Maak van het onderwijs geen wonderoplossing

advertisement
Kan de school de wereld redden?
Wat hebben jonge Vlaamse Syriëstrijders en kinderen van gescheiden ouders gemeen? Ze zijn allebei een probleem
van “het onderwijs”. Er bestaat vandaag de dag nauwelijks een maatschappelijk probleem of opiniemakers houden ons
voor dat bij de bestrijding van dat probleem ‘een taak is weggelegd voor het onderwijs’. Dat is behalve een holle slogan
en een gemakkelijksheidsoplossing ook een manke redenering.
De-radicalisering, zelfmoordpreventie, het aanscherpen van burgerzin, het bijbrengen van grotere tolerantie voor
holebi’s, transgenders of allochtonen, de bestrijding van het materialisme en het voorgoed uitvlakken van elke sociale
ongelijkheid. Het zijn slechts enkele van de grote opdrachten waarmee het publieke debat het onderwijs opzadelt. Een
discussie heeft anno 2013 twee wetmatigheden: er loert altijd een vergelijking met de zoon van de heer A. Schicklgruber
om de hoek én vroeg of laat zal iemand opmerken dat het onderwijs toch wel grotere inspanningen moet doen. Talloze
sociale problemen, één oplossing.
Arme leerkrachten. Jazeker, ze hebben een bovengemiddeld aantal vakantiedagen, maar in ruil voor een allesbehalve
riant loon moeten zij behalve hoeder van de kennisoverdracht ook nog eens jeugdconsulent, gezinstherapeut, socioloog,
straathoekwerker en politieagent zijn. Leerkrachten moeten weliswaar te allen tijde vertrekken van de leefwereld van de
jongere maar ze moeten die leefwereld tegelijkertijd zoveel mogelijk hertimmeren. Onderwijs is goed, opvoeding is beter.
Teveel is trop
Leerkrachten zijn doorgaans brave mensen die altijd bereid zijn tot een extra inspanning. Vandaag zijn deze goede
zielen echter al overbevraagd. Doceren en verbeteren dekt al lang niet meer de taakomschrijving van een leerkracht.
Leerlingenbegeleiding, het coachen van jonge leerkrachten, de opvang van anderstalige instromers, permanente
differentiatie, functioneringsgesprekken, vakoverschrijdende eindtermen, innovatieve leertechnieken, remediëring,
maximale interactie en participatie… het takenpakket is steeds uitgebreider geworden. Veel van deze opdrachten
hebben hun nut en hun waarde, maar het maakt wel dat leerkrachten nu al eieren in vele mandjes hebben liggen. De
bijkomende verwachtingen brengen in de praktijk ook meer controle en bewijslast mee: het is niet langer voldoende om
te doen, men moet er ook een dossier over bijhouden.
Leerkrachten zijn ook maar mensen. Kunnen we echt verwachten dat leerkrachten tussendoor maatschappelijke en
persoonlijke problemen feilloos oppikken, perfect inschatten en volledig oplossen? Kunnen we er oprecht van uitgaan
dat een vak maatschappijleer er ooit toe zal leiden dat er nooit meer een of andere idioot een medemens in elkaar slaat
vanwege zijn geaardheid? Kan de school ooit elk gevolg van een echtscheiding compenseren? Of kijken we gewoon
graag naar het onderwijs omdat we dan niet verder moeten kijken?
Natuurlijk moet een school een opvoedingsproject uitdragen. De school moet meer zijn dan een leerfabriek: liefst is het
ook een vrijplaats, een ontmoetingsplek en desnoods een toevluchtsoord. Maar maak van de school alsjeblief geen
wonderoplossing voor alle complexe maatschappelijke fenomenen. Het schept de verkeerde verwachtingen en vertrekt
ook van een foute logica.
De schuld van de samenleving
Suggereren dat het onderwijs faalt is een meer concrete manier van zeggen dat de samenleving faalt. Van het onderwijs
de wonderoplossing voor elk maatschappelijk probleem maken, insinueert dat de samenleving een permanente en
volledige verantwoordelijkheid draagt voor het gedrag van individuen. Hier spreekt een groot geloof in de maakbaarheid
van de jongere: als we hem maar anders leren, zal hij anders zijn. Alsof jongeren kneedbaar zijn als poppetjes. Alsof
1
school de enige factor is in het leven van een jongere, alsof omgeving, familie en internet niet evenzeer een enorme rol
spelen.
We mogen niet langer alle heil van de school verwachten. Het onderwijs zal nooit iedereen gelukkig maken. De ene wil
dat scholen pacifistische kosmopolieten afleveren, terwijl een andere lobbygroep toch vooral aandringt op perfect
klaargestoomde arbeidskrachten, klaar om de knelpuntberoepen in te vullen. Verdient het onderwijs niet beter dan
telkens weer gebruikt te worden als vehikel in een ideologisch discours?
Diep vanbinnen wensen we allemaal dat pijnlijke problemen één antwoord kennen. Het zou mooi zijn als we de wereld
zouden kunnen veranderen door een leerplan aan te passen. Maar als problemen vele kantjes hebben – en dat ligt in de
aard van problemen – dan zal ook de eventuele oplossing vele facetten moeten kennen. Zo hebben ze het mij ooit op
school geleerd.
- Daniël Walraeve (21.04.2013)
2
Download