Conceptverslag AB ODMH d d 26 juni 2014

advertisement
Conceptverslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de ODMH
op 26 juni 2014 om 15.00 uur in het Midden-Hollandhuis te Gouda
Aanwezig
C. van der Kamp, Bodegraven-Reeuwijk (voorzitter)
A. Mutter, secretaris
H. Douw, controller
R.A. Janssen, gedeputeerde PZH
Mw. D.A. Bergman, Gouda
A.H. van Dorp, Vlist
J. Hordijk, Zuidplas
W.J. Stegeman, Alphen aan den Rijn
M.W. Vroom, Waddinxveen
R.D.H. Killeen, Deloitte
J. van Koert, Deloitte
Afwezig:
Mw. M.G.Boere-Schoonderwoerd, Ouderkerk
D.C. Roelse, Nederlek
J. Vente, Bergambacht
P. Matheij, Schoonhoven
Verslag: mw. I.L. Vos
1. Opening en mededelingen
De voorzitter opent de vergadering om 15.00 uur. Hij verwelkomt de aanwezige accountants en de
nieuwe leden van het algemeen bestuur. Er volgt een korte voorstelronde.
De heer Hordijk is nieuw in het geheel nieuwe college van B en W van de gemeente Zuidplas. Dat is
een uitdaging, omdat geen oude kennis in het college aanwezig is. De heer Hordijk heeft zestien jaar
ervaring in de gemeenteraad opgedaan.
De heer Vroom was zes jaar wethouder in de gemeente Noordwijk. Nu is hij wethouder in
Waddinxveen. De heer Vroom is woonachtig in Gouda. Eerder had hij zitting in het algemeen bestuur
van de Omgevingsdienst West-Holland.
Mevrouw Bergman is begonnen aan haar tweede periode als wethouder in de gemeente Gouda, met
net als in de vorige periode Bouw- en Woningtoezicht in haar portefeuille.
De heer Stegeman is sinds 2 januari 2014 wethouder in de gemeente Alphen aan den Rijn. Alphen
aan den Rijn is samengegaan met de gemeenten Boskoop en Rijnwoude. De voormalige gemeente
Boskoop maakte onderdeel uit van deze gemeenschappelijke regeling.
De heer Janssen heeft als gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland zitting in vijf
omgevingsdiensten.
De heer Mutter is sinds 2012 directeur van ODMH.
De heer Van Dorp vertegenwoordigt de Krimpenerwaard in het DB tot de verkiezingen in
november 2014. Per 1 januari 2015 worden vijf gemeenten in de Krimpenerwaard samengevoegd tot
een nieuwe gemeente.
Pagina
2
De voorzitter legt uit dat dit AB een verlengd lokaal bestuur is van en namens de deelnemende
gemeenten. De voorzitter ziet het als een uitdaging om alle betrokken gemeenten tevreden en
betrokken te laten zijn.
Mededelingen
De overige Krimpenerwaardgemeenten zijn met kennisgeving afwezig.
2. Vaststelling agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
3. Benoeming DB-leden
Namens de nieuw te vormen gemeente Krimpenerwaard wordt de heer Van Dorp voorgedragen voor
het DB.
Gemeente Gouda draagt mevrouw Bergman voor als lid van het DB.
Namens Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland hebben in deze gemeenschappelijke
regeling twee leden zitting in het AB en één in het DB.
De heer Stegeman is voorgedragen als lid van het DB namens het Boskoopse deel van de gemeente
Alphen aan den Rijn. Er zijn onderhandelingen gaande over de mogelijke toetreding van Alphen aan
den Rijn tot de ODMH per 1 januari 2016. De omvang van het voormalige Boskoop rechtvaardigt naar
het oordeel van de heer Stegeman niet een voorkeurspositie in het DB. Er valt dus wel wat voor te
zeggen om vooralsnog een bescheiden rol in te nemen.
De voorzitter constateert dat het met het samengaan van vijf gemeenten in de Krimpenerwaard het
aantal gemeenten dat deelneemt aan de gemeenschappelijke regeling snel afneemt. Daarmee wijzigt
ook de getalsmatige verhouding tussen AB en DB.
De heer Hordijk vindt een scheiding tussen AB en DB wenselijk en noodzakelijk.
Mevrouw Bergman stelt voor om tot de fusie van Krimpenerwaard op de huidige manier voort te
gaan. Daarna kan een open discussie worden gevoerd over een eventuele overgang van een AB naar
een DB.
De voorzitter meldt dat in het najaar van 2014 een notitie verschijnt over de gevolgen van de
wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze wetswijziging schrijft een maximale
grootte van een DB voor.
Het hanteren van een zogenaamde ‘AB=DB-constructie’ lijkt in de rede te liggen. Het is goed om nu
op de oude voet verder te gaan, in het najaar de discussie te voeren om vervolgens in het voorjaar
van 2015 op basis van inhoudelijke argumenten een besluit te nemen. De voorzitter geeft aan tot die
tijd graag als voorzitter te willen blijven functioneren.
De heer Janssen sluit zich aan bij het voorstel van Gouda om te zijner tijd een open discussie te
voeren.
De heer Vroom benadrukt dat Waddinxveen een open discussie voorstaat, die op basis van een
gedegen notitie wordt aangegaan.
De voorzitter zegt dat de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling, als gevolg van de
wetswijziging, het juiste moment is.
De voorzitter constateert dat de vergadering instemt met de benoeming van de voorgedragen DBleden. Hij bedankt voor het vertrouwen dat hiermee wordt uitgesproken naar alle leden en de
voorzitter.
4. Concept-verslag AB-vergadering d.d. 20 maart 2014
Tekstueel en naar aanleiding van:
Pagina 1: de gemeente Boskoop bestond op 20 maart 2014 niet meer, dus de betreffende wethouder
van Boskoop kon niet afwezig zijn.
Pagina 1, punt 1, 4e alinea: de heer Stegeman was van 2004 tot 2014 wethouder in Culemborg. Sinds
2014 is hij wethouder in Alphen aan den Rijn.
Kenmerk: Conceptverslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de ODMH d.d. 26 juni 2014
Pagina
3
Naar aanleiding van pagina 2, punt 3, voorlaatste alinea: mevrouw Bergman vraagt om de stand van
zaken van het onderzoek bij privatisering van de BWT-taken.
De voorzitter stelt voor dit onderwerp aan de orde te stellen bij de rondvraag (zie punt 9).
Pagina 3, 1e alinea: de heer Stegeman merkt op dat de evaluatie van de ODMH voor Alpen aan den
Rijn prioriteit heeft. Gemeente Alphen aan den Rijn ziet het liefst een fusie van de twee omgevingsdiensten. Dat is de primaire wens van Alphen aan den Rijn. De toetreding van Alphen aan den Rijn tot
de ODMH wordt door deze gemeente beschouwd als een secondbestoplossing.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het verslag van de AB-vergadering van 20 maart 2014
vastgesteld.
Actielijst:
Het actiepunt ‘SISA opnemen in jaarrekening 2013’ is afgehandeld.
5. Stand van zaken Alphen aan den Rijn, mondelinge toelichting
De voorzitter geeft een mondelinge toelichting.
Om te komen tot afspraken tussen ODMH, ODWH en gemeente Alphen aan den Rijn is een
stuurgroep ingericht. Alphen aan den Rijn heeft aangegeven te willen uittreden uit ODWH. Echter
vanwege een discussie over de kosten is een eventuele toetreding tot ODMH per 1 januari 2015 niet
haalbaar.
De discussie over kosten en het vermijden daarvan, verloopt niet vanzelf. De bereidheid om personeel
over te nemen is er, maar het is niet mogelijk om daarover met ODWH afspraken te maken. Een
nader overleg volgt.
De heer Stegeman deelt mee dat de bereidheid van ODWH inmiddels is gedeeld in de
bestuursvergadering. Er is meer mandaat gegeven aan de onderhandelingspartners.
Helaas is 2015 niet haalbaar. Dit geeft echter wel meer tijd voor een zorgvuldige voorbereiding.
De heer Janssen meldt dat de provincie op verzoek van gemeente Alphen aan den Rijn heeft
bewilligd in een verlenging van zes maanden om zo onder de ARHI-voorwaarden te kunnen uittreden.
6. Inhoud Milieu
6a. Productenboek Milieu 2015
De heer Hordijk spreekt van een lijvig document. Hij constateert dat de doelstellingen zijn gehaald.
Mevrouw Bergman kreeg vanuit haar organisatie het verzoek mee om in het productenboek het
woord ‘duurzaamheid’ te veranderen in ‘energietoets’.
De heer Janssen spreekt zijn zorg uit over de afname van uren. Wat is nog mogelijk met behoud van
kwaliteit? Zakt de kwaliteit van dienstverlening niet onder een bepaald niveau?
De voorzitter licht toe dat ODMH de verplichting heeft om op een adequaat niveau te presteren. Als
een gemeente zo weinig uren afneemt dat bijvoorbeeld bedrijven niet meer kunnen worden bezocht,
dan zakt de dienstverlening door het kwaliteitsniveau. Mocht het zover komen dan zal per gemeente
de discussie moeten worden gevoerd over de vraag hoe het kwaliteitsniveau behouden kan blijven.
De heer Janssen wijst op het belang dat zowel vanuit de gemeente als vanuit de omgevingsdienst het
signaal moet worden gegeven als er te weinig uren worden afgenomen.
De heer Mutter legt uit dat de dienst heeft moeten constateren dat het lastig is om de laatste 5% van
15% doelstellingen te halen. De grens van mogelijkheden om nog verder te bezuinigen, zonder taken
te laten vallen, is bereikt.
Sinds 2010 is een prestatie geleverd als eind 2015 alle doelstellingen zijn behaald.
De voorzitter constateert dat de doelstellingen zijn gehaald, maar dat de organisatie is uitgeknepen
tot een minimaal verantwoord niveau. Volgende stappen vragen om meer discussie.
Spreker constateert dat er geen behoefte is aan een tweede termijn.
Het algemeen bestuur stelt het Productenboek Milieu 2015 vast.
Kenmerk: Conceptverslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de ODMH d.d. 26 juni 2014
Pagina
4
7. Financiën
De voorzitter verwelkomt de heren Killeen en Van Koert van Deloitte.
7a. Jaarstukken 2013
De heer Killeen geeft een korte toelichting op de jaarstukken 2013 naar aanleiding van de controle
van de jaarrekening. De controlerapportage van de accountant volgt in week 27.
De accountant geeft een samenvatting van de bevindingen.
De accountant heeft een goedkeurende controleverklaring afgegeven voor rechtmatigheid en
getrouwheid.
Het proces om te komen tot jaarstukken is bij de ODMH goed ingesleten. Er was sprake van een
uitstekende oplevering en vragen van de accountant werden snel beantwoord. Omvangrijke correcties
zijn niet aan de orde.
De accountant geeft de volgende aandachtspunten mee.
 Een concreet activabeleid ontbreekt. De accountant adviseert dergelijk beleid op te nemen in een
bestuursbesluit of dit vast te leggen in een beleidsnota.
 De digitale verwerking van inkoopfacturen vraagt om de nodige aandacht. Hiermee valt efficiency
te bereiken. De accountant is bereid mee te kijken bij de test na invoering van het systeem, om te
beoordelen of het systeem goed is opgezet.
 Het weerstandsvermogen van ODMH is goed. Het omvat circa 900.000 euro. De risico’s zijn
geïnventariseerd. Het is raadzaam daarin wat marge aan te houden.
 Het pand waarin ODMH is gehuisvest wordt eigendom van ODMH. Het pand staat nu niet op de
balans. De verbouwingskosten zijn overigens wel meegenomen.
 De wet over de normering van topinkomens (WNT) is een aandachtspunt. Voor 2014 geldt dat de
wet ook van toepassing is op inhuurkrachten. De WNT moet worden meegenomen in de
verantwoording.
SiSa: op pagina 54 van de jaarstukken 2013 is een tabel opgenomen. De accountant heeft geen
afwijkingen ontdekt.
Ten aanzien van de goedkeurende verklaring merkt de accountant nog het volgende op.
Een normenkader is aanwezig, maar voor 2013 ontbreken de WNT en de Wet Markt en Overheid.
Laatstgenoemde wet is per 1 juli 2014 van kracht. In de verantwoording dient te worden aangegeven
welke markt- en welke publiekrechtelijke activiteiten zijn uitgevoerd.
Verder wijst de accountant nog op de onderdelen schatkistbankieren en de begrotingsrechtmatigheid.
Een overschrijding is onrechtmatig, maar de geconstateerde overschrijding telt niet mee voor het
oordeel.
Ten slotte wijst de accountant nog op de vennootschapsbelastingplicht, waarbij bepaalde activiteiten
aan deze organisatie als bedrijfsmatige activiteiten kunnen worden toegeschreven.
De heer Vroom is benieuwd naar de hoogte van de reserves.
De heer Hordijk merkt op over de Wet Markt en Overheid dat de datum van inwerkingtreding op
1 juli 2014 snel nadert. Wat is het gevolg als zaken niet zijn geregeld op 1 juli 2014?
De heer Killeen antwoordt dat het ongewis is. De tendens is dat de overheid als publiekrechtelijk
orgaan meer grip wil hebben op de concurrentie met het bedrijfsleven. De heer Killeen vermoedt dat
het besluit na 1 juli 2014 met terugwerkende kracht van toepassing zal zijn.
De wet regelt dat als een publiekrechtelijk orgaan onder de kostprijs bezig is met bedrijfsmatige
activiteiten dit orgaan hierop kan worden aangesproken door het bedrijfsleven.
Op de langere termijn is het raadzaam om het formeel goed te regelen als ODMH.
De heer Van Dorp zegt over de reserves het volgende. ODMH is afkomstig uit de ISMH. Per 2012 is
er sprake van een nieuwe gemeenschappelijke regeling. Een aantal reserves is meegenomen uit de
ISMH. Door het AB is een notitie vastgesteld, waarin de risico’s van het hebben van diverse reserves
staan beschreven. De betreffende notitie zal door de controller aan de nieuwe AB-leden worden
toegestuurd.
Het vullen van de reserves heeft plaatsgevonden.
Kenmerk: Conceptverslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de ODMH d.d. 26 juni 2014
Pagina
5
De voorzitter bedankt de organisatie en de accountant voor het vele werk dat is verricht. Het is goed
om te constateren dat een goedkeurende verklaring is afgegeven door de accountant en dat er sprake
is van een positief jaarrekeningresultaat.
Het algemeen bestuur stelt de Jaarstukken 2013, inclusief de resultaatbestemming, vast.
7b. 1e Marap
De heer Van Dorp licht toe dat de Managementrapportage naar aanleiding van opmerkingen van de
accountant opnieuw aan de orde is gesteld in het DB. De opmerkingen zullen worden verwerkt in een
plan van aanpak dat te zijner tijd zal worden uitgezet.
Over de voorliggende Marap kan worden opgemerkt dat het beeld van de Jaarrekening 2013 zich in
2014 voortzet. Het is gebruikelijk dat financiële stukken eerst in de financiële commissie aan de orde
worden gesteld. Dat is in dit geval niet gelukt. De planning van de financiële commissie zal erop na
worden gezien. Mogelijk moet de betreffende commissie frequenter bijeenkomen.
De heer Janssen verwijst naar de tabel op pagina 20. De voorziening personeel omvat 400.000 euro.
Hij adviseert daarin een splitsing aan te brengen tussen de kosten ‘Milieu’ en ‘BWT’.
De heer Van Dorp neemt het advies ter harte en zal de opmerking meenemen.
Het AB besluit, gezien het voorstel van het DB van 5 juni 2014:
 de 1e Managementrapportage 2014 vast te stellen;
 de gewijzigde begroting 2014 vast te stellen;
 de investeringsbudgetten vast te stellen conform hoofdstuk 6.3 van de Managementrapportage.
7c. Programmabegroting ODMH 2015-2018
De voorzitter verwijst naar de oplegnota c.q. de voordracht van het voorstel. Niet de heer Van der
Kamp maar de heer Van Dorp moet als portefeuillehouder vermeld staan.
De heer Van Dorp deelt mee dat de Programmabegroting ODMH 2015-2018 in de financiële
commissie aan de orde is gesteld en ter inzage heeft gelegen in alle gemeenten en bij de provincie.
Door gemeenten en de provincie zijn zienswijzen ingediend. Wellicht volgen nog nagekomen
zienswijzen. De tot op heden ingediende zienswijzen zijn niet schokkend.
De heer Stegeman constateert dat de inhoud van de programmabegroting inmiddels door de tijd is
ingehaald. Inmiddels zal de toetreding van de gemeenten Alphen aan den Rijn en (voormalige)
gemeente Rijnwoude tot ODMH niet in 2015 maar in 2016 plaatsvinden.
De heer Janssen constateert dat ten onrechte staat vermeld dat de lumpsumfinanciering eindigt op
1 januari 2016. Deze financiering eindigt echter op 1 juli 2015.
De heer Douw bevestigt dat laatstgenoemde datum correct is.
De heer Douw vertelt dat kennis is genomen van de zienswijzen. Daarmee zal rekening worden
gehouden bij de voorbereiding van de begroting, die in het najaar wordt gepresenteerd.
De voorzitter constateert dat er verder geen vragen of opmerkingen meer zijn over de
programmabegroting.
Het algemeen bestuur stelt de Programmabegroting 2015-2018 van de ODMH vast.
7d. Frictiekosten ISMH-ODMH-Gouda
De heer Janssen wijst erop dat de frictiekosten voor rekening van het gemeentelijk collectief komen
en niet voor rekening van de provincie Zuid-Holland.
Het algemeen bestuur gaat akkoord met de frictiekostenovereenkomst.
De voorzitter meldt dat het algemeen bestuur van het ISMH hetzelfde besluit heeft genomen en
bedankt de heren Killeen en Van Koert voor hun aanwezigheid en toelichting.
De heren Killeen en Van Koert verlaten de vergadering.
Kenmerk: Conceptverslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de ODMH d.d. 26 juni 2014
Pagina
6
8. Ter kennisname: Evaluatie ODMH
De voorzitter merkt op dat het vormingsproces van de evaluatie al langer loopt. Met de provincie is
middels een intentieverklaring afgesproken dat ODMH uiterlijk eind 2014 de evaluatie gereed heeft.
Op dit moment liggen de hoofdvragen voor, die nog kunnen worden aangepast. Er is nog geen
adviesbureau opdracht gegeven om de evaluatie uit te voeren. Het DB zal de uitvraag accorderen.
Het AB zal geïnformeerd worden.
De heer Stegeman vraagt of de evaluatie tot het antwoord zal leiden dat deze omgevingsdienst
voldoende robuust is.
De voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Stegeman vraagt zich af of de robuustheid beter zou zijn als tot een grotere omgevingsdienst
wordt gekomen.
De heer Janssen verwijst naar het convenant waarin staat aangegeven wat in ieder geval moet
worden meegenomen in de evaluatie. De provincie verwacht een goede onderzoekopzet. Zaken
moeten op een neutrale manier in kaart worden gebracht, zodat antwoord wordt verkregen op diverse
vraagstukken. Het mag in ieder geval geen openeindeopdracht worden.
Mevrouw Bergman verzoekt in de evaluatie ook nadrukkelijk aandacht te schenken aan de Bouw- en
Woningtoezichttaken.
In het kader van schaalvergroting betekenen kwaliteit en financiën niet alles. Men kan zich de vraag
stellen of een schaalvergroting geografisch gezien wenselijk is.
De heer Vroom zegt dat zowel het belang van de deelnemers als van hun inwoners goed moet
worden gediend. In de evaluatie moet worden meegenomen dat het niet alleen om de deelnemende
gemeenten, maar ook om hun inwoners gaat.
De heer Hordijk zou nu niet de discussie willen voeren over de vraag wanneer de omgevingsdienst
robuust genoeg is. De huidige regeling lijkt hem robuust genoeg. De heer Hordijk sluit zich aan bij het
standpunt van Waddinxveen dat niet alleen het belang van de deelnemers, maar ook van hun
inwoners moet worden gediend.
De heer Hordijk zou bijvoorbeeld graag weten of er klachten zijn over het sluiten van het Wabo-loket
in de gemeente Zuidplas.
De heer Janssen merkt richting de heer Vroom op dat de vraag voorop moet staan hoe deelnemers
hun inwoners bedienen.
Richting Gouda merkt hij op dat ODMH primair een milieudienst is, met daarnaast BWT-taken. Dat
moet men niet gaan omdraaien. BWT-medewerkers kunnen geen milieutaken uitoefenen.
Men moet het basistakenpakket niet uit het oog verliezen. De bijgekomen taken vormen wel degelijk
een onderdeel, maar zij hangen aan bij een dienst zoals die ooit begonnen is.
De voorzitter voorziet een boeiende discussie bij het uitkomen van het evaluatierapport.
Hij constateert dat het AB het van belang vindt dat zowel deelnemers, inwoners als bedrijven zich
bediend moeten voelen.
Het betreft een evaluatie over de gehele omgevingsdienst. Op dit moment wordt gewerkt aan het
omscholen van BWT-medewerkers, zodat zij zich ook kunnen bezighouden met milieutaken. Dit
draagt bij aan een robuuste organisatie.
De voorzitter benadrukt dat deze evaluatie geen klanttevredenheidonderzoek is. Het gaat erom om op
basis van de evaluatie een antwoord te krijgen op de vragen hoe een grotere dienst eruit moet zien
om succesvol te zijn. Hoe houd je het nog bij de deelnemers en voelen de deelnemers zich dan nog
voldoende bediend?
Dat is de opgave en dit vormt tevens een spanningsveld.
Het AB neemt kennis van de onderzoeksvragen ten behoeve van de evaluatie ODMH.
Kenmerk: Conceptverslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de ODMH d.d. 26 juni 2014
Pagina
7
9. Rondvraag
Stand van zaken privatisering bouwtoezicht
De heer Mutter vertelt dat het beeld inmiddels is afgezwakt. Als nog taken worden geprivatiseerd dan
betreft het hooguit de taken in kleinere bouwwerken. De ontwikkeling heeft een andere impact dan
eerst werd voorzien. Nu zouden de personele gevolgen nog redelijk goed kunnen worden
opgevangen. Het beeld is dat het wellicht nog verder kantelt en dat het in het geheel niet doorgaat.
De voorzitter zegt toe dat als de ontwikkeling van invloed is op de organisatie, een notitie zal volgen.
Hij zal de toekomstige ontwikkelingen bespreken met de directie en het DB. De Tweede Kamer is in
ieder geval niet enthousiast over de privatisering van bouwtoezicht. De verwachting is dat de
privatisering binnenkort dan ook van de baan zal zijn.
Vennootschapsbelastingplicht
De voorzitter meldt dat gemeentelijke overheden steeds meer kosten moeten maken om te voldoen
aan de door het Rijk opgelegde verplichtingen. Dat is een zorg. Het is een ingewikkeld vraagstuk.
Namens het IPO verzoekt de voorzitter de gedeputeerde om dit signaal af te geven richting het
kabinet.
De heer Janssen geeft aan dat het college van Gedeputeerde Staten niets anders doet dan dergelijke
signalen afgeven.
De voorzitter roept eenieder op om, via de partijcontacten, de zorg te ventileren naar de
bewindslieden in Den Haag. Het is absurd hoe een dergelijke verplichting (financieel) doorwerkt.
De voorzitter constateert dat verder geen gebruik wordt gemaakt van de rondvraag.
10. Sluiting
De voorzitter bedankt eenieder voor zijn of haar komst en inbreng en sluit de vergadering om
16.15 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur d.d. 16 oktober 2014
De secretaris,
De voorzitter,
A. Mutter
C. van der Kamp
Kenmerk: Conceptverslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de ODMH d.d. 26 juni 2014
Pagina
8
Actielijst
N.a.v.
AB
27-06-13
AB
10-10-13
Actie
Communicatiestrategie evalueren
Wie
secretaris
Einddatum
najaar 2014
Marap voorzien van aparte begrotingsbijlage
secretaris/
controller
2014
AB
18-12-13
AB
20-03-2014
Evaluatie Adviescommissies aan AB zenden
secretaris
December 2014
Regionale duurzaamheidstaken agenderen in
AB
secretaris
Voorjaar 2015
AB
26-06-2014
Nieuwe AB-leden notitie m.b.t. risico reserves
toezenden
controller
z.s.m.
AB
26-06-2014
Aandachtspunten/bevindingen accountant n.a.v.
controle jaarrekening 2013 meenemen in
voorbereiding jaarstukken 2014
Marap: in tabel ‘Reserves en voorzieningen’
Voorzieningen personeel: splitsing aanbrengen
tussen kosten Milieu en kosten BWT.
Toekomstige ontwikkelingen m.b.t. privatisering
BWT bespreken met directie en DB
controller
2014
controller
2014
secretaris
z.s.m.
AB
26-06-2014
AB
26-06-2014
Kenmerk: Conceptverslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de ODMH d.d. 26 juni 2014
Download