Hoeveel? Tellen telwoorden Van één tot tien 1. één 2. twee 3. drie 4. vier 5. vijf 6. zes 7. zeven 8. acht 9. negen 10. tien Oefenen: 1. Leer de getallen van 1 tot 10. (Eerst kijken, dan zonder kijken: leg je hand op de namen van de cijfers.) 2. Zeg de getallen van 1 tot 10. (Eerst langzaam, dan snel. Niet kijken.) 3. Schrijf de de getallen van 1 tot 10. (Niet kijken,) Kijk: heb je ze goed geschreven. Liedje: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, Waar is Berend Botje gebleven. Hij is niet hier. Hij is niet daar. Hij is naar Amerika. Amerika, Amerika. Driemaal in de rondte van je hopsasa. Tellen Hoeveel? Van 1 tot 10 telwoorden Van 10 tot 20 10-tallen 1 één 11 elf 10 tien 2 twee 12 t w aalf 20 t w intig 3 drie 13 d e r tien 30 d e r tig 4 4. vier 14 v ee r tien 40 v ee r tig 5 5. vijf 15 vijftien 50 vijftig 6 6. zes 16 zestien 60 zestig 7 zeven 17 zeventien 70 zeventig 8 acht 18 acht t ien 80 t a ch t ig 9 9. negen 19 negentien 90 negentig 10 10. tien 20 t w intig 100 honderd 0 nul Nog een getal. • • • • • Let op: t w aalf , t w intig hebben de t w van t w ee. d r ie wordt d e r - in d e r tien en d e r tig. v ie r wordt v ee r - in v ee r tien en v ee r tig. acht t ien heeft 2 t’s, 1 –t van acht en 1 –t van t ien. t a ch t ig is net als a ch t met een –t voor a ch t. Meer getallen. 1000 duizend 1.000.000 één miljoen 1.000.000.000 één miljard Oefenen: 1. Leer de getallen van 1 tot 10. (Eerst kijken, dan zonder kijken: leg je hand op de namen van de cijfers.) 2. Zeg de getallen van 1 tot 10. (Eerst langzaam, dan snel. Niet kijken.) 3. Schrijf de de getallen van 1 tot 10. (Niet kijken.) Kijk: heb je ze goed geschreven. 4. 5. 6. (7. Leer nu de getallen van 1 tot 20 op dezelfde manier. Leer de tientallen (10, 20, 30, 40 tot 100) op dezelfde manier. Leer de getallen tot honderd op dezelfde manier. En nu ook de grotere getallen.) Hoeveel? Tellen telwoorden Cijfers en getallen Cijfers en getallen Letters en woorden Cijfers Letters Er zijn 10 cijfers: Het Nederlandse alfabet heeft 26 letters: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 0 a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, k, l, m, n, o, p, q, r, s, t, u, v, w, x, ij, z (Cijfers zijn als de letters.) Getallen Woorden Met de 10 cijfers schrijven we getallen. Met de 26 letters schrijven we woorden Getallen zijn: Woorden zijn: 1, 2, 8, 10, 24, 20, 23, 31, 44, 69, 73, 89, 100, 112, 131, 1200, 2345, 10.000, 250.400, 1.000.000, 1.000.000.000 enzovoort, enzovoort, enzovoort. Er zijn oneindig veel getallen. (Dat betekent: Er komt nooit een eind aan de getallen.) Man, vrouw, huis, kat, bloem, rood, geel, dik, dun, ik, jij, deze, die, wie, nu, lopen, eten, morgen, avond, dag, au, enzovoort, enzovoort, enzovoort. Er zijn oneindig veel woorden. (Dat betekent: Er komt nooit een eind aan de woorden.) Getallen zijn als woorden die je met cijfers schrijft. De namen van cijfers en getallen. We kunnen getallen schrijven met cijfers (2, 18, 37, 244, 1948). Maar we kunnen de namen van getallen en cijfers ook met letters schrijven De namen van cijfers met letters zijn: één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, nul De namen van getallen kunnen we ook met letters schrijven: Bijvoorbeeld: één, twee, acht, tien, dertien, twintig, drieëntwintig, zevenendertig, achtentachtig, negentig, honderd, negentienachtenveertig, twintig duizend, honderd duizend, één miljard.....