Pagina 1 van 5 excursie Hitland 4 Havo 21-7-2017 Ecologie veldwerk 4 Havo 2009 Algemene informatie: In kale open gebieden kan een beginnende vegetatie zich ontwikkelen van enkele pioniers tot een soortenrijk ecosysteem, het climaxstadium. Dit ontwikkelingsproces van de begroeiing heet successie. Dit proces kan bijvoorbeeld plaatsvinden in een drooggevallen polder, of na een bosbrand. Zon en regen teisteren de kale bodem. Dan brengt de wind sporen van de eerste algensoorten. Binnen korte tijd vormen zij een laagje levende en dode algen dat gronddeeltjes vastlegt. De dynamische bodem wordt stabiel. Kolonisten, zoals deze algen, leven daar niet zo lang. Ze brengen organische stof in de bodem en dempen de dynamiek van het milieu. Daar hebben andere soorten baat bij, maar zijzelf niet. De pioniers worde weggeconcurreerd en verdwijnen uit het gebied. Pioniersoorten groeien snel, produceren veel nakomelingen, worden meestal door de wind of (zee)water verspreid en hebben een grote tolerantie voor wisselende (biotische) omstandigheden. Daardoor zijn er in een pionierstadium veel individuen van dezelfde soort. Naarmate de successie (opvolging) voortschrijdt, vinden ook soorten met een langere levensduur een plek. Zaailingen worden boompjes en vele boompjes vormen een jong bos. In een gematigd klimaat, zoals in Nederland, staat er zestig jaar na de eerste kolonisatie een gevarieerd bos dat nauwelijks meer verandert. Het is het climaxstadium, een complex ecosysteem dat duizenden jaren oud kan worden. In een climaxstadium is de biodiversiteit aan soorten groot, maar zijn er veel minder individuen per soort dan in een pionierstadium. De vele soorten die er leven zijn hecht met elkaar verbonden door een ingewikkeld netwerk van interspecifieke relaties. De talloze soorten zijn heel wat minder weerbaar tegen abiotische milieuvariaties, maar dat geeft niet omdat de omstandigheden constanter zijn. In het Hitland tussen Capelle en Nieuwerkerk kan je op een aantal plaatsen successie waarnemen. Hierbij gaat de vegetatie van het open water geleidelijk over in een bosachtige vegetatie. Het deel van Hitland waar de praktische opdracht moet worden uitgevoerd is gelegen bij de waterplas. Het gebied wordt doorlopen door een pad van houten vlonders. Aan de ene kant ligt de waterplas met een rietkraag met daarin lisdodde en andere moerasplanten (pionierstadium). De andere kant van het wandelpad bestaat uit riet met daar tussen struikjes (wilgen), dit is het tussenstadium. Het iets verder gelegen climaxstadium bestaat uit een begroeiing met bomen. Doel van het veldwerk: Toepassen van de kennis van de ecologie in de praktijk Oefenen in eenvoudige veldwerktechnieken Oefenen in het determineren van organismen (planten) Oefenen in het verzamelen en verwerken van gegevens Al deze doelen maken deel uit van het eindexamenprogramma van het Havo. Pagina 2 van 5 excursie Hitland 4 Havo 21-7-2017 Materiaal en methode: Flora of plantengids Digitale camera Stuk touw pH papier flesje water Om een goede indruk te krijgen van de planten die in een bepaald successiestadium voorkomen maak je een vegetatieopname. Bij zo’n opname kijk je welke soorten er zijn in een afgezet stukje gebied van het te onderzoeken successiestadium. Een afgezet stukje in een gebied noem je een kwadrant. Het kwadrant kan wisselen in afmetingen, maar is in de regel 1 m2. In een bos gebruik je vaak afmetingen van minimaal 10 m2. Opdrachten: Opdracht 1: maak van drie successiestadia een overzichtsfoto. Om de volgende opdrachten te kunnen uitvoeren maak je van elk successiestadium een opname. Per opname kijk je naar welke planten er in voorkomen en maak je een schatting van de aantallen (opdracht 2). Ook kijk je of er andere organismen zijn (opdracht 3) en probeer je iets te zeggen over de abiotische factoren in een opname (zie opdracht 4). Opdracht 2: bij een opname noteer je de soorten planten die je binnen het kwadrant (1 m2) ziet. De soorten die buiten het kwadrant staan doen niet mee in de opname. De naam van de verschillende soorten zoek je op in de plantengids of flora. Vermeld de gegevens in tabel 1. maak een schatting van het aantal planten van elk soort. Geef ook dit aan in tabel 1. maak een digitale foto van de verschillende planten. De foto’s moet je in het digitale verslag verwerken. Zet de naam van de plant onder de foto. Opdracht 3: geef in tabel 2 aan of, en zo ja welke andere organismen (dieren en schimmels) je in een successiestadium bent tegengekomen. Maak eventueel een foto. Opdracht 4: beschrijf in tabel 3 de abiotische factoren die kenmerkend zijn voor het desbetreffende successiestadium. Met behulp van pH papier kan je bepalen wat de zuurgraad is van de grond. Pagina 3 van 5 excursie Hitland 4 Havo 21-7-2017 Overzichtsfoto’s pioniersstadium Tabel 1. soorten en aantallen planten in verschillende successiestadia. Successiestadium 1: pionierstadium Opname 1 Soort Aantallen Bijzonderheden Overzichtsfoto tussenstadium Successiestadium 2: tussenstadium Opname 1 Soort Aantallen Bijzonderheden Pagina 4 van 5 excursie Hitland 4 Havo 21-7-2017 Overzichtsfoto climaxstadium Successiestadium 3: climaxstadium Opname 1 Soort Aantallen Bijzonderheden Tabel 2. dieren en schimmels waargenomen in de verschillende successiestadia Successiestadium Pionierstadium Tussenstadium Climaxstadium Organisme Pagina 5 van 5 excursie Hitland 4 Havo 21-7-2017 Tabel 3. abiotische factoren kenmerkend voor de verschillende successiestadia. Geef met een plus teken aan welke omstandigheid het meest van toepassing is. Abiotische factor Licht Volle zon Halfschaduw Schaduw Vochtigheidsgraad Onder water Drassig Vochtig Droog Grond Grondsoort pH Wind Volle wind Beschut Betredingsgraad Frequent Weinig Nooit Pionierstadium Tussenstadium Climaxstadium Verwerking, verslag en beoordeling: De verzamelde gegevens van de opnamen moeten worden verwerkt in de drie tabellen. De foto’s moeten na de tabellen worden ingevoegd. Zorg dat de resolutie van de foto’s niet van dien aard is dat het bestand te groot wordt. De uitgewerkte resultaten worden uitgeprint bij de docent ingeleverd. De praktische opdracht wordt in groepjes van twee leerlingen uitgevoerd. Namen, klas en datum moeten worden vermeld.