Opgave III Vastkoppelen om mee te doen Indien een land wil toetreden tot de Economische en Monetaire Unie (EMU) worden eisen gesteld aan het economische en monetaire beleid. Zo mag bijvoorbeeld de inflatie in dat land niet veel hoger zijn dan de gemiddeld inflatie van de lidstaten van de EMU. Daarnaast wordt de wisselkoers van de munt van dat land gekoppeld aan de euro. Voor de munteenheid van een dergelijk land, dat al land is van de Europese Unie, geldt een spilkoers van € 0,40 en toegestane bandbreedte van 15%. Indien de koers van deze munt in euro’s de bandbreedte overschrijdt, grijpt de centrale bank (CB) van dit land in door interventie op de valutamarkt. De volgende gegevens zijn hierover bekend: Qv = - 100p + 68 Qv = gevraagde hoeveelheid Qa = 300p – 76 Qa = aangeboden hoeveelheid De evenwichtskoers bedraagt € 0,36. Omdat daarmee de toegestane bandbreedte wordt overschreden moet de CB interveniëren. Een monetair analist doet hierover twee uitspraken: Uitspraak 1 De koers die tot stand zal komen na interventie door de CB kan leiden tot een tekort op de betalingsbalans van dit land met de EMU Uitspraak 2 De interventie door de CB kan er voor zorgen dat via de geldmarkt de bestedingsinflatie in dit land wordt afgeremd. 1. Bereken het bedrag in euro’s dat de CB van dit land minimaal nodig heeft voor de interventie op de valutamarkt. 2. Leg uitspraak 1 uit. 3. Leg uit hoe de overheid van dit land via belastingpolitiek een bijdrage kan leveren aan het verkleinen van het tekort op de betalingsbalans met de EMU. 4. Leg uitspraak 2 uit Antwoorden 1. De laagste toegestane koers is 0,95 x € 0,40 = € 0,37. Vraagtekort nar deze munt ( 300 x € 0,37 -76) – (-100 x € 0,37 + 68) = 4 miljard. 4 x € 0,37 = € 1,48 miljard. 2. Doordat de interventie de koers zal stijgen, omdat de evenwichtsprijs (0,36) onder de interventiekoers ligt, hetgeen de internationale concurrentiepositie van dit land binnen de EU zal verslechteren waardoor de export naar eurolanden zal afnemen. 3. Lagere belastingtarieven kunnen de loonkosten verlagen, hetgeen via een daling van de kosten per eenheid product kan leiden tot een verbetering van de concurrentiepositie en een toename van de export. Hogere belastingtarieven kunnen de binnenlandse bestedingen afremmen, hetgeen ook kan betekenen dat er minder vraag naar importproducten komt waardoor de import afneemt. 4. De CB koopt de eigen munteenheid op bij de algemene banken in dit land, waardoor de liquiditeit van deze banken afneemt. Dat zal de kredietverlening afremmen (waardoor er minder gevaar voor bestedingsinflatie is)