Onderwijs-Ondersteuningsprofiel van Het Kwadrant 2. Algemene gegevens: 2.1 Contactgegevens : Naam samenwerkingsverband: Nummer: Samenwerkingsverband passend voortgezet onderwijs Bergen op Zoom e.o. Naam: Het Kwadrant Adres: Oberonstraat 2 Postcode: 4624VM Plaats: Bergen op Zoom Email: [email protected] Website: www.het Kwadrant-boz.nl Directeur: Ab de Laater Zorgcoördinator: Marcella van Schilt-Schepers 3001 2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept: Historie en huidige situatie Het Kwadrant is een school voor PrO. Het Kwadrant valt onder de Lowys Porquinstichting. In 1998 is voormalige MLK-VSO De Bosrand gestart onder de naam ‘Het Kwadrant school voor praktijkonderwijs’. In de afgelopen jaren zijn de uitstroomprofielen verder ontwikkeld en is er een samenwerkingsverband met het VMBO en het MBO. Daar waar mogelijk en zinvol is, participeert Het Kwadrant in het samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO. Populatie Het Kwadrant school voor praktijkonderwijs heeft 150 leerlingen met een PrO-indicatie uit de hele regio. De leerlingen komen niet alleen van speciale en reguliere basisscholen, maar ook vanuit het VO. Uitgangspunten/waarden Wonen, werken, vrije tijd en burgerschap zijn de domeinen voor het PrO. Alle leerlingen werken op basis van een individueel ontwikkelingsplan (IOP), waarin de te ontwikkelen competenties staan beschreven. Daarbij gaat Het Kwadrant uit van de mogelijkheden en de kwaliteiten van de leerling. Veiligheid, duidelijkheid en wederzijds respect zijn bij Het Kwadrant basiswaarden. Mentoren zijn de spil in de klas en coachen de leerlingen bij hun individuele leertraject. Voor de leerlingen die in hun ontwikkeling worden belemmerd, organiseert de school speciale zorg door middel van een handelingsplan (HP). Leerlingen stromen uit naar (begeleid)werk en/of vervolgopleiding. Visie ‘Samen op weg bereikt ieder z’n doel’ is de visie van Het Kwadrant. Door de professionele coaching en begeleiding van de leerlingen realiseren de leerlingen een langdurige (arbeids)relatie. De positieve betrokkenheid en motivatie van de leerling is daarbij van doorslaggevend belang. De lessen en stages worden betekenisvol georganiseerd. Taalbeleid is hierin een aansturende factor. Aanbod In het kader van Passend Onderwijs werkt Het Kwadrant vanuit het schoolmodel binnen het samenwerkingsverband VO, waarbij Het Kwadrant het profiel van het PrO organiseert. Het Kwadrant werkt met een onderbouw (klas 1, 2 en 3) en een bovenbouw (klas 4, 5 en 6). Op basis van de leerlingenscores en testuitslagen van het assessment starten leerlingen vanaf 15 jaar hun stagetraject. Het stagebureau en de mentor coachen de leerling op basis van een actueel IOP. De school organiseert vier uitstroomprofielen: Landbouw, Techniek, Zorg & Welzijn en Economie. In de bovenbouw kunnen de leerlingen uitstromen naar (beschermd) werk en/of een vervolgopleiding. Enkele geselecteerde leerlingen volgen een jaar de interne AKA-opleiding. Deze MBO-opleiding wordt in samenwerking met het Kellebeek College georganiseerd. Het Kwadrant heeft twee jaar nazorgplicht, waarbij de leerlingen die zijn uitgestroomd regelmatig worden gemonitord. Profilering Het Kwadrant profileert zich op: betekenisvol PrO; stagebegeleiding met uitstroom naar (begeleide) arbeid en/of vervolgonderwijs; interne opleiding AKA (assistent gekwalificeerde arbeid); YourTime: leerlingen leren hun vrije tijd op zinvolle wijze te besteden. Door middel van een matchingssysteem komen leerlingen in aanraking met sport en cultuur. Leerlingen kunnen hierin ook gecoacht worden door de YourTime-coach in samenwerking met de gemeente Bergen op Zoom. 2.3 Kengetallen leerling -populatie huidig schooljaar en afgelopen 3 schooljaren Beschrijving Aantal leerlingen Aantal leerlingen met lwoo of pro indicatie Aantal leerlingen met een rugzakje REC-4 Aantal leerlingen met een rugzakje REC-3 Aantal leerlingen met een rugzakje REC-2 Aantal leerlingen met een rugzakje REC-1 Aantal leerlingen dat in een ZAT is besproken Aantal leerlingen dat geplaatst is op een bovenschoolse voorziening (zorglocatie, rebound, plus, Op de rails, Herstart) Aantal leerlingen dat is teruggeplaatst of geplaatst vanuit een bovenschoolse voorziening (zorglocatie, rebound, plus, Op de rails, Herstart) Aantal leerlingen dat is verwezen naar VSO Aantal leerlingen met dyslexie Aantal leerlingen met dyscalculie 20102011 164 164 1 4 3 0 - 20112012 178 178 2 6 2 0 45 2 - 20122013 146 146 0 0 3 0 35 1 20132014 150 150 1 2 2 0 0 0 - 0 - 1 2.4 Toelatingscriteria, beleid en randvoorwaarden Een leerling komt alleen dan in aanmerking voor plaatsing in het Praktijkonderwijs bij: een IQ van 55 t/m 80 + een leerachterstand van drie jaar of meer in twee of meer domeinen (Rekenen, Spelling, Technisch lezen en Begrijpend lezen) Leerlingprofiel Interesse De leerling voert eenvoudige praktische taken, die goed uit te oefenen zijn, gemotiveerd uit. De leerling verkiest alledaagse opdrachten boven schriftelijke en/of abstracte opdrachten. De leerling kan routineklussen enthousiast uitvoeren. Inzet/tempo De leerling kan met enthousiasme een redelijk tempo halen bij praktische en beroepsgerichte opdrachten. De leerling kan bij schoolse opgaven van een gemiddelde moeilijkheidsgraad niet tot een redelijk tempo komen; vooral theoretische vakken vragen om een flinke tijdsinvestering. De leerling is gebaat bij veel persoonlijke stimulans en opdrachten met een duidelijke structuur. De leerling kan korte, eenduidige en eenvoudige taken die vaak herhaald worden, met inzet uitvoeren. Voor de leerling is juist praktische oefening heel erg belangrijk. De leerling heeft een duidelijke behoefte aan structuur, rust en veiligheid. Zelfbeeld De leerling is minder goed in staat om te reflecteren op de eigen prestaties. Het zelfbeeld is gebaat bij directe resultaten na het maken van opdrachten waarvoor haalbare doelen zijn geformuleerd. Juist succeservaringen verminderen de sociaal-emotionele problematiek. Tussentijdse feedback is voor de leerling erg belangrijk. Probleemoplossend vermogen De leerling heeft meer tijd nodig voor het opnemen van informatie en om het geleerde toe te passen in andere situaties of te combineren. Het doorsnee probleemoplossend vermogen is niet sterk ontwikkeld bij de leerling. De leerling heeft moeite met zelf ordening aan te brengen in de leerstof. De leerling leert door praktische inprenting, niet door inzicht. Concentratie De leerling heeft over het algemeen een korte spanningsboog, vooral bij de vakken waar hogere eisen gesteld worden aan de cognitieve vaardigheden, zoals bij avo-vakken. De leerling is vooral praktisch georiënteerd. Sociale omgang De leerling is gevoelig voor de manier van omgang met de leraar. De leerling reageert zeer persoonsgebonden. De leerling heeft behoefte aan duidelijke regels en structuur en aan bevestiging en complimentjes als het goed gaat. De leerling kan samenwerken met klasgenoten, maar heeft hulp nodig bij het oplossen van meningsverschillen. De leerling functioneert het beste in een vertrouwde omgeving. Planmatig werken De leerling heeft behoefte aan herkenbare, korte en gestructureerde opdrachten. Ondersteuning bij de uitvoering van de opdrachten is bijna altijd nodig. De leerling is minder goed in staat om zelf structuur te maken in de uit te voeren opdrachten. Taalvaardigheden De leerling kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld. De teksten zijn eenvoudig van structuur, de informatie is herkenbaar geordend. De teksten hebben een lage informatie dichtheid en bestaan voornamelijk uit frequent gebruikte (of voor leerlingen alledaagse) woorden. De taalvaardigheden sec zijn voor de leerling geen ondersteuning om een opdracht of onderwerp te begrijpen. Streefdoel: Referentieniveau 1F Rekenvaardigheden De leerling kan, met hulp, eenvoudige rekenvaardigheden toepassen zoals hoofdrekenen, rekenregels gebruiken, meten en schatten. In de concrete wereld kan de leerling de rekenvaardigheden functioneel (beperkt) toepassen. Streefdoel: Referentieniveau 1F Huiswerkattitude Het praktijkonderwijs kent in het algemeen geen huiswerk. De leerling kan huiswerk alleen met gestructureerde hulp maken. Zelfstandigheid De leerling heeft behoefte aan structuur en tussentijdse positieve feedback. Daardoor ontstaan juist eerder bij theoretische opdrachten problemen. De leerling kan bij voldoende oefening overzichtelijke praktische taken met enthousiasme uitvoeren. In het begin is voor de leerling begeleiding en controle erg belangrijk. De intakeprocedure van Het Kwadrant PRO ziet er in schema als volgt uit: Activiteit: Inhoud: 2 1e aanmelding ouders 1e contact school van herkomst Opvragen dossier bij: 1. ouders 2. BAO /SBO 3. relevante instanties 3 Dossierbespreking 4 Dossierverwerking (intern) Rondleiding Informatie verstrekken Toestemmingsformulier Onderwijskundig rapport Didactisch onderzoek Psychologisch onderzoek Opsturen CBCL Relevante gegevens CBCL ZAT Maken I.O.P. 5 2e contact ouders /leerling 1 6 7 8 Bespreking PCL Dossier opsturen naar de RVC 3e contact ouders 9 Beschikking RVC 10 Verwerken dossier Invoeren in RVC Bespreking dossier: - handtekening I.O.P. - handtekening RVC PCL overleg in SWV-VO Op de hoogte brengen van opsturen dossier Opruimen en kopie naar ouders - ordenen - informatie in LVS - leerling inschrijven - dossier in archiefkast Eind verantwoordelijk: Ouders Intaker Personen: Intaker Handtekening Intaker Orthopedagoog Zorgcoördinator Intaker (deel 1) Orthopedagoog Intaker Handtekening Zorg coördinator Afdelingsleider Handtekening afdelingsleider directeur Intaker Intaker Intaker Mentor Administratie Administratie Handelswijze dubbele adviezen BAO/SBO Advies VSO-ZMLK/PRO Advies PRO/VMBO Onderzoek door VSOZMLK Onderzoek door PRO Onderzoek door PRO Onderzoek door VMBO Voorlopige plaatsing VSO-ZMLK Voorlopige plaatsing PRO Voorlopige plaatsing PRO Voorlopige plaatsing VMBO Definitieve Plaatsing Definitieve Plaatsing PRO Definitieve Plaatsing PRO Definitieve Plaatsing VSO-ZMLK VMBO 3. Basisondersteuning 3.1 Definitie De basisondersteuning is het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en licht curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners worden uitgevoerd. 3.2 De vier aspecten van basisondersteuning De basisondersteuning van de school kent vier aspecten: - preventie - inrichting van de ondersteuningsstructuur - planmatig werken - kwaliteit In de beschrijving van de basisondersteuning zijn afspraken vastgelegd over licht curatieve interventies. Deze afspraken staan hieronder vermeld, met een beschrijving van hoe wij het geregeld hebben, een verwijzing naar documenten, een ambitieniveau een stappenplan voor verbetering. Genoemde interventies zijn structureel beschikbaar voor en/of binnen de school en moeten de continuïteit van de schoolloopbaan van een leerling ondersteunen. Preventie 1. De school heeft een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie. A. Wij hebben dit als volgt geregeld; Het Kwadrant heeft geen protocol of schriftelijk beleid op dyslexie en dyscalculie. Daar het leesprobleem vaak een onderdeel is van het leerprobleem. De leerachterstanden en –problemen worden als eerste verklaard vanuit het lage IQ. Uiteraard worden de officiële dyslexieverklaringen wel erkend. Er wordt op de volgende manier rekening gehouden met leerlingen met lees- en spelproblemen: Vergroten van het lettertype; Aandacht voor het lezen in ieder vak Voorlezen van teksten Tijd Aangepaste didactische werkvormen Ingesproken werkboeken Daisyspelers (aangeschaft door de leerling zelf) Ondersteuning/coaching collega’s en leerlingen door de coördinator Taalbeleid Mondelinge afname van “toetsen”/ portfolio opdrachten. B. Documentatie Er is geen specifieke documentatie. C. Ambitieniveau Het taalbeleid en begeleiding van collega’s zijn nog steeds in ontwikkeling. Nu Is er nog geen ambitie betreffende beleid op dyslexie e.d. Het IQ en bijbehorende leerachterstanden zijn de primaire problematieken. D. Stappenplan voor verbetering n.v.t. 2. De school biedt onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie A. Wij hebben dit als volgt geregeld; Het Kwadrant heeft als pedagogische missie en als wettelijke opdracht leerlingen voor te bereiden op actieve deelname aan de maatschappij en aan het arbeidsproces .Wij spreken over "voorbereiding op de domeinen: werken, wonen en vrijetijdsbesteding ". In het praktijkonderwijs staat de leerling en zijn loopbaan centraal. Goed burgerschap (bewust en betrokken) krijgt op Het Kwadrant betekenis binnen bovengenoemde domeinen. Daarnaast wordt goed burgerschap in de vorm van goede leerling- goede ouder- goede leerkracht binnen de school als uitgangspunt genomen. Het onderwijs op Het Kwadrant is zo ingedeeld dat er gesproken kan worden van vier fases. In fase 1 (klas 1 en 2) oriënteren de leerlingen zich zo breed mogelijk. Het onderwijsaanbod richt zich op belangrijke algemene- praktische- sociale- en communicatieve vaardigheden m.b.t. wonen, werken en vrije tijd. Er is veel aandacht voor de persoonlijke begeleiding van de individuele leerling. In de tweede fase (klas 3 en 4) oriënteren leerlingen zich op hun persoonlijke interesses en capaciteiten: wat kan ik en wat wil ik. Leerlingen maken een keuze voor een bepaalde beroepsrichting. (Klas 3: keuze voor een breed vakkenpakket , klas 4 keuze voor een smal vakkenpakket) Leerlingen kunnen (school)certificaten behalen behorende bij het gekozen vakkenpakket. Leerlingen gaan in deze fase een gedeelte van hun tijd op stage. De aandacht is gericht op de specifieke praktische, sociale en communicatieve vaardigheden ten behoeve van hun toekomstige plek op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Daarnaast wordt er gewerkt aan de kritische vaardigheden m.b.t. Nederlands, rekenen , informatiekunde en burgerschap. In de derde fase (klas 5 en 6 ) neemt stage een groot deel van de tijd in. De aandacht is gericht op de individuele vaardigheden ten behoeve van hun toekomstige plek op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Daarnaast wordt gewerkt aan de kritische competenties van Nederlands , rekenen en burgerschap . Ook in deze fase kunnen leerlingen (school)certificaten behalen. Een bijzondere 5e / 6e klas is de AKA/MBO1 klas. De lesinhoud van de AKA/ MBO1-deelnemers is gericht op de sector Economie en Handel, Techniek, Zorg en Welzijn of Voedsel- en Leefomgeving. Naast één halve dag les op het Kellebeek College NOVA en anderhalve dag les op de praktijkschool lopen de leerlingen minimaal 2 dagen stage (BPV) bij een geaccrediteerd bedrijf. Het resultaat is het behalen van een AKA diploma of een MBO1 diploma ALM (assistent logistiek medewerker) Zorghulp 1, AVM (aankomend verkoopmedewerker) of HOAS (horeca-assistent). Klas 6 is bedoeld voor leerlingen die wat betreft hun leeftijd of ontwikkeling nog een (deel van een ) jaar extra blijven. De aandacht is gericht op de individuele behoeften van deze leerling ten behoeve van hun toekomstige plek op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Tot slot is er sprake van een vierde fase: de nazorg. In deze fase, die geen deel meer uitmaakt van de schoolloopbaan van de leerlingen, wordt de leerling 2 jaar lang gemonitord. Waar nodig wordt de oud-leerling ondersteund op de werkplek en wordt de werkgever geadviseerd over de verdere loopbaanontwikkeling van de leerling in het bedrijf. B. Documentatie Leerlingvolgsysteem binnen Magister Schoolplan C. Ambitieniveau Het gaandeweg (digitaal) verfijnen van de kritische vakcompetenties en deelvaardigheden. D. Stappenplan voor verbetering 3. De school is fysiek toegankelijk, heeft aangepaste werk-en instructieruimtes en beschikt over hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben. A. Wij hebben dit als volgt geregeld; ABLA 4. De school biedt (ortho) pedagogische en/of didactische programma’s en methodieken die gericht zijn op de sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen. A. Wij hebben dit als volgt geregeld; Wij maken werk van Arbeids-en Burgerschapscompetenties. Deze competenties worden op “Het Kwadrant” als “rode draad” door de schoolloopbaan heen ontwikkeld en gevolgd. Zowel persoonlijkheidsontwikkeling, sociale vaardigheden als arbeidsvaardigheden worden middels “ABC”lessen , toepassen in (praktijk)lessen en stage én in het algemene schoolklimaat bevorderd. Arbeids-en Burgerschapscompetenties zijn essentieel in het dagelijks leven (goed burgerschap binnen wonen en vrije tijd) en wordt door de arbeidsmarkt (en stage bedrijven) aangegeven als meest vereiste skills. ABC’s zijn dan ook de meest voorkomende ontwikkelcompetenties in het individueel ontwikkelingsplan en hebben invloed op het doorstroomadvies. Door het daadwerkelijk bewust maken van deze vaardigheden worden de leerlingen gestimuleerd kritisch te denken en na te denken over het zelfbeeld en het eigen handelen. De onderstaande methodes/boeken worden ingezet als middel om te werken aan de door de school ontwikkelde ABC’s. Leefstijl: Leefstijl is een programma dat kinderen vanaf de kinderopvang/peuterspeelzaal tot en met het beroepsonderwijs helpt om hun sociaal-emotionele vaardigheden te ontwikkelen. Met Leefstijl oefenen leerlingen basisvaardigheden als luisteren, met gevoelens omgaan, nee zeggen, assertief zijn en conflicten hanteren. Deze basisvaardigheden zijn gereedschap waarmee leerlingen sterker in hun schoenen komen te staan. Zowel nu op school, thuis, als later wanneer zij volwassen zijn. Binnen het onderwijs creëert Leefstijl voorwaarden om deze vaardigheden van leerlingen te ontwikkelen en om een betere sfeer in de klas te scheppen. Rots en water: Rots en Water is een psychofysische training voor jongens en meiden. Het Rots & Water programma kan worden beschouwd als een weerbaarheids -programma en uiterst effectief anti-pest-programma, maar dan één dat zich onderscheidt van andere programma’s door zijn meervoudige doelstelling en het bredere pedagogische perspectief waarbinnen de training van weerbaarheid samen gaat met de ontwikkeling van positieve sociale vaardigheden. Weerbaarheid en solidariteit, rots en water, worden in balans gepresenteerd en getraind. Rots en Water heeft als doel het verbeteren van zelfbeheersing, zelfreflectie, zelfvertrouwen, en communicatieve en sociale vaardigheden. Daarnaast zijn de preventie van geweld en van seksueel geweld, het leren maken van eigen keuzes en het leren gaan van een eigen weg belangrijke thema’s. Een zeer belangrijk, fundamenteel thema is het voorkomen van pesten (preventieve werking) en indien aanwezig, het aanpakken van pestgedrag in de klas en school. Rots en Water maakt gebruik van een psychofysieke didactiek, wat inhoudt dat startend vanuit een fysieke invalshoek, mentale en sociale vaardigheden worden aangereikt en verworven. Actie (spel, spelen en simpele zelfverdedigingsvormen) wordt afgewisseld door momenten van zelfreflectie en kringgesprekken. “De school is van ons” en “zo werkt het” Zó werkt het is voor jongeren die het praktijkonderwijs gaan verlaten of die een MBO-opleiding niveau 1 volgen. Hét vervolg op het populaire sociale vaardigheden-werkboek De school is van ons. Hoe maak je een cv? Welk werk wil je eigenlijk doen? En hoe hoor je je op de werkvloer te gedragen? Dat komt aan bod in Zó werkt het. Zó werkt het is een logisch vervolg op het werkboek De school is van ons. De laatste is bestemd voor leerjaren 1 en 2 van het praktijkonderwijs en besteedt vooral aandacht aan het ontwikkelen van een eigen identiteit en sociale vaardigheden in de klas. Zó werkt het is de volgende stap en begeleidt leerlingen in hun leerwerkomgeving. Convenant Veilige school: Het Kwadrant heeft het keurmerk “Veilige school”. Landelijk wordt het opstellen van gezamenlijke afspraken ten aanzien van het realiseren van een Veilige School gestimuleerd vanuit het Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In 2006 sloten de gemeente Bergen op Zoom en de scholen uit het voortgezet onderwijs het convenant Veilige School af. Dit convenant bevat vooral procedurele informatie. Gemeente en de directies van de scholen constateerden dat het bestaande convenant Veilige School een aanvulling behoefte in de vorm van een handelingprotocol. In dit handelingsprotocol Veilige School zijn gezamenlijke afspraken gemaakt omtrent de beleidsvorming en beleidsuitvoering ten aanzien van veilige scholen in de gemeente Bergen op Zoom. In dit handelingsprotocol staat beschreven welke stappen er gezet dienen te worden wanneer grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt op school. Communicatie vooraf met betrokken organisaties over de gewenste aanvliegroute, verantwoordelijkheden en verwachtingen is belangrijk om te komen tot individueel maatwerk. In de bijlage staat contactinformatie over de verschillende organisaties en functionarissen. Ook staat hier de wijkagent per school vermeld. B. Documentatie; ABC lijst Het convenant “Veilige School”. C. Ambitieniveau; Verder verfijnen van de ABC’s (Arbeids-en Burgerschapscompetenties) Rots en water: - Een jaarlijks terugkomend programma Rots en Water in klas 1,2 en 3 - In klas 4 en 5 Rots en Water laten terugkomen tijdens ABC (arbeids en beroeps competenties) lessen en Rots en Water inzetten bij de individuele begeleiding van stage leerlingen. - Binnen de theorie- en praktijklessen en binnen de vrije situaties Rots en Water laten terugkomen; alle leerkrachten spreken dezelfde taal (training voor het team). D. Stappenplan voor verbetering; ? 5. De school heeft een protocol voor medische handelingen A. Wij hebben dit als volgt geregeld; EHBO: Een aantal docenten binnen Het Kwadrant zijn gediplomeerd EHBO’er. Dit diploma wordt actueel gehouden door periodieke trainingen. BHV: De school heeft een aantal bedrijfshulpverleners in dienst. Zij oefenen drie keer per jaar het ontruimen van de school volgens het aanwezige noodplan. Zij volgen hiertoe scholing binnen de Lowys Porquinstichting. B. Documentatie; Een lijst medicijngebruik Protocollen voor individuele leerlingen met speciale medische behoeften Noodplan C. Ambitieniveau; Het ontwikkelen van een medisch protocol. De bedoeling is om duidelijkheid te scheppen en bestaande afspraken te bundelen en schriftelijk vast te leggen. D. Stappenplan voor verbetering; Wie gaat het medisch protocol maken? 6. Er zijn afspraken gemaakt over de curatieve zorg en ondersteuning die de school samen met ketenpartners kan bieden. A. Wij hebben dit als volgt geregeld; Samenwerkingsverband VO Het Kwadrant participeert binnen het samenwerkingsverband VO. Zij bereiden zich voor op Passend Onderwijs. De collectieve ambitie vertrekt vanuit het perspectief van de leerling. Datgene wat door de school en het samenwerkingsverband aan leerling zorg wordt geboden moet immers ten goede komen aan de brede ontwikkeling van de leerling. Op Het Kwadrant maken wij gebruik van onderstaande mogelijkheden (zie ook ondersteuningsstructuur): School Maatschappelijk Werk In het Centrum voor Jeugd en Gezin Bergen op Zoom heeft School Maatschappelijk Werk een werkplek. Ook sluiten zij regelmatig aan bij teamoverleg van de CJG’s te Bergen op Zoom, Tholen en Steenbergen. Schoolpsycholoog Voor 75 uur op jaarbasis beschikken we over een psycholoog (vanuit bureau Mentaal Beter). Deze is lid van het zorgteam, verricht aanvullend onderzoek en begeleidende activiteiten. Samenwerking BJZ verkorte route Wanneer de ondersteuning die geboden wordt vanuit school niet toereikend is, moet vervolghulp snel kunnen aansluiten. Hiertoe is een formulier ontwikkelt waarmee snel een aanmelding gedaan kan worden voor inzet van ambulante jeugdhulp door school. Het gaat dan om hulp die in en om de school en thuissituatie kan worden geboden. Rebound Rebound is bestemd voor jongeren met gedragsproblematiek, mogelijk met cognitieve beperkingen, die voortijdig hun school (dreigen te ) verlaten. De leerplichtige jongeren krijgen in de Reboundperiode ondersteuning op het gebied van onderwijs en sociale vaardigheden zodat eventuele terugkeer naar school soepel verloopt. Leerplichtambtenaar: Er zijn goede contact met de leerplichtambtenaren vanuit de diverse gemeentes waar onze leerlingen woonachtig zijn. De leerplichtambtenaar treedt zowel preventief als curatief op. Tevens is deze persoon de lijn richting het Veiligheidshuis en speelt hij/zij een rol bij het verwijzen van leerlingen richting o.a. “Herstart”. Navigator in samenwerking met MEE-West-Brabant: In samenwerking met MEE West-Brabant draait schooljaar 2013-2014 de Pilot “Navigator”. Het doel van het project is erop gericht om te voorkomen dat jongeren in een uitkeringssituatie terechtkomen. De Navigator draagt deze naam omdat hij/zij de leerling/deelnemer leidt naar het gewenste doel, via vooraf vastgelegde etappes en tussenstations. De Navigator stippelt samen met de leerling/deelnemer, de ouders, het sociale netwerk en de school een route uit. Deze route wordt vervat in een actieplan. Bij “files en versperringen” helpt de Navigator de deelnemer een alternatieve route naar de (tussen-en eind)doelen te vinden, zodat de weg naar de eindbestemming kan worden vervolgd. Op overgangsmomenten (van school naar andere school, van school naar werk, van thuis naar andere huisvesting, van werk naar werk enz.) zorgt de Navigator ervoor dat de leerling/deelnemer de juiste hulp en ondersteuning krijgt. De Navigator houdt de jongere in beeld, ook als deze van school is en aan het werk. Dat continue volgen moet ertoe leiden dat zoveel mogelijk jongeren voor hun 27 ste levensjaar een dusdanige leefen werksituatie hebben ontwikkeld, dat zij een voor hen zinvolle en zingevende bijdrage aan de samenleving kunnen blijven leveren. Veiligheidshuis: Het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom is een samenwerkingsverband van gemeenten, Openbaar Ministerie, politie en instellingen op het gebied van zorg, veiligheid, welzijn en Justitie. Zij richten zich op crimineel gedrag, overlast en de slachtoffers hiervan. Informatie voor een effectiever en sneller ingrijpen, wordt direct uitgewisseld binnen het veiligheidshuis. Omdat de leerplichtambtenaren hiervan ketenpartner zijn, werken we hier indirect ook mee samen. Zorg voor jeugd: Zorg voor Jeugd is een signaleringssysteem, bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Op deze manier moeten risico’s met kinderen en jongeren worden voorkomen. Het Kwadrant heeft zich aangesloten bij Zorg voor Jeugd. UWV? Gemeente Bergen op Zoom? B. Documentatie Zorgplan Het Kwadrant Zorgplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Bergen op Zoom e.o. C. Ambitieniveau Het Kwadrant sluit aan bij de ontwikkelingen die het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs 3001 Bergen op Zoom e.o. doormaakt ten aanzien van het passend onderwijs. Het streven is om van curatie naar preventie en vroegtijdig ingrijpen te gaan. D. Stappenplan voor verbetering ? Ondersteuningsstructuur Expertise van het ondersteuningsteam A. Naam functies of taken leden ondersteuningsteam B. Expertise Basisteam Zorgcoördinator: Orthopedagoog/psycholoog: School maatschappelijk werk: Jeugdarts (GGD): Bijdrage - Voorbereiding, voorzitten, bewaken regulatieve cyclus - Zorg dragen voor activering en afstemming van de zorg - Handelingsgerichte adviezen naar schoolpraktijk - Onderzoek sociaal emotionele aspecten - Onderzoek persoonlijkheidsproblematiek - Algehele taxatie van ontwikkelingsproblematiek - Handelingsgerichte adviezen naar schoolpraktijk - Indiceren voor speciale onderwijszorg - Taxatie en oplossingsrichtingen inzake psychosociale problemen bij leerling en/of ouders/verzorgers - Schakel naar lokaal aanbod - het voorkomen van ernstige problematiek, schooluitval en op een positieve manier bijdragen aan de ontwikkeling en de schoolcarrière van de leerling. - Taxatie en oplossingsrichtingen vanuit sociaal-medische invalshoek - Schakel naar medische voorzieningen Een meer uitgebreide omschrijving van de functies; zie het functiebouwwerk van het Praktijkonderwijs. C. Hoe is deze zichtbaar binnen de school? We onderscheiden directe en indirecte functies van het Zorg Advies Team (vervolgens ZAT). De directe functies betreffen de activiteiten die rechtstreeks aan de besproken leerling zijn gekoppeld. De indirecte functies betreffen activiteiten die bijdragen leveren aan beleidsvorming. Hieronder een toelichting van de functies. Directe functies: Preventie: het ZAT signaleert waar er in de schoolorganisatie behoefte is aan scholing of andere maatregelen ter voorkoming van uitval of het ontstaan van problemen bij leerlingen; signaleren wordt door de leden van het ZAT opgepakt, de leerkrachten kunnen aangeven dat ze behoefte hebben aan scholing. Consultatie/ondersteunen: vergroten van probleemoplossend vermogen van de inbrenger; vergroten van deskundigheid en/of inzicht van de inbrenger. Het ZAT richt zich op de versterking van het primaire proces door middel van voorlichting te geven aan de leerkrachten/ouders en hen te coachen. Leerlingbegeleiding: het regelen van begeleiding van de zorgleerling. Deze kan bestaan uit observatie, onderzoek, begeleiding in de klassensituatie, gesprekken, verwijzing naar externen (loketfunctie) etc. Evaluatie/nazorg: het ZAT bewaakt de afspraken die gemaakt zijn ten aanzien van zorgleerlingen en de overige zaken die tot de taak van het ZAT behoren. De ZAT-leden registreren en rapporteren. Indirecte functies: Leveren van bijdragen aan kwaliteitsimpuls interne leerlingenzorg: versterken van de schoolinterne (preventieve) begeleiding. De zorgcoördinator maakt deel uit van het Beleids Advies Team van de school. Leveren van bijdragen aan regionale beleidsvorming; participeren in het samenwerkingsverband VO Nazorg Leerlingen die door het ZAT zijn verwezen naar een andere vorm van onderwijs, worden gedurende 2 jaar gevolgd door de zorgcoördinator. Er vindt een inhoudelijke evaluatie plaats met de betrokken school/ instantie. Hieruit kunnen wij opmaken of het ZAT de juiste interventies heeft gepleegd. D. Hoe wordt samengewerkt met welke ketenpartners? Zie punt 6 Planmatig werken 1. Het personeel werkt met effectieve methoden en aanpakken. De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. Leerlingen zijn actief betrokken. Docenten stemmen de instructie, verwerkingsopdrachten en de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. Het aanbod is afgestemd op het vervolgonderwijs of beroepspraktijk. A. Wij hebben dit als volgt geregeld. Op Het Kwadrant werken we met een eigen ontwikkelde didactiek “Taal werkt”. Principes: De leerkracht geeft de leerlingen levenslessen mee, dus zo dat de leerlingen een les voor het leven leren. Alles staat in het teken van functioneel gebruikt. Er wordt een keuze gemaakt waarbij een klein doel of deelvaardigheid centraal staat. Het doel of de (deel)vaardigheid staat in het groepsplan beschreven. Leren door herhaaldelijk en gevarieerd te doen staat centraal. Er wordt gewerkt aan de woordenschatuitbreiding van de leerlingen. Aan het eind van iedere les wordt er met de leerlingen gereflecteerd en geëvalueerd op doelen en lesinhoud. Didactiek: De didactiek wordt afgestemd op het doel. De docent maakt gebruik van communicatie over en weer oftewel het gesprek met en door de leerlingen. Dit vraagt om: - Een klassikale start bij iedere les. - communicatieve vaardigheden van de leerlingen en de docent. - Duidelijke doelen voor docent en de leerlingen. - Afgestemd taalgebruik op datgene wat er verwacht wordt en waar men zich in het proces begeeft. Zo zal aan het begin de spreektaal voorop staan en aan het eind van het proces de instructietaal. Er is echter steeds sprake van interactie. - Een bepaalde klassenopstelling (carré, of kring) Visuele ondersteuning is voor leerlingen binnen het praktijkonderwijs noodzakelijk. De doelen die geoefend moeten worden, worden ondersteund door aanschouwelijk materiaal en/of geschreven taal. Men kan hierbij denken aan woordspinnen, uitingen van leerlingen of leeslessen (gevisualiseerde gesprekken). Dit dient ook voor de leerlingen zelf vastgelegd te worden. Het proces: Het bepalen van het doel wat geoefend gaat worden. Een doel moet meerdere keren en op verschillende manieren geoefend worden, dus vraagt meer tijd. Dit zal het proces van beklijven ten goede komen. Afstemmen van de didactiek en organisatie. Wat wil ik bereiken, hoe ga ik dat doen, welk materiaal heb ik daarvoor nodig en hoe formeer ik de groep zodra er ingeoefend gaat worden? Gestructureerde oefeningen die het doel ondersteunen. Leerlingen werken of in niveaugroepen (homogeen) of in een samenstelling waarbij samenwerkend geleerd wordt. De docent geeft direct corrigerende feedback of zorgt dat leerlingen zichzelf kunnen controleren. Leerlingen verwerken als laatste stap in het proces het geleerde in het boek. Er wordt bepaald wat geldt als basisstof en er is basis plus stof aanwezig. De leerlingen maken een portfolio-opdracht. Zo kunnen zij bewijzen dat ze het geleerde kunnen toepassen. Om met bovenstaande didactiek te kunnen werken, krijgen medewerkers coaching vanuit de IB’er/taalcoördinator van de school. Voor het aanbod om de sociale competenties te ontwikkelen zie punt 4. B. Documentatie Groepsplannen C. Ambitieniveau In het kader van taalbeleid is er sinds 2010-2011 een visie en een missie. Het taalbeleid op het Kwadrant is er op gericht de leerlingen die vaardigheden in handen te geven waardoor ze zich in een veranderende maatschappij kunnen handhaven en ontplooien. Promotie is op het Kwadrant de leidraad voor het basispakket Nederlands. Met Promotie beschikt het Kwadrant over een naadloos op de doelgroep toegesneden taalaanbod. Kortom datgene wat ze nodig hebben om in de maatschappij (wonen, werk en vrije tijd) te kunnen functioneren. Door de gehele school wordt er gewerkt met doelen die omschreven staan in een leerlijn. De groepsplannen bevatten Kritische vakcompetenties met bijbehorende deelvaardigheden.. Om de docenten bewust te maken van “taal leren in communicatie en interactie” is er een scholing door Fontys georganiseerd. In het kader van de taalbeleid is er een coördinator Taalbeleid aangesteld D. Stappenplan voor verbetering ? 2. Taal- rekenbeleid, leerwegondersteuning, praktijkonderwijs De school heeft doelen gesteld die er op gericht zijn achterstanden te bestrijden. De school met een substantieel percentage taal- en/of rekenzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de onderwijsbehoeften van deze leerling . A. Wij hebben dit als volgt geregeld. Leerlingen volgen het groepsplan. Het groepsplan bestaat uit een lesaanbod per vak, passende bij de jaargroep. De doelen zijn beschreven in kritische vakcompetenties (KVC’s) met onderliggende deelvaardigheden. (DEV’s) De leerlingen bewaren hun opbrengsten in hun portfolio map. Waar wordt afgeweken wordt dit beschreven in het Individueel Ontwikkelingsplan. Voor Nederlands, rekenen en burgerschap wordt de methode “ProMotie” als hulpmiddel/ leidraad gebruikt. De kritische competenties en bijbehorende deelvaardigheden zijn beschreven en worden zoveel mogelijk betekenisvol aangeboden. (Hierbij wordt gewerkt volgens het principe Taal Werkt”). Opbrengsten op het gebied van Nederlands en rekenen worden structureel gevolgd in het I.O.P. Niet behaalde vaardigheden kunnen hierin als ontwikkelpunt worden opgenomen. Toetsen: Naast het volgen van de behaalde vaardigheden vanuit ProMotie, wordt gedurende de schoolcarrière op geplande tijden Nederlands begrijpend lezen, spelling, technisch lezen en rekenen getoetst . Dit om een goed onderbouwd doorstroom advies te kunnen geven én te volgen of de leerling zich nog ontwikkelt/zijn niveau kan vasthouden. (in de schaduw van 1F). B. Documentatie Schoolgids Schoolplan C. Ambitieniveau Het gaandeweg (digitaal) verfijnen van de kritische vakcompetenties en deelvaardigheden. D. Stappenplan voor verbetering ? 3. Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige leeromgeving De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en in de incidenten die zich op gebied van sociale veiligheid voordoen. Leerlingen gaan op een respectvolle manier met elkaar en anderen om. Mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van leerlingen. A. Wij hebben dit als volgt geregeld; Veilig kunnen werken is niet alleen van groot belang, maar ook verplicht. Op onze school komen leerlingen veel in aanraking met het werken met machines en gereedschappen. Het Kwadrant beschikt over moderne, professionele en goedgekeurde machines. De machines en gereedschappen worden jaarlijks gekeurd door een extern bedrijf. Vanaf de brugklas worden de leerlingen begeleid in het veilig werken met machines. Voor bovenbouwleerlingen met lichamelijk zware stages zijn er speciale lessen georganiseerd met betrekking tot het juist tillen van zware spullen. EHBO Een aantal docenten binnen Het Kwadrant zijn gediplomeerd EHBO’er. Dit diploma wordt actueel gehouden door periodieke trainingen. BHV De school heeft een aantal bedrijfshulpverleners in dienst. Zij oefenen drie keer per jaar het ontruimen van de school volgens het aanwezig noodplan. Zij volgen hiertoe scholing binnen de Lowys Porquinstichting. VCA De school zorgt er voor dat steeds meer docenten die praktijkvakken verzorgen geschoold worden op het gebied van veilig werken. Dit gebeurt door middel van het aanbieden van een VCA-cursus. Noodplan Op Het Kwadrant is een actueel noodplan aanwezig. In dit plan word beschreven op welke wijze de school vorm geeft aan BHV, ontruiming en nazorg. In de nazorg zijn ook een rouwprotocol, een pestprotocol, en het protocol voor de schoolcontactpersoon opgenomen. Tevens is er een overzicht van de gevaarlijke ruimten en gevaarlijke stoffen waarmee gewerkt kan worden. Het noodplan wordt jaarlijks besproken en eventueel aangepast. Brandbestrijding Het Kwadrant is volgens de wet voorzien van alle noodzakelijke brandbestrijdingsmiddelen en vluchtwegen. De blusmiddelen worden jaarlijks door een extern bedrijf gecontroleerd en indien noodzakelijk in orde gemaakt. Veiligheidsconvenant Alle scholen voor voortgezet onderwijs in de gemeente Bergen op Zoom hebben met de gemeente afspraken gemaakt met betrekking tot veiligheid op school. Ook Het Kwadrant houdt zich aan deze afspraken. Protocol voor foto-en video-opnamen Het Kwadrant houdt rekening met de wet op de privacy, waar het gaat om foto-, video- en tv-opnamen, van leerlingen en collega’s die op Het Kwadrant zitten en werken. Hierover is een protocol opgesteld. Dit protocol is door het beleidsadviesteam (BAT) en door de Medezeggenschapsraad (MR) vastgesteld. Arbeids-en Burgerschapscompetenties Arbeids-en Burgerschapscompetenties worden op “Het Kwadrant” als “rode draad” door de schoolloopbaan heen ontwikkeld en gevolgd. Hiermee ontstaat er een stevig pedagogisch klimaat binnen de school. B. Documentatie Afspraken in de schoolgids Noodplan Convenant Veilige School Protocol foto-en video-opnamen C. Ambitieniveau D. Stappenplan voor verbetering 4. De school heeft continue zicht op de ontwikkeling van leerlingen. De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van prestaties en de ontwikkelingen van leerlingen. Leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag worden verwacht en lopen weinig vertraging op tijdens de opleiding. School- en examencijfers zijn van een aanvaardbaar niveau. Leraren volgen en evalueren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen, ook in het vervolgonderwijs of beroepspraktijk. A. Wij hebben dit als volgt geregeld. Leerlingen volgen het groepsplan. Het groepsplan bestaat uit een lesaanbod per vak, passende bij de jaargroep. De doelen zijn beschreven in kritische vakcompetenties (KVC’s) met onderliggende deelvaardigheden. (DEV’s) De vaardigheden zijn functioneel en worden in een betekenisvolle context, in een interactieve setting aangeboden. (Taal Werkt) Behaalde resultaten worden gerapporteerd en de resultaten worden bewaard in de portfolio map van de leerling. Middel “Taal Functionele Doel: werkt”: Door een vaardigheden staan als KVC beschreven in groepsplannen Voor alle vakken Doelen: Kritische competenties (per vak) met onderliggende deelvaardigheden betekenisvolle context en interactie KVC en DEV behalen Opbrengsten: Portfolio (certificaten in Individueel ontwikkelingsplan informatief deel) Ontwikkelpunten: Individueel Ontwikkelingspla n (werkdeel) Actie: Weekkaart* Begeleidingsuren * Mentormoment */ inloop Groepsplan: lesaanbod per vak Groepsplan Basis = kritische deelvaardigheden behorende bij KVC: Voor alle leerlingen essentieel (basaal) Groepsplan Basisplus = extra deelvaardigheden behorende bij KVC Voor leerlingen die meer aankunnen dan Basis Extra uitdaging: Voor leerlingen die naast het groepsplan extra uitdaging nodig hebben Extra ondersteuning / oefening : Voor leerlingen die onderliggende basisvaardigheden niet beheersen. Resultaten die van belang zijn voor het doorstroomadvies worden beschreven in het informatief deel van het I.O.P.-Het niet behalen van kritische deelvaardigheden (basis groepsplan) betreffende Nederlands en rekenen worden altijd opgenomen als ontwikkelpunt in het I.O.P. (werkdeel) of bij daadwerkelijke uitval in het informatief I.O.P. B. Documentatie Groepsplan Portfolio C. Ambitieniveau Het gaandeweg (digitaal) verfijnen van de kritische vakcompetenties en deelvaardigheden. Het door ontwikkelen van het portfolio. D. Stappenplan voor verbetering ? 5. Het personeel heeft zicht op de onderwijsbehoeften van haar leerling-populatie en werkt opbrengst- en handelingsgericht aan het realiseren van de onderwijsarrangementen (ontwikkelingsperspectief). Op basis van analyse van verzamelde gegevens bepaalt de school tijdig de aard van de ondersteuning voor zorgleerlingen, voert de zorg planmatig uit en evalueert regelmatig de effecten van de zorg. A. Wij hebben dit als volgt geregeld. Leerlingen volgen een groepsplan. Het groepsplan bestaat uit een lesaanbod per vak, passende bij de jaargroep. De doelen zijn beschreven in kritische vakcompetenties (KVC’s) met onderliggende deelvaardigheden. (DEV’s) De vaardigheden zijn functioneel en worden in een betekenisvolle context, in een interactieve setting aangeboden (didactiek Taal Werkt). Behaalde resultaten worden gerapporteerd en de resultaten worden bewaard in de portfolio map van de leerling Elke leerling heeft een Individueel Ontwikkelings plan (IOP). Het I.O.P. bestaat uit twee delen: 1.Informatief deel : Hierin staat alle informatie die voor de huidige en toekomstige ontwikkeling van de leerling relevant is. De informatie wordt structureel vergaard en aangevuld in dit document. 1x per jaar wordt het doorstroomadvies (D.S.A.) geformuleerd. Dit is gebaseerd op behaalde diploma’s en certificaten, talenten, voorkeursprofiel, cognitieve gegevens . didactisch niveau, persoonlijkheidsontwikkeling, sociaal-emotioneel functioneren, medische informatie, lichamelijke conditie , Arbeids-en Beroepscompetenties en de uitstroomprognose. Het doorstroomadvies geeft aan wat het advies vanuit de school is betreffende niveau en profielkeuze. Dit D.S.A. wordt met ouders en leerling besproken. 2.Werk deel: Vanaf schooljaar 2013-2014 staan hierin de ontwikkelpunten betreffende Nederlands, rekenen en de Arbeidsen Beroepscompetenties. Vanaf klas 3 komen hier de ontwikkelpunten vanuit de certificeringsvakken en van uit stage bij. Tevens is er ruimte voor eventuele andere ontwikkelpunten of belangrijke informatie waarmee op dat moment rekening moet worden gehouden. NB Wanneer leerlingen de Basisstof van Nederlands en / of rekenen niet behalen wordt dit altijd meegenomen in het I.O.P. Afwijkingen t.o.v. het groepsplan worden hier eveneens in benoemd. Voor leerlingen die naast de reguliere zorg extra (specialistische) zorg nodig hebben is er naast het IOP nog een individueel handelingsplan (IHP). Het kan gaan om de thuissituatie, de school, het leren of het gedrag waardoor de leerling moeite heeft om zich goed te ontwikkelen. In het individueel handelingsplan staat omschreven wat de problematiek van de leerling is en welke hulpvragen er gesteld worden. Dit zet het Zorg Advies Team om in doelen en er wordt een plan van aanpak gemaakt. Er wordt omschreven hoe er aan de doelen gewerkt gaat worden en wie dit gaat doen. Tot slot ligt vast op welke momenten er geëvalueerd wordt en is er ruimte voor overige afspraken en opmerkingen. B. Documentatie Groepsplan (groepsniveau) IOP (leerlingniveau) IHP (leerlingniveau) C. Ambitieniveau D. Stappenplan voor verbetering 6. Het personeel werkt continue aan hun handelingsbekwaamheid en competenties. Docenten signaleren vroegtijdig leerproblemen en/of ontwikkelingsproblemen bij leerlingen en hebben zicht op behoeften van ouders bij de opvoeding. Docenten beschikken over juiste technieken bij effectieve interventies. De school kent een scholingsaanbod gericht op de hulpvraag van leerlingen. Het personeel beschikt over didactische, organisatorische en pedagogische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Het personeel wordt gestimuleerd en gefaciliteerd voor deelname aan lerende netwerken over leerlingenzorg, staat open voor reflectie en ondersteuning bij hun handelen en werkt continue aan hun handelingsgerichte vaardigheden. A. Wij hebben dit als volgt geregeld. Op Het Kwadrant werken we met een Gemeenschappelijk ontwikkelingsplan (GOP) en een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Doorlopende ontwikkeling wordt gestimuleerd betreffende didactisch, pedagogisch handelen , visievorming en coachende vaardigheden. Van het personeel wordt verwacht dat men in staat is het onderwijsaanbod toe te snijden op de persoonlijke ontwikkelingsbehoeften van leerlingen. Dat betekent dat leraren naast hun lesgevende taak individuele leerlingen moeten kunnen begeleiden en coachen aan de hand van individuele ontwikkelingsplannen, handelingsplannen en portfolio’s. Dat zij op deze wijze een uitdagende leeromgeving organiseren. In de voorafgaande schooljaren is het taakprofiel per functionaris ontwikkeld, dat past bij de gewenste ontwikkeling. Dit profiel staat vermeld in het functiebouwwerk voor Praktijkonderwijs, dit document fungeert als basis voor het professionaliseringsbeleid van de medewerkers. Tevens gebruiken we het docentenvolgsysteem waarin we uitgaan van de 7 lerarencompetenties. Verder volgen we de afspraken betreffende de gesprekkencyclus zoals deze gemaakt zijn binnen de Lowys Porquinstichting. De afdelingsleider, stagecoordinator en/of directeur voeren, in het kader van de wet BIO, jaarlijks met elk teamlid een beoordelings- en planningsgesprek. Tevens plannen we een of meerdere voortgangsgesprekken. Het POP gesprek wordt door de intern begeleider gepland en deze ziet toe op de uitvoering hiervan. Beoordelingsgesprek Ontwikkelpunten in planningsgesprek Gemeenschappelijk ontwikkelingsplan Gemeenschappelijke ontwikkelpunten Persoonlijk ontwikkelingsplan (P.O.P.) Opleiding, coaching, evt P.O.P. (Voortgangsgesprek) Beoordelingsgesprek Bijstellen G.O.P. Op het Kwadrant is sinds 2012-2013 sprake van een Gemeenschappelijk Ontwikkelingsplan. Het GOP dient als algemeen competentieprofiel, om de leerlingen een optimale ontwikkeling te kunnen bieden. Het GOP geeft richting aan: De ontwikkeling van de professionaliteit van het team als geheel. De individuele ontwikkeling van de medewerker. In het GOP wordt beschreven wat ieder in zijn handelingsrepertoire ter beschikking moet hebben en waar ontwikkelpunten op gericht zijn. B. Documentatie POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) GOP (gemeenschappelijk ontwikkelingsplan) Document LPS gesprekkencyclus C. Ambitieniveau Op basis van het GOP kan ieder teamlid zijn verantwoordelijkheden nemen, ontwikkelen en waarmaken. De evaluatie en verslaglegging van dit proces komt cyclisch terug middels: Beoordeling door afdelingsleider/ directeur Coaching Intern begeleider aan de hand van klassenbezoeken Beschrijving in het Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) dat besproken wordt met de Intern begeleider. D. Stappenplan voor verbetering Het werken met het POP en GOP is een cyclisch proces met jaarlijkse evaluaties. 7. De school draagt leerlingen zorgvuldig over. Leerlingen met extra onderwijsbehoeften worden goed begeleid bij de overgang naar een andere school voor vo, een bovenschoolse voorziening, het vso of het mbo. Scholen zorgen voor een warme overdracht. A. Wij hebben dit als volgt geregeld. Wanneer leerlingen van onze school zich aanmelden bij het MBO dan is er altijd contact tussen de nieuwe school van aanmelding en Het Kwadrant. De afdelingsleider van de bovenbouw geeft een eerlijk advies over de betreffende leerling richting de MBO school. Indien er een leerling geplaats wordt op een bovenschoolse voorziening dan verloopt dit proces via het Zorg Advies Team. De contacten lopen dan via de zorgcoördinator. Wanneer een leerling de school verlaat dan is er voor iedere leerling een uitschrijfverklaring en een nazorgcontract. Ook is er altijd een afsluitend gesprek met de directeur voor de leerling en zijn/haar ouders. Nazorg: Na het verlaten van de school worden de oud-leerlingen door het stage bureau nog 2 jaar gevolgd en zo nodig begeleid om te zorgen dat deze oud-leerlingen een duurzame arbeidsrelatie bezitten dan wel vervolgonderwijs volgen B. Documentatie Vanuit de vereniging Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs vullen we digitaal de volgmodules en uitstroommonitor in. C. Ambitieniveau Om de volgmodules en de uitstroommonitor zo nauwkeurig mogelijk in te vullen is het nodig om de juiste informatie binnen ons Leerlingvolgsysteem te registreren. D. Stappenplan voor verbetering 2013-2014: Verder ontwikkelen en verbeteren van het leerlingvolgsysteem. 8. De school heeft een effectieve interne zorgstructuur en zorgteam. De zorgstructuur is beschreven in het zorgplan van de school. Leden van het zorgteam hebben een duidelijke taakomschrijving. Taken en verantwoordelijkheden van leraren en directie zijn duidelijk en transparant. A. Wij hebben dit als volgt geregeld. Het Kwadrant kent een effectieve zorgstructuur. Deze is beschreven in het zorgplan. De routing naar het Zorg Advies Team ziet er als volgt uit: Werkwijze in stappen: Stap 1 Signalering van het probleem - De leerling inbrengen tijdens een leerlingbespreking en/of bouwoverleg - Je zorgen delen met ouders - Afspraken maken in het IOP Zijn de resultaten hieruit niet naar wens, dan verder met stap 2. Stap 2 Indienen van een zorgformulier bij de zorgcoördinator. Met medeweten van ouders of anoniem. Probeer zo duidelijk mogelijk aan te geven wat de hulpvraag is. Stap 3 De zorgcoördinator bepaald de ernst van de problematiek. (indien ZAT waardig dan stap 4) Stap 4 De leerling wordt ingebracht in het (multidisciplinaire) ZAT-overleg. Stap 5 Er wordt een handelingsplan opgesteld. Stap 6 Het handelingsplan wordt uitgevoerd. Stap 7 Het handelingsplan wordt geëvalueerd. Stap 8 De leerling gaat uit het ZAT. B. Documentatie Zorgplan Jaarlijkse opbrengsten Zorg Advies Team C. Ambitieniveau Met name in het kader van passend onderwijs is het belangrijk om een “warme overdracht” te hebben bij de aanmelding van nieuwe leerlingen. De “warme overdracht” bestaat al wel, maar deze kunnen we verbeteren. Doorgaande zorglijnen staan vanuit het Zog Advies Team centraal. Doorgaande zorglijnen: Als ontvangende school zijn we gebaat bij een goede overdracht van informatie over de schoolloopbaan: hoe zien de psychosociale ontwikkeling en de zorggeschiedenis er precies uit? Naast schriftelijke (koude) informatieoverdracht is juist voor risicoleerlingen de ‘warme’ overdracht van belang. Scholen zijn hiervoor de eerst verantwoordelijken. Maar de zorg- en adviesteams en zorgpartners van de school spelen daarbij ook een rol. Een goede aansluiting tussen verschillende zorgstructuren (ZAT en centrum voor jeugd en gezin, ZAT en veiligheidsnetwerken en ZAT en Verwijsindex risicojongeren) ten slotte is eveneens van belang voor doorgaande zorglijnen. D. Stappenplan voor verbetering 2013-2014: Beleid ontwikkelen en beschrijven vanuit het Zorg Advies Team betreffende de “warme overdracht”. 2014-2015: Werken met het ontwikkelde beleid betreffende “warme overdracht” Waar nodig aanpassingen in het beleid maken. 2015-2016: Borgen van het werken met het beleid betreffende “warme overdracht” Kwaliteit Het Kwadrant hecht grote waarde aan een goed kwaliteitssysteem. Hiertoe heeft de school een medewerker aangesteld die specifiek kwaliteit in zijn takenpakket heeft. Het kwaliteitssysteem is er op gericht dat diverse medewerkers cyclisch aan de kwaliteit werken (PDCA). Jaarlijks worden de verschillende (leer)opbrengsten van Het Kwadrant geëvalueerd en de processen bijgesteld. Het kwaliteitsbeleid van het Kwadrant behelst een aantal speerpunten: Leerling Volgsysteem (LVS): hierin worden de leerlingen structureel gevolg in hun ontwikkeling op het gebied van competenties en (deel)vaardigheden. Via de Arbeids – en Beroeps Competenties (ABC) worden de scores bij verschillende vakken naast elkaar gelegd teneinde de leerling zo goed mogelijk te begeleiden naar een passende baan of passend vervolgponderwijs Passend Onderwijs: Alle leerlingen werken op Het Kwadrant aan een individueel ontwikkelingsperspectief. Jaarlijks wordt dit perspectief bijgesteld om de leerling zo goed en adequaat mogelijk te begeleiden naar zijn of haar passende werk(omgeving) of vervolgonderwijs Werkgroep Opbrengsten Kwadrant (WOK): Jaarlijks worden de (leer)opbrengsten van Het Kwadrant in kaart gebracht en geanalyseerd. Hieruit worden dan acties geformuleerd om onderwijsprocessen te optimaliseren Venster voor Verantwoording en Schoolkompas: Hierin publiceert de school transparant jaarlijks haar opbrengsten aan de gemeenschap. Zo legt de school verantwoording af voor de besteding van gemeenschapsgeld Nazorg: Na het verlaten van de school worden de oud-leerlingen door het stage bureau nog 2 jaar gevolgd en zo nodig begeleid om te zorgen dat deze oud-leerlingen een duurzame arbeidsrelatie bezitten dan wel vervolgonderwijs volgen Taalbeleid: Het Kwadrant heeft een coördinator taalbeleid aangesteld om de verwerving van taal anders en meer betekenisvol te organiseren. Deze methode van lesgeven wordt door alle vakken heen toegepast Gezondheid: De school probeert via een gezonde schoolkantine haar leerlingen zo gezond mogelijk te begeleiden. Dit project heeft al 2 maal op rij geresulteerd in het predicaat Gezondste schoolkantine van Nederland Zorg Advies Team (ZAT): Leerlingen die extra zorg nodig hebben, buiten de begeleiding van de mentor, worden hier ondersteund/geholpen bij diverse problemen. Via een uitgebreide intake wordt een handelingsplan vastgesteld en gemonitord Scholing: Ieder personeelslid is optimaal geschoold voor zijn/haar rol binnen het onderwijssysteem van Het Kwadrant. Alle docenten worden geschoold op de 21 Century Skills. Ca. 30% van de onderwijsmedewerkers is op Msc niveau geschoold op het gebied Learning and Innovation (MLI) of Special Educational Needs (Master SEN) 4. Breedteondersteuning De school wil zelf de verantwoordelijkheid blijven dragen voor het onderwijs, de ondersteuning en de ontwikkeling van de leerling, maar heeft daarbij hulp van specialisten van buiten de school nodig. Externe expertise A. Naam functies of taken externe specialisten waarmee wordt samengewerkt, expertise, zichtbaarheid binnen de school, samenwerking 1. Psycholoog (Mentaal Beter) - Onderzoek sociaal emotionele aspecten Onderzoek persoonlijkheidsproblematiek Algehele taxatie van ontwikkelingsproblematiek Handelingsgerichte adviezen naar schoolpraktijk Voor 75 uur per kalenderjaar mogen wij de specialistische zorg van de psycholoog inzetten. Leerlingen worden hiervoor aangemeld via de speciale zorg. Na bespreking in het Zorg Advies Team en bij toestemming van de ouders/verzorgers kan de hulp ingezet worden. Er wordt cyclisch gewerkt met behulp van een Individueel Handelingsplan. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de bewaking van het proces. 2. School Maatschappelijk Werk (SWV-VO) - Taxatie en oplossingsrichtingen inzake psychosociale problemen bij leerling en/of ouders/verzorgers Schakel naar lokaal aanbod het voorkomen van ernstige problematiek, schooluitval en op een positieve manier bijdragen aan de ontwikkeling en de schoolcarrière van de leerling. De School Maatschappelijk Werker (SMW) is 10 uur per week aanwezig op Het Kwadrant. Zij maakt onderdeel uit van het Zorg Advies Team. Naast de curatieve en preventieve zorg functioneert zij ook als ondersteuning en vraagbaak voor medewerkers die handelingsverlegen (dreigen) te worden. Ze is goed op de hoogte van de sociale kaart en participeert ook binnen het CJG. SMW is een laagdrempelige voorziening, die erop gericht is om problemen van leerlingen vroegtijdig aan te pakken. 3. (preventieve/terugplaatsings) Ambulante begeleiding (REC 2,3,4) Door middel van ambulante begeleiding wordt de school, de leerkracht(en) en (direct en/of indirect) de leerling deskundige hulp geboden. Deskundig op het gebied van onderwijs aan leerlingen met bepaalde specifieke beperkingen. Deze hulp kan bestaan uit het (laten) doen van handelingsgericht onderzoek, het meedenken over het handelingsplan en evt. opstellen er van, het geven van praktische adviezen, het doen van observaties, het deelnemen aan leerlingbesprekingen en (soms) uit het werken met de leerling. De ambulante begeleiding wordt verzorgd door een medewerker van een speciale school of van een ambulante dienst van het REC (Regionaal Expertise Centrum). Behalve ambulante begeleiding vanuit de Rugzak bestaan er nog twee andere vormen van AB nl. terugplaatsing ambulante begeleiding (TAB) en preventieve ambulante begeleiding (PAB): TAB is voor leerlingen die na tenminste één jaar worden overgeplaatst naar een reguliere school en niet meer voor een indicatie in aanmerking komen. Het doel hiervan is om de overgang goed te laten verlopen. PAB is mogelijk voor leerlingen die (nog) niet aan de LGF-criteria voldoen, maar voor wie wel behoefte bestaat aan begeleiding om te voorkomen dat zij op termijn aangewezen zijn op een Rugzak of speciale school. Vanuit een bespreking van het Zorg Advies Team kan besloten worden om PAB aan te vragen. De mentoren zijn de spil in het web voor hun leerlingen en hebben dan ook de contacten met de ambulant begeleiders betreffende hun leerling. De zorgcoördinator volgt en coördineert. 4. Consulenten/Navigator MEE Er sluit standaard een consulent vanuit MEE aan bij de vergaderingen van het Zorg Advies Team. Hierdoor is snel duidelijk of en welke hulp er vanuit MEE ingezet dient te worden voor een leerling. MEE ondersteunt mensen met een beperking en hun netwerk op alle levensgebieden en in alle levensfasen. Daardoor kunnen zij naar vermogen meedoen in de samenleving. In samenspraak met MEE is het ook mogelijk om een cursus voor een specifieke groep in te zetten. Daarnaast draait in samenwerking met MEE West-Brabant dit schooljaar (2013-2014) de Pilot “Navigator”. Het doel van het project is erop gericht om te voorkomen dat jongeren in een uitkeringssituatie terechtkomen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van hun eigen kracht en netwerk. De deelnemer van de Pilot zijn geselecteerd door het Zorg Advies Team in samenspraak met het stagebureau. 5. Zorgbureaus Indien leerlingen vanuit een PGB begeleiding ontvangen vanuit een zorgbureau dan is er met regelmaat contact om de aanpakken vanuit school en thuis op elkaar af te stemmen. De ambulant begeleiders sluiten aan bij de geplande IOP gesprekken. Er liggen kansen om gebruik te maken van elkaars expertise. Alles is er op gericht om de schoolloopbaan van de leerling zo succesvol als mogelijk te laten verlopen. Er zijn geen specifieke afspraken over samenwerking. 6. JOC Vanuit het Jongeren Ontmoetingscentrum maken we gebruik van de mogelijkheid die zij bieden voor het verzorgen van gastlessen. Deze kunnen gaan over b.v. alcohol, drugs of omgaan met seksualiteit. Doordat er gastlessen gegeven worden, brengen we tevens het bestaan van het JOC onder de aandacht bij onze leerlingen. Zij leren dat ze er terecht kunnen voor advies of activiteiten. 7. Spoorzoeker (DTC) Het Dagtrainingscentrum is voor jongeren van 12 – 23 jaar die voortijdig hun school (dreigen te) verlaten en/of geen andere zinvolle daginvulling hebben. Jongeren worden geactiveerd via trainingsactiviteiten, scholingsactiviteiten en werkactiviteiten terug te keren naar onderwijs of werk. Het Zorg Advies Team kan ouders begeleiden bij het wijzen van de juiste weg om hun kind hier geplaatst te krijgen. Ook de leerplichtambtenaar speelt hierin een rol. Bij plaatsing blijft de leerling ingeschreven op Het Kwadrant. 8. William Schrikker Groep (WSG) De William Schrikker Groep wordt ingeschakeld als de kinderrechter een beschermende maatregel uitspreekt over een kind met een beperking (of een kind van ouders met een beperking). In die situaties bieden de professionals specifieke kennis en ervaring om hulp te verlenen. Het Kwadrant heeft indien nodig contact met de medewerkers van de WSG. Dit om het welzijn van onze leerlingen te vergroten/waarborgen en het volgen van de lessen/stage te optimaliseren. 9. GGZ GGZ WNB biedt hulp bij problemen op het gebied van geestelijke gezondheid. Indien een leerling van ons zog ontvangt vanuit de GGZ dan is er een warm contact (na toestemming van ouders/verzorgers) zodat wij als school ook zo goed mogelijk kunnen anticiperen op de problematiek van de leerling. 10. Veiligheidshuis Het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom is een samenwerkingsverband van gemeenten, Openbaar Ministerie, politie en instellingen op het gebied van zorg, veiligheid, welzijn en Justitie. Zij richten zich op crimineel gedrag, overlast en de slachtoffers hiervan. Informatie voor een effectiever en sneller ingrijpen, wordt direct uitgewisseld binnen het veiligheidshuis. Omdat de leerplichtambtenaren hiervan ketenpartner zijn, werken we hier indirect ook mee samen. 5. Diepteondersteuning Het Kwadrant is een school voor praktijkonderwijs. Dit betekent dat we leerlingen opleiden naar een actieve deelname aan de maatschappij en het arbeidsproces. Elke leerling heeft leerproblemen (een IQ tussen de 55 en 80). Dit maakt dat diagnoses behorend bij een cluster niet altijd gesteld worden. Het is maar de vraag waar de gedragsproblemen vandaan komen. Deze kunnen namelijk ook het gevolg zijn van de beperkte cognitie. De problematieken van de leerlingen zijn veelal van algemene aard; te weten - Gedragsproblemen Leerproblemen Sociaal-emotionele problemen Overbelast zijn Verzuim Lichamelijke problemen Grensoverschrijdend gedrag Culturele problemen Op Het Kwadrant kennen we individueel ontwikkelingsplannen voor elke leerling. Het Zorg Advies Team kan specialistische hulp organiseren indien nodig. Extra ondersteuning met inzet van middelen uit het samenwerkingsverband is gewenst voor extra handen in de klas of voor het creëren van een gespecialiseerde onderwijssetting binnen de school. Hiermee bedoelen we het organiseren van deskundigheid, aandacht/tijd en voorzieningen voor bovenstaande algemene problematieken. Dit binnen de mogelijkheden van Het Kwadrant. Te denken valt b.v. aan een alternatieve leer/werkplek voor leerlingen die (nog) niet stage geschikt en/of geen stageplaats hebben. Handelingsgericht werken De volgende standaarden worden gebruikt voor het beschrijven van handelingsgericht werken. (Onder leerkrachten wordt verstaan de mentor en docenten in samenspraak met leden van het begeleidingsteam) - De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar en wanneer. - Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt. - Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen. - Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen. - Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega’s - Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben. - Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam. - Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten ideeën en oplossingen van leerlingen. - Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundigen en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak. - Leerkrachten benoemen hoge, reële SMART-geformuleerde doelen voor de lange en korte termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega’s. - Leerkrachten werken met een groepsplan waarin de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven. - Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun (groeps)plannen met de zorgcoördinator of het zorgteam 6. Conclusie en ambities In deze paragraaf wordt verwoord welke ondersteuningmogelijkheden de school in de nabije toekomst wil en kan realiseren (zie ook hoofdstuk 3 en 4).