bio samenvatting 2

advertisement
Thema 2,
Voortplanting en ontwikkeling…
Paragraaf 1
Secundaire geslachtkenmerken
testosteron
Teelballen (testes)
in balzak (scrotum)
Spermatogenese (Zaadcellen)
opslag
Bijballen (zuur)
vervoer
zaadleiders
BINAS 86A en 86D
Prostaat (basisch) vocht toevoegen
Afsluiten blaas
In penis, als stijf door zwellichaam
Urinebuis
urine
In vagina 
prikkels eikel
Ejaculatie (sperma!)
Paragraaf 2
progesteron
Vanaf geboorte aanwezig
Slijm productie
oestrogeen
Sec.
geslachtkenmerken
Eierstokken (ovaria)
Kleine en grote schaamlip
In
Clitoris (prikkels)
pubertijd
Menstruatie
rijping eicellen
Seks
geboorte
Vagina
Eileiders (vervoer)
BINAS 86B
en 86D
Als bevruchting  ontwikkeling embryo
Baarmoeder (uterus)
Paragraaf 3
Primaire geslachtskenmerken jongens: balzak, penis
‘’
‘’
meisjes: schaamlippen, vagina
secundaire geslachtskenmerken jongens: zwaardere stem, zwaardere spieren, baardgroei en haargroei rond de
geslachtsorganen, in de oksels en vaak ook op de borst. door testosteron
secundaire geslachtskenmerken meisjes: borstontwikkeling, haargroei rond de geslachtsorganen en in de oksels, een
wijder bekken en een dikkere onderhuidse vetlaag. Door oestrogenen
Maken en afgeven hormonen aan bloed
Hormoonklieren
Hypofyse
FSH en LH
Mannen: zaadcellen o.i.v. FSH en testosteron vormen
LH (in cellen Leydig)  testosteron vormen
Testosteron zorgt uiteindelijk voor sec. geslkenmerken
Geslachtshormonen (werking
voortplantingsorganen)
Vrouwen (bij menstruatie):
follikelrijping  na 14 dagen ovulatie
 na 14 dagen menstruatie.
Zie volgende pagina
Menstruatie
hypofyse
periode tot ovulatie 
BINAS 86 B1 en 86C
FSH
LH
+
Bij en na ovulatie…Rijping follikels
FSH
LH
Wanden follikel
Door remming progesteron sterft gele
lichaam en dus ook progesteron
waardoor menstruatie optreed
oestrogenen
Vochtopname follikel
-
-
Dikker, geklierder baarmoederslijmvlies
nog
Openbarsting (ovulatie)
rijpe eicel komt vrij
Progesteron
Na 12 uur geen bevruchting  dood
menstruatie
Ontstaan gele lichaam
in eierstok uit follikel weefsel
Progesteron productie stopt
oestrogenen
Door remming LH en
FSH door aangemaakte
progesteron sterft dit af
Bij geslachtsgemeenschap
Geslachtsgemeenschap (3 dagen voor tot halve dag na ovulatie)
Na 3 maanden neemt
placenta functie van
gele lichaam
In eileider
Kernen eicel en zaadcel smelten samen (ontstaat zygote)
Ontstaat klompje cellen
Innesteling na 5 tot 7 dagen
Door embryo en placenta (tot 3
maanden) wordt HCG gevormd
Instandhouden
Remmen LH en FSH
Hierdoor geen nieuwe ovulatie
progesteron
na remming LH
Gele lichaam
Baarmoederwand dik en klierrijk
BINAS 86D en 86E
Paragraaf 4
Verschil mannen vrouwen
voortplanting
seksualiteit
lust
Onderhouden relaties
erfelijk
Hetero
homo
Bi
cultureel
Cultuur verandert!
Seksueel geweld
dwang
Hulp bij vertrouwensartsen
Aanranding
Ongewenste intimiteiten
Incest, pedofilie
verkrachting
Paragraaf 5
Seksueel overdraagbare aandoeningen = SOA’s
Gonorroe (druiper) - slijm,etter uit gesldeel
- urineren kan pijn doen
veroorzaakt door bacterie
Chlamydia - waterige afscheiding uit gesldeel
- bloedverlies hieruit
Alle geslachtsziekten kunnen (indien tijdig)
behandeld en genezen worden.
BEHALVE AIDS…
veroorzaakt door bacterie
Syfilis - een zweertje aan de geslachtsorganen,
mond, tong of anus
- verlamming
- geestelijke achteruitgang
veroorzaakt door bacterie
Aids – aantasting afweervermogen
Besmettingswijze: door het HIV, via het binnenkrijgen
van bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht of
moedermelk van een besmette persoon (vooral door
geslachtsgemeenschap of doordat meerdere
druggebruikers dezelfde spuiten of naalden
gebruiken).
Paragraaf 6
Geboorteregeling: een vrouw bepaalt
(meestal samen met een man) of zij een
kind wil of niet.
Anticonceptie: de bevruchting wordt
tegengegaan.
Periodieke onthouding met temperatuurmeting
Erg onbetrouwbaar
Coïtus interruptus
Erg onbetrouwbaar
De ‘pil’ de slijmprop in de baarmoederhals
ondoordringbaar
Zeer betrouwbaar want geen ovulatie  De
pil bevat hormonen
Sterilisatie
Na sterilisatie gaan alle
seksuele functies
normaal door
soms niet meer
ongedaan te maken
Zeer betrouwbaar
Condoom / vrouwencondoom
bescherming tegen het overbrengen van
ziekteverwekkers (o.a. het HIV
Betrouwbaar
Spiraaltje of ankertje
voorkomt gedurende een
jaar of vijf zwangerschap
Spiraaltjes die langzaam
hormonen afgeven zijn zeer
betrouwbaar
Pessarium
Alleen betrouwbaar als het is ingesmeerd
met een zaaddodend middel
Paragraaf 7
zygote
De trofoblast vormt het chorion (het
buitenste vruchtvlies). Via uitstulpingen
(vlokken) van het chorion in de holten van
het baarmoederslijmvlies neemt het
embryo zuurstof en voedingsstoffen op
Klievingdelingen
Klompje cellen
In de placenta blijft het bloed van de moeder
gescheiden van het bloed van het embryo.
Om de vlokken heen bevinden zich
bloedruimten in het baarmoederslijmvlies.
Door deze bloedruimten stroomt bloed van
de moeder. In de vlokken van het chorion
bevinden zich bloedvaten van het embryo
Uit de embryoblast ontstaan het embryo,
de hechtsteel en het amnion (het
binnenste vruchtvlies)
In het klompje cellen bevindt zich de
embryoblastDe trofoblast (de
buitenste cellaag) beschermt de
De hechtsteel ontwikkelt zich tot navelstreng
embryoblast en zorgt voor de
innesteling
Na 5 tot 7 dagen innesteling
Rond het klompje cellen
ontstaan in het
baarmoederslijmvlies
holten, waar het bloed van
de moeder doorheen
stroomt
In de placenta
vindt uitwisseling
van stoffen plaats
door diffusie en
actief transport
Het amnion geeft aan de binnenkant
vruchtwater af. Het amnion komt
tegen het chorion aan te liggen
De eerste twee maanden van de
zwangerschap worden in het embryo alle
organen in aanleg gevormd.
Vanaf de derde maand wordt het embryo
foetus genoemd
BINAS 86E
Verstoorde embryonale ontwikkelingen
Miskraam of (spontane) abortus: het embryo
of de foetus wordt samen met een deel van
het baarmoederslijmvlies afgestoten.
2 zaadcellen + 2 eicellen
1 zaadcel + 1 eicel
onvoldoende progesteronproductie of
een erfelijke afwijking waardoor het
embryo niet levensvatbaar is
Uit zygote
Klompje cellen
2 klompjes cellen
Na splitsing
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap:
innesteling vindt plaats in een eileider, in de
buikholte of in een eierstok
2 klompjes cellen
Twee-eiige tweeling
Eeneiige tweeling
Bepaalde ziekteverwekkers of
medicijnen kunnen afwijkingen bij
het embryo veroorzaken
meestal een vernauwing van een eileider,
bijv. door een ontsteking
vaak ernstige inwendige bloedingen. Het
ingenestelde embryo wordt daarom
operatief verwijderd
Het rodehondvirus kan bij het embryo
blindheid of doofheid veroorzaken
Het medicijn DES heeft bij embryo’s
een verstoorde ontwikkeling
van de geslachtsorganen veroorzaakt.
Paragraaf 8
Bij mannen neemt zowel de hoeveelheid
als de kwaliteit van het sperma af.
Mogelijke oorzaken: strakke broeken, een
zittende levenswijze
Bij vrouwen neemt de vruchtbaarheid af,
doordat ze op steeds latere leeftijd hun
eerste kind willen
Bepaalde stoffen in het milieu verminderen de
vruchtbaarheid, doordat ze hormoonverstorend werken
De voeding en de gezondheidstoestand kunnen van
invloed zijn op de vruchtbaarheid
Kunstmatige inseminatie (KI)  als de man onvruchtbaar is
Bij een vrouw wordt dit sperma ingebracht
Dit sperma is verkregen via een spermabank
In-vitrofertilisatie (IVF)  als de vrouw onvruchtbaar
Van de vrouw worden operatief rijpe eicellen weggehaald
In een voedingsmedium vinden bevruchting en de eerste
ontwikkeling plaats
De grootste kans op een succesvolle zwangerschap wordt
bereikt door twee klompjes cellen in de baarmoeder in te
brengen (implanteren).
Preïmplantatiediagnostiek (PID):
vóór de implantatie wordt aan de
hand van één weggenomen cel
bekeken, of het embryo bepaalde
ernstige, onbehandelbare erfelijke
aandoeningen bezit
Paragraaf 9
BINAS 86E
Na +/- 39 weken  geboorte
Indaling door weeën
Oxytocine uit hypofyse
(pers)weeën
worden
heftiger
Weeën
Ontsluiting
Ontsluiting slijmprop
uitgestoten + opening
groter
Uitdrijving
Nageboorte
Vliezen breken (deel)
vruchwater vloeit weg
Kind wordt geboren
= zuigeling en
afhankelijk van
borst of fles
voeding
Resten placenta en
navelstreng worden
uitgedreven
Als opening groot genoeg kan
hoofdje foetus er doorheen
Verandering in het bloedvatenstelsel bij geboorte: in longen moet
eert zo weinig mogelijk bloed komen dit d.m.v. het ovale venster
en de ductus arteriosis. Later wordt in het hart de
harttussenwand gevormd en verdwijnt de poortader
BINAS 86B, C, D
Paragraaf 10
Levenscyclus van de mens:
- BABY (o tot 1,5) : zitten staan lopen reageren op anderen
-PEUTER (1,5 tot 4) : traplopen, schoppen, met lepel eten en praten
- KLEUTER (4 tot 6) : fietsen, klimmen, tekenen, spelen
- SCHOOLKIND (6 tot 12) : lezen, schrijven en rekenen
- PUBER (12 tot 16) : voortplantingsorganen werken en secundaire
geslachtskenmerken
- ADOLESCENT (16 tot 21) : leert geheel zelfstandig te worden
- VOLWASSENE (21 tot 65) : krijgen kinderen
- BEJAARDE : krijgen lichamelijke en geestelijke klachten  hulpbehoevend
Download