De olie-installatie in Ikot Ada Udo (Nigeria) in haar verwoeste omg eving Milieudefensie, haar Nigeriaan­ se zusterorganisatie ERA en vier Nigeriaanse boeren en vissers stellen het hoofdkantoor van Shell aansprakelijk voor schade die olielekkages in hun dorp hebben aangericht. Want een Nederlandse bedrijf, met een jaarwinst van 27 miljard dollar, mag zijn verantwoordelijkheid voor de gevolgen van zijn acti­ viteiten niet ontlopen. Daarom vraagt Milieudefensie de Euro­ pese Unie om regels die ervoor zorgen dat Europese bedrijven, zoals Shell, zich wereldwijd maatschappelijk verantwoord gedragen. Waarom regels nodig zijn De meest schrijnende voorbeelden van maatschappelijk onverantwoord onder­ nemen van bedrijven doen zich voor in ontwikkelingslanden. Soms is er in ont­ wikkelings­landen onvoldoende wetgeving om mens en milieu te beschermen. Zeker zo vaak ook missen overheden of rechters de wil of de mogelijkheden om bedrijven via de juridische weg aan te pakken. Het gevolg is dat bedrijven, ook Nederlandse, in ontwikkelingslanden vaak ongestraft zaken doen op een wijze die in de Euro­ pese Unie illegaal, dan wel volstrekt onac­ ceptabel is. Welke regels zijn nodig Europese bedrijven worden momenteel afgerekend op het behalen van maximale winst. Milieudefensie vindt dat de afreke­ ning ook moet gelden voor het respecte­ ren van arbeidsrechten, mensenrechten en milieu. Het zou minder moeilijk moeten worden om een Europees bedrijf voor de rechter te dagen als het bedrijf betrok­ ken is bij maatschappelijke misstanden buiten Europa. Slachtoffers buiten Europa en andere belanghebbenden moeten hun recht kunnen halen in landen die lid zijn van de Europese Unie. Als bedrijven een groter risico lopen op een juridische procedure, dan zullen zij fout gedrag eerder voorkomen. Milieudefensie vindt dat de Europese Unie regels op moet stellen, opdat het gemakkelijker wordt om in Europa rechtspraak te krijgen over illegale dan wel volstrekt onacceptabele activiteiten van Europese bedrijven buiten Europa. Om wat voor soort regels gaat het dan? 1. Directe aansprakelijkheid voor moederbedrijven Veel multinationals hebben een moeder­ bedrijf in Europa, terwijl buiten Europa dochterbedrijven actief zijn. Moederbe­ drijven oefenen vaak een grote mate van controle uit over dochterbedrijven. Ze zijn op zijn minst nauw betrokken bij belang­ rijke financiële beslissingen. De controle door het moederbedrijf of de activiteiten van het dochterbedrijf wel maatschappelijk verantwoord zijn, is op dit moment moei­ lijk afdwingbaar. Vaak is in het land waar de activiteiten geschieden, het dochterbe­ drijf ook moeilijk juridisch aanspreekbaar. Al met al kunnen slachtoffers van misstan­ den dus nauwelijks hun recht halen. Dit zou moeten veranderen. Multinationals moeten juridisch als één identiteit worden beschouwd. De Europese Unie zou het moederbedrijf strikt aansprakelijk moeten maken voor schendingen door dochterbe­ drijven van mensenrechten en milieunor­ men. Deze aansprakelijkheid zou ook moeten gelden voor de zaken die moe­ der of dochter doen met andere bedrij­ ven, voorzover moeder of dochter directe invloed hebben of hadden kunnen hebben op deze bedrijfsrelaties. 2. Ketenverantwoordelijkheid Met ketenverantwoordelijkheid wordt bedoeld dat Nederlandse en Europese bedrijven medeverantwoordelijk zijn voor de milieu- en mensenrechtenschendingen Kadir van Lohuizen/NOOR Gevraagd: Regels opdat Europese bedrijven zich wereldwijd maatschappelijk verantwoord gedragen Milieudefensie vindt dat Europese bedrij­ ven toch juridisch aangesproken moe­ ten kunnen worden op maatschappelijke misstanden die zich ergens in de keten voordoen. De toetssteen zou hierbij moe­ ten zijn of het bedrijf van de misstanden wist of het ervan had kunnen weten, en of het bedrijf op zijn minst redelijke stappen heeft ondernomen om misstanden te voor­ komen. Als slachtoffers en andere belang­ hebbenden een Europees bedrijf voor de rechter kunnen brengen voor vermeende misstanden in de keten, dan kunnen rech­ ters per geval bepalen in hoeverre het bedrijf de misstanden is aan te rekenen. De Europese Unie kan hiervoor regels opstellen, inclusief criteria op basis waar­ van de rechters vervolging van het bedrijf overwegen. Voor het overige kunnen de uitslagen van eerdere rechtszaken mee­ gewogen worden in nieuwe rechtszaken (jurisprudentie) 3. Aanvullende regels Het zou heel goed zijn als de Europese Unie directe aansprakelijkheid en keten­ verantwoordelijkheid van bedrijven beter gaat regelen. Rechters kunnen dan met duidelijke regels aan de slag. Slachtoffers en andere belanghebbenden weten dat ze in lidstaten van de Europese Unie hun recht kunnen halen als er daadwerkelijk sprake is van overtredingen. Om dit goed te kunnen laten werken zijn enkele aanvullende regels nodig. Zo kun­ 10 Kadir van Lohuizen/NOOR die kunnen kleven aan de producten en diensten die verhandeld worden in Euro­ pa. Dit wordt ook wel zorgplicht genoemd. In het engels heet dit duty of care. Ketenverantwoordelijkheid ligt in het ver­ lengde van directe aansprakelijkheid. Een groot verschil is dat bij directe aansprake­ lijkheid de controlemogelijkheden van een moederbedrijf vrij duidelijk zijn. Bij keten­ verantwoordelijkheid ligt dit complexer. Van wieg tot graf zijn immers soms tiental­ len of honderden bedrijven betrokken bij de productie van de goederen of diensten. Voor een Europees bedrijf kan het moeilijk zijn om te traceren welke activiteiten heb­ ben plaatsgevonden op grote afstand van de eigen plek in de keten. Affakkelen van gas in Iwhrekan nen bijvoorbeeld slachtoffers in ontwikke­ lingslanden al snel onvoldoende geld op tafel krijgen om een rechtszaak te voeren. Zij dienen financiële steun te krijgen om onder andere de advocaat te betalen. Een ander probleem vormt het bewijsma­ teriaal. In veel landen is het voor slachtof­ fers moeilijk om informatie te krijgen van overheden en bedrijven. Informatie die kan helpen bij de bewijsvoering tegen het bedrijf. Bedrijven zouden daarom verplicht moeten worden om de door de tegen­ partij gevraagde stukken te overleggen. In veel lidstaten van de Europese Unie bestaan al min of meer regelingen om de toegang tot recht en informatie soepeler te laten verlopen. De Europese Unie kan dit stroomlijnen en verbeteren. Aanvullende regels zouden ook kunnen zijn om niet alleen het bedrijf aansprakelijk te stellen voor misstanden buiten Europa, maar ook of juist de directeuren persoonlijk. Ook het soort recht dat wordt gehanteerd kan verschillen. In plaats van onder privaat­ recht zouden schendingen van mensen­ rechten, arbeidsrechten en milieunormen ook onder het strafrecht kunnen vallen, Hierdoor zou er bijvoorbeeld ook gevange­ nisstraf voor de directeuren kunnen volgen. Binnen de Europese Unie wordt al gewerkt aan een richtlijn die het strafrechtelijk ver­ volgen bij schendingen van milieuregels van de Europese Unie mogelijk maakt. European Coalition for ­Corporate Justice Milieudefensie richt zich in eerste instantie op de Europese Unie voor het beter rege­ len van directe aansprakelijkheid en keten­ verantwoordelijkheid. In Europa voert de European Coalition for Corporate Justice (ECCJ) campagne om de regels binnen de Europese Unie tot stand te brengen. Ongeveer 250 organisaties, waaronder Milieudefensie, uit zestien Europese lan­ den zijn al lid van de ECCJ. Milieu-, men­ senrechten- en ontwikkelingsorganisaties maken deel uit van de leden van ECCJ. Zo zijn bijvoorbeeld nationale groepen van Greenpeace, Oxfam, Amnesty Internatio­ nal en Milieudefensies’ eigen Friends of the Earth-netwerk vertegenwoordigd. De Nederlandse overheid Milieudefensie vraagt de Nederlandse overheid om zich in de Europese Unie hard te maken voor betere regels voor directe aansprakelijkheid en ketenverantwoorde­ lijkheid. Naast eigen actie en lobby, werkt Milieudefensie in Nederland samen met het Nederlandse MVO-platform. Dit plat­ form bestaat uit 31 Nederlandse nonprofit organisaties. Voor het Nederlands beleid op maatschap­ pelijk verantwoord ondernemen (MVO) is staatssecretaris van Economische Zaken Frank Heemskerk thans verantwoordelijk. Eind 2007 bracht het kabinet BalkenendeIV de beleidsnota “Kabinetsvisie Maat­ schappelijk Verantwoord Ondernemen 2008-2011” uit. In deze nota toont de Nederlandse politiek zich nog geen voor­ stander van het verplichten van bedrijven om internationaal afgesproken mensen­ rechten, arbeidsrechten en milieunormen ook in het buitenland na te leven. Milieu­ defensie gaat de komende jaren daarom de druk op de regering opvoeren. Meer informatie: European Coalition for Corporate Justice (ECCJ): www.corporatejustice.org Nederlands MVO-platform: www.mvo-platform.nl Dit informatieblad wordt medegefinancierd door de EU. De inhoud valt onder de verantwoor­ delijkheid van Milieudefensie en kan op generlei wijze worden beschouwd als een weergave van standpunten van de EU.