“Letters” in de kleuterklas

advertisement
“Letters” in de kleuterklas
Deze tekst is reeds verschenen als artikel in de Katholieke Schoolgids: 59ste jaargang nr 3
p. 132
De pedagogische begeleiding wil via een artikelenreeks ingaan op vragen van kleuterleid-st-ers
over goed en verantwoord kleuteronderwijs. Vaak komen deze vragen vanuit een gevoel van
twijfel. De ene zegt zus en de andere zegt zo, de collega’s uit de lagere school willen dat…
Neem nu ‘letters’ bijvoorbeeld. Een aangelegenheid voor het eerste leerjaar?
‘De mama van Jens vraagt aan de kleuterjuf op de infoavond van de derde kleuterklas:”Leren ze
nu ook hun naam schrijven?”…’
‘Een juf van het eerste leerjaar vraagt haar collega van de derde kleuterklas met scriptletters te
beginnen.’…
Herkenbaar?
Tijd om even stil te staan bij deze vraag: “Hoe geven we kleuters rijke ervaringskansen rond
ontluikende geletterdheid?”, of om een antwoord te krijgen op de vraag: “Wat mag er wel, wat
mag er niet?”
Vanuit overleg in de werkgroep van de pedagogische begeleiding en de opleiding leraar
kleuteronderwijs van de Artevelde hogeschool en Kaho-Sint-Lieven kwam dit artikel tot stand.
Je kan dan wel voor of tegen zijn maar kleuters groeien op in een wereld vol letters. Er zullen
dus altijd wel kleuters geboeid zijn door letters. Letters tekenen, schrijven, spelen met letters…
Ze zien in hun natuurlijke omgeving hoe mensen op verschillende manieren met letters bezig
zijn: mama leest voor uit een boek vol letters, opa schrijft letters in een brief of op een blad en
papa kan die lezen, de zussen van Joke spelen een spel met letters, op de doos
lievelingskoekjes van Pieter staan letters,… Op zijn eigen manier zal de kleuter in tal van
activiteiten door experimenteren en nabootsen trachten greep te krijgen op deze complexe
materie. Complex omdat er in de ontwikkeling van het kind heel wat vaardigheden een rol
spelen: auditieve, visuele en motorische. Deze vaardigheden ontwikkelen al een geruime tijd
voor het kind besef heeft van letters. Het blijkt dus niet enkel een zaak voor de oudste kleuters.
Wij kunnen door tal van activiteiten de ontluikende geletterdheid bij alle kleuters kansen geven.
In dit artikel proberen we vanuit de ontwikkeling van een kind te duiden hoe we op een zinvolle
manier met al die letters kunnen omgaan in de kleuterklas.
Wegwijzer 2.2 (blz.31) van het ontwikkelingsplan - De eigen ontwikkelingswijze van kleuters
ondersteunen - maakt ons attent op de eigen ontwikkelingswijze van kleuters. Willen wij deze
ten volle ondersteunen dan
geven we de kleuters veelvuldig kansen om te handelen, te experimenteren, te beleven. We
creëren situaties waarin kinderen ervaringen opdoen. We weten dat elk kind ontwikkelt op zijn
eigen tempo. Sommige kinderen hebben meer tijd nodig dan andere. Als ze iets niet kunnen dan
betekent dat vaak dat ze het nu, op dit moment nog niet kunnen. Misschien kunnen ze het over
enkele weken, maanden wel. Soms komt het plots en moeten wij als leerkracht het kind
stimuleren en begeleiden met gerichte activiteiten.
Kijken naar, luisteren naar en inspelen op kleuters.
We spitsen onze oren en ogen en houden rekening met wat de kleuters interesseert en waar ze
aan toe zijn:
In de klas van juf Nele bij de 5-jarigen:
Joris zet bovenaan z’n blad een uitgerekte krabbel. “Kijk eens juf ik schrijf mijn naam.”
Karel tekent met grote ijver letter voor letter zijn naam in blokletters. “Dat heeft oma mij geleerd”,
zegt hij trots.
Eline speelt in de winkel. Op de verpakkingen staan allerlei opschriften. Fier komt ze de juf
tonen op welke verpakkingen ze de eerste letter van haar naam herkent.
Bij het vertellen van een verhaal merkt Leen op dat ze bij Lien (een personage uit het verhaal)
dezelfde letter hoort als in haar naam.
Jan zet een hoop krabbels op een blad. Hij kan zijn bewegingen nog niet voldoende beheersen
en tekent op de tafel. “Oei”, zegt hij, “dat mag niet hé juf?”. Toch gaat hij trots met z’n
boodschappenlijstje de winkel in.
Als we deze vaststellingen doen in onze klas kunnen wij als leerkracht dezelfde
vaardigheden van deze kinderen verwachten?
Deze kinderen tonen ons dat ze elk op hun manier met letters bezig zijn. Deze informatie
kunnen we gebruiken om een aantal acties te ondernemen.
Aan motivatie ontbreekt het deze kinderen niet. In ontwikkeling merken we toch wat verschillen.
Sommige hebben al begrepen dat ze een boodschap kunnen doorgeven door iets te schrijven.
Anderen willen er gewoon een betekenis aan geven door hun ‘naam’ te ‘schrijven’. De krabbels
die de kleuters letters noemen zijn het resultaat van o.a. een motorische groei. We willen
kinderen stimuleren in hun ontwikkeling evenwel zonder te forceren. Ontwikkelen vraagt tijd. We
moeten oog hebben voor een evenwichtig functioneren van oren, ogen en de beide
lichaamshelften.
Motorische vaardigheden stimuleren.
Veel bewegen = veel kansen
Kinderen ontwikkelen snel en tijdens de kleuterleeftijd leren ze veel terwijl ze bewegen. Een
goede motorische ontwikkeling is belangrijk. Door te bewegen leren de kinderen zichzelf, hun
lichaam en de omgeving kennen.
Bij Jan en Joris uit ons voorbeeld moeten motorische vaardigheden nog volop ontwikkelen:
1. Grofmotorische bewegingen gericht op beheersing en coördinatie van spieren,
bewegingen in gewrichten, zoals schouder, elleboog en pols.
2. De fijne motoriek met bewegingen waarbij pols, hand en vingers worden gebruikt.
Het is een natuurlijk proces dat veelvuldig kansen moet krijgen om te komen tot een goede
pengreep en het vormen van letters. Het product, de letter, toont aan dat het proces
vergevorderd is. Door gerichte oefeningen kan men dit product verfijnen, zelfs nog op
volwassenenniveau waar mensen kalligrafie gaan beoefenen.
Enkele voorbeelden:
• veel aandacht voor evenwichtsoefeningen
• aandacht voor beweging in allerlei activiteiten: spelen met versjes en liedjes,
bewegen op ritmes, uitbeelden in rollenspel,…
• armbewegingen in de lucht, met doekjes, linten,…
• op een bord schrijven, met krijt, met vochtige spons,…
• patronen volgen met de handen, vingers, auto’s,…
• wat op een bord geschreven staat uitvegen met een doek of spons,…
Belangrijk in dit proces is ook het aanbieden van aangepaste materialen. Jonge kleuters of
kleuters die wat meer tijd nodig hebben, hanteren tekenmateriaal in de palmgreep en maken
bewegingen van boven naar beneden. Veel experimenteren met dikke potloden,kwasten, en
andere aangepaste materialen zal de ontwikkeling van de schrijfhouding ten goede komen. Te
vlug overgaan tot het hanteren van fijne materialen kan later tot verkramping van de
schrijfmotoriek leiden. Het is aan de leerkracht om toe te zien of de ontwikkeling van die
schrijfhouding voldoende vlot verloopt . Tegen eind derde kleuterklas kan een juiste pengreep
ontwikkeld zijn. Leerkrachten van het eerste leerjaar dienen eveneens rekening te houden met
het proces dat een kind al doorlopen heeft. Niet alle kleuters zullen dezelfde beginsituatie
hebben en dus niet alle kleuters zullen een goede pengreep beheersen.
Het is een vaststelling dat kinderen in het eerste leerjaar de schrijfpatronen onvoldoende kunnen
nabootsen. Vanuit die bezorgdheid én door de druk van de leerkrachten van het 1ste leerjaar
pakken kleuterleid-st-ers het oefenen van patronen dikwijls te schools aan. Te vroeg overgaan
naar fijnmotorische oefeningen kan een oorzaak zijn voor problemen. Bijv.: kleuters tussen twee
lijntjes schrijfpatronen laten tekenen met te fijn materiaal, gaat te ver. We krijgen kleuters die
volledig verkrampen in plaats van open te bloeien.
De activiteiten die we voorzien moeten nauw aansluiten bij de interesse én bij het
ontwikkelingsniveau van de kleuters.
Belangrijk is dat kleuters weten dat schrijfpatronen bestaan. Om te komen tot het tekenen van
die patronen moet de fijne motoriek kansen krijgen.
Enkele voorbeelden:
• De doos van open en toe: een doos met voorwerpen die op verschillende
manieren open en dicht kunnen geeft kans tot goede vingerspieroefeningen.
• Kleine voorwerpen als knikkers, maïs, steentjes,… in vakjes leggen, met de
vingers, pincetten, meloenlepeltje, suikertang…
• Rijgen van parels, steekmozaïek, …
• Kneden en manipuleren van boetseerklei, speeldeeg, plasticine,...
• Zand strooien op de lijnen van een tekening…
• Met vingers, auto’s schrijfpatronen volgen op de grond, in de zandtafel,…
• Met worsten van boetseermateriaal, touwen, ijzerdraad,…zelf patronen vormen
• Werkbladen aanbieden als keuzeaanbod én slechts als laatste fase voor de
kleuters die daaraan toe zijn.
Lateralisatie
Motorische vaardigheid is een voorwaarde voor de schrijfhouding. Geef regelmatig
bewegingsopdrachten waarbij kinderen kunnen ervaren dat ze beide lichaamshelften gelijktijdig,
maar ook niet gelijktijdig, symmetrisch en asymmetrisch kunnen bewegen. Zo ontdekken ze
stilaan een actiekant en een stabilisatiekant. Ze ontwikkelen een voorkeurhand voor het
schrijven.
Rond de leeftijd van 4-5 jaar merken we een voorkeur voor links of rechts. Het is goed te weten
dat het tot het 6de-8ste levensjaar kan duren voor de dominantie is bereikt. Dit is een
neurofysiologisch proces en geen kwestie van weten wat links en rechts is.
Laat motorische oefeningen zoveel mogelijk tweehandig uitvoeren. Later met de voorkeurshand.
Steeds meer zal de voorkeurshand domineren en bij een normale ontwikkeling wordt dit ook de
schrijfhand.
Een vaststelling hier is dat er veel meer linkshandigen zijn dan vroeger. Op zich is dat niet
verkeerd. Het is echter een feit dat onze maatschappij rechtsgericht is en het dus veel
praktischer is rechtshandig te zijn. Zolang de dominantie niet duidelijk is, stimuleren we de
rechtsdominantie o.a.
• geef kinderen zelf zo vaak mogelijk voorwerpen aan in hun rechterhand.
• Stel materiaal op tafel zo op dat alle kleuters verf, of lijm kunnen nemen met
de rechterhand.
Kinderen die voortdurend overnemen in hun linkerhand zijn misschien links dominant (10 % van
de linksgerichte zijn dominant linkshandig). Deze kinderen mag je niet tot rechtshandigheid
dwingen. Twijfelaars kan je misschien door wat specifieke aandacht rechts oriënteren. Als je
twijfels of vragen hebt, vraag hulp aan het CLB.
Lateralisatie blijft een zeer complex gegeven en dit verder uitdiepen zou ons te ver brengen.
Eigenheid van de kleuters respecteren.
Het voorbeeld van Karel brengt ons bij het schrijven van blokletters. Vanuit hun leefwereld en
onder invloed van ouders en grootouders zullen kleuters vaak eerst blokletters kunnen tekenen.
Hoe trots zijn ze niet als ze voor het eerst hun naam kunnen schrijven.
In het leerplan ‘schrift’ lezen we op blz. 45:”Kleuters drukken zich soms uit (tekenen) in
blokschrift of drukschrift.” Blokletters tekenen of blokletters schrijven is voor de kleuter geen
verschil.
Hij kan nu een boodschap doorgeven met letters en niet enkel meer met een tekening. De
volwassenen uit zijn leefwereld kunnen eindelijk lezen wat hij op papier zet. De kleuter heeft een
stap vooruit gezet in zijn ontwikkeling. Deze verovering zal hem aanmoedigen om verder te
gaan. De positieve ingesteldheid zal hoog scoren.
Blokletters schrijven: ja of neen?
Hoe gaan we daar nu mee om in de klas? Blokletters schrijven : ja of neen?
In elk geval zullen we de kleuter bevestigen in zijn nieuwe verovering.
We willen niet dat er in de schrijfhouding van de kleuters fouten slijpen die dan later afgeleerd
moeten worden. Wij leren kleuters niet schrijven, ook geen losse letters.
Om blokletters te maken heffen we onze pen vaak op. Bij vloeiend schrift is het net de
bedoeling deze penopheffingen tot een minimum te herleiden. Penopheffingen belemmeren het
automatiseren van de beweging die nodig is voor vloeiend schrijven. Blokletters zijn strakke
lijnen zonder dynamiek. Bij blokletters bekijk je letter per letter en verlies je het beeld van het
gehele woord. De aangesproken spieren in de hand bij het tekenen van blokletters zijn niet
dezelfde als de spieren die worden aangesproken voor het vloeiend schrijven. Blokletters
schrijven ondersteunt het proces om tot vloeiend schrijven te komen niet.
Laat de kleuters blokletters schrijven als het uit henzelf komt maar beperk zelf het aanbod daar
rond. Zo wordt dit soort schrijven niet geautomatiseerd. Als we daarnaast voldoende aanbod
geven aan bewegingsvaardigheid door schrijfpatronen te oefenen zoals eerder beschreven,
spreken we wel de juiste spieren aan en bevorderen we de vlotheid om tot een verbonden schrift
te komen. Een methode als ‘Schrijfdans’ biedt daartoe prachtige mogelijkheden.
Omgaan met letters is meer dan alleen maar schrijven!
Omgaan met letters in de kleuterklas gaat uiteraard niet enkel om schrijven. We benadrukken
het belang van de motoriek vooral, omdat we zien dat heel wat kansen worden gemist bij het te
snel overgaan naar ‘het schrijven’.
Kleuters moeten letters van alle kanten bekijken, beluisteren,betasten, beleven!
Blokletters kunnen het leren lezen ondersteunen.
We nemen het voorbeeld van Eline en Leen. Eline, herkent op de verschillende verpakkingen in
de winkelhoek letters van haar naam. Op verpakkingen, in prentenboeken, … zien kleuters
verschillende soorten letters. Dikke, kleine, ronde, strakke, … als een kleuter daarin letters uit
z’n naam herkent, vinden wij dat heel erg knap.
Als we zien dat kleuters daarmee bezig zijn, kunnen we letters integreren in tal van projecten. Je
kan letters aanbieden in verschillende materialen en lettertypes.
Letters uit karton, magneetletters, letterstempels, letters uit gezelschapsspelen, wrijfletters,…
Laat de letters eens uit een boek vallen, doe er allerlei spelletjes mee: een letterlotto, een
letterdomino, -memory, zoek dezelfde,... Een boek van bijv. de letter a (aap, appel,
Annelies,…)Laat je fantasie maar los.
Verzamel in een doos allerlei voorwerpen die met dezelfde letter beginnen bijv. de doos van B
met daarin een beer, bal, boek, boom, boot, bus,…en laat kinderen door op te sommen
ontdekken welke beginletter ze horen. Rijmdomino, rijmmemory, rijmlotto, cassette met
opdrachten in de luisterhoek: zoek uit de doos (met verschillende voorwerpen) een voorwerp
met de letter ‘L’,…
Een rijk aanbod van pictogrammen
Door een rijk aanbod van pictogrammen ontwikkelen we de symboolgevoeligheid bij kleuters.
Symboolgevoeligheid is een van de vaardigheden die kinderen nodig hebben om tot lezen te
komen. Denk hierbij aan:
• Kentekens van de kleuters…
• Pictoboeken…
• Pictogrammen die de hoeken aanduiden
• Pictogrammen voor het opruimen…
• Pictogrammen in stappenplannen…
• Pictogrammen bij kalenders…
Kleuters kunnen deze symbolen en pictogrammen ‘lezen’. Daardoor krijgen ze steeds meer vat
op de omgeving. Het is herkenbaar, ze vinden zaken terug, kunnen vergelijken, kunnen de
afspraken begrijpen,…kunnen zelf een boodschap doorgeven.
Samenwerking en overleg met collega’s
Samenwerking en overleg met collega’s is één van de vier basishoudingen in het
ontwikkelingsplan. Het is een voorwaarde voor goed kleuteronderwijs. Bespreek met collega’s
uit de kleuterschool en de rechtstreeks betrokken leerkrachten uit de lagere school: leerkracht
eerste leerjaar, taakleerkracht, gokleerkracht en gymleerkracht hoe je ontluikende geletterdheid
aanpakt op school. Wij werken doelgericht vanuit ontwikkeling en bereiden de kleuters zo voor
op het eerste leerjaar. We maken afspraken om te werken in een doorgaande, verticale lijn naar
het eerste leerjaar. Het ontwikkelingsplan kan hier een leidraad zijn.
Volgende vragen kunnen het gesprek richting geven:
1.Hoe zit het met de beginsituatie?
Hoe vaak horen kleuterleid-st-ers niet dat kinderen, begin eerste leerjaar, een slechte pengreep
hebben? Informatie doorgeven over het ontwikkelingsniveau van de kinderen helpt
misverstanden te voorkomen. Bekijk samen de ontwikkelingslijnen in het ontwikkelingsplan.
Raadpleeg het leerplan ‘schrift’ en wellicht verdwijnen al een aantal vooroordelen.
Kijk vooral naar de beginsituatie van kinderen en geef ze voldoende tijd. Laat kinderen de
dingen doen die ze wel goed kunnen. Oefen ook in het eerste leerjaar nog voldoende
bewegingsvaardigheden. Misschien lukt het nu nog niet, maar straks, over enkele weken wel.
Laat je collega kleuterleid-st-er ook dan horen hoe het evolueert.
2.Hoe en wanneer gebruiken we werkblaadjes?
Dit kan een boeiend gesprek worden als je teruggrijpt naar het begin van het artikel. Eerst volop
beleven en als laatste stap voor de kleuters die eraan toe zijn: doen.
3.Wat met dominant linkshandige kinderen…?
Weet dat linkshandige kinderen voldoende goede instructies moeten krijgen. Het linkshandig
schrijven moet op een specifieke wijze aangeleerd en begeleid worden. De aanpak op elkaar
afstemmen maakt de slaagkansen groter voor het kind. Meer daarover kan je o.a. lezen in het
boek van Marc Litière: “Mijn kind leert schrijven.”
4.Welk schrift wordt aangeleerd in de lagere school en hoe hanteren we dat in de kleuterschool?
Het schrift is een product, een conventie. Over conventies kan je afspraken maken.
Kleuterleid-st-ers leren het schrift niet aan, maar oefenen de basisvaardigheden om tot het
schrijven te komen. Je kunt het schrift eventueel zelf hanteren als je een naam of een
boodschap bij een tekening of werkje schrijft. Spreek af in je team op welke manier je dat doet.
Deze tips helpen je al op weg:
•
•
•
We schrijven letters aan elkaar, ook soms los van elkaar.
We hebben aandacht voor de schrijfrichting en schrijven de naam van de kleuters in de
linkse bovenhoek.
Laat kleuters experimenteren met alle richtingen.
Na veelvuldig proberen en ontdekken kom je in het eerste leerjaar tot de afspraak: vanaf nu
schrijven we van links naar rechts.
5. Welke letters gebruiken wij in de klas?
Vanuit de ontwikkeling van kleuters is het nodig kinderen te confronteren met verschillende
soorten letters. Zo ervaren ze dat er verschillende mogelijkheden zijn om een letter weer te
geven. Ze kunnen ze vergelijken en eventueel na verloop van tijd gelijkenissen en verschillen
ontdekken.
De wereld van de kleuter zit immers vol met verschillende soorten letters. Als we ons zouden
beperken tot één lettertype, beperken we ook de kleuter in zijn ontwikkeling en ontnemen we
hem ontzettend veel kansen.
6. En spiegelbeeld?
Het geleidelijk ontdekken van de lichaamsmiddellijn en van de veldmiddellijn doet een
symmetrisch veld ontstaan. Het kind dat in die fase zit voelt zich gedwongen om alles in
symmetrische ordening te produceren = spiegelbeeld. Door verdere lateralisatie verdwijnt dit
verschijnsel. In geval van twijfel kan je het CLB raadplegen
Tot slot
Geef kleuters voldoende kansen om met allerlei letters in velerlei materialen leuke dingen te
beleven. Geef ze vooral tijd en ruimte om op hun tempo te groeien in hun ontwikkeling. Laat
ze nog geen dingen doen waar ze nog niet aan toe zijn. Bevestig hen in wat ze kunnen.
“Gras groeit niet door er aan te trekken”, zegt een oude volkswijsheid. Ontwikkeling van
kinderen kan je niet forceren. Je kan wel de juiste voorwaarden scheppen om ontwikkeling te
stimuleren.
Oordeel niet altijd over het nu, straks lukt het misschien vlugger dan je denkt.
‘De kindertijd is een tijd die steeds korter lijkt te worden.’
Wil je er nog meer over lezen?
“Leerplan Schrift” 1998 van het VVKBaO
“Ontwikkelingsplan” van het VVKBaO
“Schrijfdans” , Ragnhild Oussoren-Voors
- ook in het nascholingsaanbod van PEDIC-
“Mijn kind leert schrijven”, Marc Litière uitgegeven bij Lannoo
“Schrijven voorbereiden in de kleuterklas” deel I en II, Christine Demedts, KS april en mei 1993
“Letters”, doremi van juli 1997
“Werken met letter in de letterhoek”, Else Kooijman, praxisbulletin, februari 2002
Tekst: Nadine Coppens
Download