Lees- werkwijzer 7.4 Democratische revoluties Tijdvak 7

Lees- werkwijzer 7.4 Democratische revoluties
Tijdvak 7: Tijd van pruiken en revoluties, 1700-1800 (achttiende eeuw)
Kenmerkende aspect:
De democratische revoluties in westerse landen
met als gevolg discussies over grondwetten,
grondrechten en staatsburgerschap.
Onderzoeksvraag: Hoe probeerde men tijdens de Franse Revolutie enkele
Verlichtingsidealen in praktijk te brengen?
De kern:
 Waar vonden aan de eind van de 18e eeuw democratische revoluties plaats?
 Welke gelijksoortige kenmerken hadden deze revoluties?
Op de rand van het bankroet:
 In de periode van Lodewijk XVI had Frankrijk te maken met tegenslagen, welke?
 Hoe wilde de koning de problemen oplossen?
 Waarom was dat een moeilijk?
Grote hervormingen:
 Waarom riep de koning de Staten-Generaal bijeen?
 Wat wordt bedoeld met de uitspraak de burgerij wilde zowel een politieke als een
sociale omwenteling en geef aan welke (Franse) begrippen hierbij horen.
 Waarom stapte de Derde stand uit de Staten-Generaal en geef aan wat ze daarna
deden.
De val van de Bastille:
 Verklaar waarom 14 juli de Nationale feestdag van Frankrijk werd.
Rechten van de mens:
 In 1789 vonden een aantal gebeurtenissen plaats die een blijvende invloed hadden,
welke en waarom?
 Welke Verlichtingsidealen werden hiermee uitgewerkt?
 Hoe sprong men met de kerk om?
 Waarom werd hierdoor de kloof tussen rijk en arm alleen maar groter?
Het einde van het absolutisme:
 Hoe werd Frankrijk in de zomer van 1791 een constitutionele monarchie (koninkrijk
gebaseerd op een grondwet)?
 Hoe werd Frankrijk een jaar later een Republiek?
De revolutie gaat de grenzen over:
 Wat wordt bedoeld met de periode van ‘De Terreur’?
 Waarom hadden de revolutionaire Franse legers zoveel succes tegen de legers van
de landen die de revolutie wilde terugdraaien?
 Leg de titel van deze paragraaf uit; ‘De revolutie gaat de grenzen over’.
 Wat veranderde er door de komst van de Fransen allemaal in de Republiek?
Napoleon Bonaparte:
 Hoe werd de chaos in Frankrijk na de revolutie beëindigd?
 Waarom zou je Napoleon enerzijds een ‘verlicht despoot’ en anderzijds een ‘kind
van de revolutie’ kunnen noemen?
 Wat is de reden van zijn Russische veldtocht en waarom werd dit een enorme
mislukking?
 Verklaar het Nederlandse spreekwoord ‘zijn Waterloo vinden’.
Noem een Verschijnsel, Ontwikkeling, Gedachte, Gebeurtenis en een Persoon bij dit
kenmerkend aspect.