraag 1 De centrale vraag moet breed genoeg zijn, zodat alle aspecten die we willen onderzoeken eronder vallen. 2 De centrale vraag moet goed ingeperkt zijn, zodat duidelijk wordt wat we gaan onderzoeken (specifiek) en liefst ook al op welke wijze en bij wie. 3 De centrale vraag is als vraag geformuleerd (met vraagteken), en is liefst een open vraag (waar je niet ja of nee op antwoordt). 4 De termen die in de centrale vraag staan dienen helder en eenduidig geformuleerd te zijn. 5 De vraag dient door onderzoek te beantwoorden te zijn, dat wil zeggen dat bijvoorbeeld normatieve vragen niet geschikt zijn. 6 Geen hoe-, waarom- of waardoor-vragen. Deze zijn moeilijk te onderzoeken, omdat vooraf lastig in kaart te brengen is welke aspecten allemaal meegenomen zouden moeten worden om de vraag te kunnen beantwoorden. Je kunt alle kanten op, de vraag is dus te breed. Raadzaam in zo’n geval is eerst vooronderzoek te doen naar mogelijke opties en daar concreet onderzoek naar te verrichten. ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... ......................................................................................................... Onderzoek doen!, 1e druk 2008, Checklist 2 | 2