Hoofdstuk 10 Politieke strijd en emancipatie 1 Conservatisme en liberalisme Casus Hoofdstuk 10 Politieke strijd en emancipatie Europa 180 514666_H10.indd 180-181 Topoverleg in In 1822 kwamen vooraanstaande Europese diplomaten samen in het Oostenrijkse Verona (nu Italië). De Oostenrijkse kanselier Klemens von Metternich had hen uitgenodigd voor een congres over de onrust in de wereld, onder andere in Spanje. Daar was in 1820 een opstand tegen de koning uitgebroken. De opstandelingen grepen de macht en bepaalden dat Ferdinand VII alleen mocht aanblijven als voortaan niet hij, maar het parlement de hoogste macht zou hebben. Verder moest hij akkoord gaan met stemrecht voor alle volwassen mannen en persvrijheid. Voor de zekerheid Bron 1 Spotprent uit de tijd van het Congres van Verona. De maker waarschuwt de onderhandelaars: het zetten de opstandelingen hem vast vertrappen van de rechten van het volk is gevaarlijk, in zijn paleis. Dat was begrijpelijk, maar Europese verdeeldheid ten opzichte van de Ruswant niet alle Spanjaarden sische beer nog gevaarlijker ... steunden de opstand. In feite was er in Spanje een burgeroorlog gaande tussen aanhangers van de koning (monarchisten) en zijn tegenstanders (‘liberales’). De diplomaten in Verona vonden de Spaanse opstand erg gevaarlijk. Met name buurland Frankrijk was bang dat de ‘liberales’ de Spaanse koning zouden afzetten en Frankrijk zouden aanvallen. De Fransen wilden daarom militair ingrijpen in Spanje. Maar eerst wilden ze weten of de andere landen zo’n inval zouden steunen. De Britten weigerden daaraan mee te werken. Zij waren bang dat Frankrijk dan te machtig zou worden. Oostenrijk, Pruisen en Rusland gaven wel toestemming voor een Franse inval, maar alleen als de Spaanse regering koning Ferdinand daadwerkelijk zou afzetten of wanneer Spanje Frankrijk zou aanvallen. Hoewel dit geen van tweeën gebeurde, marcheerde het Franse leger in 1823 toch Spanje binnen. Het verjoeg de ‘liberales’ en gaf de Spaanse koning zijn absolute macht terug. De andere Europese landen vonden het Franse optreden wel best. Ze waren allang blij dat de oude orde in Spanje was hersteld. Vragen 1 2 3 Welke twee partijen streden in de jaren 1820-1823 in Spanje tegen elkaar? Leg voor beide partijen uit aan wie zij de meeste macht wilden toekennen. a Aan welke kant stonden de meeste deelnemers van het Congres van Verona? Licht je antwoord toe. b Bedenk een reden voor deze opstelling. Restauratie en liberale revoluties De opstelling van het Congres van Verona is kenmerkend voor de periode die we aanduiden als Restauratie de Restauratie (‘herstel’). Deze periode tussen 1814 en 1830 was een logische reactie op de democratische revoluties van de 18e eeuw en de Napoleontische tijd. De Franse Revolutie had Europa diep geschokt. In 1792 was het revolutionaire Frankrijk in oorlog geraakt met de omringende staten en in de jaren daarna had het verscheidene gebieden veroverd. Dit proces kwam in een stroomversnelling nadat in Frankrijk een sterke man was opgestaan, Napoleon Bonaparte. Deze veldheer onderwierp vrijwel heel Europa. Hij liep zich evenwel stuk op de verovering van Rusland en in het voorjaar van 1814 werd Napoleon verslagen. Vijftien jaar Napoleontisch bewind had Europa behoorlijk overhoop gegooid. Napoleon stond een mengeling voor van revolutionaire idealen en autoritair bestuur. Zo had hij in de veroverde staten een einde gemaakt aan allerlei eeuwenoude privileges van de adel. Bijna overal waren de traditionele vorsten vervangen door nieuwe staatshoofden (veelal familieleden van Napoleon zelf). Er waren nieuwe grenzen getrokken, nieuwe wetten uitgevaardigd en nieuwe bestuursfuncties ingevoerd. Toen Napoleon was verslagen, vonden de oude koningen, keizers en prinsen dat alles zo veel mogelijk moest worden teruggedraaid (gerestaureerd). Ook probeerden zij nieuwe revoluties te voorkomen. Dat ze daarbij geen middel schuwden, blijkt wel uit het verdrag van Verona. Aanvankelijk had de Restauratie succes. Tijdens het Congres van Wenen (18141815) werden Europese landen het erover eens dat vorsten die door Napoleon waren verdreven, in hun oude rechten moesten worden hersteld. Bovendien moest er een machtsevenwicht tussen de grote staten komen. Om die reden werd Frankrijk omringd met enkele nieuwe, sterke staten. Bron 2 Het Congres van Wenen. Maar al spoedig bleek dat van een simpel herstel van het ancien régime geen Ets naar een schilderij door Jean Baptiste Isabey uit 1819. sprake kon zijn. Dat kwam doordat niet iedereen de gebeurtenissen in Frankrijk op dezelfde manier bekeek. Enerzijds waren er mensen die uit het verloop van de revolutie de conclusie trokken dat een volk zichzelf niet kón regeren – dat liep immers uit op chaos en terreur. Zij meenden daarom dat traditioneel bestuur door een keizer of koning en mensen conservatisme van adel de beste garantie was voor stabiliteit en veiligheid. De aanhangers van dit conservatisme waren uiteraard blij met de Restauratie. Anderzijds waren er mensen die bleven geloven in een aantal idealen van de Franse Revolutie. Zij weigerden te accepteren dat sommigen op grond van hun geboorte wel macht kregen en anderen niet. Daarom vonden ze dat de burgers bij het bestuur moesten worden betrokken – op zijn minst de rijkere burgers die belasting betaalden en in ruil daarvoor ook iets te zeggen moesten hebben over de besteding van dat geld. Ook hechtten zij groot belang aan enkele fundamentele rechten, zoals de vrijheid van meningsuiting, drukpers en vergadering. Zij wilden dat deze rechten in een grondwet werden gegarandeerd. Vanwege deze liberalisme nadruk op vrijheden noemen we deze stroming liberalisme (van het Latijnse ‘liber’, vrij). Het succes van de Restauratie duurde niet lang. Niet alleen in Spanje, maar overal in Europa gistte het en verlangden liberale burgers naar meer inspraak en vrijheid. In Frankrijk brak in 1830 opnieuw een revolutie uit. De koning vluchtte en werd vervangen door een monarch die de burgers meer rechten toestond. In 1848 rolde een tweede golf van liberale revoluties door Europa. Opnieuw was Frankrijk het begin van de onrust, opnieuw moest daar de koning aftreden en opnieuw kregen burgers meer rechten. Als een van de eerste landen in Europa kreeg Frankrijk algemeen stemrecht voor mannen. Ook in Midden-Europa moesten staatshoofden concessies doen aan de liberalen, al gingen die lang zo ver niet als in Frankrijk. Stukje bij beetje moesten vorsten en adel hun macht afstaan aan de gegoede burgerij. Vragen 4 5 6 Na de Franse Revolutie en de Napoleontische tijd ontstonden er twee nieuwe politieke stromingen. Benoem deze twee en beschrijf ze in je eigen woorden. a Leg uit waarom het liberalisme juist onder de burgerij veel aanhang kreeg. b Leg uit waarom je als burger in Europa ook conservatief kon zijn. ‘Het Congres van Wenen stond geheel in het teken van herstel van het oude Europa.’ Klopt deze stelling? Licht je antwoord toe. 181 13/01/15 15:18