Grondwet - VRG Gent

advertisement
Grondwet
In de formele zin:
= geheel van rechtsregels waarvan de goedkeuring aan strakkere regels is gebonden dan
wat voor de gewone wetten geldt en waarvoor een specifieke wijzigingsprocedure geldt.
In de materiële zin:
= geheel van fundamentele regels (geschreven of ongeschreven) die de werking en
organisatie van de gezagsinstanties en de verhouding tussen deze gezagsinstanties en de
rechtsonderhorigen bepalen.
-
staat hoger dan wet, decreet en ordonnantie
geen sanctie indien wet strijdig is met de Grondwet
geschreven of ongeschreven
star of soepel
Grondwettelijk Hof
Grondwetsherziening:
1)
-
verklaring tot herziening van de Grondwet
3 verklaringen van elk der 3 takken van de wetgevende macht (preconstituante)
doorsnede komt in aanmerking voor wijziging
gewone meerderheid vereist in Kamer en Senaat
2) Ontbinding Wetgevende Kamers
- verkiezingen binnen 40 dagen
- nieuw verkozen kamers bijeenroepen binnen 2 maanden
3)
-
Constituante
nieuw verkozen Kamers
grondwettelijke meerderheid (minstens 2/3 aanwezig en minstens 2/3 ja-stemmen)
geen verplichting om de Grondwet te herzien
niet inhoudelijk gebonden aan overwegingen van de preconstituante, tenzij de
preconstituante de opheffing of invoeging van een artikel heeft vooropgesteld
Preconstituante en constituante
Preconstituante:
= het orgaan, samengesteld uit de 3 takken van de wetgevende macht, dat over de
bevoegdheid beschikt om d.m.v. 3 afzonderlijke verklaringen tot herziening van de
Grondwet de procedure tot grondwetsherziening te laten aanvangen, waardoor een
ander orgaan (de constituante) de bevoegdheid verkrijgt de herziening van de Grondwet
door te voeren.
-
niet mogelijk in oorlogstijd of wanneer de Kamers verhinderd zijn vrij bijeen te komen
op het nationaal grondgebied of tijdens een regentschap wat de grondwettelijke macht
van de Koning en art.85-88, 91-95,106 en 197 G.W. betreft
Constituante:
= het orgaan, samengesteld uit de 3 takken van de wetgevende macht, dat over de
bevoegdheid beschikt om de grondwetsbepalingen die door de preconstituante werden
aangeduid te wijzigen.
-
geen verplichting tot herziening
kan enkel artikelen wijzigen die in herziening gesteld werden
inhoudelijke vrijheid, tenzij bij opheffing of invoeging van een artikel
Waleffe-arrest
= arrest van het Hof van Cassatie van 20 april 1950 dat stelt dat wanneer de betekenis
van de wet onduidelijk is, de rechter redelijkerwijze ervan moet uitgaan dat de wetgever
niet de bedoeling kan hebben gehad de Grondwet te schenden en derhalve een met de
Grondwet strijdige interpretatie van de wet dient af te wijzen; van zodra echter de
betekenis van de wet duidelijk is en geen ruimte voor interpretatie laat, dient de rechter
de wet toe te passen en kan hij haar toepassing niet wegens ongrondwettigheid weigeren
Feiten:
Waleffe, raadsheer bij HvC, maakte deel uit van de Kongolese magistratuur. Na zijn
uitdiensttreding genoot hij van een burgerlijk pensioen.
In 1945 werd hij emeritus en behield ook voor zijn gewezen functie in het HvC zijn wedde.
Een K.B. genomen op basis van een bijzondere machtenwet, beperkte de cumulatie van beide
pensioenen. Het emiraatspensioen werd daardoor beperkt.
Waleffe meende dat de wet de Grondwet en het principe van de scheiding der machten schond
door een aantasting van zijn emiraatsvergoeding mogelijk te maken.
Weerslag:
Hof wijkt niet af van de regel van de onschendbaarheid van de wet, maar nuanceert het, in die
zin dat in geval van twijfel over de bedoeling van de wetgever, de rechter moet vertrekken
van het redelijk vermoeden dat de wetgever niet de bedoeling kan hebben gehad de Grondwet
te schenden.
Wanneer een machtigingsbesluit, gesteund op een machtigingswet, ongrondwettelijk blijkt te
zijn, kan de rechter weigeren het besluit toe te passen omdat het niet binnen de grenzen van de
machtigingswet is genomen. Men moet er namelijk vanuit gaan dat de machtigingswet in
overeenstemming is met de grondwet.
Wet
In formele zin:
= iedere handeling die door de federale wetgevende macht wordt goedgekeurd. Ook de
handelingen die door de wetgevende machten van de gemeenschappen en gewesten
worden goedgekeurd kunnen als wetten in formele zin worden omschreven
In materiële zin:
= bevat rechtsregels met een abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter, die voor de
duur van hun gelding op een onbepaald aantal gevallen van toepassing zijn.
Grondwettelijk Hof kan enkel formele wetten op hun grondwettigheid toetsen.
Louter formele wetten:
- niet vatbaar voor cassatieberoep
- kunnen geen basis zijn voor het nemen van uitvoeringsbesluiten door de Koning
- geen advies van RvS afdeling wetgeving vereist (uitz.: instemmingswetten met
internationale verdragen)
Gewone wet: goedgekeurd met gewone meerderheid (meerderheid aanwezig en ja-stemmen)
Communautaire of bijzondere wet: goedgekeurd met een communautaire of bijzondere
meerderheid (meerderheid van elke taalgroep aanwezig, minstens meerderheid ja-stemmen in
elke taalgroep en minstens 2/3 ja-stemmen in totaal)
Besluitwet: aangenomen door de in raad verenigde ministers (en Koning) wegens de
materiële onmogelijkheid van alle takken van de wetgevende macht om vrij hun functie uit te
oefenen en waarvan het HvC achteraf de wetgevende aard heeft erkend.
Organieke wet: regelt een belangrijke sector van het openbare leven
Interpretatieve wet: wet waardoor de wetgevende macht zelf een voor iedereen bindende en
retroactieve interpretatie geeft van een vroegere wet
Programma- of herstelwet: wet waarin maatregelen genomen worden die de federale
Regering nodig acht om haar economisch, sociaal en financieel beleid te verwezenlijken.
Opdrachtwet: verleent Koning bijkomende normatieve bevoegdheden
Kader- of raamwet: Opdrachtwet waarin de essentiële beginselen volgens welke een
bepaalde materie zal worden geregeld, worden vastgelegd en waarbij aan de Koning de
bevoegdheid wordt gegeven om de complementaire regelen te bepalen die nodig zijn om de
toepassing van die beginselen mogelijk te maken.
Bijzondere machtenwet (volmachtenwet): Opdrachtwet waarin de Koning, voor een
beperkte periode, met het oog op een bepaald doel, de bevoegdheid wordt opgedragen
zonodig wetten te wijzigen, aan te vullen of te vervangen (met ruime beleidsvrijheid)
Administratieve rechtshandeling
= eenzijdige en uitvoerbare rechtshandeling die wordt verricht door een administratief
orgaan
-
-
rechtshandeling: bewust verricht met het oog op het creëren of beletten van
rechtsgevolgen
eenzijdig
uitvoerbaar
uitgaan van een administratieve overheid: niet onder de rechterlijke of wetgevende
macht ressorterende instellingen of lichamen die door een openbare macht zijn
opgericht om in een openbare dienst of in een dienst van openbaar nut te voorzien
kan geschorst en vernietigd worden door de RvS, afdeling bestuursrechtspraak
exceptie van onwettigheid (art. 159 G.W.) toepasbaar voor rechtscolleges
Verordenende administratieve rechtshandelingen: verordeningen (geschreven rechtsregels
met een abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter).
Beschikkende administratieve rechtshandelingen: administratieve rechtshandelingen
waarbij in een concreet geval een rechtsregel wordt toegepast.
→ moet formeel gemotiveerd zijn
Verordening
= geschreven rechtsregel met een abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter die voor
de duur van zijn gelding op een onbepaald aantal gevallen van toepassing is (wet in
materiële zin van het woord) maar die geen wet is in de formele zin van het woord, noch
een daarmee gelijkwaardige of hogere rechtsnorm.
-
administratieve rechtshandeling
geschreven rechtsregel
abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter
uitgevaardigd door uitvoerende macht of gedecentraliseerd bestuur
kan niet genomen worden zonder dat de Grondwet of een wettelijke (of decretale)
bepaling de bevoegdheid daartoe aan de uitvoerende macht heeft toegewezen
moet hogere normen respecteren → exceptie van onwettigheid (buiten beschouwing
laten door rechter) of vernietiging door RvS, afdeling bestuursrechtspraak
= norm van de Europese Gemeenschappen (of EU) met een algemene strekking, die
verbindend is in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk is in elke lidstaat
-
inhoud moet niet in nationaal recht worden omgezet opdat de verordening zou gelden
in de nationale rechtsorde (directe werking)
particulieren hebben het recht om voor de nationale rechter een met een Europese
verordening strijdige nationale norm buiten toepassing te laten verklaren
particulieren kunnen rechten ontlenen aan verordeningen
Motivering
= weergave van de feitelijke en juridische redenen waarop een rechterlijke uitspraak of
een administratieve rechtshandeling is gesteund.
Materiële motivering: beslissing moet steunen op redenen die rechtens en feitelijk
aanvaardbaar zijn.
- alle administratieve rechtshandelingen
Formele motivering: redenen worden veruitwendigd door ze uitdrukkelijk in de akte zelf op
te nemen.
- beschikkende administratieve rechtshandelingen
- indien niet (afdoende) gebeurd: vernietigingsberoep open bij RvS afdeling
bestuursrechtspraak en zullen de rechtscolleges ze buiten beschouwing laten
Elk vonnis moet met redenen zijn omkleed (alle rechtscolleges)
- alle door de partijen opgeworpen middelen onderzocht
- redenen om tot een bepaalde uitspraak te komen
Scheiding der machten
= ongeschreven constitutionele regel, volgens dewelke de macht verdeeld is tussen de
wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht en elke macht gecontroleerd wordt
door een tegenmacht
Algemeen:
-
niet expliciet opgenomen in de Belgische Grondwet, maar zit er impliciet in verankerd
bij interpretatie ervan mag men niet ingaan tegen een geschreven grondwettelijke
bepaling
Bevoegdheden van de 3 machten:
1) Wetgevende macht
- uitvaardigen algemene juridische normen in overeenstemming met de Grondwet en de
internationale verdragen
- goedkeuren van verdragen
- controleren van de uitvoerende macht, en minder direct de rechterlijke macht
- kan de regering ter verantwoording roepen en eventueel haar het vertrouwen
ontzeggen
- jaarlijkse goedkeuring van de begroting
- jaarlijkse vaststelling hoeveel militairen er in dienst mogen zijn
- residuaire bevoegdheid
2)
-
Uitvoerende macht
berust bij Koning
toegewezen bevoegdheid (toegewezen door de Grondwet)
uitvoeren van wetten
voeren van het algemeen beleid van het land
3)
-
Rechterlijke macht
uitgeoefend door hoven en rechtbanken
vellen van uitspraken over geschillen die bij hen aanhangig gemaakt worden
geschillen van burgerlijke of strafrechtelijke aard
in bepaalde gevallen ook geschillen tussen burger en overheid
politieke rechten: wet kan een ander rechtscollege bevoegd verklaren, maar niet
noodzakelijk
Geen dogmatische interpretatie:
-
-
onafhankelijkheid en samenwerking
uitvoerende macht wordt gerechtelijk gecontroleerd op de wettelijkheid van haar
daden en parlementair op de politieke opportuniteit
wetgever wordt gerechtelijk gecontroleerd op de verenigbaarheid met de internationale
normen en wordt door de uitvoerende macht onder druk gezet in regeringsontwerpen
of –amendementen, met ultieme dreiging het vallen van de regering en mogelijks
nieuwe verkiezingen
rechterlijke macht moet via de openbaarheid en de motiveringsplicht verantwoording
afleggen, wordt benoemd door de uitvoerende macht en moet middelen krijgen van de
wetgevende macht
Gemeenschappen en Gewesten:
-
zelfde beginselen
geen afzonderlijke rechterlijke macht
verhouding tussen wetgevende en uitvoerende macht is op diverse punten afwijkend in
de uitwerking
Verdrag
= internationale overeenkomst die, met het oog op de regeling van hun onderlinge
verhoudingen en eventueel deze van hun respectievelijke rechtsonderhorigen, door 2 of
meer volkenrechtelijke subjecten wordt gesloten en wordt beheerst door het volkenrecht
Totstandkoming:
1) Voorafgaande onderhandelingen
- via gevolmachtigde vertegenwoordigers
2) Ondertekening door de Koning
- ook Gemeenschaps- en Gewestregeringen bevoegd voor zover de betrokken materie
tot hun bevoegdheid behoort
- sommige gevallen: mededelingsplicht aan het Parlement (vóór ondertekening)
3) Mededeling aan bevoegd parlement door Koning of gemeenschaps- of
gewestregering
4)
-
Instemming van het bevoegde parlementair orgaan
federaal niveau: Kamer en Senaat
gemeenschaps- en gewestniveau: parlementen
algemene verplichting
goedkeuring gebeurt d.m.v. wet, decreet of ordonnantie
5) Ratificatie
- niet verplicht
- bevestiging van de internationale overeenkomst door het bevoegd intern orgaan
(Koning of Gemeenschaps- of Gewestregering)
6)
-
Bekendmaking
verplicht
niet uitdrukkelijk voorgeschreven door Grondwet noch door wet
HvC heeft geoordeeld dat een verdrag behoorlijk moet worden bekendgemaakt
Direct werkende verdragen:
-
-
monisme: de door de wetgevende macht goedgekeurde verdragen die directe werking
hebben maken deel uit van de nationale rechtsorde, zonder dat de bepalingen
inhoudelijk in nationaal recht moeten worden omgezet
rechtsonderhorige kan de rechten en plichten inroepen voor de nationale rechtbanken
2 voorwaarden: objectief en subjectief criterium
EVRM en de constituerende EU-verdragen nemen hoogste positie in in de hiërarchie
der rechtsnormen
GwH bevoegd om wetgevende akten aan elk internationaal verdrag te toetsen (al dan
niet met directe werking)
Communautaire meerderheid
= meerderheid vereist om bepaalde wetswijzigingen die de verhoudingen tussen federale
Staat, de gemeenschappen en de gewesten raken, door te voeren
-
meerderheid van de uitgebrachte stemmen in elke taalgroep zijn ja-stemmen
meerderheid van de leden van elke taalgroep is aanwezig
totaal van de ja-stemmen is minstens 2/3 van het totale aantal uitgebrachte stemmen
Taalgroep
= groep leden van de Kamer of Senaat die geacht worden, op basis van de Grondwet of
op basis van de plaats waar het parlementslid is verkozen of de taal waarin de eed werd
afgelegd, tot een bepaalde taalaanhorigheid te behoren. Er bestaan ook taalgroepen in
het Brussels Hoofdstedelijk Parlement
-
-
-
senatoren van rechtswege en de door het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap
aangewezen senator behoren niet tot een taalgroep
Nederlandse en Franse taalgroep
Nederlandse taalgroep Senaat: senatoren rechtstreeks gekozen door het Nederlands
kiescollege, senatoren aangewezen door en uit het Vlaams Parlement en de door deze
senatoren gecoöpteerde senatoren
Nederlandse taalgroep Kamer: lid is verkozen in een kieskring dat integraal behoort
tot het Nederlandse taalgebied, en de leden verkozen in de kieskring B-H-V indien zij
hun eed aflegden in het Nederlands
Brussels Hoofdstedelijk Parlement: 17 leden in Nederlandse taalgroep, 72 leden in
Franse taalgroep
Belang:
- communautaire wetten
- adviesverlening RvS
- toepassing alarmbelprocedure
- samenstelling Ministerraad
Alarmbelprocedure
= regeling waardoor ¾ van de leden van een taalgroep in de Kamer, de Senaat of het
Brussels Hoofdstedelijk Parlement, de behandeling van een ontwerp of voorstel van wet
of ordonnantie, binnen de eigen parlementaire vergadering kan doen opschorten. Op die
manier moet voorkomen worden dat een bepaald ontwerp of voorstel van wet of
ordonnantie de betrekkingen tussen de gemeenschappen ernstig in het gedrang brengt.
De alarmbelprocedure is voorzien in art.54 G.W. ingevoegd in 1970. De procedure geldt
niet voor ontwerpen van begroting en ontwerpen of voorstellen van wetten waarvoor
reeds een bijzondere meerderheid vereist is.
1) Tekst van de motie moet de gewraakte bepalingen aanwijzen en verklaren waarom het
ontwerp of voorstel de betrekkingen tussen de gemeenschappen in het gedrang brengt
2) Motie moet ondertekende zijn door minstens ¾ van de leden van een taalgroep; ze
moet worden ingediend voor de eindstemming in openbare vergadering
3) Schorsing van de verdere procedure
4) Ministerraad (respectievelijk Brusselse Hoofdstedelijke Regering) moet binnen de 30
dagen aan de betrokken Kamer (respectievelijk Brussels Hoofdstedelijk Parlement)
een gemotiveerd advies geven over de motie en eventueel voorstellen het ontwerp of
voorstel te amenderen
5) Betrokken Kamer (respectievelijk Brussels Hoofdstedelijk Parlement) moet zich
uitspreken over het advies of amendement
6) Procedure kan slechts eenmaal door de leden van een taalgroep t.a.v. hetzelfde
ontwerp of voorstel worden toegepast
-
vermijden dat een taalgroep via een eenvoudige meerderheid-minderheid wordt
benadeeld
op het niveau van gemeenschappen: ideologische en filosofische alarmbelprocedure
(niet voor gewesten)
Koninklijk Besluit
= rechtshandeling waarbij de Koning een algemene bestuurlijke maatregel of een
individuele overheidshandeling stelt
Reglementaire (verordende) K.B.’s: formuleren een rechtsregel en hebben dus een
algemene draagwijdte, het zijn wetten in de materiële, maar niet in de formele zin van het
woord
Organieke K.B.’s: organiseren een openbare dienst
Beschikkende K.B.’s: passen een rechtsregel in een concreet geval toe
Op het niveau van de gemeenschappen en gewesten: besluiten van de respectievelijke
regeringen die collegiaal de uitvoerende macht van de gemeenschappen en gewesten vormen
Koning
= staatshoofd dat in ons land is aangesteld op erfopvolging (art. 85 G.W.) en volgens
eerstgeboorterecht, indien een nakomeling huwt zonder toestemming van de Koning of
van hen die, bij gebreke van de Koning, zijn macht uitoefenen in de bij de Grondwet
bepaalde gevallen, verliest zijn recht op de kroon. Hij kan echter in zijn recht worden
hersteld door de Koning of door hen die, bij gebreke van de Koning, zijn macht
uitoefenen in de bij de Grondwet bepaalde gevallen, doch alleen met instemming van
Beide Kamers. De Koning is onschendbaar en kan niet allee handelen.
-
-
-
tak van de federale wetgevende macht: wetgevend initiatief, amenderingsrecht,
bekrachtiging van wetten en neemt deel aan procedure tot grondwetsherziening
hoofd van de uitvoerende macht: afkondigen en bekendmaking van wetten, sluit de
zittingen van de Kamers, roept de Kamers bijeen in buitengewone zitting of ontbindt
ze en benoemt de ministers en rijksambtenaren
is onschendbaar en onverantwoordelijk: onmogelijk een rechtsgeding tegen Hem te
voeren (intendant of administrateur van de civiele lijst), kan niet uit zijn ambt ontzet
worden
is onbekwaam om alleen te handelen (ministers verantwoordelijk: contraseign)
heeft geen persoonlijke macht
Contraseign
= voorafgaandelijke ondertekening van wetsontwerpen en K.B.’s door een minister of
eventueel een staatssecretaris
-
Koning is onverantwoordelijk en onbekwaam om te handelen
verantwoordelijkheid voor het (niet-)handelen van de Koning ligt bij de ministers
afzonderlijk of de federale regering in haar geheel (verantwoording verschuldigd aan
parlement)
Algemeen rechtsbeginsel
= rechtsregel die door de rechter direct of indirect wordt afgeleid uit principes die aan
de gehele rechtsorde ten grondslag liggen en die om die reden als fundamenteel worden
beschouwd
-
-
rechter mag geen uitspraak doen bij wege van algemene en als regel geldende
beschikking en mag zich niet schuldig maken aan rechtsweigering
algemene rechtsbeginselen hun ontstaan is niet afhankelijk van een gevestigde praktijk
↔ gewoonterechtelijke regels
grondwettelijke waarde: hiërarchisch boven de wet, worden erkend door GwH (recht
van verdediging, onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter,
evenredigheidsbeginsel, beginsel van wapengelijkheid,...)
wettelijke waarde: hiërarchisch boven de administratieve rechtshandelingen,
ontwikkeld door RvS (→ beginselen van behoorlijk bestuur: zorgvuldigheidsbeginsel,
zuinigheid, onpartijdigheid, rechtszekerheidbeginsel,...)
Grondwettelijke gewoonte
= rechtsregel die naar voren treedt ingevolge een onderbroken en overeenstemmende
reeks van rechtshandelingen die door de gestelde machten zijn verricht in de overtuiging
dat deze handelingen voor rechtmatig en wettig moeten worden gehouden
-
lagere plaats dan formele Grondwet in de hiërarchie der rechtsnormen
aanvullend
wijziging formele Grondwet kan een eind maken aan een grondwettelijke gewoonte
vb.: lopende zaken, geheimhouding gesprekken Koning en zijn ministers
houdt een juridische verplichting in (juridische sancties) ↔ grondwettelijk gebruik
(enkel politieke sancties)
Lopende zaken
= bevoegdheden die een regering als uitvoerende macht kan blijven uitoefenen als ze
handelt in een toestand waarin geen volwaardige parlementaire controle meer mogelijk
is, het wordt beschouwd als een grondwettelijke gewoonte
-
-
parlementaire democratie: evenwicht tussen wetgevende en uitvoerende macht, als de
regering ontslag neemt of als het parlement door een ontbinding in de onmogelijkheid
verkeert de regering te controleren, valt het evenwicht weg
beginsel van de continuïteit van de openbare dienst → ontslag van de regering pas
formeel aanvaard op het ogenblik dat de nieuwe regering wordt benoemd
ontslagnemende regering blijft voorlopig aan de macht, maar niet met alle
bevoegdheden (enkel de lopende zaken)
niet in de Grondwet geregeld
beslissingen buiten de lopende zaken kunnen vernietigd worden door RvS of buiten
beschouwing gelaten worden
regering moet zich ook tot de lopende zaken beperken indien het parlement is
ontbonden
CATEGORIE
Dagelijks Bestuur
Regeringszaken
Tussencategorie
LOPENDE ZAKEN
JA
NEEN
NEEN
Benoeming ambtenaren
niveau 1
JA
UITZONDERING
Hoogdringend
1) procedure moet vóór
de periode van de
lopende zaken zijn
gestart
2) procedure mag niet
overhaast gevoerd
zijn
3) eindbeslissing mag
geen belangrijke en
nieuwe beleidskeuzes
inhouden
De benoemingen van ambtenaren niveau 1 behoren tot de lopende zaken; de Koning neemt
deze beslissingen maar de nieuwe regering moet beslissen of de benoeming uitgevoerd wordt
of niet.
Decreet
= juridische norm met kracht van wet, die wordt aangenomen door een gemeenschapsof gewestraad (voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: ordonnantie)
= handeling waarbij de Wetgevende Kamers, in verenigde vergadering bijeen, besluiten
nemen
-
beperkte uitwerking (betrokken gemeenschap of gewest)
betrekking op aangelegenheid die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen en
gewesten behoort
Provincie
= enerzijds een zelfstandige politieke instelling met eigen bevoegdheden die belast is met
het beheer van de provinciale belangen en anderzijds wordt ze door de federale overheid
en de overheden van de gemeenschappen en gewesten belast met het uitvoeren van taken
van algemeen bestuur. België is onderverdeeld in 10 provincies.
-
-
organieke wetgeving van provincies is een bevoegdheid van de gewesten
(Lambermont-akkoord van 2001)
provincies oordelen zelf wat van provinciaal belang is, mits de desbetreffende
aangelegenheden niet door of krachtens de Grondwet, wetten of decreten aan hun
bevoegdheid onttrokken zijn
provinciaal belang: bovenlokale taakbehartiging, ondersteunende taken op verzoek
van andere overheden en het nemen van initiatieven met het oog op gebiedgerichte
samenwerking tussen besturen in een regio
Provincieraad:
= het vertegenwoordigende (verkozen) en beraadslagende orgaan van de provincie en
vertegenwoordigt alles wat van provinciaal belang is. Hij vertegenwoordigt niet enkel
degenen die hem hebben gekozen maar de gehele bevolking van de provincie. Behoudens
andere wettelijke of decretale bepalingen beschikt de provincieraad over de volheid van
bevoegdheid voor de aangelegenheden van provinciaal belang en voor de uitoefening
van de medebewindstaken. Hij bepaalt het beleid van de provincie, kan daartoe
algemene regels vaststellen en hij stelt de provinciale reglementen vast.
-
om de 6 jaar rechtstreeks verkozen door inwoners van provincie
75 of 84 leden
Voorzitter (Belg), niet de provinciegouverneur
Deputatie:
= uitvoerende collegiale orgaan van de provincie en bestaat uit 6 leden. I.t.t. de
provincieraad beschikt de deputatie slechts over toegewezen bevoegdheden. Dit betekent
dat zij slechts bevoegd is voor die aangelegenheden die de wet, het decreet of een
provincieraadsbesluit uitdrukkelijk aan de deputatie toekennen.
-
gekozen uit en door provincieraad
provinciegouverneur = voorzitter, maar niet stemgerechtigd (tenzij de deputatie als
administratief rechtscollege optreedt)
dagelijks bestuur
uitvoering eigen besluiten en die van de provincieraad
taken i.v.m. algemeen belang
administratief rechtscollege
Provinciegouverneur:
= vertegenwoordiger van het algemeen ebstuur in de provincie. Hij treedt op als een
commissaris van zowel de Vlaamse als de federale regering in de provincie. Daarnaast
vertegenwoordigt hij de provincie en is hij het verbindingsorgaan tussen de provincie en
de federale en de gemeenschaps- en gewestregeringen. Hij wordt benoemd en afgezet
door de gewestregering op eensluidend advies van de federale ministerraad.
-
uitvoering van wetten, decreten en besluiten van algemeen bestuur in de provincie
leiden van de coördinatie en overleg tussen de verschillende administraties
belangrijke taak m.b.t. handhaven veiligheid en openbare orde
kan beroep doen op de federale politie en gewapende macht
betrokken bij de werking van de provincieorganen
voorzitter deputatie
kan beraadslagingen van provincieraad bijwonen en daar het woord eisen
kan door de provincieraad verzocht worden informatie te geven over de wijze waarop
hij zijn bevoegdheden uitoefent
Gemeente
= politieke instelling die overeenkomstig art.41 G.W. bevoegd is voor de
aangelegenheden van gemeentelijk belang voor de verwezenlijking waarvan ze alle
initiatieven kan nemen. Daarnaast oefenen de gemeenten ook bevoegdheden uit die gen
door of krachtens een wet, decreet of ordonnantie zijn toevertrouwd. België is
onderverdeeld in 589 gemeenten.
-
verantwoordelijk voor zaken van gemeentelijk belang (ruime beleidsvrijheid)
medebewindstaken
kunnen belastingen heffen
ontvangen geld van de gewestelijke overheid via het gemeentefonds
Vlaamse Gewest bevoegd voor organieke wetgeving van gemeenten en gemeentelijke
instellingen (Lambermont-akkoord)
Gemeenteraad:
= vertegenwoordigende (verkozen) en beraadslagende vergadering van de gemeente en
regelt alles wat van gemeentelijk belang is. Behoudens andere wettelijke of decretale
bepalingen beschikt hij over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden van
gemeentelijk belang en voor de uitoefening van de medebewindstaken. Hij bepaalt het
beleid van de gemeente, kan daartoe algemene regels vaststellen en hij stelt de
gemeentelijke reglementen vast. Dit betekent ook dat de gemeenteraad in ruime mate de
bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen kan beperken. De
belangrijkste bevoegdheid is nochtans de goedkeuring van de begroting en van de
gemeentebelastingen.
-
om de 6 jaar rechtstreeks verkozen
voorzitter is niet noodzakelijk de burgemeester
kan een volksraadpleging organiseren (soms verplicht)
College van burgemeester en schepenen:
= uitvoerend collegiaal orgaan van de gemeente, samengesteld uit de door de
gewestregering benoemd burgemeester en een aantal schepenen. I.t.t. de gemeenteraad
beschikt het college van burgemeester en schepenen slechts over toegewezen
bevoegdheden. Dit betekent dat het slechts bevoegd is voor die aangelegenheden die de
wet, decreet of gemeenteraadsbesluit uitdrukkelijk aan het college toekennen.
-
samenstelling: burgemeester, voorzitter van de ocmw-raad en een # schepenen
belast met dagelijks bestuur van de gemeente
uitvoering gemeenteraadsbesluiten
medebewindstaken
Burgemeester:
= het, door de gewestregering benoemde, hoofd van de gemeente en de
vertegenwoordiger van de hogere overheden in de gemeente.
-
benoemd door gewestregering (niet noodzakelijk uit gemeenteraad)
voorzitter van het college van burgemeester en schepenen
vertegenwoordiger van de hogere overheden (uitvoering wetten, decreten en
uitvoeringsbesluiten)
belangrijke taken in het kader van de administratieve politie
hoofd van de lokale politie, of lid van politieraad en politiecollege
Referendum en volksraadpleging
= vorm van directe democratie waarbij aan de burgers gevraagd wordt om zich via een
stemming uit te spreken over een genomen of voorgenomen overheidsbeslissing; indien
de overheid niet juridisch gebonden is de uitslag te respecteren, spreekt men van een
volksraadpleging
-
rechtstreekse democratie is moeilijk te verzoenen met de Grondwet (macht berust bij
de natie, niet bij het volk)
volksraadpleging (consultatief referendum) niet noodzakelijk strijdig met het principe
van nationale soevereiniteit
onder bepaalde voorwaarden en voor sommige aangelegenheden is een
volksraadpleging mogelijk op gemeentelijk vlak
gewesten beschikken over de bevoegdheid inzake de uitwerking en organisatie van de
gemeentelijke en provinciale volksraadpleging (Lambermont-akkoord)
Grondwettelijk Hof
= rechtscollege dat bevoegd is om formele wetten te toetsen aan de door of krachtens de
Grondwet vastgestelde bevoegdheidsverdelende regels, titel II van de Grondwet, artikel
170 en 172 G.W. en artikel 191 G.W.
Ontstaansgeschiedenis:
Staatshervorming van 1980: Arbitragehof opgericht dat de bevoegdheidsconflicten moest
oplossen.
1988: Arbitragehof ook bevoegd om wetten, decreten en ordonnanties die het grondwettelijk
gelijkheidsbeginsel of de grondwettelijke onderwijsbeginselen schonden te vernietigen.
2003: Bijzondere wet breidt bevoegdheid Arbitragehof uit, nu is het Hof ook bevoegd om
wetten, decreten en ordonnanties aan titel II G.W., artikel 170 en 172 G.W. en artikel 191
G.W..
Grondwetsherziening van 2007: Grondwettelijk Hof
Het Grondwettelijk Hof is een volwaardig rechtscollege:
→ valt niet onder hoofdstuk VI “De rechterlijke macht”, maar heeft eigen hoofdstuk, maar is
toch een rechtscollege
Samenstelling:
-
dubbele pariteit: helft Nederlands en helft Franstalig, helft met juridische ervaring en
helft met ervaring als parlementslid
12 leden
beurtrol voorzitterschap (om het jaar)
2 griffiers
zaken behandeld door 7 rechters (beurtrol)
Bevoegdheid:
-
enkel formele wetten
toetsing aan bevoegdheidsverdelende regels (niet exhaustief, GwH beslist zelf)
Titel II G.W., artikels 170,172 en 191 G.W., GwH interpreteert zijn bevoegdheid ruim
a.d.h.v. art. 10 en 11 G.W.
toetsingsmaatstaf kan uitgebreid worden d.m.v. bijzondere wet, geen
grondwetsherziening nodig
Toegang:
GwH kan pas een arrest vellen na een vernietigingsberoep of een prejudiciële vraag
Vernietigingsberoep:
- instelbaar door ministerraad, gemeenschaps- of gewestregering, voorzitters van de
parlementen (verzoek van 2/3 leden) en iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet
blijken van belang
- binnen de 6 maanden na bekendmaking van de formele wet in BS
- binnen de 60 dagen indien het gaat om een wetgevende akte tot goedkeuring van een
verdrag
- schorsing mogelijk indien ernstige middelen worden aangevoerd en dat een ernstig
nadeel wordt aangetoond
Prejudiciële vraag is niet verplicht indien:
- bodemgeschil niet door het rechtscollege kan worden behandeld wegens redenen van
onbevoegdheid of niet-ontvankelijkheid, tenzij wanneer die redenen zijn ontleend aan
normen die zelf het voorwerp uitmaken van het verzoek tot het stellen van de
prejudiciële vraag
- GwH heeft reeds uitspraak gedaan over identiek voorwerp
- Vordering is spoedeisend en uitspraak heeft slechts voorlopig karakter (geldt niet
waneer er ernstige twijfel is)
- Betreft voorlopige hechtenis (geldt niet waneer er ernstige twijfel is)
- Antwoord is niet onontbeerlijk om uitspraak te doen
- Er klaarblijkelijk geen schending is
Gevolgen van een arrest van het Grondwettelijk Hof:
Vernietigingsarresten:
- absoluut gezag van gewijsde vanaf bekendmaking in BS
- retroactief
Prejudiciële arresten:
- beperkt gezag van gewijsde (enkel voor rechtscolleges die in dezelfde zaak uitspraak
doen)
- buiten toepassing laten van de wet, decreet of ordonnantie indien ze niet verenigbaar
was
Prejudiciële vraag
= vraag m.b.t. een juridisch twistpunt gesteld door een rechtscollege, vooraleer het een
zaak ten gronde beslecht, aan een ander rechtscollege.
-
-
-
enkel het rechtsprobleem vormt het voorwerp van de vraag
rechter die vraag heeft gesteld is gebonden door de uitspraak van de rechter die de
vraag beantwoordde
Hof Van Justitie van de EG: uitlegging EG-verdragen en geldigheid en uitlegging van
de door de instellingen van de Europese Gemeenschappen en de Europese Centrale
Bank verrichte handelingen
Benelux-Gerechtshof: geven van bindende interpretatie aan de gemeenschappelijke
rechtsregels in het Verdrag van 31 maart 1965 betreffende de instelling en statuut van
het Hof
GwH: uitspraak over overeenstemming van wetten, decreten en ordonnanties met Titel
II G.W., art. 170,172 en 191 G.W. en de bevoegdheidsverdelende regels
Gezag en kracht van gewijsde
Gezag van gewijsde:
= een, om de reden van een dwingende maatschappelijke noodwendigheid, door de wet
aan een rechtelijke beslissing ten gunste van de procespartijen toegekende eigenschap,
ter bescherming van de bindende kracht van de uitspraak.
-
eigenschap van een rechterlijke uitspraak
beschermt bindende kracht van een rechterlijke beslissing
verzekert de onaantastbaarheid van rechten en verplichtingen tussen de partijen
relatief, maar kan ook absoluut zijn (erga omnes) zoals de vernietigingsarresten van
het GwH en de RvS
Kracht van gewijsde:
= het verworven zijn door een gerechtelijke beslissing van de volle
uitvoeringsmogelijkheid, zodat ze niet meer kan worden bestreden door verzet of hoger
beroep, noch door een buitengewoon rechtsmiddel dat, op het vlak van de
tenuitvoerlegging, van rechtswege een schorsende werking heeft.
-
betrekking op de uitvoerbaarheid van een beslissing
geen rechtsmiddelen meer mogelijk die een schorsende werking hebben op de
tenuitvoerlegging
burgerlijke zaken: geen gewoon rechtsmiddel meer mogelijk
strafzaken: geen enkel rechtsmiddel meer mogelijk
Raad van State
= rechtscollege sui generis, bestaande uit enerzijds een afdeling bestuursrechtspraak die
optreedt als hoogste administratief rechtscollege en anderzijds een afdeling wetgeving
die advies geeft aan regeringen en parlementen
Samenstelling:
1) Zetel
- 44 leden (staatsraden)
- Geven adviezen en vellen arresten
2) Auditoraat
- 80 leden
- Afdeling wetgeving: onderzoeken van de aan advies onderworpen teksten, deelnemen
aan de zitting van de kamer waarop over de te adviseren tekst wordt beraadslaagd en
zorgt voor nadere uitwerking en verspreiding van beginselen van de
wetgevingstechniek
- Afdeling bestuursrechtspraak: controleren naleving van de maatregelen die het
onderzoek van de RvS voorafgaan, neerleggen van een verslag over de zaak, advies
geven inzake de wijze van beslechting van de zaak
- Bijhouden documentatie betreffende de rechtspraak en adviezen van de RvS
3)
-
Coördinatiebureau
4 leden
Bijhouden van de stand van de wetgeving
Ter beschikking stellen van de documentatie van het bureau, van de 2 afdelingen van
de Raad en van het publiek en de coördinatie
Codificatie en vereenvoudiging van de wetgeving voorbereiden
4) Bureau voor de concordantie van de teksten
- # leden van het administratief personeel
- Taalkundig op elkaar afstemmen van Nederlands- en Franstalige versies
5)
-
Griffie:
1 hoofdgriffier, 25 griffiers
Controletoren: regelen praktische verloop van procedures
Intermediaire rol tussen partijen en RvS
10 assessoren: afdeling wetgeving
Gespecialiseerde diensten: bibliotheek, dienst informatica,...
Afdeling Wetgeving:
-
verlenen van advies over voorontwerpen van wet, decreet of ordonnantie en over
reglementaire besluiten aan de parlementen en regeringen
facultatief of verplicht
louter adviserend
beperkt tot juridisch-technisch aspect (opportuniteit niet beoordeeld)
sanctie in geval van niet-nakoming adviesverplichting: enkel politiek tenzij voor
reglementaire besluiten die de onwettigheid van het besluit tot gevolg hebben
(annulatieberoep)
Facultatief:
- voorzitter van een wetgevende vergadering → (amendementen op) voorstellen en
ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie
- leden van de uitvoerende macht → (amendementen op) voorstellen en ontwerpen van
wet, decreet of ordonnantie
- 1e minister of voorzitter van een gemeenschaps- of gewestregering → opmaken van
tekst van voorontwerpen of amendementen
Verplicht:
- voorzitter van een wetgevende vergadering → (amendementen op) voorstellen en
ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie bij verzoek van minstens 1/3 van de leden
- voorzitter van Senaat, KvV, Brusselse Hoofdstedelijk Parlement of van de Verenigde
Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie →
(amendementen op) voorstellen en ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie bij
verzoek van een meerderheid van de leden van een taalgroep
- voorzitter van Senaat of KvV → (amendementen aangenomen bij een 1e stemming op)
voorstellen en ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie bij verzoek van tenminste 12
leden van de parlementaire overlegcommissie
- ministers van de federale regering en van een gemeenschaps- of gewestregering →
(amendementen op) voorstellen en ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie en over
alle ontwerpen van reglementaire besluiten.
→ beperkte advisering ingeval van hoogdringendheid
→ voorontwerpen van louter formele wetten enkel als het gaat om voorontwerpen
inzake wetten houdende goedkeuring van internationale verdragen en
samenwerkingsakkoorden
→ ontwerpen van reglementaire besluiten moeten in geval van gemotiveerde
hoogdringendheid even min voor advies worden voorgelegd, tenzij het gaat om
ontwerpen van koninklijke besluiten die, op basis van een opdrachtwet, bestaande
wettelijke bepalingen kunnen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen
Wanneer het advies stelt dat het voorstel of ontwerp in strijd is met de bevoegdheidsverdeling
tussen de Staat, gemeenschappen en gewesten → Overlegcomité
RvS beslist steeds over de te volgen procedure indien het advies betrekking heeft op een
wetsvoorstel of –ontwerp of een amendement daarop.
Afdeling bestuursrechtspraak:
1) Annulatiebevoegdheid
- tegen administratieve rechtshandelingen
- tegen akten en reglementen van de wetgevende vergaderingen of van hun organen, van
het Rekenhof en het GwH, van de RvS en de administratieve rechtscolleges en van
organen van de rechterlijke macht en de Hoge Raad van Justitie
- leidt tot vernietiging (retroactief en gezag van gewijsde erga omnes)
- externe wettigheid: onbevoegdheid en schending van substantiële of op straffe van
nietigheid voorgeschreven vormvereisten
- interne wettigheid: schending van de wet en machtsafwending
- binnen de 60 dagen na bekendmaking of betekening
- schorsingsbevoegdheid is accesorium van annulatiebevoegdheid en heeft 2
voorwaarden (ernstige middelen aanvoeren en ernstig nadeel)
- voorlopige maatregelen
- dwangsom
2) Cassatierechter
- oordeelt enkel in rechte
- verwijzing naar een ander administratief rechtscollege na vernietiging dat gebonden is
aan de beslissing van de RvS
- procedure van toelating
3) Rechter in laatste aanleg
- oordeelt zowel in feite als in rechte
4) Specifieke bevoegdheden
- oordelen over geschillen aangaande vergoedingen voor buitengewone schade,
veroorzaakt door het optreden van de overheid
- oordelen over geschillen aangaande dotaties aan politieke partijen
Dwangsom
= bijkomende veroordeling tot betaling van een geldsom die door de rechter, op verzoek
van een procespartij, kan worden opgelegd om druk uit te oefenen opdat de
veroordeelde de tegen hem uitgesproken hoofdveroordeling tijdig zou uitvoeren
-
-
-
RvS heeft bevoegdheid een dwangsom op te leggen om een efficiënte uitvoering van
de arresten te verzekeren, een dwangsom is dus enkel mogelijk als reeds voordien een
annulatiearrest werd uitgesproken en dit arrest een plicht tot (niet-)handelen inhoudt,
bovendien moet de overheid eerst aangemaand worden het arrest uit te voeren
RvS is ook bevoegd om een dwangsom op te leggen aan de overheid die niet het
vereiste administratief dossier indient
RvS ook bevoegd om in het arrest dat de schorsing of voorlopige schorsing van de
tenuitvoerlegging van een akte of reglement beveelt, een dwangsom aan de betrokken
overheid op te leggen
RvS tenslotte bevoegd om een dwangsom op te leggen aan de betrokken overheid,
samen met het bevelen van voorlopige maatregelen
Rechtscollege
= overheidsorgaan dat beslissingen kan nemen die gezag van gewijsde hebben
-
-
3 soorten rechtscolleges: hoven en rechtbanken (rechterlijke macht), administratieve
rechtbanken die krachtens een wet worden ongesteld en rechtscolleges sui generis:
GwH en RvS, afdeling bestuursrechtspraak
Hoven en rechtbanken zijn uitsluiten bevoegd om uitspraak te doen over geschillen
m.b.t. burgerlijke en politieke rechten
Geschillen m.b.t. politieke rechten kunnen door de wetgever toegewezen worden aan
de andere rechtscolleges
GwH bevoegd om uit te maken of men al dan niet met een politiek recht te maken
heeft
Beslissingen van rechtscolleges hebben gezag van gewijsde (uitz.: beslissing alvorens
recht te doen)
Arrest
= beslissing van de hogere (Belgische) rechtscolleges
Vonnis
= uitspraak van een lager rechtscollege
Hof van Cassatie
= het hoogste rechtscollege van de rechterlijke macht, het heeft de bevoegdheid de in
laatste aanleg gewezen vonnissen en arresten te verbreken wegens schending van de wet
of substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereisten. Op die manier
waarborgt het Hof de eenheid in de rechtspraak
-
-
-
-
uitspraak over de voorziening in cassatie (= buitengewoon rechtsmiddel)
geen beoordeling van de feiten, maar enkel vernietiging indien het gewezen arrest of
vonnis strijdig is met de wet of wanneer zij substantiële of op straffe van nietigheid
voorgeschreven vormvereisten schendt
enkel toetsing aan wetten in materiële zin
mag wel rekening houden met de feiten
bij verbreking van een arrest of vonnis, geen uitspraak ten gronde, verwijst de zaak
naar een ander rechtscollege van gelijke rang en hoedanigheid als het rechtscollege dat
het verbroken uitspraak heeft geveld of naar hetzelfde rechtscollege met een andere
samenstelling
rechtscollege is niet gebonden door arrest van HvC
indien rechtscollege HvC volgt is geen cassatievoorziening mogelijk
indien rechtscollege het HvC niet volgt is een 2e cassatievoorziening mogelijk, indien
het Hof het vonnis of arrest om dezelfde reden vernietigt is zijn arrest wel bindend
voor het volgend rechtscollege
termijn: 3 maanden in burgerlijke zaken, 15 dagen in strafzaken
enkel schorsende werking in strafzaken
ook uitspraak over conflicten van attributie: geschillen van bevoegdheid tussen
burgerlijke en administratieve rechter
Smeerkaasarrest
= arrest van het HvC van 27 mei 1971 dat stelt dat wanneer er een conflict bestaat
tussen een internrechtelijke norm en een internationaalrechtelijke norm die rechtstreeks
gevolgen heeft in de interne rechtsorde, de door het verdrag bepaalde regel moet
voorgaan, en dat deze voorrang volgt uit de aard zelf van het bij het verdrag bepaald
internationaal recht.
Feiten:
1958: Belgische regering voert taks in op de invoer van bepaalde zuivelproducten
EG: “deze heffing druiste in tegen de stand-still bepaling van art. 12 EG-verdrag”
N.V. Franco-Suisse lijdt grote financiële verliezen en wenste dit terug te vorderen van de
Belgische staat maar een wet belette dit en nam dus gerechtelijke stappen
→ ongelijk in 1e aanleg
→ wel gelijk bij HvB te Brussel, omdat het Hof weigerde de wet toe te passen wegen
strijdigheid met EG-verdrag, het Hof stelde dat het internationaal recht primeert boven
nationaal recht
→ HvC bevestigt uitspraak HvB te Brussel
Weerslag:
-
rechter moet nationale wet die strijdig is met internationaal recht buiten toepassing
laten in de desbetreffende zaak
wet is niet meer onschendbaar door dit arrest
Exceptie van onwettigheid
= verplichting voor elke rechter, ook de administratieve rechtscolleges, om de besluiten
en verordeningen van alle administratieve overheden buiten toepassing te laten,
wanneer zij niet met de wetten en de rechtsnormen van hogere rang overeenstemmen.
-
art. 159 G.W.
geldt voor de rechter, niet voor administratieve overheid
buiten beschouwing laten ↔ annulatieberoep (vernietiging)
geldt niet erga omnes
kan ten allen tijde ingeroepen worden
verplichting (ambtshalve)
RvS: art.159 G.W. enkel toepasbaar op reglementaire handelingen en niet op individuele
beslissingen, deze zouden rechtsgeldig zijn indien ze niet binnen de 60 dagen worden
aangevochten
→ visie wordt niet gevolgd door gewone hoven en rechtbanken
Residuaire en toegewezen bevoegdheid
Toegewezen bevoegdheid:
= de bevoegdheid om die aangelegenheden te regelen die de Grondwet of een krachtens
de Grondwet genomen wet uitdrukkelijk toewijst, hetzij aan 1 van de 3 machten, met
name de wetgevende, uitvoerende of de rechterlijke macht, hetzij aan de
gemeenschappen, gewesten of de federale staat
Residuaire bevoegdheid:
= de bevoegdheid om alle aangelegenheden te regelen die de Grondwet of een krachtens
de Grondwet genomen wet niet uitdrukkelijk heeft toegewezen
Verticaal:
-
-
uitvoerende macht: toegewezen bevoegdheden
wetgevende macht: residuaire bevoegdheid
rechterlijke macht: toegewezen bevoegdheden
gelijkaardig voor de machten van de gemeenschappen en gewesten
wetgevende macht beschikt ook over aantal voorbehouden bevoegdheden
“bij” of “door” wet: uitsluitend wetgevende macht bevoegd (in principe geen delegatie
aan uitvoerende macht mogelijk)
delegatie wel mogelijk op voorwaarde dat de dan door de uitvoerende macht
uitgevaardigde normen door de wetgevende macht worden onderzocht en bekrachtigd
en voor zover de machtiging aan de uitvoerende macht uitdrukkelijk en
ondubbelzinnig is → bijzondere machtenwet
“krachtens” de wet: ruimere mogelijkheid om de regeling van die aangelegenheid te
delegeren aan de uitvoerende macht
Horizontaal:
-
-
residuaire bevoegdheid normaalgezien bij de deelstaten
federale overheid normaalgezien toegewezen bevoegdheid
overgangsbepaling: artikel kan niet in werking treden alvorens in de Grondwet een
lijst is opgenomen van de toegewezen bevoegdheden van de federale overheid,
bovendien moet een bijzondere wet de wijze en de voorwaarden bepalen waaronder de
gemeenschappen en gewesten de residuaire bevoegdheden kunnen uitoefenen
federale overheid beschikt over residuaire bevoegdheid tot de wijzigingen zijn
doorgevoerd en hebben gemeenschappen en gewesten dus toegewezen bevoegdheden
(en impliciete bevoegdheden)
Exclusieve bevoegdheden: aangelegenheden waarbij op een bepaald grondgebied slechts 1
overheid bevoegd is.
Concurrerende bevoegdheden: aangelegenheden waarbij op een bepaald grondgebied zowel
de federale overheid als de deelgebieden beide principieel bevoegd zijn, maar waarbij de
deelgebieden slechts regelend mogen optreden zolang de federale overheid haar bevoegdheid
niet heeft gehanteerd. Van zodra de overheid regelend optreedt, wordt de n,normering van de
deelgebieden van rechtswege opgeheven.
Parallelle bevoegdheden: aangelegenheden waarbij zowel de federale overheid als de
deelgebieden tegelijkertijd en cumulatief bevoegd zijn zonder dat er een hiërarchie tussen de
rechtsnormen bestaat.
Impliciete bevoegdheid
= bijkomende en voorwaardelijke maar binnen deze context volwaardige
bevoegdheden, die niet als dusdanig door de wet aan een bepaald bestuursniveau zijn
toegewezen
-
-
normerende overheden kunnen bevoegdheden uitoefenen waarvoor ze strikt genomen
niet bevoegd zijn, maar die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de
aangelegenheden waarvoor ze wel bevoegd zijn
tweevoudige voorwaarde: voorbehouden aangelegenheid leent zicht tot een
gedifferentieerde regeling en de weerslag op de federale aangelegenheid is marginaal
Gemeenschappen en gewesten
= In de Belgische staatsordening worden de centrale bevoegdheden door 3 instanties
uitgeoefend: de federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten
3 gewesten:
- Vlaamse Gewest (Vlaamse provincies)
- Waalse Gewest (Waalse provincies)
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest (19 Brusselse gemeenten)
3 gemeenschappen:
- Vlaamse Gemeenschap (Vlaamse Gewest en 19 Brusselse gemeenten t.a.v.
instellingen die wegens hun activiteiten of organisatie moeten worden beschouwd
als uitsluitend behorend tot de Vlaamse Gemeenschap)
- Franse Gemeenschap (Waalse Gewest en 19 Brusselse gemeenten t.a.v.
instellingen die wegens hun activiteiten of organisatie moeten worden beschouwd
als uitsluitend behorend tot de Franse Gemeenschap)
- Duitstalige Gemeenschap (Duitse taalgebied)
Gemeenschappen:
- cultuur
- onderwijs
- persoonsgebonden aangelegenheden
- regeling van het taalgebruik
Gewesten:
- ruimtelijke ordening
- leefmilieu en waterbeleid
- landinrichting en natuurbehoud
- huisvesting
- landbouw en zeevisserij
- economie
- ondergeschikte besturen
- tewerkstelling
- openbare werken en vervoer
Beide:
- wetenschappelijk onderzoek in de hun opgedragen aangelegenheden
- organisatie en uitoefening van het administratief toezicht op handelingen van
gedecentraliseerde overheden wat de aangelegenheden betreft waarvoor ze bevoegd
zijn
- samenwerking tussen gemeenschappen, gewesten en federale overheid en instemming
met verdragen in de hun toegewezen bevoegdheden
- internationale betrekkingen in de hun opgedragen aangelegenheden
De Franse Gemeenschap heeft een aantal van haar bevoegdheden overgedragen aan het
Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie in Brussel. Daarnaast heeft het
Waalse Gewest bepaalde bevoegdheden overgedragen aan de Duitstalige Gemeenschap.
Taalgebied
= België wordt ingedeeld in 4 taalgebieden: het Nederlandse, het Franse, het Duitse en
het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. Elke Belgische gemeente behoort tot een
taalgebied. De grenzen van de taalgebieden kunnen enkel bij communautaire
meerderheid gewijzigd worden.
Nederlandse taalgebied: provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen,
Limburg en Vlaams Brabant, Nederlands is bestuurstaal
Franse taalgebied: provincies Luik, Waals-Brabant, Henegouwen, Luxemburg en Namen
Duits taalgebied: enkele gemeenten in provincie Luik, Duits is bestuurstaal
Tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad: 19 Brusselse gemeenten, Frans en Nederlands vormen
op voet van gelijkheid de bestuurstaal van dit gebied
Indeling in taalgebieden houdt een beperking in van de bevoegdheid van de wetgevers tot
regeling van het taalgebruik en vormt dus een grondwettelijke waarborg van de voorrang van
de taal van het eentalige gebied of van het tweetalig karakter van het gebied.
Eentalige gebieden: voorrang bestuurstaal
Taalgrens- en Brusselse randgemeenten = faciliteitengemeenten:
- gebruik van andere taal in relatie met de overheid kan wettelijk toegelaten worden
- berichten, mededelingen en formulieren moeten opgesteld worden in zowel Frans als
Nederlands
- zijn verplicht zich in de taal te wenden die de burger wenst (Nederlands of Frans)
- iedere belanghebbende kan , zonder bijkomende kosten en zonder verantwoording
van zijn aanvraag, bij de dienst die de akte heeft opgemaakt een gewaarmerkte
vertaling met waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift verkrijgen (geldt ook
voor gemeenten uit het Malmédyse)
- wijzigingen slechts mogelijk bij communautaire meerderheid
Duitse taalgebied: berichten, mededelingen en formulieren moeten opgesteld worden in zowel
Frans als Duits
Federalisme
= techniek waarbij in de schoot van een zelfde staat bevoegdheden verdeeld worden
tussen het centrale gezag en de deelstaten van deze staat met het doel deze deelstaten een
ruime autonomie te verlenen door ze staatsmachten toe te vertrouwen, die zij uitoefenen
vrij van iedere hiërarchische band met het centrum.
Eenheidsstaat:
- soevereiniteit in 1 centrum
- 2 afgezwakte vormen: deconcentratie en decentralisatie
- deconcentratie: hiërarchisch toezicht van de hogere overheid
- decentralisatie: administratief toezicht van de hogere overheid (hogere overheid kan
niet beslissen i.p.v. gedecentraliseerd bestuur), gedecentraliseerd orgaan heeft
rechtspersoonlijkheid en beschikt over grotere autonomie
Confederatie:
- statenverbinding
- staten behouden eigen soevereiniteit
- verdrag als basis
- beraadslagend orgaan samengesteld uit diplomatieke vertegenwoordigers
- internationaal recht
Federale staten:
- tweekamerstelsel waarbij 1 kamer de federale staat en 1 kamer de deelstaten
vertegenwoordigt
- residuaire bevoegdheden bij de deelstaten
- grondwettelijk hof
- medebeslissingsrecht voor de deelgebieden bij het vaststellen van hun bevoegdheden
en meer in het algemeen bij het bepalen van hun statuut (communautaire meerderheid,
constitutieve autonomie,...)
Administratief beroep
= beroep dat wordt ingesteld bij een orgaan van het actief bestuur en dat ertoe strekt
een beslissing van dat orgaan zelf of van een hiërarchisch ondergeschikt orgaan, van een
onder toezicht staand orgaan of van een andere administratieve overheid te doen
intrekken, te vernietigen, te wijzigen of dat, indien geen dergelijke beslissing werd
genomen, beoogt alsnog een beslissing te bewerkstelligen.
Algemeen:
-
beoordeling op wettigheid en opportuniteit
ingesteld bij een orgaan van het actief bestuur → beslissing = administratieve
rechtshandeling
geen gezag van gewijsde
Indeling naargelang de overheid bij wie men beroep instelt:
Willig of oneigenlijk beroep: bij dezelfde overheid die de oorspronkelijke beslissing heeft
genomen
Hiërarchisch beroep: bij hiërarchisch meerdere van de overheid die de oorspronkelijke
beslissing heeft genomen
Beroep bij de toezichthoudende overheid: bij overheid die toezicht houdt op de
gedecentraliseerde overheid die de beslissing heeft genomen
Beroep bij een andere administratieve overheid: bij een andere overheid die niet in een
hiërarchische of toezichthoudende relatie staat tot de overheid die de oorspronkelijke
beslissing heeft genomen
→ Vol beroep:de door het beroep gevatte overheid kan een volledig nieuwe beslissing nemen
(moet zich niet beperken tot vernietiging)
Indeling naargelang de verplichting het beroep te beantwoorden:
Georganiseerd beroep: verplicht
Niet-georganiseerd beroep: niet verplicht
Administratief toezicht
= geheel van middelen waarover de toezichthoudende overheid beschikt om de
territoriaal en functioneel gedecentraliseerde diensten en overheden te verplichten,
hetzij om de rechtsregels na te leven (legaliteitscontrole), hetzij om het algemeen belang
te eerbiedigen.
Algemeen:
Gedecentraliseerde overheden en diensten:
- eigen rechtspersoonlijkheid
- eigen beslissingsrecht
- niet aan het hiërarchisch gezag onderworpen
- wel onderworpen aan controle van toezichthoudende overheid (deze kan niet optreden
in de plaats van de gedecentraliseerde dienst of overheid)
Gewoon versus specifiek administratief toezicht:
Gewoon administratief toezicht: wordt uitgeoefend op de handelingen die de gemeenten en
provincies ofwel stellen in het lader van hun eigen bevoegdheden ofwel stellen in het kader
van de medebewindstaken, in de mate dat daarbij niet in een strengere controle werd voorzien
door de bevoegde wet- of decreetgever.
Specifiek administratief toezicht: wordt uitgeoefend op medebewindstaken en wordt
georganiseerd en uitgeoefend door de overheid tot wiens bevoegdheid de betrokken materie
behoort, deze overheid zal ook bepalen hoe dit specifiek toezicht wordt georganiseerd.
Algemeen, bijzonder en dwangtoezicht:
Algemeen administratief toezicht: houdt in dat een beslissing van een gemeente- of
provinciebestuur onmiddellijk uitvoerbaar is tenzij deze beslissing naderhand wordt geschorst
of vernietigd (indien deze beslissing een rechtsregel schendt of het algemeen belang schaadt).
Schorsing:
- tijdelijk
- verliest haar juridische impact indien de beslissing later niet wordt ingetrokken of
vernietigd
- bevoegdheid: provinciegouverneur (gemeente) en Vlaamse Regering (provincie)
Vernietiging:
- retroactief
- bevoegdheid: Vlaamse Regering
- normaalgezien na schorsing
Bijzonder administratief toezicht: houdt in dat een beslissing van een gemeente- of
provinciebestuur niet uitvoerbaar is tenzij de Vlaamse regering de beslissing expliciet
goedkeurt.
-
Dwangtoezicht: laat toe dat een toezichthoudende overheid toch in de plaats van het
gedecentraliseerd bestuur kan beslissen. (beslissing schendt een rechtsregel of schaadt
het algemeen belang. (→ commissaris)
Parlement
= hoogst verkozen orgaan van een rechtsstaat. Naargelang van de enkelvoudige of
tweeledige structuur spreekt men van monocameralisme of bicameralisme. België kent
op federaal niveau een bicameralisme, op gemeenschaps- en gewestniveau is er
monocameralisme.
-
-
parlementaire monarchie: staatshoofd onverantwoordelijk en bestaan van regering is
afhankelijk van een steeds herroepbaar vertrouwen van het Parlement tegenover wie
zij verantwoordelijk is
bicameralisme: 2 onafhankelijke en onderscheiden organen maken samen op hetzelfde
niveau deel uit van de wetgevende macht
representatief: burgers duiden vertegenwoordigers aan die in naam van het geheel van
de bevolking beslissingen nemen
Parlementair statuut:
-
-
jaarlijkse vergoeding voor volksvertegenwoordigers
senatoren genieten vergoeding van hun onkosten (geen wedde)
vrij verkeer op alle verkeerswegen die door de openbare overheden worden
geëxploiteerd of in concessie werden gegeven
parlementaire immuniteiten: parlementaire onverantwoordelijkheid en parlementaire
onschendbaarheid
parlementaire onverantwoordelijkheid: lid van een Kamer kan niet worden
vervolgd of aan enig onderzoek worden onderworpen n.a.v. een mening of stem in de
uitoefening van zijn functie uitgebracht → onbeperkt (verder dan vrije meningsuiting)
parlementaire onschendbaarheid: lid van een Kamer kan niet worden aangehouden
in strafzaken, verwezen naar of gedagvaard voor een rechtbank tijdens de zitting tenzij
de betrokken Kamer hem verlof verleent, behalve bij ontdekking op heterdaad;
wanneer de aanhouding, verwijzing of dagvaarding begonnen is vóór de zitting dan
kan de betrokken Kamer de betrokken handelingen schorsen (2/3 meerderheid vereist)
Senaat (bevoegdheden):
-
-
tak van de wetgevende macht
bicamerale aangelegenheden: zelfde bevoegdheid als Kamer
gedeeltelijk bicamerale aangelegenheden: Kamer beslist in fine, Senaat kan wel
initiatief nemen of ene initiatief uit de Kamer evoceren als minstens 15 leden dat
vragen
exclusieve bevoegdheden: belangenconflicten tussen de vergaderingen die wetgevend
optreden
alternerende bevoegdheden: voordrachten van de benoemingen in het GwH en de
RvS
niet bevoegd voor (monocamerale aangelegenheden): verlenen van naturalisaties,
wetten betreffende aansprakelijkheid van federale ministers, begroting en rekeningen
(uitz.: dotatie van de Senaat) en vaststelling legercontingent
Senaat (samenstelling):
-
-
71 senatoren in totaal
40 rechtsreeks verkozen senatoren (4 jaar, behalve bij voortijdige ontbinding van de
Kamer), 25 gekozen door Nederlands kiescollege, 15 door Frans kiescollege
21 gemeenschapssenatoren, aangeduid door Gemeenschapsparlementen, 10 door
Vlaams Parlement, 10 door Franse Gemeenschapsparlement en 1 door Parlement van
Duitstalige Gemeenschap (dubbel mandaat)
10 gecoöpteerde senatoren, rechtstreeks verkozen door de verkozen en de
gemeenschapssenatoren, 6 Nederlandstalige en 4 Franstalige
senatoren van rechtswege: kinderen van de koning (indien er geen zijn, de Belgische
nakomelingen van de tot regeren gerechtigde tak van het koninklijk stamhuis) zijn van
rechtswege lid op de leeftijd van 18 jaar en stemgerechtigd vanaf 21 jaar, maar worden
niet meegerekend bij aanwezigheidsquorum, ze treden pas in functie na eedaflegging
Kamer van Volksvertegenwoordigers:
-
tak van de wetgevende macht
150 leden
federale deler = totale bevolking / 150
zetels per kieskring = bevolking van de kieskring / federale deler
overblijvende zetels → kieskringen met het grootste nog niet vertegenwoordigde
bevolkingsoverschot
gekozen voor 4 jaar (behalve in voortijdige ontbinding)
ruimere bevoegdheden dan Senaat
exclusief bevoegd voor politieke controle en alternerend bevoegd voor de voordracht
van magistraten
Gemeenschaps- en Gewestparlementen:
-
-
-
wetgevende macht van de gemeenschappen en gewesten
verkozen voor 5 jaar (vaste duur → legislatuurparlement)
Vlaams Parlement: 124 leden (118 rechtstreeks verkozen in Vlaamse kieskringen, 6
verkozen in Brusselse kieskringen)
Waalse Gewestparlement: 75 rechtstreeks verkozen leden, verkozen in Waalse
kieskringen
Franse Gemeenschapsparlement: 94 leden (75 leden uit Waalse Gewestraad + 19
leden die uit en door de Franse taalgroep van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement
worden verkozen)
Brussels Hoofdstedelijk Parlement: 89 leden (72 in Franse taalgroep, 17 in
Nederlandse taalgroep verkozen door kiezers die in de bevolkingsregisters van de
gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn ingeschreven)
Parlement van de Duitstalige Gemeenschap: 25 leden (rechtstreeks verkozen door de
kiezers van de gemeenten van het Duitse taalgebied)
Zitting
= jaarlijks tijdperk waarin een verkozen orgaan haar vergaderingen houdt.
Onderscheid voor federaal parlement:
- gewone zitting: duurt ieder jaar minstens 40 dagen en neemt van rechtswege
aanvang op de 2e dinsdag van oktober
- buitengewone zitting: zitting die niet op de 2e dinsdag van oktober begint, ze
komen voor wanneer het Parlement is ontbonden en een volgende zitting nog niet
is begonnen
-
loopt de facto het hele jaar door
koning sluit de zitting op de dag van het begin van de volgende zitting
buitengewone zitting: na verkiezingen (10 dagen na verkiezingen)
alleen tijdens zitting genieten parlementsleden van de parlementaire onschendbaarheid
Legislatuur
= duur waarvoor een orgaan verkozen is
-
democratische verkiezingen → voorkeur van de kiezer kan periodiek gewijzigd
worden
gemeente- en provincieraden: 6 jaar
Kamer en Senaat: 4 jaar
Europees Parlement en Gewest- en Gemeenschapsparlementen: 5 jaar
kan voortijdig beëindigd worden voor Kamer en Senaat → vervroegde verkiezingen
indien geen voortijdige ontbinding mogelijk: legislatuurparlement
stemming in Kamer noodzakelijk om Kamer te ontbinden → quasilegislatuurparlement
ontbinding van de Kamer brengt automatisch ontbinding van de Senaat mee
Coöptatie
= aanduiding van personen voor een bepaalde functie door personen die een dergelijke
functie reeds zelf bekleden
-
komt voor bij senatoren
mogelijk maken van rekrutering van vooraanstaande personaliteiten
6 senatoren voorgesteld door Nederlandse taalgroep en 4 door Franse taalgroep
Verkiezingen
= verrichting waarbij de gerechtigde personen hun vertegenwoordigers in een orgaan
aanduiden. In België kent men 5 soorten van rechtstreekse verkiezingen van politieke
vertegenwoordigers, verkiezingen van:
- Kamer en Senaat
- Gemeenschaps- en Gewestparlementen
- Europees Parlement
- Provincieraadsverkiezingen
- Gemeenteraadsverkiezingen
Passieve kiesvoorwaarden:
= voorwaarden waaraan iemand moet voldoen om verkozen te worden tot lid van een bepaald
orgaan
Voor Kamer en Senaat:
- Belg zijn
- genot hebben van burgerlijke en politieke rechten
- min. 21 jaar zijn
- woonplaats hebben in België of ingeschreven zijn in bevolkingsregisters die worden
bijgehouden in de diplomatieke of consulaire beroepsposten
Voor Gemeenschaps- en Gewestparlementen:
- Belg zijn
- genot hebben van burgerlijke en politieke rechten
- min. 18 jaar zijn
- woonplaats hebben in België
Voor Europees Parlement:
- woonplaats in 1 van de lidstaten van de EG en ofwel Belg zijn ofwel onderdaan zijn
van een andere lidstaat van de EG
- zich niet bevinden in 1 der gevallen van uitsluiting of schorsing of niet ten gevolge
van een individuele, civielrechtelijke of strafrechtelijke beslissing in zijn Staat van
herkomst het stemrecht hebben verloren
- zich geen kandidaat gesteld hebben bij dezelfde verkiezing in een andere lidstaat
- min. 21 jaar zijn
- De taal van het kiescollege spreken waarbij men zich aanmeldt
Provincieraad:
- Belg zijn
- min. 18 jaar zijn
- ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van een gemeente van de provincie
- zich niet bevinden in 1 van de gevallen van onverkiesbaarheid
Gemeenteraad:
- Belg zijn, of EU-burger die aan de actieve kiesvoorwaarden voldoet
- min. 18 jaar zijn
- ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente
- zich niet bevinden in 1 van de gevallen van onverkiesbaarheid
Actieve kiesvoorwaarden
= voorwaarden waaraan men moet voldoen om stemgerechtigd te zijn
-
min. 18 jaar zijn
niet verkeren in 1 van de gevallen van uitsluiting bij wet bepaald
Belg zijn
Gemeenteraadsverkiezingen: EU-onderdanen komen ook in aanmerking indien ze zijn
ingeschreven in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente en hun wil hebben
gegeven om dit stemrecht in België uit te oefenen.
Ook niet EU-onderdanen kunnen bij gemeenteraadsverkiezingen hun stem uitbrengen, op
voorwaarde dat ze in de gemeente waar ze hun hoofdverblijfplaats hebben een schriftelijke
aanvraag indienen met vermelding van hun nationaliteit, adres van hun hoofdverblijfplaats, ze
een verklaring ondertekenen waarin ze zich ertoe verbinden de Grondwet, de wetten van het
Belgische volk en het EVRM na te leven en ze gedurende minstens 5 jaar ononderbroken hun
hoofdverblijfplaats in België hebben.
Europese Unie
= economische en politieke internationale organisatie sui generis, bestaande uit 27
Europese staten, die georganiseerd is rond 3 bevoegdheidspijlers:
- klassieke bevoegdheden van de EG (1e pijler)
- buitenlandse en veiligheidsbeleid (2e pijler)
- politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (3e pijler)
Evolutie:
-
-
-
resultaat van verschillende maar parallelle vormen
EGKS + EEG + EGA = EG (Verdrag van Brussel van 1965)
EG beschikt over 1 Commissie, Raad van Ministers,Hof van Justitie en budget
Verdrag van Maastricht (1992) breidde bevoegdheden EG uit → EU → 3 pijlers
1e pijler → supranationaal: beslissingen werden genomen door organen die qua
samenstelling en werkwijze onafhankelijk van de lidstaten optraden en bij
meerderheid besluiten konden nemen
2e en 3e pijler → intergouvernementeel: beslissingen via samenwerking tussen
verschillende afzonderlijke lidstaten, al dan niet met gebruik van instellingen,
procedures en regelingen voorzien in het EG- en EU-verdrag
Pogingen om structuur en werking van de EU te hervormen wegens toenemend aantal
leden: Verdrag van Nice (2001) en Europese Grondwet kenden geen succes, verdrag
van Lissabon (2007) treedt normaal in werking in 2009
Juridische aard:
-
geen rechtspersoonlijkheid
samenwerkingsvorm sui generis
zowel supranationaal als intergouvernementele samenwerking
verdrag van Lissabon geeft EU rechtspersoonlijkheid
Bevoegdheden en beslissingsprocedures:
1e pijler:
- supranationaal, overgeheveld van een nationaal naar een bovennationaal niveau
- EU heeft bevoegdheden uitgebreid
- Verdrag van Amsterdam: aantal aangelegenheden die vroeger tot de 3e pijler
behoorden opgenomen in EG-verdrag, maar nog steeds beslissing op
intergouvernementele basis
2e pijler:
- intergouvernementeel
- buiten de toezichtsbevoegdheid van het Hof van Justitie
3e pijler:
- via samenwerking tussen verschillende lidstaten, hoewel verdrag van Nice lidstaten de
mogelijkheid geeft om op dit terrein gebruik te maken van instellingen, procedures en
regelingen voorzien in het EG- en EU-verdrag
- bevoegdheid Hof van Justitie (beperkende voorwaarden)
Rechtshandelingen van de EU:
Verordening: algemene strekking en is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks
toepasselijk in elke lidstaat
Richtlijn: verbinden t.a.v. het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is,
doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen
Beschikking: verbindend in al haar onderdelen voor degenen tot wie zij uitdrukkelijk is
gericht
Aanbevelingen en adviezen: niet verbindend
Organen:
-
1 institutioneel kader
Raad van Ministers (Raad van de EU)
Europese Commissie
Europees Parlement
Hof van Justitie: bevoegd om de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en
toepassing van het EG-verdrag te verzekeren
Gerecht van 1e Aanleg: kan kennis nemen van bepaalde categorieën van beroepen die
vroeger door het Hof werden behandeld
Europese Raad: belangrijk intergouvernementeel orgaan waar het topoverleg over de
toekomstige beleidslijnen van de Gemeenschappen en de Unie plaatsvindt en dat
wordt samengesteld uit de staatshoofden en regeringsleiders van de verschillende
lidstaten.
Regering
= centrale orgaan van de uitvoerende macht. Er is een regering op het niveau van de
federale staat, de gemeenschappen en de gewesten. De regeringen bestaan uit ministers
(en eventueel staatssecretarissen) die worden aangeduid door de Koning of door de
Gemeenschaps- of Gewestparlementen
Federale regering:
-
max. 15 ministers
benoemd en ontslagen door Koning
doorgaans door de Koning belast met 1 of meerdere specifieke deelaspecten van het
beleidsterrein
ministers zonder portefeuille: volwaardige leden van de regering maar zijn niet
belast met de leiding van een departement noch met een bepaalde staatstaak
geleid door 1e minister
taalpariteit (1e minister uitgezonderd)
verschillend geslacht
ministerraad = 1e minister + ministers (zonder portefeuille), beslist bij consensus
(iedereen akkoord en draagt volle verantwoordelijkheid)
regeringsraad = leden van de ministerraad + staatssecretarissen
staatssecretarissen worden toegevoegd aan een federale minister, bevoegdheid
begrensd door minister
geen taalpariteit voor staatssecretarissen
ministers en staatssecretarissen zijn politiek verantwoordelijk tegenover de Kamer, die
de regering via een constructieve motie van wantrouwen tot ontslag kan dwingen
functie van minister of staatssecretaris is onverenigbaar met het mandaat van
volksvertegenwoordiger of senator
ministers van Staat: benoemd door koning (K.B.), eretitel verleend aan personen die
zich in het openbare leven verdienstelijk hebben gemaakt
Gemeenschaps- en gewestregeringen:
-
verkozen door gemeenschaps- en gewestparlementen (government making power)
eedaflegging in handen van de voorzitter van hun gemeenschaps- of gewestparlement
ministers duiden een voorzitter aan die eed aflegt in handen van de Koning
voorzitter Vlaamse Regering = minister-president
Gemeenschaps- en Gewestparlementen kiezen zelf het maximale aantal leden van hun
regering (constitutieve autonomie)
Vlaamse regering: max. 11 leden
Waalse gewestregering: max. 9 leden
Franse gemeenschapsregering: max. 8 leden
Brussels Hoofdstedelijk Parlement en Parlement Duitstalige Gemeenschap kunnen
niet zelf kiezen
Regering Brussels Hoofdstedelijk Gewest: max. 5 leden, maar wel taalpariteit m.u.v.
voorzitter
Regering Duitstalige Gemeenschap: 3-5 leden
verschillend geslacht
politiek verantwoordelijk t.a.v. hun parlementen (constructieve motie van
wantrouwen)
indien de regeringen zelf de vertrouwenskwestie stellen en hen die wordt gewijzigd,
zijn ze van rechtswege ontslagnemend
Ministeriële immuniteiten:
-
-
-
ministeriële onverantwoordelijkheid: geen vervolging of enig onderzoek mogelijk
n.a.v. een mening uitgebracht in de uitoefening van de ambt (handelingen niet
beschermd, enkel meningen)
ministeriële onschendbaarheid: afzonderlijke procedure bij het onderzoek naar en de
vervolging en bestraffing van misdrijven gepleegd door ministers
afzonderlijke procedure gevolgd voor misdrijven gepleegd door een minister of
staatssecretaris in de uitoefening van zijn ambt, ongeacht of hij daarvoor berecht wordt
tijdens of na zijn ambtstermijn en voor misdrijven die door een minister of
staatssecretaris zijn gepleegd buiten de uitoefening van zijn ambt en waarvoor hij
wordt berecht tijdens de ambtstermijn
Kamer (of gemeenschaps- of gewestparlement) zal verlof moeten verlenen voor
bepaalde gerechtelijke handelingen
vervolging enkel instelbaar door procureur-generaal bij bevoegde hof van beroep
Constitutieve autonomie
= bevoegdheid voor de deelstaten van een federale staat om de inrichting en werking van
hun eigen organen te bepalen.
-
-
-
deelstaten niet onafhankelijk
deelstaten bepalen niet volledig eigen inrichting, basisregels in Grondwet en
wetgeving
gemeenschappen en gewesten kunnen de bevoegdheid toegewezen krijgen om de
aangelegenheden betreffende de verkiezingen, samenstelling en werking van hun
parlement zelf te regelen
2 voorwaarden: communautaire meerderheidswet moet aanduiden voor welke
aangelegenheden deze bevoegdheid nu effectief wordt toegewezen, de decreten die
deze autonomie vorm geven moet worden aangenomen met een meerderheid van 2/3
van de uitgebrachte stemmen, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van het
betrokken Parlement aanwezig is
geen afwijking van Grondwet of bepalingen van bijzondere wet 8 augustus 1980
constitutieve autonomie komt niet toe aan Duitstalige Gemeenschap, noch aan het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
belangrijke onderwerpen: wijzigen # leden van de parlementen, vaststelling van de
kieskringen en het wijzigen van de werking van de regeringen
Ministeriële omzendbrief
= brief die richtlijnen bevat en die door een minister wordt verstuurd
Interpretatieve omzendbrieven: minister geeft instructies aan de ondergeschikte ambtenaren
van zijn diensten over de wijze waarop de wetten en besluiten naar zijn oordeel moeten
worden toegepast.
→ geen rechtsregels (geen bindend karakter)
→ geen annulatieberoep bij RvS mogelijk
→ uitzonderlijk wel een rechtsregel: wanneer de interpretatie met een algemene draagwijdte
op een dwingende, imperatieve wijze geredigeerd is (bedoeling primeert de erin vervatte
interpretatie als enige juiste toepasbaar te stellen), in dit geval verkrijgt ze een verordenend
karakter en kan aangevochten worden bij RvS
Indicatieve omzendbrieven: minister stelt voor zichzelf richtlijnen vast die hij zich
voorneemt te volgen bij het onderzoek van individuele gevallen of hij deelt de voorwaarden
mee waarvan hij als toezichthoudende overheid zijn goedkeuring zal laten afhangen of die in
acht moeten worden genomen om een schorsing en/of een vernietiging van de beslissing te
voorkomen.
→ geen rechtsregels (geen bindend karakter)
→ geen annulatieberoep bij RvS mogelijk
Verordenende omzendbrieven: hebben de bedoeling een dwingende rechtsregel te
formuleren, die moet worden nageleefd door degenen aan wie hij is gericht, ze moet:
- nieuwe regels aan de bestaande toevoegen
- regels moeten abstract en algemeen zijn
- overheid moet de richtlijnen verplichtend willen stellen (dwingend karakter)
- opgesteld en bekendgemaakt door een overheid die over de verordenden bevoegdheid
beschikt m.b.t. behandelde materie en die over een discretionaire bevoegdheid
beschikt die het haar mogelijk maakt, bij betwisting, de naleving van de door haar
uitgevaardigde normen af te dwingen
→ vatbaar voor annulatieberoep
→ verplicht voorafgaand advies RvS, afdeling wetgeving
→ moeten op behoorlijke wijze bekendgemaakt worden
Discretionaire bevoegdheid
= bevoegdheid waarbij de overheid over een grote mate van beleidsvrijheid beschikt in
de keuze van de middelen om het wettelijk gestelde doel te bereiken. Om de wet toe te
passen moet de overheid dus een beleidskeuze maken.
-
binnen de toepassing van de wet zijn verschillende oplossingen mogelijk
overheid moet het algemeen belang nastreven, daarom kan ze niet willekeurig
optreden bij het maken van haar beleidskeuze
overheid moet de verschillende belangen ernstig afwegen
Marginale toetsing
= toetsing door de rechter die de wettelijkheid van een beslissing moet nagaan en daarbij
moet onderzoeken of de belangenafweging, die door de overheid gebeurde, niet
kennelijk onredelijk is. De rechter kan zelf de belangenafweging niet maken, maar kan
wel nagaan of de overheid bij deze afweging op een redelijke manier te werk gegaan is.
-
rechter kan nagaan of de overheid niet kennelijk onredelijk en dus buiten haar
bevoegdheid en verplichting om het algemeen belang te dienen, optreedt
bij gebonden bevoegdheid hoeft de rechter zich niet tot de marginale toetsing te
beperken
Ombudsman
= onafhankelijk instelling met de hoofdzakelijke taak klachten over het onbehoorlijk
functioneren van de overheid te onderzoeken. Hij tracht na dit onderzoek de
standpunten van overheid en klager te verzoenen. Daarnaast kan hij algemene
aanbevelingen formuleren over het functioneren van de overheid
Formele rechtsbescherming: jurisdictionele procedures
Informele rechtsbescherming: uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen,
openbaarheid van bestuur en de ombudsman
-
verschillende ombudsdiensten
verhelpen onbehoorlijk optreden van de overheid, niet het onwettelijk optreden
bemiddelingsfunctie
kan een aanbeveling richten aan de overheid, maar deze is niet juridisch afdwingbaar
kunnen aanbevelingen kracht bijzetten door ze te publiceren in hun jaarlijkse
werkingsverslagen
onafhankelijk
Bekrachtiging
= handeling waarbij de Koning, als tak van de wetgevende macht, of de Gemeenschapsen Gewestregeringen, als tak van de decreet- of ordonnantiegevende macht, zich
akkoord verklaart met het door het federale parlement, respectievelijk het
Gemeenschaps- en Gewestparlement, aangenomen voorstel of ontwerp van wet, decreet
of ordonnantie, het is het laatste stadium van de wetgevende procedure.
-
wetgevende macht: Koning, Kamer en Senaat
Koning kan principieel niet weigeren de wet te bekrachtigen, indien hij dit toch doet
verhindert dit niet dat de wet totstandkomt
bekrachtigingsformule verschilt naargelang het gaat om een monocamerale,
bicamerale of gedeeltelijk bicamerale wet
decreten en ordonnanties worden bekrachtigd door de respectievelijke Gemeenschapsof Gewestregering
Afkondiging
= 1e daad van de uitvoering van een wet, decreet of ordonnantie waarbij de uitvoerende
macht de authenticiteit en het bestaan van een wet, decreet of ordonnantie bevestigt
-
federale wet: Koning bevestigt het bestaan van de wet en beveelt dat ze met ’s Lands
zegel wordt bekleed en in het BS wordt bekendgemaakt
decreten en ordonnanties worden afgekondigd door de respectievelijke
Gemeenschaps- of Gewestregering
Bekendmaking
= handeling van de uitvoerende macht waarbij een norm ter kennis wordt gebracht van
de burger op de door de wet bepaalde wijze, met de bedoeling deze de kans te geven de
wet te kennen vooraleer hij erdoor gebonden is
-
-
wet bestaat reeds na afkondiging, maar is slechts verbindend voor derden nadat zij
door de minister van Justitie met ’s Lands zegel bekleed werd en in het BS
gepubliceerd werd
10 dagen na bekendmaking: verbindend, tenzij de wet zelf een andere termijn bepaalt
of de Koning machtigt de datum van haar inwerkingtreding te bepalen
na verstrijken van de termijn wordt iedereen onweerlegbaar geacht deze wet te kennen
analoge regels voor decreten, ordonnanties en besluiten van provincieraad en
gemeenteraad
Grondrechten
= geheel van subjectieve rechten die tot doel hebben de voorwaarden te creëren en te
garanderen opdat personen op vrije en menswaardige wijze zouden kunnen
functioneren, ze worden als essentieel beschouwd in een rechtsstaat en binden dus
eveneens de democratisch verkozen meerderheid.
Historiek en rechtsbronnen:
-
filosofische grondslag in liberale democratische gedachtegoed (Magna Charta, Bill of
rights, Déclaration des droits de l’homme et du citoyen,...)
hedendaagse bronnen : Grondwet, UVRM, BUPO, ECOSOC, EVRM,...
Categorieën en generaties van grondrechten:
4 categorieën:
- burgerlijke rechten: rechten die de rechtsonderhorige dienen te beschermen tegen
onrechtmatig en ongeoorloofd overheidsoptreden
- politieke rechten: bedoeld om de rechtszoekende deel te laten nemen aan het
staatsgezag
- economische, sociale en culturele rechten: verplichten de overheid om een aantal
voorwaarden te scheppen opdat de rechtszoekenden in waardigheid zouden kunnen
leven
- collectieve rechten: strekken ertoe om t.a.v. groepen van personen een globale
toestand te garanderen
3 generaties:
- burgerlijke en politieke rechten
- economische, sociale en culturele rechten
- collectieve rechten
Vooral burgerlijke en politiek rechten zijn in rechte afdwingbaar.
Afdwingbaarheid van grondrechten:
1) nationale rechter
- grondrechten met directe werking: norm moet self-executing zijn (regel behoeft geen
verdere nationale reglementering met het oog op precisering of vervollediging)
- objectief en subjectief criterium
2) internationaal forum
- afdwingingsmechanisme
- variërend van rapportageprocedure tot rapportageplicht en klachtenprocedure bij een
niet-jurisdictioneel orgaan tot een klachtenprocedure bij een jurisdictioneel orgaan
Toepassingsgeval: EVRM
-
België verdragspartij
EVRM biedt aan iedereen die onder de rechtsmacht van de verdragsstaten ressorteert
een collectieve garantie voor een aantal fundamentele rechten en vrijheden
EHRM en Comité van Ministers verzekeren de naleving
men kan zich niet rechtstreeks tot deze organen wenden, eerst alle interne
rechtsmiddelen uitputten (EVRM heeft directe werking)
eerst onderzoek naar ontvankelijkheid
indien ontvankelijk: onderzoek ten gronde en/of voorstel tot minnelijke schikking
Hof kan een billijke genoegdoening toekennen aan de klager indien een schending van
het EVRM wordt vastgesteld
Comité van Ministers houdt toezicht op de uitvoering van de arresten door de
veroordeelde lidstaat
Rechtsstaat
= staat waarin de gezagsdragers gehouden zijn door het objectieve, democratisch tot
stand gekomen, recht waarvan zij de toepassing verzekeren, waarin de bevoegdheid van
de gezagsdragers door de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers wordt
beperkt en waarbij de rechtsregels afdwingbaar zijn voor een onafhankelijke rechtbank
-
machthebbers halen hun macht uit democratische aanduiding, rechtsstaat is dus altijd
een democratische staat
democratische meerderheid moet een aantal fundamentele rechten respecteren
effectieve rechtsbescherming → onafhankelijke rechtbank
aanwezigheid van de mogelijkheid om de strijdigheid van de wet met de Grondwet
voor een rechtbank af te dwingen is geen vereiste
Ambtenaar
= iedere burger die aan de uitoefening van de openbare macht deelneemt (brede zin) of
de persoon die statutair en meestal in vast dienstverband, werkzaam is in
overheidsdienst (enge zin)
-
-
statuur (geen overeenkomst)
rechtstoestand wordt eenzijdig bij wet of reglement door de overheid bepaald of
gewijzigd
alle wijzigingen moet op voorhand worden onderhandeld met de vakbonden
vastheid van betrekking: ambtenaar kan slechts worden ontslagen door een
tuchtmaatregel of in uitzonderlijke omstandigheden
benoeming: handeling waarbij de overheid eenzijdig het wettelijk of reglementair
statuut op een ambtenaar van toepassing verklaart, wordt effectief als de betrokkene
hem aanvaardt
bevordering: handeling waarbij een ambtenaar benoemd wordt tot een graad van een
hogere rang
strikte regels om politieke beïnvloeding uit te sluiten
Gemeenschappen en Gewesten bevoegd voor het vaststellen van de statutaire regels
van hun eigen personeel
Flandria-arrest
= arrest van 5 november 1920 waarmee het Hof van Cassatie de tot dan toe algemeen
aanvaardbare stelling dat de overheid niet aansprakelijk kon worden gesteld voor daden
en besluiten genomen in het kader van het algemeen belang
Feiten:
Zeer oude boom die eigendom was van de stad Brugge viel op de openbare weg en vernietigt
de planten van de onderneming Flandria. De val was te wijten aan nalatigheid van de stad
Brugge.
Vóór Flandria-arrest:
Burgerlijke rechter enkel bevoegd om over bestuursdaden te oordelen, wanneer de overheid
als privaatrechtelijk persoon was opgetreden. Wanneer de overheid optrad als drager van de
openbare macht moest de burgerlijke rechter zich onbevoegd verklaren.
Flandria-arrest:
HvC stelde een einde aan het onderscheid tussen de Staat als private persoon en als openbare
macht: wanneer het bestuur een burgerlijk recht van de gewone burger aantast, begaat het een
onrechtmatige daad, waarvoor de gewone rechter bevoegd is.
Wanneer de overheid een fout maakt, kan dat voor de gewone rechtbank worden gebracht en
kan de schadelijder door diezelfde rechtbank een vergoeding worden toegekend.
Verfijningen:
Wegverkeerstekenarrest (1963)
Koepokkenarrest (1963)
Cuvelierarrest (1965)
Goffinarrest (1971)
Overheid is zowel in haar beslissingen, als
bij de uitvoering ervan onderworpen aan de
algemene voorzichtigheidsplicht op straffe
van anders een fout te hebben begaan en
aansprakelijk te zijn voor de door de burgers
ten gevolge hiervan opgelopen schade
Administratieve overheid is ook in de
uitoefening van haar
verordeningsbevoegdheid onderworpen aan
de zorgvuldigheidsplicht
Schending van een politiek recht door de
overheid levert een burgerlijk recht tot
schadevergoeding op, waarvoor uitsluitend
de burgerlijke rechter bevoegd is
Zelfs in de gevallen waarin aan de
uitvoerende macht geen termijn is
voorgeschreven om een wet of K.B. uit te
voeren, kan het verzuim van de overheid
aanleiding geven tot schadeloosstelling ten
laste van de overheid
Leclef- en Dumoulinarrest (1980)
Anca-arrest (1992)
Francovich-arrest (1991)
Brasserie du Pêcheur-arrest (1996)
Gewone rechter kan aan de overheid, die
door een onrechtmatige daad de burgerlijke
rechten van een persoon schendt en schade
berokkent, de herstelling in natura van de
schade bevelen en haar maatregelen
opleggen om een einde te maken aan de
schade verwekkende onwettigheid
Beginselen inzake de scheiding der machten
en de onafhankelijkheid van de rechterlijke
macht brengen niet mee dat de overheid
onttrokken zou zijn aan de verplichting tot
herstellen van de schade veroorzaakt door de
fout van de rechterlijke macht
Een staat kan door de nationale rechter
aansprakelijk gesteld worden voor de schade
die veroorzaakt wordt door het niet tijdig
omzetten van een Europese richtlijn in
nationaal recht wanneer:
- het door de richtlijn beoogde resultaat
de toekenning van rechten aan
particulieren bevat
- deze rechten op basis van de
richtlijnbepalingen kunnen worden
aangeduid
- er een causaal verband is tussen de
schending van de verplichting die rust
op de lidstaat en de door de
rechtsonderhorige geleden schade
Wanneer een schending van het
gemeenschapsrecht door een lidstaat is toe te
rekenen aan de nationale wetgever, die
optreedt in een materie waarin hij bij het
maken van normatieve keuzes over een
ruime beoordelingsmarge beschikt, hebben
de benadeelde particulieren recht op
schadevergoeding wanneer de geschonden
regel van gemeenschapsrecht ertoe strekt hen
rechten toe te kennen, het om een voldoende
gekwalificeerde schending gaat en er een
rechtstreeks oorzakelijk verband bestaat
tussen deze schending en de door de
particulieren geleden schade
Köbler-arrest (2003)
Een lidstaat kan aansprakelijk gesteld
worden voor de schade veroorzaakt door een
schending van het gemeenschapsrecht door
een in laatste aanleg uitspraak doende
rechterlijke instantie van die lidstaat, indien:
- de geschonden rechtsregel ertoe strekt
particulieren rechten toe te kennen
- er sprake is van een voldoende
gekwalificeerde schending
- er een rechtstreeks causaal verband
bestaat tussen deze schending van de
op de staat rustende verplichting en
de door de betrokkenen geleden
schade
Openbaar ministerie
= korps van magistraten bij de hoven en rechtbanken dat hoofdzakelijk belast is met het
vorderen van de toepassing van de strafwet tijdens het strafproces, het is in dat kader
verantwoordelijk voor de opsporing en vervolging van misdrijven. Daarnaast heeft het
O.M. nog enkele taken in burgerlijke zaken
-
-
-
staande magistratuur
beslechten geen geschillen ↔ zittende magistratuur
afzetbaar door Koning
staan onder het gezag van de minister van Justitie bij het opsporen en vervolgen van
misdrijven
vordering ter terechtzitting is een rechterlijke taak die het O.M. volledig onafhankelijk
uitoefent
behoort niet tot de rechterlijke macht (sensu stricto), wel tot de rechterlijke orde
Procureur des Konings: verbonden aan een arrondissement, staat aan het hoofd van
een parket bij de arrondissementsrechtbank, rechtbank van 1e aanleg, rechtbank van
koophandel en de politierechtbank, hij wordt bijgestaan door substituten
Arbeidsauditeur: oefent het ambt van O.M. uit bij de arbeidsrechtbanken en wordt
bijgestaan door substituut-arbeidsauditeurs
Procureur-generaal bij het hof van beroep: staat aan het hoofd van een parketgeneraal en wordt bijgestaan door advocaten-generaal en substituut-procureursgeneraal, hij oefent het ambt van O.M. uit bij het hof van beroep, arbeidshof en hoven
van assisen van zijn rechtsgebied; hij staat ook in voor de coherente uitvoering en
coördinatie van het strafrechtelijk beleid binnen zijn rechtsgebied, hij kan hiertoe
dwingende algemene onderrichten geven aan alle leden van het O.M. binnen zijn
rechtsgebied, ook wat betreft de uitoefening van de strafvordering
Procureur-generaal bij het Hof van Cassatie: waakt enkel over de juiste toepassing
van de wet en oefent de strafvordering in principe niet uit
Federaal procureur: hoofd van het federaal parket en wordt bijgestaan door federale
magistraten; hij is voornamelijk bevoegd voor de uitoefening van de strafvordering
m.b.t. misdrijven die verschillende rechtsgebieden betreffen of een internationale
dimensie hebben of die te maken hebben met georganiseerde criminaliteit of
terrorisme
Misdrijf
= handeling die strafbaar is gesteld bij de wet
-
nullum crimen sine lege
nulla poene sine lege
Overtreding:
-
strafbaar met een politionele hoofdstraf
gevangenisstraf 1-7 dagen
geldboete € 1-25
werkstraf 20-45 u.
politierechter bevoegd (verkeersmisdrijven steeds bij politierechter)
Wanbedrijf:
-
strafbaar met correctionele hoofdstraf
gevangenisstraf 8 dagen – 5 jaar
geldboete ≥ € 26
werkstraf 45-300 u.
correctionele rechtbank bevoegd
Misdaad:
-
strafbaar met criminele hoofdstraf
hechtenis en opsluiting
doodstraf en dwangarbeid zijn afgeschaft
hof van assisen bevoegd
Ook rechtspersonen zijn strafrechtelijk verantwoordelijk. Het strafwetboek voorziet voor gen
een omzetting van vermelde vrijheidsstraffen en specifieke straffen.
Geldboetes zijn te vermenigvuldigen met 5,5, zonder dat dit de aard van de straf wijzigt.
Misdrijven van gemeen recht: komen voor de gewone strafrechter
Politieke misdrijven en drukpersmisdrijven: komen voor het hof van assisen
Bepaalde factoren kunnen ertoe leiden dat het misdrijf van zijn wederrechtelijkheid wordt
ontdaan = rechtvaardigingsgronden.
Sommige omstandigheden leiden ertoe dat de schuld wordt weggenomen =
schulduitsluitingsgronden.
Andere omstandigheden leiden tot strafvermindering of –uitsluiting: verschoningsgronden
(bij wet bepaald) en verzachtende omstandigheden (grotere beoordelingsvrijheid voor
strafrechter)
Verzachtende omstandigheden kunnen zowel tijdens het onderzoek ter terechtzitting als
tijdens het vooronderzoek in aanmerking genomen worden.
→ correctionalisering
→ contraventionalisering
Amnestie
= beslissing van de wetgevende macht die met terugwerkende kracht bepaalde, voorheen
strafbare handelingen hun strafbaar karakter ontneemt; deze handelingen worden
wettelijk geacht nooit een misdrijf te zijn geweest.
-
strafbaarheid van een handeling uitwissen
retoractief
door de wetgever, maar kan ook door de Koning (“krachtens” de wet een
amnestiemaatregel nemen)
draagwijdte in elk geval nader omschreven
algemene draagwijdte
wetten van openbare orde
Genaderecht
= recht dat de Koning bezit om de straffen die door definitief geworden rechterlijke
beslissingen zijn uitgesproken, d.m.v. een K.B. kwijt te schelden of te verminderen, de
genademaatregel kan individueel of collectief zijn, doet de fout of de straf zelf niet
verdwijnen en betreft alleen de uitvoering van de straf
-
Koning heeft het recht de door de rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden of te
verminderen, behoudens hetgeen t.a.v. de ministers is bepaald
enkel betrekking op strafrechtelijke sancties die het juridisch karakter van een straf
hebben
ongeacht de aard van de straf
ongeacht of de straf met of zonder uitstel van tenuitvoerlegging uitgesproken werd
nuttigheidsfunctie: opheffen van onbillijke en ongewenste gevolgen
geen retroactieve kracht (afwijking wat betreft geldboetes, geldboete kan terugbetaald
worden mits bepaalde voorwaarde)
Koning kan een door het Hof van Beroep veroordeelde minister of lid van een
Gemeenschaps- of Gewestregering geen genade verlenen dan op verzoek van de
Kamer of van het betrokken parlement
Eerherstel
= rechterlijke beslissing waardoor voor de toekomst aan de strafrechtelijke gevolgen van
een veroordeling tot een criminele, correctionele of politiestaf, na de uitvoering van de
straf of na een genademaatregel, een einde wordt gesteld
Voorwaarden voor de veroordeelde:
- mag geen eerherstel genoten hebben gedurende de voorbije 10 jaar
- uitvoering van de door het strafvonnis opgelegde vrijheids- en geldstraffen
- voldoening van de plicht tot teruggave, schadevergoeding en betaling van de kosten
- veroordeelde moet een proeftijd (3-10 jaar) doorlopen hebben tijdens dewelke hij een
vaste verblijfplaats had en blijk gaf van verbeter gedrag
-
-
rechterlijke beslissing
bevorderen maatschappelijke reïntegratie
≠ uitwissing van veroordelingen of wettelijk eerherstel (= in het strafwetboek
voorziene maatregel waarbij veroordelingen tot politiestraffen en de daaruit volgende
juridische gevolgen en sommige correctionele straffen voor de toekomst automatisch
verdwijnen wanneer 3 jaar verstreken is)
wettelijk herstel gebeurt automatisch, is geen persoonlijk recht en heeft geen
voorwaarden
Belasting
= verplichte geldelijke bijdrage aan de overheid, en dit zonder een rechtstreeks
aanwijsbare tegenprestatie vanwege de overheid
-
verplicht
dient om de uitgaven van de overheid te financieren
geen rechtstreeks aanwijsbare band tussen bijdrage van de belastingbetaler en de
tegenprestatie vanwege de overheid
kan slechts worden ingevoerd door de wetgevende organen van de verschillende
beleidsniveaus (legaliteitsbeginsel)
annaliteitsbeginsel
gelijkheidsbeginsel
directe belasting: wordt geheven op een periodiek weerkerende toestand
indirecte belasting: wordt geheven op toevallige, geïsoleerde, bijzondere
rechtshandelingen of juridische feiten (op de prijs van goederen en diensten)
retributie: vrijheid aanwezig om al dan niet gebruik te maken van een welbepaalde
dienst van de overheid, er is een wettelijke basis noodzakelijk maar enkel voor de
hoofdlijnen (uitvoerende macht kan nadere regels bepalen), het annaliteitsbeginsel
geldt niet
Begroting
= raming van de inkomsten en uitgaven van een overheidsorgaan voor een toekomstige
periode; ze houdt een verplichting in om de geraamde ontvangsten in te vorderen en een
machtiging om de geraamde uitgaven aan te gaan en te betalen.
-
-
-
regering bereidt begroting voor in een ontwerp van begroting
uiteindelijke vaststelling gebeurt door wetgevende macht (Kamer en Koning op
federaal niveau, de parlementen en de Gemeenschaps- of Gewestregering op regionaal
niveau)
begroting neemt de vorm aan van een wet, decreet of ordonnantie (wetten in louter
formele zin en dus niet onderworpen aan voorafgaand advies van de afdeling
wetgeving RvS en kunnen niet als grondslag dienen voor een reglementair besluit)
uitzondering: begrotingsruiters: wel wetten in materiële zin
1) Annaliteitsbeginsel
-
-
jaarlijkse stemming over de begroting
begroting kan slechts betrekking hebben op de inkomsten en uitgaven van 1 jaar =
begrotingsjaar (valt samen met kalenderjaar)
begroting moet gestemd zijn uiterlijk de laatste dag van december, indien dit niet
gebeurd is kan de Regering de Kamer verzoeken om voorlopige kredieten toe te
kennen, maar deze mogelijkheid is sterk ingeperkt
beginsel geldt ook voor gemeenschappen en gewesten
2) Universaliteitsbeginsel
-
alle uitgaven en inkomsten moeten in de begroting terug te vinden zijn
verbod om een bepaalde ontvangst voor te behouden voor een bepaalde uitgave (nietaffectatie)
begrotingsfonds is mogelijk om op vorig verbod af te wijken
3) Specialiteitsbeginsel
-
geen artikel van de uitgaven der begroting mag overschreden worden
er mag geen overschrijving tussen verschillende begrotingsartikelen plaatsvinden
(bepaald overschot op bepaald artikel mag niet worden aangewend om een tekort op
een ander artikel te voorkomen, zonder aanpassing van de begroting)
Download