De Historie De oorsprong van ‘mindfulness’ kunnen we in het boeddhisme plaatsen. Daar is filosofie, psychologie en ethiek altijd nauw met elkaar verweven geweest om het als praktische wijsheid in het alledaagse leven toe te passen. Boeddha die rond 560 jaar voor Christus geboren werd heeft zijn leven gewijd aan het onderzoeken van de oorzaken van het lijden in de wereld, en vooral waarom lijden blijft bestaan, - en hij heeft manieren onderwezen om lijden te verminderen en ons ervan te bevrijden. Lijden, was zijn conclusie, komt voor een groot deel door ons gebrek aan inzicht in hoe de dingen gaan. We hebben de sterke neiging om ons bewust of onbewust vast te haken aan wat er is en aan wat we ervaren en dan raken we als het ware klem. Zo is zelfs geluk een bron van lijden want alles verandert en we willen niet dat dat verandert. Een mindfull instelling en het leren van de vaardigheden van mindfulness zijn de sleutels om niet in lijden vast te komen zitten en vrede met onszelf en de situatie van het moment te krijgen, want die is op dat moment nu eenmaal zoals ze is. Met ‘aanvaarding van de situatie van het moment’ bedoelde hij niet dat we moeten berusten. Het betekent niet dat we alles leuk moeten vinden, of dat we ons passief tegenover alles moeten opstellen of onze principes en waarden moet opgeven. Het betekent niet dat we tevreden moeten zijn met de dingen zoals ze zijn, en het maar moet verdragen. En ook niet dat we de pogingen om tot ander gedrag te proberen te komen moeten staken, of het verlangen naar verandering moet laten schieten, of dat we bijvoorbeeld onrechtvaardigheid in stand moeten laten. Aanvaarding betekent gewoon nuchter dat we bereid zijn dingen te zien zoals ze zijn, zonder vooroordeel, zonder dat we vastzitten aan een verwachting en aan een bepaald resultaat. Dankzij deze instelling krijgen we een helder beeld, en kunnen we de juiste acties voorbereiden. Dat wil niet zeggen dat er dan geen pijn meer is, maar we hebben dan geleerd daar niet meer automatisch met angst, agressie of defensiviteit op te reageren. Overeenkomstige ideeën dat ons leven zo het meest gelukkig kan zijn vinden we ook in veel andere levensbeschouwingen, maar in het boeddhisme zijn ze het meest uitgewerkt en vandaar uit in onze cultuur gekomen. Eind jaren ’80 heeft Jon Kabat-Zinn in een Amerikaans ziekenhuis deze ideeën omgezet in het werken met patiënten met ernstige vormen van onbehandelbare pijn. Dit bleek dermate succesvol uit te werken dat andere therapeuten geïnspireerd raakten om het breder toe te passen. Inmiddels is er een breed toepassingsgebied ontstaan in de geestelijke gezondheidszorg, psychiatrie en psychologie, en is er een enorme stroom onderzoek losgekomen om vast te stellen of het inderdaad resultaat heeft. Onderzoeken bij depressiviteit hebben een zeer belangrijke rol gespeeld in de erkenning van mindfulness. Een onderzoek van Teasdale in 2000 wees uit dat de kans op een herhaling van een depressie bij mensen die meerdere depressie hadden gehad beduidend daalde. Dit resultaat is later meerdere keren bevestigd. Bij vele andere problemen, klachten en symptomen is het effect van mindfulness inmiddels onderzocht. De uitkomsten zijn overwegend positief, maar om, wetenschappelijk gezien, alle twijfel weg te nemen is langere tijd nodig. Op onze afdeling leggen we ons sinds mei 2005 op mindfulness toe in de vorm van groepsbijeenkomsten en als toevoeging binnen andere behandelingen.