Inclusief onderwijs: een deel van onze opdrachtverklaring? 1. De opdrachtverklaring van de zusters Annuntiaten 1.1. Kwaliteit van onderwijs: “door het aanbieden van kwaliteitsvol onderwijs…” Kinderen, leerlingen en studenten hebben recht op een degelijke algemene vorming en op een opleidingsniveau dat beantwoordt aan de eisen van onze maatschappij stelt de opdrachtverklaring van de zusters Annuntiaten. Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften maken ook deel uit van onze maatschappij. Cf. het VN-verdrag hebben leerlingen met een beperking ook recht op onderwijs. Voor leerlingen met een beperking die opgenomen worden in onze school moeten we dus ook kwaliteitsvol onderwijs nastreven. De opdrachtverklaring verwacht hiervoor van alle leerkrachten en medewerkers een inzet om met volgehouden deskundigheid en enthousiasme in te gaan op de mogelijkheden en uitdagingen van het schoolgebeuren. Inclusief onderwijs is voor velen een echte uitdaging die we met beide handen moeten grijpen en moeten proberen waarmaken. Elk kind en elke jongere dient -volgens de opdrachtverklaring- uitgedaagd te worden om met de eigen talenten aan de slag te gaan. Elk kind en elke jongeren moet kansen krijgen om te groeien in een persoonlijk levensproject en te zoeken naar zijn specifieke bijdrage aan de samenleving. Er wordt duidelijk gesteld dat elk kind en elke jongeren op zijn/haar niveau moet uitgedaagd worden. Uitsluiting dient dus te worden tegengegaan. Elk kind en elke jongere verdient bijgevolg een plek op onze school en moet kansen krijgen, zo ook dus kinderen met specifieke onderwijsbehoefte. We moeten positieve verwachtingen scheppen ten aanzien van elk kind en elke jongere. We moeten tegemoetkomen aan het leerniveau van elke leerling en hierop inspelen. Gezien elk kind en elke jongere verschillend is, een verschillend leerniveau heeft en een verschillende aanpak vereist, is differentiatie niet weg te denken. Om in te spelen op de behoefte van elke leerling moeten we afstappen van het frontaal lesgeven. Deze vorm van lesgeven speelt niet in op de behoefte van de individuele leerling. Leerkrachten moeten zich blijvend professionaliseren volgens de opdrachtverklaring er moet een permanente vernieuwing zijn van het didactisch handelen en een flexibiliteit in het omgaan met diverse groepen. Deze blijvende professionalisering en vernieuwing in het didactisch handelen kan leiden tot het uitbouwen van een andere manier van lesgeven en zinvolle differentiatie zodat elk kind en elke jongere zich in de diverse klasgroep aangesproken voelt. Universal Design for Learning is een vernieuwende manier van leren en onderwijzen die elk kind en elke jongere probeert aan te spreken. Het is een vernieuwing van het didactisch handelen die leerkrachten vraagt om doordacht met alle leerlingen rekening te houden in hun lesontwerp en af te stappen van de idee van onderwijzen aan de gemiddelde leerling. Deze vorm van lesgeven vraagt een inspanning van de leerkrachten, een inspanning die de opdrachtverklaring ook verwacht. 1.2. Bevestigende schoolcultuur: “… in een schoolcultuur die het goede bevestigt…” Eigen talenten ontdekken en ontwikkelen lukt enkel in de ontmoeting met anderen en in de waardering van verschillen. Inclusie gaat over het erkennen van verschillen en hiermee omgaan. Leerlingen met een beperking ook opnemen in groep. Uiteindelijk zijn deze leerlingen even verschillend als andere kinderen verschillen van elkaar. Leerlingen moeten deze verschillen waarderen. Wanneer we deze leerlingen uitsluiten (exclusie) erkennen we deze verschillen niet en leren leerlingen deze niet waarderen. Inclusie is volgens de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR): - het erkennen en waarderen van verschillen tussen mensen; zie opdrachtverklaring! - het onderkennen van contextfactoren in het voorkomen van een ‘handicap’; - het wegnemen of verkleinen van barrières in de omgeving om handicap te verminderen De opdrachtverklaring stelt dat we in dialoog moeten gaan met elkaar en vertrouwen moeten opbouwen tussen alle partners in en rond de school. Inclusie vraagt samenwerking, vraagt de uitbouw van een netwerk rond de leerling. Voor inclusie kan er beroep gedaan worden op verschillende partners rond de school (KHLeuven, Banaba, EASPD, KULeuven, …). We moeten openstaan voor ondersteuning, we moeten leren samenwerken. we willen een lerende organisatie zijn, die het goede bevestigt en het expliciet waardeert. Daarom is het sanctie-arm karakter van onze scholen gefundeerd op een gemeenschappelijke overtuiging: “het gezag van het hart doet wonderen”. Voor alle leerlingen en dus ook voor leerlingen met gedragsproblemen vraagt de opdrachtverklaring geduld en positieve benadering en bevestiging. 1.3. … groeien we in verbondenheid. We willen een empatische organisatie zijn die zorgt draagt voor al haar mensen. De boodschap van Jezus Christus is daarbij een inspiratiebron. Jezus Christus had ook oog voor alle mensen en behandelde iedereen met respect, hij nam iedereen op in de samenleving, iedereen hoorde erbij. Inclusie is het insluiten van alle leerlingen, zodat alle leerlingen kunnen deelnemen aan het onderwijs van hun keuze en in hun buurt (cf. VN-verdrag). Jezus nam iedereen erbij, iedereen telde mee. Denken we aan de Bijbelverhalen (Nieuwe Testament) van de "Samaritaanse vrouw", de barmhartige Samaritaan, Zacheüs; zelfs de barmhartige vader (van de verloren zoon). Alle aangehaalde verwijzingen tonen dat God met andere ogen kijkt naar mensen. In het oude testament merken we ook dat God kijkt naar het innerlijke en niet naar het uiterlijke. 2. De opdracht van het basisonderwijs H.-Hartinstituut Heverlee conform de opdrachtverklaring van de Zusters Annuntiaten De opdrachtverklaring van de zusters Annuntiaten werd uitgediept voor de lagere school Heilig Hart Heverlee en andere scholen van de scholengroep. Enkele zaken worden eruit belicht die inclusief onderwijs onderschrijven. 2.1. Onze school wil kwaliteitsvol onderwijs nastreven een optimale interactie tussen leerkracht en kind te bevorderen door te werken in kleine groepen individueel aandacht te schenken aan kinderen met specifieke opvoedingsvragen (differentiatie, remediëring, leerbedreiging) thema’ s te kiezen in functie van interesse, leefwereld en niveau van ieder kind een goede studiehouding te bevorderen (leren samenvatten, schematiseren, plannen, studietips verwerken bij het leren van lessen en het maken van huistaken) keuzes te leren maken en kritisch te leren zijn over eigen werk. kinderen leren samen leven en werken met anderen en hun verantwoordelijkheid opnemen. de leefwereld van het jonge kind verruimen door uitstappen, waarnemingen, bezoeken, schoolreizen, openluchtklassen,… Ook deze opdrachtverklaring gaat uit van permanente vorming en professionalisering. Men wil kwaliteitsvol onderwijs nastreven conform de richtlijnen van de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen van het Vlaams Katholiek Basisonderwijs. Dit vraagt van de leerkrachten een gedegen lesvoorbereiding waarbij ze dus kritisch kijken naar handleidingen en werkboeken, zodat ze gericht kunnen rekening houden met de eindtermen bij hun lesvoorbereiding. Verder gaat de opdrachtverklaring ervan uit om via een gevarieerde aanpak en moderne media, waaronder de computer, boeiend en interactief onderwijs te verstrekken, steeds nieuwe uitdagingen te zoeken voor een rijk taal- en cultuuraanbod. 2.2. Het gezag van het hart doet wonderen In onze school werken nauw samen: een vaste klastitularis per klas die de opvoedingsfunctie van de ouders op school waarneemt een ondersteunend omkaderingsteam erkende centra voor leerbegeleiding Uitingsvormen van de opbouwende samenwerking die hieruit voortvloeien zijn o.m.: een warm onthaal bij de start en doorheen het hele schooljaar een open communicatie met ouders rond moeilijkheden en mogelijkheden diverse vormen van ouderparticipatie Een nauwe samenwerking met de verschillende betrokkenen bij het onderwijs van leerlingen wordt verwacht, waarbij ouderparticipatie niet weg te denken valt. Vanuit het diversiteitsdenken worden de ouders erkend als de opvoedingsexperten, waarbij er ruimte moet zijn voor een open communicatie en een warm onthaal voor iedereen in een omgeving waar de leerkracht het positieve bevestigt, in een open klassfeer, in dialoog met elkaar. De leerkracht is iemand die eerlijk en consequent is, iemand die kinderen motiveert, positief bevestigt en waardeert om wie ze zijn en wat ze kunnen. 2.3. Waarden voorleven en laten beleven. Het naleven van ethische waarden zoals respect, verdraagzaamheid, luisterbereidheid, … wordt zowel van de leerlingen als van alle teamleden verwacht. Binnen onze school willen we de nodige ruimte en sfeer scheppen waarin elk kind harmonisch kan openbloeien. 2.4. De school wil opvoeden vanuit en in een Christelijk geïnspireerde school Ook kinderen met verschillende achtergronden zijn welkom in onze school.