UC Leuven Limburg Lerarenopleiding kleuter- en lager onderwijs Lesontwerp Naam student: Joske Vermeulen Datum: 08/11/15 Klas: 3-jarigen Uur: 9u15 Thema: bakker Activiteit: experimenteren met speeldeeg - Waarom kies ik voor deze activiteit? Sluit het aan bij het niveau en de interesses van de kleuters? Is er sprake van bekendheid met deze activiteit, het gebruikte materiaal? Wat zijn mogelijkheden en beperkingen van de kleuters die relevant zijn m.b.t. deze activiteit? Vb.: Mijn kleuters zijn 3 jaar. Ze zijn in staat tot eenvoudige vormen van boetseren maar kunnen nog geen verfijnde vormen creëren. Ze krijgen voldoening door gewoon al doende bezig te zijn met het deeg. Voor hen is het niet noodzakelijk mooie dingen te maken, ze gebruiken hun fantasie wanneer ze vormen proberen te maken. De kleuters zijn altijd enthousiast als ze kunnen spelen met klei in de klas. Doordat dit de 1e keer is dat ze de kans krijgen om te spelen met het zoutdeeg, vermoed ik dat ze zeer geïnteresseerd zullen zijn. Concreet doel Wat wil ik bij de kleuters bereiken met deze activiteit? Belangrijk is om de doelen zo concreet mogelijk te formuleren, aansluitend bij de beginsituatie en de inhoud van de activiteit. Vb.: - De kleuters verkennen de eigenschappen van de ingrediënten (bloem, zout, water) en van het speeldeeg zelf met behulp van hun zintuigen. De kleuters voeren grove en fijnmotorische handelingen uit met het speeldeeg (rollen, kneden, knijpen, in- en afdrukken, bolletjes rollen …) De kleuters verwoorden hun zintuigelijke ervaringen. Algemeen doel Naar welke doelen in het leerplan, ontwikkelingsplan of eindtermen verwijst mijn concreet doel? <<<Nog niet van toepassing in semester 1>>> Materiaal Wat heb ik nodig? Maak een onderscheid tussen basismateriaal, hulpmateriaal, probleemstellingsmateriaal, vergelijkingsmateriaal … Vb.: Basismateriaal: bloem, zout, water (verhouding 3-1-1), zelfgemaakt deeg Hulpmateriaal: 7 kopjes ….. Organisatiemateriaal: 6 schortjes …. Organisatie (eventueel klasschikking) kan ook in bijlage Met wie/waar/hoe ga ik de activiteit doen? Vb.: De kinderen mogen met max. 6 aan een rond tafeltje zitten. Ik heb gekozen voor een ronde tafel dichtbij de wastafel. Het materiaal staat klaar binnen mijn handbereik. Bronnen Welke bronnen heb ik geraadpleegd om deze activiteit voor te bereiden? Vb.: Cursus W.O. ‘Explorerend beleven’ – semester 2 (1 BaKO) Methodische opbouw INHOUD voor de kleuters ACTIVERING door de kleuteronderwijzer Welke inhouden kies je i.f.v. je doelen en kleuters? Wat doen de kleuters? Wat beleven de kleuters? Wat leren de kleuters door deze ervaringen? Wat doe jij om deze inhoud bij de kleuters te activeren? Welke betrokkenheidsverhogende factoren zet je in om deze activiteit te ontwerpen? (Handelingen? Taal? Ervaringen? Nieuwe inzichten? …) (Prikkels? Vragen? Materialen? Probleemstelling? Probleemsituaties? Verwoording? Stimulering tot verwoording? Aanzet tot handelen? …) Inleiding Wees creatief en maak de kleuters warm/enthousiast/nieuwsgierig voor de activiteit. Zorg voor voldoende variatie in de verschillende activiteiten. Voorbeeld: De nieuwsgierigheid van de kleuters wordt opgewekt: de kleuters raden wat er in de doos zit door gebruik van hun zintuigen: voelen – ruiken – luisteren – proeven – kijken. Voorbeeld: De kleuteronderwijzer zet een doos op tafel waar het speeldeeg in zit met een doek erover en laat de kleuters met behulp van hun zintuigen raden wat er inzit. Hard – zacht, nat – droog Even hard als… (vergelijkingen maken) De tafel is harder dan… … Wat zou er in deze doos zitten? Voel er eens aan. Hoe voelt het? Voelt het hard/zacht? Nat/droog? Voelt het even hard als de tafel? … Kern … … Afronding/verwerking = beschrijving van het slot van de activiteit = ideeën tot verwerking Denk ook hier aan het spelplezier van de kleuters, aan een zinvolle verwerking … Voorbeeld: De kleuters proberen hun ervaringen te verwoorden. Voorbeeld: De kleuteronderwijzer informeert naar de opgedane ervaringen van de kleuters. Wat vond je het leukst om te doen met het speeldeeg? Wat vond je moeilijk? Wat lukte niet zo goed? De kleuters sorteren, wassen af, ruimen op … De leidster stimuleert de kleuters om samen alle gebruikte materialen op te ruimen. Procesevaluatie Observatie Als ik terugblik op deze activiteit, wat heb ik gezien bij de kinderen op het vlak van: - Betrokkenheid? - Welbevinden? - Competentieontwikkeling? Zijn de doelen bereikt? Zie ik groei in het leren van kinderen? Interpretatie Waar heeft dat mee te maken? Planning Wat neem ik mee naar mijn volgend lesontwerp?