Religie 1. Inleiding - - - - existentiële vragen bij grens-ervaringen levensbeschouwingen = samenhangende antwoorden o religieus o a-religieus o ongelovig nood aan zingeving o vroeger: Christelijke levensbeschouwing o postmoderne samenleving: veelheid overtuigingen en levensvisies o ontgrenzing: geen duidelijke grenzen verlies houvast : verlammend grenzen o lijden: douleur-muraille (Desmet) o dood : laatste grens opzet cs: o kwesties ivm lijden en dood o christelijk zinaanbod o kennis eigen cultuur: confrontatie christ geloofstraditie 2. Hoofdstuk 1: Lijdende mensen lijdensvraag Lijden : - Gn oplosbaar probleem - Mysterie - Tastend op zoek gaan nr verheldering en zin 2.1.Pijn en lijden PIJN LIJDEN: - > dan fysieke pijn - Emotionele, familiale en spirituele - Verbonden met mens-zijn getuige waardigheid mens o dr hogere graad bewustzijn o dr diepere waarden o dr zinvragen LIJDEN: - Mysterie - Verbonden met verlangend wezen PIJN: - Oplosbaar (?) – controleerbaar - Prikkeling pijnR - Exact wat pijnlijder zegt dat het is 2.2.Lijden heeft veel namen leed: heel persoonlijk, onuitsprekelijk 2.2.1. Pleger en/of slachtoffer van het kwaad 1 - Zichzelf Anderen - Uit eindigheid, beperktheid bestaan = erfkwaad msl mengvorm: menselijke onwil en onmacht 2.2.2. Fysiek, psychisch, sociaal, moreel en spiritueel - Fysiek lijden Psychisch leed Sociale lijden o Echt arm: vnl ook relationeel arm ANAWIM Dorothee Sölle: ‘Lijden’: belangwekkende factore - Morele of ethische lijden - Spirituele lijden o Angst voor leegte en zinloosheid nt scheidbaar P Tillich: Angsten - Angst voor het lot en de dood Romeinse tijd - Angst voor schuld en verwerping Late Middeleeuwen - Angst voor leefte en zinloosheid nu 2.3.Verwerking zwaar lijden (E Kübler-Ross) Elizabeth Kübler-Ross: 1965 stervensgebeuren 1. ontkenning 2. ergernis en woede 3. marchanderen 4. depressief reageren 5. aanvaarden BG Glaser AL Strauss E Lau Manu Keirse en Jan Peers: golvende ellips rond centrum aanvaarding Acceptatie = creatief zoeken hoe je op elk moment zal afrekenen met problemen en complicaties die zich stellen 2.3.1. Ontkenning Conflict tss verslagenheid en levensmoed “rustpauze” roep om nabijheid 2.3.2. Agressie, protest en woede Tss ontgoocheling en waardering Test op betrouwbaarheid patiënt bevestigen 2.3.3. Marchanderen 2.3.4. Verdriet: treuren en depressie Permanent op de loer 2 Binnenlaten werkelijkheid verlaten gevoel verdriet toelaten 2.3.5. Aanvaarding Nt = berusting Uit handen geven ipv uit handen genomen w wenst afscheid te nemen 3. Hoofdstuk 2: is er ruimte voor lijden in onze samenleving? Postmoderne samenleving lijden bestreden Brantschen: is er voldoende ruimte en plaats voor dat lijden en de verwerking ervan? D Sölle: “Men moet zich afvragen wat er ve maatschappij zal terechtkomen, waarin bepaalde vormen van lijden moeiteloos w vermeden…, waarin rouwtijden knap kort zijn, waarin de gehandicapten en zieken snel uit het huis… zijn… . Een dergelijke blindheid is mogelijk in een maatschappij … waarin het vanzelfsprekend is dat men niet lijdt.” 3.1.Kritische reflecties over gezondheid en ziekte in onze samenleving GZ = topwaarde artsen ‘priesters vd nieuwe magie’ Plato en Aristoteles: GZ heid relatief doel vd mens I Zola: medicalisering van het leven Lijden en dood: haaks op prestatiegericht zelfontplooiingsideaal 3.2.Lijden en menswaardigheid: elementen van scheiding in onze cultuur (M. Desmet) M Desmet: boek ‘Is lijden mensonwaardig?’ arts 3.2.1. Economisering en leven in hol-land 3.2.1.1. GELD : economie Media Economisering ziekenhuis (af)god profeet economisering: rationalisering – liberalisering – schaalvergroting zorg ‘witte woede’ Nutsdenken zinsverduistering 3.2.1.2. Leven in hol-land: hors-heure “hoeveel tijd?” meer kwanti-tijd dan kwali-tijd hors-heur (horreur) Ipv bonne-heur paliatieve zorg: tijd nemen, volgen eigen ritme van leven en sterven 3.2.2. Visualisering en ont-luistering Medische beeldvorming IZ Endoscopie 3 Kijkoperaties Dossier bekijken ont-luistering 3.2.3. Veel netwerken, weinig gemeenschap Zieken: vaak eenzame helden Gemeenschap: moet mog maken dat IK max comfort, privacy en vrijheid mijn leven kan leiden waar we samen toe behoren en iets wat ons draagt, zeker in het lijden Families : beperkte draagkracht Lijden waardig dragen kan nt z gemeenschap 4. Hoofdstuk 3: zin-vragen vanuit lijdenservaringen 4.1.Is lijden mens-onwaardig? (M. Desmet) M Desmet: verbindingswegen tss lijden en menswaardigheid 4.1.1. Probleemstelling: lijden en menswaardigheid: 2 gescheiden wegen? “Dokter, vindt u dit nog menswaardig?” retorische vraag Aftakeling ondanks S/ controle verontwaardiging omgeving 4.1.1.1. Ver-ont-waardiging onverdraaglijke devaluatie geliefde mens = drijfkracht: intuïtie anders lijden zal nt ophouden Te veel lijden/te veel zullen lijden? 4.1.1.2. In-vraag-stelling van het begrip menswaardigheid Aftakelen of lijden = mensonwaardig? inflatie ‘menswaardigheid’ Louter lijdenseliminatie minderwaardig leven Lijden door waarden plek geven 4.1.2. Enkele verbindingswegen tussen lijden en menswaardigheid 4.1.2.1. Een ervaring van diep-menselijke waardigheid in lijdenssituaties Etty Hillesum: Ndl Jodin tijdens Duitse bezetting en jodenjacht “men kan menswaardig leiden en mensonwaardig” ervaring vd poging te leven tot het einde toe lijden door weten van ‘meer’, ‘dieper’ pijn lijden: pijnstillers EN lijdensversterkers complexiteit complexiteit en diepte mens: ‘menswaardigheid’ Daniel Sulmasy: “lijden deel vh mysterie vh menszijn” (arts) 4.1.2.2. Waardering in blik en woord Iemand in blik & woord waard-eren 4 nederigheid – verwondering – bewondering over wat zieke verdraagt middelen van binnenuit wezen mens niet in zintuiglijke zin-getuigen te midden vh verschikkelijke 4.1.2.3. De weg van de gemeenschap of een goede omgeving houding vd omgeving is essentieel behoefte gemeenschap lijden verandert in een gemeenschap: menselijke ruimte v vriendelijkheid en openheid Palliatieve zorg: herontdekken wat gemeenschap kan betekenen Respect Luisterbereidheid Gemeenschappelijke zaak gemeenschap rond lijdende 4.2.Protest en aanvaarding Lijden op zich NIET zinvol kan op menswaardige, ‘zinvolle’ manier gedragen w allereerst VERZET er blijft lijden realiteit lijden aanvvaarden K Depoortere aanvaarding : nt = berusting of resignatie Lijden zinloos: risico wanhoop of verlamming overgave houdt verzet gezond en menselijk L Bakker woede en aanvaarding samen verzet en overgave elkaar gezond houden A Vergote creatieve verzaking Zonder gelatenheid: mens breekt in vruchteloze opstandigheid of inkapseling in afzijdige ontmoediging 4.3.Voorbij de schuldvraag beschuldigingen: allerlei schuldmechanismen zichzelf of anderen zoeken soort reden, ‘zin’ of rechtvaardiging hardnekkige reflex geeft gn echte zin ervaring ernstig nemen ‘deculpabiliseren’ 4.4.Als niets meer vanzelfsprekend is 4.4.1. Lijden stelt een aantal vanzelfsprekendheden in vraag JH Van den Berg wankelen vanzelfsprekendheden K Depoortere GEZOND ZIEK Medisch gezond Medisch ziek GENEZEN Medisch genezen Op het niveau vd totaalmenselijke beleving Vanzelfsprekende Conflictueuze belevingen Groeiend naar nieuwe 5 verhoudingen Lichaam Lichaam-intrument Dingwereld Groot territorium Mensenwereld Begrip Organisatie rond ego Eindigheid Theoretische vraag Weinig waaroms 4.4.1.1. harmonie Lichaam-hinder Lichaam-partner Klein territorium Waarde vh alledaagse Onbegrip Isolement Begrip om onbegrip Solidariteit Ervaring Te veel waaroms Kern-leven Op weg naar aanvaarding Een andere verhouding tot het lichaam Genezing getekend door de confrontatie met lichamelijkheid: partner 4.4.1.2. Een andere verhouding tot de wereld van de dingen Ziek inschrompeling territorium Sommigen nooit overheen Anderen nieuwe harmonie volmenselijk verrijkt Confrontatie met de ziekte kan alledaagse dingen verrassend nieuw maken 4.4.1.3. - Communicatiestoornissen in relaties met mensen gedragsverandering hulpeloosheid afhankelijkheid 4.4.1.4. Confrontatie met eigen eindigheid Françoid Mauriac: “als de hakbijl in het bos vlakbij hoorbaar is” vragen over broosheid vh leven Gezond: rustig besef relatieve onvervangbaarheid en uniciteit Zieke: vervangbaarheid roept radicale eindigheid op – bedreiging v mijn identiteit Religieuze vragen: dieper confilct onder gewijzigde verhouding tot lichaam, dingen, medemensen Genezen : kans op meer volmenselijke harmonie 4.4.2. Aandacht voor zinvragen To cure EN to care totaalmenselijke zorg voor lijdende mensen 4.5.Zingeving bij lijden? Wantrouwig tov zingeving waarbij lijden van mensen gebagatelliseerd w Harold Kushner Thornton Wilder “The bridge of San Luis Rey” (1927) Thornton Wilder “The eigth day”: geweven tapijt nu slechts achterkant zichtbaar Harold Kushner: is er wel een voorkant? Dostojevski: “De gebroeders Karamazow”: protest tegen lijden als prijs voor hogere harmonie (Ivan) 6 Zinloos lijden KAN zin ontvangen dr manier waarop de betrokken ermee omgaan Harold Kushner: “Nu mij dit is overkomen, wat ga ik eraan doen?” Zingeving receptieve zin-ontdekker, zin-ontvanger Zin fundamenteel aangereikt, ‘van elders’ Religie kan steunend karakter bieden 4.6.Waar blijft God? 4.6.1. Waar blijft God bij lijden? Ongelovig omwille v onnoemelijke menselijke leed vraag naar Gods bestaan Marnix Gijsen ‘Ik denk aan God’: vgl God met Ilse Koch (lampekap uit mensenhuid) Auschwitz en vele wreedheden 20e eeuw god in vraag André Glucksmann: “derde dood van god” Peter Toole: “Waiting for Godot in Sarajevo” Protest-atheïsme: revolte tg lijden en tg God Albert Camus: “Le mythe de Sisyphe”: ‘Il n’y a qu’un problème philosophique : le suicide » Camus kiest permanente revolte tg zinloosheid, z beroep op god handelen zonder hopen ‘La Peste’: absurditeit leven Oran door pestepidemie afgezonderd Père Paneloux: religieus goedpraten protest en inzet Dr Rieux : te midden van absurditeit vechten tg leed Door godsgelovigen in vraag gesteld: machtig en liefdevol & goed: wrm zoveel leed? Plaats God in onze cultuur breed cultureel-maatschappelijk 4.6.2. Vebreding van de vraag: afscheid van godsgeloof in onze cultuur 4.6.2.1. Het woordje God: belast God is liefde (1Joh 4,16) benauwende of naïeve godsvoorstellingen Opperwezen en regelaar in een crisis misbruik ‘god’ Martin Buber: proberen op te heffen boven beladen bijklanken 4.6.2.2. - Types hedendaags ongeloof In vraag Dood verklaard … a. Leven alsof er geen God bestaat Godsverduistering 7 Martin Buber: Westerse maatschappij: god uit blikveld verdwenen ook goed stelling z god binnenwereldse bekommernissen = ‘praktisch atheïsme’ b. Deisme god vaag en onbepaald: redelijk en aanvaardbaar - 1e stoot - Goede belonen en kwade straffen komt nt tss in persoonlijke leven v alledag = ontkrachting vh eigene vh christelijke godsgeloof Uit Verlichting c. Ahteisme = expliciet verloochenen bestaan God kritische vragen aan godsgelovigen: uitzuiveren geloof uit reactie zwaarwichtige motieven: - wetenschappelijke en technische redenen: god als gatenvuller P Schmidt‘alleen een nutteloze God kan men beminnen owv Hemzelf’ Verschillende invalshkn: hoe ipv wrm - in naam vd menselijke vrijheid en waardigheid i. zelfstandigheid en autonomie als waarden ii. K Marx: Godsgeloof betekent in hun ogen dat de mens vervreemd raakt van zijn eigen mogelijkheden iii. Helende kritiek: authentiek christelijke godsgeloof: humaniserend en mensontplooiiend - Protest tegen manifeste onzin/lijden/kwaad in de wereld i. Georg Büchner: de rots vh atheïsme ii. Teveel absurditeit iii. Kort, precair, ongetwijfeld accidenteel leven - d. Agnosticisme niet kunnen weten of god bestaat nt over uitspreken H Arts: “…de agnostische houding verwoordt met de Engelse uitdrukking I wonder” negatieve agnost positieve agnost: zoekende echte godgelovige altijd ook ‘zoeker’ Veel tijdsgenoten veeleer agnostisch dan atheïstisch, mr veel racune’s tg Jerj 4.6.2.3. Spirituele leegte een nieuwe religiositeit a. Leegte en reacties daarop vragen aan ongelovigen: mooier, beter? Nietzsche: Duits filosoof “De vrolijke wetenschap” dolende mensen leegte w opgevuld met andere ‘goden’ (namaakgoden/afgoden) M Luther: ‘god’ : iets of iemand waaraan absolute waarde w gehecht vallen door de mand 8 toename belangstelling religieuze: vanuit leegte-ervaring en ontgoocheling diepe spirituele leegte spirituele zoektoch b. Religieus reveil hunkering naar heelheid - meervoudig bestaan: verlangen innerlijke éénwording - hunker naar verbondenheid met groter geheel ‘religiositeit’ sporen nieuwe religieuze interesse Christelijke godsdiest overkoepelende rol verloren Nieuwe religieuze huisjes: grote aantrekkingskracht boven- en buitennatuurlijke Redfield 1993 ‘De Celestijnse Belofte’ enorm populair onder New Age 9 thema’s in fictief verhaal te Peru 1. word je bewust van het toeval/de omstandigheden in iemands leven of bestaan 2. ervaar een hoog begrip voor de wereldgeschiedenis en menselijke ontwikkeling 3. word je er bewust van dat alle levende wezens een enorm energieveld bezitten (aura) 4. word je er bewust van dat sommige mensen andere mensen hun energie afnemen, waarmee een conflict wordt gecreëerd 5. realiseer je dat dominantie en controle jou en anderen niet helpt 6. word je er bewust van dat je een droom hebt en een bestemming om te vervullen 7. word je er bewust van dat vele van je acties en gedachten begeleid worden 8. realiseer je dat sommige mensen het antwoord hebben dat je zoekt 9. het kunnen begrijpen dat de mensheid op reis is naar het kunnen leven in harmonie met elkaar en de natuur, en dat de wereld zich ontwikkelt in 1000j tot een paradijs New Age: Nieuwetijdsdenken Soort religieuze mentaliteit ’70: stroming met verschillende vertakkingen Holisme: zoeken naar eenheid en heelheid Het ‘goddelijke’ Kuitert: ‘ongeneeslijk religieus’ niet per se heropleving ‘godsgeloof’ JB Metz: religievriendelijk atheïsme 4.6.2.4. Bijbels-christelijk godsgeloof: crisis, eigenheid en kansen a. Crisis van het monotheisme in onze cultuur verwijderd van belijdend geloof in persoonlijke, liefdevolle God - cultuur gericht op het ‘zelf’ monotheïstische godsdienst ‘vreemd’: radicaal andere o transcendent heel anders o immanent in verbond o Islam: theo-centrisch : meest vreemd b. Eigenhied van bijbels-christelijk geloof: luisteren en vertrouwen A Heschel: erkenning dat er een God is die mensen met interesse en liefde tegemoet komt geloof = antwoord op openbaring God - Bijbel 9 o - Herder, behoeder, barmhartige (Burggraeve: rachamim: rechem: de broze andere (ver)dragen tot hij geboren kan w) Jezus Christus: Het woord is vlees geworden (Joh 1, 14) Luisterhouding Getuigenis-geloof : ‘geloof uit het gehoor’ o Eigen keuze en vrije wil om erop in te gaan o In relatie treden met een persoonlijke God o Kwestie vertrouwen (geloog vertrouwen liefhebben: etymologisch verwant) c. Kansen verdieping, uitzuivering, hernieuwde keuze geloof gestalte als minderheidsgroep 5. Hoofdstuk 4: Christelijke visie op God en het lijden 5.1.Klassieke modellen Waar is God als mensen lijden? Klassieke: theodicee: god vrijpleiten van schuld 5.1.1. God als rechtvaardige Rechter – met bijbels illustratie: de vrienden van Job Lijden als straf voor zonde menselijke schuld: oeroude idee Job: OT Wijsheidsliteratuur - kaderverhaal: oorspronkelijk o satan wil Job’s oprechtheid en belangeloosheid testen o alles en iedereen kwijtl: gratuit trouw aan God o krijgt erna alles terug - gedicht: tss 2 en 42: worsteling Job = geloofscrisis o 4-27: Elifaz, Bildadn Sofar; God is rechtvaardig: boekhoudersvisie o Te midden van aanklacht: omkering stijl: smeking om redding - God verwerpt visie zelf - Einde: andere God: Ondoorgrondelijke – Grote Onbegrijpbare 5.1.2. God als wijze pedagoog Lijden toegelaten of gezonden mens rijper, dieper en sterker Wijsheid3,4-5 Weerstanden stimuleren vindingrijkheid en weerbaarheid 5.1.3. Kritische bedenkingen reden voor lijden vergroot lijden? RECHTER 1. Aantasting Gods goedheid verbonden met oorsprong lijden 2. onvoldoende recht onschuldig menselijk lijden NT: Abba-Vader: vergevende goedheid Jezus wijst lijden als straf voor zonder expliciet af (Joh 9,2-3: blindgeborene) PEDAGOOG nt als algemene regel 1. grens van ervaringen van absurd, onschuldig lijden a. Kushner 10 2. groeien door een lijdenservaring is soms mogelijk: KAN heilzame, opvoedkundige waarde hebben SOMS 5.2.Een nieuw antwoord: een (mee)lijdende God God wil lijden niet, hij lijd mee - nadruk op goedheid - God wil lijden nt - AN Whitehead: ‘de lijdende metgezel die ons verstaat’ - Elie Wesel: “De Nacht”: Waar is God? Hij hangt aan de galg. - Gods nabijheid - “mede-leven” : lijden hoort tot eindige, beperkte menselijke conditie - Jezus werkelijk geleden: solidariteit 5.3.Een “antwoord” vanuit het Christusgebeuren nooit sluitende verklaring 5.3.1. Die ons bij-staat Kees Waaijman: Jawhe – Wezer, Bijstand Christenen knn toegroeien nr vertrouwen Israël: meest broze en breekbare mensen Jezus van Nazaret: God zelf aan het werk zij die gebukt door het leven moesten Gods toewending tot lijdende mensen Evangelische verhalen over de genezingen: Gods helende werkzaamheid (signaal) Wonderen cfr Asclepiostempel Epidauros Reputatie als Exorcist: strijd tegen lijden geassocieerd met demonen en vernietigende krachten Héle mens genezen: fysiek – sociaal – religieus zonde vergeving(Mc 2,17) Nooit voor show of eigenbelang psychosomatische mechanismen eigen lijden en dood op Golgota: geïdentificeerd met broze, gekwetste mens Paul Claudel: ‘…om het lijden met zijn aanwezigheid te vullen’ Gods vergevingsgezindheid en solidariteit met wie lijdt mensen hier en nu vriendelijk en zorgzaam blijven omringen Christelijke optiek 5.3.2. Een weg door het lijden heen. God heeft het laatste woord Jezus’leven mondt uit in Gods eeuwigheid 3e dag: opgewekt uit de dood = belofte dat dat lijden en dood nt laatste woord hebben onheil omgezet in heil mensen van HOOP Weg DOORHEEN lijden R Michiels: God heeft Jezus nt behoed voor het lijden, mr in het lijden Pasen of pascha 5.3.3. Maar God heeft ook het eerste woord Schepper 1e woord: Vanwaar komt lijden en kwaad dan? KWAAD - nt even oorspronkelijk als goede (verschil met dualisme) - uit liefde het andere in leven: zelfstandige schepping kwade mogelijk - zonder vrijheid geen echte liefde - relatieve zelfstandigheid natuur - we kennen maar 1 wereld Augustinus: “Met al ons ongeluk, houden we toch vh leven” 11 Begrijpbaar dat niet iedereen dat beaamt 5.4.Consequenties naar de beleving toe Lijden vormen levensvisie … ‘spiritualiteit’ – zin-beleving 5.4.1. God blijven aanspreken RELATIE TOT GOD vocatief is essentieel (Indo-Germaanse stam ‘God’) gebed (Psalmen: smeekbeden) Psalm 22 op kruis Ex3,7 hoort noodkreten volk overgave: zonder veel te verstaan, veel kunnen doorstaan ‘amen’: en toch zijt Gij betrouwbaar 5.4.2. Naaste worden Lijden van andere mensen = uitdaging in spoor v Jezus Lc 6,36: Wees barmhartig zoals je Vader barmhartig is 6. Hoofdstuk 5: verantwoordelijkheid voor de lijdende ander. Filosofische diepte-lezing van de parabel van de barmhartige Samaritaan Lucas: arts parabel van Jezus Lc 10, 25-37 ‘Wie is mijn naaste?’ ‘Wie is de naaste geweest van de gewonde?’ R Burggraeve geïnspireerd door E Levinas (Joods filosoof) 6.1.De mens voor zichzelf onderweg. Verantwoordelijkheid in de eerste persoon Vertrekpunt vanuit de ander Het zeer ‘natuurlijk’ ik dat eerst aan zichzelf en de zin vh eigen bestaan denkt Onderweg vanuit eigen bestaansontwerp Leven = reis Trial and error verantwoordelijkheid in de 1e persoon Bestaan = opdracht baatzucht vanuit en voor zichzelf 6.2.De ander “onder-breekt” de mens onderweg Reis onder-broken = binnen breken ‘andere’, ‘extra-ordinaire’, ‘buiten-gewone’ HETERONOMIE vd verschijning vd ander = orde-verstoring Bij toeval langskomen, ongepland ALTERITEIT: radicale ‘vreemdheid’ - uitwendigheid 6.3.Door het lijden van de ander “aangedaan” aangedaan: emotioneel geraakt – ondersteboven gegooid laat nt onverschillig: gedeneutraliseerd pijnlijk geraakt worden getroffen knn w: lichamelijk zijn lijfelijk hart: gevoelig en kwetsbaar Intermenselijke ethiek: ‘geraakt worden’: geen geest zonder lichaam Blik afwenden nt met probleem inlaten 12 Openheid voor lijden ‘bekering’ die weerzin overwint 6.4.Er gaat een ethisch appèl uit van de lijdende ander Geraakt in de IMPERATIEF 6.4.1. De ander in zijn kwetsbare naaktheid roept mij op Alteriteit ethische karakter wegens wezenlijke kwetsbaarheid en ellende breekt heteronoom mijn bestaan binnen Lijden nr het kwaad toe uit het morele kwaad kwetsbare ‘naaktheid’ geappelleerd/geroepen worden 6.4.2. Ethisch appèl: verboden te doden Schokervaring: “mogelijkheid en tegelijk verbod om berooide links te laten liggen” iets niet mogen doen: nt veronachtzamen Bekoord om te doden (om niet te zien): natuurlijke verleiding tot de moord verantwoordelijkheid in 1e persoon kwetsbaarheid en zwakheid ander ethische grondervaring: datgene wat kan, eigenlijk niet mag 6.4.3. Opvordering, geen dwang opvordering: tegelijk eisende en smekende vraag Gezag: ‘ontwapende autoriteit’: bevel zonder dwang ‘appel’: onvoorwaardelijk verplichtend karakter Paradox naastenliefde als gebod: Liefde niet gedwongen, subjectieve voorkeur Vriendschap wederkerigheid Naastenliefde gn vorm van eros – objectieve gegevenheid vd ander Uitwendige verschijning = gebod 6.4.4. Verantwoordelijkheid in de tweede persoon Verantwoordelijk in de 2e persoon volstrekte heteronomie Ongevraagd verantwoordelijk gesteld door de verschijning vd ander: ‘door (vanuit) de ander’ 6.5.Positief of negatief antwoord op het ethisch appèl vd ander 6.5.1. Uitgedaagd tot een grondkeuze Lijdende mens ervaren als ethisch appel grote boog: ontwijken appel positief antwoord moeten kiezen voor het goede, kunnen kiezen voor het kwade ethische bevordering of verheffing vh ik Inschakeling van mezelf: uitverkiezing niet-verwisselbaarheid of onvervangbaarheid bevordert uniek-zijn ethische in vrijheid vh antwoord 13 grondkeuze – fundamentele optie bepalend voor grondhouding 6.5.2. Goed of kwaad Weigeren ja te zeggen = kwade stichten reële schuld: responsorische structuur Ja zeggen bestaan w zelf goed : goede stichten door onoorwaardelijk beschikbaar te stellen (R Burggraeve) 6.6.Barmhartigheid als positief antwoord 6.6.1. De naaste is degene die barmhartigheid bewijst Barmhartigheid = positief opgenomen verantwoordelijkheid in 2e persoon Bewogenheid de ander te ‘dragen’ en bij te staan ethisch moederschap (tot hij geboren w) Wie is mijn naaste Object (Passief) OT: naastencasuïstiek wie is de naaste geweest vd lijdende? Subject (Actief) Samaritaan: geminacht door Joden 6.6.2. Een dynamiek van goedheid vol verlangen Barmhartigheid: dynamiek van goedheid vol verlangen verlangen om mij in onbaatzuchtigheid te wijden aan het welzijn van de ander inwendig moeten Onvoorwaardelijke en zuivere goedheid verlangen zichzelf steeds in barmhartigheid te overtreffe Verantwoordelijkheid opneem groei verlangen en plicht steeds meer goedheid Betrokkenheid: rijker en creatiever overvloed en veroneindiging extravagantie liefde wets- of voorschriftenethiek Gedragen door onverzadigbaar medelijden: volheid v toewijding en inzet (Levinas) 6.6.3. De ander in zijn lijden en sterven niet alleen laten Hoogste vorm ‘barmhartigheid-vol-verlangen’ ander niet alleen laten in lijden en sterven Pijn lijdend lichaam: dood kondigt zich aan onthult kwetsbaarheid Angst voor de dood: ‘kwaad in mijn vlees zelf’ genadeloos paroxisme vh sterven in volstrekte eenzaamheid en berooidheid verwijlende en verzorgende nabijheid Rabbijnse literatuur: ‘ware barmhartigheid’: iemand lief te hebben alsof hij dood was = volstrekte asymmetrie of nt-wederkerigheid: volstrekte gratuïteit 6.6.4. De “lijfelijke” of “economische” dimensie van barmhartigheid Antwoord: aards en ecnonomisch gehele vermogen van kennen en kunnen = vruchten zelfontplooiing ethische herijking zelfontplooiing: met het oog op de ander werkelijke en aangepaste bijstand: Verplicht mezelf zo goed mogelijk te ontplooiien consecratie en heiliging van mezelf ‘hulp-verlening’: letterlijk nemen 14 Ware spiritualiteit: tss lichamelijke en wereldlijke wezens Incarnatie = barmhartigheid als hulpverlening nt mog zonder lichaam tastbaar en effectief werk van bijstand en hulpverlening 6.7.Besluit: geen totaalverhaal geen suggesties om ‘slachtoffers’ te voorkomen niets over noodzakelijke structurele, sociaal-politieke uitbouw barmhartigheid en hulpverlening geen ‘finale oplossing’ Samaritaan bescheiden en partieel Derden nodig: nederige barmhartigheid C Duquoc: Franse theoloog ‘de spaarzaamheid van Jezus’ open verhaal sterk verhaal Vele facetten lichamelijkheid Joh 1,14: Het woord is vlees geworden Gods incarnatie: belichaming Spiritualiteit: te maken met lijfelijke liefde 7. Hoofdstuk 6: Spiritualiteit van de arts, enkele elementen ter reflectie 7.1.Spiritualiteit van de arts: wat verstaan we daaronder? Spiritualiteit: manier van leven die geworteld is in een kijk op het leven die een spirituele realiteit erkent - onpersoonlijk - persoonlijk (Christendom, Jodendom, Islam) geloof bep levenswijze of levensstijl die aandacht heeft voor diepere, onzichtbare dimensies In heel concrete realiteit Zekere eenheid in leven Christelijke spiritualitiet: incarnatie Artsenspiritualiteit betrekking op gehele leven: werk uit roeping – persoonlijk reflecteren innerlijke vrijheid nastreven: in waarheid juiste keuze maken Mat 25,40: al wat je één van deze minste broeders van mij hebt gedaan, heb je mij gedaan Gods glorie bewerken 7.2.Aandacht en aanwezigheid Aandachtig en kwaliteitsvol aanwezig zijn patiënt centraal Bruno Cadoré (arts-ethicus) vanuit Levinas: “De medische praktijk is gebaseerd op een beweging van iemand die lijdt en die zich in volle vertrouwen tot een ander richt, met een appel op zijn vermogen tot zorg voor hem” behandel als persoon: luister-houding existentiële geladenheid – waarden pt Desmet: in de ervaring vd pt treden inleving of empathie 15 discrete arts: discernere = onderscheiden Kiesheid, bescheidenheid, bedachtzaamheid Nt opdringerig, toch betrokken – eenvoud en gemak Hauerwas: aandacht “Dat aspect v ons moreel leven dat ons in staat stelt om de ander als een gelijke te beminnen dankzij een nauwkeurig begrip van zijn of haar realiteit” 7.3.Passiviteit, ook bij de arts Viertal aspecten: - vertragen inbouwen - passiviteit als authentiek ‘mede-lijden’ - gewonde heler - passiviteit als ontvangen 7.3.1. Vertraging inbouwen: pas si vite! patiënt volgen Lijdende als voorganger/voor-ligger Stilstaan om verder te knn gaan “Wat zal ik horen?” over kronkelwegen vd verwerking (E Kübler-Ross) 7.3.2. Passiviteit als authentiek ”mede-lijden” = ‘zijn met’ de lijdende ander : solidaire betrokkenheid erkent afstand en onderscheid 7.3.3. Gewonde heler Onderscheid lijden arts en lijden pt aanvaarden en plaats geven feilbaarheid Goede arts erkent eigen grenzen en feilbaarheid Asclepios: staf en slang: gekwetste heler 7.3.4. Passiviteit als ontvangen Geven EN ontvangen gave vd pt aan de arts - verwordering over draagkracht pt - innerlijke kracht lijdende mensen - initimiteit & innige ontmoeting - sereniteit & humor 8. Hoofdstuk 7: leven na de dood 8.1.Deemstering van de dood en van het hiernamaalsgeloof in onze westerse samenleving Deemstering dood & hiernamaalsgeloof Moeite met dood gecamoufleerd vervagings- en verduisteringsproces prestatiegerichtheid en vervaging godsgeloof en verdenkingen tov hiernamaalsgeloof troostfct hiernamaalsgeloof teruggelopen ingaan tg empirische evidentie aftakeling 16 Agnosticisme: over leven na de dood weten we niets 8.2.En toch rijzen er verlangens en vermoedens omtrent leven over de dood heen Heimwee nr leven na de dood Gn “bewijzen” – wel diepmenselijke verlangens: 1. Dynamiek nr leven over de dood heen vanuit de liefde (Gabriël Marcel) a. Intentionaliteit menselijke handelswijze 2. perspectief kan oprijzen vanuit het morele leven a. inzet voor gerechtigheid hoop inzet nt tevergeefs b. Kant 3. gedreven door verlangen naar oneindigheid a. vele beelden en symbolen van onsterfelijkheid b. verschillende modaliteiten onsterfelijkheid i. socio-biologische modus ii. creatieve modus iii. continuïteit in de natuur iv. religieuze modus: minder kwetsbaar 8.3.Dood en hiernamaals in de religies C. Cornille: godsdienswetenschappelijke benadering: “Het gegeven vd dood of de menselijke eindigheid speelt een rol in alle uitingen vd cultuur, mr is de religie die zich bij uitstek heeft bekommerd om de dood.” 8.3.1. De dood als oorsprong van de religie Dood als oorsprong religie v begin gesch vergelijkende studie godsd Epicurus (340-270) Religie: ziekte waaraan mensen leden uit angst voor hiernamaals Euhemerus (330-260) Oorsprong in verering belangrijke figuren David Hume (1755) Natural History of Religion: religie uit angst voor dood en ongeluk Darwinisme (einde 19e eeuw) Primitieve volkeren : overblijfselen oudste mensheid weerspiegeling oorspronkelijke cultuur & religie Herbert Spencer (1820-1903) Oorsprong religie in verering afgestorven voorouders belangrijkste voorouder 8.3.2. De symboliek van dood en hiernamaals in de religies Bedenking Prof Steen Hij herkent dat dit kan meespelen in ontstaan religie. Hij is niet akkoord want reductionistisch 1. geen rekening met transcendente realiteit a. je wordt aangegrepen ipv volledig uit mens b. god is geen uitvinding 2. ook positieve factoren aan ontstaan religie a. ervaring van waarheid b. ervaring van schoonheid c. ervaring van goedheid 17 8.4.Reïncarnatiegeloof 8.4.1. Het fenomeen groeiend succes vh reïncarnatie geloof in Westen - geloof in ‘hiernogmaals’: verschillende keren terug op aarde zichzelf volop ontplooiien - vlag verschillende ladingen - “iets in de mans dat op een of andere manier op deze aarde terugkomt” 8.4.2. Oosterse versus moderne westerse visies Vele stromingen 8.4.2.1. Reïncarnatie in de oosterse tradities van hindoeïsme en boeddhisme Indische tradities: Hindoeïsme & Boeddhisme ontkomen aan samsara (= bestendige kringloos van sterven en geboren w) (8e-6e v Chr) = heil - vergankelijkheid alles = beginpunt o Boeddhisme: ‘alles is lijden’ o Hindoeïsme: Veda Upanishaden (geopenbaarde traditie): ‘wat is de zin van genot, wanneer hij die ervan geproefd heeft telkens opnieuw moet terugkeren?’ - Bevrijding uit samsara o Hindoeïsme: moksha neg begrip bevrijding o Boeddhisme: Nirvana neg begrip uitdoving - Oorzaak lijden/samsara: Karma o Wet van oorzaak en gevolg zowel goede als slechte daden houdt mens gevangen o Oorzaak handelingen = begeerte/passie/verlangen o Boeddhisme: 2e edele waarheid: begeerte – genot - gehechtheid o Hindoeïsme: Upanishads: verlangen - Onwetendheid (diepere oorzaak karma en samsara) o Bevrijding of uitblussing bereiken dr inzicht/kennis ervaringskennis o Hindoeïsme: Atman (diepste zelf) Diepste, eeuwige en onveranderlijke grond vd mens Tegengesteld aan ego/kleine ik Brahman: fundamentele principe vh universum o Boeddhisme: Anatman (niet-zelf) Bevrijding uit dukha (rad van lijden) Het ‘zelf’ is een illusie Inzicht krijgen in niet-zelf – begeerte uitdoving binnengaan in nirvana Nirvana: uitdoving verlangens – ik/ego o Om tot inzicht te komen Belang ascese, meditatie en moraliteit Hindoeïsme: goeroe of spirituele meester Oosten: Westen: Reïncarnatie als vloek Reïncarnatie als kans tot vooruitgang 18 8.4.2.2. Moderne westerse opvattingen moderne westerse denkers - Kant - Goethe - Schlegel - Schopenhauer Lessing (18e eeuw) ‘Die Erziehung des Menschengeslechts’ nieuwe kennis en vermogens te verwerven zo verder tot vervolmaking: =kans nr vollere humaniteit en zelfrealisatie Allan Kardec (19e eeuw) Spiritisme ‘Livre des esprits’ HP Blavatsky Theosofie = belangrijke bron hedendaags reïncarnatiegeloof - elementen Hindoeïsme - Westerse filosofie - Christendom opgaande beweging in opeenvolgende reïncarnaties: nooit achteruit nr goddelijke – middel tot zelfverwerkelijking staving obv parapsychologische ewijzen en spirituele ervaringen R Steiner (1861-1925) Vaarwel aan theosofie antroposofie nadruk op positieve ontwikkeling menselijke geest drheen opeenvolgende incarnaties Tot geest volkomen New Age - N Am en Europa Sinds enkele decennia Reïncarnatie belangrijk: bepaalde individuele gestalte verloren hogere zelf neemt nieuwe vorm aan Spirituele prioritair op materiële Holistische correctie verlichtingsdenken VOORUITGANGSDIMENSIE H Zahrnt: wenteltrap tov rad 8.5.Christelijk verrijzenisgeloof Christenen: leven na de dood verrijzenis of opstanding: hele unieke persoon nieuw leven bij God 8.5.1. Motieven (2) 8.5.1.1. Geloof in een scheppende, liefhebbende God Martin Buber (Joods filosoof) geloof in IEMAND Geloof hier en nu in scheppingsmacht en de genadevolle liefde van God - geloof in Gods almacht 19 overtuiging God is trouw en genadevol vrome nt in dood laten verzinken o Martinus Nijhoff: werk van zijn handen nt zomaar laten varen o God neemt gegevene nt terug maakt het nieuw o Fortmann: “een kind dat leeft onder de goede zorgen van zijn moeder, komt het ook niet op te vragen of zijn moeder nog wel voor hem zal zorgen” leven dat over de dood heen reikt = gave (nt = natuurlijk gebeuren) Vervaging geloof in hiernamaals - Gereleerd aan vervagingsproces geloof in liefdevolle God - 8.5.1.2. Jezus’ opwekking uit de dood = Fundament verrijzenisgeloof 1Kor 15: “Als wij verkondigen dat Christus uit de doden is opgestaan, hoe is het dan mogelijk dat sommigen onder u beweren dat er geen opstanding vd doden is?” Christus als eersteling Metafoor: ‘opwekking’ / ‘opstanding’ Jezus Christus in een heel nieuwe bestaanswijze voorgoed bij God is thuisgekomen en dat Hij zo bij ons en in ons kan zijn op een nieuwe wijze aan hen heeft laten zien: veronderstelt zeker geloof gebaseerd op getuigen (nt op bewijzen) - nt interpreteren als zelfsuggestie of uitvinding - nt als puur subjectieve ervaring van ‘inzien’ enorme ontgoocheling enthousiaste en begeesterde verkondiging 8.5.2. Hoezo? 8.5.2.1. “Stamelend spreken gn rationele bewijzen hopen op verrijzenisleven na de dood hoop op voltooiing 8.5.2.2. Hemel uiteindelijke, gelukkigmakende voltooiing vd mens in volle gemeenschap met God Volheidservaring van geluk voorgoed thuiskomen bij God Eeuwig LEVEN definitief aan mensen gegeven - overstijgen vd tijd o Felix Timmermans ‘Hemel’ - Augustinus: ‘genieten van God en van elkaar in God’ o Beleving liefdesgemeenschap - Paulus: 1Tes 4,17: hemel is ‘samenzijn in de Heer’ Personen (nt zielen) Dankzij communicatie met anderen tot voltooiing Verrijzenis vh lichaam We ‘zijn’ een lichaam: éénheid Lichaam w ontdaan van vergankelijkheid Voltooiing liefdescommunicatie Hemel; interpersoonlijke liefdescommunicatie diepe famiale verbondenheid 20 8.5.2.3. Hel Hel = weigering vd liefde definitief neen zeggen aan God eigen keuze 1 Tim 2,4: God wil dat alle mensen gered w Schrift passage’s alarmeren en waarschuwen: oproep tot ommekeer vrije mogelijkheid vd mens in te gaan tg God Hemel: aangenomen als feit Hel: ? 8.5.3. Enkele belangrijke verschilpunten met reïncarnatiegeloof (3) 1. aardse geschiedenis eenmalig, uniek en onherhaalbaar 2. dualistische mensvisie (geestelijke – verschillende lichamen) geestelijk-lichamelijke: unieke eenheid: lichaam mee omgevormd & transfigureerd 3. gave-aspect leven na de dood – onverdiend geschenk zelfverlossing dr de mens – gn vergeving 9. Ter uitleiding: de veerkracht van de hoop Christenen zijn mensen van hoop - uiteindelijke overwinning van lijden, dood, kwaad - ultieme triomf liefde en leven - hoop op eeuwig leven - hoop op voltooiing mensengesch in Rijk Gods (vrede en gerechtigheid) Nt enkel Christeren - J Moltmann: ontmoedigde maatschappij o Deuken in vooruitgangsdenken o Spiralen die mensenwereld gevangen houden - E Dickinson:hoop als creatieve kracht en impuls naar toekomst toe - Van Dale: “wensende verwachting dat iets goeds, dat nog onzeker is en in de toekomst lift, werkelijkheid zal worden” Hoop als optie bepaalde levensvisie vorm van vertrouwen Gabriel Marcel: pas waargemaakt in de interpersoonlijke sfeer gegrond in vertrouwensrelatie: ik-jij-relatie A. De Saint-Exupery: hoopvol verder stappen, omdat ze weten dat er iemand op hen wacht godsgelovigen: omdat Iemand op hen wacht 21