Andere genen, andere medicijnen

advertisement
Andere genen, andere medicijnen
Onderzoekers waarschuwen voor dubieuze genetische testen
Noorderlicht.vpro.nl, april 2008
Een genetisch testje waarmee je zelf kunt bepalen of je (over-)gevoelig bent voor bepaalde geneesmiddelen is
natuurlijk hartstikke handig. Maar Amerikaanse onderzoekers twijfelen aan de kwaliteit van dergelijke testen
en waarschuwen deze week in Science voor valse verwachtingen. Met als gevolg dat mensen wellicht ten
onrechte hun medicijngebruik aanpassen.
“Is your medication not working? Has a prescription made a loved one sick? Have you experienced terrible side effects? DNA
drug reaction testing can help", meldt het bedrijf Genelex op de website.
De genetische test die Genelex aanprijst is in Amerika simpel te bestellen via internet en zou gebruikers en hun artsen helpen bij
het bepalen van de juiste medicijnen en dosering. Mensen reageren namelijk verschillend op geneesmiddelen. Verschillende
varianten van bepaalde genen zorgen ervoor dat de één baat heeft bij een medicijn, terwijl de ander er overgevoelig voor raakt en
het middel erger wordt dan kwaal. Met de genetische testen kunnen mensen zelf achterhalen of ze met hun genen bepaalde
geneesmiddelen kunnen hebben, of die juist moeten mijden.
Dat is natuurlijk heel handig en er is al een aantal genetische variaties bekend, die daadwerkelijk voorspellen hoe iemand op een
bepaald middel reageert. Een bekende voorspeller is het HER2-gen. HER2 staat voor ‘human epidermal growth factor receptor
2’ en ongeveer een kwart van de vrouwen met borstkanker heeft om de één of andere reden extra kopieën van het gen. Vrouwen
bij wie dat het geval is, zijn bevattelijker voor behandeling met een specifiek geneesmiddel, genaamd Hercepetin.
Er komen steeds meer tests in de handel om te voorspellen of je een verhoogde kans op
een bepaalde ziekte hebt.
Onderzoeker Sara Huston Katsanis en collega’s vrezen echter voor een wildgroei aan genetische testen, waarvan de kwaliteit
twijfelachtig is. Dat blijkt uit een artikel in de nieuwste editie van Science. Katsanis en mede-auteurs werken aan het ‘Genetics
and Public Policy Center’ van de Johns Hopkins Universiteit in Washington, VS.
In de eerste plaats is het volgens hen maar de vraag of de testen die via internet door bedrijven als Genelex en DNA Direct
verkocht worden, werken. Meten de testen wel het juiste en zo ja, is er daadwerkelijk een relatie aangetoond tussen varianten
van het betreffende gen en gevoeligheid voor een medicijn? De onderzoekers denken dat dat lang niet altijd het geval is. De
meeste laboratoria die de testen maken, hoeven namelijk geen uitgebreide klinische onderzoeken te doen voor ze hun product op
de markt brengen, schrijft Katsanis.
Verder is het volgens haar maar de vraag of mensen de uitslag van een genetische test goed kunnen beoordelen, en zelfs of hun
artsen dat altijd kunnen. Met als gevolg dat het medicijngebruik misschien ten onrechte wordt aangepast.
Maar zelfs als de testen in orde en goed te gebruiken zijn, dan blijft de vraag: worden mensen er beter van? Katsanis en collega’s
halen een studie aan van een onafhankelijk onderzoekspanel, dat eind 2004 een specifieke genetische test onder de loep nam.
Volgens dat panel was er geen bewijs dat de test leidde tot betere resultaten als het ging om de gezondheid van patiënten.
Katsanis en mede-auteurs van het Science-stuk pleiten daarom voor betere regulering van genetische testen. Amerikaanse
instanties als de Food and Drug Administration (FDA) en de Federal Trade Commission (FTC) moeten er volgens hen streng op
toezien dat de testen valide zijn en geen valse verwachtigen wekken.
Overigens is er in Nederland nog niet echt sprake van verkoop van commerciële genetische testen, zegt Huub Schellekens. Hij is
als hoogleraar medische biotechnologie verbonden aan de Universiteit Utrecht en is lid van het College ter Beoordeling van
Geneesmiddelen.
Desalniettemin is het voor een bedrijf niet moeilijk om genetische testen op de Europese markt te krijgen, vertelt hij. “Het valt
niet onder de bevoegdheid van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Het enige wat zo’n genetische test nodig heeft is
een Europees keurmerk en dat zegt niks meer dan ‘deze test meet wat-ie moet meten’.”
Op de vraag of dat reden tot zorg is, antwoordt Schellekens in eerste instantie: “Ach, mensen passen hun medicijngebruik nu al
vaak op eigen houtje aan. Of ze dat nu doen op basis van zo’n genetisch testje of niet, maakt dan niet uit. Ik vind dat je best kunt
vertrouwen op de intelligentie van mensen. Daarbij moeten ze in sommige gevallen al zelf de dosis van een medicijn bepalen,
bijvoorbeeld bij suikerziekte. Een deel van de suikerpatiënten meet zelf zijn bloedsuiker en spuit insuline in.”
Maar daarna: “Goed, er wordt natuurlijk al wel tientallen jaren onderzoek gedaan naar suikerziekte, bloedsuikerwaardes en
insuline. In het geval van die genetische testjes is dat niet zo.”
Remy van den Brand
Download