projectoproep

advertisement
PROJECTOPROEP
PROJECTOPROEP OVER DE FINANCIERING VAN
GERICHTE ONTWIKKELINGSEDUCATIE
DOOR DERDEN
met uitzondering van audiovisuele producties
Directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp
Directie Civiele Maatschappij
Dienst Ontwikkelingseducatie
Karmelietenstraat 15
1000 Brussel
www.dg-d.be
oktober 2016
WOORD VOORAF
Eind september 2015 hebben alle lidstaten van de Verenigde Naties 17 ambitieuze
Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (of SDG’s – Sustainable Development
Goals) onderschreven om de wereld te verbeteren tegen 2030. De eerste 15
doelen stemmen overeen met de 3 pijlers van duurzame ontwikkeling: ze beogen
sociale, ecologische en economische doelstellingen. De 2 laatste doelen scheppen
het onmisbare kader van vrede, veiligheid en samenwerking. Deze doelstellingen
zijn globaal en universeel van toepassing. Ze reiken verder dan de NoordZuidtegenstellingen en vergen de inzet van overheden, ondernemingen, CMO's en
burgers. Ze vervangen de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen (MOD).


http://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/Ontwikkelingssamenwerking/Wat_doen_we/Ont
wikkelingsbeleid/SDG
http://www.un.org/sustainabledevelopment/
Deze doelen zijn inderdaad universeel: ze gelden voor alle landen, ook voor het
onze, ze brengen een reeks verantwoordelijkheden zowel voor het binnenlandse
beleid op de verschillende bevoegdheidsniveaus, als voor het buitenlands beleid,
onder meer de verantwoordelijkheid om ontwikkelingslanden te helpen om hun
doelen te bereiken. Ze betreffen verschillende beleidgebieden, waaronder energie,
2
landbouw, handel, onderwijs, fiscaliteit, internationale betrekkingen, sociale
zaken, ontwikkelingssamenwerking,
De Directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) is
de federale administratie bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking. Ze is een
van de directies-generaal binnen de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking en valt rechtstreeks onder de bevoegdheid
van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking.
In het kader van Ontwikkelingssamenwerking financiert ons land via bilaterale
samenwerkingsprogramma’s de ontwikkeling in haar partnerlanden in Afrika,
Zuid-Amerika en Azië, alsook de ontwikkelingssamenwerking wereldwijd via
multilaterale instellingen (VN, EU, …) en via niet gouvernementele organisaties
(ngo’s, wetenschappelijke instellingen, universiteiten, …).
In België financiert de Belgische ontwikkelingssamenwerking activiteiten op het
vlak van sensibilisering en ontwikkelingseducatie: elke inwoner van ons land
heeft behoefte aan een open kijk op de wereld, inzicht in de wereldproblemen, en
solidariteit met de landen in het Zuiden. Inzet op lokaal vlak en op wereldniveau
wordt aangemoedigd.
Partners hierbij zijn ook de media, het onderwijs, het verenigingsleven en het
maatschappelijke middenveld kunnen een rol spelen. DGD doet beroep op deze
actoren op vlak van ontwikkelingseducatie voor een groot deel van haar
interventies op het vlak van ontwikkelingseducatie
Vele burgers worden bereikt en gesensibiliseerd door de activiteiten die de
Belgische Ontwikkelingssamenwerking en haar partners (ngo’s, musea, media, …)
organiseren of ondersteunen. Sommige doelgroepen worden echter minder
benaderd dan andere, en behoeven bijzondere aandacht.
Op grond van de wet op de ontwikkelingssamenwerking van 19 maart 2013 (zoals gewijzigd
I.
VAN
DE PROJECTOPROEP
bijDOELSTELLINGEN
de wet van 9 januari 2014), heeft
de Belgische
Ontwikkelingssamenwerking als algemene
Het doel van huidige projectoproep is de burgers te doen nadenken over de
oorzaken en factoren van internationale migratie. Wat motiveert mensen om hun
regio, hun land, hun familie te verlaten en te migreren?
Inzicht in de ervaringen en de geschiedenis van migranten is een stap in de
richting van tolerantie en openheid, zodat we in harmonie en respect voor
verschillen kunnen leven. Activiteiten en projecten gericht op de doelgroep
gezinnen met jonge kinderen in België, om hen aan te zetten om na te denken
over één of meerdere factoren van internationale migratie zouden moeten
bijdragen tot dit inzicht.
3
De projecten die in het kader van deze projectoproep voor het jaar 2017 worden
gekozen zullen zich moeten richten op de doelgroep gezinnen met kinderen
(minder dan 12 j.), en als centraal thema de factoren en oorzaken van migratie
aanhouden.
Het is ook aan te bevelen om deze thematiek als inleiding in de materie van de
Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen op te vatten. Veel van de oorzaken van de
internationale migratie worden weerspiegeld in de SDGs: de bestrijding van
armoede, honger, uitbuiting, ongelijkheid, klimaatverandering, het streven naar
vrede, rechtvaardigheid, ...
II. DEELNEMINGSVOORWAARDEN
STATUUT VAN DE ORGANISATIE
De organisatie heeft minstens 3 jaar rechtspersoonlijkheid en is actief in het
Belgische verenigingsleven. De organisatie moet haar organisatorische en
financiële capaciteiten aantonen.
De projectverantwoordelijken moeten minimum 3 jaar ervaring hebben in het
creëren en organiseren van events en/of acties betreffende ontwikkelingseducatie.
Organisatoren van “ filmfestivals “ mogen eveneens deze projectoproep
beantwoorden. Ze moeten globaal aan dezelfde toelatingsvoorwaarden voldoen,
evenwel moeten ze tevens aan bijzondere criteria voldoen, zoals onder rubriek III
“ Specifieke criteria voor filmfestivals” uiteengezet.
Komen niet in aanmerking voor subsidies:




natuurlijke
personen
en
feitelijke
verenigingen
(zonder
rechtspersoonlijkheid);
handelsvennootschappen;
door DGD erkende ontwikkelingsngo’s die financieel door DGD worden
ondersteund in het kader van zijn programma’s en projecten;
"de partner in de niet-gouvernementele samenwerking": het bedrijf, de
groep, vereniging of instelling privé of publiek, met uitzondering van NGOs
die financiële steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking
ontvangen voor activiteiten voor ontwikkelingssamenwerking (met inbegrip
van steden en gemeenten).
4
VERPLICHTINGEN VAN DE ORGANISATIE
De organisaties die een project indienen, moeten aan alle verplichtingen
voldoen.
De organisatie gaat een resultaatverbintenis aan en moet alles in het werk stellen
om de vooropgestelde doelstellingen van het project te bereiken.
Ook houdt de organisatie de administratie (de toegewezen dossierbeheerder) op
de hoogte over het verloop van het project en vraagt voor elke belangrijke
projectwijziging op voorhand de goedkeuring van de administratie. De goede
besteding van de subsidie dient aangetoond te worden via activiteiten- en
financiële verslagen.
De organisatie moet de richtlijnen volgen wat betreft de zichtbaarheid van de
Belgische ontwikkelingssamenwerking (zie bijlage 1: Richtlijnen inzake de
zichtbaarheid van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking – DGD).
De organisatie moet uiteraard voldoen aan de toepasselijke wet- en regelgeving
met betrekking tot zijn status (vb.: wetgeving vzw’s).
III. KENMERKEN VAN DE PROJECTEN EN
SELECTIECRITERIA
OM IN AANMERKING TE KOMEN MOETEN DE INGEDIENDE
ACTIVITEITEN BEANTWOORDEN AAN VOLGENDE CRITERIA :
Gerichte activiteiten met duurzaam effect
De basisfilosofie is het toekennen van financiële hulp voor gerichte projecten
met een duurzaam efffect.
Met “gericht” worden activiteiten bedoeld die een beperkte duur hebben. De
toegestane maximumduur is 3 maanden. Het is dus niet de bedoeling de werking
en de programma’s van organisaties over een heel jaar of over meerdere jaren te
financieren of te cofinancieren.
“Duurzaam” betekent dat de activiteiten een duurzaam effect moeten hebben
naar het doelpubliek toe, en hen moeten uitnodigen tot reflectie, bewustmaking
en indien mogelijk actieve deelname en betrokkenheid (zie bijlage 2: definitie
ontwikkelingseducatie).
5
Plaats en datum van de activiteiten
De sensibiliseringsactiviteiten moeten gericht zijn op het publiek in België en dus
plaatshebben op Belgisch grondgebied.
Alle activiteiten moeten moeten van start gaan tussen 1 januari en 31
december 2017 (voor indiendatums zie punt V).
doelpubliek
De gesubsidieerde evenementen moet vooral gericht zijn op gezinnen met jonge
kinderen (-12 jaar); De doelgroep van het project en de activiteiten moeten zo
nauwkeurig mogelijk worden beschreven in de inleidingvande aanvraag, zowel
kwantitatief (geschatte aantal bezoekers of deelnemers) als kwalitatief
(bijvoorbeeld identificatie van de plaats gemeente of regio enz. kennis van de
Noord-Zuid verhoudingen bij het publiek, etc.)
Thema
De projecten moeten de oorzaken en factoren van migratie aaaankaarten, hoe die
het leven van de mensen in de armste landen beïnvloedt. Een verband met de
Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen wordt aangemoedigd. Zie ook Bijlage 7:
Toelichting bij het thema. Uiteraard
thema vanuit het perspectief van de
ontwikkelingslanden en de Noord / Zuid-betrekkingen behandeld worden
Doelstellingen en resultaten van ontwikkelingseducatie
Projecten moeten bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen zoals
opgenomen in de definitie van ontwikkelingseducatie (zie bijlage 2).
De resultaten moeten zich richten naar de sensibilisering en de bewustmaking van
het beoogd publiek. Er moet een methodologie of gerichte aanpak voorzien
worden.
Methodologie of aanpak

aangepast aan het doelpubliek

origineel en interactief, dynamische activiteiten boorzien die een actieve
participatie van het publiek stimuleren. Er bestaat veel pedagogisch
materiaal over de migratieproblematiek. Raadpleeg de databank van
www.Kleurbekennen.be.

constructieve boodschap (geen slogans en promotiecampagnes voor
organisaties, geen fondsenwerving, geen clichés,….)

waken over een visie vanuit het Zuiden, zodat de boodschap de realiteit in
het Zuiden en de Noord-Zuidbetrekkingen weerspiegelt.

concrete, meetbare en duurzame resultaten nastreven.
6

complementariteit en synergie met andere partners, wel dan niet
gespecialiseerd in ontwikkelingssamenwerking en ontwikkelingseducatie
bevorderen.

een promotie/communicatiestrategie voor het project voorzien.
Specifieke criteria voor filmfestivals
Definitie van zuidfilms: film die betrekking hebben op de Duurzame
Ontwikkelingsdoelstellingen of die de ontwikkelingsproblemen van
de landen uit het zuiden (ontwikkelingslanden volgens de OESO-DAC
definitie http://www.oecd.org/dac/stats/daclist.htm) belichten.
• 1. De programmering moet ten minste (*) 20% “zuidfilms” (zie definitie)
omvatten.
• 2. De zuidprogrammering is niet uitsluitend gericht op gezinnen met kinderen (12 jaar), wel moet ze moet maximaal (*) begeleidende activiteiten met het
publiek voorzien, om samen met het publiek het thema van de film te verkennen
(debat en uitwisseling met de regisseur of met een persoon met kennis over het
onderwerp; educatieve spellen ter voorbereiding van het zien van de film;
educatief pakket voor opvoeders/leerkrachten; tentoonstellingen ....) (*)
• 3. De zuidprogrammering moet ten minste (*) twee films bevatten die gericht
zijn op het prioritaire thema van deze projectoproep, bovendien moet een
sensibiliseringsactiviteit naar de doelgroep van de projectoproep voorzien zijn,
met name gezinnen met kinderen.
• 4. De zuidprogrammering moet in de globale communicatiestrategie van het
festival aan bod komen.
• 5. Het project moet ook een aanpak of een concreet project omvatten om de
distributie / verspreiding van zuidfilms in België ook buiten het festival te
bevorderen (professionele ontmoetingen, conferenties, filmmarkt, overeenkomst
met TV, of andere) (*)
.(*) Bij de beoordeling van het budget wordt het aantal en de kwaliteit van de
activiteiten voorgesteld om tegemoet te komen aan deze vijf criteria in
overweging genomen.
7
IV. MINIMUM EN MAXIMUM TOELAGEN
PERCENTAGE TUSSENKOMST
Minimumbedrag van de subsidie: 20.000 euro
Maximumbedrag van de subsidie: 70.000 euro
Het project voor ontwikkelingseducatie en activiteiten kan voor ten hoogste 75%
van het totaal reëel budget worden gesubsidieerd. De organisatie moet dus zelf
de overige kosten kunnen financieren (door eigen kapitaal of andere donoren).
Het project kan deel uitmaken van een ander event of een ruimer
activiteitenprogramma dat niet uitsluitend de sensibilisering over dit thema tot
doel heeft en niet uitsluitend gericht is op het doelpubliek van deze projectoproep.
Indien dit het geval is, moet het totale evenement worden beschreven alsook het
totale budget meegedeeld. Het specifieke budget van het sensibiliseringsproject
moet apart worden ingediend, gedetailleerd worden omschreven en ingediend
volgens het model in bijlage (zie bijlage 3: budgettemplate van het project). Dit
budget vormt dan de berekeningsbasis van het percentage van de tussenkomst
(max. 75%).
Voor Filmfestivals moet, samen met het totale budget van het Festival, een
specifiek budget worden ingediend met betrekking tot de Zuidprogrammering, de
ondersteunende activiteiten, steun aan de verspreiding van films uit het Zuiden,
promotie en communicatie van het evenement.
GOEDKEURING VAN HET BUDGET
De ingediende budgetraming zal door de Administratie worden beoordeeld,
rekening houdend met het weergeven van een realistisch budget, de
haalbaarheid, de pertinentie van de uitgaven in verhouding tot de voorziene
activiteiten aangaande ontwikkelingseducatie, alsook de door DGD subsidieerbare
uitgaven (zie bijlage 4: subsidieerbaarheid der uitgaven).
Het is mogelijk dat het door de Administratie goedgekeurde budget afwijkt van
het ingediende budget. In dit geval, zal door de Administratie een herziening en
herindiening van het aangepaste budget worden gevraagd.
De subsidie wordt bepaald op basis van het goedgekeurde budget.
Opgelet!
De administratie kan het subsidiebedrag wijzigen op basis van de gekende totale
reële kosten na afsluiten van het project.Indien minder werd uitgegeven dan
geraamd, zal de subsidie proportioneel worden verminderd.
8
SUBSIDIEERBARE UITGAVEN EN VALORISATIES
1. Subsidieerbaarheid van de uitgaven (zie bijlage 4: lijst van subsidieerbare
uitgaven)
De subsidie dient alleen om de rechtstreekse kosten voor de uitwerking en de
verwezenlijking van het project te dekken.
De subsidie mag in geen enkel geval bedoeld zijn om een eventueel financieel
tekort van een vereniging aan te zuiveren. De subsidie is ook niet bedoeld om de
structurele kosten te dekken (algemene werkingskosten) van de aanvragende
organisatie.
De te dekken kosten moeten geïdentificeerd en gecontroleerd kunnen
worden aan de hand van bewijsstukken en rekeninguittreksels.
DGD aanvaardt enkel facturen die rechtstreeks van de leverancier worden
geadresseerd aan de organisatie die de subsidie ontvangt. Facturen geadresseerd
aan personen, al dan niet lid van de gesubsidieerde organisatie, of aan andere
verenigingen, worden niet aanvaard.
2. Dekkingsperiode
Deze periode loopt 4 maanden vóór het begin van het project tot 3 maanden na
de beëindiging van het project.
Enkel bewijsstukken die vallen binnen de
subsidieerbare periode kunnen worden ingediend, indien deze uitgaven waren
voorzien in de door DGD goedgekeurde budgetraming.
3. Valorisaties (zie bijlage 5: toegestane valorisaties in het kader van een
subsidie)
Het budget mag valorisaties vermelden (bv. een zaal die gratis ter beschikking
wordt gesteld), maar hiervoor is er geen subsidie.. Deze valorisaties worden
aanvaard voor maximaal 5% van het door DGD goedgekeurde budget.
N.B.:
Prestaties die volledig gratis worden uitgevoerd t.t.z. zonder vergoeding
van de reeële kosten (verplaatsing, catering, enz…) of zonder forfaitaire
dagvergoeding, mogen niet in het budget worden opgenomen.
FINANCIELE BEPERKINGEN
De subsidies zijn altijd afhankelijk van de door de overheid ter beschikking
gestelde budgetten. De indiener kan geen aanspraak maken op een subsidie
indien de budgettaire enveloppe uitgeput is.
9
V. PRESENTATIE VAN DE AANVRAAG
Alle aanvragen moeten AANGETEKEND en in TWEEVOUD (NL of FR) papieren
versie en bovendien een elektronische versie op USB of CD worden ingediend bij
Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Directie Civiele Maatschappij - D3.1
Karmelietenstraat 15
1000 Brussel
De dossiers moeten worden ingediend op vastgestelde uiterste indiendatums
afhankelijk van de datum van aanvang van het project. Alle ingediende dossiers
per indiendatum zullen gezamenlijk worden onderzocht op een selectiecomité.
INDIENINGSDATUMS
De drie uiterlijke indiendatums voor subsidiëring van events zijn:
- 14 november 2016
voor evenementen die beginnen tussen 1 januari 2017 en 31 maart 2017
- 1 februari 2017
voor evenementen die beginnen tussen 1 april 2017 en 31 augustus 2017
-1 juni 2017
evenementen voor degenen die beginnen tussen 1 september 2017 en 31
december 2017
N.B.: een te laat ingediend dossier wordt onontvankelijk verklaard.
Poststempel geldt als bewijs.
INHOUD VAN DE SUBSIDIEAANVRAAG
De subsidieaanvraag bevat volgende stukken:
1. het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier
2. het geraamde budget (zie bijlage 3: budgettemplate)
3. een kopie van de statuten zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad
4. het gepubliceerde of door de Raad van bestuur goedegekeurd
activiteitenverslag van de laatste 3 jaren (2013, 2014 en 2015) voor de
twee eerste uiterste indieningsdatums, , 2014,2015,2016 voor de derde
indieningsdatum), enkel in elektronische vorm in te dienen (USB of CD).
5.
6. het curriculum vitae van de verantwoordelijken van het project
7. de financiële balans van het vorige boekjaar. Deze balans met een bedrag
van 75.000 euro of hoger is gecontroleerd door een boekhouder of een
bedrijfsrevisor
10
8. het bankattest met vermelding van rekeningnummer van de organisatie
waarop de subsidie moet worden gestort
9. de verklaring op eer aangaande de dubbele financiering (zie bijlage 6)
10.eventuele partnerovereenkomsten
N.B.:
Alle onvolledige dossiers worden onontvankelijk verklaard.
Alle dossiers die de basiscriteria niet respecteren, te weten: thema,
doelpubliek, plaats en periode van activiteit, …. worden ook
onontvankelijk verklaard.
VI. SELECTIEPROCEDURE
FORMELE ONTVANKELIJKKHEID VAN DE DOSSIERS
Na onderzoek van de ontvangen dossiers aangaande de ontvankelijkheid, zal aan
elke indiener een bericht worden verzonden.
INHOUDELIJK ONDERZOEK
Alle ontvankelijk verklaarde dossiers worden door een selectiecomité onderzocht.
Elk dossier wordt tevens voorgelegd aan de administratieve en financiële
autoriteiten en aan de Minister van Ontwikkelingssamenwerking.
De organisatoren van de geselecteerde projecten worden zo snel mogelijk
verwittigd.
Van zodra de laatste goedkeuring van de financiële dienst is bekomen, zal aan de
organisatie het ondertekend Koninklijk Besluit worden toegestuurd.
VII. BETALING SUBSIDIES
De betaling van de subsidie gebeurt in twee schijven:
- Na verzending van het ondertekend Koninklijk Besluit, kan een eerste schijf
(70% van het totale toegestane subsidiebedrag) in betaling gesteld worden, dit na
ontvangst van een schuldvordering vanwege de belanghebbende.
11
- Na afloop van het project wordt het saldo (maximum 30%) in betaling gesteld
na ontvangst van een tweede schuldvordering en op basis van de reële en
controleerbare uitgaven, op voorwaarde dat alle in het Koninklijk Besluit
vermelde vereiste documenten in het bezit zijn van de Administratie.
Voor het volledige gesubsidieerde project moet het volgende worden toegestuurd:
een genummerde lijst van de boekhoudkundige bewijsstukken, copies van alle
facturen en bankuittreksels, een financieel verslag, een activiteitenverslag, een
exemplaar van alle promotiemateriaal en de schuldvordering aangaande het saldo
van de toegestane subsidie.
De uitbetalingstermijn bedraagt 4 à 6 weken na ontvangst en goedkeuring van de
schuldvorderingen en de bewijsstukken.
WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEDEN
De subsidieontvanger is juridisch en financieel aansprakelijk voor de goede
uitvoering van de activiteit, overeenkomstig het aanvraagdossier en het Koninklijk
Besluit tot toekenning van de subsidie.
De wetgeving inzake overheidssubsidies is van toepassing.
In geval van onrechtmatige aanwending kan de subsidie of een deel van de
subsidie worden teruggeëist.
12
VIII. CONTACTPERSONEN BIJ DGD
Bijkomende informatie over de procedure en de toekenningscriteria van subsidies kan
enkel per mail worden verkregen bij:
NL
Michèle Van der Plaetsen – [email protected]
FR
Véronique Spronck - [email protected]
Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking
Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking
Directie Civiele Maatschappij, Dienst Ontwikkelingseducatie
Karmelietenstraat 15, 1000 Brussel
www.dg-d.be
ZIE OOK BIJLAGEN BIJ DIT DOCUMENT
- zichtbaarheid DGD; definitie OE, budget template, subsidieerbaarheid, valorisatie, verklaring,
thema ‘migratie’.
13
Download