W. Leijnse www.bestuurlijkeinformatievoorziening.noordhoff.nl ISBN: 978-90-01-79577-1 © 2017 Noordhoff Uitgevers bv Hoofdstuk 2 Interne controle en interne beheersing Uitwerkingen van d e vragen uit het hoofdboek Antwoord 2.1 Oorzaken van efficiencyverschillen zijn: • slecht opgeleid personeel • slecht gemotiveerd personeel • ongunstige arbeidsomstandigheden • verouderd machinepark • verkeerde afstelling van de machines. Antwoord 2.2 • • Voor het uitbrengen van de verkoopoffertes is het hoofd van de verkoopafdeling bevoegd om namens de directie van het bedrijf een aanbieding te doen. Betaling van facturen tot €5.000 wordt gefiatteerd door de adjunctdirecteur. Voor de betaling van hogere bedragen is het fiat van de algemeen directeur nodig. Antwoord 2.3 De termen 'omzetregistratie' en 'provisieregistratie' die door de verkoopafdeling worden gebruikt, zijn verwarrend en in feite onjuist. Er is hier geen sprake van de registrerende functie omdat er geen vastlegging plaatsvindt onafhankelijk van de beschikkende of uitvoerende functie. Het is dan ook beter om in dit geval niet van registratie te spreken maar van vastleggen. Be stu u r lij k e in f or ma tie v o o rz i en in g 1 W. Leijnse www.bestuurlijkeinformatievoorziening.noordhoff.nl ISBN: 978-90-01-79577-1 © 2017 Noordhoff Uitgevers bv Antwoord 2.4 Er zijn verschillende oorzaken, die het leggen van totaalverbanden in de praktijk lastig maken: • Debiteuren kunnen niet alleen per bank, maar ook per giro (ING), creditcard en per kas betalen. Er moet dan ook aansluiting gezocht worden met het totaal van de toename aan liquide middelen. • Er kunnen ook bedragen per bank ontvangen worden, die niet van debiteuren afkomstig zijn: uitkeringen verzekeringsmaatschappij, rente enzovoort • Het afboeken van niet-betaalde vorderingen leidt niet tot een toename van het banksaldo. Deze afboekingen moeten goed gecontroleerd en geëlimineerd worden. Sommige bedrijven hebben een speciale bankrekening voor debiteurenvorderingen geopend. Dan is het totaalverband gemakkelijker te leggen. Antwoord 2.5 Bij het ontwerpen van geautomatiseerde informatiesystemen moeten de voorheen handmatig uitgevoerde procedures met behulp van een computerprogramma uitgevoerd worden. Dit programma kan alleen maar succesvol zijn als de handmatige procedures, na een goede analyse, op de juiste wijze zijn vertaald in programma-instructies. Is deze analyse niet juist uitgevoerd, dan zal het programma niet naar behoren functioneren en dus fouten maken. Antwoord 2.6 Het gaat hier om de verbanden in de waardekringloop. Zie paragraaf 2.6. Antwoord 2.7 Gevraagd wordt naar voorbeelden uit de eigen werkomgeving. De gegeven antwoorden moeten met behulp van de behandelde leerstof op hun juistheid worden beoordeeld. Bespreek de voorbeelden met een groepje medestudenten. Be stu u r lij k e in f or ma tie v o o rz i en in g 2 W. Leijnse www.bestuurlijkeinformatievoorziening.noordhoff.nl ISBN: 978-90-01-79577-1 © 2017 Noordhoff Uitgevers bv Antwoord 2.8 Omdat het om de juistheid van de kosten gaat, is het een positieve controle. De controle op de juistheid van de tenaamstelling, prijzen, berekeningen enzovoort is formeel van aard. De beoordeling van de toelaatbaarheid of aanvaardbaarheid van de aankoop is een materiële controle. Deze aanvaardbaarheid zou kunnen blijken uit de paraaf van degene die met de ingekochte goederen gaat werken (bijvoorbeeld de chef productieafdeling). Antwoord 2.9 Een ander voorbeeld van integratie heeft betrekking op het telebankieren: De betalingen aan crediteuren per bank kunnen via internet elektronisch worden ingelezen in de computer van het bedrijf en met behulp van de administratieve software (bijvoorbeeld Exact, Unit 4 of SAP) automatisch worden geboekt in de financiële administratie van het bedrijf (grootboek en crediteurenadministratie). De bankmutaties worden dan niet meer aan de hand van de bankafschriften door een administratieve medewerker ingevoerd. Deze kan zich beperken tot het constateren of de bankmutaties correct zijn ingelezen en zo nodig correcties aanbrengen. Dit laatste is nodig omdat deze vorm van geïntegreerde geautomatiseerde gegevensverwerking in de praktijk niet voor 100% slaagt. Antwoord 2.10 In verband met het risico van brand, explosie of andere calamiteiten is het beter dat een back-up buiten het bedrijf wordt bewaard zodat deze bruikbaar blijft als er bijvoorbeeld brand uitbreekt. Antwoord 2.11 Gevraagd wordt naar een voorbeeld uit de eigen werkomgeving. Het komt voor dat er in de praktijk nog steeds onzorgvuldig wordt omgegaan met het back-uppen. Be stu u r lij k e in f or ma tie v o o rz i en in g 3