Made by Isa EXAMENVRAGEN RZL EXAMENVRAGEN 2011 GEEL KENNISVRAGEN (10 REGELS) 1. Vergelijk de verantwoordelijkheid in de eerste persoon met verantwoordelijkheid in de tweede persoon. (p73 ev) Definities: o Verantwoordelijkheid in de eerste persoon: de natuurlijke houding van de mens is er een waarbij hij/zij in eerste plaats aan zichzelf denkt. Je bent dus op de reis van je leven onderweg naar je eigen doelen, en groeit daarbij persoonlijk. ‘Ikzelf’ is zowel het vertrekpunt als het doel van de verantwoordelijkheid en de levensreis, je wil slagen in je leven en gelukkig worden. Hiervoor ben je dan ook aansprakelijk. o Verantwoordelijkheid in de tweede persoon: Je wordt ongevraagd verantwoordelijk gesteld voor een andere persoon vanuit diens hulpvraag. Dit overkomt je, je hebt hier geen macht over, en je wordt voor de keuze gesteld erop in te gaan of niet. Vergelijking: In de eerste persoon maak je zelf de keuze welke uitdagingen je aangaat en welke niet, je bouwt actief aan een leven dat je wil leiden. In de tweede persoon word je (passief) voor een keuze gesteld waar je ofwel kan langslopen ofwel op in kan gaan. Ze zijn echter wel met elkaar verbonden, de keuze die je maakt bij verantwoordelijkheid in de tweede persoon, beïnvloedt rechtstreeks de persoon die je bent of wordt in de eerste persoon. Je wordt verantwoordelijk gesteld, en kan daarbij de kans grijpen om de verantwoordelijkheid op te nemen, en zo verder te bouwen aan je persoonlijke uniekheid/zelfontplooiing. In de 2e persoon kies je de keuze niet, maar wel het antwoord. KENNISVRAGEN (5 REGELS ) 1. Sterktes en zwaktes van het nieuwe theodicee model: mee-lijdende god (p63 ev) De 2 oorspronkelijke visies op de rol van God in het lijden (God als rechtvaardige rechter en God als pedagoog) bieden slechts gedeeltelijk een antwoord op het waarom achter het lijden. Ze minimaliseren daarbij Gods goedheid en staan niet in verhouding tot de immense hoeveelheid lijden in de wereld. In het nieuwe model is God niet de bron van het lijden, maar ook een ‘slachtoffer’ ervan, een lotgenoot. Hierbij wordt de verbondenheid met de mens benadrukt alsook zijn solidariteit, maar anderzijds zou God niet onderhevig zijn aan menselijk lijden, en dus interpreteert de cursus dit eerder als medeleven. Verder bedenken we ons nog dat God die niet verantwoordelijk is voor het lijden, misschien toch niet almachtig is, als hij de mens hier niet uit kan bevrijden. Jezus symboliseert dit medeleven, in zijn aanwezigheid bij de lijdende mens toont hij dat God ons wil bijstaan in moeilijke tijden. 2. Iets ivm zieke en gezonde mensen en hun kijk op oneindigheid (dus over het stukje ' als niets meer vanzelfsprekend is' (p36 ev) Ziekte: stelt aantal ‘zekerheden’ die je had als gezonde persoon in vraag. Één daarvan is de eigen eindigheid. Als gezonde persoon zie je je levenseinde als iets dat nog ver van je bed is, op het moment dat je ziek bent word je echter geconfronteerd met je eindpunt van heel dichtbij. Sterven wordt plots een concrete mogelijkheid. De ziekte bedreigt je identiteit en opent je ogen voor waarom-vragen. Hiervoor openstaan is echter ook therapeutisch: door ze te durven stellen kan het leven zinvol worden en elke dag net iets meer waardevol. Made by Isa 3. 4. 5. antropoligische redenen bij christenen dat mens in hiernamaals gelooft (p110 ev) Universeel: o verlangen (naar oneindigheid en gerechtigheid): een mens blijkt een natuurlijk verlangen te hebben naar een hiernamaals, de dood zou toch niet zomaar het einde mogen betekenen? En al het goede dat je deed in je leven blijft toch niet zomaar onbeloond? o Angst: angst voor de dood ligt aan de basis van zowat alle religies (cf. Epicuros: “religie is een ziekte waaraan mensen lijden uit angst voor het hiernamaals”). De symboliek van de dood en wedergeboorte wordt ook weerspiegeld in quasi alle overgangsrituelen in alle religies. Christenen: o Geloof in de verrijzenis: heropstanding. Leven naast God, als volmaakte en ultiem gelukkige persoon. o Motieven voor dit geloof: God is almachtig, trouw en goed: hij laat ons niet in de steek na ons overlijden, hij heeft de macht en de goedheid ons te ‘heropwekken’, en doet dat ook uit liefde. Het leven is een gift, en daarom kan de dood niet het einde betekenen, want dat zou deze gift ongedaan maken. De opwekking van Jezus: hij was de eerste om thuis te komen bij onze vader, metaforisch (geen reanimatie van een lijk), toonde ons wat er zou gebeuren. Agnosticisme (p46 ev) De overtuiging dat men niet kan weten of er een God is, en je er bijgevolg niet over willen uitspreken. Een afvragende houding dus, wegens onvoldoende argumentatie geen beslissing nemen. Er zijn verschillende types: de negatieve, die er niet naar op zoek gaat en zich berust in onwetendheid en de zoekende, die zelf wel op zoek gaat naar antwoorden. Etty Hillesum (p27) Jodin die in Auswitch stierf en een dagboek schreef tijdens de jaren daaraan voorafgaand (ttv. jodenvervolgingen etc). Ze werd in de cursus aangehaald in een paragraaf over menswaardigheid en lijden: ze beweert dat er menswaardig en onmenswaardig lijden is, en dat de meeste westerlingen niet meer weten wat lijden is en handelen uit angst, verbittering en haat bijgevolg. Dit is nog steeds actueel, de zieke mens tracht doorheen zijn lijden toch menswaardigheid in zijn leven te brengen. Het lijden kan alleen ontstaan omdat je beter gekend hebt, en daardoor kan je je in je lijden meer dan ooit mens voelen, volgens M. Desmet (verbindingen tussen lijden en menswaardigheid) INZICHT/REFLECTIE (1-1,5 BLZ) 1. Brantschen: “Onze maatschappij lijdt aan de ziekte niet meer te kunnen lijden” (p19 ev). Theoretische achtergrond: De huidige maatschappij stelt gezondheid als het hoogste goed, een nieuw soort religie met de artsen als priesters. Ziekte en dood remmen de mens in zijn zelfontplooiing en herinneren hem/haar aan zijn sterfelijkheid en gebreken, welke moeilijk te aanvaarden zijn in onze maatschappij. Elementen die dit volgens M. Desmet bemoeilijken: o Economisering: Geld is de centrale spilfiguur van onze maatschappij, gesponsord door de media. Dit heeft invloed op het onderwijs en de gezondheidszorg (onderliggende motieven van bepaalde beleidsbeslissingen etc), en concurreert zo ook met het welzijn van de patiënt, ziekenhuizen houden zich bv niet graag bezig met tijdsrovende ‘gewone’ zorg, hoewel de meeste patiënten wel daar sterven. Het beleid van ziekenhuizen lijkt eerder op management (snelheid en efficiëntie etc). o Hol-land: We leven tegen een klok. Alles loopt 24u door, alles kan bijna dag en nacht, de grens vervaagt. We lopen van hot naar her en komen te laat of moeten weer vroeger door, we hollen eigenlijk de tijd achterna en leven niet meer in het nu. Er is behoefte aan ‘sabbattijd’ voor onszelf. Dit is anders bij terminaal zieken: men wil daar de tijd voor nemen, Made by Isa - aangepast aan hun ritme. Dit is aanvaard, maar vaak niet lang genoeg om de waardigheid erin te ontdekken. o Visualisering & ontluistering: Men ziet liever ipv te luisteren. Ook de geneeskunde met haar ‘beeldvorming’ is vervisualiseerd (‘spectaculair’) en daarmee invasiever geworden (behalve de heelkunde). Er zit meer tijd in kijken naar computerscherm dan luisteren naar de patiënt. Brengt ook slechts fragmentje van de ziekte in beeld, en niet de hele persoon en beleving. Als we ons hiervan niet bewust zijn, is het een obstakel in de zoektocht naar menswaardigheid. o Netwerken zonder gemeenschap: Gemeenschap is iets onpersoonlijks, in functie van je eigen vrijheid en privacy, ondanks de vele ‘structuren’ die bestaan en internet. Netwerken met grote mazen: weinig ondersteuning zo nodig, zelfs religieuze of familiale gemeenschap. Een ziekte waardig dragen, vergt ondersteuning en gemeenschap… Eigen reflectie: zelf in te vullen OF 2. Na Auschwitz kan je niet meer in god geloven... Theoretische achtergrond o (p39 ev: waar blijft God bij lijden?): “een god die zoiets zou laten gebeuren, kan toch niet bestaan!” Door lijden dat zo extreem is als Auschwitz, zijn er velen (zowel gelovigen als nietgelovigen) die het geloof in een liefdevolle almachtige god hebben opgegeven. Di. De derde dood van God (zie ook onder). o (p68 ev: antwoord vanuit Christendom op menselijk lijden): Christenen zijn mensen van hoop: er is nooit een lijdenloos leven beloofd, maar uiteindelijk zorgt God wel voor de verlossing (cf. verrijzenis van Jezus), ook voor ons zal ‘de derde dag’ (dag dat onheil in heil omgezet wordt) aanbreken. Maar Hij schiep ook alles, waar komt het kwaad dan vandaan? Volgens de Christenen komt dit voort uit het feit dat Hij vrije wezens gecreëerd heeft, daarin kan dus ook kwaad ontstaan. Het belangrijkste daarbij is ondanks alle tegenslag en hoe ver het geluk ook weg lijkt, God blijven aanspreken en erkennen, zelfs al is het dan boos. Hij zal altijd luisteren. Geloven ondanks alles. Dit beantwoordt echter belange niet alle vragen, maar kan soms wel steun betekenen. Eigen reflectie: zelf in te vullen. WIT KENNISVRAGEN: 1. Welke scheidingswegen tussen lijden en menswaardigheid zijn er volgens M.Desmet? Leg er één uit. (p24 ev) Veront-waardiging: ziekte is aantasting van de waardigheid van de patiënt. De emoties die hieraan gepaard gaan tonen intuïtief aan dat het anders kan/zou moeten kunnen, zo ontstaat verandering. Zo oppert M. Desmet dat persoonlijk aangepaste zorg een effectievere methode is om lijden te bestrijden. Dit kan echter nooit volmaakt worden ondanks vele inspanningen. Als deze inspanningen niet voldoende blijken te zijn, en de pt nog steeds meer lijdt, heeft de maatschappij het hier moeilijk mee. Dit kan niet worden vereenzelvigd met menswaardigheid. Invraagstelling van het begrip menswaardigheid: Is er in ons begrip van menswaardigheid eigenlijk wel plaats voor lijden? Het lijden wordt bestreden en geëlimineerd. Naast terminalen houdt dat ook een ‘ontwaardering’ in voor andere ‘lijdende’ groepen zoals bejaarden of gehandicapten. M. Desmet is van mening dat net doordat de mens bepaalde waarden in zijn leven heeft (vb. liefde), hij/zij het wezen is dat meer dan eender welk ander levend wezen lijdt, en dat daar net de menswaardigheid in schuilt. Made by Isa 2. New Age (p50 en p108 ev) Nieuwe religieuze overtuiging vooral in Noord-Amerika en Europa sinds jaren 70 naar aanleiding van de nog steeds actuele zoektocht naar iets bovennatuurlijks, met als meest specifieke karaktertrek het ‘holisme’ (zoeken naar eenheid): alles is met elkaar verbonden in 1 groot kosmisch gebeuren. Het ‘godsbeeld’ hierbij is geen persoonlijke God, maar een soort goddelijke energie die in alles aanwezig is. Reïncarnatie speelt er ook een belangrijke rol in. Het lichamelijke gaat verloren na de dood, maar het geestelijke neemt een nieuwe vorm aan (en is dus superieur aan het lichamelijke). Daarbij krijgt de geest de kans om zichzelf verder te ontplooien met het oog op vooruitgang, het is dus een positieve ondertoon van reïncarnatie, daar waar de traditionele Oosterse religies reïncarnatie als een cyclus beschouwen die je tracht te doorbreken. 3. Moksha (p105 ev) = nirvana (Boeddhisme), maar dan in Hindoeïsme. De kringloop van de reïncarnatie (sterven en opnieuw geboren worden) heet samsara, en daaraan moet men ontsnappen door het verwerven van inzicht. Het zich bevrijden hiervan heet Moksha of Nirvana (negatieve termen voor bevrijding of uitdoving). Karma (wet van oorzaak en gevolg) betekent de oorzaak van het menselijk lijden. Goede en slechte handelingen liggen dus allebei aan basis van lijden, daar ze steeds ontspringen uit begeerte en verlangen. Nog diepere oorzaak ligt in onwetendheid. De bevrijding van verlangen en samsara ligt dus in vergaren van inzicht (ervaringsgericht, niet objectieve kennis). 4. Het boek Job verwerpt het theodiceemodel van God als rechtvaardige rechter. (p58 ev) In het boek Job wordt Job zelf aan allerhande kwaad onderworpen bij wijze van experiment van Satan. Zijn vrienden spelen ‘advocaat van de duivel’ en beweren dat Job dan wel iets gedaan zal moeten hebben om al dat lijden te verdienen (God als rechtvaardige rechter dus). Job is het daar echter niet mee eens, wordt eventjes goed boos op God, smeekt om teken van zijn aanwezigheid, wat zijn vrienden als een teken van goddeloosheid aanzien en als argument gebruiken dat hij nog veel erger mag verwachten, maar Job blijft Hem verder trouw en begaat geen zonden. God zelf echter berispt de vrienden van Job in de loop van het verhaal voor deze argumenten, aangezien deze zijn goedheid minimaliseren. 5. A. Glucksmann spreekt over de 3e dood van God (p40) De derde dood van God is het verlies van vertrouwen van de mensheid in het bestaan van een God naar aanleiding van de vele gruwelijke wreedheden die in de 20e eeuw plaatsvonden: genocide in Rwanda, concentratiekampen in WOII… De eerste dood wordt daarbij gezien als de sterfte van Jezus aan het kruis, de tweede is dan in de 19e eeuw wanneer op basis van rationaliteit, vele filosofen God dood verklaarden (Freud, Marx, Nietsche…) 6. Barmhartigheid is een vorm van ethisch moederschap. (p83 ev) De opgenomen verantwoordelijkheid in de 2e persoon (positief ingaan op de noodkreet van de lijdende ander) wordt barmhartigheid genoemd. Je wordt hierdoor ertoe bewogen de ander te dragen tot deze sterker is om terug alleen verder te kunnen. Dit kan je ‘ethisch moederschap’ noemen: de andere dragen tot hij opnieuw geboren wordt. INZICHT/REFLECTIE : 1. In lijdensverwerking houden protest en aanvaarding elkaar gezond. (of: 'Protest en aanvaarding zijn twee belangrijke houdingen tegenover het lijden van mensen') Theoretische achtergrond (p30 ev): lijden roept in eerste instantie verzet op bij de mens, en zo hoort het ook, want het te snel een zinvolle betekenis geven zou het lijden onterecht kunnen minimaliseren. Het verzet voorvloeiend uit lijden brengt hoop op iets beter met zich mee (dit is niet de bedoeling van het leven). Maar ondanks alle bestrijdingsinspanningen is lijden nooit volledig te vermijden. Het Made by Isa - behoort dus net zo goed tot menswaardigheid lijden te aanvaarden, en hierin zit nog levenslust omvat (itt zich erin berusten). Lijden volledig zinloos noemen is echter ook riskant, daar het risico op verlamming of wanhoop zo reëel wordt. Protesteren tot in het extreme kan hiertoe leiden, en zomaar aanvaarden tot het berusten toe kan eveneens tot wanhoop (het verliezen van de hoop) leiden. Zolang de zieke een beetje van beide elementen in zich aanwezig heeft, of cyclisch schommelt tussen beide emoties, houden ze elkaar dus gezond. Eigen reflectie: zelf in te vullen OF 2. Onze maatschappij is ongeneeslijk religieus. Theoretische achtergrond (p 49-51): Ondanks het feit dat God ernstig in twijfel gesteld wordt in de hedendaagse Westerse maatschappij, is er toch steeds een invulling van de leegte. Als het God niet is, dan komen er andere ‘afgoden’ bij kijken: dingen/personen waar een absoluut belang aan wordt gehecht, maar ze zullen nooit de leegte volledig vullen. Hierdoor neemt de interesse in de religiositeit opnieuw toe. Er is een hunkering naar heelheid (cf. New Age) en een zoektocht naar het zelf aan de gang. Het Christelijke geloof is haar dominante rol kwijt en in plaats daarvan doet men aan ‘religieuze nieuwbouw’: zelfbouwpakket van religieuze elementen, met als grootste overkoepelende karakteristiek het holistisch aspect. Het gaat niet zozeer om een kerkelijke activiteit, dan wel om een aantrekking tot religiositeit in de nieuwe zin. “religievriendelijk atheïsme” volgens JB Metz, dus geen heropleving van het godsgeloof. Eigen reflectie: zelf in te vullen. EXAMENVRAGEN 2012 WIT THEORIEVRAAG (10 REGELS) 1. Geef de 5 fasen van Kubler - Ross en bespreek fase 2. (p13 ev) Achtergrond: vanaf 1965 heeft E. Kübler-Ross dit voorgesteld in kader van het stervensproces. Dit is niet bedoeld als strak schema en vast verloop waarin het bij iedereen zo verloopt, maar eerder als een aantal kenmerken die kunnen overlopen in elkaar en die door elkaar kunnen voorkomen. De aanvaarding is niet een einddoel dat moet bereikt worden (dat betekent stilstand vanaf dan), maar 1 van 5 gelijke emoties die ons allen doen groeien. De fasen: o Ontkenning: eventjes struisvogel spelen, om nadien verder te verwerken. Eventjes een conflict ervaren tussen verslagenheid en levenslust. Houding van de omgeving hierin is moeilijk: bevestigen van ontkenning is nefast, ertegenin gaan is evenzeer niet wat de zieke nodig heeft. Idealiter: vragen naar hoe het gaat. o Kwaadheid: boos zijn op alles en iedereen. Men wordt heen en weer geslingerd tussen teleurstelling en waardering, het wordt hem/haar eventjes teveel. Testen van de betrouwbaarheid van de dierbaren, hen tegelijk afstoten en er zich aan vastklampen. Als men zich hierdoor laat vangen, krijgt de zieke gelijk: niemand houdt nog van hem/haar. o Marchanderen/onderhandelen: proberen tot een aanvaardbaar compromis te komen: plannen van leuke zaken en beloften doen in de plaats, zichzelf onmisbaar proberen maken. De familie gaat hierin mee: ze willen alles proberen. o Depressie/verdriet: de realiteit eventjes binnenlaten, en er droevig van worden. Als naaste toon je dan best dat verdriet toegelaten en normaal is. Een luisterend oor bieden en de bezorgdheden niet zomaar wegwuiven (“je hebt ’t goed bedoeld”). Made by Isa o Aanvaarding: ≠ berusting: een actieve houding, je geeft het leven uit handen ipv dat het uit handen genomen wordt. Je ten volle bewust zijn van de ziekte en er vrede mee nemen, afscheid nemen van dierbaren en dankbaarheid vertonen… BEGRIPVRAGEN (MAX. 5 REGELS) 1. Harold Kushner (p38) Amerikaanse Joodse rabbijn die een aantal boeken schreef omtrent verdrietverwerking en menselijk lijden, aangezien zijn eigen zoontje stierf ten gevolge van progeria. In de cursus komt hij ter sprake naar aanleiding van zijn zeer uitgesproken protest tegenover zingevingsystemen van lijden, aangezien dit het lijden minimaliseert/bagatelliseert. Het kwaad dat ons overkomt in se is volgens hem zinloos, maar de mens zelf kan er wel een zin aan geven. De reactie op lijden moet niet zijn waarom je dit is overkomen, maar wat je ermee gaat doen nu je dit overkomen is. Hij uitte ook kritiek op het model van God als pedagoog. 2. Ethisch appèl: verbod te doden (p 77 ev) Je wordt aangesproken door de kwetsbaarheid van de ander (cf barmhartige Samaritaan). Dit is een shockervaring. De reactie erop is in eerste plaats iets NIET doen: er voorbij lopen. Het verbod ‘Gij zult niet doden’ past hierbij, niet letterlijk maar in de brede zin: doden symboliseert elke vorm van uitsluiten, negeren of ontkennen. Er is een natuurlijke verleiding om dit wel te doen (tot ‘moord’) zowel door de verantwoordelijkheid in eerste persoon (cf supra) als door de kwetsbaarheid van de ander. Dit roept een ethische grondervaring op: je beseft dat de optie om hem links te laten liggen, eigenlijk niet mag. 3. Karma – wet (p 106) Karma is in Hindoeïsme en Boeddhisme de wet van oorzaak en gevolg: men wordt goed door het stellen van goede daden en slecht door het stellen van slechte daden. Beiden houden de mens gevangen in samsara (de kringloop van geboren worden en sterven) aangezien ze allebei ontspringen uit verlangen. Maar ook aan de basis hiervan ligt onwetendheid, en dus kan je je pas bevrijden uit karma en samsara bij het verwerven van ervaringskennis en inzicht in de diepste werkelijkheid van de mens en wereld. 4. Passiviteit als arts (M. Desmet): bespreek kort de verschillende elementen (p94 ev) In kader van spiritualiteit als arts: 4 aspecten van passiviteit: Vertraging: het ritme van de patiënt volgen, hij moet ons voorgaan. Pas wanneer we stilstaan kan er vooruitgang ontstaan. Ipv je afvragen wat je kan zeggen, je afvragen wat je zal horen. Niet direct met nieuwe oplossingen op de proppen komen. Volgen in de fasen van Kübler-Ross. Mede-lijden: niet neerbuigend meelijden vertonen, maar solidair betrokken zijn en ook je eigen lijden erkennen. Gewonde heler: je eigen lijden ook erkennen, doch onderscheiden. Het aanvaarden en een plaats geven. Je eigen grenzen en feilbaarheid erkennen. Ontvangen: wat je van de patiënt terugkrijgt. Ontroerd worden erdoor, dankbaarheid ontvangen en soms ook geschenken. Gelukkige momenten en humor. Verwondering. 5. Deïsme (p42 ev) Één van de 4 types van hedendaags ongeloof, waarbij men aanneemt dat er wel nog ergens een God of iets meer is, maar in vage en onbepaalde termen. Dit ‘meer’ komt niet tussen in het alledaagse leven en is abstract en levenloos. Dit idee ontstond ten tijde van de Verlichting, waar men enkel nog geloofde wat redelijk of aanvaardbaar leek. Dit betekent een ontkrachting van het persoonlijke van het Christelijk geloof. Made by Isa REFLECTEERVRAAG (MIN. 1 A4, MAX 1,5 A4 BLAD) 1. Lijden is eigen aan het mens zijn. (p11 en p27 ev) Theoretische achtergrond: De mens lijdt, meer nog dan het dier, doordat hij weet heeft van meer: we hebben een grote graad van bewustzijn, kennen emoties zoals liefde, empathie, verlangen en verbondenheid, stellen onszelf zin-vragen… Door deze lijdensweg kan hij zich door en door mens voelen. Lijden is deel van de menselijke complexiteit en niet puur het biologische substraat. Ook wordt de innerlijke kracht van de mens soms pas zichtbaar in het lijden. Dit roept ook op tot bewondering voor de lijdende. Eigen reflectie: zelf in te vullen. OF 2. Het bijbels christelijk geloof verkeert in een crisis. (p52 ev) Theoretische achtergrond: het verlies van geloof in een liefdevolle en persoonlijke god komt zeker voort uit een aantal culturele eigenschappen: de gerichtheid op het zelf binnen een holistisch geheel, staat in contrast met de persoonlijkheid en radicale andersheid van de goden uit de monotheïstische godsdiensten met hun transcendentie (overstijgend, meest dominant in Islam) en immanente betrokkenheid (aanwezig in de mensheid), en hierdoor worden de godsdiensten als vreemd ervaren. Eigen reflectie: zelf in te vullen GEEL THEORIEVRAAG (MAX 10 REGELS) 1. Welke schuldmechanismen kunnen er meespelen in het lijdensproces en welke stellingname kan je hiertegenover aannemen/hoe ermee omgaan? (p32 ev) Er is een grote connectie tussen schuld en lijden. Mensen zoeken spontaan naar een reden voor hun zinloze lijden. Hierbij kunnen ze een ander beschuldigen om zichzelf te rechtvaardigen (bv. De huisarts was er niet op tijd bij, …). Anderzijds kunnen ze ook zichzelf de schuld geven: hun lijden is een straf voor iets dat ze in het verleden mispeuterd hebben. Volgens de cursus creëren deze pogingen echter geen echte ‘zin’, en moet er geen reden of schuld aan gegeven worden. Wel moeten we deze ervaring van de lijdende mens ernstig nemen, of we het er nu mee eens zijn of niet. Dwz, de schuldvragen laten bovenkomen met respect, maar ook deculpabiliseren. BEGRIPVRAGEN (MAX 5 REGELS) 1. Wetenschap en religie kijken op een andere manier naar de werkelijkheid (p44 ev) Vanuit atheïstisch standpunt is God niet nodig om de wereld te verklaren, en daarom overbodig geworden. De gelovigen vinden dit echter positief: juist doordat Hij niet meer nodig is als verklaring, kan je Hem beminnen om wat Hij werkelijk is: belangeloze en vrije liefde. Elk benadert de werkelijkheid uit zijn eigen invalshoek: religie houdt zich bezig met het waarom van dingen, wetenschap met het hoe. Wetenschap kan geen antwoord geven op de existentiële redenen achter de wereld, religie kan geen wetenschappelijke verklaring geven over de exacte werkingsprincipes. Ze hoeven echter niet volledig van elkaar gescheiden te blijven: een religieuze persoon hoeft zijn wetenschappelijk denken niet uit te schakelen, en een wetenschapper kan ook open staan voor het mysterie van dingen. 2. Theologische redenen waarom god niet optreedt als rechtvaardige rechter (p57 ev) Het rechtvaardige rechter-idee is dat God het lijden veroorzaakt/toestaat als straf voor begane zonden. Redenen om hieraan te twijfelen vindt men enerzijds in het boek Job terug, waar God zelf de vrienden van Job berispt omdat ze het lijden van Job toeschreven aan de zonden die hij dan wel zou moeten begaan hebben. Hij antwoordt dat Job hem meer geloof heeft getoond dan de vrienden, ondanks de ellende. Made by Isa Anderzijds geloven Christenen dat God de ultieme goedheid is. Door Hem rechtvaardige rechter te maken, wordt afbreuk gedaan aan zijn goedheid (maakt Hem tot een sadist). Tenslotte staat de hoeveelheid zinloos menselijk lijden niet in verhouding tot de verdienste ervan. Er is een overaanbod aan dit lijden vgl met wat gerechtvaardigd is. 3. Waarom is het geloof in een leven na de dood op dit moment minder aantrekkelijk? (p98 ev) Onze maatschappij is gericht op het nu en het godsgeloof is vervaagd. We weten het niet, wat er na de dood gebeurt (agnosticisme). De troostfunctie van het hiernamaals lijkt ook niet meer aanwezig, en leven na de dood gaat in tegen de wetenschappelijke evidentie voor het aftakelen van de mens bij zijn dood. 4. Houding van Dostojevksi tav zinloos lijden (p38) Dostojevski staat net als H. Kushner protesterend tegenover eenzingevingssysteem achter lijden, omdat dit het lijden van de mens bagatelliseert. Hij protesteert in zijn boek ‘de gebroeders Karamazow’ tegen de mening van Leibniz dat het lijden in de wereld een onvermijdelijke prijs is die we moeten betalen voor een hogere harmonie. (cf. vraag over Kushner ivm zingeving bij lijden) 5. ... REFLECTEERVRAAG 1. Lijden kan een zin krijgen op de manier waarop je er mee omgaat (p38 ev) Theoretische achtergrond: mensen zoeken een reden of een zin achter het lijden dat hen overkomt. In dat verband zijn er systemen geopperd die het lijden trachten te verklaren (cf. God als rechtvaardige rechter). De cursus en andere auteurs protesteren echter tegen deze visie: zinloos lijden een reden geven in een zinsysteem bagatelliseert/minimaliseert namelijk het lijden, wat de strijd ertegen blokkeert (je hebt het toch niet zelf in de hand). Beter zou zijn het lijden en kwaad als zijn zinloze zelf te beschouwen, en de vraag te stellen “wat doe ik ermee nu me dit is overkomen?”, in plaats van “waarom is me dit overkomen?”. Op die manier kan je er zelf zin aan geven. Dit is een persoonlijk antwoord op de zinvraag. Eigen reflectie: zelf in te vullen. OF ??? EXAMENVRAGEN 2013 ORANJE THEORIEVRAAG (10 REGELS) 1. Wat is volgens R. Burggraeve het onderscheid tussen verantwoordelijkheid in eerste persoon en verantwoordelijk in tweede persoon (Levinas). (p73-83) (zie vragen 2011) KENNISVRAAG (5 REGELS ) 1. Etty Hillesum (zie vragen 2011) 2. Er wordt wel eens beweerd dat religie ontstond uit confrontatie met de dood. Geef twee populaire trends in onze huidige maatschappij (kort vernoemen) en een kritiek die een Godsgelovige hierop kan geven (kort beschrijven). (p101 ev) (vraagstelling is me niet helemaal duidelijk: trends waarrond?) Made by Isa 3. Agnosticisme (zie vragen 2011) 4. Mede-lijdende God. Bespreek zwaktes en sterktes van dit model. (zie vragen 2011) 5. Ziekte en genezing is een totaal menselijk proces, bespreek dit aan de hand van confrontatie met eindigheid. (zie vragen 2011) REFLECTEERVRAAG (1-1,5 PAGINA) 1. Na Auschwitz kan men niet meer in God geloven. (zie vragen 2011) OF 2. Het Christendom verkeert in onze postmoderne maatschappij in een crisis. (zie vragen 2012) WIT THEORIEVRAAG (10 REGELS) 1. Geef de scheidingswegen tussen lijden en menswaardigheid in de maatschappij volgens M. Desmet en bespreek er één. (zie vragen 2011) KENNISVRAAG (5 REGELS ) 1. Geef de bedenkingen bij God als pedagoog (p61 ev) Het idee hierachter is dat God door ons te doen lijden, ons sterker/wijzer/rijper wil maken. Hij voedt ons als het ware op. Ook hier doet dit echter afbreuk aan Zijn ultieme goedheid (cf rechtvaardige rechter). Verder heeft het lijden niet steeds hetzelfde effect op verschillende mensen. Er zijn inderdaad mensen die er sterker uitkomen, maar er zijn er net zo goed die hierdoor de hoop/het geloof en hun positiviteit verliezen en verbittering in de plaats ervaren. Ook bij dit model is het lijden niet in verhouding met het beoogde effect: veel teveel voor sommigen, veel te weinig voor anderen. De pedagogische effecten kunnen soms een effect zijn van lijden, maar mogen niet als algemene regel gelden. 2. New Age (zie vragen 2011) 3. Ethisch moederschap (zie vragen 2011) 4. Geef de verschillen tussen het reïncarnatiegeloof en het verrijzenisgeloof (p116) Het leven van mens op aarde is volgens de Christenen eenmalig en uniek, bij reïncarnatie herhaalt dit zichzelf. Reïncarnatie gaat uit van een dualistisch mensbeeld (lichaam-geest), waarbij het geestelijke in verschillende opeenvolgende lichamen kan terechtkomen. Christenen geloven dat beide 1 geheel vormen, dat bij verrijzenis samen heropstaat en mee transformeert. Made by Isa - 5. Bij de Christenen is het leven na de dood een (onverdiend) geschenk van God, geen natuurlijk proces, te danken aan niets anders dan Zijn liefde. Bij reïncarnatie ligt de verlossing bij de mens zelf, die moet opdraaien voor wat hij/zij gedaan heeft. Daarbij is er geen ruimte voor vergeving, zonder dat je ervoor gewerkt hebt. De 3de dood van God volgens Glucksmann (zie vragen 2011) REFLECTEERVRAAG (1-1,5 PAGINA) 1. De aanwezigheid van verzet en aanvaarding in het lijdensproces. (zie reflectievragen 2011) OF 2. Is er nog een toekomst voor Religie in deze geseculariseerde samenleving? (p55 ev) Theoretische achtergrond: kansen van het bijbels-christelijke godsgeloof. Een crisis is een periode die kan zorgen voor een verdieping en hernieuwing. Ondanks het feit dat het geloof ‘in crisis’ is, krijgen gelovigen zo een kans om hun geloof op een nieuwe, authentieke en open manier gestalte te geven. Eigen reflectie: zelf in te vullen. "IS fungeert in naam van de islam; leg uit wat hun overtuiging is, hoe dit hen beweegt. geef je mening over deze manier van godsdienstverspreiding (zie onder!) Made by Isa AANVULLING UIT ANDERE DOCUMENTEN KENNISVRAGEN 1. Bespreek: pijnstillers kunnen lang niet alle pijn van mensen oplossen. (p10 ev en p27) Er zijn verschillende aspecten die meespelen bij menselijke pijn, en die ook de pijnervaring beïnvloeden: socio-economische factoren en familiale/relationele factoren, bv. Als de patiënt iemand gekend heeft die aan zijn ziekte zeer pijnlijk overleden is, zal zijn drempel voor pijn misschien lager liggen, of als zijn rekeningen opstapelen thuis en de medische kosten er ook nog bijkomen, zal de ervaring misschien ook weer net anders zijn. ‘Pijn lijden’ wordt dus slechts gedeeltelijk verholpen door pijnstillers. Het aspect ‘lijden’ moet anders benaderd worden, op een meer holistische manier en meer menswaardig. Het lijden is geen deel van de hersenen, maar een deel van het complexe mysterie ‘mens zijn’. 2. A. Camus (p40) Franse filosoof, journalist en auteur, eerste helft 20e eeuw. Schrijver van Le Mythe de Sisyphe en La Peste. In de cursus: protest-atheïsme: hij beweert dat de enige filosofische vraagstelling de zelfmoord is: moeten we onszelf doden of moeten we ons helemaal toeleggen op het leven? Hij beargumenteerde dat historisch gezien de meeste mensen ofwel geloofden het leven betekenisloos (zinloos) is en concludeerden ten gunste van zelfmoord, ofwel ze een soort kunstmatige betekenis zoals godsdienst gecreëerd hebben om hun leven te vullen. Hij stelt een derde optie voor: we kunnen ons realiseren dat het leven zonder betekenis is en niettemin onszelf in leven houden, zich verzetten tegen de zinloosheid (leven zonder begrijpen en handelen zonder hopen). Mensen die voor deze derde optie kiezen zijn absurde helden het absurdisme. In de cursus werd dit toegepast op lijden. 3. Toelichting ‘Waiting for Godot in Sarajevo’ van Peter Toole (p40) De 1ste WO is begonnen in Sarajevo en de 20ste eeuw eindigt met een burgeroorlog in Sarajevo, deze stad groeide uit tot symbool van het absurde geweld. we wachten op een God maar hij komt niet: Bestaat hij niet, of grijpt hij gewoon niet in? 4. Bespreek de belangrijkste types van ongeloof in onze hedendaagse westerse cultuur (p42-47) ‘Godsverduistering’: leven alsof er geen God bestaat. God is uit het blikveld van velen verdwenen. Ze denken er niet echt verder over na, andere zaken zijn belangrijker voor hen. Ze ontkennen noch bevestigen Zijn bestaan. Ietwat apathische houding. Deïsme (cf supra ook): geloven in een vaag en onbepaald, niet ingrijpend hoger iets. Atheïsme (cf supra ook): het bestaan van een goddelijke macht loochenen, omwille van verschillende redenen: o reactief zonder motieven o wetenschappelijke en technische bezwaren (cf supra) o het argument dat bij het bestaan van een god, de mens beperkt is in zijn vrijheid, zelfontplooiing en waardigheid, en bijgevolg raakt de mens van zichzelf vervreemd (cf. Marx) ↔ Christenen vinden dit net mensontplooiend o Protest tegen onzin en het lijden in de wereld: er zijn geen redenen om te geloven. Agnosticisme (cf. supra ook): Men kan het niet weten. Verschil negatieve en zoekende agnost. 5. Bespreek de verbindingen die volgens Desmet mogelijk zijn tussen het lijden en de menswaardigheid (p2730) De westerlingen weten niet meer wat menswaardig lijden is en handelen uit angst/haat in onmenswaardigheid (E. Hillesum). Desmet ervaart zelf wel waardigheid in lijden van patiënten: hoe ze het meeste uit het leven halen tot het einde toe, vreugde ondanks lijden… De mens kan zich meer dan ooit mens voelen net door het lijden, omdat ze besef hebben van ‘meer’. Pijn lijden (cf. supra) is meer dan enkel een biologisch substraat, het is verweven met de complexe mysterie van het mens zijn. De uitgebreidheid van de innerlijke kracht van een mens wordt soms pas zichtbaar bij zijn/haar lijden. Hiervoor kunnen we waardering tonen door onze kijk op hem/haar aan te passen, als we er oog voor hebben natuurlijk, de lijdende verdraagt vaak meer dan de omgeving. Behoefte aan een goede gemeenschap:de houding van de omgeving beïnvloedt het lijden van de persoon, namelijk de ervaring van het lijden. Een plaats creëren waar mensen thuiskomen, waar Made by Isa respect en luisterbereidheid heerst en waar individualisme niet op de voorgrond staat, kan het menswaardige karakter van lijden sterk doen toenemen. 6. Bespreek de uitdrukking van Thorton Wilder ivm die mooie kant van het tapijt waarvan wij enkel de achterkant zien. (p38) Thornton Wilder schreef (buiten zijn 'the bridge of San Luis Rey') ook ‘the Eigth day’, waarin hij een beeld van de wereld schetst als een fraai geweven tapijt waarvan wij slechts de achterkant zien, deze is dus een wazige chaos, hoewel de voorkant regelmatig en verfijnd is. Misschien krijgen we dit ooit te zien? Kushner reageerde hierop met de vraag of er wel een voorkant was als we die niet te zien krijgen? Eigenlijk gaat het hier om de veronderstelling dat er een mooie 'voorkant' (te begrijpen als ‘zin’) zou zijn aan lijden, wat Kushner bekritiseert. Ook Dostojevski bekritiseert dit idee, dat door Leibniz omschreven wordt als ‘de prijs die we moeten betalen voor een hogere harmonie’, daar het het lijden bagatelliseert. 7. Volgens de evangeliën heeft Jezus genezingen verricht. Welke visie hierop werd in de cursus ontwikkeld? (p65-66) Jezus is de vleeswording van Gods aanwezigheid. Hij kwam op aarde met een blijde boodschap voor lijdende en arme mensen. Hij stond hen bij in woord en daad, en daarin weerspiegelt hij God die het opneemt voor wie het moeilijk heeft. Zijn genezingen moeten ook in die context begrepen worden: de wonderen zijn tekenen van Gods heilzame nabijheid. Ook had Jezus een soort van reputatie als ‘exorcist’, men gaat ervan uit dat hij wel enkele wonderen verricht heeft. Maar Jezus wil de hele mens genezen, inclusief de sociale en religieuze aspecten, en vermoedelijk speelden bij zijn wonderen dan ook psychosomatische mechanismen een rol. Hij deed dit niet voor de show, maar deinsde net terug voor deze motivatie. 8. Immanuel Kant (p100 en p107?) Duits filosoof, 18e eeuw ten tijde van de verlichting. Hij schreef oa. ‘Kritik der reinen vernunft’. Bij mijn weten enkel vermeld in paragraaf over leven na de dood en reïncarnatie, waar hij vermeld wordt als één vd moderne denkers die ideeën geuit heeft die die richting uitgaan. Kant was een theïst die initieel op zoek ging naar een rationeel godsbewijs, op basis van wetenschappelijke kennis, maar later betoogt dat godsbewijs op basis van zuivere rede onmogelijk is (op wiki verder nog een uitleg over moraaltheologie en rede die me iets te complex lijkt hiervoor). Verder: filosofische argumentatie omtrent morele motivatie voor geloof in leven na de dood… 9. Al eeuwenlang worden mensen aangetrokken tot het idee van leven na de dood. Welke diep-menselijke strevingen spelen hierin een rol? Welke modaliteiten ken je? (p99-100) 2 strevingen: o Leven over de dood heen vanuit liefde o Vanuit het morele leven: mensen die zich inzetten voor gerechtigheid, hopen dat hun daden niet tevergeefs zullen geweest zijn. Modaliteiten van onsterfelijkheid waar de mens van droomt o Socio-biologisch: eeuwig leven o Creatief: een blijvende invloed willen nalaten o Continuïteit in de natuur: verder leven in de natuur o Religieus: leven na de dood zoals in religies omschreven en gebaseerd op ‘getuigenissen’. 10. Men kan in het Christelijk geloof slechts stamelend spreken over een leven na de dood. Wat betekenen de begrippen 'Hemel' en 'Hel'? (p113 ev) Men heeft geen concrete bewijzen voor leven na de dood, maar Christenen geloven wel in het bestaan ervan. Beschrijving is echter moeilijk aangezien we enkel vanuit de aardse tijd-ruimte optiek kunnen spreken. Hemel: de uiteindelijke gelukkigmakende voltooiing van de mens, in volle gemeenschap met God. Voorgoed thuiskomen bij Hem. Eeuwig leven duidt hierbij op een overstijgen van de tijd ipv een verlenging tot in het oneindige, wat saai zou zijn. Onze communicatie en liefde met de personen die we kenden op aarde, wordt daarbij niet vernietigd, maar net voltooid. Ons lichaam, dat verbonden is met onze geest, ondergaat een transformatie waardoor het ontdaan wordt van vergankelijkheid. Hel: dit is de weigering van Gods liefde, mensen kunnen hier ook tijdens hun leven actief voor kiezen. Passages in de bijbel verwijzen hier ook naar en hebben de bedoeling te waarschuwen, om je uit- Made by Isa eindelijke bestemming niet te verliezen. Mensen zijn vrij en kunnen dus kiezen om tegen God in te gaan. Maar dat is niet wat Hij wil, Hij wil dat iedereen gered wordt. 11. Nietzsche (p47) Duitse filosoof uit de 19e eeuw, die op veel verschillende ethische theorieën kritiek leverde (zijn moraalkritiek). Volgens hem legt geloof de natuurlijke wil tot macht van de mens aan banden, en zelf was hij dan ook atheïst. Hier beweerde hij bevrijding in te vinden, maar tegelijk vreest hij de gevolgen van de (tweede) dood van God: spreekt van dolende mensen die continu in de duisternis en koude van de nacht leven, omdat er niemand is die de mens kracht, liefde of hoop biedt. 12. Barmhartigheid Samaritaan als positief antwoord op appel, door en door aards en economisch.(p87 ev) Het antwoord van de Samaritaan aan de lijdende man was niet verbaal of geestelijk, maar uiterst economisch: hij gebruikte al zijn aardse middelen (olie en wijn, zijn ezel en zijn geld) om de man te helpen. Dat is ook het enige dat hij bezit waarmee hij iets kan betekenen voor de lijdende man. Dat en zijn kennis van verzorging. Bij de barmhartige geste gebruik je dus je verantwoordelijkheid in de eerste persoon (baatzucht in de positieve zin, de vruchten van wat je in je leven bereikt hebt), stel je deze beschikbaar voor het welzijn van de in nood verkerende andere zelfontplooiing met het oog op de ander. Met lege handen een noodlijdende medemens is een schijnheilig gebaar, want is minder dan wat de andere verdient te krijgen. Een concrete hulpvraag vereist een concreet (materieel dus) antwoord. Het menselijk lichaam is dus datgene wat barmhartigheid mogelijk maakt. 13. Bespreek de visie op reïncarnatie in het hindoeïsme en het boeddhisme. Welke grote verschilpunten zijn er met actuele westerse reïncarnatie-opvattingen? (p105 ev) Oosters: Samsara: kringloop van het leven, hieruit moet je zien te ‘ontsnappen’ door het vergaten van inzicht. De beide oosterse religies vertrekken uit de vergankelijkheid van alles (‘alles is lijden’). Wanneer je jezelf kan bevrijden uit samsara, ga je over in moksha/nirvana (hin/boed) wat bevrijding en uitdoving betekent. Je bevrijdt jezelf uit lijden en dood met uitdoven van passies en verlangens. Oorzaak van samsara en lijden bevindt zich in karma (wet van oorzaak en gevolg cf supra) en verlangens/begeerte, maar zeker ook in onwetendheid. Het streven is dus naar inzicht, niet zozeer wetenschappelijk, maar een diep begrip in de mens en de wereld dat voortkomt uit ervaringen. Atman (= het diepste zelf) en brahman (= fundamentele principe van het universum) in hindoeïsme, de diepste onveranderlijke grond van de mens en het universum, of Anatman (= niet-zelf) in boeddhisme, waar men gelooft dat het unieke zelf een illusie is waar je jezelf van moet bevrijden. Reïncarnatie is in de oosterse geloven dus een vloek. Moderne westerse visie: reïncarnatie wordt niet gezien als een vergelding gebaseerd op het vorige leven, maar als een kans tot vergaren van nieuwe kennis & vermogens en om de zelfontplooiing te vervolmaken. Het is dus een tool in de autonomie en de vooruitgang, de basisprincipes van het verlichtingsdenken. Hier is reïncarnatie absoluut geen vloek maar net een kans. o Theosofie: reïncarnatie gaat in opgaande beweging, men keert niet terug naar een ‘lagere’ bestaansvorm, als middel voor zelfverwerkelijking. o Antroposofie: verdere uitwerking van theosofie, waarbij de menselijke geest zichzelf positief ontwikkelt doorheen de verschillende reïncarnaties, tot wanneer die volkomen zichzelf geworden is. o New age (cf. supra): spirituele > materiële, holistische visie. REFLECTIEVRAGEN 1. Bespreek: citaat van Dorothee Sölle van verkorte rouwtijden en geen tijd voor lijden, dat dergelijke blindheid alleen kan bestaan in een maatschappij waar het vanzelfsprekend is dat men niet lijdt (p18) Theoretische achtergrond: “Men moet zich afvragen wat er van een maatschappij zal terechtkomen waarin bepaalde vormen van lijden moeiteloos worden vermeden, waarin rouwtijden knap kort zijn, waarin gehandicapten en zieken snel uit het huis zijn…Een dergelijke blindheid is mogelijk in een maatschappij waarin het vanzelfsprekend is dat men niet lijdt.” Mensen in de hedendaagse maatschappij zouden op de vlucht zijn voor en zich willen afschermen van lijden. Lijden is moeilijk te aanvaarden, in een maatschappij waar gezondheid quasi religieus aanbeden wordt als het hoogste goed. Lijden herinnert de mens aan zijn beperkingen, en net dat is iets waar in onze maatschappij het moeilijk mee heeft. (zie ook Desmet: elementen van scheiding tussen lijden en menswaardigheid). Made by Isa - Eigen reflectie: zelf in te vullen. 2. Bespreek de stelling: " Lijden is zinloos, maar lijden kan ook een zekere zin ontvangen”? (p38-36) Theoretische achtergrond: Kushner: lijden an sich is zinloos, maar we kunnen het zelf wel boven zijn zinloosheid uittillen door er zelf zin aan te geven. De vraagstelling wordt dus: “wat doe ik eraan, nu me dit is overkomen?”, in plaats van “Waarom is me dit overkomen?”. Volgens religies is de mens ook in de eerste plaats een zin-ontvanger, eerder dan een zingever. De zin van het leven wordt ons aangereikt, ook in absurde lijdenssituaties kan dat het geval zijn. Eigen reflectie: zelf in te vullen 3. Zijn godsgeloof en menselijke vrijheid/autonomie met mekaar verzoenbaar? (p45-46) Theoretische achtergrond: Volgens de atheïstische visie is het bestaan van een goddelijke macht een beperking van de menselijke vrijheid, zelfontplooiing en autonomie, welke belangrijke waarden zijn in onze westerse maatschappij. God ontkennen betekent voor hen dus de mens affirmeren. Volgens de Christenen is het godsgeloof echter net een mens-ontplooiende en humaniserende invloed. Menselijke autonomie verabsoluteren doet volgens hen geen recht aan de mens en maakt godsgeloof zelfs onmogelijk. Eigen reflectie: zelf in te vullen. 4. Bespreek de stelling: 'De vele mogelijke levensbeschouwingen in onze cultuur dwingen mensen tot agnosticisme' (p7 ev - p47) Theoretische achtergrond: In een postmoderne cultuur waar individualisering en pluralisme hoogtij vieren, is er op den duur teveel keuze voor mensen (van levensbeschouwelijke visies (vroeger vond iedereen plekje in Christelijk huis: levensvisie via gemeenschap) met nog vele variaties op elk menu, men weet niet meer wat te kiezen in de chaos. Men durft geen transcendente werkelijkheid te affirmeren (er leven heel wat rancunes tegen de kerk, haar morele voorschriften etc) noch te ontkennen. Agnosticisme is het gevolg. Eigen reflectie: zelf in te vullen. 5. Het blijven aanspreken van god tijdens lijden is belangrijk. Licht deze visie toe en verklaar waarom ze zo eigen is aan het bijbels-christelijk geloof (p70 ev) Theoretische achtergrond: Om de relatie met God te onderhouden moet je Hem blijven aanspreken (vocatief). Zelfs op momenten dat het lijden de overhand krijgt en God heel ver weg lijkt, mag je desnoods schreeuwen tegen hem, maar blijven aanspreken is belangrijk. Hieruit komt het gebed voort, wat de relatie concreet maakt. In de psalmen leest men smeekbeden, die mensen opperden in nood. Jezus zou zelf psalm 22 uitgeschreeuwd hebben in zijn godverlatenheid aan het kruis. Christenen gaan ervan uit dat hij altijd luistert, en vertrouwen erop dat ondanks hun lijden, ze ook verhoord worden, ook al is er weinig reden om dat te denken soms. Eigen reflectie: zelf in te vullen. 6. Bespreek: Spiritualiteit is een vreemde eend in de medische bijt OF Wat verstaan we onder 'spiritualiteit van de arts' en hoe zijn aandacht en aanwezigheid daarbij belangrijke sleutelbegrippen? (p91 ev) Theoretische achtergrond: o Spiritualiteit = een levenswijze die geworteld is in een erkenning van een spirituele entiteit, dwz één die niet te herleiden is tot het fysische, psychologische of sociologische. Deze entiteit kan persoonlijk (cf Christendom, Islam, Jodendom) of niet-persoonlijk (cf. atheïstische spiritualiteit) zijn. Het gaat hier niet om de ‘zweverige’ connotatie (= ‘spiritualistisch’) maar om een levensstijl die aandacht heeft op de diepere dimensies die tegelijk ook betrokken zijn bij de concrete alledaagse realiteit (job, familie…) o Artsenspiritualiteit = leven en geneeskunde bedrijven met aandacht voor de spirituele dimensie van de mens en de diepere zin-vragen van de patiënt. Een spirituele arts is een gepassioneerde arts, met zijn/haar hart erbij. o Vreemde eend in de medische bijt, die eerder op een harde technisch-economische wereld lijkt? Niet per se. Een spirituele arts is een arts die zich niet laat lijden door verlangen naar Made by Isa - status, eigenbelang of geld, maar net innerlijke vrijheid nastreeft en zijn kijk wenst te verbreden buiten de grenzen van het bio-psycho-sociologische. o Aandacht & aanwezigheid: de patiënt moet centraal staan, daar geneeskunde ontstond uit het lijden van concrete mensen. De patiënt verlangt er ook naar om als persoon benaderd te worden, en hiervoor is kwaliteitsvolle aanwezigheid en aandacht van de arts noodzakelijk. Niet enkel nakijken maar ook hun verhaal aanhoren. Dat brengt de arts tot diepere inzichten in de patiënt, en raakt de arts, wat een anders handelen met zich meebrengt. Empathie zorgt voor de patiënt ook voor levensenergie. Belang van discretie (> discernere, onderscheiden): je onderscheid de verschillende elementen die meespelen in een keuze. Eigen reflectie: zelf in te vullen