Paragraaf Financiering

advertisement
Paragraaf Financiering
Inleiding
De Wet financiering decentrale overheden (FIDO) stelt regels ten aanzien van doelstellingen en
uitvoering van het treasury beleid.
Rentevisie
In de nota rentebeleid 2013 is aangegeven dat wij jaarlijks in de kadernota een rentevisie opnemen.
Deze rentevisie herhalen wij in de begroting 2016. Vanaf begrotingsjaar 2015 werken wij niet meer met
een omslagrente, maar met een vaste rekenrente. In de begroting 2015 is de vaste rekenrente
vastgesteld op 3,5%. In de jaarlijkse bepaling van de vaste rekenrente nemen wij de volgende factoren
mee:
 rentepercentages lopende geldleningen
 verwachte renteontwikkeling van voor langlopende geldleningen
Wanneer wij naar het verleden kijken dan betalen wij voor de twee aangegane geldleningen een
rentepercentage van respectievelijk 5,3% en 4,4%.
Wanneer wij naar de toekomst kijken; de verwachting is dat de huidige lage rentestand nog een tijdje
aanhoud. Wanneer wij als gemeente op dit moment een lening bij de BNG aantrekken met een looptijd
van 25 jaar dan betalen wij een rentepercentage van 1,04 (dag stand d.d. 14 april 2015). Deze
rentestand is extreem laag. De extreem lage rentestand wordt o.a. veroorzaakt door de recente
ingrepen van de ECB in de geldmarkt.
De gehanteerde rekenrente heeft geen effect op de exploitatie. In de exploitatie zijn alleen de werkelijke
renteontvangsten en de rentelasten opgenomen. Wij berekenen de vaste rekenrente over de activa van
de producten en belasten deze door naar de producten gezamenlijk met de kapitaallasten. De
producten worden belast met de kapitaallasten met daarin de afschrijvingscomponent en de
rentecomponent.
Op
het
product
algemene
dekkingsmiddelen
komt
de
vaste
rekenrente
(rentecomponent) als inkomst te staan wat uiteindelijk leidt tot een netto vaste rekenrente in de
begroting van nihil.
Om fluctuatie in onze vaste rekenrente te voorkomen in combinatie met de recente daling van de
rentestanden door het stimuleringsprogramma van de ECB adviseren wij om vooralsnog vast te blijven
houden aan een vaste rekenrente van 3,5% en dit als uitgangspunt te hanteren voor de begroting 2016.
In de kadernota 2017 zullen wij de hoogte van de gehanteerde rekenrente opnieuw bezien.
Kasgeldlimiet en renterisiconorm
De uitvoering van de financieringsfunctie kan enkel de publieke taak dienen en het beheer van de
middelen moet een voorzichtig karakter hebben. Dit zijn uitgangspunten die zijn opgenomen in de Wet
financiering decentrale overheden (FIDO). Het gemeentelijk beleid wordt dan ook gekenmerkt door een
risicomijdende houding. De twee elementen binnen het risicobeheer zijn de kasgeldlimiet en de
renterisiconorm.
Gemeente Putten
Gemeente Putten
Pagina 59 van 113
Programmabegroting 2016 - 2019
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is in de wet FIDO opgenomen om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te
beperken. Door deze limiet is bepaald dat de gemeente haar financieringsbehoefte voor een beperkt
bedrag met kort geld (looptijd < 1 jaar) mag financieren. De norm is in de wet gesteld op 8,5% van het
begrotingstotaal aan lasten (excl. de stortingen in de reserves). Voor het begrotingsjaar 2016 bedraagt
de kasgeldlimiet afgerond € 4,2 miljoen (8,5% van het begrotingstotaal 2016 ad 49 miljoen). Als de
kasgeldlimiet structureel wordt overschreden is de gemeente verplicht om de vlottende financiering
(korter dan 1 jaar) om te zetten in vaste financiering. In het kader van de Wet Fido ziet de provincie hier
ook periodiek op toe.
Renterisiconorm
Inzicht in de vaste schuld op lange termijn wordt verkregen door berekening van de rente risiconorm.
Deze is maximaal 20% van de totale begrotingsomvang. Concreet houdt dit in dat de gemeente ervoor
moet zorgen dat in enig jaar niet meer dan 20% van de begrotingsomvang moet worden
geherfinancierd. De norm is ingesteld om door een spreiding in looptijden van leningen een stabiele
rentelast te bewerkstelligen. De verwachting is dat, gezien onze liquiditeitspositie, niet op korte termijn
overgegaan hoeft te worden tot het aantrekken van een vaste geldlening.
Uit de onderstaande tabel blijkt dat we de komende jaren ruimschoots aan de wettelijke norm voldoen:
Renterisiconorm
2016
Omvang begrotingstotaal
Renterisiconorm (20% van omvang begrotingstotaal)
2018
2019
49.107
46.520
45.747
45.170
9.821
9.304
9.149
9.034
Aflossingen en renteherziening (netto)
Ruimte onder de risiconorm
2017
120
120
120
5.120
9.701
9.184
9.029
3.914
Bedragen * € 1.000
*In 2017 vindt een aflossing en eventuele herfinanciering plaats van één lening van € 5 miljoen.
Financieringspositie
De financieringspositie (verschil tussen de vaste activa en de vaste passiva op de balans) kenmerkt
zich door een ruim financieringsoverschot en liquiditeitsoverschot.
De balans van gemeente Putten ultimo 2014 ziet er als volgt uit:
Balans ultimo 2014
Vaste activa
€ 42,3
Vaste passiva
€ 66,9
Vlottende activa
€ 28,4
Vlottende passiva
€ 3,7
Totaal activa
€ 70,7
Totaal passiva
€ 70,7
Bedragen * € 1.000.000
Ultimo 2014 bedragen de vaste activa bijna € 42,3 miljoen en de vaste passiva € 66,9 miljoen. Het
financieringsoverschot ultimo 2014 is € 24,6. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de vaste passiva
voor € 60,3 miljoen bestaat uit eigen vermogen en voorzieningen en voor € 6,6 miljoen uit langlopende
geldleningen. Hieruit is af te leiden dat de financiële positie van gemeente Putten erg solide is.
Gemeente Putten
Gemeente Putten
Pagina 60 van 113
Programmabegroting 2016 - 2019
Uit het financieringsoverschot is het liquiditeitsoverschot af te leiden. Om het liquiditeitsoverschot te
berekenen dient naast het financieringsoverschot rekening te worden gehouden met de vlottende activa
en vlottende passiva posities. Gemeente Putten heeft ultimo 2014 € 27,3 miljoen aan liquide middelen
(onderdeel van de vlottende activa).
Vanaf 2014 werken wij met een meerjarige liquiditeitsprognose die elk kwartaal wordt geactualiseerd. In
deze liquiditeitenplanning is een meerjarige prognose gemaakt van de ontwikkeling van onze
liquiditeiten. De liquiditeitenplanning bestaat uit een kasstroom uit reguliere activiteiten (exploitatie),
kasstroom uit investeringsactiviteiten (kredieten) en een kasstroom uit financieringsactiviteiten (uitzetten
en aantrekken van gelden).
In onderstaand overzicht is het verwachte meerjarige verloop van de kasstromen opgenomen op basis
van de meerjarige liquiditeitenplanning naar de stand van juli 2015.
Overzicht kasstromen
2015
Saldo kasstroom uit reguliere activiteiten
2016
2017
2018
839
2.803
2.865
2.859
Saldo kasstroom uit investeringsactiviteiten
-7.449
-7.722
-7.186
-3.776
Saldo kasstroom uit financieringsactiviteiten
4.672
85
-4.734
617
-1.939
-4.834
-9.054
-300
Netto kasstroom
Bedragen * € 1.000
De huidige stand liquiditeitenstand (ultimo juli 2015) is € 27,2 miljoen. Op basis van het bovenstaande
overzicht loopt onze liquiditeitspositie terug met € 16,1 miljoen tot € 11,1 miljoen.
De toekomstige ontwikkeling van de liquiditeitspositie is overigens moeilijk te voorspellen en zeer
afhankelijk van de realisering van voorgenomen investeringen. Aangezien we op dit moment een forse
investeringsopgave hebben voor de komende jaren, loopt de liquiditeitspositie terug. Het is van belang
om in de komende jaren meer te sturen op onze liquiditeitspositie.
Aangetrokken gelden (langlopende en kortlopende schulden)
Ultimo 2014 zijn er twee in het verleden aangetrokken geldleningen met een restantschuld van € 6,6
miljoen. Gezien het liquiditeitsoverschot verwachten we in de komende jaren geen nieuw langlopende
lening aan te trekken. De langlopende lening bij de BNG ad € 5 miljoen wordt in 2017 in één keer
afgelost. De andere lening wordt jaarlijks afgelost.
Uitgezette gelden (liquide middelen en financiële vaste activa)
De overtollige gelden bestaan voor een deel uit bij de schatkist weggezette gelden ad € 20,9 miljoen
(stand ultimo juli 2015) en voor een bedrag van € 8,7 miljoen (stand ultimo juli 2015) uit een
beleggingsportefeuille met hoofdsomgarantie op de onderliggende obligaties. De beleggingsportefeuille
is gebaseerd op de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) en de Regeling uitzettingen en
derivaten decentrale overheden (Ruddo). Het rendement op de bij de schatkist weggezette gelden is
laag. Het uitgezette bedrag van € 8,7 miljoen loopt in de komende 4 jaar af ten gunste van de schatkist.
Het effect van de daling van de renteopbrengst is verwerkt in de meerjarenbegroting. De mogelijkheden
om de gelden voor een hoger rendement weg te zetten zijn beperkt.
Gemeente Putten
Gemeente Putten
Pagina 61 van 113
Programmabegroting 2016 - 2019
We blijven echter in het komende jaar zoeken naar een hoger rendement voor onze uitgezette gelden
binnen de huidige wet- en regelgeving.
Rekenrente
Voor een juiste kostprijsbepaling wordt gewerkt met een rekenrente van 3,5%. Het betreft hier een
administratieve rekenrente die geen budgettaire invloed heeft. Door afschaffing van de bespaarde rente
hebben we de systematiek van omslagrente verlaten en zijn vanaf 2015 de methode van de vaste
rekenrente gaan hanteren.
Rente over eigen financieringsmiddelen
In de begroting in voorgaande jaren (t/m begroting 2014) werd jaarlijks bespaarde rente toegevoegd
aan de reserves. Met ingang van begrotingsjaar 2015 zijn we gestopt met het toevoegen van de
bespaarde rente aan de reserves wat een groot financieel voordeel oplevert (zie nieuw beleid en
dekkingsplan).
Een belangrijk beleidsuitgangspunt is dan wel dat we in de komende jaren een solide financieel beleid
blijven voeren. Dat wil zeggen dat niet alle liquide middelen en reserves opgemaakt kunnen worden.
Wanneer de liquide middelen zijn besteed en leningen aangetrokken moeten worden voor de
financiering van nieuwe investeringen zal dit leiden tot structurele hogere rentelasten. Daarom worden
jaarlijks in de begroting en rekening de volgende stelregels beoordeeld:
Omschrijving
Status
De vaste passiva (eigen vermogen en voorzieningen) moet
Ultimo 2014 is de vaste passiva142% van de vaste
minimaal 115% zijn van de vaste activa. Dit betekent dat er altijd
activa (60,3 miljoen / 42,3 miljoen). We voldoen
een minimum aan liquide middelen aanwezig moet zijn.
hiermee aan de stelregel.
Jaarlijks dient de stand van de reserves en voorzieningen te
De huidige stand van reserves en voorzieningen is
worden beoordeeld. De toevoeging van een eventueel
voldoende.
rekeningresultaat aan de reserves dient overwogen te worden op
basis van de eindwaardebepaling van de reserves.
EMU-saldo
Voor het EMU saldo verwijzen wij naar bijlage D van de begroting.
Gemeente Putten
Gemeente Putten
Pagina 62 van 113
Programmabegroting 2016 - 2019
Download