Rekenregels Algebra 1. Volgorde van bewerkingen: • Eerst binnen de haakjes, dan …. • Machtsverheffen en wortel trekken (hebben gelijke prioriteit, dus van links naar rechts), dan …… • Vermenigvuldigen en delen (hebben gelijke prioriteit, dus van links naar rechts), tot slot …. • Optellen en aftrekken (hebben gelijke prioriteit, dus van links naar rechts) 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. – keer – is + en + keer – is – gedeeld door – is + en – gedeeld door + is x a ⋅ x b = x a +b , bijv. x 3 ⋅ x 5 = x 8 x a : x b = x a −b , bijv. x 5 : x 2 = x 3 ( x a ) b = x a⋅b , bijv. ( x 3 ) 4 = x 3⋅4 = x12 ( x ⋅ y ) n = x n ⋅ y n , bijv. ( 2 x) 3 = 2 3 ⋅ x 3 = 8 x 3 a(bx + cy ) = abx + acy , bijv. 4(3x − 2 y ) = 12 x − 8 y 9. ( x + a) ⋅ ( x + b) = x 2 + ax + bx + ab = x 2 + (a + b) x + ab , bijv. ( x + 3) ⋅ ( x − 7) = x 2 − 4 x − 21 (“papegaaienbek”) 10. ( x + y ) 2 = ( x + y ) ⋅ ( x + y ) = x 2 + 2 xy + y 2 , bijv. ( x + 3) 2 = x 2 + 6 x + 9 (“papegaaienbek”) 11. ax a ⋅ bx b = ab ⋅ x a +b , bijv. 3x 4 ⋅ 6 x 3 = 18 x 7 12. ax a ⋅ by b = ab ⋅ x a y b , bijv. 3 x 4 ⋅ 6 y 3 = 18 x 4 y 3 13. Bij een deling ga je kijken door welke factoren (een product bestaat uit factoren) je alle termen (worden gescheiden door + of -) kunt delen, bijv. (18x 3 yz ) : (12 x 2 z 2 ) = (3xy : 2 z ) (gedeeld door 6, x 2 en z ). Je kunt steeds delen door de “kleinste” macht van de gemeenschappelijke factoren. Het kan helpen als je de deling schrijft m.b.v. een deelstreep. 14. (−8) n is positief als n even en negatief als n oneven. 15. “Buiten haakjes brengen” betekent zoveel mogelijk factoren (getallen en letters) waardoor alle termen deelbaar zijn, buiten (voor) de haakjes zetten. Bijv. 18x 4 y 3 + 24 x 2 y 6 = 6 x 2 y 3 (3x 2 + 4 y 3 ) . Zoals je ziet kun je ook hier steeds de “kleinste” macht van x en y buiten haakjes kunt brengen. 16. Gelijke termen mag je bij elkaar optellen, dus 4 x 3 + 7 x 3 = 11x 3 maar met 4 x 2 + 6 x 3 of 3a + 7b kun je verder niets. 17. Als je een drieterm moet ontbinden, bijv. x 2 − 8x + 7 , dan moet je zoeken naar twee getallen die opgeteld –8 en vermenigvuldigd 7 zijn. Dus in dit geval de getallen –1 en –7. De ontbinding wordt dan ( x − 1) ⋅ ( x − 7) . Controleer dit door de haakjes weg te werken. 18. lna + lnb = ln(ab) 19. lna - lnb = ln(a/b) 20. p • lna = ln(ap) 21.