Het Kwadrant - SWV Brabantse Wal

advertisement
Onderwijs-Ondersteuningsprofiel van
Het Kwadrant
2. Algemene gegevens:
2.1 Contactgegevens :
Naam
samenwerkingsverband:
Nummer:
Samenwerkingsverband passend voortgezet onderwijs Bergen op Zoom e.o.
Naam:
Het Kwadrant
Adres:
Oberonstraat 2
Postcode:
4624VM
Plaats:
Bergen op Zoom
Email:
[email protected]
Website:
www.het Kwadrant-boz.nl
Directeur:
Ab de Laater
Zorgcoördinator:
Marcella van Schilt-Schepers
3001
2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept:
Historie en huidige situatie
Het Kwadrant is een school voor PrO. Het Kwadrant valt onder de Lowys Porquinstichting. In 1998 is voormalige
MLK-VSO De Bosrand gestart onder de naam ‘Het Kwadrant school voor praktijkonderwijs’. In de afgelopen
jaren zijn de uitstroomprofielen verder ontwikkeld en is er een samenwerkingsverband met het VMBO en het
MBO. Daar waar mogelijk en zinvol is, participeert Het Kwadrant in het samenwerkingsverband Passend
Onderwijs VO.
Populatie
Het Kwadrant school voor praktijkonderwijs heeft 150 leerlingen met een PrO-indicatie uit de hele regio. De
leerlingen komen niet alleen van speciale en reguliere basisscholen, maar ook vanuit het VO.
Uitgangspunten/waarden
Wonen, werken, vrije tijd en burgerschap zijn de domeinen voor het PrO. Alle leerlingen werken op basis van
een individueel ontwikkelingsplan (IOP), waarin de te ontwikkelen competenties staan beschreven. Daarbij
gaat Het Kwadrant uit van de mogelijkheden en de kwaliteiten van de leerling. Veiligheid, duidelijkheid en
wederzijds respect zijn bij Het Kwadrant basiswaarden. Mentoren zijn de spil in de klas en coachen de
leerlingen bij hun individuele leertraject. Voor de leerlingen die in hun ontwikkeling worden belemmerd,
organiseert de school speciale zorg door middel van een handelingsplan (HP). Leerlingen stromen uit naar
(begeleid)werk en/of vervolgopleiding.
Visie
‘Samen op weg bereikt ieder z’n doel’ is de visie van Het Kwadrant. Door de professionele coaching en
begeleiding van de leerlingen realiseren de leerlingen een langdurige (arbeids)relatie. De positieve
betrokkenheid en motivatie van de leerling is daarbij van doorslaggevend belang. De lessen en stages worden
betekenisvol georganiseerd. Taalbeleid is hierin een aansturende factor.
Aanbod
In het kader van Passend Onderwijs werkt Het Kwadrant vanuit het schoolmodel binnen het
samenwerkingsverband VO, waarbij Het Kwadrant het profiel van het PrO organiseert. Het Kwadrant werkt
met een onderbouw (klas 1, 2 en 3) en een bovenbouw (klas 4, 5 en 6). Op basis van de leerlingenscores en
testuitslagen van het assessment starten leerlingen vanaf 15 jaar hun stagetraject. Het stagebureau en de
mentor coachen de leerling op basis van een actueel IOP. De school organiseert vier uitstroomprofielen:
Landbouw, Techniek, Zorg & Welzijn en Economie. In de bovenbouw kunnen de leerlingen uitstromen naar
(beschermd) werk en/of een vervolgopleiding.
Enkele geselecteerde leerlingen volgen een jaar de interne AKA-opleiding. Deze MBO-opleiding wordt in
samenwerking met het Kellebeek College georganiseerd. Het Kwadrant heeft twee jaar nazorgplicht, waarbij de
leerlingen die zijn uitgestroomd regelmatig worden gemonitord.
Profilering
Het Kwadrant profileert zich op:
 betekenisvol PrO;
 stagebegeleiding met uitstroom naar (begeleide) arbeid en/of vervolgonderwijs;
 interne opleiding AKA (assistent gekwalificeerde arbeid);
 YourTime: leerlingen leren hun vrije tijd op zinvolle wijze te besteden. Door middel van een
matchingssysteem komen leerlingen in aanraking met sport en cultuur. Leerlingen kunnen hierin ook
gecoacht worden door de YourTime-coach in samenwerking met de gemeente Bergen op Zoom.
2.3 Kengetallen leerling -populatie huidig schooljaar en afgelopen 3 schooljaren
Beschrijving
Aantal leerlingen
Aantal leerlingen met lwoo of pro indicatie
Aantal leerlingen met een rugzakje REC-4
Aantal leerlingen met een rugzakje REC-3
Aantal leerlingen met een rugzakje REC-2
Aantal leerlingen met een rugzakje REC-1
Aantal leerlingen dat in een ZAT is besproken
Aantal leerlingen dat geplaatst is op een bovenschoolse
voorziening (zorglocatie, rebound, plus, Op de rails,
Herstart)
Aantal leerlingen dat is teruggeplaatst of geplaatst vanuit
een bovenschoolse voorziening
(zorglocatie, rebound, plus, Op de rails, Herstart)
Aantal leerlingen dat is verwezen naar VSO
Aantal leerlingen met dyslexie
Aantal leerlingen met dyscalculie
20102011
164
164
1
4
3
0
-
20112012
178
178
2
6
2
0
45
2
-
20122013
146
146
0
0
3
0
35
1
20132014
150
150
1
2
2
0
0
0
-
0
-
1
2.4 Toelatingscriteria, beleid en randvoorwaarden
Een leerling komt alleen dan in aanmerking voor plaatsing in het Praktijkonderwijs bij:
 een IQ van 55 t/m 80
+
 een leerachterstand van drie jaar of meer in twee of meer domeinen (Rekenen, Spelling, Technisch
lezen en Begrijpend lezen)
Leerlingprofiel
Interesse
De leerling voert eenvoudige praktische taken, die goed uit te oefenen zijn, gemotiveerd uit. De leerling
verkiest alledaagse opdrachten boven schriftelijke en/of abstracte opdrachten.
De leerling kan routineklussen enthousiast uitvoeren.
Inzet/tempo
De leerling kan met enthousiasme een redelijk tempo halen bij praktische en beroepsgerichte opdrachten.
De leerling kan bij schoolse opgaven van een gemiddelde moeilijkheidsgraad niet tot een redelijk tempo
komen; vooral theoretische vakken vragen om een flinke tijdsinvestering. De leerling is gebaat bij veel
persoonlijke stimulans en opdrachten met een duidelijke structuur. De leerling kan korte, eenduidige en
eenvoudige taken die vaak herhaald worden, met inzet uitvoeren. Voor de leerling is juist praktische oefening
heel erg belangrijk. De leerling heeft een duidelijke behoefte aan structuur, rust en veiligheid.
Zelfbeeld
De leerling is minder goed in staat om te reflecteren op de eigen prestaties.
Het zelfbeeld is gebaat bij directe resultaten na het maken van opdrachten waarvoor haalbare doelen zijn
geformuleerd. Juist succeservaringen verminderen de sociaal-emotionele problematiek.
Tussentijdse feedback is voor de leerling erg belangrijk.
Probleemoplossend vermogen
De leerling heeft meer tijd nodig voor het opnemen van informatie en om het geleerde toe te passen in
andere situaties of te combineren. Het doorsnee probleemoplossend vermogen is niet sterk ontwikkeld bij de
leerling. De leerling heeft moeite met zelf ordening aan te brengen in de leerstof. De leerling leert door
praktische inprenting, niet door inzicht.
Concentratie
De leerling heeft over het algemeen een korte spanningsboog, vooral bij de vakken waar hogere eisen gesteld
worden aan de cognitieve vaardigheden, zoals bij avo-vakken. De leerling is vooral praktisch georiënteerd.
Sociale omgang
De leerling is gevoelig voor de manier van omgang met de leraar. De leerling reageert zeer persoonsgebonden.
De leerling heeft behoefte aan duidelijke regels en structuur en aan bevestiging en complimentjes als het goed
gaat. De leerling kan samenwerken met klasgenoten, maar heeft hulp nodig bij het oplossen van
meningsverschillen. De leerling functioneert het beste in een vertrouwde omgeving.
Planmatig werken
De leerling heeft behoefte aan herkenbare, korte en gestructureerde opdrachten. Ondersteuning bij de
uitvoering van de opdrachten is bijna altijd nodig. De leerling is minder goed in staat om zelf structuur te
maken in de uit te voeren opdrachten.
Taalvaardigheden
De leerling kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld. De
teksten zijn eenvoudig van structuur, de informatie is herkenbaar geordend. De teksten hebben een lage
informatie dichtheid en bestaan voornamelijk uit frequent gebruikte (of voor leerlingen alledaagse) woorden.
De taalvaardigheden sec zijn voor de leerling geen ondersteuning om een opdracht of onderwerp te begrijpen.
Streefdoel: Referentieniveau 1F
Rekenvaardigheden
De leerling kan, met hulp, eenvoudige rekenvaardigheden toepassen zoals hoofdrekenen, rekenregels
gebruiken, meten en schatten.
In de concrete wereld kan de leerling de rekenvaardigheden functioneel (beperkt) toepassen.
Streefdoel: Referentieniveau 1F
Huiswerkattitude
Het praktijkonderwijs kent in het algemeen geen huiswerk.
De leerling kan huiswerk alleen met gestructureerde hulp maken.
Zelfstandigheid
De leerling heeft behoefte aan structuur en tussentijdse positieve feedback. Daardoor ontstaan juist eerder bij
theoretische opdrachten problemen.
De leerling kan bij voldoende oefening overzichtelijke praktische taken met enthousiasme uitvoeren. In het
begin is voor de leerling begeleiding en controle erg belangrijk.
De intakeprocedure van Het Kwadrant PRO ziet er in schema als volgt uit:
Activiteit:
Inhoud:
2
1e aanmelding ouders
1e contact school van
herkomst
Opvragen dossier bij:
1. ouders
2. BAO /SBO
3. relevante instanties
3
Dossierbespreking
4
Dossierverwerking (intern)
Rondleiding
Informatie verstrekken
Toestemmingsformulier
Onderwijskundig rapport
Didactisch onderzoek
Psychologisch onderzoek
Opsturen CBCL
Relevante gegevens
CBCL
ZAT
Maken I.O.P.
5
2e contact ouders /leerling
1
6
7
8
Bespreking PCL
Dossier opsturen naar de RVC
3e contact ouders
9
Beschikking RVC
10
Verwerken dossier
Invoeren in RVC
Bespreking dossier:
- handtekening I.O.P.
- handtekening RVC
PCL overleg in SWV-VO
Op de hoogte brengen
van opsturen dossier
Opruimen en kopie naar
ouders
- ordenen
- informatie in LVS
- leerling inschrijven
- dossier in archiefkast
Eind
verantwoordelijk:
Ouders
Intaker
Personen:
Intaker
Handtekening
Intaker
Orthopedagoog
Zorgcoördinator
Intaker (deel 1)
Orthopedagoog
Intaker
Handtekening Zorg
coördinator
Afdelingsleider
Handtekening
afdelingsleider
directeur
Intaker
Intaker
Intaker
Mentor
Administratie
Administratie
Handelswijze dubbele adviezen BAO/SBO
Advies VSO-ZMLK/PRO
Advies PRO/VMBO
Onderzoek door VSOZMLK
Onderzoek door PRO
Onderzoek door PRO
Onderzoek door VMBO
Voorlopige plaatsing
VSO-ZMLK
Voorlopige plaatsing
PRO
Voorlopige plaatsing
PRO
Voorlopige plaatsing
VMBO
Definitieve Plaatsing
Definitieve Plaatsing PRO
Definitieve Plaatsing PRO
Definitieve Plaatsing
VSO-ZMLK
VMBO
3. Basisondersteuning
3.1 Definitie
De basisondersteuning is het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en licht
curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een
overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners worden uitgevoerd.
3.2 De vier aspecten van basisondersteuning
De basisondersteuning van de school kent vier aspecten:
-
preventie
-
inrichting van de ondersteuningsstructuur
-
planmatig werken
-
kwaliteit
In de beschrijving van de basisondersteuning zijn afspraken vastgelegd over licht curatieve interventies. Deze
afspraken staan hieronder vermeld, met een beschrijving van hoe wij het geregeld hebben, een verwijzing naar
documenten, een ambitieniveau een stappenplan voor verbetering. Genoemde interventies zijn structureel
beschikbaar voor en/of binnen de school en moeten de continuïteit van de schoolloopbaan van een leerling
ondersteunen.
Preventie
1. De school heeft een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie.
A. Wij hebben dit als volgt geregeld;
Het Kwadrant heeft geen protocol of schriftelijk beleid op dyslexie en dyscalculie. Daar het leesprobleem vaak
een onderdeel is van het leerprobleem. De leerachterstanden en –problemen worden als eerste verklaard
vanuit het lage IQ.
Uiteraard worden de officiële dyslexieverklaringen wel erkend.
Er wordt op de volgende manier rekening gehouden met leerlingen met lees- en spelproblemen:
 Vergroten van het lettertype;
 Aandacht voor het lezen in ieder vak
 Voorlezen van teksten
 Tijd
 Aangepaste didactische werkvormen
 Ingesproken werkboeken
 Daisyspelers (aangeschaft door de leerling zelf)
 Ondersteuning/coaching collega’s en leerlingen door de coördinator Taalbeleid
 Mondelinge afname van “toetsen”/ portfolio opdrachten.
B. Documentatie
Er is geen specifieke documentatie.
C. Ambitieniveau
Het taalbeleid en begeleiding van collega’s zijn nog steeds in ontwikkeling. Nu Is er nog geen ambitie
betreffende beleid op dyslexie e.d. Het IQ en bijbehorende leerachterstanden zijn de primaire
problematieken.
D. Stappenplan voor verbetering
n.v.t.
2. De school biedt onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer
of minder dan gemiddelde intelligentie
A. Wij hebben dit als volgt geregeld;
Het Kwadrant heeft als pedagogische missie en als wettelijke opdracht leerlingen voor te bereiden op actieve
deelname aan de maatschappij en aan het arbeidsproces .Wij spreken over "voorbereiding op de domeinen:
werken, wonen en vrijetijdsbesteding ". In het praktijkonderwijs staat de leerling en zijn loopbaan centraal.
Goed burgerschap (bewust en betrokken) krijgt op Het Kwadrant betekenis binnen bovengenoemde
domeinen. Daarnaast wordt goed burgerschap in de vorm van goede leerling- goede ouder- goede leerkracht
binnen de school als uitgangspunt genomen.
Het onderwijs op Het Kwadrant is zo ingedeeld dat er gesproken kan worden van vier fases.
In fase 1 (klas 1 en 2) oriënteren de leerlingen zich zo breed mogelijk. Het onderwijsaanbod richt zich op
belangrijke algemene- praktische- sociale- en communicatieve vaardigheden m.b.t. wonen, werken en vrije
tijd. Er is veel aandacht voor de persoonlijke begeleiding van de individuele leerling.
In de tweede fase (klas 3 en 4) oriënteren leerlingen zich op hun persoonlijke interesses en capaciteiten: wat
kan ik en wat wil ik. Leerlingen maken een keuze voor een bepaalde beroepsrichting. (Klas 3: keuze voor een
breed vakkenpakket , klas 4 keuze voor een smal vakkenpakket)
Leerlingen kunnen (school)certificaten behalen behorende bij het gekozen vakkenpakket. Leerlingen gaan in
deze fase een gedeelte van hun tijd op stage. De aandacht is gericht op de specifieke praktische, sociale en
communicatieve vaardigheden ten behoeve van hun toekomstige plek op de arbeidsmarkt en in de
maatschappij. Daarnaast wordt er gewerkt aan de kritische vaardigheden m.b.t. Nederlands, rekenen ,
informatiekunde en burgerschap.
In de derde fase (klas 5 en 6 ) neemt stage een groot deel van de tijd in. De aandacht is gericht op de
individuele vaardigheden ten behoeve van hun toekomstige plek op de arbeidsmarkt en in de
maatschappij. Daarnaast wordt gewerkt aan de kritische competenties van Nederlands , rekenen en
burgerschap . Ook in deze fase kunnen leerlingen (school)certificaten behalen.
Een bijzondere 5e / 6e klas is de AKA/MBO1 klas.
De lesinhoud van de AKA/ MBO1-deelnemers is gericht op de sector Economie en Handel, Techniek, Zorg en
Welzijn of Voedsel- en Leefomgeving.
Naast één halve dag les op het Kellebeek College NOVA en anderhalve dag les op de praktijkschool lopen de
leerlingen minimaal 2 dagen stage (BPV) bij een geaccrediteerd bedrijf. Het resultaat is het behalen van een
AKA diploma of een MBO1 diploma ALM (assistent logistiek medewerker) Zorghulp 1, AVM (aankomend
verkoopmedewerker) of HOAS (horeca-assistent).
Klas 6 is bedoeld voor leerlingen die wat betreft hun leeftijd of ontwikkeling nog een (deel van een ) jaar extra
blijven. De aandacht is gericht op de individuele behoeften van deze leerling ten behoeve van hun
toekomstige plek op de arbeidsmarkt en in de maatschappij.
Tot slot is er sprake van een vierde fase: de nazorg. In deze fase, die geen deel meer uitmaakt van de
schoolloopbaan van de leerlingen, wordt de leerling 2 jaar lang gemonitord. Waar nodig wordt de oud-leerling
ondersteund op de werkplek en wordt de werkgever geadviseerd over de verdere loopbaanontwikkeling van
de leerling in het bedrijf.
B. Documentatie

Leerlingvolgsysteem binnen Magister

Schoolplan
C. Ambitieniveau
Het gaandeweg (digitaal) verfijnen van de kritische vakcompetenties en deelvaardigheden.
D. Stappenplan voor verbetering
3. De school is fysiek toegankelijk, heeft aangepaste werk-en instructieruimtes en beschikt over
hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben.
A. Wij hebben dit als volgt geregeld;
ABLA
4. De school biedt (ortho) pedagogische en/of didactische programma’s en methodieken die gericht
zijn op de sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen.
A. Wij hebben dit als volgt geregeld;
Wij maken werk van Arbeids-en Burgerschapscompetenties. Deze competenties worden op “Het Kwadrant”
als “rode draad” door de schoolloopbaan heen ontwikkeld en gevolgd.
Zowel persoonlijkheidsontwikkeling, sociale vaardigheden als arbeidsvaardigheden worden middels “ABC”lessen , toepassen in (praktijk)lessen en stage én in het algemene schoolklimaat bevorderd. Arbeids-en
Burgerschapscompetenties zijn essentieel in het dagelijks leven (goed burgerschap binnen wonen en vrije tijd)
en wordt door de arbeidsmarkt (en stage bedrijven) aangegeven als meest vereiste skills. ABC’s zijn dan ook
de meest voorkomende ontwikkelcompetenties in het individueel ontwikkelingsplan en hebben invloed op het
doorstroomadvies.
Door het daadwerkelijk bewust maken van deze vaardigheden worden de leerlingen gestimuleerd kritisch te
denken en na te denken over het zelfbeeld en het eigen handelen. De onderstaande methodes/boeken
worden ingezet als middel om te werken aan de door de school ontwikkelde ABC’s.
Leefstijl:
Leefstijl is een programma dat kinderen vanaf de kinderopvang/peuterspeelzaal tot en met het
beroepsonderwijs helpt om hun sociaal-emotionele vaardigheden te ontwikkelen.
Met Leefstijl oefenen leerlingen basisvaardigheden als luisteren, met gevoelens omgaan, nee zeggen, assertief
zijn en conflicten hanteren. Deze basisvaardigheden zijn gereedschap waarmee leerlingen sterker in hun
schoenen komen te staan. Zowel nu op school, thuis, als later wanneer zij volwassen zijn. Binnen het
onderwijs creëert Leefstijl voorwaarden om deze vaardigheden van leerlingen te ontwikkelen en om een
betere sfeer in de klas te scheppen.
Rots en water:
Rots en Water is een psychofysische training voor jongens en meiden. Het Rots & Water programma kan
worden beschouwd als een weerbaarheids -programma en uiterst effectief anti-pest-programma, maar dan
één dat zich onderscheidt van andere programma’s door zijn meervoudige doelstelling en het bredere
pedagogische perspectief waarbinnen de training van weerbaarheid samen gaat met de ontwikkeling van
positieve sociale vaardigheden. Weerbaarheid en solidariteit, rots en water, worden in balans gepresenteerd
en getraind. Rots en Water heeft als doel het verbeteren van zelfbeheersing, zelfreflectie, zelfvertrouwen, en
communicatieve en sociale vaardigheden. Daarnaast zijn de preventie van geweld en van seksueel geweld, het
leren maken van eigen keuzes en het leren gaan van een eigen weg belangrijke thema’s. Een zeer belangrijk,
fundamenteel thema is het voorkomen van pesten (preventieve werking) en indien aanwezig, het aanpakken
van pestgedrag in de klas en school.
Rots en Water maakt gebruik van een psychofysieke didactiek, wat inhoudt dat startend vanuit een fysieke
invalshoek, mentale en sociale vaardigheden worden aangereikt en verworven. Actie (spel, spelen en simpele
zelfverdedigingsvormen) wordt afgewisseld door momenten van zelfreflectie en kringgesprekken.
“De school is van ons” en “zo werkt het”
Zó werkt het is voor jongeren die het praktijkonderwijs gaan verlaten of die een MBO-opleiding niveau 1
volgen. Hét vervolg op het populaire sociale vaardigheden-werkboek De school is van ons.
Hoe maak je een cv? Welk werk wil je eigenlijk doen? En hoe hoor je je op de werkvloer te gedragen? Dat
komt aan bod in Zó werkt het. Zó werkt het is een logisch vervolg op het werkboek De school is van ons. De
laatste is bestemd voor leerjaren 1 en 2 van het praktijkonderwijs en besteedt vooral aandacht aan het
ontwikkelen van een eigen identiteit en sociale vaardigheden in de klas. Zó werkt het is de volgende stap en
begeleidt leerlingen in hun leerwerkomgeving.
Convenant Veilige school:
Het Kwadrant heeft het keurmerk “Veilige school”. Landelijk wordt het opstellen van gezamenlijke afspraken
ten aanzien van het realiseren van een Veilige School gestimuleerd vanuit het Ministerie Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap. In 2006 sloten de gemeente Bergen op Zoom en de scholen uit het voortgezet onderwijs het
convenant Veilige School af. Dit convenant bevat vooral procedurele informatie. Gemeente en de directies van
de scholen constateerden dat het bestaande convenant Veilige School een aanvulling behoefte in de vorm van
een handelingprotocol. In dit handelingsprotocol Veilige School zijn gezamenlijke afspraken gemaakt omtrent
de beleidsvorming en beleidsuitvoering ten aanzien van veilige scholen in de gemeente Bergen op Zoom.
In dit handelingsprotocol staat beschreven welke stappen er gezet dienen te worden wanneer
grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt op school. Communicatie vooraf met betrokken organisaties over de
gewenste aanvliegroute, verantwoordelijkheden en verwachtingen is belangrijk om te komen tot individueel
maatwerk. In de bijlage staat contactinformatie over de verschillende organisaties en functionarissen. Ook
staat hier de wijkagent per school vermeld.
B. Documentatie;
 ABC lijst
 Het convenant “Veilige School”.
C. Ambitieniveau;
Verder verfijnen van de ABC’s (Arbeids-en Burgerschapscompetenties)
Rots en water:
- Een jaarlijks terugkomend programma Rots en Water in klas 1,2 en 3
- In klas 4 en 5 Rots en Water laten terugkomen tijdens ABC (arbeids en beroeps competenties) lessen
en Rots en Water inzetten bij de individuele begeleiding van stage leerlingen.
- Binnen de theorie- en praktijklessen en binnen de vrije situaties Rots en Water laten terugkomen; alle
leerkrachten spreken dezelfde taal (training voor het team).
D. Stappenplan voor verbetering;
?
5. De school heeft een protocol voor medische handelingen
A. Wij hebben dit als volgt geregeld;
EHBO: Een aantal docenten binnen Het Kwadrant zijn gediplomeerd EHBO’er. Dit diploma wordt actueel
gehouden door periodieke trainingen.
BHV: De school heeft een aantal bedrijfshulpverleners in dienst. Zij oefenen drie keer per jaar het ontruimen
van de school volgens het aanwezige noodplan. Zij volgen hiertoe scholing binnen de Lowys Porquinstichting.
B. Documentatie;
 Een lijst medicijngebruik
 Protocollen voor individuele leerlingen met speciale medische behoeften
 Noodplan
C. Ambitieniveau;
Het ontwikkelen van een medisch protocol. De bedoeling is om duidelijkheid te scheppen en bestaande
afspraken te bundelen en schriftelijk vast te leggen.
D. Stappenplan voor verbetering;
Wie gaat het medisch protocol maken?
6. Er zijn afspraken gemaakt over de curatieve zorg en ondersteuning die de school samen met
ketenpartners kan bieden.
A. Wij hebben dit als volgt geregeld;
Samenwerkingsverband VO
Het Kwadrant participeert binnen het samenwerkingsverband VO. Zij bereiden zich voor op Passend
Onderwijs. De collectieve ambitie vertrekt vanuit het perspectief van de leerling. Datgene wat door de school
en het samenwerkingsverband aan leerling zorg wordt geboden moet immers ten goede komen aan de brede
ontwikkeling van de leerling.
Op Het Kwadrant maken wij gebruik van onderstaande mogelijkheden (zie ook ondersteuningsstructuur):
 School Maatschappelijk Werk
In het Centrum voor Jeugd en Gezin Bergen op Zoom heeft School Maatschappelijk Werk een
werkplek. Ook sluiten zij regelmatig aan bij teamoverleg van de CJG’s te Bergen op Zoom, Tholen en
Steenbergen.
 Schoolpsycholoog
Voor 75 uur op jaarbasis beschikken we over een psycholoog (vanuit bureau Mentaal Beter). Deze is
lid van het zorgteam, verricht aanvullend onderzoek en begeleidende activiteiten.
 Samenwerking BJZ verkorte route
Wanneer de ondersteuning die geboden wordt vanuit school niet toereikend is, moet vervolghulp
snel kunnen aansluiten. Hiertoe is een formulier ontwikkelt waarmee snel een aanmelding gedaan
kan worden voor inzet van ambulante jeugdhulp door school. Het gaat dan om hulp die in en om de
school en thuissituatie kan worden geboden.
 Rebound
Rebound is bestemd voor jongeren met gedragsproblematiek, mogelijk met
cognitieve beperkingen, die voortijdig hun school (dreigen te ) verlaten. De leerplichtige
jongeren krijgen in de Reboundperiode ondersteuning op het gebied van onderwijs en sociale
vaardigheden zodat eventuele terugkeer naar school soepel verloopt.
Leerplichtambtenaar:
Er zijn goede contact met de leerplichtambtenaren vanuit de diverse gemeentes waar onze leerlingen
woonachtig zijn. De leerplichtambtenaar treedt zowel preventief als curatief op. Tevens is deze persoon de lijn
richting het Veiligheidshuis en speelt hij/zij een rol bij het verwijzen van leerlingen richting o.a. “Herstart”.
Navigator in samenwerking met MEE-West-Brabant:
In samenwerking met MEE West-Brabant draait schooljaar 2013-2014 de Pilot “Navigator”. Het doel van het
project is erop gericht om te voorkomen dat jongeren in een uitkeringssituatie terechtkomen. De Navigator
draagt deze naam omdat hij/zij de leerling/deelnemer leidt naar het gewenste doel, via vooraf vastgelegde
etappes en tussenstations. De Navigator stippelt samen met de leerling/deelnemer, de ouders, het sociale
netwerk en de school een route uit. Deze route wordt vervat in een actieplan. Bij “files en versperringen”
helpt de Navigator de deelnemer een alternatieve route naar de (tussen-en eind)doelen te vinden, zodat de
weg naar de eindbestemming kan worden vervolgd.
Op overgangsmomenten (van school naar andere school, van school naar werk, van thuis naar andere
huisvesting, van werk naar werk enz.) zorgt de Navigator ervoor dat de leerling/deelnemer de juiste hulp en
ondersteuning krijgt. De Navigator houdt de jongere in beeld, ook als deze van school is en aan het werk. Dat
continue volgen moet ertoe leiden dat zoveel mogelijk jongeren voor hun 27 ste levensjaar een dusdanige leefen werksituatie hebben ontwikkeld, dat zij een voor hen zinvolle en zingevende bijdrage aan de samenleving
kunnen blijven leveren.
Veiligheidshuis:
Het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom is een samenwerkingsverband van gemeenten, Openbaar
Ministerie, politie en instellingen op het gebied van zorg, veiligheid, welzijn en Justitie. Zij richten zich op
crimineel gedrag, overlast en de slachtoffers hiervan. Informatie voor een effectiever en sneller ingrijpen,
wordt direct uitgewisseld binnen het veiligheidshuis. Omdat de leerplichtambtenaren hiervan ketenpartner
zijn, werken we hier indirect ook mee samen.
Zorg voor jeugd:
Zorg voor Jeugd is een signaleringssysteem, bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van
0 – 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Op
deze manier moeten risico’s met kinderen en jongeren worden voorkomen. Het Kwadrant heeft zich
aangesloten bij Zorg voor Jeugd.
UWV?
Gemeente Bergen op Zoom?
B. Documentatie


Zorgplan Het Kwadrant
Zorgplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Bergen op Zoom e.o.
C. Ambitieniveau
Het Kwadrant sluit aan bij de ontwikkelingen die het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs 3001
Bergen op Zoom e.o. doormaakt ten aanzien van het passend onderwijs.
Het streven is om van curatie naar preventie en vroegtijdig ingrijpen te gaan.
D. Stappenplan voor verbetering
?
Ondersteuningsstructuur
Expertise van het ondersteuningsteam
A. Naam functies of taken leden ondersteuningsteam
B. Expertise
Basisteam
Zorgcoördinator:
Orthopedagoog/psycholoog:
School maatschappelijk werk:
Jeugdarts (GGD):
Bijdrage
- Voorbereiding, voorzitten, bewaken
regulatieve cyclus
- Zorg dragen voor activering en afstemming
van de zorg
- Handelingsgerichte adviezen naar
schoolpraktijk
- Onderzoek sociaal emotionele aspecten
- Onderzoek persoonlijkheidsproblematiek
- Algehele taxatie van
ontwikkelingsproblematiek
- Handelingsgerichte adviezen naar
schoolpraktijk
- Indiceren voor speciale onderwijszorg
- Taxatie en oplossingsrichtingen inzake
psychosociale problemen bij leerling en/of
ouders/verzorgers
- Schakel naar lokaal aanbod
- het voorkomen van ernstige problematiek,
schooluitval en op een positieve manier
bijdragen aan de ontwikkeling en de
schoolcarrière van de leerling.
- Taxatie en oplossingsrichtingen vanuit
sociaal-medische invalshoek
- Schakel naar medische voorzieningen
Een meer uitgebreide omschrijving van de functies; zie het functiebouwwerk van het Praktijkonderwijs.
C. Hoe is deze zichtbaar binnen de school?
We onderscheiden directe en indirecte functies van het Zorg Advies Team (vervolgens ZAT). De directe
functies betreffen de activiteiten die rechtstreeks aan de besproken leerling zijn gekoppeld. De indirecte
functies betreffen activiteiten die bijdragen leveren aan beleidsvorming. Hieronder een toelichting van de
functies.
Directe functies:
 Preventie:
het ZAT signaleert waar er in de schoolorganisatie behoefte is aan scholing of andere maatregelen ter
voorkoming van uitval of het ontstaan van problemen bij leerlingen; signaleren wordt door de leden van het
ZAT opgepakt, de leerkrachten kunnen aangeven dat ze behoefte hebben aan scholing.
 Consultatie/ondersteunen:
vergroten van probleemoplossend vermogen van de inbrenger; vergroten van deskundigheid en/of inzicht van
de inbrenger. Het ZAT richt zich op de versterking van het primaire proces door middel van voorlichting te
geven aan de leerkrachten/ouders en hen te coachen.
 Leerlingbegeleiding:
het regelen van begeleiding van de zorgleerling. Deze kan bestaan uit observatie, onderzoek, begeleiding in de
klassensituatie, gesprekken, verwijzing naar externen (loketfunctie) etc.
 Evaluatie/nazorg:
het ZAT bewaakt de afspraken die gemaakt zijn ten aanzien van zorgleerlingen en de overige zaken die tot de
taak van het ZAT behoren. De ZAT-leden registreren en rapporteren.
Indirecte functies:


Leveren van bijdragen aan kwaliteitsimpuls interne leerlingenzorg: versterken van de schoolinterne
(preventieve) begeleiding. De zorgcoördinator maakt deel uit van het Beleids Advies Team van de school.
Leveren van bijdragen aan regionale beleidsvorming; participeren in het samenwerkingsverband VO
Nazorg
Leerlingen die door het ZAT zijn verwezen naar een andere vorm van onderwijs, worden gedurende 2 jaar
gevolgd door de zorgcoördinator. Er vindt een inhoudelijke evaluatie plaats met de betrokken school/
instantie. Hieruit kunnen wij opmaken of het ZAT de juiste interventies heeft gepleegd.
D. Hoe wordt samengewerkt met welke ketenpartners?
Zie punt 6
Planmatig werken
1. Het personeel werkt met effectieve methoden en aanpakken.
De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op de onderwijsbehoeften van individuele
leerlingen. Leerlingen zijn actief betrokken. Docenten stemmen de instructie, verwerkingsopdrachten en de
onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. De school heeft een specifiek aanbod om
sociale competenties te ontwikkelen. Het aanbod is afgestemd op het vervolgonderwijs of beroepspraktijk.
A. Wij hebben dit als volgt geregeld.
Op Het Kwadrant werken we met een eigen ontwikkelde didactiek “Taal werkt”.
Principes:
 De leerkracht geeft de leerlingen levenslessen mee, dus zo dat de leerlingen een les voor het leven
leren. Alles staat in het teken van functioneel gebruikt.
 Er wordt een keuze gemaakt waarbij een klein doel of deelvaardigheid centraal staat. Het doel of de
(deel)vaardigheid staat in het groepsplan beschreven.
 Leren door herhaaldelijk en gevarieerd te doen staat centraal.
 Er wordt gewerkt aan de woordenschatuitbreiding van de leerlingen.
 Aan het eind van iedere les wordt er met de leerlingen gereflecteerd en geëvalueerd op doelen en
lesinhoud.
Didactiek:
 De didactiek wordt afgestemd op het doel. De docent maakt gebruik van communicatie over en weer
oftewel het gesprek met en door de leerlingen.
 Dit vraagt om:
- Een klassikale start bij iedere les.
- communicatieve vaardigheden van de leerlingen en de docent.
- Duidelijke doelen voor docent en de leerlingen.
- Afgestemd taalgebruik op datgene wat er verwacht wordt en waar men zich in het proces begeeft. Zo
zal aan het begin de spreektaal voorop staan en aan het eind van het proces de instructietaal. Er is
echter steeds sprake van interactie.
- Een bepaalde klassenopstelling (carré, of kring)

Visuele ondersteuning is voor leerlingen binnen het praktijkonderwijs noodzakelijk. De doelen die
geoefend moeten worden, worden ondersteund door aanschouwelijk materiaal en/of geschreven
taal. Men kan hierbij denken aan woordspinnen, uitingen van leerlingen of leeslessen
(gevisualiseerde gesprekken). Dit dient ook voor de leerlingen zelf vastgelegd te worden.
Het proces:
 Het bepalen van het doel wat geoefend gaat worden. Een doel moet meerdere keren en op
verschillende manieren geoefend worden, dus vraagt meer tijd. Dit zal het proces van beklijven ten
goede komen.
 Afstemmen van de didactiek en organisatie. Wat wil ik bereiken, hoe ga ik dat doen, welk materiaal
heb ik daarvoor nodig en hoe formeer ik de groep zodra er ingeoefend gaat worden?
 Gestructureerde oefeningen die het doel ondersteunen. Leerlingen werken of in niveaugroepen
(homogeen) of in een samenstelling waarbij samenwerkend geleerd wordt.
 De docent geeft direct corrigerende feedback of zorgt dat leerlingen zichzelf kunnen controleren.
 Leerlingen verwerken als laatste stap in het proces het geleerde in het boek. Er wordt bepaald wat
geldt als basisstof en er is basis plus stof aanwezig.
 De leerlingen maken een portfolio-opdracht. Zo kunnen zij bewijzen dat ze het geleerde kunnen
toepassen.
Om met bovenstaande didactiek te kunnen werken, krijgen medewerkers coaching vanuit de
IB’er/taalcoördinator van de school.
Voor het aanbod om de sociale competenties te ontwikkelen zie punt 4.
B. Documentatie

Groepsplannen
C. Ambitieniveau
In het kader van taalbeleid is er sinds 2010-2011 een visie en een missie. Het taalbeleid op het Kwadrant is er
op gericht de leerlingen die vaardigheden in handen te geven waardoor ze zich in een veranderende
maatschappij kunnen handhaven en ontplooien.

Promotie is op het Kwadrant de leidraad voor het basispakket Nederlands. Met Promotie
beschikt het Kwadrant over een naadloos op de doelgroep toegesneden taalaanbod. Kortom
datgene wat ze nodig hebben om in de maatschappij (wonen, werk en vrije tijd) te kunnen
functioneren.
 Door de gehele school wordt er gewerkt met doelen die omschreven staan in een leerlijn. De
groepsplannen bevatten Kritische vakcompetenties met bijbehorende deelvaardigheden..
 Om de docenten bewust te maken van “taal leren in communicatie en interactie” is er een
scholing door Fontys georganiseerd.
 In het kader van de taalbeleid is er een coördinator Taalbeleid aangesteld
D. Stappenplan voor verbetering
?
2. Taal- rekenbeleid, leerwegondersteuning, praktijkonderwijs
De school heeft doelen gesteld die er op gericht zijn achterstanden te bestrijden.
De school met een substantieel percentage taal- en/of rekenzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een
aanbod aan leerinhouden dat past bij de onderwijsbehoeften van deze leerling .
A. Wij hebben dit als volgt geregeld.
Leerlingen volgen het groepsplan. Het groepsplan bestaat uit een lesaanbod per vak, passende bij de
jaargroep. De doelen zijn beschreven in kritische vakcompetenties (KVC’s) met onderliggende
deelvaardigheden. (DEV’s) De leerlingen bewaren hun opbrengsten in hun portfolio map. Waar wordt
afgeweken wordt dit beschreven in het Individueel Ontwikkelingsplan.
Voor Nederlands, rekenen en burgerschap wordt de methode “ProMotie” als hulpmiddel/ leidraad gebruikt.
De kritische competenties en bijbehorende deelvaardigheden zijn beschreven en worden zoveel mogelijk
betekenisvol aangeboden. (Hierbij wordt gewerkt volgens het principe Taal Werkt”).
Opbrengsten op het gebied van Nederlands en rekenen worden structureel gevolgd in het I.O.P. Niet behaalde
vaardigheden kunnen hierin als ontwikkelpunt worden opgenomen.
Toetsen: Naast het volgen van de behaalde vaardigheden vanuit ProMotie, wordt gedurende de schoolcarrière
op geplande tijden Nederlands begrijpend lezen, spelling, technisch lezen en rekenen getoetst . Dit om een
goed onderbouwd doorstroom advies te kunnen geven én te volgen of de leerling zich nog ontwikkelt/zijn
niveau kan vasthouden. (in de schaduw van 1F).
B. Documentatie


Schoolgids
Schoolplan
C. Ambitieniveau
Het gaandeweg (digitaal) verfijnen van de kritische vakcompetenties en deelvaardigheden.
D. Stappenplan voor verbetering
?
3. Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige leeromgeving
De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van
leerlingen en in de incidenten die zich op gebied van sociale veiligheid voordoen. Leerlingen gaan op een
respectvolle manier met elkaar en anderen om. Mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van
leerlingen.
A. Wij hebben dit als volgt geregeld;
Veilig kunnen werken is niet alleen van groot belang, maar ook verplicht. Op onze school komen leerlingen
veel in aanraking met het werken met machines en gereedschappen.
Het Kwadrant beschikt over moderne, professionele en goedgekeurde machines. De machines en
gereedschappen worden jaarlijks gekeurd door een extern bedrijf.
Vanaf de brugklas worden de leerlingen begeleid in het veilig werken met machines.
Voor bovenbouwleerlingen met lichamelijk zware stages zijn er speciale lessen georganiseerd met betrekking
tot het juist tillen van zware spullen.
EHBO
Een aantal docenten binnen Het Kwadrant zijn gediplomeerd EHBO’er. Dit diploma wordt actueel gehouden
door periodieke trainingen.
BHV
De school heeft een aantal bedrijfshulpverleners in dienst. Zij oefenen drie keer per jaar het ontruimen van de
school volgens het aanwezig noodplan. Zij volgen hiertoe scholing binnen de Lowys Porquinstichting.
VCA
De school zorgt er voor dat steeds meer docenten die praktijkvakken verzorgen geschoold worden op het
gebied van veilig werken. Dit gebeurt door middel van het aanbieden van een VCA-cursus.
Noodplan
Op Het Kwadrant is een actueel noodplan aanwezig. In dit plan word beschreven op welke wijze de school
vorm geeft aan BHV, ontruiming en nazorg. In de nazorg zijn ook een rouwprotocol, een pestprotocol, en het
protocol voor de schoolcontactpersoon opgenomen. Tevens is er een overzicht van de gevaarlijke ruimten en
gevaarlijke stoffen waarmee gewerkt kan worden. Het noodplan wordt jaarlijks besproken en eventueel
aangepast.
Brandbestrijding
Het Kwadrant is volgens de wet voorzien van alle noodzakelijke brandbestrijdingsmiddelen en vluchtwegen.
De blusmiddelen worden jaarlijks door een extern bedrijf gecontroleerd en indien noodzakelijk in orde
gemaakt.
Veiligheidsconvenant
Alle scholen voor voortgezet onderwijs in de gemeente Bergen op Zoom hebben met de gemeente afspraken
gemaakt met betrekking tot veiligheid op school. Ook Het Kwadrant houdt zich aan deze afspraken.
Protocol voor foto-en video-opnamen
Het Kwadrant houdt rekening met de wet op de privacy, waar het gaat om foto-, video- en tv-opnamen, van
leerlingen en collega’s die op Het Kwadrant zitten en werken. Hierover is een protocol opgesteld.
Dit protocol is door het beleidsadviesteam (BAT) en door de Medezeggenschapsraad (MR) vastgesteld.
Arbeids-en Burgerschapscompetenties
Arbeids-en Burgerschapscompetenties worden op “Het Kwadrant” als “rode draad” door de schoolloopbaan
heen ontwikkeld en gevolgd. Hiermee ontstaat er een stevig pedagogisch klimaat binnen de school.
B. Documentatie




Afspraken in de schoolgids
Noodplan
Convenant Veilige School
Protocol foto-en video-opnamen
C. Ambitieniveau
D. Stappenplan voor verbetering
4. De school heeft continue zicht op de ontwikkeling van leerlingen.
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het
volgen van prestaties en de ontwikkelingen van leerlingen. Leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag
worden verwacht en lopen weinig vertraging op tijdens de opleiding. School- en examencijfers zijn van een
aanvaardbaar niveau. Leraren volgen en evalueren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van
leerlingen, ook in het vervolgonderwijs of beroepspraktijk.
A. Wij hebben dit als volgt geregeld.
Leerlingen volgen het groepsplan. Het groepsplan bestaat uit een lesaanbod per vak, passende bij de
jaargroep. De doelen zijn beschreven in kritische vakcompetenties (KVC’s) met onderliggende
deelvaardigheden. (DEV’s) De vaardigheden zijn functioneel en worden in een betekenisvolle context, in een
interactieve setting aangeboden. (Taal Werkt) Behaalde resultaten worden gerapporteerd en de resultaten
worden bewaard in de portfolio map van de leerling.
Middel
“Taal
Functionele
Doel:
werkt”:
Door een
vaardigheden staan
als KVC beschreven in
groepsplannen
Voor alle vakken
Doelen:
Kritische
competenties (per
vak) met
onderliggende
deelvaardigheden
betekenisvolle
context en
interactie KVC en
DEV behalen
Opbrengsten:
Portfolio (certificaten in
Individueel
ontwikkelingsplan
informatief deel)
Ontwikkelpunten:
Individueel
Ontwikkelingspla
n (werkdeel)
Actie:
Weekkaart*
Begeleidingsuren
*
Mentormoment
*/ inloop
Groepsplan: lesaanbod per vak
Groepsplan Basis = kritische deelvaardigheden
behorende bij KVC:
Voor alle leerlingen essentieel (basaal)
Groepsplan Basisplus = extra deelvaardigheden
behorende bij KVC
Voor leerlingen die meer aankunnen dan Basis
Extra uitdaging:
Voor leerlingen die naast het groepsplan extra
uitdaging nodig hebben
Extra ondersteuning / oefening :
Voor leerlingen die onderliggende
basisvaardigheden niet beheersen.
Resultaten die van belang zijn voor het doorstroomadvies worden beschreven in het informatief deel van het
I.O.P.-Het niet behalen van kritische deelvaardigheden (basis groepsplan) betreffende Nederlands en rekenen
worden altijd opgenomen als ontwikkelpunt in het I.O.P. (werkdeel) of bij daadwerkelijke uitval in het
informatief I.O.P.
B. Documentatie


Groepsplan
Portfolio
C. Ambitieniveau
Het gaandeweg (digitaal) verfijnen van de kritische vakcompetenties en deelvaardigheden. Het door
ontwikkelen van het portfolio.
D. Stappenplan voor verbetering
?
5. Het personeel heeft zicht op de onderwijsbehoeften van haar leerling-populatie en werkt opbrengst- en
handelingsgericht aan het realiseren van de onderwijsarrangementen (ontwikkelingsperspectief).
Op basis van analyse van verzamelde gegevens bepaalt de school tijdig de aard van de ondersteuning voor
zorgleerlingen, voert de zorg planmatig uit en evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
A. Wij hebben dit als volgt geregeld.
Leerlingen volgen een groepsplan. Het groepsplan bestaat uit een lesaanbod per vak, passende bij de
jaargroep. De doelen zijn beschreven in kritische vakcompetenties (KVC’s) met onderliggende
deelvaardigheden. (DEV’s) De vaardigheden zijn functioneel en worden in een betekenisvolle context, in een
interactieve setting aangeboden (didactiek Taal Werkt). Behaalde resultaten worden gerapporteerd en de
resultaten worden bewaard in de portfolio map van de leerling
Elke leerling heeft een Individueel Ontwikkelings plan (IOP). Het I.O.P. bestaat uit twee delen:
1.Informatief deel :
Hierin staat alle informatie die voor de huidige en toekomstige ontwikkeling van de leerling relevant is. De
informatie wordt structureel vergaard en aangevuld in dit document.
1x per jaar wordt het doorstroomadvies (D.S.A.) geformuleerd. Dit is gebaseerd op behaalde diploma’s en
certificaten, talenten, voorkeursprofiel, cognitieve gegevens . didactisch niveau, persoonlijkheidsontwikkeling,
sociaal-emotioneel functioneren, medische informatie, lichamelijke conditie , Arbeids-en
Beroepscompetenties en de uitstroomprognose. Het doorstroomadvies geeft aan wat het advies vanuit de
school is betreffende niveau en profielkeuze. Dit D.S.A. wordt met ouders en leerling besproken.
2.Werk deel:
Vanaf schooljaar 2013-2014 staan hierin de ontwikkelpunten betreffende Nederlands, rekenen en de Arbeidsen Beroepscompetenties. Vanaf klas 3 komen hier de ontwikkelpunten vanuit de certificeringsvakken en van
uit stage bij. Tevens is er ruimte voor eventuele andere ontwikkelpunten of belangrijke informatie waarmee
op dat moment rekening moet worden gehouden.
NB Wanneer leerlingen de Basisstof van Nederlands en / of rekenen niet behalen wordt dit altijd
meegenomen in het I.O.P. Afwijkingen t.o.v. het groepsplan worden hier eveneens in benoemd.
Voor leerlingen die naast de reguliere zorg extra (specialistische) zorg nodig hebben is er naast het IOP nog
een individueel handelingsplan (IHP). Het kan gaan om de thuissituatie, de school, het leren of het gedrag
waardoor de leerling moeite heeft om zich goed te ontwikkelen.
In het individueel handelingsplan staat omschreven wat de problematiek van de leerling is en welke
hulpvragen er gesteld worden. Dit zet het Zorg Advies Team om in doelen en er wordt een plan van aanpak
gemaakt. Er wordt omschreven hoe er aan de doelen gewerkt gaat worden en wie dit gaat doen. Tot slot ligt
vast op welke momenten er geëvalueerd wordt en is er ruimte voor overige afspraken en opmerkingen.
B. Documentatie



Groepsplan (groepsniveau)
IOP (leerlingniveau)
IHP (leerlingniveau)
C. Ambitieniveau
D. Stappenplan voor verbetering
6. Het personeel werkt continue aan hun handelingsbekwaamheid en competenties.
Docenten signaleren vroegtijdig leerproblemen en/of ontwikkelingsproblemen bij leerlingen en hebben zicht
op behoeften van ouders bij de opvoeding. Docenten beschikken over juiste technieken bij effectieve
interventies. De school kent een scholingsaanbod gericht op de hulpvraag van leerlingen. Het personeel
beschikt over didactische, organisatorische en pedagogische competenties voor de begeleiding van leerlingen
met extra onderwijsbehoeften. Het personeel wordt gestimuleerd en gefaciliteerd voor deelname aan lerende
netwerken over leerlingenzorg, staat open voor reflectie en ondersteuning bij hun handelen en werkt
continue aan hun handelingsgerichte vaardigheden.
A. Wij hebben dit als volgt geregeld.
Op Het Kwadrant werken we met een Gemeenschappelijk ontwikkelingsplan (GOP) en een persoonlijk
ontwikkelingsplan (POP).
Doorlopende ontwikkeling wordt gestimuleerd betreffende didactisch, pedagogisch handelen , visievorming
en coachende vaardigheden.
Van het personeel wordt verwacht dat men in staat is het onderwijsaanbod toe te snijden op de persoonlijke
ontwikkelingsbehoeften van leerlingen. Dat betekent dat leraren naast hun lesgevende taak individuele
leerlingen moeten kunnen begeleiden en coachen aan de hand van individuele ontwikkelingsplannen,
handelingsplannen en portfolio’s. Dat zij op deze wijze een uitdagende leeromgeving organiseren.
In de voorafgaande schooljaren is het taakprofiel per functionaris ontwikkeld, dat past bij de gewenste
ontwikkeling. Dit profiel staat vermeld in het functiebouwwerk voor Praktijkonderwijs, dit document fungeert
als basis voor het professionaliseringsbeleid van de medewerkers. Tevens gebruiken we het
docentenvolgsysteem waarin we uitgaan van de 7 lerarencompetenties.
Verder volgen we de afspraken betreffende de gesprekkencyclus zoals deze gemaakt zijn binnen de Lowys
Porquinstichting. De afdelingsleider, stagecoordinator en/of directeur voeren, in het kader van de wet BIO,
jaarlijks met elk teamlid een beoordelings- en planningsgesprek. Tevens plannen we een of meerdere
voortgangsgesprekken. Het POP gesprek wordt door de intern begeleider gepland en deze ziet toe op de
uitvoering hiervan.
Beoordelingsgesprek
Ontwikkelpunten in
planningsgesprek
Gemeenschappelijk
ontwikkelingsplan
Gemeenschappelijke
ontwikkelpunten
Persoonlijk
ontwikkelingsplan
(P.O.P.)
Opleiding, coaching,
evt P.O.P.
(Voortgangsgesprek)
Beoordelingsgesprek
Bijstellen G.O.P.
Op het Kwadrant is sinds 2012-2013 sprake van een Gemeenschappelijk Ontwikkelingsplan. Het GOP dient als
algemeen competentieprofiel, om de leerlingen een optimale ontwikkeling te kunnen bieden. Het GOP geeft
richting aan:


De ontwikkeling van de professionaliteit van het team als geheel.
De individuele ontwikkeling van de medewerker.
In het GOP wordt beschreven wat ieder in zijn handelingsrepertoire ter beschikking moet hebben en waar
ontwikkelpunten op gericht zijn.
B. Documentatie



POP (persoonlijk ontwikkelingsplan)
GOP (gemeenschappelijk ontwikkelingsplan)
Document LPS gesprekkencyclus
C. Ambitieniveau
Op basis van het GOP kan ieder teamlid zijn verantwoordelijkheden nemen, ontwikkelen en waarmaken. De
evaluatie en verslaglegging van dit proces komt cyclisch terug middels:
Beoordeling door afdelingsleider/ directeur
Coaching Intern begeleider aan de hand van klassenbezoeken
Beschrijving in het Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) dat besproken wordt met de Intern begeleider.
D. Stappenplan voor verbetering
Het werken met het POP en GOP is een cyclisch proces met jaarlijkse evaluaties.
7. De school draagt leerlingen zorgvuldig over.
Leerlingen met extra onderwijsbehoeften worden goed begeleid bij de overgang naar een andere school
voor vo, een bovenschoolse voorziening, het vso of het mbo. Scholen zorgen voor een warme overdracht.
A. Wij hebben dit als volgt geregeld.
Wanneer leerlingen van onze school zich aanmelden bij het MBO dan is er altijd contact tussen de nieuwe
school van aanmelding en Het Kwadrant. De afdelingsleider van de bovenbouw geeft een eerlijk advies over
de betreffende leerling richting de MBO school.
Indien er een leerling geplaats wordt op een bovenschoolse voorziening dan verloopt dit proces via het Zorg
Advies Team. De contacten lopen dan via de zorgcoördinator.
Wanneer een leerling de school verlaat dan is er voor iedere leerling een uitschrijfverklaring en een
nazorgcontract. Ook is er altijd een afsluitend gesprek met de directeur voor de leerling en zijn/haar ouders.
Nazorg: Na het verlaten van de school worden de oud-leerlingen door het stage bureau nog 2 jaar gevolgd en
zo nodig begeleid om te zorgen dat deze oud-leerlingen een duurzame arbeidsrelatie bezitten dan wel
vervolgonderwijs volgen
B. Documentatie
Vanuit de vereniging Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs vullen we digitaal de volgmodules en
uitstroommonitor in.
C. Ambitieniveau
Om de volgmodules en de uitstroommonitor zo nauwkeurig mogelijk in te vullen is het nodig om de juiste
informatie binnen ons Leerlingvolgsysteem te registreren.
D. Stappenplan voor verbetering
2013-2014: Verder ontwikkelen en verbeteren van het leerlingvolgsysteem.
8. De school heeft een effectieve interne zorgstructuur en zorgteam.
De zorgstructuur is beschreven in het zorgplan van de school. Leden van het zorgteam hebben een
duidelijke taakomschrijving. Taken en verantwoordelijkheden van leraren en directie zijn duidelijk en
transparant.
A. Wij hebben dit als volgt geregeld.
Het Kwadrant kent een effectieve zorgstructuur. Deze is beschreven in het zorgplan. De routing naar het Zorg
Advies Team ziet er als volgt uit:
Werkwijze in stappen:
Stap 1
Signalering van het probleem
-
De leerling inbrengen tijdens een leerlingbespreking en/of bouwoverleg
-
Je zorgen delen met ouders
-
Afspraken maken in het IOP
Zijn de resultaten hieruit niet naar wens, dan verder met stap 2.
Stap 2
Indienen van een zorgformulier bij de zorgcoördinator.
Met medeweten van ouders of anoniem.
Probeer zo duidelijk mogelijk aan te geven wat de hulpvraag is.
Stap 3
De zorgcoördinator bepaald de ernst van de problematiek. (indien ZAT waardig dan stap 4)
Stap 4
De leerling wordt ingebracht in het (multidisciplinaire) ZAT-overleg.
Stap 5
Er wordt een handelingsplan opgesteld.
Stap 6
Het handelingsplan wordt uitgevoerd.
Stap 7
Het handelingsplan wordt geëvalueerd.
Stap 8
De leerling gaat uit het ZAT.
B. Documentatie


Zorgplan
Jaarlijkse opbrengsten Zorg Advies Team
C. Ambitieniveau
Met name in het kader van passend onderwijs is het belangrijk om een “warme overdracht” te hebben bij de
aanmelding van nieuwe leerlingen. De “warme overdracht” bestaat al wel, maar deze kunnen we verbeteren.
Doorgaande zorglijnen staan vanuit het Zog Advies Team centraal.
Doorgaande zorglijnen: Als ontvangende school zijn we gebaat bij een goede overdracht van informatie over
de schoolloopbaan: hoe zien de psychosociale ontwikkeling en de zorggeschiedenis er precies uit? Naast
schriftelijke (koude) informatieoverdracht is juist voor risicoleerlingen de ‘warme’ overdracht van belang.
Scholen zijn hiervoor de eerst verantwoordelijken. Maar de zorg- en adviesteams en zorgpartners van de
school spelen daarbij ook een rol. Een goede aansluiting tussen verschillende zorgstructuren (ZAT en centrum
voor jeugd en gezin, ZAT en veiligheidsnetwerken en ZAT en Verwijsindex risicojongeren) ten slotte is
eveneens van belang voor doorgaande zorglijnen.
D. Stappenplan voor verbetering
2013-2014: Beleid ontwikkelen en beschrijven vanuit het Zorg Advies Team betreffende de “warme
overdracht”.
2014-2015: Werken met het ontwikkelde beleid betreffende “warme overdracht” Waar nodig aanpassingen in
het beleid maken.
2015-2016: Borgen van het werken met het beleid betreffende “warme overdracht”
Kwaliteit
Het Kwadrant hecht grote waarde aan een goed kwaliteitssysteem. Hiertoe heeft de school een medewerker
aangesteld die specifiek kwaliteit in zijn takenpakket heeft. Het kwaliteitssysteem is er op gericht dat diverse
medewerkers cyclisch aan de kwaliteit werken (PDCA). Jaarlijks worden de verschillende (leer)opbrengsten van
Het Kwadrant geëvalueerd en de processen bijgesteld.
Het kwaliteitsbeleid van het Kwadrant behelst een aantal speerpunten:

Leerling Volgsysteem (LVS): hierin worden de leerlingen structureel gevolg in hun ontwikkeling op het
gebied van competenties en (deel)vaardigheden. Via de Arbeids – en Beroeps Competenties (ABC)
worden de scores bij verschillende vakken naast elkaar gelegd teneinde de leerling zo goed mogelijk te
begeleiden naar een passende baan of passend vervolgponderwijs

Passend Onderwijs: Alle leerlingen werken op Het Kwadrant aan een individueel
ontwikkelingsperspectief. Jaarlijks wordt dit perspectief bijgesteld om de leerling zo goed en adequaat
mogelijk te begeleiden naar zijn of haar passende werk(omgeving) of vervolgonderwijs

Werkgroep Opbrengsten Kwadrant (WOK): Jaarlijks worden de (leer)opbrengsten van Het Kwadrant in
kaart gebracht en geanalyseerd. Hieruit worden dan acties geformuleerd om onderwijsprocessen te
optimaliseren

Venster voor Verantwoording en Schoolkompas: Hierin publiceert de school transparant jaarlijks haar
opbrengsten aan de gemeenschap. Zo legt de school verantwoording af voor de besteding van
gemeenschapsgeld

Nazorg: Na het verlaten van de school worden de oud-leerlingen door het stage bureau nog 2 jaar
gevolgd en zo nodig begeleid om te zorgen dat deze oud-leerlingen een duurzame arbeidsrelatie
bezitten dan wel vervolgonderwijs volgen

Taalbeleid: Het Kwadrant heeft een coördinator taalbeleid aangesteld om de verwerving van taal
anders en meer betekenisvol te organiseren. Deze methode van lesgeven wordt door alle vakken
heen toegepast

Gezondheid: De school probeert via een gezonde schoolkantine haar leerlingen zo gezond mogelijk te
begeleiden. Dit project heeft al 2 maal op rij geresulteerd in het predicaat Gezondste schoolkantine
van Nederland

Zorg Advies Team (ZAT): Leerlingen die extra zorg nodig hebben, buiten de begeleiding van de mentor,
worden hier ondersteund/geholpen bij diverse problemen. Via een uitgebreide intake wordt een
handelingsplan vastgesteld en gemonitord

Scholing: Ieder personeelslid is optimaal geschoold voor zijn/haar rol binnen het onderwijssysteem van
Het Kwadrant. Alle docenten worden geschoold op de 21 Century Skills. Ca. 30% van de
onderwijsmedewerkers is op Msc niveau geschoold op het gebied Learning and Innovation (MLI) of
Special Educational Needs (Master SEN)
4. Breedteondersteuning
De school wil zelf de verantwoordelijkheid blijven dragen voor het onderwijs, de ondersteuning en de
ontwikkeling van de leerling, maar heeft daarbij hulp van specialisten van buiten de school nodig.
Externe expertise
A. Naam functies of taken externe specialisten waarmee wordt samengewerkt, expertise, zichtbaarheid
binnen de school, samenwerking
1. Psycholoog (Mentaal Beter)
-
Onderzoek sociaal emotionele aspecten
Onderzoek persoonlijkheidsproblematiek
Algehele taxatie van ontwikkelingsproblematiek
Handelingsgerichte adviezen naar schoolpraktijk
Voor 75 uur per kalenderjaar mogen wij de specialistische zorg van de psycholoog inzetten. Leerlingen worden
hiervoor aangemeld via de speciale zorg. Na bespreking in het Zorg Advies Team en bij toestemming van de
ouders/verzorgers kan de hulp ingezet worden. Er wordt cyclisch gewerkt met behulp van een Individueel
Handelingsplan. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de bewaking van het proces.
2. School Maatschappelijk Werk (SWV-VO)
-
Taxatie en oplossingsrichtingen inzake psychosociale problemen bij leerling en/of ouders/verzorgers
Schakel naar lokaal aanbod
het voorkomen van ernstige problematiek, schooluitval en op een positieve manier bijdragen aan de
ontwikkeling en de schoolcarrière van de leerling.
De School Maatschappelijk Werker (SMW) is 10 uur per week aanwezig op Het Kwadrant. Zij maakt onderdeel
uit van het Zorg Advies Team. Naast de curatieve en preventieve zorg functioneert zij ook als ondersteuning
en vraagbaak voor medewerkers die handelingsverlegen (dreigen) te worden. Ze is goed op de hoogte van de
sociale kaart en participeert ook binnen het CJG. SMW is een laagdrempelige voorziening, die erop gericht is
om problemen van leerlingen vroegtijdig aan te pakken.
3. (preventieve/terugplaatsings) Ambulante begeleiding (REC 2,3,4)
Door middel van ambulante begeleiding wordt de school, de leerkracht(en) en (direct en/of indirect) de
leerling deskundige hulp geboden. Deskundig op het gebied van onderwijs aan leerlingen met bepaalde
specifieke beperkingen. Deze hulp kan bestaan uit het (laten) doen van handelingsgericht onderzoek, het
meedenken over het handelingsplan en evt. opstellen er van, het geven van praktische adviezen, het doen van
observaties, het deelnemen aan leerlingbesprekingen en (soms) uit het werken met de leerling.
De ambulante begeleiding wordt verzorgd door een medewerker van een speciale school of van een
ambulante dienst van het REC (Regionaal Expertise Centrum).
Behalve ambulante begeleiding vanuit de Rugzak bestaan er nog twee andere vormen van AB nl.
terugplaatsing ambulante begeleiding (TAB) en preventieve ambulante begeleiding (PAB):
 TAB is voor leerlingen die na tenminste één jaar worden overgeplaatst naar een reguliere school en
niet meer voor een indicatie in aanmerking komen. Het doel hiervan is om de overgang goed te laten
verlopen.
 PAB is mogelijk voor leerlingen die (nog) niet aan de LGF-criteria voldoen, maar voor wie wel
behoefte bestaat aan begeleiding om te voorkomen dat zij op termijn aangewezen zijn op een Rugzak
of speciale school. Vanuit een bespreking van het Zorg Advies Team kan besloten worden om PAB
aan te vragen.
De mentoren zijn de spil in het web voor hun leerlingen en hebben dan ook de contacten met de ambulant
begeleiders betreffende hun leerling. De zorgcoördinator volgt en coördineert.
4. Consulenten/Navigator MEE
Er sluit standaard een consulent vanuit MEE aan bij de vergaderingen van het Zorg Advies Team. Hierdoor is
snel duidelijk of en welke hulp er vanuit MEE ingezet dient te worden voor een leerling. MEE ondersteunt
mensen met een beperking en hun netwerk op alle levensgebieden en in alle levensfasen. Daardoor kunnen zij
naar vermogen meedoen in de samenleving. In samenspraak met MEE is het ook mogelijk om een cursus voor
een specifieke groep in te zetten.
Daarnaast draait in samenwerking met MEE West-Brabant dit schooljaar (2013-2014) de Pilot “Navigator”.
Het doel van het project is erop gericht om te voorkomen dat jongeren in een uitkeringssituatie
terechtkomen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van hun eigen kracht en netwerk. De deelnemer van de Pilot
zijn geselecteerd door het Zorg Advies Team in samenspraak met het stagebureau.
5. Zorgbureaus
Indien leerlingen vanuit een PGB begeleiding ontvangen vanuit een zorgbureau dan is er met regelmaat
contact om de aanpakken vanuit school en thuis op elkaar af te stemmen. De ambulant begeleiders sluiten
aan bij de geplande IOP gesprekken. Er liggen kansen om gebruik te maken van elkaars expertise. Alles is er op
gericht om de schoolloopbaan van de leerling zo succesvol als mogelijk te laten verlopen. Er zijn geen
specifieke afspraken over samenwerking.
6. JOC
Vanuit het Jongeren Ontmoetingscentrum maken we gebruik van de mogelijkheid die zij bieden voor het
verzorgen van gastlessen. Deze kunnen gaan over b.v. alcohol, drugs of omgaan met seksualiteit. Doordat er
gastlessen gegeven worden, brengen we tevens het bestaan van het JOC onder de aandacht bij onze
leerlingen. Zij leren dat ze er terecht kunnen voor advies of activiteiten.
7. Spoorzoeker (DTC)
Het Dagtrainingscentrum is voor jongeren van 12 – 23 jaar die voortijdig hun school (dreigen te) verlaten en/of
geen andere zinvolle daginvulling hebben. Jongeren worden geactiveerd via trainingsactiviteiten,
scholingsactiviteiten en werkactiviteiten terug te keren naar onderwijs of werk. Het Zorg Advies Team kan
ouders begeleiden bij het wijzen van de juiste weg om hun kind hier geplaatst te krijgen. Ook de
leerplichtambtenaar speelt hierin een rol. Bij plaatsing blijft de leerling ingeschreven op Het Kwadrant.
8. William Schrikker Groep (WSG)
De William Schrikker Groep wordt ingeschakeld als de kinderrechter een beschermende maatregel uitspreekt
over een kind met een beperking (of een kind van ouders met een beperking). In die situaties bieden de
professionals specifieke kennis en ervaring om hulp te verlenen. Het Kwadrant heeft indien nodig contact met
de medewerkers van de WSG. Dit om het welzijn van onze leerlingen te vergroten/waarborgen en het volgen
van de lessen/stage te optimaliseren.
9. GGZ
GGZ WNB biedt hulp bij problemen op het gebied van geestelijke gezondheid. Indien een leerling van ons zog
ontvangt vanuit de GGZ dan is er een warm contact (na toestemming van ouders/verzorgers) zodat wij als
school ook zo goed mogelijk kunnen anticiperen op de problematiek van de leerling.
10. Veiligheidshuis
Het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom is een samenwerkingsverband van gemeenten, Openbaar
Ministerie, politie en instellingen op het gebied van zorg, veiligheid, welzijn en Justitie. Zij richten zich op
crimineel gedrag, overlast en de slachtoffers hiervan. Informatie voor een effectiever en sneller ingrijpen,
wordt direct uitgewisseld binnen het veiligheidshuis. Omdat de leerplichtambtenaren hiervan ketenpartner
zijn, werken we hier indirect ook mee samen.
5. Diepteondersteuning
Het Kwadrant is een school voor praktijkonderwijs. Dit betekent dat we leerlingen opleiden naar een actieve
deelname aan de maatschappij en het arbeidsproces. Elke leerling heeft leerproblemen (een IQ tussen de 55 en
80). Dit maakt dat diagnoses behorend bij een cluster niet altijd gesteld worden. Het is maar de vraag waar de
gedragsproblemen vandaan komen. Deze kunnen namelijk ook het gevolg zijn van de beperkte cognitie. De
problematieken van de leerlingen zijn veelal van algemene aard; te weten
-
Gedragsproblemen
Leerproblemen
Sociaal-emotionele problemen
Overbelast zijn
Verzuim
Lichamelijke problemen
Grensoverschrijdend gedrag
Culturele problemen
Op Het Kwadrant kennen we individueel ontwikkelingsplannen voor elke leerling. Het Zorg Advies Team kan
specialistische hulp organiseren indien nodig.
Extra ondersteuning met inzet van middelen uit het samenwerkingsverband is gewenst voor extra handen in de
klas of voor het creëren van een gespecialiseerde onderwijssetting binnen de school. Hiermee bedoelen we het
organiseren van deskundigheid, aandacht/tijd en voorzieningen voor bovenstaande algemene problematieken.
Dit binnen de mogelijkheden van Het Kwadrant.
Te denken valt b.v. aan een alternatieve leer/werkplek voor leerlingen die (nog) niet stage geschikt en/of geen
stageplaats hebben.
Handelingsgericht werken
De volgende standaarden worden gebruikt voor het beschrijven van handelingsgericht werken. (Onder
leerkrachten wordt verstaan de mentor en docenten in samenspraak met leden van het begeleidingsteam)
-
De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie
wat doet, waarom, waar en wanneer.
-
Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is.
Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt.
-
Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie,
gesprekken en het analyseren van toetsen.
-
Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en
de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen.
-
Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen,
ouders, collega’s
-
Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen
hebben.
-
Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten sterke kanten en interesses van de leerlingen, de
leerkrachten, de ouders en het schoolteam.
-
Leerkrachten werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen
doelen en benutten ideeën en oplossingen van leerlingen.
-
Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundigen en partner bij de
analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak.
-
Leerkrachten benoemen hoge, reële SMART-geformuleerde doelen voor de lange en korte termijn.
Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega’s.
-
Leerkrachten werken met een groepsplan waarin de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepjes
en mogelijk een individuele leerling beschrijven.
-
Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren
en realiseren van hun (groeps)plannen met de zorgcoördinator of het zorgteam
6. Conclusie en ambities
In deze paragraaf wordt verwoord welke ondersteuningmogelijkheden de school in de nabije toekomst wil en
kan realiseren (zie ook hoofdstuk 3 en 4).
Download