Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer

advertisement
“Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven” – Galaten 2:20 IK BEN ●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
Ik ben een kind van God (Joh 1:12) Ik ben een rank op de ware wijnstok, een kanaal van het leven van Christus (Joh 15:1,5) Ik ben een vriend van Christus (Joh 15:15) Ik ben gekozen om vrucht voort te brengen (Joh 15:16) Ik ben rechtvaardig voor God en al mijn zonden zijn volledig vergeven (Rom 5:1) Ik stierf met Christus en de zonde regeert niet meer over mij (Rom 6:1­6) Er is geen veroordeling voor mij (Rom 8:1) Ik ben mede­regeerder met Christus en deel in Zijn erfenis (Rom 8:17) God heeft mij in Christus gebracht (1 Cor 1:30) Ik heb de Geest van God ontvangen, om de dingen te kennen die Hij mij gratis gegeven heeft (1 Cor 2:12) Ik heb de gedachten van Christus (1 Cor 2:16) Ik ben Gods tempel, de Heilige Geest leeft in mij (1 Cor 3:16, 6:19) Ik ben niet van mezelf, maar ik ben gekocht voor een prijs (1 Cor 6:20) Ik ben een nieuwe schepping in Christus (2 Cor 5:17) Ik ben verzoend met God (2 Cor 5:18,19) Ik ben rechtvaardig (2 Cor 5:21) Ik ben heilig in Christus (Ef 1:3) Ik ben gekozen in Jezus Christus voor de grondlegging van de wereld (Ef 1:4) Ik ben heilig en onschuldig in Gods ogen (Ef 1:4) Ik ben geaccepteerd in de Geliefde (Ef 1:6) Ik heb verlossing door het bloed van Christus, de vergeving van zonden (Ef 1:7) Ik ben gezalfd, ik ben verzegeld met de beloofde Heilige Geest, die mij mijn erfenis garandeert als een onderpand (Ef 1:13, 2 Cor 1:22) Ik ben levend gemaakt met Christus (Ef 2:5) Ik ben met Christus gezeten in de hemel (Ef 2:6) Door Jezus heb ik toegang tot de Vader, door één Geest (Ef 2:18) Ik mag God benaderen met vrijheid en vertrouwen (Ef 3:12) Ik ben gered uit het domein van de duisternis en gebracht in het koninkrijk van de Zoon die God liefheeft (Col 1:13) Ik heb in Jezus verlossing en vergeving van zonden (Col 1:14) Christus leeft in mij (Col 1:27) Ik heb volheid in Christus ontvangen (Col 2:10) Mijn leven is verborgen in Christus, met God (Col 3:3) Ik behoor tot Gods uitgekozen mensen, heilig en bemind (Col 3:12) Ik ben een kind van het licht en niet een kind van duisternis (1 Thes 5:5) Jezus schaamt zich niet om mij Zijn broer te noemen, omdat ik van dezelfde familie ben (Hebr 2:11) Ik deel in de hemelse roeping (Hebr 3:1) Ik ben verlost van de lege weg van leven door het dierbare bloed van Christus (1 Petr 1:18­19) Ik ben gekozen door God en waardevol voor Hem (1 Petr 2:4) Ik ben een levende steen, gebouwd tot een levend huis om een heilig priesterdom te zijn (1 Petr 2:5) Ik ben een vreemdeling in deze wereld (1 Petr 2:11) Ik ben gezegend, want de Geest van glorie en van God rust op mij (1 Petr 4:14) Ik zal tot in eeuwigheid met Jezus zijn (1 Joh 3:1) Ik ben uit God geboren (1 Joh 5:1) 
Download