Rekenen en rekenschap in klassiek Athene “Every quantitative measurement we have shows we are winning the war.” Aan het woord is Robert McNamara, minister van defensie onder John F. Kennedy in 1962. Deze uitspraak is een mooi voorbeeld van “management by numbers”, een stijl van besturen en besluitvorming waarin het devies “meten is weten” centraal staat. Maar McNamara’s uitspraak is ook om een andere reden historisch: de oorlog waar het om gaat is de Vietnam oorlog, die nog 14 jaar zou voortduren en die nooit gewonnen is. Deze uitspraak zou ook aan een andere staatsman toegeschreven kunnen worden: de 5 deeeuwse Athener Pericles die in 431 v. Chr. zijn stadsgenoten een rampzalige slepende oorlog in heeft weten te praten. Hoe heeft hij dat voor elkaar gekregen? Volgens de geschiedschrijver Thucydides heeft Pericles naast “de gebruikelijke argumenten” een ander overtuigingsmiddel ingezet: een duizelingwekkend retorisch bombardement van getallen en berekeningen. Pericles rekent de Atheners voor hoe groot hun oorlogskas kan zijn met een beetje creatief boekhouden met allerlei tempelfondsen; hij imponeert met de grote aantallen manschappen die de Atheners rijk zijn en die ze potentieel nog kunnen werven; hij berekent hoeveel kilometers fortificaties de regio bevat. Allerlei soorten getallen zet Pericles in, getallen die soms niets met elkaar te maken hebben en die al helemaal niet eenduidig op een Atheense overwinning wijzen. Jaren later kijkt Thucydides op deze redevoering terug en ziet wat er aan de hand is: Pericles gebruikt “rekenen” (logizesthai in het Grieks, een term die sterk samenhangt met noties van rationaliteit en verantwoording) om de kritische zin bij zijn gehoor uit te schakelen en in te spelen op massapsychologie. En inderdaad, na afloop van deze rede bulken de Atheners van het zelfvertrouwen en stormen ze de rampzalige Peloponnesische Oorlog in. De Griekse teksten die wij uit de 5de en 4de eeuw v. Chr. over hebben bevat meer van dit soort verhalen over de politieke macht van het getal. Ze leefden in een samenleving waarin getallen een alledaagse vanzelfsprekendheid waren geworden. Er werd op grote schaal op dagelijkse basis gemeten, gerekend en gewogen. Dat gold in het bijzonder voor het politieke leven. Het publieke landschap werd bepaald door inscripties, de neerslag van tellen, rekenen en meten van uiteenlopende gegevens. Over ingrijpende politieke besluiten (oorlog voeren of niet?) werd soms gesproken of het een kwestie van optellen en aftrekken was, een publiek uitgevoerde berekening die stap voor stap kon worden gevolgd door de hele politieke gemeenschap. En er werd gereflecteerd op de macht van het getal: door publieke intellectuelen zoals Thucydides, door actieve politici zoals Demosthenes en Aeschines, en door filosofen werd volop commentaar geleverd op de waarde en betekenis van getallen en berekeningen voor het leven in de democratische gemeenschap van Athene. In mijn project wil ik onderzoeken waarom getallen en berekeningen zo prominent gebruikt werden in het publieke leven wat ze betekenden in deze politieke context van de Atheense democratie. Waarom werden getallen en berekeningen gemonumentaliseerd op publieke inscripties? Hoe werkt de retorica van getallen? Hoe gebruiken politici getallen en berekeningen om zich expertise toe te eigenen, transparantie en verantwoording te suggereren en het besluitvormingsproces vorm te geven? Wat voor politieke waarden worden toegeschreven aan numerieke data? Op welke manier staat de waarde van rekenen en de macht van het getal ter discussie?