Infectierisico’s door contaminatie van geneesmiddelen P.C.W. (Willem) Meulenhoff, E.M.L. (Liesbeth) van Reij, Toine C.G. Egberts Elders in het Tijdschrift beschrijven Klein et al. een ziekte-uitbraak bij 7 patiënten in het havenziekenhuis in Rotterdam.1 De patiënten vertoonden ernstige infectieuze ziekteverschijnselen na een relatief kleine ingreep. Bacteriologisch onderzoek toonde aan dat de infectie veroorzaakt werd door contaminatie van het intraveneuze anestheticum propofol. In verschillende studies is aangetoond dat het intraveneus toedienen van medicatie een risicovol proces is waarin frequent fouten voorkomen die al dan niet tot patiëntschade leiden.2,3 Binnen het project ‘Veilige medische zorg’ (www.vmszorg.nl) is dit dan ook gekozen als een van de tien belangrijkste thema’s om de patiëntveiligheid te verhogen.4 Mogelijke fouten bij intraveneuze medicatie Fouten rond het toedienen van intraveneuze medicatie kunnen voortkomen uit twee processtappen: het klaarmaken van de medicatie en het toedienen ervan.5,6 Dit is schematisch weergegeven in de figuur. De bovenste twee kwadranten geven de intrinsieke eigenschappen van het toegediende geneesmiddel en die van de patiënt weer. De onderste twee kwadranten geven de extrinsieke foutenbronnen en de aard van de fouten aan. Samen zeggen deze wat over het totale risico. De interventies bedoeld om de patiëntveiligheid te verhogen, zijn gerelateerd aan betere zorg voor het product (kwadranten links) of aan betere zorg rondom de patiënt (kwadranten rechts). Met een aantal voorbeelden lichten we deze figuur nader toe. Een uitgebreide beschrijving van de risico’s en de interventiemogelijkheden staan in een recent verschenen richtlijn.4 Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A767 Bij het maken van toedienfouten speelt, naast kennis en vaardigheid van de toediener, de omgeving een belangrijke rol. De complexiteit van de organisatie, de werkdruk, de communicatie en eventuele afleiding zijn factoren die de kans op fouten verhogen.6 Fouten tijdens het klaarmaken hangen samen met de complexiteit hiervan. Hierbij kan gedacht worden aan het aantal handelingen dat uitgevoerd moet worden, de noodzaak tot verdunnen en rekenen en de mate waarin ‘gesloten’ gewerkt kan worden, dat wil zeggen dat de vloeistof niet wordt blootgesteld aan de omgevingslucht. Ook hier zijn de omgeving en de bekwaamheid van de bereider van belang. Hierbij kan gedacht worden aan het gebruik maken van een werkkast met laminaire luchtstroom (‘laminar air flow’(LAF)-kast). Uit onderzoek is gebleken dat de besmettingsgraad van injectiespuiten die door de verpleging op de IC klaargemaakt zijn, varieert van 7-44%.7 In een apotheek worden door gekwalificeerde medewerkers in een beschermde omgeving besmettingspercentages lager dan 0,1% gerealiseerd. De factoren die de ernst van een fout met een geneesmiddel bepalen zijn deels gerelateerd aan de intrinsieke eigenschappen daarvan. Daarmee wordt bedoeld de farmacologische effecten, maar ook de fysisch-chemische eigenschappen zoals pH en toniciteit (in verband met de kans op flebitis) en de weg waarlangs het geneesmiddel moet worden gegeven. Daarnaast is de samenstelling van belang. Wanneer een geneesmiddel een geschikte microbiologisch voedingsbodem is, vormt dat een extra risico. De ernst van een fout wordt behalve door het geneesmiddel bepaald door de kwetsbaarheid en het compensatievermogen van de patiënt die het krijgt toegediend. Hierbij kan men denken aan immuungecompromitteerde patiënten en cardiovasculair belaste patiënten. De casus nader beschouwd Universitair Medisch Centrum Utrecht, Apotheek, divisie Laboratoria en Apotheek: Drs. P.C.W. Meulenhoff, drs. E.M.L. van Reij, prof.dr. T.C.G. Egberts, apothekers. Contactpersoon: drs. P.C.W. Meulenhoff ([email protected]). In de propofolcasus van Klein et al. is met het toedienen niets mis gegaan, noch ging het om een bijzonder kwetsbare patiëntengroep.1 Wel waren er risico’s gerelateerd aan het geneesmiddel en de wijze van klaarmaken. Er werd onvoldoende hygiënisch gewerkt waardoor de propofol besmet raakte. Bovendien werd het restant na aanbreken te lang bewaard. Deze fouten pakten ernstig uit doordat het propofolpreparaat een uitstekende voedingsbodem vormt voor micro-organismen. Bij het klaarmaken van intraveneuze medicatie wordt de NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A1723 1 O PI NI E commentaar O PI NI E • microbiologische kwetsbaarheid • chemische samenstelling • kwetsbaarheid patiënt geneesmiddel patiënt klaarmaken toedienen • dosering • toedieningsweg • bekwaamheid toediener • omgeving • complexiteit handelingen • bekwaamheid bereider • omgeving FIGUUR Schematische weergave van de mogelijke fouten rond het toedienen van intraveneuze medicatie. De bovenste twee kwadranten geven de intrinsieke eigenschappen van het toegediende geneesmiddel en die van de patiënt weer. De onderste twee kwadranten geven de extrinsieke foutenbronnen aan die te maken hebben met het klaarmaken van de medicatie en het toedienen ervan. bewaartermijn bepaald door de mate van productbescherming tijdens de bereiding, de complexiteit van de bereidingshandelingen en de chemische, fysische en microbiologische eigenschappen. Zonder bijzondere maatregelen om het product te beschermen tegen microbiologische contaminatie is de houdbaarheid beperkt.8 De bijsluiter van veel geneesmiddelen geeft vaak een korte bewaartermijn aan zonder aanwijsbare reden en die termijn wordt in de praktijk vaak overschreden. Bij een microbiologisch kwetsbaar geneesmiddel als propofol is dat echter riskant. De beste manier om fouten bij het klaarmaken van intraveneuze geneesmiddelen te voorkomen, is ervoor zorgen dat er geen of een eenvoudige bereiding nodig is. De keuze voor de verpakkingsvorm is hierin een belangrijke factor. Propofol is, als een van de weinige geneesmiddelen, te koop in verschillende verpakkingsvormen. De gebruiksvriendelijkste daarvan is de voorgevulde injectiespuit (‘ready to administer’ (RTA)). Deze biedt het meeste gebruiksgemak en geen kans op bereidingsfouten. De fabrikant waarschuwt wel voor de noodzaak van goede comptabiliteit van de injectiespuit met de infuuspomp. De tweede vorm is de infuusflacon (‘ready to use’ (RTU)), waarbij één bereidingshandeling noodzakelijk is, namelijk optrekken van de vloeistof in een injectiespuit. Dit is een eenvoudige handeling met een klein, maar niet geheel 2 afwezig besmettingsgevaar.9 De flacon biedt een goed alternatief maar is niet bedoeld om voor meerdere patiënten. Tot slot is er een ampul in de handel. Deze biedt het minste gebruiksgemak en de grootste kans op besmetting tijdens het klaarmaken. Een andere belangrijke factor bij het voorkómen van microbiologische besmetting tijdens het klaarmaken is de vaardigheid van de bereider. De beschikbaarheid van zowel algemene als geneesmiddelspecifieke protocollen voor de verpleegkundigen over de wijze waarop intraveneuze medicatie klaargemaakt moet worden, samen met een daarop gericht trainings- en auditprogramma kan besmettingen aanzienlijk reduceren.10 Een dergelijk algemeen protocol bevat ook afspraken rondom het etiketteren en hoe om te gaan met gebruikstermijnen. Geneesmiddelspecifieke informatie rondom het klaarmaken en toedienen van parenterale medicatie is in de meeste Nederlandse ziekenhuizen beschikbaar via een door de apotheek uitgegeven en onderhouden naslagwerk parenterale geneesmiddelen (‘handboek parenteralia’). Voor risicovolle handelingen is een beschermde omgeving (LAF-kast) een optie om besmettingen te voorkomen. Tot slot kan men ook de intrinsieke producteigenschappen veranderen, waardoor het product minder kwetsbaar wordt zoals in de VS is gebeurd door een conserveermiddel toe te voegen aan de propofol. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A1723 De door Klein et al. beschreven casus illustreert de risico’s die verbonden kunnen zijn aan intraveneus toegediende medicatie. Om patiëntschade te minimaliseren is het belangrijk dat, in iedere zorginstelling waar gewerkt wordt met parenterale medicatie, op basis van een goede risicoanalyse de risicovolste handelingen en geneesmiddelen te identificeren en doelmatige risicoreducerende maatregelen te treffen. Een systematische en gecoördi- neerde aanpak met periodieke evaluatie is cruciaal om succesvol te kunnen zijn. O PI NI E Conclusie Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 7 januari 2010 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1723 >Meer op www.ntvg.nl/opinie ● Literatuur 1 Klein J, Huisman I, Menon AG, Leenders CM, Eeghem KHA van, Vos 7 intensive care. Pharm weekbl. 2001;136;732-7. propofol. Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A767. 2 Fahimi F, Ariapanah P, Faizi M, Shafaghi B, Namdar R, Ardakani MT. 8 Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP); 1996. the intensive care unit of a teaching hospital: an observational study. Aust 9 Aust Crit Care. 2008;21:110-6. Z3 Aseptische handelingen. In: GMP-Ziekenhuisfarmacie. Den Haag: Nederlandse Vereniging van Ziekenhuis Apothekers (NVZA)/Koninklijke Errors in preparation and administration of intravenous medications in 3 Van grafhorst JP, Nooteboom NA, Crombach WHJ, Oldenhof NJJ, van Doorne H. Schone schijn bedriegt. Bereiding van perfusorspuiten op de MC, Dorresteijn JJ. Postoperatieve infectie door gecontamineerde Nogler-Semnitz E Lass-Florl C, Nogler M, Speer G, Dierich MP. Bacterial Van den Bemt PM, Fijn R, van der Voort PH, Gossen AA, Egberts TC, contamination of solutions for parenteral administration for single- and Brouwers JR Frequency and determinants of drug administration errors multiple-dose vials after multiple use in the hospital. Wien Med Wochenschr. 2007;157:398-401. in the intensive care unit. Crit Care Med. 2002;30:846-50. 10 Roelofsen EE, Schuitenmaker MG, Swart EL, Boom FA. Veiligheid op 4 High Risk Medicatie: klaarmaken en toedienen van parenteralia. 5 Schneider MP, Cotting J, Pannatier A. Evaluation of nurses’ errors recept: een protocol voor veilig voor toediening gereed maken en associated in the preparation and administration of medication in a toedienen van parenteralia door verpleegkundigen. Pharm weekbl. pediatric intensive care unit. Pharm World Sci. 1998;20:178-82. 2007;1:78-83. 6 Valentin A, Capuzzo M, Guidet B, Moreno R, Metnitz B, Bauer P, Metnitz P. Errors in administration of parenteral drugs in intensive care units: multinational prospective study BMJ. 2009 12;338:b1814. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A1723 3