PI-PHI - Xs4all

advertisement
Ed.090310
PI-PHI
HET BOEK DER VERHOUDINGEN
D E
A N A L O G I S C H E
D E N K W IJ Z E
A L S
==================================================
S L E U T E L V O O R U N I V E R S E L E K E N N I S
Door
ANO
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
I
I N H O U D S O P G A V E
=========================
Inleiding
BLAD
====
III
Citaten/stellingen
XVII
Gedachtethema’s
=================
NO. 1 Samenwerking
NO. 2 Licht, Weerstand en Bewustwording
NO. 3 Lichaam en Ziel
NO. 4 Magnetisme, Zwarte gaten, Materie
NO. 5 Symbolen, Rituelen, Ceremoniën
NO. 6 Bewustzijnsbeperking door de materie
NO. 7 De Vormenwereld
NO. 8 De Vierde en Vijfde dimensie
NO. 9 Resonantie (Vraag en antwoord)
NO.10 Godsbeeld
NO.11 Natuurlijk gedrag
NO.12 Creatieve evolutie en Gaia hypothese
No.13 Programmeren en Opslaan
NO.14 De Gulden Sneden of De Goddelijke Verhouding
NO.15 De Stralende Mens
NO.16 Reïncarnatie
NO.17 De Innerlijke Middenweg
NO.18 Creëren met tegenstellingen
NO.19 De Big-Bang, Tijd/Ruimte Hypothese
NO.20 Energie, Geld en Macht
NO.21 Wat is het Doel van het Leven
NO.22 Liefde
1-1
2-1
3-1
4-1
5-1
6-1
7-1
8-1
9-1
10-1
11-1
12-1
13-1
14-1
15-1
16-1
17-1
18-1
19-1
20-1
21-1
22-1
NAWOORD
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
II
Wij hebben alles eens geweten,
maar zijn het NU vergeten.
Ons gevoel heeft daarvan nog een weten,
dat NU, noemen wij ons geweten.
Alles uit dit geschrift mag, mits onveranderd, verveelvoudigd en
verspreid worden zonder toestemming van de redactie. Indien er
veranderingen aangebracht zijn, moeten deze eerst ter goedkeuring aan
de redactie worden voorgelegd, alvorens tot vermenigvuldiging en
uitgifte mag worden overgegaan.
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
III
INLEIDING1
Het leven is als het snoeren van kralen,
je weet nooit hoe lang die wordt,
maar het einde zullen wij allen halen,
want daar komt dan altijd weer het slot2.
Melita
5
10
15
De bedoeling van dit boekwerk is, om hierin Gedachtethema’s te verzamelen, die de verbanden aangeven tussen de
verschillende levens- of bewustzijnsniveaus.
Zo’n
Gedachteonderwerp
zullen
we
in
dit
boekwerk
Gedachtethema noemen. Er zal getracht worden deze op een
voor ieder duidelijke wijze te beschrijven. Daarbij is er
een streven om, uiteindelijk, ieder Gedachtethema in een
totaalbeeld te plaatsen. Een totaalbeeld dat gevormd zal
worden door 22 Gedachtethema’s, waarover later meer.
20
25
30
35
Hoe komen we nu aan een Gedachtethema om deze te gaan
overdenken ? Deze kunnen we krijgen door een plotselinge
inval, inspiratie, maar ook kan bewust een onderwerp
gezocht worden om die uit te werken. We moeten daarvoor de
natuur beschouwen met al zijn facetten, en de gedragingen
van mens en dier daarin, alsmede de scheikundige processen
die daarmee vergelijkend in verband staan. Om de bedoeling
iets duidelijker te maken, er is een vergelijking te maken
met het principiële gedrag van water en elektriciteit; dit
is gedaan in Gedachtethema no. 4.
Met de Gedachtethema’s is het de bedoeling om te trachten,
volgens een analogische manier van denken het hele
levensproces met al zijn verschijnselen en eigenschappen,
die zelfs te maken kunnen hebben met andere dimensies of
het dimensieloze, beter te leren begrijpen en eenheid
daarin te ontdekken.
1
2
Wanneer we in dit geschrift bijbelse teksten aanhalen, dan moet men
niet direct denken aan een religie of kerkelijke verbondenheid, maar
eerder aan kennis(Gnosis) die al bestond ver voordat de zogenaamde Bijbel werd samengesteld uit de reeds bestaande antieke geschriften.
Geloof wordt een zeker Weten door Kennis.
Ik ben de Alfa en de Omega, zegt de Here God, die is en die was en die
komt(Openbaring 1-8) Door de verbinding van het begin en het einde
bestaat ons begrip van tijd niet meer. Een andere bewustzijnsstaat is
dan bereikt.
1
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
IV
5
10
Analoog komt van het Latijnse woord “ANALOGIA”, wat
evenredigheid of overeenstemming betekent.
Met analogisch denken wordt hier dan bedoeld, het in denken
betrekken van verschillende levensniveaus met het oog op
hun overeenkomsten of evenredig- en wetmatigheden.
Met verschillende levensniveaus worden bedoeld:
Ten eerste, Het geestelijk of spirituele niveau.
Ten tweede, Het niveau waarop de geest is gebonden
aan de materie; bv. zoals bij de mens.
Ten derde, Het niveau van de materie met haar wetten
en chemische processen.
15
20
25
30
35
40
Door nu deze analogische manier van denken te gebruiken bij
het zoeken naar overeenkomsten tussen de tweede en derde
groep, hopen we door de wisselwerking die daarvan uit gaat
te komen tot een beter begrijpen van zaken die op het
geestelijk niveau liggen. Misschien dat het op die manier
mogelijk is een brug te slaan tussen, wat wij noemen, het
stoffelijk en geestelijk gebied.
Door alles te beschouwen als staande in verhouding tot
elkaar, materieel en spiritueel, hebben we een groter
gebied tot onze beschikking om kennis te vergaren, dan
mogelijk
door
middel
van
alleen
het
zogenaamde
wetenschappelijke bewijs. Deze verhoudingen kunnen wat het
spirituele aangaat ook omgekeerd evenredig zijn, want wat
wij in deze materiële wereld waarnemen is de schaduw van de
werkelijkheid, zoals duidelijk gemaakt in Gedachtethema
No.10.
Wij kunnen het volgende stellen,
De grens van de wetenschappelijke bewijsvoering voor het
wel of niet bestaan ligt daar, waar de beweging van de
materie,(intern of extern), ophoudt.
Door de weerstand wat het bewegende ondervindt ontstaat
verschil, dat verschil worden wij ons bewust. Dit wordt
verduidelijkt in Gedachtethema No. 2
De analogische bewijsvoering overschrijdt de grenzen van
het materiële bestaan. Uiteindelijk vormt alles, materieel
2
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
V
5
10
15
20
25
30
35
40
en spiritueel ‘n eenheid, waarbij de materie aan het eind
van de cycli over zal gaan in het onstoffelijke; zie
daarvoor Gedachtethema No. 19
Men kan de Gedachtethema’s voorstellen als geplaatst op de
omtrek van een cirkel, waarbij met het overdenken gestreefd
wordt in de richting van het cirkelmiddelpunt te gaan; door
overeenkomsten, verhoudingen en eenheid in alles te zoeken.
Zie titelblad. Het resultaat zal zijn vereenvoudiging, wat
dan weer meer duidelijkheid over het onderwerp verschaft.
Ten meer omdat de onderwerpen in die richting elkaar meer
en meer gaan overlappen of punten gemeen krijgen, totdat
bij het bereiken van het middelpunt het beredeneren en het
aanvoeren van bewijzen geen zin meer hebben. Daar in het
middelpunt wordt de eenheid bereikt, waar woorden geen
functie meer hebben. Want het denken in woorden vervat
heeft alleen met ons materialistisch hersendenken te maken.
Hoe meer we het middelpunt of de kern van een zaak
benaderen des te helderder dat voor ons zal worden. Een
voorbeeld. Iemand start met het leggen van een legpuzzel
zonder te weten hoe deze er uiteindelijk uit zal zien, hoe
kan hij het beste beginnen? Allereerst moet hij beginnen
met het verzamelen van alle kantlijnstukken en deze aan
elkaar passen. De gevonden omlijsting kan dan gebruik
worden als basis, om van buiten naar binnen te werken,
waarbij dan gebruik gemaakt wordt van kleurverschillen etc.
En hoe meer hij het midden benadert des te sneller de neer
te leggen stukjes worden gevonden. Uiteindelijke wordt het
totale beeld zichtbaar.
Deze verzameling van Gedachtethema’s heeft als titel
“Pi-Phi” meegekregen. De reden hiervoor is de volgende: Het
eerste gedeelte van de titel, “Pi”, heeft te maken met de
verhouding
van
cirkelomtrek
tot
zijn
doorsnede.
De
middellijn van deze cirkel is te beschouwen als een
rechtlijnig scheppende beweging, een mannelijk principe,
waardoor materie en antimaterie, (wervelingen), ontstaan en
waarvan de verdere ontplooiing plaats vindt in een ruimte
begrensd door de cirkelomtrek; een vrouwelijk principe, zie
3
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
VI
5
10
15
daarvoor Gedachtethema No. 19. Deze cirkelomtrek geeft een
analogisch verband aan van de cirkelgangen en terugkerende
gebeurtenissen in ons leven. Denk bv. eens aan dag en
nacht, de jaargetijden met alles wat daarmee samen hangt,
omgangen en vormen van hemellichamen, materie deeltjes,
kortom alles wat beweegt en daardoor is waar te nemen of
waarneembaar te maken is. Meer daarover in Gedachtethema
No. 16.
Het tweede gedeelte van de titel “Phi” heeft te maken met
de gulden snede, ook wel sectio devina of goddelijke
verhouding genoemd. Het is een verhoudingsgetal, welke
terug te vinden is in afmetingen die in de natuur voorkomen
en al in oude tijden in bouwwerken en beelden werd
toegepast; waaronder de grote piramide van Cheops in Egypte3
en ook in de kunstwerken van de oude Griekse beschaving;
zie Gedachtethema No. 14.
20
25
30
35
Zoals gezegd kunnen Gedachtethema’s elkaar gaan overlappen,
wanneer zo’n overlapping plaats vindt zal worden aangegeven
waar meer over dat onderwerp kan worden gevonden en wel als
volgt:
(Zie
ook
GEDACHTETHEMA
NO....).
Mogelijk kunnen we zo’n
verwijzing
later
nog
preciseren
door
daaraan
een
regelnummer toe te voegen.
Er wordt wel eens gezegd, waarom ons te verdiepen in
materiële zaken, is alles niet illusoir en doet het zich
niet anders aan ons voor dan het in werkelijk is? Dat mag
dan wel waar zijn, maar dat wil niet zeggen dat wat wij
zien op het 3-dimensionale niveau niet bestaat. Wat is de
mens dan, illusoir?
Wat wij van het materiële zien is de buitenkant en vaak
daarvan nog maar een heel klein gedeelte van een groter
geheel. Gedachtethema No. 8 geeft in die geest enkele
voorbeelden die ons zullen laten zien, dat ons bewustzijn
3
Volgens de laatste wetenschappelijke informatie, schijnt deze
piramide 10.500 jaar vóór het begin van onze jaartelling gebouwd
te zijn. Dit is vastgesteld aan de hand van de precessiebeweging
van de aarde, het sterrenbeeld Orion en de Egyptische mythologie.
Deze datum werd ook al vele jaren geleden gegeven in de zogenaamde
readings van de Amerikaanse slapende profeet Edgar Cayce.
4
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
VII
5
10
15
20
25
30
35
40
beperkt wordt door het krampachtig vasthouden aan het
driedimensionale aardse denken.
Een ander punt is, dat diegenen die het onderwerp illusie
te berde brengen, eigenlijk alleen daarover iets kunnen of
mogen
zeggen,
wanneer
zij
door
eigen
onderzoek
en
ondervinding tot deze conclusie zijn gekomen.
Wij weten nu door onderzoek, dat bv. de elementen waarmee
een brok materie is opgebouwd op grote afstanden van elkaar
liggen, wat de reden is dat dit, onder andere, door Xstralen kan worden doorgelicht. Wij weten nu ook, dat
materie bestaat uit energie, want wanneer we atomen
splitsen komt er een enorme hoeveelheid energie in de vorm
van straling vrij. Zo zal door onderzoek de kennis van het
materiële en het spirituele naar elkaar groeien.
We leven in deze wereld om door het opdoen van ervaringen
meesterschap over de materie te verkrijgen en deze kennis
op een altruïstische wijze leren te gebruiken.
Wij zijn als de verloren zoon in het Bijbelse verhaal, die
de wereld inging en ontdekte dat deze anders was dan hij
zich deze allereerst had voorgesteld. Na deze ondervinding
was hij meer waard dan de achtergeblevenen en kon hij met
gezag daarover spreken. Natuurlijk zijn er zaken die met
denken niet direct of geheel niet begrepen kunnen worden,
maar de hersenen kunnen wel gebruikt worden om het aards
gebonden bewustzijn in een toestand te brengen waarbij de
kans bestaat om onaardse belevenissen op te doen. In
verschillende Gedachtethema’s zal daar aandacht aan worden
besteed. Zo wordt in Gedachtethema No. 3 met denken
aangetoond dat we een ziel moeten hebben, die losmakelijk
met het lichaam verbonden is en die voor zijn doel gebruik
maakt van dat lichaam.
Het plan is om met onze Gedachtethema’s het aantal van 22
niet te overschrijden. Waarom 22 ? Omdat de omtrek van een
cirkel in verhouding tot zijn doorsnede is, als 22 staat
tot 7.
Zeven4, kan in ons voorbeeld worden gezien als een symbool
voor het leven of als het bezielende element dat wordt be4
Een symbool voor de 4 aardse-en 3 spirituele elementen
5
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
VIII
5
10
15
20
25
30
35
40
grensd door twee en twintig elementen. Deze vormen te samen
een uitdijende materialistische cirkel, gepaard gaande aan
het steeds meer creëren van specialisaties en vermeerdering
der verschillende vormen, alsmede afscheidingen. Wat gelijk
staat met meer en meer dood gaan.
Het is interessant hier nog te vermelden dat de menselijke
hersenen worden omsloten door 22 beenderstukken en wel 14
voor het aangezicht en 8 voor de schedel. Het hoofd rust op
een wervelkolom bestaande uit 33 wervels, waarvan 7 hals-,
12 borst-, 5 lenden-, 5 heiligbeen- en 4 staart-wervels.
Het leven van Jezus Christus hier op aarde duurde 33 jaar
en eindigde op Golgotha.
Golgotha is afgeleid van het Hebreeuwse woord Gulgoleth wat
schedel en begraafplaats betekent. Een ander woord voor
Golgotha is Calvarië wat een afleiding is van het
Latijnse woord calva; wat ook schedel betekent. De laatste
levensfase van Christus hier op aarde eindigde aan het
kruis op Golgotha. De 22ste letter van het Hebreeuwse
alfabet, “Tau”, heeft als betekenis kruis en staat voor de
4 basiselementen waaruit de materie gevormd is. Aan dit
kruis is het hogere principe, uitgebeeld door een driehoek
of Vader, Zoon en de Heilige Geest, met drie nagels
verbonden aan het kruis. Wanneer de 4 elementen in het
midden zijn versmolten, vindt er een omkering plaats en
volgt de verlossing van het materiéle. Volgens het oude
weten wordt de optelling van de 4 elementen als volgt
gedaan: 1+2+3+4=10, 1+0=1. Meer in Gedachtethema No. 19
daarover.
Oude Indische geschriften zeggen, dat bij een juiste
geestelijke
ontwikkeling
een
energiestroom,
in
het
Sanskriet Kundalini genaamd, als de kronkelingen van een
slang, vanaf de onderkant van de wervelkolom zich een weg
langs de 33 wervels naar boven zoekt, waarbij het de zeven
voornaamste
energiecentra
passeert;
in
het
Sanskriet
chakra’s genaamd. Denk eens aan de Esculaap als een symbool
voor artsen, bestaande uit een ruggengraat met daarom heen
een slang
Johannes noemde deze chakra’s in het bijbelboek, welke als
opschrift heeft De Openbaring van Jezus Christus, de zeven
6
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
IX
gemeenten. Dit bijbel boek bestaat uit 22 hoofdstukken. Dat
op zich zelf het overdenken waard is.
5
10
Voor degenen die meer over dit onderwerp willen lezen
volgen hieronder 3 aanbevelingswaardige boeken, met titel,
schrijver en de uitgever daarvan:
1.Man, The grand symbol of the mysteries By Manly P Hall,
Uitgeverij: The philosophical research society,
3341 Griffith Park Boulevard, Los Angeles 27, California.
2.De symboliek van het menselijk lichaam, door
M.P. Hall, Uitg. Theosophische uitgeverij-Amsterdam.
15
20
25
30
35
40
3.De Apocalyps ontzegeld door James M. Pryse,
zijnde een esoterische interpretatie van
De Inwijding van Johannes, gewoonlijk genaamd
De openbaring van Johannes; het laatste geschrift in
de bijbel, Uitgeverij, Gnosis (W. Sijmons & Co.)
De vraag wordt nog wel eens gesteld:“Heeft Jezus Christus
echt op aarde geleefd?”. De reden hiervoor is, dat er zo
weinig historisch bewijs daarvoor te vinden is en ook al,
omdat er meerdere identieke verhalen zijn die zelfs
duizenden jaren ouder zijn. Als antwoord zouden we kunnen
geven, al zou hij niet zo precies in materiële zin op aarde
geleefd hebben, dan is er toch nog altijd een geboorte van
de ideale mens in de geest geweest. Dit ideale beeld kunnen
we
alleen
hebben
als
dit
de
mogelijkheid
van
verwerkelijking in zich heeft, anders was het logischerwijs
bekeken onmogelijk om daar een voorstelling van te maken.
Aan dit punt wordt in Gedachtethema No. 10 aandacht
besteed, alsmede zal daarin een antwoord worden gegeven op
een veel gestelde vraag en wel deze, waarom laat een goede
en
rechtvaardige
God
al
die
verschrikkelijke
gebeurtenissen,
die
zoveel
pijn
en
intens
verdriet
veroorzaken, toe en grijpt Hij niet in.
Het kenmerk van leven is, het doen bewegen of veranderen.
Wat ook het geval is met het levende woord. Wanneer het
woord wordt uitgesproken, gelezen of gedacht, komt dit tot
leven doordat hoorbare en onhoorbare trillingsgolven zich
7
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
X
5
10
15
20
25
30
35
40
vanaf het punt van oorsprong in het universum uitbreiden.
Het neergeschreven woord is op zichzelf onbeweeglijk en een
momentopname
van
een
gedachte;
gekristalliseerd
en
levenloos. Door dat woord te lezen kan het gebeuren dat je
daardoor wordt aangesproken en je gevoel daarop gaat
resoneren. In Gedachtethema No. 9. zullen we het daarover
hebben.
Omdat het geschreven woord ondergeschikt is aan het
gesprokene is het de bedoeling, wanneer er in de toekomst
genoeg nieuw materiaal beschikbaar komt, dit boek uit te
breiden en de filosofische overdenkingen op losse bladen
vast te leggen. Deze bladen kunnen dan worden verzameld in
een te openen band, waardoor het mogelijk zal zijn nieuwe
teksten toe te voegen of veranderingen in bestaande teksten
aan te brengen. Het wordt daardoor een aan veranderingen
onderhevig levend boek.
In dit boekwerk worden zo nu dan fragmenten uit de bijbel
aangehaald, daarom het volgende voor hen die dit nog niet
weten; de bijbel is niet een boek dat exclusief bij een
kerk of geloofsrichting hoort. In vroegere tijden werden
uit verschillende geschriften of boekrollen, die betrekking
hadden op de spirituele kant van de mens, gedeelten
geselecteerd en samengevat tot een boek wat we nu de Bijbel
noemen. Dus een ieder die op zoek is naar wijsheid kan daar
gebruik van maken. Er moet nog een opmerking gemaakt worden
over de vertaling daarvan uit het Hebreeuws naar andere
talen en in het bijzonder, de 5 eerste boeken van de
bijbel; de Pentateuch of de Thora. Wij moeten in gedachten
houden dat wat vertaald is een taalkundige vertaling is. In
het Hebreeuws stellen de letters óók getallen voor, de
getalswaarden van de woorden gaan dus bij de vertaling
verloren.
Er is door het Joodse volk altijd grote zorgvuldigheid in
acht genomen bij het kopiëren van de Bijbelse geschriften.
Er mocht zelfs geen jota worden veranderd5. Een woord
enigszins veranderen is niet zo dramatisch dat gebeurt alzo
bij een vertaling en hoeft niet altijd invloed te hebben op
5 Jota is het kleinste lettertje van het Hebreeuwse alfabet.
8
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
XI
de betekenis van een zin, maar een getal veranderen heeft
al direct consequenties.
5
10
Het lezen volgens de getallen heeft met Gematria te maken,
de geheime leer of getalsymboliek van de kabbalisten die
getallen als woorden en woorden als getallen lezen. Zie
daarvoor eens het boek van Professor F.Weinreb “De Bijbel
als schepping”. Uitg. Servire.
15
Ook in “De Geheime Leer” geschreven door H.P.Blavatsky,
wordt dit onderwerp behandeld.
De vraag is, heeft een vroegere vóór-Egyptische beschaving
voor ons hedendaagse mensen kennis in getallen vastgelegd?
20
25
30
35
40
En wanneer het waar is dat de kennis van weleer is verpakt
in getallen en door middel van de Thora of Pentateuch aan
ons wordt overgedragen, dan is het aan ons om de sleutel
daarvoor te vinden
Is het je bekend, dat in onze Personal Computer(PC) met
iedere aanslag op de terminal, de gekozen letter in een
getal wordt omgezet en dat wanneer we op de computer zelfs
maar een punt vergeten, bij het opvragen van bij voorbeeld
een adres, deze niet kan terugvinden; Gedachtethema No. 18
gaat o.a. daarover.
Hieronder een voorbeeld zoals gegeven in “De Joodse Geheime
Leer”.
De getallenwaarde van de naam Mozes, is omgekeerd aan die
van Jehovah’s naam “ Ik ben die Ik ben”.
De naam Mozes in het Hebreeuws is:
De letterwaarden zijn respectievelijk: 5
300
40
De som daarvan is: 5 + 300 + 40 = 345
Toen Mozes aan Jehovah vroeg wat moet ik de Israëlieten
zeggen wanneer zij Uw naam vragen , zeide Hij: “Zeg hen,
Ik ben die Ik ben”.
In het Hebreeuws is dat :
Ahiyé
Asher
Ahiyé
In Hebreeuwse letters, waarbij de woorden van achteren naar
voren worden gelezen, is dat:
9
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
XII
5
10
15
20
25
30
35
De letterwaarden zijn respectievelijk:
5 10 5 1
200 300 1
5 10 5 1
De woordwaarden zijn:
21
501
21
De som daarvan is: 21 + 501 + 21 = 543
De gevonden waarden 345 en 543 zijn tegengesteld of elkaars
spiegelbeeld. De waarheid ligt in het midden. Wanneer we
deze twee waarden optellen of verenigen krijgen we het
getal 888; de letterwaarde van het Griekse woord Iësous, of
het hogere denken. Daar waar geen tegenstellingen bestaan
en vrede heerst. Meer daarover in Gedachtethema No. 10
En wat te denken van het raadselachtige geslachtsregister
van Adam tot aan Noach?
De veelvouden van 30 en 103(priemgetal), die door het
ontbinden in factoren van de sterfdata ontstaan, kunnen
toch niet worden beschouwd als toevalstreffers. Het valt
ook zeer te betwijfelen of dit geslachtsregister de
werkelijke leeftijden van Adam en zijn nazaten aangeeft.
Het
zou
eerder
te
maken
kunnen
hebben
met
de
antediluviaanse dynastieën van Genesis, zoals beschreven in
het boek van C.F.Ph.D. v.d. Vecht “ De Steenen Spreken”
Een boek dat het veel omstreden idee bevat dat de
geschiedenis of de ontwikkeling van de mensheid is af te
lezen uit het gangen- en kamerstelsel van de Grote Piramide
van Gizeh. In genoemd boek wordt ook verteld dat de
getallen 30 en 103 werden gebruikt voor de Egyptische
tijdberekening. De periode van 103 jaar was de PRIMAIRE of
GRONDCYCLUS DER EGYPTISCHE CHRONOLOGIE.
Zie het diagram
hierna.
De tijdseenheden die bij de Egyptenaren ook in lengtematen
werden uitgedrukt, is weer terug te vinden in hun
koningslijsten en de constructie van de Grote piramide.6
6Interessant is nog te vermelden dat de onderstaande berekening met
deze getallen, het verhoudingsgetal Pi benadert met een verschil
van ongeveer 0.000478543. Wat dit voor een betekenis heeft moet nog
blijken.
10
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
XIII
5
10
15
Zie verder voor een verband tussen de grote piramide en de
ark van Noach, wat Prof. F.Weinreb daarover schreef in zijn
boek “De bijbel als schepping”. Uitg. Servire.
Wie
enig
constructief
inzicht
heeft
en
de
piramideconstructie heeft bekeken met zijn schuin oplopende
gangen, wanden van gangen die naar de zoldering ook weer
schuin toelopen, de zogenaamde koningskamer met zijn
constructie voor de gewichtsontlasting op het plafond, de
met elkaar verband houdende bematingen van de verschillende
kamers en gangen, moet wel tot de conclusie komen dat voor
de ons bekende Egyptische geschiedenis een volk heeft
geleefd, die een zeer goede technische en organisatorische
11
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
XIV
5
10
15
20
25
30
35
40
kennis moet hebben bezeten. En dan hebben we het nog niet
gehad over de astronomische gegevens die in dat bouwwerk
zijn vastgelegd. Ieder gezond denkend mens die zich niet
laat beïnvloeden door die hedendaagse wetenschappers, die
zeggen dat de kennis der techniek nooit zo hoog is geweest
als nu, omdat zij zo weinig sporen in het verleden daarvan
hebben kunnen vinden, moet wel tot de conclusie komen dat
er een technische kennis heeft bestaan, die wel eens groter
zou kunnen zijn geweest dan door deze wetenschappers wordt
aangenomen. Trouwens er zijn zoveel archeologische vondsten
gedaan waar wij geen verklaring voor hebben en die te
denken geven. Overblijfselen van vroegere beschavingen
kunnen zich weleens ver onder de oceaanbodem bevinden en
misschien was er al een hoge beschaving op Mars, die door
een natuurlijke of onnatuurlijke oorzaak te gronde is
gegaan. Zo’n gebeurtenis kan hebben plaatsgevonden veel
verder terug in de geschiedenis dan de mens ooit heeft
kunnen vermoeden. Dit kan gebeuren met de aarde, indien de
mens zelfzuchtig blijft handelen. Er zijn zeer oude
verhalen die het hebben over vliegende voertuigen. Wat is
bv. 100 duizend jaar vergeleken met het bestaan van de
aarde en is er na zoveel jaren nog wel iets terug te
vinden, de verandering van het aardoppervlak daarbij in
aanmerking genomen. Zou bij voorbeeld een computerchip nog
terug te vinden zijn na zoveel jaar. En indien zo, is zo’n
stukje technisch vernuft dan nog herkenbaar voor technisch
minderen, waarop microscopisch kleine schaal, honderden zo
niet
duizenden
schakelingen
met
bedradingen
zijn
aangebracht ?
Het moet uit een verkeerd soort wedijver voortkomen dat we
niet kunnen verdragen dat vroegere beschavingen, die uit
ons gezichtsveld verdwenen zijn, verder waren in techniek
en wijsheid.
Hoe vaak willen velen ons doen geloven dat onze voorouders
uit de dertiende eeuw niet wisten dat de aarde rond was. Er
zullen er ongetwijfeld geweest zijn, maar dat was dan een
beperkte groep hier in Europa.
Het is wel zeker dat bv. Christophorus Columbus (1446-1506)
ook al wist dat de aarde rond was. En wat te zeggen van de
Griekse geleerde Pythagoras (550 v.Chr.), deze leerde reeds
12
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
XV
5
10
15
20
25
30
35
dat het ganse universum de gedaante van een bol had.
Aristarchus (250 v.Chr.) leerde zelfs, dat de aarde om de
zon bewoog. Eratosthenes (275-195 v.Chr.) voerde al een
graadmeting uit en berekende zelfs de omtrek van de aarde
en bepaalde deze op ongeveer 39690 kilometers.
Voorwaar niet slecht als we bedenken dat de gemiddelde
omtrek van de aarde ongeveer 40.000 km bedraagt7.
Wanneer
wij
naar
overblijfselen
zoeken,
zouden
wij
misschien ook wel de vijf boeken van Mozes hierbij kunnen
betrekken. Deze zouden wel eens iets meer in kunnen houden
dan alleen maar historische gebeurtenissen, als er nog wel
van pure historische gebeurtenissen gesproken kan worden.
Een ding mogen we wel aannemen, dat de samensteller(s) van
de Pentateuch, kennis bezaten van vroegere beschavingen. En
dan mogen we zeker de vóór-Egyptische beschavingen hierbij
betrekken.
Staat er niet geschreven:
En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren
en was machtig in zijn woorden en werken.
(Handelingen 7 : 22)
Wat geweest is, dat zal zijn, en wat gedaan is, dat zal
gedaan worden; er is niets nieuws onder de zon. Is er iets
waarvan men zegt: Ziehier, dat is nieuw, het was er al in
verre tijden, die vóór ons waren. Er is geen heugenis van
vorige tijden, en ook van de latere, die er zullen zijn,
zal er geen heugenis wezen bij hen die nog later zullen
leven. (Prediker 1:9-11)
We hebben hiervoor reeds een lijstje van geboorte- en
sterfdata gegeven van Adam t/m Noach waarbij we zien, dat
er een zondvloed plaats vond toen Noach 500 jaar oud was en
in het jaar dat Methusalem stierf. We hebben toen al
duidelijk gemaakt, dat we deze leeftijden niet letterlijk
moeten nemen. Een ander interessant geval is, dat toen de
zondvloed voorbij was, het voor de eerste maal mogelijk was
de regenboog waar te nemen. Welke conclusie kunnen we
7 Volgens wetenschappers moet Eratosthenes die kennis geput hebben uit
die van veel oudere volkeren, dit werd afgeleid uit zijn gebruik van
oude maten. Maar ook uit het feit dat zijn astronomische gegevens niet
meer golden voor zijn tijd. (Zie The Great Pyramid door Peter Tompkins
Blz. 216)
13
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
XVI
5
10
15
20
25
30
35
40
daaruit trekken? Wel deze, de aarde moet omgeven zijn
geweest door water in de vorm van ijs, die op een zeer
grote hoogte om de aarde cirkelden. Hierdoor kon het
zonlicht de aardbodem niet bereiken. Ook de warmte die de
Aarde zelf uitstraalde werd vastgehouden, hierdoor heerste
er een broeierige sfeer, waarin al het gewas over de gehele
aarde weelderig groeide. Bij deze temperatuur konden de
grote dieren, bv. de saurussen goed gedijen. Zoals je
misschien wel weet, hadden dit soort dieren een opwarmtijd
nodig om in actie te kunnen komen. Bij de hedendaagse
temperaturen zou dat hoogstwaarschijnlijk onmogelijk zijn.
Nog een ander feit is, dat op de hele aarde, inclusief de
Noordpool, kolenlagen worden gevonden, dat geeft al aan dat
de temperatuur toen veel hoger lag. Wat kan er gebeurd
zijn? Door een komeetinslag kan er een verstoring van het
evenwicht plaats gevonden hebben, waardoor het ijs wat zich
om de aarde bewoog naar beneden stortte. Een gedeelte van
het ijs smolt door de hoge temperatuur dichter bij het
Aardoppervlak en kwam neer in de vorm van regen. Een ander
gedeelte zal als sneeuw, hagel en zelfs ijs naar beneden
gevallen
zijn.
Het
moet
op
Aarde
in
korte
tijd
schrikwekkend koud geworden zijn, omdat smeltend ijs warmte
aan de atmosfeer onttrek. Dit kan de reden zijn, dat deze
ijstijd zo plotseling begon, dat er in het permafrost
beesten zijn gevonden, met het groen nog in hun bek. Toen
de aarde niet meer door het ijs werd afgeschermd, kon de
zon de aardbodem bereiken en werd het mogelijk het
verschijnsel van de regenboog te aanschouwen. Voor die tijd
was dat onmogelijk. Dit wordt dan ook in het verhaal van
Noach verteld.
Ten slotte nog dit, het zal de lezer opvallen dat de
verschillende onderdelen waaruit de Gedachtethema’s bestaan
niet altijd even vloeiend in elkaar overgaan, dit komt
omdat het geheel een verzameling is van ideeën en
inspiraties. Het is als het bijeen zoeken en in elkaar
passen van een, in het verre verleden in scherven gevallen,
uitzonderlijke mooie vaas. Lau tze, een Chinese wijsgeer,
zou daarover zoiets gezegd hebben van, de leegte van de
vaas geeft het zijn nut. Wij vragen ons af, wat gaat er in
deze leegte schuil?
14
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
XVII
5
10
15
20
25
Dit geschrift pretendeert niet een literair hoogstandje te
zijn, het is de bedoeling dat de betekenissen die met
woorden zijn omkleed goed overkomen. Verder wordt het op
prijs gesteld, dat een ieder, die dit boek zal hebben
gelezen en aan een nadere beschouwing heeft onderworpen,
nieuwe of verbeteringen van de hierin gegeven ideeën voor
dit boek inbrengt. Hij of zij wordt verzocht te zoeken naar
vergelijkingen op de verschillende levensniveaus, welke na
gezamenlijk overleg deel van dit boek zouden kunnen gaan
uitmaken.
Diegene die de eerste opzet voor dit boekwerk maakte heeft
dit ondertekend met het onderstaande Egyptisch hiëroglief
wat schrijver betekent. Volgens Sir Wallis Budge, voormalig
directeur van het Britse museum, zou de naam voor dit teken
in ons Latijnse schrift Ani zijn, maar aangezien er in de
oude Egyptische en Hebreeuwse taal geen klinkers werden
geschreven, met uitzondering van de A, denk daarbij aan de
zonnegod Ra of Re. Nefretiti of Nofrotiti enz., kunnen wij
dit hiëroglief ook vertalen naar AnO. Dat betekent dan voor
ons, het begin is ook het einde van de levenscirkel en
alles wat aan kennis door deze cirkel wordt omvat.
Eenieder die nu een bijdrage levert ter vervolmaking van
dit geschrift, zal onder dit onpersoonlijke symbool van de
schrijver vallen. Vandaar ook, dat dit boek in de wij-vorm
is geschreven, omdat wat daarin beschreven staat door velen
is aangeleverd.
30
35
15
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
XVIII
5
10
15
20
25
CITATEN EN STELLINGEN, DIE IN DIT GESCHRIFT WORDEN AANGEHAALD
1. God, de Allerhoogste, de Allesomvattende, het Onnoembare, is de bron van al het leven en de som van
al het bestaande; het zichtbare en het onzichtbare.
In deze som worden alle tegenstellingen opgeheven.
Hem verder omschrijven is Hem limiteren.
2. Indien de mens geschapen is naar Gods beeld en
gelijkenis, dan kan de mens ook weer naar zijn eigen
beeld en gelijkenis scheppen. (Op het bovenstaande is
de Hermetische sleutel gebaseerd die luidt: Zo boven
zo beneden. Deze sleutel kan worden gebruikt om meer
kennis van het bestaande te verkrijgen).
3. Bij de mens, als de top van een piramidaal evolutie
systeem, komt al het geschapene te samen. In hem komt
alle kennis van het universum, zichtbaar en
onzichtbaar tezamen. (Hij is als het ware een
brandpunt van al het bestaande).
4. Het leven kan zich op allerlei manieren uiten en
schept daarvoor zijn eigen leefomgeving. (Wat dan
inhoudt, dat niet de leefomgeving bepalend is voor
het ontstaan van leven op aarde, maar het leven zelf
schept zijn eigen leefomgeving of past zich aan met
gebruik van de bestaande omstandigheden).
30
5. De levensuitingen die wij waarnemen zijn als golfjes
op het wateroppervlak, zij ontstaan en vergaan, maar
het water blijft bestaan en past zich in beginsel
aan iedere omstandigheid aan.
35
6. Het beweeglijke komt voort uit het onbeweeglijke.
7. Doordat het bewegende weerstand ontmoet, ontstaat er
spanningsverschil of tegenstelling, waardoor de
uitingen van het leven kenbaar voor ons worden.
40
16
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
XIX
5
10
8. Alleen van dat wat beweegt of beweging in zich
heeft(elektronenbeweging, etc.), kan het bestaan
wetenschappelijk worden bewezen.
9. De kleinste materiedeeltjes die voor wetenschappers bestaan, zijn die, waarvan het bestaan met
stoffelijke hulpmiddelen nog kan worden vastgesteld
en aangezien wetenschappelijk niet kan worden
aangetoond dat wat niet beweegt bestaat, ligt de
grens van de wetenschappelijke bewijsvoering voor
het wel of niet bestaan daar, waar de beweging van
de materie ophoudt.
15
10. Het bestaan van bewegende deeltjes of lichamen
kan alleen worden aangetoond met behulp van andere
bewegende deeltjes of lichamen. Daarom zijn alle
metingen niet absoluut maar relatief.
20
11. Op het stoffelijk gebied geldt: gelijken stoten
elkaar af en veroorzaken verdeeldheid. Op het
geestelijk gebied geldt echter: gelijken vallen
samen en vormen ‘n eenheid.
25
30
35
40
12. In de 4de dimensie of op een hoger bewustzijnsniveau, vallen alle figuren, lichamen en geestpatronen die gelijkvormig zijn samen en zijn daar één.
(De regel van Hermes: “Zo boven, zo beneden”, heeft
daarmee te maken en geeft ook een verklaring voor
het synchroniciteitsverschijnsel beschreven door
Dr.Carl Jung..
13. Het karakter van de natuur is nemen, die van liefde
is geven.
14. Bij samenwerking kunnen we stellen, dat de som van
de samenwerkende krachten groter is dan de som van
deze krachten afzonderlijk, bv. dat 1 plus 1,
groter is dan 2 of anders gezegd, het geheel is
groter dan de som der delen.
17
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
XX
5
10
15
15. Al het materiële in deze wereld is in eerste instantie ontstaan door beweging en de weerstand daar
tegen, waardoor splitsing van dat Ene plaats vond.
Bewegingloosheid is materie-, ruimte-en tijdloos.
16. In het algemeen genomen geldt, dat alle kleine
lichamen ten opzichte van de grotere sneller
bewegen en waar het kleine samen gaat met veelheid
en tijdverkorting, zo gaat het grotere gepaard
aan weinig en tijdverruiming.
17. Liefde is: het vereenzelvigen met de ander en deze
aanvaarden zoals hij is.
18. Eenvoud betekent vrijheid, veelvoud gebondenheid.
Meer verdeeldheid geeft meer dood.
20
19. De som van al de bewegingssnelheden in een lichaam
en de snelheid van dit lichaam ten opzichte van het
Big-Bang punt, is constant en gelijk aan de totale
of absolute lichtsnelheid.
25
20. Alles wat door de mens maar bedacht kan worden heeft
de mogelijkheid in zich, om een vaste vorm te
krijgen op het stoffelijk vlak.
30
35
21. Aangezien al het geschapene bestaat uit tegendelen,
kunnen we stellen dat er voor iedere vraag een
antwoord bestaat.
22. De weg naar volwassenheid gaat gepaard met verlies
aan illusies. Aan het einde van die weg hebben we
van alles afstand gedaan, behalve het Zijn of
“Ik ben die Ik ben”; het een zijn in God.
18
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-1
GEDACHTETHEMA NO. 1
SAMENWERKING
5
Het is algemeen bekend dat het belangrijkste bij werken in
teamverband is, dat eenieder die deel van dat team uitmaakt
eenzelfde doel goed voor ogen staat en met wegcijfering van
eigenbelangen de wil bestaat om een gestelde doel te
bereiken.
10
15
20
Team werk kan worden vergeleken met een paar ogen die
samenwerken. Wanneer deze geen gezamenlijk doel voor ogen
hebben, bij voorbeeld wanneer de ogen staren, (parallel
staan), zal ieder oog een beeld in een plat vlak waarnemen.
De waargenomen beelden zullen maar gedeeltelijk samen
vallen, waardoor het totaal beeld onduidelijk is. Zijn
echter beide ogen op hetzelfde doel gericht, dan wordt het
beeld niet alleen duidelijker, maar er komt ook nog een
dimensie bij. Het beeld dat dan wordt waargenomen is driedimensionaal.
Bij samenwerking kunnen we stellen, dat de som van de
samenwerkende krachten groter is dan de som van deze
krachten afzonderlijk, bv. dat 1 plus 1, groter is dan 2 of
anders gezegd, het geheel is groter dan de som der delen.
25
30
35
40
Brainstorming brengt een gelijksoortig effect teweeg.
Wanneer in een ontspannen sfeer met een gevoel van
groepseenheid naar de oplossing van een vraagstuk wordt
gezocht, kan er als ware een deur geopend worden
naar
andere gebieden van de geest, van waaruit nieuwe ideeën
onze wereld kunnen binnen stromen.
Nog een ander voorbeeld waaruit eenheid noodzakelijk bleek
te zijn. Uit het raam kijkend zag de schrijver van dit stuk
een grote groep trekvogels op het akkerland achter zijn
huis neerstrijken. Na enige tijd vloog deze weer op en
begon heen en weer te zwermen. In het begin ging dat wenden
en keren van de groep ongelijk, maar nadat deze zo'n
tiental keren heen en weer gevlogen had, ging dat wenden en
keren van de groep nu in één beweging. Op dat moment was
het waarschijnlijk pas mogelijk om een juiste richting te
kiezen, want het zwermen hield op, de groep koos een
19
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-2
5
richting en verdween in een rechte lijn vliegend in de
verte. Werd deze groep door het bereiken van haar eenheid
nu bestuurd door de groepsgeest, waarin een hoger en
intelligenter bewustzijn werkzaam was en waarvan de vogels
voor ons slechts de zichtbare ledematen zijn ? Wat wij zien
zijn segmenten of doorsnede van een groter geheel.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8:5-3)
10
(Voor het idee groepsgeesten, zie de geschriften van Rudolf
Steiner. Of nog beter, sla zelf de gedragingen van dieren
en beesten in de natuur gade. Het lezen van een boekje
handelend over mimicry is ook aanbevelenswaardig).
15
Wanneer er een eenheid is en dezelfde taal gesproken wordt,
zal al wat maar kan worden bedacht in een of andere vorm
uitvoerbaar zijn. Zie ook eens Genesis 11:6, waar het
volgende staat geschreven. En de Here zeide: Zie, het is
één volk en zij allen hebben een taal. Dit is het begin van
hun streven: nu zal niets van wat zij denken te doen voor
hen onuitvoerbaar zijn. Uit het bovenstaande blijkt dat het
potentieel van de gehele mensheid te samen onvoorstelbaar
groot moet zijn. De mensheid zoals ze nu is, is innerlijk
verdeeld.
Wat
weer
voortvloeit
uit
de
innerlijke
verdeeldheid van ieder individu op zich zelf.
20
25
30
35
40
Om een analogisch voorbeeld te gebruiken zouden we de
mensheid kunnen vergelijken met een blok magnetisch metaal.
Zolang de afzonderlijke ijzerdeeltjes niet gelijk gericht
zijn, is er aan de buitenkant van het blok niet veel van
deze magnetische krachten te merken. De krachten die in het
blok ongelijk gericht zijn, werken elkaar tegen en heffen
daardoor elkaar op. Zou er echter een elektrische stroom
door het blok gaan, dan worden alle ijzerdeeltjes gelijk
gericht
en
hun
krachten
gebundeld.
Door
deze
krachtenbundeling kan dat blok een magnetische invloed op
de omgeving uitoefenen. Door dit samengaan der krachten
worden de blokgrenzen overschreden en de mogelijkheid van
het blok vergroot. Zo bekeken gaat de meeste door de
mensheid gebruikte energie verloren, doordat de mensen
elkaar tegenwerken. Wat de mensheid nodig heeft is een
kracht die van buitenaf op de mensheid inwerkt en ze
gelijkricht; zoals dat bij het ijzerblok het geval was.
20
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-3
5
Is dit de reden waarom er in de bijbel wordt gesproken van
de verlosser der mensheid, heeft de mensheid een aanzet tot
verandering nodig, komend van buiten ons wereldsysteem om
‘n werkelijke eenheid van alle mensen te bewerkstelligen,
waardoor een bewustzijnsverruiming plaats vindt en krachten
vrij kunnen komen die dat van de individuele wereldse mens
verre te boven gaat.
10
15
20
25
30
35
40
Het is goed om hier nog even op te merken dat ons bloed
rood gekleurd is door het ijzer wat daar een deel van uit
maakt. Dit ijzer is nodig om zuurstof aan zich te binden.
Bloed werd in oude tijden al beschouwd als de drager van de
ziel of bewustzijn. Bloed kan door kwaadheid oververhit
raken. Er wordt dan weleens gezegd hij springt uit zijn vel
van kwaadheid. Het gevaar bestaat dan dat de controle op
het lichamelijk handelen in gevaar komt en men niet meer
weet wat men doet. Eenzelfde geval hebben we bij koorts.
Bij hoge temperaturen kan het gebeuren, dat het Zelf de
lichamelijke grenzen overschrijdt en de controle over het
lichaam verliest.
Om nog eens even terug te komen op ons magnetisch
metaalblok, wanneer dit blok wordt verhit verliest het zijn
magnetische eigenschappen en werken de krachten daarin niet
meer gelijk. Wij kunnen daaruit nog andere conclusies
trekken die geen nader betoog behoeven.
Wat de mensheid uiterlijk veroorzaakt komt uit het
innerlijk voort; de innerlijke beleving wordt via het
uiterlijke
als
spiegelbeeld
teruggekaatst
naar
het
innerlijke. Dat innerlijke wordt zich daardoor bewust van
de goede of kwade punten van zijn daden of scheppingen.
Diegenen, die schilderen of tekenen horen te weten, dat
vooral bij die objecten waar veel perspectief voorkomt,
deze via een spiegel te bekijken. Wanneer er een foute
verhouding is valt dat direct op. Men went namelijk aan
gemaakte fouten en deze vallen dan vaak niet meer op. Een
goede psycholoog zal diegene die hem om raad komt vragen
een denkbeeldige spiegel voorhouden, zodat deze gaat inzien
waar hij fout zit. Ten slotte moet de mens zichzelf
verbeteren.
21
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-4
5
10
15
20
25
30
35
40
Innerlijke verdeeldheid geeft stress wat een van de
oorzaken van kanker zou kunnen zijn, want er zijn dan
lichaamscellen die zich niet aan de lichaamsregels houden
en op eigen houtje beginnen te vermenigvuldigen. Wat dan
uiteindelijk de dood van de gezonden cellen maar ook die
van de rebellerende cellen tot gevolg heeft. Wij zien dat
ook tot uiting komen in maffia-achtige benden. Die een
staat in een staat vormen en parasitair te werk gaan. Het
uiteindelijke
resultaat
is
dan
de
dood
van
een
samenlevingsverband, wanneer daar niet direct rigoureus
tegen wordt opgetreden.
Op het ogenblik zien we volkeren zich in een rap tempo
vermengen, waardoor eigenschappen en ervaringen van die
volkeren door elkaar worden gemengd. Vrijwillige of
gedwongen migratie. Waarschijnlijk vanuit een hoger niveau
daartoe aangezet, zonder dat wij ons daar bewust van hoeven
te zijn.
De vermenging van de verschillende volkeren zoals die nu
plaats vindt, kan de totale kracht die deze vermenging
geeft, mits gelijkgericht, vergroten. Weliswaar worden door
een goede vermenging(integratie), sterke nationale banden
verbroken, maar wanneer de gezamenlijke krachten worden
gebundeld, dan is de resultante van die krachten groter dan
die, gevormd door een enkele nationaliteit en op de duur
zal heel de bevolking een homogene mix zijn van allerlei
rassen.
Dit zelfde verschijnsel zien wij bij het legeren van een
metaal. Legeren is het vermengen van verschillende soorten
metalen of elementen om een betere kwaliteit te verkrijgen.
De samenhang van de atomen in zo'n legering wordt dan
minder, wat zich uit in een lagere smelttemperatuur. Zo
kunnen de eigenschappen van metalen door het te legeren
verbeterd worden. Door het legeren worden de samenbindende
krachten van dezelfde elementen minder, waardoor andere
stoffen gemakkelijker met de eerste gemengd kunnen worden.
Zo zien we hier ook weer, dat het vergelijken van
verschijnselen op verschillende niveaus kunnen bijdragen
tot het beter begrijpen van de werking van het leven.
22
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-5
5
10
15
20
25
30
35
40
Eenheid kan ook gecreëerd worden wat op uiterlijk vertoon
gebaseerd is. Bij voorbeeld, er kan van een groep 'n
eenheid gemaakt worden en wel op de volgende manier, kleed
de verschillende individuen van deze groep uniform, het
liefst in opvallende kledij, geef ze nog een pakkende leuze
mee voor in hun vaandel waar ieder zich lekker bij voelt en
laat ze in de pas marcheren om de eenheid en machtsgevoel
van de groep te vergroten. Wanneer ze daarbij dan nog een
marslied zingen, waardoor de groep omgeven wordt door een
geluidswolk, krijgt de groep het zogenaamde wij-gevoel dat
niet meer stuk kan. Dit is vaak een verkeerd soort eenheid
gebaseerd op uiterlijkheden met vaak als doel, door het
aankweken
van
angst
en
geweld,
materialistische
en
economische macht te krijgen ten behoeve van ‘n dictator.
De kennis om zo’n groep te creëren en voor verkeerde
doeleinden te gebruiken kan met recht zwarte magie genoemd
worden. Een voorbeeld daarvan was de SS(Schutzstaffel)
tijdens het naziebewind in W.O. II. De mensheid behoort de
natuur te beheersen te beginnen bij zichzelf, maar hij moet
deze niet gaan overheersen.
Wat zou er gebeuren wanneer de gehele mensheid een eenheid
zou vormen, onmogelijk ? Het zou wel eens kunnen zijn dat
de mensen door ingrijpende gebeurtenissen, veroorzaakt door
krachten die buiten hun machtsgebied liggen, bereid zijn
samen te werken; zonder hun eigen- belang op de eerste
plaats te stellen. Zouden dan onze ogen geopend worden en
ons daarmee in een ruimere bewustzijnstoestand bevinden,
waarin afgescheidenheid en datgene wat wij dood noemen niet
meer zullen bestaan? De verlossing uit de 3-dimensionale
wereld en verheven tot een stralende eenheid?
De Egyptische mythologie verhaalt, dat Isis de stukken,
waarin Osiris verdeeld was bij elkaar ging zoeken, waarna
Osiris herrees in geestelijke pracht. Het doet ons ook
denken aan het verhaal van Adam die door zijn val in het
stof verdeeldheid zaaide en daarmee de dood in de wereld
bracht. Christus wees echter er op, dat om de dood te
overwinnen we leden van een lichaam moeten worden. Er staat
geschreven, in Adam zijn wij gestorven, maar in Christus
worden we opgewekt.(Zie I Korintiërs 15:22).
23
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-6
5
10
15
Het één worden is dus van zeer grote betekenis en wanneer
we over het onsterfelijke nadenken en daarbij eencellige
wezens in beschouwing nemen, dan lijkt het of deze het
eeuwige leven hebben. Want als 'n eencellige zich deelt,
zoals bij, bv. een pantoffel beestje, dan ontstaan er na
deling meerdere pantoffel beestjes. Wij kunnen niet zeggen
welke de oorspronkelijke is, dat kunnen in principe alle
cellen zijn. Doden wij er een van, dan hebben wij de groep
pantoffeldiertjes kleiner gemaakt, maar de groep als
zodanig blijft voortbestaan. De gehele groep kunnen we dan
weer beschouwen als de oorspronkelijke. Vraag, als we een
vlieg doden, hebben we dan de oorspronkelijke vlieg gedood
of alleen maar een van zijn voortbrengsels?
(Zie ook GEDACHTE-THEMA NO. 7:4-5)
20
25
30
35
40
Een groep mieren kan ook worden beschouwd als een
cellengroep. Het doden van een mier heeft geen merkbare
invloed daarop, want de mierengroep blijft gewoon door
functioneren. Wanneer deze groep te groot wordt zal ze
uitzwermen
en
er
zullen
nieuwe
mierengemeenschappen
ontstaan. In de menselijke samenleving gebeurt hetzelfde,
wanneer een mens wordt gedood, blijft de mens als groep nog
bestaan. En wanneer de mensengroep te groot wordt zal zij
op een andere plaats een nieuwe samenleving beginnen.
Zo bekeken is de mensengroep eigenlijk een supermens met
een veel langere levensduur dan de individuele mens. Wij
als individuele mensen zijn ons dat niet bewust, omdat we
gebruik maken van ons individuele bewustzijn. Maar als we
één zouden worden met onze medemensen, zoals Christus deze
eenheid predikte, dan zou het wel eens kunnen gebeuren dat
we het bewustzijn van deze supermens, of eigenlijk de
complete mens zouden verwerven. En waar een conglomeraat
van lichaamscellen de geboorte van de individueel denkende
aardse mens mogelijk maakte, zo zou het wel eens kunnen
gebeuren
dat
bij
samenwerking
van
alle
mensen
en
mensengroepen de toestand zodanig wordt, dat een nieuw
algemeen bewustzijn in ons ontstoken kan worden. Een superof kosmisch bewustzijn.
24
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-7
5
Het leven, wat de drijvende kracht moet zijn geweest die de
cel deed ontstaan of opbouwde, zal in de loop van misschien
miljoenen jaren de ervaring hebben opgedaan, om meer
ingewikkelde constructies op te bouwen; deze informatie
ligt in de cel opgeslagen in de vorm van een DNA keten.
Wanneer een cel zich deelt zullen de gesplitste cellen
ieder ook de informatie van de oorspronkelijke cel hebben.
10
15
20
25
30
35
40
Nemen we nu een minder geëvolueerde cel dan van de mens,
bv. van een plant als voorbeeld, deze begon zijn bestaan
met een cel. In die ene cel was al de informatie voor de
groei structuur van de gehele plant aanwezig. Deze cel
bleef zich splitsen, totdat de plant voltooid was. Hierbij
hadden de cellen zich gespecialiseerd in blad, wortel,
bloemcellen enz. Deze specialisatie werd bepaald door de
plaats van die cel in de plant en de daarbij behorende
signalen van de cellen in zijn omgeving. Deze cel bezit
echter nog de informatie voor de bouw van de gehele plant.
Dat dit waar is volgt uit het feit, dat een plant gestekt
kan worden. Aan de stengel vormen zich dan wortelcellen,
omdat daaraan ter plaatse behoefte is. Leggen we een
begoniablad waarvan de hoofdnerven zijn ingekerfd op
vruchtbare grond, dan zal zich daaruit een hele plant
ontwikkelen. Ook kan dit blad in stukjes verdeeld en op
vruchtbare grond neergelegd worden er zullen zich dan
daaruit even zovele begonia planten ontwikkelen. Het is wel
zo, dat hoe meer specialisaties in een cellengemeenschap
aanwezig zijn, des te moeilijker het voor de gemeenschap
wordt om bij het verlies van een gedeelte van haar
gemeenschap,
plaatsvervangende
cellen
met
een
zelfde
specialisatie te regenereren.
Bij een hagedis zal bij het verlies van staart of een
gedeelte van een poot, deze nog opnieuw aangroeien.
Eveneens zal bij een zeester bij het verlies van een arm,
een nieuwe arm tot ontwikkeling komen. Maar bij wezens
verder op de evolutieladder gebeurt dat niet meer.
Hoogstens dat een opgelopen wond dicht groeit.
Zonder nu in te gaan op de oorzaak voor het ontstaan en de
ontwikkeling van de eerste levende cel, kunnen we zeggen
dat de opbouw van het menselijke lichaam begint, doordat
25
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-8
5
10
15
20
25
30
35
40
een spermacel zich verenigt met een eicel en deze zich keer
op keer splitst in nagenoeg identieke cellen. Deze cellen
vormen een cellengemeenschap waarin samengewerkt wordt,
want hoewel de cellen dezelfde informatie moeten bevatten,
zijn
zij
wel
gespecialiseerd
in
bv.:
levercellen,
huidcellen, hersencellen enz. Het type cel dat ontstaat
wordt bepaald door de plaats in het geheel. Zoals dat
analogisch bekeken ook gebeurt in een sociale gemeenschap.
Wanneer daar een vraag ontstaat naar specialisten, wordt
vroeg of laat aan deze behoefte voldaan.
Om een goed besef te krijgen van het vergelijkbare in het
innerlijke en uiterlijke proces van de mens, nemen we een
winkelbedrijf
als
voorbeeld.
Wanneer
het
een
klein
winkeltje betreft, zal de winkelier tegelijkertijd inkoper,
verkoper en boekhouder enz. zijn. Wanneer echter de zaak
goed begint te lopen, zal de winkelier het niet meer alleen
af kunnen en in- en verkopers, schoonmakers, enz. aan
moeten nemen. Omdat de administratie daardoor ook toeneemt,
neemt ook de behoefte aan een boekhouder toe. De winkelier
zal meer en meer een coördinerende functie gaan innemen. De
winkelier zal gelijk het hart in een levend lichaam een
centrale plaats in het bedrijf innemen, maar de uitbouw van
zijn bedrijf raakt steeds verder van hem weg en komt in
handen van specialisten te liggen. Wanneer de start van een
nieuwe onderneming in vruchtbare aarde valt zal deze, door
de vraag naar zijn producten, groeien, waardoor intern een
behoefte ontstaat om meer en meer te specialiseren. Bij nog
verder uitgroeien van de onderneming zullen er uitzaaiingen
van nieuwe vestigingen zijn door het gehele land, die dan
via het wegennet vanuit een gezamenlijk depot, van
producten worden voorzien. Dit proces is vergelijkbaar met
dat wat in ons eigen lichaam plaats vindt. Het wegennet met
de daaraan liggende steden en alles wat daarbij hoort, zijn
een afbeelding van ons eigen lichaam, waarin de aderen als
voorbeeld het wegennet voorstellen. Via deze aderen worden
de voedingsstoffen etc. nodig voor het in stand houden van
het lichaam vervoerd.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3 Lichaam en Ziel)
26
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-9
5
10
15
20
25
30
35
De aarde kan worden gezien als bevolkt met winnaars die
ieder, in een prenatale staat de wedloop met het doel om
zich verenigen met een eicel, het van de ongeveer 500.000
andere cellen hebben gewonnen.
Er zijn waarschijnlijk miljoenen jaren voor het opdoen van
ervaringen voor de cel nodig geweest om tot een zodanige
staat van samenwerking te komen, dat het ontsteken van een
nieuw ruimer bewustzijn mogelijk maakte; een bewustzijn dat
van zichzelf en zijn omgeving bewust werd. De geboorte van
de eerste aardse mens ? Deze mens kon zijn bewustzijn op de
uiterlijke kant van de wereld richten. Door nu deze
buitenwereld te gebruiken als spiegel voor ons innerlijk,
hebben we daarmee een van de sleutels in handen om ons zelf
beter te leren kennen.
We mogen gerust aannemen dat de mens aan de top staat van
de geëvolueerde cellen, met al de ervaringen vandien.8
Waarom deze conclusie ? Omdat hij hier op aarde het enige
levende wezen is, die de gehele natuurlijke biologische
opbouw bewust kan vernietigen. Zijn lichaam is gebonden aan
de natuurwetten, maar zijn innerlijk zelf niet, hij kan dus
afstand nemen van deze wetten en tegennatuurlijk handelen.
Bestond de mens alleen uit een lichaam, een robot dus, dan
was hij een systeem en onderdeel van het natuurlijke
systeem. Deze robot kan niet meer doen dan waarvoor het is
geprogrammeerd. Dit brengt wel de vraag naar voren, wie of
wat heeft deze robot geprogrammeerd ? Wij komen in onze
filosofieën daar nog op terug. Maar we kunnen nu wel zeggen
dat door deze tweeledigheid en innerlijke verdeeldheid een
toestand ontstaat welk zich naar buiten uit in het
behartigen van persoonlijke belangen en strijd om macht en
geld. Komen we eenmaal tot bezinning dat dit de verkeerde
manier van leven is en ons bewust worden van het werkelijke
levensdoel en een nieuw levensideaal voor ogen stellen, dan
kan het gebeuren dat wij het bewustzijn krijgen dat niet
8 De evolutie kunnen we zien als geleid door een super intelligent
wezen, ook wel God of hemelse vader genoemd.
27
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-10
5
10
15
20
25
30
35
40
alleen het bewustzijn van de totale mensheid omvat, maar
een bewustzijn dat al het bestaande omvat; ook wel Kosmisch
bewustzijn genoemd.
Dr. Bucke heeft een boek geschreven (genaamd Kosmisch
bewustzijn)
die
de
ervaringen
van
diverse
personen
behandelt die het Kosmisch Bewustzijn hadden ervaren.
Vanuit het Kosmische Bewustzijn bekeken slapen wij. Denk
eens aan wat Christus zei in het hof van olijven waar hij
zijn discipelen slapende vond en tot Petrus zei: Simon
slaapt gij ? en nog een tweede maal vond hij ze slapende.
Toen hij voor de derde maal hen slapende vond zei Hij,
Slaapt nu maar en rust en vervolgens staat op, laten we
gaan.
Zie
Marcus
14:37-42.
De
discipelen
hadden
klaarblijkelijk het Kosmische Bewustzijn nog niet bereikt
en sliepen nog zoals wij.
Het volgende citaat is van Jean de Boisson:" Partir c'est
mourir un peu" (scheiden is een beetje sterven).
Wanneer iemand waarvan we erg veel houden, iemand die een
belangrijke plaats in ons denken inneemt, voor lange tijd
van ons vertrekt, kan dat in een lichte mate het gevoel
geven dat hij voor ons dood gaat. Heimwee heeft daar ook
mee te maken, het is een terugkijken en verlangen naar het
verleden. Wij kunnen zeggen, scheiden is dood gaan. Dit
gebeurde waarschijnlijk ook bij de eerste mens ,(Een
Hermafrodiet of tweeslachtig mens). Er trad een splitsing
op, waardoor een mannelijke helft en een vrouwelijke helft
ontstond, die wij kennen als Adam en Eva. Tijdens de
vermenigvuldiging van zijn nageslacht vereenzelvigde de
mens zich meer en meer met de materie, daarmee zijn
bewustzijn begrenzend. De dood trad daarmee in. Zo ook is
het woord een begrenzing van het hogere bewustzijn.
Volgens de bijbel zei Jezus eens toen een van zijn
discipelen zijn vader wilde begraven: "Volg mij en laat de
doden de doden begraven".(Zie Mattheüs 8:21).
Ook uit deze uitspraak blijkt dat wij de doden zijn en ons
bevinden in de natuur des doods; een 3-dimensionale
gefragmenteerde toestand, waar geldt eten of gegeten worden
en waar nemen belangrijker is dan geven. Als wij maar eens
28
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-11
5
10
15
20
25
30
tot het besef konden komen in welke mate de materie ons
beperkt in onze geestelijke vrijheid, dan zouden we ons
misschien meer concentreren op de geestelijke waarde van
het leven en eerder tot geven dan tot nemen geneigd zijn.
We zouden ons daarmee tegelijkertijd voorbereiden op het
ontvangen van het komische bewustzijn. Een wedergeboorte
dus; een geboorte in de geest of met andere woorden, een
geboorte in het ongedeelde bewustzijn. Waarschijnlijk zal
zo’n
geboorte
gepaard
gaan
met
een
angstaanjagende
natuurgebeurtenis. Een gebeurtenis die zijn oorsprong vindt
van buiten de Aarde en waar de mens geen hand in heeft. Hij
zal dan niemand als de schuldige kunnen aanwijzen. Hij
staat daar dan ontredderd, hulpeloos en van alle zekerheden
beroofd. In grote vertwijfeling steun zoekend bij zijn
naasten of dit een zwerver, bankdirecteur, geleerde of
koning is. Dat alles heeft geen waarde meer. Het toneelspel
is voorbij. Ieder heeft zijn of haar rol in de goddelijke
komedie gespeeld. Het doek is gevallen. De maskers kunnen
af, we zien dan wie we werkelijk zijn.
Dan zal het hem duidelijk worden, dat hij zijn medemens
nodig heeft en de medemens hem. De zaken waar hij voorheen
uit eigen belang om streed zijn onbelangrijk geworden.
De vraag is nu: is de verlossing van de gehele mensheid
alleen mogelijk wanneer ieder individu tegelijkertijd met
de totale mensheid een nieuw inzicht krijgt?
Ontwaak, Gij die slaapt en sta op uit de doden.(Ef. 5:14)
Met
andere
woorden,
sta
op
uit
uw
3-dimensionale
bekrompenheid: uit uw lichamelijke grafkist.
Diegenen die niet vrijwillig willen ontwaken, zullen aan
het einde der tijden hardhandig wakker geschud worden, wat
gepaard zal gaan met het verlies van al hun zekerheden.
35
Wij gaan het nu over een samenwerkingsverband hebben welke
min of meer hypothetisch is, maar die van grote invloed kan
zijn, op de denkwijze van de gehele mensheid9.
40
De dierenriem, bestaat uit twaalf kenmerkende astrologische
karaktertekens die de plaatsen aangeven van waaruit de even
9
Hypothetisch:een niet zekere veronderstelling.
29
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-12
5
10
zovele kosmische krachten op ons in werken. Plaatsen, die
echter niet meer geheel samenvallen met de gelijknamige
astronomische tekens. Een afwijking veroorzaakt door de
voortdurende verschuiving van het lentepunt.
Het getal twaalf doet ons denken aan Jezus Christus die
twaalf leerlingen had. Christus was de dertiende in het
midden van de groep. In hem, het ideaal beeld, werden allen
één. Ook doet het denken aan de twaalf stammen van Israël
vergaderd om het tabernakel. De twaalf werken van Hercules
enz. Dat alles heeft zijn speciale betekenis.
15
20
25
We zouden kunnen zeggen, dat wanneer 12 entiteiten geboren
in deze wereld van tegenstellingen het eens zijn met
elkander, daar in het midden van hen de Christusgeest zich
bevindt of dat de Christusgeest daar wordt gevormd. Hoewel
er in de evangeliën ook wordt gezegd, waar 2 of 3 personen
vergaderd zijn in mijn naam ben ik.
Alvorens
we
verder
gaan
eerst
een
stukje
over
elektrotechniek, om dat wat volgt begrijpelijker te maken.
Als we 6 batterijtjes van 1½ volt in serie met elkaar
verbinden wordt de totaalspanning 6 x 1½ = 9 volt. Zijn er
12 batterijen in serie met elkaar verbonden, dan wordt de
totale spanning 18 volt.
30
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-13
5
10
15
20
25
30
Wat zou er met de spirituele krachten van de mens gebeuren
wanneer 2, 6 of beter nog, 12 mensen zich kringsgewijs met
elkander
zouden
verbinden?
Aangezien
we
dan
hoogstwaarschijnlijk met hogere machten dan de ons bekende
elektrische energieën te maken krijgen, zouden deze
energieën weleens met iedere persoon die zich daarbij
aansluit kwadratisch of exponentieel kunnen vermeerderen.
In plaats van, dat de spanning opgeteld wordt als in het
voorbeeld van de batterijtjes, zou de reeks voor zes
personen dan worden 1,5 3 6 12 24 48. Een verdubbeling
bij ieder element wat toegevoegd wordt. Het totaal van 48
is dus vele malen groter dan de 9 van de elektrische
serieschakeling. Hiervoor geldt dan het gezegde: “Het
geheel is groter dan de som der delen”.
Het verdubbelen van de krachten is niet zo slechte aanname,
want bij celdeling zien we ook dat dit in de beginne
kwadratisch gebeurt en is het lagere niet een afspiegeling
van het hoger?
De spirituele kracht van de mensheid zou dan progressief
toenemen.
Laten
we
eens
aannemen
dat
deze
toename
kwadratisch is, dan wordt de toename van de macht, met
bijna 7 miljard mensen10 op aarde, zoiets van 27miljard. Dus
2x2x2x enzovoorts totdat deze vermenigvuldiging 7 miljard
keer is uitgevoerd. Wij krijgen dan als uitkomst een getal
bestaande uit meer dan 2 miljard cijfers. Zo een getal is
voor ons onvoorstelbaar.
10
In Juli 2005 waren er ongeveer 6.5 miljard mensen op aarde. Per
jaar komen daar ongeveer 76 miljoen bij. In 2012 zouden het er
7 miljard kunnen zijn.
31
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-14
5
10
15
20
25
30
35
40
Om toch een beetje ‘n idee te krijgen van hoe snel de
waarde van een getal kan oplopen bij het verdubbelen
daarvan, geven we hier het verhaal van een oosterse vorst.
Deze vorst wilde de man belonen, die hem het schaakspel had
geleerd. Die man vroeg als beloning graan en wel zo, dat er
op het eerste vak van het schaakbord 1 op het tweede vak 2,
op het derde 4, op het vierde vak 8 graankorrels enzovoorts
kwamen te liggen, totdat alle 64 vakjes van het schaakbord
waren gevuld. De vorst dacht, dat is een bescheiden wens.
Een zak graan zal wel voldoende zijn, maar hij vergiste
zich enorm. Bij berekening bleek dat op heel de aarde
zoveel graan niet te vinden was. Een hoeveelheid te
schrijven
als
264-1
of
18.446.744.073.709.551.615
graankorrels. Dus meer dan 18triljoen. Wanneer we één
graankorrel stellen op 12mm3, dan is de totale hoeveelheid
221460928884m3. Dus meer dan 221miljard m3. Wanneer we dit
graan zouden opbergen in pakhuizen van 30x30x15 meter, dan
zouden we al meer dan 16 miljoen van die pakhuizen nodig
hebben. Dat is bij elkaar 216km3. Hoe de vorst dit vraagstuk
heeft opgelost wordt niet vermeld. In het bovenstaande
verhaal ging het nog maar om slechts 64 maal de
verdubbeling van het voorgaande vakje. Maar wat moeten we
ons voorstellen als deze verdubbeling 7 miljard keer wordt
uitgevoerd? Laten we eens aannemen dat er op een bladzijde
van een boek 40 regels staan en dat iedere regel uit 60
cijfers bestaat, dan staan er 2400 cijfers op een
bladzijde. Stel dat dit boek 400 bladzijden bevat, dan
kunnen we er 400x2400=960000 cijfers in kwijt. Wij hebben
echter een getal van meer dan 2 miljard cijfers, zodat
wanneer we 2 miljard(2.109) delen door 960 duizend(96.104),
zullen zien dat er 2084 boeken nodig zijn om dit getal in
op
te
slaan.
Zou
deze
voor
ons
duizelingwekkende
krachtenbundeling het hele universum omvatten en wordt de
verstrooide hemelse mens weer een geheel? Staat er niet
geschreven in Adam zijn we gestorven, maar in de
Christusgeest worden we weer opgewekt Dat dit idee bij oude
volkeren ook al leefde kan men zien door bij voorbeeld het
Egyptisch mythologisch verhaal te lezen van Osiris, Isis en
Horus.
32
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-15
5
10
15
20
25
Laten we ons in mentaal opzicht omdraaien en die richting
uitzien waar alle wegen in een punt samen komen; een punt
wat het normale denken niet meer kan bevatten, waar we
allen weer een zijn. Een andere wereld? Een lichtwereld?
Wat een intens feest zal het zijn als we elkaar daar
vinden. De verloren zoon is weer teruggekeerd: bestaande
uit de geestelijke samensmelting van alle mensen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 1 en No. 20)
Maar voordat wij op dat punt zijn aangeland zullen er nog
heel wat schokkende en ingrijpende gebeurtenissen plaats
moeten vinden. Het leven kan worden beschouwd als een groot
distillatie proces. Op het ogenblik worden de volkeren door
elkaar gemengd met mensen die hoofd- zakelijk uit arme
landen komen, die moeten vluchten of een beter economisch
bestaan zoeken. Wanneer de volkeren goed dooreen gemengd
zijn, loopt de spanning op en het distillatie proces raakt
in een versnelling. Hierbij worden de mensen zich bewust
van hun tweeledigheid; het hogere of geestelijke en het
stoffelijke bestanddeel. De mens zal dan van de zwaarte van
het stoffelijke bevrijd worden en kan zich meer gaan
ontwikkelen op het spirituele vlak. Het is alsof een pot op
het fornuis staat waarin allerlei ingrediënten worden
samengevoegd. Wanneer dit is gebeurd en de hele zaak goed
dooreen is geroerd, kan er een vuur onder de pot aangelegd
worden om van de mix een eenheid te maken. Er gaat achter
dit verschijnsel veel meer schuil, nl. het leven zelf.
30
35
40
HET EXPERIMENT
Met het volgende experiment kunnen we eens proberen onze
onvermoede krachten te bundelen, dit in tegenstelling met
de aardse splitsingen in steeds meer partijen, sekten en
religies. We zouden het als volgt kunnen doen. Een groep
deelnemers gaan hand in hand in een kring zitten of staan
met het gezicht naar het midden gericht, als het ware de
blik naar binnen gekeerd. De buitenkant van de cirkel
zouden we kunnen beschouwen als vormend de uiterlijke kant
van ons gezamenlijke lichaam. Zij kunnen natuurlijk ook
rond aan een tafel gaan zitten en hun handen over die van
de naast hen zittenden leggen. Als bij de batterij serie is
33
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-16
5
10
15
onze linkerhand verbonden met de rechterhand van onze
buurman en andersom. Daarbij zouden we gezamenlijk kunnen
zingen wat de eenheid zal bevorderen en daarmee de gedachte
over het zal wel of niet lukken van het experiment zal
tegengaan. Misschien fungeert deze kringvorming als een
lens die de krachten die van onszelf uitgaan of die in het
heelal werkzaam zijn versterken.
Wanneer we naar buiten gericht zijn, worden die innerlijke
krachten afgezwakt en versplinterd. Naar buiten gericht
zijn houdt in, verspreiding en verdeeldheid tot in het
oneindige. Steeds meer specialisaties. Steeds meer kennis.
Steeds meer woorden waarmee ons innerlijk wordt afgedekt.
Wat weten wij eigenlijk van ons innerlijk waar we uit
voortgekomen
zijn
en
waar
eenheid
of
heelheid
is?
Daarbuiten heerst de wereld van de dood, daar waar geween
is en geknars der tanden.
20
25
30
Omdat deze werkwijze enige tijd geregeld moet worden
uitgevoerd, is het raadzaam wat wierook en kaarsen te
branden daarmee een bepaalde sfeer creërend die het
mogelijk maakt om de volgende keer gemakkelijker in de
juiste stemming te komen. Vergeet niet, de kracht van een
ritueel of magie zit in de herhaling. Denk maar eens aan
reclame, waarbij door herhalingen en door onbekende
producten aan bekende personen of zaken vast te koppelen
deze producten beter worden onthouden.
Wat zouden de gevolgen van zo’n experiment kunnen zijn? Het
verkrijgen van eenheidsgevoel, het totale lichaam wordt
completer. Manco’s worden aangevuld met de gegevens die in
de lichamen van de andere deelnemers aanwezig zijn of als
blauwdruk zich in het kosmische geheugen bevinden. Het kan
34
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-17
5
10
15
20
25
30
35
40
zelfs zo zijn, dat deze samenbundeling van krachten een
heilzame uitwerking kan hebben voor allerlei ziekten. Bij
langdurige zieken is de harmonie van het individueel
organiserend vermogen van het lichaam verstoord.
Het hier voorafgaande is voor ons die geen ervaring met het
experiment hebben nog maar een idee, maar het proberen
waard. Trouwens er zijn wel meer experimenten met kring
figuren gedaan die een wonderlijk resultaat te zien gaven
en niet met onze aards georiënteerde kennis viel te
verklaren. Een voorbeeld daarvoor is die, welke bij een
spiritistische
seance
voorkomt.
De
deelnemers
leggen
daarbij de handen op tafel, waarbij zij de pinken van hun
handen over die van hun naaste tafelgenoten leggen. Op een
gegeven ogenblik kan de tafel in beweging komen. De
spiritisten schrijven dit toe al zou dat door een
opgeroepen geest worden veroorzaakt, maar de kracht
daarvoor nodig komt uit de deelnemers voort. Volgens
J.M.Ragon in zijn boek “Over Occulte Vrijmetselarij en de
Hermetische Inwijding”, is het de levensfluide, dat uit de
hand van de mens of uit meerdere handen uitstroomt, die
onbezielde voorwerpen in beweging kan brengen. Er is ook
weleens een demonstratie van dit verschijnsel op de
televisie geweest, waarin het de bedoeling was, om een
tafel als het ware klevend aan de handen van de deelnemers
op te tillen. De eerste keer lukte dat gedeeltelijk. De
leider van deze demonstratie die zelf niet meedeed zei,
jullie hebben gezien dat het kan, als jullie het nu weer
doen lukt het. En inderdaad ging de tafel ongeveer 30 cm
omhoog en schommelde daarbij heen en weer. Hieruit blijkt
dat geloof ook een kracht is. Een ander voorbeeld, wat te
denken geeft en dat gaat over ongeveer 6 vrouwelijke
kankerpatiënten
die
elkaar
ontmoetten
bij
een
kankeronderzoek in Engeland en daarna een hechte groep
vormden, na enige tijd werden zij weer onderzocht en toen
bleek dat de kanker verdwenen was. Er werd daar geen
verklaring voor gevonden. Door een hechte band met elkaar
te vormen wordt de mens completer en sterker in ieder
opzicht.
35
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1-18
5
10
15
Welke
therapeutische
groepsleider
of
leidster,
die
vooroordelen
weet
opzij
te
zetten,
wil
dit
eens
uitproberen. Natuurlijk kan eenieder die mensen warm weet
te maken voor zo’n project dit doen. Dit kan ook in een
kerkelijke gemeenschap gedaan worden. De deelnemers zouden
kunnen lijden aan psoriasme, multisclerose, reuma kanker
enz. Na enige tijd deze sessies te hebben gehouden kan men
zien of deze geneeswijze resultaat heeft gegeven. Indien
zo, dan zou dit een enorme geestelijke ommekeer te weeg
brengen. Een nieuwe manier van genezen? Het is in feite
contact maken met het originele ontwerp van het menselijk
lichaam, de kosmische blueprint. Met nadruk moet hier nog
op gewezen worden, dat we niet direct aan de verbetering
van onze persoonlijke toestand moeten denken, omdat dit
egocentrisch en materialistisch is. Laten we samen, hand in
hand, enthousiast zingen als een liefdevolle eenheid en
zien wat ervan komt.
20
25
30
35
36
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-1
GEDACHTETHEMA NO. 2
5
10
15
20
25
30
35
40
LICHT, WEERSTAND EN BEWUSTWORDING
Laten we het eerst hebben over het bewust zijn of
zelfbewust en zelfverzekerd zijn. De term bewustzijn wordt
meestal gebruikt om aan te geven dat we bij bewustzijn
zijn, dat we niet bewusteloos of in coma liggen en dat we
bewust zijn van onszelf als persoon en van het anderen
buiten ons. Ik weet dat ik ben, maar ken ik het zelf, dat
achter het masker van mijn persoonlijkheid schuil gaat? De
uitdrukking,
zelfverzekerd
of
zelfbewust
zijn
wordt
gebruikt om aan te duiden dat iemand zeker van zichzelf is
en doortastend weet op te treden. Maar waar wij hier mee te
maken hebben zijn uiterlijkheden. Kennen deze mensen
zichzelf wel zo goed, dat is de vraag. We weten dat we
onszelf O zo snel kunnen vergeten. Het is niet gemakkelijk
jezelf constant in de gaten en in de hand te houden. Hoe
vaak verliezen we onszelf niet in oeverloze discussies,
waarna tot bezinning gekomen zijnde we ons voornemen het de
volgende keer niet weer zo ver te laten komen. Maar die
volgende keer is soms een opmerking van een ander al genoeg
om onszelf weer te doen vergeten en laten we ons als slaaf
van ons lichaam meeslepen. Wij zijn dan op dat moment niet
zelfbewust. Daaruit blijkt dat we nog steeds geen meester
over ons lichaam zijn en dat ons zelf op dat moment geen
voldoende grip heeft op zijn behuizing. Het toont aan, dat
het zelf en het lichaam twee aparte elementen zijn. We
zouden ons nog af kunnen vragen, wat is dat wat bewust is
van het zelf en het lichaam?
Enfin, om het eens duidelijk te stellen, als we het in dit
gedachtethema hebben over bewustzijn, bedoelen we het
Bewust Zijn van onszelf. Het woordeloos zijn, noemen we het
zijnde, waarin alles plaats vindt; een bewustzijnsveld?
Laten we nu eens verder gaan met het aanhalen van het
scheppingsverhaal, zoals dit voorkomt in Genesis, het
eerste boek van de bijbel. Diegenen die dit hebben
geschreven,
waren
hoogstwaarschijnlijk
spiritueler
ingesteld dan de
37
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-2
5
10
15
20
25
30
35
gemiddelde hedendaagse mens. Dit blijkt ook wel uit andere
zeer oude geschriften. Zij waren dan misschien wel
spiritueler ingesteld, maar leefden zij bewuster dan wij op
dit ogenblik doen? Anders gezegd, was de innerlijke strijd
tussen de goede en slechte neigingen duidelijker voor hen?
Wordt deze scheiding niet duidelijker wanneer de spanning
of strijd het hoogst is; wanneer de tegenstellingen het
groots zijn? Zien wij dat oplopen van de spanning in onze
tijd niet gebeuren? Want hoe groter het verschil wordt des
te groter wordt de spanning.
De antieke Egyptenaren moeten van een spirituele val
geweten
hebben,
want
hun
koningslijsten
vermelden
achtereenvolgend de namen van de regerenden: Goden,
halfgoden en Koningen.
Velen van ons beschouwen wat onze wijze en spiritueler
ingestelde voorouders neergeschreven hebben als verzonnen
verhaaltjes. Deze verhaaltjes hebben vaak een verborgen
betekenis en zijn er, om de naar wijsheid zoekenden aan te
sporen die verborgen betekenis te ontdekken.
Wanneer we weer naar het geschrift Genesis teruggaan en
denken aan de eerste letter van het Hebreeuwse alfabet,
Alef, dan zien dat deze letter is samengesteld uit een
schuine streep met aan iedere zijde daarvan de Hebreeuwse
letter Jod als spiegelbeeld van elkaar (‫)א‬. Is Jod hier te
beschouwen als staande voor de Geest Gods en de lijn als de
wateren waar de Geest Gods zich in weerspiegelt?
Er staat geschreven:
In de beginne schiep God de hemel en de aarde11.
De aarde nu was woest en ledig, en de duisternis lag
op de vloed en de Geest Gods zweefde over de wateren.
En God zeide: Er zij licht; en er was licht.
En God zag, dat het licht goed was, en God maakte
scheiding tussen licht en duisternis.
11Hier
begint reeds de tweedeling; de creatie van een tegenstelling.
Goed beschouwd is creëren tegenstellingen scheppen. Het geschapene
onderscheidt zich van het andere. Dit verschil wordt waarneembaar
voor de schepper.
38
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-3
5
10
15
20
En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde
Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was
morgen geweest: DE EERSTE DAG.(Genesis 1:2-3)
Gods geest zweefde over de wateren, niet te verwarren met
onze aardse wateren, waar het zich in weerspiegelde.
Wanneer er in de bijbel wordt gesproken over wateren dan
kan dat te maken hebben met het bewustzijnsveld of het
zijnde.
Het is hier dat we even stilstaan bij een paar bijzondere
verschijnselen in de natuurkunde, die te maken hebben met
het
absolute
nulpunt.
Een
daarvan
is,
dat
wanneer
geleidende metalen op een temperatuur worden gebracht die
de 0 Kelvin benadert, (0 Kelvin is het absolute nulpunt en
dat is iets lager dan -2730 Celsius), dan blijken deze
metalen super geleidend te worden. Dat houdt in, dat zij
geen
weerstand
bieden
tegen
de
daarin
opgewekte
elektronenstroom. Om het circuit supergeleidend te maken
39
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-4
5
10
15
20
25
30
35
gaat men onder andere als volgt te werk. Met behulp van
verdampende helium wordt een temperatuur in een Dewarvat
gecreëerd die het absolute nulpunt benadert. In dit vat
bevindt zich een elektrisch circuit. Schakelaar S2 in
bovenstaande schets,(Dewarvat, genoemd naar de uitvinder
daarvan), wordt gesloten waardoor een stroom vanuit de accu
door het circuit gaat lopen. Vervolgens sluit men S1 en
opent S2. De stroom zal dan via schakelaar S1 door het
circuit gaande blijven. Dit is kenbaar, doordat een
kompasnaald de richting van het magnetisch veld aangeeft en
deze richting blijft aanhouden zolang deze lage temperatuur
gehandhaafd blijft, ondanks dat er geen nieuwe energie
vanuit de accu wordt toegevoerd.
Nog een ander natuurkundigverschijnsel is interessant voor
het begrijpen van de allereerste actie en reactie in het
heelal. Het vertoont een verbazingwekkende gelijkenis met
hetgeen we over de spiegeling van de eerste letter van het
Hebreeuwse alfabet zeiden, daarbij bedenkend dat licht
bijna ten volle wordt teruggekaatst door de weerstand van
een spiegelglad oppervlak. Toen er nog geen materie en
licht waren moet de temperatuur 0 Kelvin geweest zijn. Op
het ogenblik breidt het heelal zich, na het in het algemeen
veronderstelde bekende Big Bang verschijnsel, in een
versneld tempo uit, waardoor de totale temperatuur in het
heelal steeds lager wordt en uiteindelijk 0 Kelvin zal
bereiken,
waarbij
alle
materie
en
straling
hoogstwaarschijnlijk verdwenen zullen zijn. Want waar geen
beweging is, daar is geen straling en materie. En materie
zonder interne beweging bestaat niet. Op een ander gebied
zien we zo’n een afkoeling ook gebeuren, want als een gas
expandeert koelt deze af.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
De zin, “en Gods geest zweefde over de wateren”, geeft
daarbij wat te denken. Vooral als wij de Big Bang hypothese
van gedachtethema no. 19 erbij betrekken.
40
Wordt een spiegelglad schaaltje op een lage temperatuur
gebracht
die
O
Kelvin
benadert,
dan
wordt
dit
supergeleidend. Een magneet die naar dit schaaltje toege
40
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-5
5
10
15
20
25
30
35
40
bracht wordt, zal door zijn spiegelbeeld worden afgestoten,
terwijl deze het metalen plaatje bij een hogere temperatuur
zou aantrekken.
Werd God toen Hij over de wateren zweefde door de weerstand
van zijn spiegelbeeld zichzelf bewust. Een nieuw ontwaken,
nadat Het zich allereerst opgeofferd heeft door als een
geheel in chaos of ontbinding over te gaan, ten behoeve van
een nieuw bestaan. Het begin van een nieuwe cyclus? Dit
gaat ons begrip te boven, ten meer omdat wij aardlingen
denken in tijdeenheden. Wij weten nu dat tijd relatief is
en velen die de zogenaamde Nu-ervaring hebben beleefd
weten, dat deze ervaring niet met woorden is weer te geven.
Hoogstens kunnen er vergelijkingen gemaakt worden. Want
waar geen tijd is, heerst het eeuwige NU.
We spraken over weerspiegeling, dit proces herhaalt zich op
een
steeds
lager
en
verdeelt
bewustzijnsniveau
in
overeenstemming met de Sephiroth van de Kabbala, als
gegeven in Gedachtethema no. 3, waar te zien is dat het een
uit het ander voorkomt. Wanneer we de Sephiroth bekijken,
zien we drie parallel aan elkaar lopende verticale lijnen.
Een actieve of positieve lijn, een neutrale middenlijn en
een passieve of negatieve lijn. De middenlijn verbindt het
laagste punt met het hoogste. Op de twee zijlijnen zijn de
hemelse
hiërarchieën
gerangschikt.
De
splitsing
of
weerspiegeling van het Ene, wat in de beginne plaatst vond,
herhaalde zich daarbij op een steeds lager niveau.
Splitsing ontstaat doordat het bewegende, weerstand ontmoet
en verschil veroorzaakt, zoals de eerste scheppingsimpuls
door weerstand een tweedeling veroorzaakte. Want Actie
geeft een gelijke Reactie. Wij komen dat verderop nog wel
tegen. Met deze voortgaande splitsing van hoog naar laag
neemt de spanning meer en meer toe. Dit gaat zo door tot in
de onderste regionen van het materiële bestaan, waar de
uiterste weerstand wordt bereikt en waardoor de spanning
het
groots
wordt
tussen
het
allereerste
en
het
allerlaatste. Daar komt het hoogste tegenover de laagste te
staan of zoals weleens gezegd: God tegenover zijn ultieme
spiegelbeeld. Het bewegend scheppende tegenover het weer41
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-6
5
10
15
20
25
30
35
40
stand biedende. Het gebied van de uiterst geconcentreerde
of gekristalliseerde energie.
Deze energie is uiteindelijk zo gekristalliseerd en compact
geworden, dat het uitwendig werkt als een spiegel en alles
wat van buiten komt weer terugkaatst als bij een spiegel.
Bij een spiegel kunnen we wel een beeld zien. Maar dat is
niet het werkelijke, want dat is juist het omgekeerde. Er
wordt ook gezegd, Deus est Deus inversus. We zouden het ook
zo kunnen zien, de werkelijkheid staat tegenover het
illusoire. In de onderste regionen is veel kennis verkregen
door ervaringen. Maar het weten, datgene wat niet geleerd
behoeft te worden en deel uitmaakt van het grote geheel,
ontbreekt bijna totaal. Dat weten, behoort bij de hogere
regionen. Wij als mensheid hebben in het begin van de
mensheid gekozen om te proeven van de boom der kennis van
goed en kwaad. De boom die midden in het hof stond en
zolang
hij
daar
onaangetast
bleef
zou
tweedeling
uitblijven. Dat is dan niet gebeurd, vandaar dat wij de weg
die we kozen tot het uiterste hebben te gaan.
Wanneer de weerspiegeling de onderste regionen zal hebben
bereikt en als tegenpool staat tegenover de schepper zal
tevens de weerstand het groots zijn en daarmee ook de
spanning. Er komt dan een moment waarop, als bij een
bliksemschicht, de ontlading volgt. Op dat punt gaan de
positieve en negatieve krachten over in licht en worden
tegenstellingen opgeheven. Daarbij zullen bij de mens de
schellen van hun ogen vallen en treedt er verlichting op;
een ander Bewustzijnstoestand. Tijdens deze spanningsvereffening of met andere woorden, waar de mens een wordt
met zijn schepper, heeft de mens niets meer met de
kabbalistische emanatietrappen te maken, (onder andere te
vinden in de bijbel, de Zohar, enz.) met hun ingewikkelde
uitleggingen in talloze boeken, waaronder The Kabbalah
unveiled bij S.L.MacGregor Mathers. Hoewel deze boeken voor
de liefhebbers die meer inzicht in het scheppingspatroon
willen krijgen waardevol kunnen zijn. Het oude heeft echter
dan afgedaan en waar de weg naar beneden zigzaggend
verliep, zo gaat hij naar boven in een rechte lijn. Daarbij
negerend
de
verschillende
links
en
rechts
liggende
scheppingsniveaus, compleet met al hun goden. Het kan
echter toch niet zo zijn dat velen de weg naar boven
42
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-7
5
10
15
20
25
zigzaggend moeten afleggen, volgens het kabbalah model. De
gehele mens bestaat toch uit alle mensen die leven en
geleefd hebben. Het rechtstreekse pad naar boven is wel
zeer smal. Een meetkundige of denkbeeldige lijn zonder
breedte. Of zijn het toch enkelingen die rechtstreeks
omhoog gaan en moet de overgrote meerderheid van de
mensheid
zigzaggend(kaballa)
opstijgen
of
volgens
de
hindoeïstische filosofie de weg naar boven afleggen in
rondes?
De relatie tussen Bewust-Zijn/water en de veranderingen die
daarmee gepaard kunnen gaan, zien we in het verhaal van de
trektocht der Israëlieten door de woestijn. De Israëlieten,
waar klaarblijkelijk de gehele mensheid mee wordt bedoeld,
trokken door de Rode Zee en kwamen daarmee in een andere
Bewust-Zijnstoestand terecht; in een wereld van woestenij.
Na 40 jaar trekken door de woestijn, onze materiële wereld,
waarbij ons Bewust-Zijn afgescheiden is van het weten, zal
de mensheid door een ander water gaan, de Jordaan en om dan
onder leiding van Jozua12 het Beloofde Land binnen treden.
Niet het tegenwoordige Israël. Daarbij zal hij een verruimd
Bewust-Zijn
verkrijgen.
Dit
zal
hoogstwaarschijnlijk
gebeuren tijdens de overgang van het Vissen- naar het
Aquariumtijdperk, het tijdperk van de Waterman(De mens),
waarbij de mensheid een nieuwe geboorte ondergaat. (Het
getal 40 staat voor afgescheidenheid).
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3)
30
35
In dat licht zal ook de waterdoop moeten worden gezien,
toegepast door Johannes de Doper en die welke bij
kerkelijke
rituelen
in
gebruik
zijn,
als
een
voorafschaduwing van wat in de toekomst staat te gebeuren
en die een verandering van de geestesgesteldheid in de mens
teweeg zal brengen. We zullen dan gaan begrijpen wat we wel
en niet zijn. Wat wel en niet belangrijk is. Het materiële
lichaam met zijn beperkingen of het onbegrensde spirituele
zijn.
12 Jozua betekent: Jahweh redt(Van het Hebreeuws Jehosjoea of Josjoea,
waarvan de naam Jezus of Ièsous is afgeleid).
43
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-8
5
10
15
20
25
30
35
40
Wanneer er in Genesis gezegd wordt: Er zij licht, en er was
licht, dan kan daar het ontwaken van het Goddelijk Zijn mee
worden bedoeld. Met bovengenoemd licht zal zeker niet
bedoeld worden het voor onze ogen zichtbare licht van de
Zon en Sterren, want dat licht werd pas op de vierde
scheppingsdag geschapen, om scheiding te maken tussen dag
en nacht(Genesis 1:14-19)
Wij kunnen zeggen dat het creëren van licht of straling, na
de schepping van de hemel en de aarde, behoorde tot de
eerste actie bij de schepping van ons universum op de
eerste dag. Door het creëren van licht ontstond als
tegenstelling ook duisternis.
Lichtstraling kan ook ontstaan door een elektrische stroom
door een weerstand te voeren. Wanneer we deze stroom toe
laten nemen, zal op de duur de weerstand warm worden en
gaan gloeien; denk maar aan de gloeilamp. Het licht daarvan
is het gevolg van een spanningsverschil over een weerstand
in een stroomketen. Er wordt daar een tegenstelling
gecreëerd; een min en een plus zijde over een weerstand.
Denk maar aan een waterstroom waarin een dam wordt
geplaatst, er zal dan een hoog en een laag niveau ontstaan.
Wat
is
licht?
Bestaat
licht
uit
golfdeeltjes
die
voortgebracht
worden
door
het
concentreren
en
deconcentreren van het kosmische of algehele Bewust-Zijn?
Een vibratie?
Over de proeven die met licht zijn uitgevoerd zijn
boekwerken vol geschreven. Deze verhandelingen gaan dan
altijd over de lichteigenschappen en de verschijnselen
daarvan. Er wordt gezegd dat licht bestaat uit fotonen,
energie pakketjes, maar wat dat precies zijn weet nog
niemand te vertellen. Dit komt hoogstwaarschijnlijk omdat
licht de 3-dimensionale wereld overstijgt en daarom
moeilijk te begrijpen is voor ons 3-dimensionale denkers.
Men weet dat licht zich voordoet als golven maar ook als
deeltjes. Omdat licht zich ook als deeltje gedraagt is het
onderhevig aan de zwaartekracht. Het kan dan ook druk op
een
voorwerp
uitoefenen
of
door
een
object
worden
teruggekaatst. Treft dit teruggekaatste licht ons oog, dan
worden wij dit object gewaar of ons daarvan bewust.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 20)
44
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-9
5
10
Indien we ervan uitgaan dat ether bestaat en we vergelijken
dit met water, dan zou een kracht de ether in beweging
kunnen brengen en daarin golven kunnen veroorzaken, waarvan
sommige voor ons waarneembaar zijn als licht. Hierbij mogen
we aannemen dat ether iets is wat geen atomaire beweging
heeft en geen straling of materie is, waardoor het bestaan
daarvan niet op een rechtstreekse en wetenschappelijke
manier valt te bewijzen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 4)
15
20
25
30
35
40
Met licht, bedoelen we niet alleen de met onze ogen waarneembare straling mee, maar een zeer uitgebreid scala van
golflengten, van kosmische straling met een zeer korte
golflengte tot aan de lange radiogolven en nog andere
langere golven toe. Want er zijn ook stralingen met andere
golflengtes die we niet direct als licht met onze ogen of
gevoel kunnen waarnemen. Warmtestraling kunnen we nog
gedeeltelijk
met
ons
gevoel
waarnemen,
maar
radar,
radiogolven, kosmische straling, enz., in het geheel niet.
Wij hebben echter wel de intelligentie om hulpmiddelen te
ontwikkelen, om deze stralingen zichtbaar of hoorbaar voor
onszelf te maken. Want alles wat beweging heeft is
waarneembaar of kan waarneembaar gemaakt worden.
Zover wij dat kunnen zien, is het gehele universum een
combinatie van tegenstellingen, inclusief ons materiële
lichaam. Wanneer er iets uit het Ene wordt geschapen
ontstaat er tegelijkertijd ook een tegenstelling. De
innerlijke mens bevindt zich in het midden van dit
spanningsveld, de natuur, waar hij zijn strijd heeft te
strijden. De innerlijke mens is deze natuur niet, maar hij
kan daar gebruik van maken, met op de eerste plaats zijn
lichaam. Wanneer wij een huis bouwen zijn we dat huis niet,
maar we kunnen er wel gebruik van maken. Op dit ogenblik
heeft de mens zich zodanig met zijn lichamelijke behuizing
vereenzelvigd, dat hij in zijn Bewust-Zijn daardoor beperkt
wordt. Ja zelfs een gevangene is geworden van zijn eigen
lichaam. Hij bevindt zich als het ware in een grafkist met
de maten hoogte breedte en diepte.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 17)
45
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-10
5
10
15
20
25
30
35
40
Er staat geschreven; “Weet gij dat gij Gods tempel zijt en
dat Gods geest in je woont”(I Korinthiërs 3:16). Wat zeggen
wil, dat God iets van Hemzelf, iets alles omvattend in ons,
zijn schepping, heeft gezaaid om tot volle wasdom te komen.
Dit op basis van vrijwilligheid. Was dat niet zo, dan
konden wij geen fouten maken, daar dan alles was
vastgelegd. Het is wel zo, dat hoe verder we afdwalen van
het midden hoe meer er vastgelegd wordt met regels waardoor
de menselijke vrijheid meer en meer wordt ingeperkt. De
mens heeft de geestelijke vrijheid om de gebeurtenissen in
het leven op de juiste wijze tegemoet te treden, keuzen te
maken. Bij een keuze volgt echter een even grote reactie en
omdat hij de gevolgen in de toekomst niet altijd kan
overzien worden er nogal veel verkeerde keuzes gemaakt. Om
nu alles te leren kennen, gaan we tot het uiterste, tot in
de dood. Daar waar de natuurwet van “actie en reactie”
geldt; de wet van oorzaak en gevolg. Het Buddhistische
Karma komt daarmee overeen. Wat betreft het goddelijke in
ons, wij moeten beseffen dat we prinsen en prinsessen van
de
allerhoogste,
(De
alles
omvattende,
De
alles
doordringende), zijn en ons als zodanig als edelen, ten
opzichte van anderen horen te gedragen. Wij zouden
eigenlijk al onze dagen moeten laten beginnen met daaraan
te denken.
Misschien heeft het volgende dat geschreven staat daar ook
betrekking op: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of
des mensen zoon, dat Gij naar hem omziet?
Gij hebt hem voor een korte tijd beneden de engelen
gesteld, met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond.
Alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen.
(Hebreeën 2:6-8. Als goden zijn we nedergedaald in het
stof.
Analogisch bekeken kunnen we het misschien ook zo opvatten,
dat naar mate we ons dieper in de materie begeven of daarop
concentreren, des te hoger we door de opgedane ervaringen
geestelijk kunnen stijgen. Het is niet voor niks dat de
verloren zoon uit het evangelieverhaal met zo’n grote
vreugde in zijn vaderlijk huis onthaald werd. Was daar toen
niet een groot feest? Onze ogen moeten nog open gaan om te
zien, wie of wat we zijn
46
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-11
5
10
15
20
25
30
35
40
Door het ervaren van tegenstellingen hebben wij dus de
mogelijkheid te leren kennen en kunnen dan pas daarna een
mening
hebben
of
oordelen,
want
wanneer
er
geen
tegenstellingen, verschillen of grenzen zijn, kan er niets
gekend worden. Wij zien daardoor dat er een verschil is
tussen licht en duisternis en dat de ene boom de ander niet
is,
enz.,
enz.
Kennis
heeft
echter
alleen
met
hersensactiviteiten en materie te maken. Uiteindelijk
kunnen we daaruit de conclusie trekken dat kennis niet het
ware is, omdat dit alleen heeft te doen met uiterlijkheden,
spiegelbeelden, illusies en dit weer als tegenstelling met
het
inwezen;
verdeeldheid
tegenover
eenheid.
Weten
daarentegen heeft met het allesomvattende kosmisch BewustZijn van doen. Soms is het voor de mens mogelijk, om onder
zekere omstandigheden de sluier van de natuur op te lichten
en een weten daardoor te verkrijgen. Wij zullen hier nog op
terugkomen.
Volgens de Hindoeïstische leer leven wij op dit ogenblik in
het tijdperk van de Kali Yuga; het ijzeren of zwarte
tijdperk. Deze leer houdt onder andere in, dat de
ontwikkeling van het leven zich op een spiraalvormige wijze
naar de onderste regionen van het materiële bestaan
beweegt. Bij het bereiken daarvan vindt de omkering plaats
en zal deze weer in opwaartse richting gaan. In de Indische
filosofie spreekt men ook van rondes die de mensheid heeft
te doorlopen. 7 bollen moeten ieder 7x doorlopen worden.
Daar is een zeer lange tijd mee gemoeid.
In Hindoeïstische berekeningen wordt aan het licht een
cirkelvormige beweging toegekend. Deze lichtstraal legt dan
een gebogen weg door het heelal af en komt uiteindelijk aan
op het punt van vertrek. In deze leer wordt ook de duur van
het universum aangegeven.
Deze duur schijnt wonderlijk genoeg overeen te komen met de
berekeningen die in Ouspensky’s boek worden gegeven, te
meer omdat niet bekend was hoe ze in het Hindoeïsme aan die
wetenschap kwamen. In Ouspensky’s boek wordt de levensduur
van elektronen, moleculen, melkwegstelsels enz. in al hun
onderdelen gegeven. De levensduur van een elektron zou
1/300.000.000 sec. zijn. De levensduur van het gehele
universum, Protokosmos(het Absolute) genaamd, zou dan
9.1028jaar in beslag nemen; een getal van 29 cijfers.
47
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-12
5
10
Volgens de Big Bang hypothese van de heer J. Greve, start
het licht vanuit een cirkel als een steeds compacter
wordende en in tweeën delende spiraalwervel. Die als
reactie daarop 2 tegengestelde wervels veroorzaakt. Wordt
het middelpunt van deze gezamenlijke wervels bereikt, wat
wij allereerst ervaren als materie dan vindt daar een
omkering plaats en dijen de wervels weer uit. Deze
lichtwervels zullen bij hun terugkeer tot de cirkel
ophouden licht te zijn.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
15
20
25
30
Ons individuele Bewust-Zijn, geconcentreerd zijnde op deze
materie of lichtwervelingen, schijnt zich als het ware in
een lichtcirkel opgesloten te hebben, afgescheiden van het
totale Bewust-Zijn en meebewegend naar een materieel
dieptepunt. Wij zijn zo goed geconditioneerd, dat we denken
het materiële lichaam te zijn.
Wij zouden kunnen zeggen, dat ons Zelf is omkleed met een
persoonlijkheid(maskers). Een materieel lichaam, kleding,
huis, de materie van het ganse universum, de planeetvelden
die ons omgeven, het melkwegstelsel waar we deel van uit
maken, etc., etc. Nu is het niet zo, dat we onlosmakelijk
aan de materie gebonden zijn, gevangenen daarvan behoeven
te zijn, ons individuele Bewust-Zijn, ons zelf, heeft een
zekere vrijheid om over de materiële grenzen van tijd en
ruimte heen te gaan. Het is een kwestie van instelling, met
andere woorden, waarop we afgestemd zijn. Dit houdt in, dat
door déconcentratie van het individuele Bewust-Zijn, de
materiële grenzen kunnen worden overschreden.
We komen dan zo in een neutrale toestand en bevinden ons
dan op de weg van het midden.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3 en NO. 17)
35
40
Wanneer we slapen is ons Bewust-Zijn ontspannen en zijn
onze hersenen ontlast. Het verleden, heden en toekomst
worden dan als een geheel gezien. SlaapBewust-Zijn zal niet
zoveel afwijken van de Bewust-Zijnstoestand wanneer men
zogenaamd dood is. Bij het dagelijks ontwaken wordt ons
Bewust-Zijn door middel van onze hersenen samengetrokken of
geconcentreerd. De hersenen werken dan als een schijnwerper
waarvan de lichtcirkel verkleind wordt en hoe meer de
48
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-13
5
lichtcirkel verkleind wordt des te scherper wordt het
onderwerp belicht en worden we van het heden of het
onderwerp van onze aandacht bewust. Analoog daaraan zouden
we kunnen zeggen dat wanneer alle bewustzijntjes van de
mensen verenigd zouden zijn, de totale mens ook in de
slaaptoestand of dood het volle bewustzijn zou behouden. Er
zou geen schemering zijn, alles zou helder blijven.
10
15
20
25
30
35
Als kinderen gebruikten wij een vergrootglas om het
zonlicht tot een punt te verkleinen. Door de sterk
geconcentreerde lichtenergie op zo’n klein stukje van het
papier te richten, wordt door de weerstand van het papier,
waarop het licht botst, straling in warmte omgezet en
konden wij gaatjes in het papier branden en zelfs in brand
laten vliegen. Wat zal de kracht zijn van een volledig
geconcentreerd bewustzijn?
Een goed concentratievermogen laat ons vaak dingen opmerken
die we in een normale toestand niet zouden zien.
Het is als met het concentreren of samenpersen van materie.
Normaal kunnen we gassen niet zien, maar wanneer we ze
samenpersen worden zij vloeibaar en zichtbaar voor ons en
hoe meer alles geconcentreerd wordt, des te groter ook de
weerstand wordt die overwonnen moet worden. Gassen kunnen
onder
bepaalde
omstandigheden
zelfs
een
vaste
vorm
aannemen. Niet zien wil nog niet zeggen dat het er niet is.
Zo ontstaat door een soortelijk condensatie proces de
gehele kosmos. We kunnen zeggen een eenheid die zich aan
voordoet als een veelvoud. Om een eenvoudig voorbeeld te
geven;
een
verzadigde
zoutoplossing
zal
bij
een
temperatuursverlaging het uitkristalliseren van dat zout te
zien geven. Iets wat eerst onzichtbaar was wordt dan
zichtbaar in de vorm van kristallen. Een eenheid verandert
daardoor in een veelheid.
Wij zien dat er analogische verbanden bestaan tussen de
diverse bestaansniveaus.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7)
40
Het is een bewezen feit dat licht door een materiemassa
afgebogen kan worden, hetgeen alreeds vóór het praktisch
bewijs, door Albert Einstein was voorzegd. Die zei dat men
49
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-14
5
10
15
20
25
30
35
40
daardoor sterren kon zien die, bijvoorbeeld, achter de zon
stonden.
Een hemellichaam kan aldus fungeren als een lens die
straling vanuit de kosmos samenbundelt. Dat zal ook de
reden zijn dat astrologen zeggen, dat wanneer er veel
planeten in een dierenriemteken staan de invloed van dat
teken versterkt wordt. De kosmische invloed van dat
gedeelte van het heelal op de aarde, wordt door de daarop
geprojecteerde planeten of zon versterkt. Zo wordt de aarde
op verschillende tijden van het jaar beïnvloed door de
krachten vanuit dat deel van het heelal waarop de zon
geprojecteerd staat en die evenals de planeten als een lens
voor die krachten werkt.
Er zijn mensen die astrologie maar onzin vinden, maar zij
vergeten dat alles met elkaar samenhangt of verbonden is.
Natuurlijk wordt er veel onzin verteld door zogenaamde
astrologen in een of ander populair blaadje, waar je maar
niet te veel waarde aan moet hechten. In principe bestaat
astro-logie wel, maar voorspellingen doen gebaseerd op de
stand van de planeten is te gecompliceerd om daarop te
vertrouwen. Toch is het goed iets van de werking van deze
hemelse machinerie te begrijpen. Let eens op de karakters
van mensen die op bepaalde tijden van het jaar geboren zijn
en vergelijk deze eens met anderen die eveneens onder
hetzelfde dierenriemteken geboren zijn. Door dit geregeld
te doen krijgt men karakterkennis en gaat men beter
begrijpen waarom iemand zich op een zijn eigen manier uit.
Proeven
met
licht
hebben
ook
aangetoond,
dat
de
rechtlijnige lichtsnelheid 299792,5 km/sec is. Ondervindt
een lichtstraal weerstand of komt zij onder de invloed van
de zogenaamde zwaartekracht, dan wordt de rechtlijnige
voortbewegingssnelheid minder doordat zij wordt afgebogen.
Het kan zelfs zo zijn, dat de rechtlijnige beweging in een
werveling over gaat en zijn rechtlijnige snelheid 0 wordt,
waardoor het licht op een gegeven moment niet meer als
zodanig waarneembaar is. Dit schijnt ook te gebeuren
wanneer licht onder invloed komt van een zwart gat. Volgens
de
redenatie
van
de
huidige
wetenschap
is
de
aantrekkingskracht daarvan zo groot, dat licht daaruit niet
50
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-15
5
10
15
kan ontsnappen. Wanneer we de regel van Hermes, “Zo in het
groot, zo in het klein”, hierbij betrekken kunnen we
zeggen, dat zich in het kleinste materiedeeltje een zwart
gat
bevindt,
omdat
deze
zijn
samengesteld
uit
energiewervels.
Of nu een lichtdeeltje zich rechtlijnig voortbeweegt of een
cirkel beschrijft, aan de totale hoeveelheid energie die
hierbij betrokken is verandert echter niets.
Om dit duidelijker te maken zouden we hiervoor de wet van
Bernouilli als analogisch en hypothetisch voorbeeld kunnen
gebruiken. Deze wet luidt: Als de snelheid van een
vloeistof of gas toeneemt, vermindert de druk in die
vloeistof of gas. In zo’n geval gaat de potentiële energie
over in bewegingsenergie. De som van de potentiële en
bewegingsenergie blijft echter hetzelfde.
20
We kunnen voor het licht een gelijkende stelling als die
van Bernouilli formuleren die luidt dan:
25
De som van al de bewegingssnelheden in een lichaam en de
snelheid van dit lichaam ten opzichte van het Big Bangpunt,
is
constant
en
gelijk
aan
de
totale
of
absolute
lichtsnelheid.
30
35
40
Dat houdt in, dat in Einstein’s formule E=mc2 de massa(m)
over kan gaan in lichtsnelheid(c) en andersom. Dat houdt
dan ook weer in, dat de rechtlijnige lichtsnelheid niet
constant is. Daaruit volgt, dat de stelling dat massa nooit
de lichtsnelheid kan bereiken omdat daarvoor, door massa
vermeerdering, een oneindige hoeveelheid energie nodig zou
zijn die niet aanwezig is, niet waar hoeft te zijn. Materie
zet bij versnelling uit, gaat over in straling en de tijd
zal daarbij uiteindelijk 0 worden. Want bij het uitzetten
wordt de wervelsnelheid minder. Denk aan een pirouette
draaien. Wanneer we ’n vleugelslag van een vogel als
tijdseenheid nemen dan gaat bij een klein vogeltje de tijd
sneller. Kleine vogeltjes leven volgens onze maatstaven
korter dan grote vogels, maar zij leven wel weer langer dan
een mug of vlieg enz. Vandaar dat scheppingen in het groot
gedaan vanuit een hoger niveau miljoenen ja zelfs miljarden
jaren duurden. Denk hierbij aan het geëvolueerde leven op
51
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-16
5
aarde. Op een lager en menselijk niveau gaan de scheppingen
steeds sneller. Denk eens hoe snel de ontwikkeling de
laatste honderd jaren plaats vonden, vliegtuigen, raketten,
radio, televisie, kortom alle telecommunicatie middelen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
10
15
20
25
30
35
40
Wij zullen door Bewustzijnsconcentratie de materie meer en
meer bewust worden en meer daarover leren kennen. Denk maar
eens aan de vooruitgang in kennis van de scheikunde,
atomen, biologie, etc. Zelfs goud kunnen we maken, echter
wel tegen een veel hogere prijs dan het natuurlijke goud.
We kunnen tegenwoordig atoomelementen zodanig rangschikken
dat we geheel nieuwe stoffen daardoor verkrijgen, maar het
heeft wel met uiterlijkheden van doen, wat door velen over
het hoofd wordt gezien. Datgene wat aan de andere kant van
de materiéle/spirituéle scheidslijn is, kan niet gewogen en
gemeten worden, maar door analogieën toe te passen kunnen
we daarover wel wat te weten te komen of wat er in de geest
speelt.
Door ervaringen op te doen kunnen wij meer inzicht krijgen.
Wat
wij
zien
is,
dat
het
menselijke
Bewust-Zijn
individualistisch geworden is. Ieder mens heeft zijn eigen
intelligentie
en
Bewust-Zijntje
in
huis
met
alle
mogelijkheden van dien. Dit in tegenstelling met de dieren,
waarvan
het
Bewust-Zijn
en
de
intelligentie
een
gemeenschappelijk goed is en niet zo laag in de materie is
ingedaald als bij de mens. Om dit goed te beseffen,
bestudeer dan eens hoe een spin zijn web maakt, hoe hij de
bevestigingspunten voor zijn web bepaald. De kennis voor de
bouw daarvoor berust niet bij een schijnbaar zelfstandig
werkende spin, maar bij de hele spinnengroep. Dit in
tegenstelling met de menselijke werkwijze. Wanneer die een
gecompliceerd project moeten uitvoeren, waar soms honderden
of wel duizenden personen aan meewerken, worden er eerst
tekeningen en beschrijvingen gemaakt. Denkbeelden worden
daarbij vanuit het Bewust-Zijn naar een lager niveau
gebracht om het idee aan elkander mede te delen vanaf dat
lagere niveau begint de opbouw. Bij de spinnengroep ligt
dat anders, zij put de kennis om een web te bouwen
instinctief uit de gezamenlijke kennispot.
52
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-17
5
10
15
De volgende fase bij de mensheid zal zijn, het verkrijgen
van een Bewustzijnsvorm dat de gehele mensheid, inclusief
het totale aardse Bewust-Zijn omvat of verbindt en waar hij
nieuwe ervaringen mee op
kan doen. Daarna volgen de
ervaringen
met
planetenstelsels,
zonnestelsels,
het
melkwegstelsel, etc., totdat aan het eind, het Bewust-Zijn
alles omvat wat is. Het is een proces van steeds meer
ontwaken. Tegelijkertijd zal ook het licht steeds minder
gebonden zijn in materiële vorm en als straling vrijkomen,
wat ten slotte in het totale Bewust-Zijnsveld of in het
absolute zal uitdoven. Materie is als een opgewonden veer,
die wanneer deze open springt rechtlijnig wordt en in
stralingsenergie overgaat. Deze stralingsenergie zal dan
overgaan in wat buiten ons aards gezichtsveld ligt.
Het Bewust-Zijn zal zich dan in rust of in een toestand van
totale vrede en evenwicht bevinden; Een goddelijk niveau?
Dat wat niet omschreven kan worden, het onnoembare?
20
25
30
35
Er staat geschreven dat satan, (de weerstand gever, de
bewerkstelliger van de verdeeldheid, de opstandeling, de
rebel), als tegenhanger van God of als verdeeldheid
tegenover eenheid, zich voor kan doen als een engel des
licht. Hoe waar dat is blijkt, wanneer je bedenkt dat
materie een lichtomhulsel is, waarin de mens door zich
daarmee te vereenzelvigen gevangen zit. Want bestaat
materie niet uit stralingsenergie? Misschien moeten wij
licht zien als iets luciferisch13. In Lucas 10:18 zegt
Jezus: “Ik zag de satan als een bliksemstraal uit de hemel
vallen”. Was dat de hemelse mens, die in opstand kwam?
Het licht wordt door de weerstand die het ondervindt van
zijn reactie kracht, van zijn rechtlijnige beweging
afgebogen. Daardoor ontstaan er wervels, zoals beschreven
in Gedachtethema No. 19. Doordat deze lichtwervels op weg
naar hun gezamenlijk middelpunt(Big Bang punt), steeds
minder
bewegingsvrijheid
krijgen,
wordt
hun
diameter
kleiner, wat weer een snellere rotatie en tijdverkorting
40
13Lucifer
is de Latijnse vertaling van het Griekse Phosphoros en
betekent als zodanig, lichtbrenger.
53
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-18
5
tot gevolg heeft. Het geheel gaat zich dan voordoen als een
harde compacte massa. Zoiets ziet men ook in de menselijke
samenleving. Hoe meer mensen er samen komen, hoe meer
regels er nageleefd moeten worden om alles ordelijk te
laten verlopen en ook hoe harder en minder de flexibiliteit
van deze samenleving wordt. Kristallisatie!
(Zie
GEDACHTETHEMA NO. 19)
10
15
De gehele onze zichtbare natuur is mede ontstaan door
weerstand tegen dat wat doet bewegen. Wanneer wij in deze
natuur in actie treden, ondervinden wij altijd weerstand
waar een zekere hoeveelheid energie en wil voor nodig is om
deze te overwinnen. Hoeveel is er soms niet van beide
nodig, om ons lichaam in beweging te krijgen of van
richting te doen veranderen. Het doen bewegen creëert een
reactie en spanning.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 4)
20
25
30
35
40
Wij nemen hier voorlopig aan dat licht zich in een
etherveld
of
Bewust-Zijnsveld
beweegt.
Licht
heeft
beweging, terwijl Bewust-Zijn dat niet heeft en alles kan
aanschouwen of zich ergens op kan concentreren. Bewust-Zijn
is plaatsloos; in het Bewust-Zijn bestaat geen hier of
daar. We moeten daarbij het Bewust-Zijn niet verwarren met
het hersendenken. Er zijn vraagstukken die met behulp van
onze hersenen niet op te lossen, noch te begrijpen zijn.
Wat te denken van de oneindigheid van het heelal. In feite
is dit met ons denken niet of moeilijk te vatten.
Laten we toch maar eens proberen om ons daar een
voorstelling van te maken.
We nemen in gedachte een stuk zwart papier dat zo groot is,
dat wanneer we daarvoor gaan zitten de kanten niet kunnen
zien. We doen dan of die er ook niet zijn. Het is alsof wij
in een leeg heelal staren; in het niets dus. We proberen
nergens aan te denken en kijken op een passieve wijze naar
het papier en beschouwen dit als een Bewust-Zijnsveld
waarin iets kan plaats kan vinden en waar tijd en ruimte
niet bestaan; een nu-toestand.
54
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-19
5
10
15
20
We projecteren in gedachte twee lichtpunten A en B iets van
elkaar
op
het
zwarte
papier,
daarmee
wordt
ruimte
gecreëerd.
Wij verbinden in gedachte A en B door een rechte witte lijn
en plaatsen in A op de lijn AB een soort menselijk wezen.
We geven daaraan de opdracht om van A naar B te lopen. Wat
deze niet weet is, dat we een temperatuurverschil tussen A
en B hebben ingebouwd van een zodanige grootte, dat wanneer
hij halverwege deze weg op punt C is gekomen, hij door de
kou de helft kleiner is geworden.
De weg die hij nog af te leggen heeft is voor hem nog even
lang gebleven als in het begin. Iedere keer zal hij weer de
helft van de weg afleggen in evenveel stappen als in het
begin en toch nooit in B aankomen. Hij zal daar,
theoretisch gesproken, nog een oneindig hoeveelheid stappen
voor moeten doen. Zijn lopen brengt hem relatief genomen
niet dichter bij zijn doel. Mathematisch genomen kan hij
blijven lopen tot in het oneindige. Wij zien de afstanden
door halvering steeds kleiner worden en dit gaat zo door
tot en met een oneindig aantal nullen achter de komma: 1 0.5 - 0.25 - 0.125 - 0.0625 - 0.03125..
25
α
∞
Ω
FIGUUR 1
30
35
Het aantal stappen dat hij daarbij aflegt kunnen wij zien
als zijn tijdmaat, waar hij andere bezigheden aan kan
afmeten. Bv., om de twintig stappen rust ik even, enz.,
enz. Het begrip tijd wordt hiermee geïntroduceerd. Een
tijd, waarvan de tijdsduur oneindig lang is. Dat geldt
natuurlijk ook, wanneer ons figuurtje zich van omega naar
alfa beweegt. Groter worden of expanderen gaat met
tijdvertraging gepaard en eindigt uiteindelijk in een
toestand
55
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-20
5
10
15
waarin de tijd stil staat, in geen tijd dus; het NU zijnde.
Denk hierbij aan de bewegingen van een pirouettedraaier.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
Wij kunnen voorgaande schets, Figuur 1, met een blik
overzien. Wij ervaren het gehele procesverloop van A tot B
als in een flits en omdat we deze scène met een blik kunnen
waarnemen, bestaat deze oneindige weg, uitgebeeld met deze
schets, voor ons niet. Ons Bewust-Zijn omvat als het ware
de Alfa en de Omega; het begin en het einde van het
traject. Hoe meer afstand men van een object neemt, hoe
groter het algemene overzicht wordt en begrijpelijker. Dit
geldt
trouwens
voor
meer
zaken
in
letterlijke
en
figuurlijke zin. Een materialistisch ingestelde specialist
mist dat volkomen, omdat hij opgaat in details die hij kan
zien en meten.
20
25
.
(Het tijdloze Nu-moment)
30
FIGUUR 2
Bij een nog grotere afstand vallen A en B samen.
Overstijgende ons 3 dimensionale bewustzijn zouden wij er
toe komen om te zeggen: ONEINDIG GROOT = ONEINDIG KLEIN
Want hoe
56
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-21
5
10
15
20
25
30
35
groot of klein de afstanden ook zijn, ze worden omvat door
het Bewust-Zijnsveld. Moeilijk te begrijpen, maar op een
hoger zijnsniveau bestaat het begrip oneindigheid niet. Dit
zal waarschijnlijk ook de reden zijn waarom personen die in
levensgevaar kwamen te verkeren, in een flits hun hele
levensloop konden overzien. Zij hadden voor dat moment
contact met een hogere Bewust-Zijnsstaat, doordat zij voor
een fractie van een seconde afstand hadden genomen van hun
aardse denken. Een 4-dimensionaal bewustzijn?
Wanneer de tijd 0 zou zijn, dus geen tijd, is het lopen van
onze man van A naar B moeilijk met onze hersenen te vatten.
Bekeken vanuit onze driedimensionale wereld moet de man in
A, B of C zijn, maar kan hij niet, volgens onze zienswijze,
op iedere plaats tussen A en B tegelijkertijd zijn. Dit is
een vraagstuk wat ook in de quantum mechanica speelt.
Als intermezzo het volgende.
Omdat we opgesloten zitten in ons 3-dimensionale grafkist
is het 4 dimensionale, wat ruimte en tijd omvat, voor ons 3
dimensionaal ingestelden moeilijk te begrijpen.
Al vanuit de antieke wereld spreekt men van een leraar die
ons van dit driedimensionale aardse zal verlossen en ons
bewustzijn zal openen voor het 4-dimensionale waar het
begin ook het einde zal zijn en de dood niet meer zal
bestaan. Alles zal dan anders ervaren worden.
Lees ook eens De openbaring 21. Ook al bent u onkerkelijk.
Want dit staat los van iedere kerk.
Terugkomend op ons onderwerp, voor mathematici die het niet
met de stelling ONEINDIG GROOT = ONEINDIG KLEIN eens zijn,
geven we een voorbeeldje uit de goniometrie, waarin het
oneindige kleine en het oneindige grote elkaar schijnen te
raken. Zij moeten er niet te aards over denken aangezien
het erg abstract is.
40
57
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-22
(A naar min oneindig)

5
10
15
20
25
30
(B naar plus oneindig)

FIGUUR 3
Wanneer de hoeken a en b in Figuur 3 negentig graden
worden, snijden de nu nog schuine lijnen de raaklijnen aan
de cirkel op een punt oneindig ver weg. In een punt waar
oneindig positief in oneindig negatief verandert. (Snijpunt
Vandaar dat er een stelling is die luidt: twee parallelle
lijnen raken snijden elkaar in het oneindige. Daar waar A
en B samenvallen.
Hoe oneindig iets ook is, het wordt omvat door het
bewustzijnsveld. Waaruit we dan weer de gevolgtrekking
kunnen maken dat een verenigd Bewust-Zijn van een enorme
grootte moet zijn, alleen al gelet op de hoeveelheid
energie opgesloten in al de materie van het heelal. Wij
spreken wel van een bewustzijnsveld en de grootte daarvan,
maar we moeten beseffen dat bewustzijn geen ruimte inneemt
maar wel ruimte kan creëren. Het verenigen of de groei naar
eenheid van dit Bewust-Zijn zal in stappen plaats vinden,
met allereerst het samengaan van alle menselijke BewustZijntjes hier op aarde, die ieder afzonderlijk hun licht op
voorwerp van hun aandacht laten schijnen. Hoe zou het zijn
indien al deze lichtjes zijn verenigd? De aarde zal dan als
het ware door ons Bewust-Zijn omvat worden; al het aardse
gebeuren zal dan plaats vinden in ons gemeenschappelijk
Bewust58
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-23
5
10
15
Zijnsveld. Dit is toch een machtige en grootse gedachte en
zoals we nu bewust zijn van ons lichaam en daar vat op
hebben, zo zullen we eens bewust zijn van al wat de aarde
betreft en meester daarover zijn; de herboren mens met als
lichaam de aarde met al wat daarmee leeft en misschien gaat
dit Bewust-Zijn nog wel veel verder totdat de gehele kosmos
daarmee wordt omvat. Sta hierbij even stil en denk aan de
hoeveelheid energie in de kosmos die door het Bewust-Zijn
wordt omvat. Denk daarbij ook aan de hoeveelheid energie
die vrij komt bij een atoombomexplosie. In feite is daar
maar een klein beetje materie mee gemoeid.
Wat een macht en kracht moet er wel in dat Zijn schuil
gaan. Ons Zijn waar we ons dan bewust van zullen zijn.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 1)
20
25
30
35
40
Mogen we dan aannemen dat deze macht en kennis ons hele
zonnestelsel omvat of misschien wel het gehele universum?
Wij kunnen spirituele krachten natuurlijk niet precies
vergelijken
met
materiële
krachten,
omdat
materiële
krachten opgeteld kunnen worden. Spirituele krachten kunnen
echter bij samenvoeging weleens progressief toenemen.
Waarom deze veel machtiger moet zijn is af te leiden uit
volgende.
Wij weten dat materie bestaat uit atomen en ieder atoom
heeft een zekere massa, waarvoor de formule van Einstein
geldt E=mc2; (m) staat voor massa en (c) voor lichtsnelheid.
Deze formule geeft aan hoeveel stralingsenergie vrij kan
komen bij een atoomsplitsing. Wij weten door ervaring met
de atoombom hoe groot de kracht daarvan is. In een atoom is
een enorme hoeveelheid energie opgeslagen die bij splitsing
vrij kan komen. Een moderne elektrische centrale die van de
kolen gebruik maakt, produceert met de verbranding van 1
kilo kolen 2 kilowatthuur (KWh) aan elektriciteit.14
De splitsing van 1 kilo uranium in een moderne nucleaire
centrale echter produceert ongeveer 6 miljoen KWh aan
elektriciteit en dan nog blijft er rest massa over. Dit
even om
14 20 Lampen van ieder 100watt kunnen daarop een uur lang werken.
59
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-24
5
10
15
20
25
30
35
40
aan te geven wat voor enorme krachten er op het atomaire
gebied spelen.
Maar toch! En laten wij hierbij maar naar ons eigen lichaam
kijken. Deze bestaat uit een enorme hoeveelheid atomen of
stralingsenergie
en
wij
kunnen,
blijvend
binnen
de
natuurwetten, met ons bewustzijn dit uit geconcentreerde
energie bestaande lichaam laten doen wat wij willen.
Desnoods
schakelen
we
andere
middelen
in
om
onze
lichaamsmassa
te
verplaatsen,
zoals
bussen,
treinen,
vliegtuigen, raketten, enz. (Misschien in de toekomst ook
nog teletransport). Ook deze hulpmiddelen zijn door ons
gemanipuleerde massa’s stralingsenergieën. Dat moet al een
reden zijn om aan te nemen dat het totale menselijke
bewustzijn machtiger of groter is dan deze energieën want
wij kunnen deze energieën manipuleren, ten goede of ten
kwade. Wij zijn te vergelijken met een bestuurder van een
auto die wel weet dat er een motor, een dynamo, een accu
etc. in de auto zitten, maar daar verder geen weet van
hebben. Er moet toch een groot allesomvattend bewustzijn
bestaan die met deze energie dit universum gevormd heeft.
Wordt er niet verteld, dat Adam, de eerste mens werd
aangesteld om te heersen over de aarde met al het levende
daarop. Wij hebben het hier over de hemelse Adam de totale
mens. Bewoner en heerser van het universum, de macrokosmos,
terwijl wij aardse mensen de microkosmos bewonen. Wanneer
we het hebben over de aarde in verband met de hemelse mens,
moeten we niet direct denken aan onze materiële aarde, maar
aan het gehele universum.
De hemelse mens wordt in de Joodse mystiek, ook wel Adam
Kadmon genoemd; de hemelse schepper.
Wij zouden het nog eens anders kunnen zien, in de beginne
werd er een imaginair punt gecreëerd als een focuspunt voor
het Bewust-Zijn. Een zwart gat? Dit punt is een doorgang
waar de eenheid omkeert in een veelheid aan scheppingen die
tot iets groots kunnen uitgroeien, Dat gaat gepaard met
steeds meer specialisaties, waardoor het oorspronkelijke
meer en meer versluierd wordt. Het wereldbeeld zoals wij
het zien, is niet wat het lijkt. Door ons met het
wereldbeeld
te
identificeren
trad
er
een
BewustZijnsvernauwing op en hoe meer het Bewust-Zijn zich
60
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-25
5
10
15
20
25
vernauwt, hoe meer het wereldbeeld zich uitbreidt, groter,
meer verdeeld, complexer en door ons bewonderd wordt.
Stelling
Eenheid is vrijheid, veelheid is gebondenheid.
Wat we in de natuur zien is, dat alles de neiging heeft om
groter en machtiger te worden en daardoor ook kwetsbaarder.
Denk maar eens aan de uitgestorven dinosaurussen en de nog
enkele bestaande mammoetbomen, zoals de Sequoia Gigantea in
het Amerikaanse yellowstone park. Met de ontwikkelingen
daarvan zijn miljoenen jaren gemoeid geweest. Maar door
catastrofes zijn die gigantische beesten en gewassen
uitgestorven. De kleineren beesten hadden meer kans te
overleven, zij konden zich gemakkelijker verschuilen en
warm houden, terwijl zij ook minder voedsel nodig hadden.
Ook het fuseren van bedrijven en landen valt daaronder en
is een natuurlijke ontwikkeling met alle gevaren die
daarmee samenhangen. En wat te denken van gebouwen die
steeds groter en hoger worden. Niet te vergeten al die
flats met al die hokjes daarin, uiting van een hokjes
geest. Ook treedt dit in het bedrijfsleven en vooral in
regeringsinstellingen vaker naar voren, wat een onnodige
belasting is voor de gemeenschap. Wij zien ook dat bij een
economische achteruitgang de bureaucratie groeit.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 20)
30
35
40
Het bovenstaande is misschien een schamele vergelijking,
maar is gemaakt om enig begrip te kunnen krijgen van hoe de
werkelijkheid in elkaar zit.
Wat wij in onze wereld waarnemen zijn, doorsneden of
schaduwen van een ander oorspronkelijke werkelijkheid. In
het onderwerp “Ðe vierde dimensie”, wat deel uitmaakt van
dit boekwerk, worden daarvan enkele voorbeelden gegeven die
het een en ander nog iets meer verduidelijken. Hoewel,
honderd procent duidelijk wordt het door middel van het
denkproces nooit, maar wel kunnen wij enig begrip van onze
denkbeperkingen daarmee krijgen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8)
61
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-26
Lichtbron
Film
Lichtprojectie
Beweging Weerstand Verschil
5
10
15
20
25
30
35
40
Het leven zoals wij dat bewust meemaken, kunnen we
vergelijken met het afdraaien van een film. Door middel van
licht worden we een situatie van wat op een scherm
geprojecteerd wordt bewust en wij kunnen ons daarbij soms
zo sterk met de getoonde situatie van de filmprojectie
vereenzelvigen of meeleven, dat we onze omgeving geheel
vergeten. Maar wanneer we onszelf bewust blijven en enige
afstand nemen van wat wij ervaren dan begrijpen we, dat wat
wij zien op een illusie berust. Het is een 2-dimensionale
projectie van een 3-dimensionale wereld. Een 3-dimensionale
wereld die in stukjes wordt belicht en geprojecteerd,
terwijl het hele verhaal al van het begin tot aan het eind
op de film vast ligt. Het geheel zou dan 4 dimensionaal
zijn, materie tijd en ruimte insluitend.
Aan het licht wordt met behulp van een film vorm gegeven op
het projectie scherm. Zoals wij geneigd zijn om aan God op
zo’n
vergelijkbare,
figuurlijke
wijze
met
een
schaduwprojectie
vorm
te
geven,
waarbij
Hij
dan
geprojecteerd wordt als een soort supermens.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 10)
Wanneer de film zich door de projector voortbeweegt met een
snelheid van, laat ons even aannemen 24 beeldjes per
seconden,
zullen
wij
de
beeldverschillen
die
achtereenvolgens
geprojecteerd
worden
zien
als
een
vloeiende beweging; net zoals wij het leven zien bewegen
met het Bewust-Zijn wat we nu hebben. Wanneer we de film
langzamer afdraaien zal het zijn alsof de gebeurtenissen in
het leven zich langzamer, hortend en stotend afspelen. De
film scènes worden over een langere tijd uitgespreid.
Zetten we de film stil, dan wordt een enkel filmbeeldje
constant op het scherm geprojecteerd. Er is geen beweging
meer. Het beeldje geeft de illusie geen deel meer uit te
maken van het grote geheel. Het beeldje is gefixeerd of
gekristalliseerd; afgescheiden van de andere beeldjes en
doet aan als dood; hoewel met een snelle filmafdraai de
beeldjes ook afzonderlijk geprojecteerd worden.
62
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-27
5
10
15
20
25
30
Laten we de levensfilm echter snel afdraaien, dan is er een
snelle scène verandering. Het hele leven wordt dan in een
kortere tijd doorlopen. Wordt de tijd die de film moet
doorlopen zeer kort, zo kort dat de tijd 0 seconde of NU
wordt,
dan
worden
al
de
beeldjes
tegelijkertijd
geprojecteerd. In dit geval niet over elkaar, zoals bij een
filmprojector, anders zou er nagenoeg geen licht doorheen
kunnen
schijnen.
Alle
beeldjes
zullen
hun
eigen
lichtvervormingen hebben. Onze hersenen die aan tijd en
stof gebonden zijn kunnen deze veelheid aan gegevens niet
tegelijk verwerken, deze kunnen alleen momentopname of
fragmenten interpreteren, terwijl het ongebonden en vrije
Bewust-Zijn niet hier of daar is en alle beeldjes, als het
ware, tegelijkertijd zou kunnen waarnemen, zoals is
geprobeerd duidelijk te maken met FIGUUR 1 en 2. Dat in
tegenstelling met ons dagelijks materiële Bewust-Zijn, dat
aan deeltjes, afstanden en tijd gekoppeld is. Zouden we
alle beeldjes tegelijk aanschouwen, met andere woorden het
scheppingsproces van het begin t/m het einde, dan zou dit
ons kunnen verblinden. Denk eens aan Paulus uit de bijbel,
die verblind werd bij het ondergaan van een andere BewustZijnssituatie. En aan Mozes, die alleen de schaduw van de
werkelijkheid mocht zien, in feite het gefilterde of
gesluierde licht; zie de inleiding. Want niemand kan de
werkelijkheid, het allesomvattende, zien en leven. Denk
hierbij aan het vrijkomen van de straling van de atoombom
en dat betreft maar een heel klein beetje energie, want wat
is dat vergeleken met het totaal daarvan in het gehele
universum. Wij kunnen de filmbeeldjes naast elkaar leggen,
en krijgen dan een algemeen overzicht, maar om ze goed
bewust te worden moeten we toch ons Bewust-Zijn op ieder
beeldje afzonderlijk concentreren
35
40
Nog dit, wij willen als denkende en zoekende mensen overal
een verklaring voor vinden en door gebruik te maken van
analogische verbanden is dat in vele gevallen mogelijk. Wij
zeiden dit al eerder dat we moeten beseffen dat niet alles
met behulp van onze hersenen te begrijpen is, want wat
boven de 3-dimensionale wereld uitgaat, is alleen weetbaar
in een hogere Bewust-Zijnsstaat.
63
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-28
5
10
15
20
25
30
35
40
Laten we nu nog eens even verder filosoferen over deze
hogere Bewust-Zijnsstaat. Stel je bent in een ronde donkere
kamer, waar bv. op de wand de wereldgeschiedenis van het
begin tot het eind is uitgebeeld. Nu laten we ons
geconcentreerde aandacht als een lichtbundel langs de wand
bewegen en belichten de achtereenvolgende gebeurtenissen
die daarop zijn weergegeven. Deze gebeurtenissen vinden
plaats in de tijd, omdat tijd samen gaat met beweging. Deze
gebeurtenissen zijn momentopnamen en kunnen gemakkelijk een
verkeerd beeld geven van het geheel, zoals dat ook vaak
voorkomt bij nieuwsuitzendingen van TV en radio. Worden
deze gebeurtenissen in een keer verlicht, door een lamp
hangende in het midden van die kamer, dan kan men dit
beschouwen als zijnde plaats te vinden in een andere
Bewust-Zijnstoestand, waarin de gehele geschiedenis wordt
ondergaan als te zijn samengebald in het Nu;
Onze normale dagelijkse Bewust-Zijnsconcentratie kan men
dus als de straal van een schijnwerper beschouwen. Door ons
te concentreren, verkleinen we de breedte van de straal,
die daardoor feller wordt en een onderwerp nog duidelijker
en
voor
ons
bewuster
laat
worden
en
het
daarmee
tegelijkertijd verder uit zijn verband rukt. Wordt deze
concentratie verbroken dan zal de breedte van de straal de
neiging hebben in de richting van 360 graden te gaan. Hoe
beter we kunnen concentreren, des te breder zal de BewustZijnsstraal worden bij verlies van die concentratie. Deze
deconcentratie kan zelfs zo ver gaan dat het NU kan worden
ervaren. Wij weten dan bv. plotseling, dat het oneindige
heelal, dat niet met onze hersenen te begrijpen valt, niet
bestaat en het gehele kosmische gebeuren zich afspeelt in
het Bewust-Zijnsveld. Ruimte is relatief en wordt bepaald
door de aanwezigheid van materie. Dit is één van die
ervaringen die je kan krijgen door goed te concentreren op
een punt of op het niets. Het kunnen ook beelden zijn die
nog in de toekomst liggen. Het valt van tevoren niet te
voorspellen wat je zal ervaren, het blijft passief
afwachten. Zelf iets specifieks willen zien mag hier geen
enkele rol spelen, dat zou een egocentrische houding zijn.
Wat wij in onze wereld van tegenstellingen kunnen waarnemen
is, dat steeds meer handelingen en informatie met behulp
64
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-29
5
van Ja-Nee-Programma’s op chips worden vastgelegd. Chips
zijn kristalschijfjes verkregen door een gefabriceerde
cilindervormige silicium monokristal in plakjes te verdelen
en daarna te bewerken, om ze dan te gaan gebruiken in
computers als geheugen en om programma’s vast te leggen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 18)
10
15
20
Het is curieus dat wij door te evolueren een grote mate van
vrijheid ten opzichte van de natuur hebben gekregen,
terwijl wij in maatschappelijk verband kristallisatie
bewerkstelligen. Alles kristalliseert steeds meer en er is
een neiging zich af te sluiten van het totale of kosmische
Bewust-Zijn, met verlies van het vermogen om alles als een
groot geheel te overzien. Alleen dat is waar, wat
waargenomen en bewezen kan worden. Tegelijk echter treedt
er tweedeling op. Bij velen ontstaat er een drang om op
zoek te gaan naar spirituele verlichting. Het is als een
distillatieproces
waarbij
twee
stoffen
door
temperatuurverhoging of spanning van elkaar gescheiden
worden. De vraag die dan veelvuldig gesteld wordt is, is
het wel zo, zoals wij het zien.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3)
25
Dit hele proces gaat zo door, totdat een huid als van
kristal, dat de levensenergie omsluit, te nauw, barst en
afgegooid wordt en een vernieuwing optreedt.
30
35
Een mooi voorbeeld geeft de slang te zien. Deze moet zich
van tijd tot tijd ontdoen van zijn oude verharde huid,
welke voor hem te nauw wordt. Krampachtig vasthouden aan
het bestaande betekent verstarring, dood en materialisme.
Het doet denken aan een verhaal, waarin de vrouw van Lot,
die geen afscheid van het verleden kon nemen achterom keek
en veranderde in een zoutklomp; kristallisatie dus.
(Gen.11-13)
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3)
40
Even iets over het geheugen. Door gedachteassociaties zijn
alle
onderwerpen
aan
elkaar
gekoppeld
en
hoe
meer
aanknopingen van een onderwerp met andere bestaan, hoe
gemakkelijker het is om het gevraagde onderwerp uit het ge65
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-30
5
10
15
20
25
30
35
heugen op te diepen. Denk maar eens aan het gebruik van
ezelsbruggetjes. Hier volgt zoiets wat in de rekenkunde
wordt toegepast om de volgorde van rekenkundige bewerkingen
aan te geven: ”Mijnheer Van Dale Wacht Op Antwoord”. De
eerste letter van een woord geeft de bewerking aan. Aldus,
Machtsverheffen, Vermenigvuldigen, Delen, Worteltrekken,
Optelen, Aftrekken. Deze volgorde dient aangehouden te
worden, anders is de uitkomst. verkeerd.
En zo zijn er meer voorbeelden die in de mnemotechniek
worden toegepast.
We kunnen de geheugen onderwerpen aan elkaar geknoopt zien,
waarin de verbindingen schakelaartjes zijn die open en
dicht kunnen gaan en de weg bepalen die men te gaan heeft
om bij het gevraagde stukje of onderwerp te komen. Voor
meer duidelijkheid daarover zie Gedachtethema no. 18.
Wanneer we ons iets willen herinneren, dan doorlopen we
razend snel via de puzzelverbindingen alle stukjes om het
juiste te vinden. Met behulp van een ezelsbruggetje weten
we vaak waar we ergens in de puzzel moeten beginnen om snel
het juiste stukje te vinden. In de computertechniek wordt
zo’n systeem ook toegepast. Wanneer we in een rusttoestand
verkeren of slapen, ligt deze complete puzzel voor ons. Wij
zien dan het geheel in een oogopslag, maar vaak zo vaag dat
we deze niet bewust worden. Wanneer we ons iets willen
herinneren
en
we
slagen
door
middel
van
onze
hersensassociaties daar niet snel genoeg in, laat het dan
even rusten, meestal schiet het iets later wel te binnen.
Het is alsof ons onbewust-Zijn, over deze puzzel hangt en
zonder gebruik te maken van gedachteassociaties het
onderwerp eruit pikt dat resoneert op onze vraag en
daardoor kenbaar voor ons wordt.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 9)
40
Hetzelfde schijnt te gebeuren in een droom. Worden wij
wakker en herinneren we ons een droom, dan blijkt deze te
hebben bestaan uit verschillende stukjes die in wakende
toestand niet aan elkaar, maar in het droomverhaal
wonderwel aan elkaar pasten. De verklaring daarvoor kan
zijn, in onze slaap zien we de gehele legpuzzel van ons
66
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-31
5
10
15
20
25
30
35
FIGUUR 4
leven. Wij hebben afstand genomen van de gevarieerde
onderwerpen waar we ons in de waaktoestand, in de loop van
de tijd, mee hebben bezig gehouden. Bij het ontwaken kunnen
we soms nog enkele stukjes waarop we in het dagelijkse
leven of nog moeten beleven meer accent hebben gelegd en
die in onze droom duidelijker naar voren komen, meenemen
naar ons waak-Bewust-Zijn, waar ons creatief vermogen ze op
een meesterlijke wijze aan elkaar knoopt: wat we dan een
droom
noemen.
Het
combineren
van
deze
niet
direct
gerelateerde legpuzzel stukjes is in de waaktoestand niet
mogelijk. We zien dat wat op ons waak niveau onmogelijk is,
op een hoger gebied wel kan, we hebben daar een grotere
mate van creatieve vrijheid.
Wij kunnen het ook nog eens anders bekijken. Stel dat ons
hele bestaan zou zijn vastgelegd op een film bestaande uit
100 beeldjes. De droom zou dan een combinatie kunnen zijn
van bv. de filmbeeldjes no.’s 1, 5, 6, 30, 40 en 85 van
deze levensfilm die al dromend wonderwel in elkaar passen.
Bij het ontwaken blijkt zo’n droomgebeuren niet mogelijk te
zijn. Het kan gebeuren dat ervaringen die nog in de
toekomst liggen ‘n deel van een droom kunnen uitmaken, want
voor het Bewust-Zijn bestaan er geen grenzen. Wel.!.voor de
hersensactiviteiten. De mogelijkheid van het hebben van een
voorspellende droom is hiermee verklaard. Ook kan dit een
van de oorzaken zijn voor het verschijnsel “Déjà Vu”. Bij
het meemaken van bepaalde situaties kunnen deze zo bekend
voorkomen, dat ze de indruk geven al eerder te zijn
voorgekomen, de droom die daar mee te maken had zijn we dan
meestal vergeten. Fantasieën kunnen natuurlijk ook deel van
een droom uitmaken, wat een droom nog verwarder maakt.
67
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-32
5
Rudolf Steiner schreef daarover in zijn boek, “HOE VERKRIJG
IK BEWUST-ZIJN OP HOGERE GEBIEDEN”, Men moet zich niet
bezig houden met nutteloze speelse fantasieën. Dromen
zullen
dan
duidelijker
en
waardevoller
worden.
Het
verbreden van ons Bewust-Zijn wat in de slaap gebeurt, kan
ook in beperkte mate verkregen worden door middel van
concentratie, waar we het verderop nog over zullen hebben.
10
15
20
25
30
35
40
Wanneer we in diepe slaap zijn, is ons Bewust-Zijn niet
geconcentreerd. Tijd bestaat daarin niet en het verleden en
de toekomst vallen samen in het tijdloze Nu.
Proeven zijn genomen om mensen na een zeer korte slaap
wakker te maken en te vragen wat ze gedroomd hadden. De
lengten van de droomverhalen kwamen niet overeen met de
tijd, die men normaal bij waaktoestand nodig heeft om dit
op te schrijven. Deze tijdsduur bleek heel kort te zijn.
Wanneer we wakker zijn beleven we de 3e dimensie. Wanneer
we slapen is dat een dimensieloze of 4-dimensionale
toestand. Het overgangsgebied tussen deze twee, kunnen we
beschouwen als het droomgebied, waar informatie wordt
omgezet in droomsymbolen; in vormen die in verhouding staan
tot elkaar dus zonder specifieke afmetingen. Wij zouden de
hersenen kunnen zien als het medium tussen het materiële en
immateriële, waardoor hogere principes vat hebben op het
lichaam. Zoals de man in de controlekamer die het
computercontrolegedeelte bestuurt, dat op zijn beurt een
hele
chemische
fabriek
kan
aansturen
en
zoals
wij
allereerst,
voor
ons
gemak,
een
fabriek
met
controlesystemen
hebben
ontworpen,
compleet
met
computerprogramma’s daarvoor, zo zijn op een vergelijkbare
wijze vanuit een hoger bestaansniveau ons lichaam en
hersenen ontworpen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3)
In verband met het voorgaande kunnen we ons nu afvragen,
wanneer komt het ogenblik dat we in de slaap of in de
zogenaamde doodstoestand onze waaktoestand behouden. Met
andere woorden, dat alles evenveel belicht of duidelijk
blijft als bij onze zogenaamde waaktoestand. Daarmee
tegelijkertijd het verleden heden en toekomst omvattend.
68
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-33
5
10
15
Moeten wij voor de tweede maal, maar nu in de geest,
daarvoor geboren worden zoals Jezus Christus zei. En kan
dat alleen gebeuren indien wij allen één zijn
Het zal wel zo zijn, dat wanneer alle mensen verenigd
worden, mede veroorzaakt door grootse en dramatische
gebeurtenissen die in de toekomst nog plaats zullen vinden,
hun ogen geopend worden voor een allesomvattend waakBewust-Zijn; ook weleens kosmisch Bewust-Zijn genoemd. Een
Bewust-Zijn wat over ons tijdsbegrip heen gaat en het
verleden en toekomst insluit. Een compleet andere manier
van zijn. Dan worden al die kleine Bewust-Zijnslichtjes
samengebundeld tot een grote allesomvattend licht, waarvoor
ook zal gelden, dat het geheel groter is dan de som der
delen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO.
20
25
30
35
17)
Er zijn mensen(Paragnosten), waarvoor het overgangsgebied
tussen dromen en waken flinterdun is, zij hebben de
mogelijkheid om in de toekomst te schouwen. De moeilijkheid
voor hen is de beelden die zij zien op de juiste wijze te
interpreteren. Terwijl een tijdsaanduiding waarop iets
plaats zal moeten vinden, in verband met het tijdloze, in
de meeste gevallen onmogelijk is. Tenzij er in het gezicht
een klok of kalender voorkomt. In de meeste gevallen is er
sprake van gedachten lezen; telepathie of psychometrie.
Zelfs een figuur als Jezus Christus kon de juiste tijd van
de komende gebeurtenissen, die hij wel kon beschrijven,
niet voorspellen. Er staat namelijk het volgende over
geschreven: doch van die dag en van die ure weet niemand,
ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de
Vader alleen (Mattheüs 24-36. Hij zei wel, let op de
verschijnselen die bij deze tijd horen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19 Het Jojo effect).
40
Er wordt wel eens gezegd door diegenen die de verhalen van
Jules Verne hebben gelezen, dat de schrijver waarschijnlijk
in de toekomst heeft kunnen zien. Maar we kunnen zijn
fantasieën
hoogstwaarschijnlijk
beter
beschouwen
als
gedachten
constructies,
opgebouwd
uit
de
hem
ter
beschikking staande denkelementen. Gedachten die de
69
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-34
5
10
15
20
mogelijk in zich dragen, om eens door de een of ander
tastbaar te worden gemaakt. Want bedenk wel, dat alle
bestaande menselijke en aardse constructies eerst in
gedachten zijn opgebouwd.
Een voorbeeld; iemand heeft 7 dobbelstenen, deze kan nu
profeteren: "Eens zal ik 7 of 42 ogen gooien". Dit is geen
helderziendheid, want de elementen om tot 7 en 42 te komen
waren al aanwezig. Met de beschikbare elementen zou je
nooit 6 of 43 kunnen gooien. Wat dan ook niet geprofeteerd
of bedacht kan worden.
Wanneer we dit voorbeeld goed overdenken, daarin betrekkend
de onbegrensde mogelijkheden van de samenwerkende mens,
waarover reeds in de bijbel geschreven is, inl. bij de
Babylonische spraakverwarring (Zie Gen.) 11:6), dan kunnen
we het volgende stellen:
Stelling.
Alles wat door de mens maar bedacht kan worden, heeft de
mogelijk in zich om een vaste vorm te krijgen op het
stoffelijk vlak.
Indien dit niet zo was, hadden we het ook niet kunnen
verzinnen, hoe vreemd dit dan ook voor velen mag klinken.
25
30
35
40
Bestaat er eigenlijk wel zoiets van in de toekomst schouwen
en hoe moeten we dat zien? Het antwoord daarop is, ja, dat
bestaat wel. Het heeft niet zo zeer met het hersendenken te
maken, eerder met het niet denken. Van kindzijn af leren
wij te denken. Wij verpakken daarbij ons Bewust-Zijn als
het ware in woorden. Daarom is het eveneens goed om het
niet denken leren te beoefenen, wij gaan dan bewust terug
naar de baby staat. Daarbij kunnen we ons concentreren op
het ZIJN of Het Zijnde, zonder met het doel helderziendheid
trachten te ervaren, omdat dat weer een egocentrisch
streven is.
Hetgeen aan de andere kant van het stoffelijke bestaan ligt
is niet volkomen te begrijpen met gebruikmaking van onze
hersenen, want de woordenstroom die wij gebruiken, zelfs al
spreken wij die niet uit, is alleen belangrijk aan deze
kant van de scheidslijn. Het is alsof wij de terminal van
onze computer bedienen. Wij hebben ons zozeer vereenzelvigd
70
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-35
5
10
15
20
25
30
35
40
met onze woorden, dat we heel moeilijk die woordenstroom
kunnen stoppen. Ons Bewust-Zijn is als het ware verdeeld en
verpakt in woorden; het is gematerialiseerd. Gedachtegoed
is al kleding voor het Bewust-Zijn. Wij moeten leren ons
van dit goed of deze kleding te ontdoen, zodat we weer
worden als een kind. Christus zei eens: Voorwaar, Ik zeg u,
wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het
voorzeker niet binnengaan. (Lucas 18:17) Hoe moeilijk het
is, om bepaalde gedachten die door ons hoofd malen te
stoppen, weten we. Om ontvankelijk te zijn voor de subtiele
hogere Bewust-Zijnservaringen, moet ons Bewust-Zijn gelijk
een spiegelglad wateroppervlak zijn. Een lichte beweging
van het water, veroorzaakt door een in het water vallend
steentje, wordt dan gemakkelijk en op grote afstand
waargenomen.
In
tegenstelling
met
een
woelig
wateroppervlak,
waar
fijnere
bewegingen
niet
worden
opgemerkt. Dus ons Bewust-Zijn moet in volkomen rust zijn
en vrij van iedere redenatie.
We schreven hiervoor reeds dat tegenstellingen doen kennen.
Gebeurtenissen die met elkaar mee bewegen en daardoor geen
weerstand opwekken, vallen niet op. Gebeurtenissen die niet
mee bewegen of zelfs tegengesteld bewegen, vallen op.
Anders gezegd, wat in harmonie is met elkaar valt niet op.
Wanneer
het
functioneren
van
je
lichaam
harmonisch
verloopt, voel je niet nadrukkelijk dat je tanden, buik of
hoofd hebt. Is er echter een onbalans, dan voel je bv. je
hoofd, tand of buik.
Zo schreef een Chinese wijsgeer eens: “In een land waar
harmonie heerst, merkt men niet dat er een heerser is”. Dat
geldt ook andersom. De heerser van een land of lichaam
voelt bij het in harmonie zijnde daarvan niet, dat hij
nadrukkelijk een land of lichaam heeft.
De aardse mens kan alleen verschillen bewust worden en dit
verschil vindt zijn oorzaak in de weerstand. Weerstand wekt
spanning op, (denk ook eens aan een formule uit de
elektrotechniek:
stroom(A)
maal
weerstand
(R)
geeft
spanning(V.
Wanneer een stroom door een draad gevoerd wordt en er wordt
een weerstand in die draad geplaatst, dan komt er over deze
71
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-36
5
10
15
20
25
weerstand een spanningsverschil te staan. Vergelijk dit met
een stuwdam in een rivier, het water in die rivier zal aan
een kant van die dam hoger staan dan aan de andere kant.
Het hoogteverschil is dan het drukverschil, wat te
vergelijken is met spanningsverschil. Weerstand heeft
tweedeling als gevolg. Wij worden dan dit gebeuren bewust.
Zo zal een stok in een stromende rivier geplaatst, bij een
zekere snelheid, daarin rechts-en linksom draaiende wervels
veroorzaken.
Wij
zouden
daaraan
respectievelijk
een
positieve en negatieve waarde aan kunnen toekennen.
Zoals wervels in het water ontstaan door weerstand, zo kan
op een vergelijkbare wijze materie ontstaan, wat beschouwd
kan worden als in werveling gebrachte straling. Deze
materie kan allerlei vormen aannemen, dit hangt weer af van
het type weerstand. Wij zien aldus: kristallen, planten,
bomen, dieren, mensen, enz., enz. Het universum is
ontstaan, doordat het bewegende weerstand ontmoette en een
spanning of drukverschil veroorzaakte, een plus en een min
dus, waarbij de verschillende verschijningsvormen evenzo
vele combinaties zijn van plussen en minnen. Zo bestaat
alles uit Yin en Yang en alles wat Yin en Yang heeft kan
door ons worden gekend.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO’S. 4 en 18)
30
35
40
Wij zeiden al, dat spanningsverschil veroorzaakt wordt
doordat beweging weerstand ondervindt. Door deze opgewekte
spanning merken wij ook op, dat we zijn of zoals gezegd in
het theaterstuk van Shakespear,”Hamlet”, To be or not to be
that is the question. Er is ook spanningsverschil tussen
een vader en moeder. Dit wordt opgeheven in het kind. Het
kind neemt de plaats op het derde punt van een driehoek in.
De driehoek is een symbool voor evenwicht en stabiliteit.
Krachten zijn daarin in balans. Kijk maar naar de opbouw
van elektriciteit masten en bouwkranen die opgebouwd zijn
door middel van driehoeken.
Een tafeltje op drie poten zal nooit wankelen, ook al
zouden de poten daarvan niet precies even lang zijn. Bij
een tafel op vier poten kan een poot die langer is het
evenwicht verstoren.
72
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-37
5
10
15
20
25
30
35
40
Het driehoeksymbool vindt men terug in het hindoeïsme als
Brahma, Siva en Vishnu.
Bij de vroegere Egyptenaren als Osiris, Isis en Horus.
In de Rooms katholieke leer als de Vader, de Zoon en de
Heilige Geest of Jozef, Maria en Jezus. Enz., enz.
Licht kunnen we zien als een medium in deze wereld van de
tegenstellingen. Door weerkaatsing van licht of straling,
wat veroorzaakt wordt door het weerstand gevende object,
worden we het andere bewust. Het innerlijke licht(BewustZijn) is echter iets dat als behorende bij de middenweg kan
worden beschouwd en noch positief noch negatief is; de
meester in ons.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 17)
Wij worden materie bewust, doordat de rechtlijnig en vrije
straling die daar op valt, weer naar ons toe teruggekaatst
wordt. Wij kunnen dat zien en ook wel voelen. In ons oog
botst een lichtdeeltje op het netvlies. De bewegingsenergie
van
dat
lichtdeeltje
wordt
daarmee
omgezet
in
een
elektrisch signaaltje wat naar de hersenen gaat. Zo botsen
geluidsgolven
met
onze
trommelvliezen,
de
bewegingen
daarvan worden via overbrengingsmechanismen omgezet in
elektrische stroompjes welke naar de hersenen gaan. We zien
dat er weerstand moet optreden willen we ons van iets
bewust worden.
Omdat we door de weerkaatsing van het licht andere voorwerpen bewust kunnen worden, mogen we aannemen dat er een
verband moet bestaan tussen licht en ons aardse Bewust
Zijn.
Waarom wordt licht of straling teruggekaatst, door wat wij
geconcentreerde of gecondenseerde straling noemen; materie
dus? Het antwoord hierop zal zijn:
Door het trillingsgetalverschil van de materie en die van
de rechtlijnige lichtstraling. De wervellende beweging van
de lichtdeeltjes is sneller in een compactere wervel dan in
een minder compacte.
Doordat de verschillende materie-elementen min of meer in
elkaar
gedrukt
zijn,
hebben
zij
een
verschillend
trillingsgetal of golflengte. De onderlinge afstand van
zo’n lichtwervelarm bepaalt de golflengte.
Voor meer duidelijkheid, zie Figuur 7 in Gedachtethema No.19.
73
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-38
5
10
15
20
25
30
35
40
Wanneer we van onze hersenen gebruik maken, noemen we dat
denken. Wijzelf zijn niet dat denken. Denken is een middel
om met de symbolen die je geleerd hebt, je in deze wereld
kenbaar te maken. Daar behoort ook het gebruik van de taal
bij.
Het is interessant om dit proces proberen te doorgronden.
De manier waarop een baby denkt, moet dicht bij de
oorspronkelijke Bewust-Zijnsstaat liggen. Mogelijk kunnen
we deze oorsprong beschouwen als het ongedeelde of het
zogenaamde kosmische BewustZijn.
Wanneer wij als volwassen mensen terug willen gaan naar het
punt van onze oorsprong en dit bewust willen ervaren, dan
moeten we leren het denken in een woordenstroom te stoppen.
Dit kan als volgt worden gedaan: ga gemakkelijk liggen en
concentreer je aandacht op je verschillende lichaamsdelen.
Probeer daarbij deze lichaamsdelen te voelen. Wanneer je,
je aandacht op een bepaald lichaam richt, zal het gevoel in
dat lichaamsdeel sterker worden. Door dit zo te doen
schakel
je
het
denken
in
woorden
uit
en
ben
je
geconcentreerd op het gevoel. Je zal merken dat dit toch
wel enige oefening vergt, want allerlei gedachten proberen
hun kop op te steken.
Dit is ook een mooie oefening om ons gevoel te ontwikkelen.
Het zou voor vele mensen nuttig zijn om ook eens te weten
te komen hoe een ander zich voelt in bepaalde situaties.
Dit kan gedaan worden door zichzelf in hun plaats te
stellen. Gevoel is een van de eerste attributen waarmee wij
ons in deze wereld van bedienen. Het gevoel is als het ware
een verbindingskanaal tussen het hoger en lagere staat van
zijn.
Maar dit even terzijde, we moeten onze aandacht nog meer
intensiveren door te proberen ons te concentreren op het
gehele lichaam tegelijk. Aandacht kan men beschouwen als de
schijnwerper van ons Bewust-Zijn. Met behulp van de wil
wordt de aandacht als een schijnwerper op een onderwerp
gericht.
Laten we ons eens voorstellen dat we ons bevinden in een
leeg heelal. We concentreren ons daar op het “Ik ben” of
nog beter en onpersoonlijker, “Het Zijnde”. Het is dus geen
geconcentreerde aandacht op het woordje Ik ben of Het zijn,
74
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-39
5
10
15
20
25
30
maar HET BEWUST-ZIJN voelen dat zich achter dit woord ZIJN
verschuilt. Op dit punt aangekomen, is het de kunst het
Bewust-Zijn in die staat te houden en gedachteloos te zijn
en afwachten. De aandacht die de ademhaling vraagt, geeft
nog wel de meeste moeilijkheden. Wat logisch is, want dit
is wat we bij de geboorte het allereerst bewust gingen
doen. Vandaar dat bij yoga oefeningen de ademhaling zo
grote rol speelt, men sleutelt aan de basis van het
bestaan. Voorzichtigheid is hier zeker geboden. Laat in ons
geval je ademhaling rustig zijn eigen gang gaan en luister
erna.
Na enige tijd ben je wel bewust van het ritmisch
ademhalen, maar de aandacht voor het gedachteloos Zijn of
Het Zijnde kan worden vastgehouden. Dit concentreren moeten
we doen om het tegenovergestelde te bewerkstelligen.
Houd dus de aandacht daarop gevestigd, wacht af en wil
verder niets. Dus uiterste concentratie en probeer deze
toestand zo lang mogelijk vol te houden.
Dan kan het gebeuren dat je op een gegeven moment een
subtiel schokje krijgt. In een fractie van ‘n seconde raak
je, we zouden kunnen zeggen, in de 360º Bewust-Zijnsfase;
eigenlijk verlies je concentratie en schiet je door naar
een tegenovergestelde toestand; het concentratieloze. Het
is te beschouwen als een soort schommeleffect. Je probeert
de schommel zover mogelijk uit zijn balans te duwen, maar
op een gegeven ogenblik verlies je de macht over het
gebeuren en komt de schommel in de vrije val. Tijdens dit
subtiele schokje krijg je contact met, wat we maar zullen
noemen, het niet in woorden opgedeelde Bewust-Zijn, waar
ruimte of oneindigheid en tijd zoals wij die kennen niet
bestaan. Je kan dan vele gebeurtenissen in een flits
ondergaan en het kan soms zijn dat we zaken te weten komen,
die het brein Bewust-Zijn overstijgen.
35
40
Het schokje wat je krijgt moet je niet verwarren met dat
wat ook wel eens lichamelijk gebeurt bij een te snel in
slapen vallen, hierbij onderga je een schok met een gevoel
van vallen of struikelen. Je zou het kunnen zien als het
terugvallen in de materie. Het Bewust-Zijn wordt dan zeer
snel samengetrokken, waarna je dan weer klaar wakker bent.
Deze lichamelijke schok kan wel worden gezien als analoog
aan het spirituele schokje.
75
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-40
5
10
15
20
25
30
35
40
Hoe beter men zich heeft leren te concentreren des te beter
kan men dan deconcentreren(ontspannen) Een deconcentratie
die verder ontspant dan we in het normale leven gewend
zijn. Men zou haast zeggen, verlichting gaat samen met het
tegenovergestelde van concentratie. Men wordt zich bewust
van het grote geheel.
Het concentreren en deconcentreren kan op het fysieke
gebied vergeleken worden met het zo goed en zo lang
mogelijk spannen van de lichaamsspieren. Wanneer de spieren
daarna worden ontspannen, zijn ze voor honderd procent
ontspannen. Wanneer je dat niet zo doet en je ontspant je
spieren, dan lijken deze volledig ontspannen maar ze zijn
het niet. Probeer dat maar eens uit. Ga liggen en span al
je spieren tot het uiterste en zo lang mogelijk. Ontspan ze
daarna en voel eens hoe zwaar en ontspannen je daar dan
neerligt.
Nu iets anders om over na te denken. Wanneer we onze ogen
bekijken
dan
lijkt
de
omgeving
van
een
pupil
op
protuberansen(Uitsteeksels van de zonnecorona), terwijl de
pupil zelf het zwarte gat in de kern van de zon kan
voorstellen en misschien zelfs die in het melkwegstelsel.
Wij mensen als duale wezens en als uitdrukking van het
gehele universum hebben deze twee zwarte gaten waar de
omkering van het lichtbeeld plaats vindt en waar ook de
lichtbeweging door de weerstand van het netvlies daartegen
in
een
elektrisch
signaal
wordt
omgezet.
Weerstand
veroorzaakt verschil wat wij dan bewust kunnen worden.
(Hier even vooruitlopend op het onderwerp de Big Bang Hypothese wat
behandeld wordt in Gedachtethema no. 19).
Zo ook worden wij de omkering van de tijd bewust, hetgeen
te vergelijken is met de plotselinge omkering van de
draairichting van een Jojo, waar we in de naaste toekomst
mee geconfronteerd zullen worden. Een gebeurtenis die ons
zal brengen naar een hoger of ruimer Bewust-Zijnsniveau.
Wij kunnen met het oog waarnemen, omdat ons oog bestaat uit
een donkere kamer(Camera obscura) Vandaar dat de oogpupil,
(de opening van deze kamer), zwart lijkt. Zou deze kamer
evenveel verlicht zijn als daarbuiten, dan konden wij
daarmee niets onderscheiden. Door het oog leren we de
76
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-41
5
10
15
20
uiterlijke wereld kennen Onze zon heeft als kern een zwart
waar een omkering plaats kan vinden, evenzo is dat het
geval met ons melkwegstelsel. Zou een op een hoger plan van
de evolutie staande intelligentie daar gebruik van maken
ter verkrijgen van meer zelfBewust-Zijn? Door middel van
deze zwarte gaten worden wij door de reflecties van het
licht onszelf bewust en leren wat buiten onszelf is. Men
zeg weleens de ogen zijn de spiegels van de ziel en
misschien zit er meer in dat gezegde dan we dachten. Deze
protuberansen kunnen de zielenstaat van onze persoonlijk
zon
of
uitstraling
weergeven
en
daarmee
ook
onze
lichamelijke conditie. Het is in ieder geval zeker dat
licht, ogen(zwarte gaten) en Bewust-Zijn, nauw verbonden
zijn met elkaar en dat in overeenstemming met de wet van de
driehoek. (Beweging-weerstand-verschil) In dat geval zou er
toch
veel
waarheid
moeten
zitten
in
het
onderwerp
iriscopie.
De lamp voor het lichaam is het oog, (Matheüs 6:22-23).
=Delta
25
30
de 4de letter van het Griekse alfabet, heeft in het
Hebreeuws de betekenis van deur, deze geeft toegang tot een
andere Bewust-Zijns-beleving. Een 4e dimensie?
Bij de geboorte van het Christus kind vindt de synthese
plaats en worden tegenstellingen opgeheven.
Alles maakt deel van ‘n eenheid uit en is analogisch met
elkaar verbonden en wij herhalen maar weer eens de
Hermetische regel:. Zo in het groot, zo in het klein of met
andere woorden, Zo boven , zo beneden. Dat houdt in, dat
wat hier op aarde gebeurt direct en tijdloos, invloed heeft
op de gehele kosmos en andersom.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7)
35
40
Het hele kosmische proces doet zich veel ingewikkelder aan
ons voor dan het is, dit komt ongetwijfeld doordat onze
hedendaags bewustzijnstoestand het tijdloze verdeeld in
stukjes en de eenheid van dat alles niet meer zo ervaren
kan worden. Wij zijn als materialisten de tijd gaan delen
in jaren dagen uren minuten seconden enz.
77
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2-42
5
10
FIGUUR 5
Uiteindelijk is alles hier op aarde een schaduw projectie
van die ene hogere werkelijkheid of een doorsnede van een
vierde dimensie.
NO. 8) (Zie ook GEDACHTETHEMA
15
20
25
78
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-1
GEDACHTETHEMA NO. 3
5
LICHAAM EN ZIEL
Kan onder Alchemie, waarover de oude filosofen spraken, het
universele distillatie proces worden verstaan?
10
15
20
25
30
35
40
Wanneer dit wordt bestudeerd kom je uiteindelijk tot de
conclusie, dat de gehele levensgang met een distillatie
proces vergeleken kan worden.
Alchemie omvat niet alleen de kennis, eigenschappen en
gedragingen van de aardse stoffen, maar ook die van de
onaardse bestanddelen daarmee verbonden. Door het oefenen
in het scheiden van deze twee bestanddelen, (het materiële
en het immateriële), kan zodoende een hoger bewustzijn en
levenstaat bereikt worden.
Het hele leven is in feite te vergelijken met een
distillatie proces, dat door de meeste mensen onbewust
wordt ondergaan. Het is echter de mens gegeven dit bewust
te beleven, waardoor dit proces bespoedigd kan worden.
Ongetwijfeld zullen velen zich afvragen: "Moet dit proces
dan zo nodig versneld worden"? Het antwoord hierop kan
gegeven worden met een tegenvraag. Verkies je slaap boven
wakker zijn. Een kortstondig leven met ziektes, pijn,
armoede, angst, een leven van eten of gegeten worden,
waarop heel onze natuur is gebaseerd, enz., enz., boven een
vredig bestaan. Of verkies je duisternis boven licht? Het
bewust meewerken aan dit distillatie proces betekent onder
andere, dat men zichzelf beter gaat leren kennen, waardoor
het hele levensproces beter wordt begrepen. Want wat is
distillatie ? Het is het scheiden van de lichtere
bestanddelen in een vloeistof van de zwaardere. Bij de mens
houdt dit in, dat hij leert het spirituele van het
materiële te onderscheiden. Al doende leert hij te zien,
wat des geestes en wat des lichaams is. Dat dit aan de
filosofen uit vroegere tijden al bekend was blijkt uit oude
geschriften.
Dit brengt wel tegelijk de vraag naar voren, waar en hoe te
beginnen en hoe pakken we dit aan?
79
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-2
5
10
15
20
25
30
35
40
Het ligt voor de hand, dat naar mate een te bestuderen
object dichter bij ons bevindt het gemakkelijker wordt daar
iets over te weten te komen. Aangezien ons lichaam het
meest nabij is, kunnen we daar het gemakkelijkst iets over
te weten komen.
Ja, maar wij willen het heelal en alle uitingen van het
leven hier op aarde begrijpen. Kortom alles wat zich ook
buiten ons eigen lichaam afspeelt en op onvolledige wijze
door onze zintuigen wordt waargenomen.
Laten we daarom voordat we verder gaan het volgende goed in
gedachten houden, het grote komt voort uit het kleine,
alles in de natuur heeft de neiging om te groeien en te
differentiëren en hoe meer de natuur zich heeft kunnen
ontwikkelen, des te gedifferentieerder en verder staat zij
af
van
haar
oorspronkelijkheid.
Deze
veelheid
aan
differentiaties is gelijk een masker gelegd over de
werkelijkheid, wat maakt dat het leven moeilijk te
doorgronden
is.
Willen
wij
dus
terug
naar
de
oorspronkelijke eenheid, waar de uiterlijkheden alleen maar
de vele projecties of aanzichten van zijn, dan moeten wij
niet van binnen naar buiten werken, maar van buiten naar
binnen.
Verder gaand kunnen we nog een belangrijk feit constateren
en dat is, dat de ontwikkeling van het uiterlijk aanzicht
van een lichaam voor een deel wordt bepaald door zijn
omgeving. Deze omgeving omvat het gehele universum, die
gestuurd door een intelligente stuwende kracht, het aardse
lichaam van informatie voorziet en dat ook weer andersom.
Want ieder lichaam beïnvloedt op zijn beurt weer zijn
omgeving.
Het menselijk lichaam kan worden beschouwd als een
microkosmos met als zijn tegenhanger de macrokosmos.
Eigenlijk zouden we moeten zeggen, de macrokosmos is een
projectie van de microkosmos omdat al het grote uit het
kleine voorkomt. Wanneer je deze microkosmos kent, begrijp
je ook volgens welk patroon het universum is opgebouwd.
Uit de oudheid is ons de zogenaamde Regel van Hermes
overgeleverd, die luidt: "Zo boven, zo beneden".
Natuurlijke wetmatigheden liggen waarschijnlijk reeds vast
in het kleine en hebben hun gelijkenis op andere
bestaansniveaus.
80
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-3
5
10
15
Dit betekent dat het scheppingspatroon dat op een hoger
niveau bestaat, dat kan zijn materieel of spiritueel, ook
weer op een lager gebied terug te vinden is. We komen
datzelfde idee ook weer tegen in de kabbala; de geheime
leer van de Joden. Dit wordt door de Sephiroth uitgebeeld.
Het
Sephiroth
symbool
geeft
de
opeenvolgende
scheppingsgebieden aan, de een voortkomende uit de ander;
zie hieronder.
Laten we nog eens terug komen op het Bijbelse gegeven;
"En God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis".
Uit deze zin volgt dat de mens werd toegerust met
goddelijke eigenschappen, waaronder creatief vermogen. Wij
zien dan, dat óók de mens schept naar zijn beeld en
gelijkenis.
Dit voldoet eveneens aan de regel van Hermes en komt
overeen met het Sephiroth symbool.
20
25
De mens is altijd bezig te scheppen, de een in meerdere
mate dan de ander. Ook fantaseren valt daaronder. Door zijn
scheppingen kan de mens zich zelf beter leren kennen, omdat
al de informatie nodig voor zijn scheppingen in hemzelf
besloten ligt. Hij kan dus nooit meer of beter scheppen dan
hij zelf is. Van de goddelijke en creatieve vermogens in de
81
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-4
5
10
15
20
25
30
35
40
mens, kunnen we zeggen dat de scheppingen van de mens in
deze
uiterlijke
wereld
te
beschouwen
zijn
als
een
spiegelbeeld van zijn innerlijk. Door deze spiegel neemt
hij in zekere zin afstand van zichzelf en kan daardoor
zichzelf beter leren kennen.
Mooie
voorbeelden
van
menselijke
afspiegelingen
zijn
chemische fabrieken, waarin processen plaats vinden die
enigszins vergelijkbaar zijn met die in het menselijk
lichaam. Wij zullen hierna enkele voorbeelden daarvan op
een rijtje zetten. Een chemische fabriek bestaat uit potjes
en pannetjes, maar dan in een groter formaat, die onderling
door leidingen met pompen verbonden zijn. Het hele proces
in deze fabriek wordt geregeld door automatische regelaars
die zorgen dat de temperatuur, druk, doorstroming etc., van
het product op een bepaalde waarden blijven. Deze automaten
worden door een operator zodanig ingesteld, dat een goed
eindproduct wordt verkregen. Heeft hij dit werk gedaan, dan
kan hij zijn rust ervan nemen. De automaten doen hun werk.
Totdat er een onverwachtse verandering optreedt. Dit kan
zijn doordat de temperatuur te veel van de ingestelde
waarde afwijkt; veroorzaakt door invloeden van buiten het
systeem. Bv. de omgevingstemperatuur verandert. In zo'n
geval gaat er een alarm in de controlekamer en de operateur
weet dat hij in moet grijpen om het proces bij te sturen.
Een ander voorbeeld. Je stoot je been, er wordt een signaal
naar de controlekamer (hier het hoofd) doorgegeven, je
ervaart dit als pijn. Het been wordt teruggetrokken en je
wrijft als in een reflex met je hand over de pijnlijke
plek; dit gaat automatisch. Maar de mens kan ook deze
reflex beweging beheersen. Bij voorbeeld, wanneer hij niet
wil laten blijken dat hij zich bezeerd heeft. Hij grijpt
dan, als een wezen dat afstand kan nemen van het
lichamelijke mechanisme, in. Hieruit blijkt dat het
innerlijke wezen van de mens niet het lichaam is, maar iets
dat in zekere mate los daarvan staat, maar wel in het
lichaamssysteem kan ingrijpen of daarvan gebruik kan maken.
82
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
LICHAAM
3-5
1.Voeding:
Hoofdzakelijk
plantaardige en dierlijke
stoffen.
------------------------2.Verbranding van de
voedingsstoffen, waardoor
energie vrij komt die
gedeeltelijk gebruikt
wordt voor ons lichaam
en gedeeltelijk om zich
in allerlei vormen uit
te drukken.
--------------------------3.Het menselijk leerproces.
--------------------------4.Zenuwbanen in het lichaam
die gebruikt worden voor
het ontvangen van zintuigelijke signalen en het
het uitzenden van
actiesignalen.
--------------------------5.Het automatisme in het
lichaam, zoals temperatuur, bloeddruk en andere
regelingen.
------------------------6.Hersenen.
--------------------------7.Het menselijk lichaam.
--------------------------8.De levende ziel in de
mens.
FABRIEK
1.Voeding in de vorm van:
kolen, olie, gas,
elektriciteit, enz.
-------------------------2.Door verbranding komt er
warmte vrij, die
gedeeltelijk gebruikt
wordt om de fabriek
draaiende te houden en
gedeeltelijk om productten te vervaardigen.
--------------------------3.Het programmeren van de
automatische controllers
in een fabriek.
--------------------------4.Elektriciteitskabels in
in een fabriek die
gebruikt worden om
signalen te ontvangen en
het uitzenden van
signalen om pompen en
allerlei andere apparaten
te activeren.
--------------------------5.Temperaturen, drukken
procesflow en andere
regelingen zijn geautomatiseerd.
--------------------------6.Controlekamer.
--------------------------7.De robot of fabriek als
spiegelbeeld van de mens.
--------------------------8.De operateur in de
controlekamer.
83
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-6
5
10
15
20
De mens hier op aarde staat niet alleen onder invloed van
de aardse natuurwetten maar ook, zoals hiervoor besproken,
onder invloed van krachten waaraan ook sterren en planeten
zijn onderworpen15. Dit is duidelijk te merken, wanneer er
een
studie
wordt
gemaakt
van
de
menselijke
karaktereigenschappen. Want door deze studie zullen we
zien, dat personen die in een specifiek deel van het jaar
geboren
zijn,
globaal
dezelfde
karaktereigenschappen
hebben.
De
karakters
daarvan
worden
uitgebeeld
door
de
12
dierenriemtekens. Deze 12 sterrengroepen die vroeger op
plaatsen van invloedrijke krachtvelden stonden, werden toen
gebruikt als herkenningspunten daarvoor.
Trouwens een ieder die naar deze sterrengroepen kijkt kan
zo zien, dat zij in het geheel geen gelijkenis vertonen met
de
astrologische
sterrenbeelden
die,
(volgens
de
astronomen), de astrologen daaraan zouden geven. De
astrologische sterrenbeelden zijn onzichtbare krachtvelden,
die vroeger samen vielen met genoemde sterrenconstellaties.
Nu
vallen
deze
astronomische
en
de
van
oorsprong
astrologische naamgevingen niet meer samen.
25
30
35
Wanneer nu de zon op een gegeven moment in zo’n
astrologisch teken geprojecteerd staat en er wordt iemand
in die tijd geboren, dan komt zijn karakter globaal overeen
met het karakter van dat teken. Bij voorbeeld, staat de zon
in het teken leeuw, dan zal de persoon die in die tijd
geboren wordt in het algemeen eigenschappen bezitten, die
men aan het karakter van de leeuw toekent. Zoals
leiderschap, overwicht, van zijn macht bewust zijn, enz.
Met het astrologische teken leeuw wordt dus niet dat
gedeelte van de hemelboog bedoeld, wat bepaald wordt door
de sterrenconstellatie de Leeuw. Zo’n paar duizend jaar
geleden was dat wel zo, maar in de loop van de tijd heeft
15 Zon, sterren en planeten werken als lenzen en buigen stralen af.
Wat een bevindig was van Albert Einstein.
84
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-7
5
10
er
een
verschuiving
plaats
gevonden.
Door
de
precessiebeweging of tolbeweging van de Aarde, vallen deze
astronomische
en
de
van
oorsprong
astrologische
naamgevingen niet meer samen.
Wordt een persoon geboren wanneer de zon in het teken
vissen staat, dan bezit deze globaal het karakter van de
vissen; ze zwemmen als het ware alle kanten uit en
veranderen vaak van besluit. Stille wateren hebben diepe
gronden; je weet niet altijd wat je aan ze hebt. Aangezien
85
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-8
5
10
15
20
25
het een waterteken is, kunnen deze mensen zeer gevoelig en
medelevend zijn.
Karakter is op de eerste plaats een eigenschap die bij de
komst in deze wereld door de omgeving wordt bepaald. Daar
behoort dus het hele universum bij. Het is echter de kunst
om van de goede eigenschappen gebruik te maken; en het
lichaam als voertuig van de ziel leren te besturen. De een
zal dit beter in de hand hebben dan de ander, misschien
heeft de ervaring opgedaan in voorgaande reïncarnaties daar
iets mee te maken. Ook het omgaan met het lot dat je kan
treffen, er zijn zaken die niet te ontlopen zijn. Maar het
belangrijkste is, hoe sta je er tegenover. In plaats van
mopperen en zeuren wanneer het niet mee zit, kan je beter
trachten er iets van te maken. Want juist in tegenslag ligt
de kans om mee te werken aan het distillatie proces. Denk
ook eens aan het verhaal van Job.(zie: Job 2:10). Die liet
zich door niets in zijn nood van de wijs brengen. Hij zal
geweten hebben dat gebeurtenissen voor de toekomst al vast
lagen en er geen ontkomen aan was. Het gaat er om hoe je er
tegenover staat. Diegenen die weleens helderziende momenten
hebben beleefd en beelden van de toekomst hebben opgevangen
kunnen daar geen andere verklaring voor geven.
Er wordt nog weleens gezegd, door mensen die nooit een
studie van dit onderwerp hebben gemaakt, dat planeten, zon
en sterren op grote afstanden nooit invloed zouden kunnen
uitoefenen op de mens of zijn omgeving, daar kan het
volgende over worden gezegd:
30
35
40
Ten eerste: Wanneer de zichtbare en onzichtbare straling
van sterren etc. ons bereiken, kunnen er vele duizenden
jaren verlopen zijn en staan de hemellichamen inderdaad
niet meer op de plaatsen die wij waarnemen.
Deze stralingsinvloed kan dan wel van kracht zijn op het
moment dat ze ons bereiken.
Ten tweede: Op een hoger zijnsniveau bestaan afstanden niet
en wanneer krachten op dat niveau werkzaam zijn, mogen we
ook aannemen, dat zij hun invloed tegelijkertijd in het
gehele universum kunnen doen gelden. Waarschijnlijk kan
hiermee de synchroniciteit van de verschillende op elkaar
lijkende en samenvallende gebeurtenissen verklaard worden
86
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-9
5
10
waar
C a r l
J u n g
over schreef in zijn boekje:
"Synchroniciteit een acausaal verbindend beginsel" een
verschijnsel waar hij geen duidelijke verklaring voor gaf.
Natuurkundige proeven hebben aangetoond dat er tussen
gesplitste atomen verbanden blijven bestaan. Verandert men
na de splitsing van een atoom een van de gesplitste
deeltjes van richting, dan verandert de ander, die zich
ergens anders bevindt, tegelijkertijd.
(zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7)
15
20
25
Ter verduidelijking, in vroegere tijden waren de richtingen
astrologie
en
astronomie
één.
Maar
door
verdere
specialisatie ontstond er een splitsing van het geestelijke
en materiële; wat normaal is voor het verder wegzakken in
de materie.
Over astrologische toekomstvoorspellingen zullen we kort
zijn. Wij hebben er al op gewezen dat er tussen alles een
verband
bestaat,
maar
wij
mensen
kunnen
alleen
de
driedimensionale materialistische wereld onderscheiden. Er
is
natuurlijk
wel
een
wisselwerking
tussen
het
hemelgebeuren en de dingen hier op aarde, maar het geheel
is zo gecompliceerd, dat het bijna onmogelijk is, om uit de
voor ons beschikbare gegevens een toekomstbeeld voor een
menselijk individu te schetsen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8)
30
35
40
Meestal is de mens niet bewust bij de handelingen van het
lichaam betrokken. Het lichaam verricht het grootste
gedeelte van de tijd zijn handelingen automatisch, waardoor
het vaak dierlijk reageert op acties die van buiten op hem
afkomen. Op dat moment is het lichaam geheel in de ban van
de natuurwet ACTIES IS REACTIE. Wanneer de mens deze wet
zou beheersen (ook in gedachten) en zichzelf gade zou slaan
d.w.z. de zaken objectief zou bekijken, dan zou voor hem
ook niet meer zo sterk gelden, Oog om Oog, Tand om Tand.
(De natuurwet van Mozes).
Christus zei: "Keert uw ander zijde toe wanneer u geslagen
wordt". We moeten dat niet te letterlijk opvatten. We
moeten geen haat of wrok koesteren, wanneer iemand ons
onheus behandeld heeft. Christus zei: “Ik ben niet gekomen
om de wet te ontkrachten of teniet te doen”. Als dat zo
87
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-10
5
10
15
20
25
30
35
40
was, verdween gelijk het hele universum. Wij kunnen echter
wel meesters van de natuur worden. Door allereerst meester
van ons lichaam te worden. Het beheersen van de wet "actie
is reactie" zou tot gevolg hebben, dat je beter de
tegenslagen in je leven zou kunnen verdragen. Je zou het
gewicht van de natuur opgebouwd uit 4 elementen, zoals de
oude wijzen zeiden of met andere woorden het kruis beter
kunnen dragen. Je zou iemand zijn die, wat het lichaam
aangaat, verstandig met de natuur om zou gaan en niet de
natuur alleen te eigen bate zou gebruiken.
Het tegendeel is nu waar, want voor het materiële gewin
proberen we de natuur naar onze hand te zetten en uit te
buiten; daarmee het natuurlijk evenwicht verstorend. Onze
creatieve vermogens zijn te eenzijdig gericht. In plaats
van, dat we boven onze scheppingen blijven staan, is er een
tendens dat we ons juist ondergeschikt daaraan maken. Deze
ontwikkeling begint zich steeds duidelijker af te tekenen;
voor diegenen die willen zien. We leven in een wereld waar
het automatisme tot steeds grotere ontplooiing komt. Er
worden steeds meer automatische systemen ontworpen. Deze
gaan gepaard met het toenemen van wetmatigheden die het
vrije leven meer en meer inkapselen, waardoor ten slotte
nagenoeg de gehele mensheid onderworpen zal zijn aan een
groot automatisch systeem, die ons leven zal regelen, onze
vader en moeder en voor velen hun God zal zijn. Een
maatschappij die het toppunt van het materialisme heeft
bereikt en waar vrij persoonlijk initiatief ongewenst, ja,
zelfs gevaarlijk voor het systeem kan zijn; omdat fouten
dan gemaakt, zeer moeilijk te herstellen zijn. Een systeem
dat uiteindelijk gedoemd is ten onder te gaan, door gebrek
aan intelligentie en creativiteit. Dit systeem zal al de
informatie aan kennis die de mens ter beschikking heeft
omvatten. Het zal een antwoord moeten kunnen geven op alle
vragen die binnen dat systeem kunnen opkomen. Maar zal er
een antwoord nodig zijn op een situatie veroorzaakt door
iets komende van buiten dat systeem; iets geheel nieuws,
iets onverwachts, nog niet denkbaar geweest voor de mensen
en daarom als informatie niet in het systeem aanwezig, dan
zal dat systeem daar niet passend op kunnen reageren, omdat
daarvoor intelligentie en creativiteit nodig zijn en door
gemis daarvan zal het systeem te gronde gaat. Of het
88
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-11
5
10
15
20
25
30
35
40
systeem zal helemaal nergens meer op reageren, omdat al
zijn informatie plotseling verdwenen is.
Bijna alle informatie gebruikt in moderne technieken is
opgeslagen op magnetische banden of vastgelegd op chips. We
zouden ons kunnen voorstellen dat door een of andere
oorzaak bv. een hevige elektromagnetische Puls(EMP), al de
opgeslagen informatie op de aarde wordt uitgewist. Stel u
voor een volkomen geautomatiseerde maatschappij, met als
hersenen: computers en geheugens, met daarin opgeslagen
allerlei programma's die uitgewist kunnen worden en die
plotseling niet meer werken. Deze maatschappij zal van de
een op de andere dag in elkaar storten. Zelfs oorlogvoering
is niet meer mogelijk, Omdat het moderne wapentuig voor het
grootste
gedeelte
elektronisch
geautomatiseerd
is.
Waarschijnlijk is voor het bovenstaande enige technisch
inzicht nodig, om de ernst daarvan te beseffen.
Zo zien we nu dat ons leven meer en meer ingekapseld wordt
door techniek en voorschriften en verhardt. Wij kunnen deze
ontwikkelingen zelf waarnemen en zien dan, dat het leven in
steeds kleinere partjes wordt opgedeeld. Denk maar eens aan
de toenemende specialisaties. Deze ontwikkeling wordt nog
versterkt door het toenemende aantal mensen dat als een
kluitje op elkaar komt te wonen, waardoor de regelgeving
steeds uitgebreider wordt om de samenleving toch nog
ordelijk te laten verlopen. Onze persoonlijke vrijheid
wordt daardoor minder en minder. Verder de uitbreiding van
de techniek waar voorschriften voor gemaakt moeten worden,
enz., enz.
Er is ook een toenemend gebruik van camera’s en chips die
onze bewegingen gadeslaan en vastleggen. Weliswaar voor
onze eigen veiligheid, maar toch..., langzamerhand en bijna
onopgemerkt neemt het inperken van onze vrijheid toe. Hier
is
een
waarschuwing
op
zijn
plaats
voor
gedachtebeïnvloeding via de indringende media televisie,
radio en dagbladen. Te veel mensen denken dat wat
geschreven staat of wat voor radio en televisie gezegd
wordt waar is, maar vaak zijn dat halve waarheden,
momentopname en verhalen die dikwijls uit hun verband
gerukt zijn, met het doel om steun van de massa te krijgen.
89
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-12
5
10
15
20
25
30
35
40
Dit is zeker waar, wanneer er politiek en geld mee gemoeid
zijn. En wat te zeggen van de vele reclame die overal voor
gemaakt wordt. We moeten wat gedachtebeïnvloeding aangaat
zeer kritisch blijven en afstand kunnen houden, daarbij
onszelf steeds weer afvragend, is het wel waar wat daar
wordt gepropageerd. Een truc waar de reclamemakers zich
vaak van bedienen is, om onbekende producten door bekende
of beroemde personen te laten aanprijzen. De kijker of
lezer
zal
onbewust
denken,
die
persoon
ken
ik,
tegelijkertijd
slipt
dan
het
onbekende
product
het
onderbewuste binnen bij gebrek aan kritiek. Want er wordt
op dat ogenblik niet afgewogen of dit product je bevalt of
wat zij zeggen wel waar is. Wanneer je in de toekomst een
keuze moet maken tussen een aantal onbekende producten, dan
zal dat aangeprezen product de meeste kans maken om gekocht
te worden, omdat dit je toch wel enigszins bekend voorkomt.
Deze werkwijze behoort onder het hoofdstuk de verborgen
verleiders. Er wordt heel wat gedaan door personen die op
geld of macht uit zijn om anderen op het verkeerde been te
zetten. Niet voor niets moeten dictaturen niets van
zelfstandige kritische denkers hebben; dat is in het
verleden vaak genoeg gebleken; zij zijn een gevaar voor een
dictatuur.
Laten we in dit verband ook eens denken aan het beeld uit
de droom van Nebucadnezar. Het beeld voorkomend in de droom
wordt door Daniël als volgt verklaard. De verschillende
delen van dat mensbeeld van boven naar onderen gerekend,
stellen de koninkrijken voor die elkander zouden opvolgen
met als laatste fase een verdeeld rijk, voorgesteld door de
voeten en tenen van dat beeld. Dit laatste rijk zou zo hard
zijn als ijzer, maar zo broos als leem. Zonder toedoen van
mensenhanden raakte een steen los, dit kan ook de inslag
van een komeet zijn zoals door velen voorschouwd, die het
beeld trof aan de voeten van ijzer en leem en deze
verbrijzelde. Daardoor stortte het hele beeld ineen. Het
beeld was mooi, jammer dat de basis zo zwak was. Een rijk
waarin alle regelingen geprogrammeerd worden vastgelegd met
behulp van een digitaal stelsel op kristalchips in
computers. De tijd zal het leren. In ieder geval is het de
90
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-13
5
10
15
20
25
30
35
40
moeite waard de bijbel daarover eens op te slaan en Daniël
2-1-49 te lezen.
We zien dat we ons leven meer en meer inkapselen. Door in
feite tegen de natuur in te gaan, daardoor worden de
natuurkrachten die ons gaan tegenwerken ook steeds groter.
Want in onze natuur geldt toch “Actie is Reactie”. Het is
alsof we een slinger uit zijn evenwicht drukken. Hoe groter
de uitslag wordt, des te groter wordt de kracht die we
nodig hebben om die uitslag te handhaven. Hoe lang zal de
mens die kracht nog kunnen uitoefenen ? Hoe lang blijft hij
waakzaam ? Zal hij nooit struikelen, waardoor deze slinger
met
donderend
geraas
weer
het
evenwicht
tracht
te
hervinden, niets ontziend op zijn weg daar naar toe. De
mens zal uiteindelijk door ervaring moeten leren. Daarna
zal het hem misschien gegeven worden de natuur des doods,
zoals de oude filosofen de aardse natuur beschouwden, te
ontsnappen.
Zij noemden de aardse natuur zo:
Ten eerste, Omdat levend organisme alleen kan voort-bestaan
door ander organisme te doden en op te eten.
Ten tweede, Omdat het leven op aarde de neiging heeft zich
tot in het oneindige te blijven splitsen.
(Op een ander niveau is de mens ook als zodanig bezig.
Bijv. het kopiëren van formulieren en in de industrie wordt
eerst een proto type van een object gemaakt en dan aan de
lopende band vermenigvuldigd zelfs tot aan auto’s toe).
Als afsluiting van dit gedachtethema nog iets om over te
mediteren.
Wanneer we in het bezit van al onze ledematen zijn, voelen
we ons geheel onszelf. Dit gevoel hebben we nog steeds
wanneer we, om wat voor reden dan ook, een been missen of
twee benen en ook nog steeds wanneer we benen en armen
missen en ga zo maar door. Zelfs ingeval we ons gehoor,
gezicht, smaak, reuk en uiterlijk gevoel verliezen, dan nog
zullen we dat innerlijke gevoel van te zijn hebben. Wanneer
we onze gedachten of spraak uitschakelen, hebben we nog
steeds dat innerlijke gevoel van te zijn. Dit doet ons
beseffen dat ons innerlijk zelf niet ons lichaam is, maar
daar wel gebruik van maakt om zich hier op het aardse vlak
te manifesteren.
91
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3-14
5
10
Het leven is een distillatieproces dat heel duidelijk naar
voren komt, waar racisme of discriminatie, in het algemeen,
in de menselijke verhoudingen een rol spelen. Het is in
feite een strijd tussen de mens en het beest in hem.
Ons lichaam is te zien als een slagveld waar de strijd van
de mens tegen zijn lagere instincten wordt gestreden.
Dit wordt ook beschreven in het Indische gedicht “DE
BHAGAVAD GITA” en waarin Arjoena met zijn wagenmenner
Krishna ten strijden trekken tegen zijn verwanten; zijn
lagere instincten.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 17)
15
92
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
4-1
GEDACHTETHEMA NO.4
5
MAGNETISME, ZWARTE GATEN, MATERIE.
Voordat
we
ons
bezig
gaan
houden
met
bovenstaande
gedachtethema, moeten we de volgende punten in gedachten
houden.
10
1) De kleinste materiedeeltjes die voor wetenschappers bestaan, zijn die, waarvan het bestaan
met stoffelijke hulpmiddelen nog kan worden
vastgesteld.
15
2) Alleen van dat wat beweegt, inclusief de beweging
van de elektronen in een lichaam, kan het bestaan
wetenschappelijk worden bewezen.
20
3) Aangezien wetenschappelijk niet kan worden
aangetoond dat wat niet beweegt bestaat,
ligt de grens van de wetenschappelijke
bewijsvoering voor het wel of niet bestaan
daar, waar de beweging van de materie ophoudt.
25
4) Het bestaan van bewegende deeltjes of lichamen
kan alleen worden aangetoond met behulp van
andere bewegende deeltjes of lichamen. Daarom zijn
alle metingen niet absoluut maar relatief.
30
Allereerst moeten we weten of de zogenaamde ether, een
medium, waarmee materie kan worden gevormd bestaat. Een
ding is duidelijk, op geen enkele wijze is aangetoond
kunnen worden dat ether bestaat. Wat wij in onze wereld
kunnen waarnemen of detecteren is dat wat beweegt. Wat niet
beweegt kunnen we niet zien of meten.
35
Laten we even onze fantasie gebruiken.
Stel je voor, je zweeft in een ledig universum, geen
sterren, planeten of anderszins zijn daar, dan jij alleen.
40
Laten we aannemen dat je een bal in je hand hebt. Je strekt
je hand met de bal uit en geeft aan de bal een draaiende
93
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
4-2
5
10
15
20
25
30
35
beweging. Dan trek je, je lege hand weer terug. De bal
zweeft daar nu los van je en draait rond ten opzichte van
je lichaam.
Stel nu eens, je verdwijnt uit dit universum, alleen de bal
bevindt zich daar nog. De vraag is nu, draait de bal dan
nog ?
En indien het antwoord ja is, wat voor ons gevoel
logisch lijkt, de volgende vraag: Ten opzichte van wat
draait de bal dan? Wetenschappelijk bekeken behoort het
antwoord neen te zijn, want volgens de relativiteitstheorie
moet er een punt bestaan ten opzichte waarvan een lichaam
beweegt.
Is het mogelijk dat er iets bestaat wat niet beweegt ?,
gerelateerd aan onze 3-dimensionale wereld ? Indien dat zo
is, kunnen we zeggen dat de bal beweegt ten opzichte van
datgene wat niet beweegt; datgene wat met stoffelijke
hulpmiddelen niet kenbaar kan worden gemaakt. Analoog
daaraan weten we, maar dan geheel op het materiële vlak,
dat we lucht niet kunnen zien, maar wanneer het beweegt
wordt het aan ons kenbaar als wind.
Voordat we nu weer verder gaan met het oplossen van dit
probleem, moeten we in gedachten houden, dat er zekere
principes in de kosmos werkzaam zijn, die een analogie
hebben op andere scheppingsniveaus.
Hier volgen enige analoge voorbeelden: Het gedrag van water
kan worden vergeleken met die van een elektrische stroom.
Wanneer water door een pijp stroomt, zal de binnenkant van
de pijp een zekere weerstand uitoefenen op de waterstroom,
waardoor drukval optreedt. De ingangsdruk van het water is
groter dan de waterdruk aan de pijpuitgang. Bij een
elektrische stroom door een geleider treedt eenzelfde
verschijnsel op; spanningsval genaamd. Ook de elektrische
wetten van Kirchoff kunnen toegepast worden op water. Deze
wetten luiden:
1e
40
Wet van Kirchoff.
In een knooppunt van elektrische leidingen is de som
van de toevloeiende stromen gelijk aan de som van
afvloeiende stromen.
94
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
4-3
2e
5
10
15
20
25
30
35
40
Wet van Kirchoff.
In een elektrische stroomkring is in een bepaalde
richting gerekend, de som van de spanningen gelijk
aan de som van de spanningsverliezen.
Het moet gezegd worden, dat deze tweede wet voor niet
technici iets minder duidelijk is dan de eerste wet van
Kirchoff, maar niettemin analogisch van toepassing op
water. Het beste is, voor deze 2e wet een vergelijking te
maken met een waterval die niet in een keer naar beneden
valt maar trapsgewijs. Stel de waterval op 15 meter hoog,
Het gewicht van deze 15 meter waterkolom is dan de druk of
spanning; ongeveer 1½ kg per cm2.
Wanneer de waterval bestaat uit drie gelijke trappen van 5
meter hoog, dan is voor iedere trap de waterdruk 0.5kg per
cm². Dus bij iedere trap neemt de waterdruk 5 meter toe,
totdat beneden aan de waterval de druk of spanning gelijk
is aan een waterkolom van 15m met een totaalgewicht van
ongeveer 1½ kg/cm2. Andersom gerekend neemt de spanning of
druk af, totdat bovenaan de waterval door drukverlies bij
de drie trappen de druk of spanning weer gelijk is aan nul.
Zoiets dergelijks kunnen we ook opmerken op de verkeersweg
waar een ongeluk plaats heeft gevonden, voor dit punt staat
dan een file, maar zijn wij dat punt gepasseerd dan kunnen
we meestal snel doorrijden. De verkeersdichtheid is door
dit
accident,
wat
als
een
weerstand
werkt,
sterk
verminderd.
In de elektrotechniek geldt, hoe hoger de spanning des te
kleiner de diameter van een geleider kan zijn om eenzelfde
hoeveelheid energie of vermogen te vervoeren. Men zou met
andere woorden kunnen zeggen, naar mate de druk op de
elektronen groter wordt des te sneller bewegen zij zich
door een geleider.
Een vergelijkbaar verschijnsel ziet men bij het wegverkeer,
hoe langzamer het verkeer gaat des te breder moet de weg
zijn om eenzelfde hoeveelheid verkeer te kunnen verwerken.
Worden de wegen in zo’n geval niet verbreed, dan treden er
verstoppingen
op.
Vergelijk
dat
eens
met
onze
lichaamsslagaders en denk daarbij aan de oorzaak van te
95
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
4-4
5
10
15
20
25
30
35
hoge bloeddruk, dan weet je welke maatregelen genomen
moeten worden om het wegverkeer te verbeteren.
Zo zien we weer, dat we het een uit het andere kunnen
afleiden.
Radiogolven. In het begin van de radiotechniek werd
aangenomen dat er in het heelal iets aanwezig moest zijn
waardoor radiogolven zich konden voortplanten, men noemde
dat ether. Het bestaan van ether kon echter niet direct
wetenschappelijk worden aangetoond, daarom werd het bestaan
daarvan
ontkend.
Maar
omdat
het
zelfs
voor
een
wetenschapper
onaannemelijk
is
dat
radiogolven
zich
voortplanten met behulp van niets, wordt de laatste tijd de
gedachte sterker dat ether wel moet bestaan.
Wanneer we als voorbeeld water stellen in plaats van ether,
kunnen we ook het magnetisme en zwarte gaten op analoge
wijze verklaren.
Wanneer wij een stok door het water bewegen, zullen we
daarmee kleine draaikolkjes veroorzaken die beurtelings
links en rechtsom draaien. In die draaikolkjes kan men dan
diepten of holle ruimten waarnemen, welke kunnen worden
vergeleken met zwarte gaten. Deze gaten geven de indruk dat
zij, gelijk magneten, de omgeving aantrekken.
Deze aantrekking blijft bestaan totdat de energie in de
werveling door de omgeving is opgenomen, waardoor de
middelpuntvliedende kracht minder wordt en de omgeving het
4-5
water weer naar het middelpunt terug duwt om het evenwicht
te herstellen; het water is dan weer in rust en het
oppervlak zo vlak als een spiegel.
(Het hierboven gegeven voorbeeld met de draaikolkjes is
natuurlijk een vereenvoudigde vorm van dat, wat misschien
in werkelijkheid 4-dimensionaal moet worden
bezien, maar deze analogische vergelijking maakt het
begrijpbaarder voor ons 3-dimensionale denken.)
40
Als we dit verschijnsel beschouwen, kunnen we hypothetisch
aannemen dat ether bestaat. Dat onze bal draait in relatie
tot de niet bewegende ether. Dat een zwart gat een holle
96
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
4-5
5
ruimte in die ether is en dat magnetisme eerder een
drukkracht dan een aantrekkingskracht is.
Deze hypothese past beter in ons natuurlijk systeem en is
begrijpelijk voor iedereen. Terwijl tot op dit ogenblik
niemand enig idee heeft wat magnetisme en licht precies
zijn; alleen bepaalde eigenschappen en hoedanigheden zijn
bekend.
10
15
20
25
30
35
40
Prof.
A.
Einstein
trachtte
het
verschijnsel
aantrekkingskracht duidelijk te maken, door het voorstellen
van een strak gespannen laken waarop bollen lagen, die
indeukingen daarin maakten en waar andere voorwerpen die
daar in de buurt kwamen, naar toe zouden rollen.
Dit is een statisch model. Wij weten toch dat alles in de
natuur beweegt, daarom zou het beter zijn deze statische
indeukingen te vervangen voor wervels.
Wij zouden ons nog af kunnen vragen wat de reden is dat de
maan zich langzaam van de aarde verwijdert. Kan het zijn
dat de maan dezelfde draairichting heeft als de aarde ? Op
het stoffelijke gebied stoten gelijke elkaar toch af ?
De draairichting van de maan kan worden geconstateerd, door
iedere dag op dezelfde tijd de plaats van de maan te
bepalen.
De aarde zelf zou zich dan van de zon af moeten
verwijderen, omdat zij dezelfde draairichting heeft als de
zon.
Hetzelfde
geldt
voor
de
andere
planeten
met
uitzondering van venus en Uranus, welke tegengesteld aan de
zon draaien en die zich dan naar de zon toe zouden moeten
bewegen.
De grote vraag blijft bestaan, wie of wat beweegt
denkbeeldige stok door het water ?
onze
Laten we nu onze gedachten gaan over de materie zelf en het
ontstaan daarvan.
Het waterstofatoom is van de aan ons bekende elementen het
kleinste en eenvoudigste van samenstelling. Dit element
bestaat uit een kern en één elektron die daaromheen
cirkelt. Om de kern van zo'n atoom te onderzoeken wordt
deze gebombardeerd met andere deeltjes. De kern wordt
97
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
4-6
5
10
15
20
25
30
35
40
daardoor gesplitst en de deeltjes daarvan schieten weg en
kunnen dan gemeten worden.
Wij kunnen nu zeggen: Alleen datgene kan worden gemeten wat
beweging heeft of kan worden bewogen.
Materie heeft altijd met beweging te maken. Straling is een
andere vorm van materie, denk aan Einstein's formule,
E=mc².
Buiten deze materie bestaat er voor de materialistische
wetenschap niets.
De vraag bestaat, kan er uit het niets materie ontstaan.
Het antwoord daarop zal zijn, neen. Maar materie kan wel
ontstaan uit dat, wat nog geen beweging heeft. Dus vanuit
een materialistisch oogpunt bekeken ontstaat iets uit het
niets. Hoewel, deze zelfde wetenschap zegt dat energie niet
vernietigbaar is. Dus er is altijd iets.
Om dit te begrijpen moeten we weer gebruik maken van het
analogische denkprincipe. Zonder hier al te diep op de
vraag: "Wat is bewustzijn?" in te gaan, even het volgende.
Al van oudsher wordt, wanneer er over bewustzijn wordt
gesproken, een vergelijking gemaakt met water. Met het
bewustzijn wordt dan niet het hersendenken bedoeld. Het
bewustzijn maakt gebruikt van de hersenen en met behulp
daarvan drukt het bewustzijn zich uit in woorden en
symbolen. Het bewustzijn is als stilstaand water in een
meer, wat als zodanig een eenheid vormt. Stel dat dit meer
alles omvattend zou zijn, dus ook heel onze kosmos zou
insluiten, dan kan men niet meer zeggen het water is hier
of daar. Het water is als 'n eenheid overal. Er is daarin
geen hier en daar en aangezien ons water niet in beweging
is, bestaat daarvoor ook geen tijd. Druppeltje uit deze
oceaan van water, kunnen we beschouwen als stukjes van een
ongedeeld
bewustzijn
aan
ieder
menselijk
individu
toebedeeld. Het bestaan van bewustzijn kan niet op een
materialistische
manier
bewezen
worden,
zodat
het
bewustzijn
waarover
wij
hier
praten
voor
de
materialistische
wetenschappers
niet
bestaat.
Met
materialistische wetenschappers worden diegenen bedoeld,
voor wie de wereld begrensd wordt
98
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
4-7
5
10
15
20
25
30
35
40
door het tast-en meetbare. In tegenstelling met de echte
wetenschappers, die ontvankelijk zijn voor al het nog
onbekende.
Wanneer we denken aan het ontstaan van materie, komt men
tot de conclusie, dat er iets van een hogere orde moet zijn
die onze eerder genoemde denkbeeldige stok rechtlijnig door
het water beweegt, waardoor wervelingen ontstaan aan beide
zijden van het spoor die de stok maakt. De wervelingen aan
de ene zijde van spoor zijn
tegengesteld aan die van de
andere zijde. Deze wervelingen kan men vergelijken met
geschapen materie deeltjes; materie en antimaterie.
(Zie ook Gedachtethema No. 19 Figuur 1 t/m 4)
We weten dat alles in de kosmos om elkaar heen draait, er
moet dan gezien ons voorbeeld iets rechtlijnigs werkzaam
zijn; iets wat immaterieel is. Bewustzijn vibraties? Licht
? In ieder geval iets, wat het ontstaan van materie of
wervels veroorzaakt.
De materiedeeltjes onderscheiden zich van het grote geheel,
zij bewegen en kunnen nu gemeten en bewezen worden als
bestaand. Uit het materialistische niets, is dan iets
ontstaan wat onbegrijpelijk moet zijn voor de begrensde
materialistische denkers. Heel de natuur bestaat trouwens
uit tegendelen waar de wet geldt, actie geeft een even
grote reactie.
Wanneer splitsing van het ene plaats vindt ontstaat er
ruimte. Tijd ontstaat doordat de gesplitste delen ten
opzichte van elkaar gaan bewegen of gaan wervelen.
DE VRAAG IS NU, KOMT DAARBIJ ENERGIE VRIJ OF IS ENERGIE
INHERENT AAN BEWUSTZIJN EN IS LICHT EEN ANDERE VORM VAN
BEWUSTZIJN.
Wij worden op afstand elkaar bewust met behulp van
straling: licht-, warmte-, magnetische straling (Radio),
enz. enz. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO.2)
Als we stof beschouwen als gecondenseerd of gekristalliseerd licht, zal bij het samenvoegen van materie en
99
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
4-8
5
10
15
20
antimaterie de energie die eerst nodig was om deze twee te
creëren weer vrij komen.
Uit het voorafgaande kunnen we de conclusie trekken dat
ruimte en afstanden ontstaan door beweging, want wanneer
er geen beweging is, bestaan er geen materie deeltjes of
gecondenseerde straling of energie en is alles één. De door
ons aangenomen oneindigheid van het heelal bestaat dan niet
meer.
Er wordt weleens gefantaseerd over de ruimte die materie
inneemt. Wij weten nu dat materie uit een kern bestaat waar
omheen, op relatief grote afstanden, elektronen cirkelen
zoals planeten om de zon. Er wordt dan gezegd, dat wanneer
zon, planeten, elektronen etc. op elkaar geperst zouden
kunnen
worden,
zonder
de
ruimte
daar
tussen,
ons
zonnestelsel waarschijnlijk niet groter zou zijn als een
voetbal. We kunnen het nog mooier voorstellen, wanneer er
geen beweging is, bestaat ook materie niet meer. Stel, in
je kamer staat een tafel, deze lijkt niet te bewegen, maar
de elektronen van de samenstellende elementen bewegen wel.
Wanneer de bewegingen plotseling zouden stoppen, dan
verdwijnt de tafel en is niet meer, want zonder beweging is
er geen materie.
25
30
35
100
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
5-1
GEDACHTETHEMA NO. 5
5
10
15
20
25
30
35
40
SYMBOLEN, RITUELEN, CEREMONIëN
DE BINNENKAMERS VAN HET HART
Symbolen
kunnen
gebruikt
worden
voor
verschillende
doeleinden, zoals het in het kort weergeven van leeszinnen,
denk bv. eens aan de vele verkeersborden; borden die
vertellen dat men maar in een richting mag rijden, dat men
niet sneller mag rijden dan 50 kilometer, dat men moet
oppassen voor overstekend wild enz., enz.
Woorden zijn in feite ook symbolen, wanneer iemand het over
een tafel heeft dan weten wij, dat daarmee bedoeld wordt
een plank op vier poten en op die plank kunnen we iets
zetten. De tafel is een samengesteld iets, een begrip, al
beseffen we dat niet meer. Om het mogelijk te maken om met
elkaar uitgebreid te kunnen communiceren, is de taal
ontwikkeld waarmee we denkbeelden in klanken kunnen
uitbeelden. Later gingen we deze klanken weer uitbeelden in
een
geschreven
taal,
het
is
een
vorm
van
gedachtekristallisatie.
Van de grote meesters Zarathustra, Boeddha, Christus enz.
is niet bekend of zij ooit voor het nageslacht iets op
papier hebben opgeschreven. Zij gaven de weg aan van
dékristallisatie. Wij weten dat aan de woorden van deze
wijzen,
door
anderen
neergeschreven,
verschillende
uitleggingen worden gegeven en een grote verscheidenheid
aan
geloofsstromingen
tot
gevolg
had.
Neen,
onze
leermeesters hielden zich niet bezig met het vastleggen van
denkbeelden, maar zij gaven de weg met het levende woord
welk naar dematerialisatie leidt. Jammer dat velen dat niet
begrijpen en alleen maar de neergeschreven letters zien,
als
basis
voor
hun
ideeën,
hetgeen
fundamentalisme
bevordert. Het doel van de naar waarheid strevende mens
ligt in de bevrijdende toekomst en niet in het starre
verleden.
Een symbool kunnen we ook ervaren als iets wat tussen het
hogere ongedeelde
en het lagere gedeelde bewustzijn in
staat. Het ongedeelde bewustzijn wordt ook wel Kosmisch
101
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
5-2
5
10
15
20
25
bewustzijn genoemd. Er zijn mensen geweest die in een
geestelijke extase verkeerden die Maria de moeder van
Christus zagen en anderen die Christus zelf zagen, moeten
we dat als waar aannemen ?
De
mens
is
over
het
algemeen
gefixeerd
op
het
driedimensionale, dat is wat hij kan waarnemen, wanneer hij
contact krijgt met het hogere, misschien moeten we spreken
van hogere energieën, dan zal hij deze waarnemen als een
symbool welke in zijn brein staat als het hoogste wat er
volgens zijn ervaring bestaat. Voor veel mensen in de rooms
katholieke wereld is dat Maria en voor anderen kan dat
Jezus Christus zijn enz. Deze verschijnselen kunnen dus wel
waargenomen zijn, maar hoogstwaarschijnlijk als een symbool
in de plaats staande voor hogere energievormen, omdat deze
energieën geen menselijke vorm hoeven te hebben.
Ceremonieën en Rituelen kunnen worden beschouwd als
hulpmiddelen. Door herhaaldelijk dezelfde handelingen uit
te voeren in een bepaalde gemoeds-of gevoelstoestand, zal
deze handeling op de duur als een sleutel gaan werken. Bij
een volgende keer zal bij het uitvoeren van deze handeling
of handelingen het gemakkelijker worden om in de gewenste
gevoels- of gemoedstoestand te komen. Het is enigszins te
vergelijken met schommelen. Door steeds een nieuwe aanzet
te geven kan je steeds hoger komen. Eveneens is bekend, dat
de kracht van een handeling zit in de herhaling.
30
35
40
Ook het gebruik van geuren en rustige muziek kan daartoe
bijdragen. Dit heeft natuurlijk ook met gedachteassociaties
te maken.
Zo worden er ook nog andere hulpmiddelen gebruik om het
aardse lichaam bezig te houden, om daardoor het denken en
redeneren stop te zetten, waardoor het gevoel meer op de
voorgrond kan treden. In de Rooms Katholieke kerk doet men
dit, onder andere, door het bidden van de rozenkrans. Het
opzeggen van litanieën. Een kralenketting door de handen
zien gaan kunnen we ook zien bij andere religies bv. bij de
Mohammedaanse. Terwijl het opzeggen van litanieën zelfs bij
o.a. de antieke Egyptenaren voorkwam. Rozenkransen en
102
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
5-3
5
Litanieën zijn dus geen uitvindsels van de Rooms Katholieke
kerk. Anderen weer, herhalen mantra’s om het lichaam bezig
te houden of een indruk te fixeren. Door het voortdurend
herhalen
van
dezelfde
zinnen
wordt
men
enigszins
gedachteloos, waardoor er gemakkelijker een verbinding met
hogere gevoelens tot stand kan komen. Het zit dus niet
alleen in de inhoud van de zovele woorden.
10
15
20
25
30
35
40
Een gevoelstoestand heeft geen beelden nodig. Men kan er
natuurlijk wel een symbool aan geven zoals de Egyptenaren
met hun hiërogliefen deden, door bv. voor vreugde een mens
uit te beelden met zijn beide armen omhoog, maar dit is dan
alleen een mededeling aan iemand anders en geeft niet het
gevoel aan wat een vreugdevol mens als zodanig ondergaat.
Muziek is van een hoger niveau dan het geschreven woord,
het werkt gelijk op het gevoel in. Door de soort muziek kan
men vrolijk of droevig gestemd worden.
De Egyptenaren moeten ondanks hun bouwwerken toch meer
gevoelsmensen geweest zijn dan de beschavingen die na hen
kwamen, dit blijkt uit het feit dat zij hun gedachten
hoofdzakelijk uitbeeldden door middel van hiërogliefen.
Terwijl de Israëlieten later al een veel eenvoudiger
alfabet hadden waar de vijf boeken van Mozes mee geschreven
zijn.
Het gevoel ligt op een hoger niveau dan het denken. Wil men
dus in nauw contact komen met hogere, dan is het de kunst
om in een bepaalde gemoedstoestand te komen.
Dat gevoel ondergaat men zonder daar iets specifieks aan te
verbinden en is innerlijk gericht. Er zijn verschillende
gemoedstoestanden, die van vreugde, verdriet, haat, maar
ook een van sirene rust. Een ander gemoedstoestand is die,
waarbij men op het hogere is afgestemd en een religieus
gevoel heeft en waarbij geldt niet mijn wil maar de uwe
geschiede en waar het gevoel over kan gaan in het zijnde.
Men gaat dan in zijn binnenkamer van zijn hart. Daarin kan
men onaardse belevenissen meemaken.
Denken is in tegenstelling met het innerlijke iets wat naar
buiten geprojecteerd wordt en wanneer er genoeg energie in
103
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
5-4
5
10
15
20
25
30
een bepaald denkbeeld gestopt wordt kan het zelfs vaste
vormen aannemen, want alles wat we fabriceren is eerst een
gedachte-idee geweest. Met het denken krijgen we steeds
meer verschillende vormen in deze 3-dimensionale wereld
Vandaar dat er steeds meer specialiteiten ontstaan.
Specialisatie brengt met zich mee dat de flexibiliteit van
de maatschappij minder wordt. Want een specialist in een
bepaald vak kan moeilijk of in het geheel niet een
specialist in een ander vakgebied vervangen. Dit heeft
allemaal met kennis te maken, datgene wat onder woorden
gebracht kan worden en waarvan wij ons bewust worden op het
aardse vlak. Kennis is een afspiegeling van het weten.
Kennis heeft met een leerproces te maken, dat plaats vindt
in de wereld der tegenstellingen. Het weten is van een
hogere orde. Kennis ligt in weten besloten. Kijk maar eens
hoe perfect de natuur gebouwd is in al zijn onderdelen,
technisch is dat eten of gegeten worden systeem perfect.
Het ontwerp van dit perfecte systeem ligt op een hoger plan
vast. Wanneer wij onszelf niet zo veel op de uiterlijke
dingen zouden concentreren is het misschien mogelijk om van
dat weten uit de eerste hand gebruik te maken en geeft dat
ook oplossingen voor onze geestelijke en lichamelijke
moeilijkheden
Te veel zien de mensen een dokter als een wonderman, die
ons in de meeste gevallen voorziet van kunstmatige
gefabriceerde
medicijnen,
terwijl
deze
moderne
medicijnmannen vaak niet weten wat de kwaal is of nog
minder wat de oorzaak van een kwaal is. Dit wil niet zeggen
dat we geen dokters nodig hebben, het tegendeel is waar,
maar we moeten ze wel in de juiste proporties zien. Het
zijn zeker geen goden, al zien veel mensen ze soms als
zodanig en bestaan er medici die zich zo voordoen.
35
40
Stel dat het mogelijk zou zijn om een verbinding te maken
met het perfecte ontwerp van de mens op een hoger plan,
(voor de aanhangers van de Christelijke leer zou dat Jezus
Christus kunnen zijn), en ons daarmee zouden kunnen
vereenzelvigen, zouden we dan niet van onze kwaal bevrijdt
zijn. Hoogstwaarschijnlijk wel, want er zijn gevallen
bekend van onverklaarbare genezingen die zich op ongeveer
104
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
5-5
5
10
15
20
25
30
35
40
op deze wijze voltrokken hebben. De bouw van het menselijk
lichaam ligt weliswaar vast in de DNA structuur, maar moet
toch door iets spiritueels ontworpen zijn. Het zou door het
collectief bewustzijn bewerkstelligd kunnen zijn.
Een van deze gevallen is de moeite van het vertellen zeker
waard. In 1997 kwam er in een TV programma een Joodse
generaal aan het woord waarvan de rugwervels beschadigd
waren. Zijn benen kon hij niet meer gebruiken en het gevoel
daarin was volkomen verdwenen. Na een uitgebreide medische
keuring, waarbij dus ook foto’s van zijn rug waren genomen,
werd hem verteld dat er niets meer aan te doen was. Hij
vertelde dat hij diep in de put zat en ongenietbaar was
voor iedereen in zijn buurt, maar vooral voor zijn vrouw.
Er kwam een tijd dat hij zich afsloot voor een ieder en
alleen in een kamer naar de TV keek. Op een gegeven
ogenblik zag hij een evangelische uitzending van een
Palestijnse zender welke zijn interesse opwekte. Het moet
vermeld worden dat hijzelf het Joodse geloof aanhing. Zo
gebeurde het eens dat er zo’n uitzending was dat hij zich
opsloot in zijn kamer om deze uitzending te volgen. Er
werden dingen gezegd die volgens de generaal hem het idee
gaven dat ze voor hem persoonlijk bedoeld waren en hem
intens raakte. Op een morgen bij het ontwaken begon zijn
lichaam hevig te schudden, hij voelde iets in zijn lichaam
veranderen en hij kreeg ook het gevoel in zijn benen terug.
Hij was in hoogste staat van opwinding en riep zijn vrouw
om in zijn benen te prikken om te zien in hoever zijn
gevoel en daarmee gelijk de mogelijkheid van gebruik van
zijn benen daarmee teruggekeerd was. Dokters konden dit
niet verklaren en de Rabbijnen waarmee hij contact zocht
ook niet.
Er zijn wel meer van deze gevallen bekend. Elf gevallen van
mensen met een dodelijke ziekte die als ongeneeslijk werden
beschouwd zijn opgetekend door Dr. Paul C. Roud in zijn
boek met als titel: “Wonderbaarlijk”. Uitg. Bzztôh ‘sGravenhage 1992
Aangezien wij als mensen graag overal een verklaring voor
willen hebben, wat misschien ook de bedoeling van het hele
evolutie proces is, om door ervaring van de tweedeling van
alles bewust te worden de volgende Hypothese: “ Wanneer men
105
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
5-6
5
zich kan verenigen met de volmaakte mens, (men tot inkeer
komt en vereenzelvigt met het hemelse patroon, in de
Christelijk leer voorgesteld door Jezus Christus), dan
zullen we genezen en van onze zorgen bevrijd zijn. Het
fysieke lichaam valt dan samen met het geestelijk lichaam,
waarbij het fysieke lichaam in overeenstemming wordt
gebracht met het geestelijke lichaam.
10
15
Er staat geschreven: “Kom allen tot mij die vermoeid en
beladen zijt en ik zal u verkwikken”.
De ceremonie van het laatste avondmaal van Jezus Christus
geeft dat reeds aan.
Een ding is zeker, het streven naar een goed doel zonder
egoïstische motieven met liefde voor zijn medeschepselen
brengt de mensheid op een hoger plan. Het te veel achterom
kijken kan leiden tot kristallisatie. Denk aan de symboliek
van het verhaal van Sodom en Gomorra (Genesis 19:26).
20
25
106
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
6-1
DACHTETHEMA NO. 6
5
10
DE BEPERKING VAN HET BEWUSTZIJN DOOR DE MATERIE
Wat is eigenlijk de oorzaak dat de mens zich steeds sneller
wil verplaatsen?
Waarschijnlijk komt dat, omdat het bewustzijn van de mens
zeer snel is. In feite bestaan er voor het bewustzijn geen
afstanden. Men wordt iets driedimensionaal of stoffelijk
bewust, wanneer het hogere in de mens, laten we dat maar
het zijnde of ongedeeld bewustzijn noemen, zich op een
onderwerp focust.
15
20
25
30
35
40
Stel, je bent even goed in Amsterdam thuis als in Canberra
in Australië, maar je bevindt je op dit moment in
Amsterdam. Wanneer je nu je ogen sluit, kan je in je
bewustzijn een beeld van Canberra oproepen alsof je daar
ter plaatse bent. Zou je van Amsterdam naar Canberra willen
gaan, dan is je bewustzijn aan stof gebonden. Wanneer een
mens zich het doel gesteld heeft om ergens naar toe te
gaan, dan wil hij daar ook zo snel mogelijk zijn. In zulke
omstandigheden voelen afstanden altijd aan als hindernissen
die genomen moeten worden.
De mens zal dus om die reden steeds snellere voertuigen
voor zij lichaam ontwikkelen om de afstanden in steeds
kortere tijden en op gemakkelijker wijzen te kunnen
overbruggen.
Vroeger gebruikte men het paard. Daarna kwam de fiets, de
auto, het vliegtuig, de raket. Wat zal de volgende stap
zijn ?
Wij zouden graag in contact willen komen met mogelijk leven
op andere sterrenstelsels, maar zouden wij dit doen met
raketten als vervoermiddel, dan zou dit veel te lang duren.
Zelfs al zouden wij ruimtevaartuigen ontwikkelen die zich
met
een
lichtsnelheid
van
300.000
km/sec
zouden
voortbewegen, dan nog gaat het te langzaam, want zelfs naar
het dichtst bijstaande sterrenstelsel Sirius zouden we met
de snelheid van het licht nog 9 jaren onderweg zijn.
107
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
6-2
5
10
15
Radiografisch contact zou misschien nog mogelijk zijn, maar
'n vraag en een antwoord daarop zal dan bij elkaar 18 jaar
duren. Of zullen we in de toekomst gebruik kunnen maken van
de vierde dimensie, waarin geen afstanden bestaan. In
science fiction films worden personen overgestraald van een
plaats naar een ander. Aangezien alles wat gedacht kan
worden en dan ook in een of andere vorm gerealiseerd kan
worden, zit de mogelijkheid van het gebruik van de vierde
dimensie voor transportatie er wel in. Het is alleen zaak,
de sleutel daartoe te vinden. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
Om te beginnen kunnen we eens denken aan energieoverdracht
overeenkomend met het volgende principes.
Wanneer men een lat neemt van 3 m lengte en men duwt er aan
een kant tegen aan met de bedoeling om deze lat op te
schuiven, dan zal tegelijkertijd zonder tijdverlies ook het
ander einde opschuiven.
20
25
30
Ongeveer hetzelfde ziet men bij metalen bollen die in een
rij, elkaar rakend, zijn opgehangen. Wanneer men een van de
bollen aan het eind van de rij uit zijn positie trekt en
hem weer loslaat, dan gaat de bol weer naar zijn
uitgangspositie terug. De bol wil doorzwaaien maar komt
tegen de bollenrij tot stilstand. Wat men wel ziet is, dat
aan het andere eind van de rij een bol uitzwaait. Hieruit
blijkt dat de energie die door een eindbol in de bollenrij
gebracht wordt, aan het eind er weer uitkomt; de tussen
liggende bollen ziet men daarbij niet bewegen.
108
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
6-3
5
10
15
20
25
30
35
Ook kan men eens denken aan de wet van Pascal welke luidt:
Een druk op een vloeistof uitgeoefend plant zich evenredig
in alle richtingen voort. Deze wet geldt voor water in een
gesloten systeem. Stel dat het hele universum een gesloten
watersysteem was, dan zou wanneer de druk ergens in het
heelal verhoogd werd, in het hele heelal de druk omhoog
gaan. Wanneer men nu ergens in het heelal, hierbij denkend
aan morsetekens) de druk met een bepaald ritme beurtelings
omhoog en omlaag brengt, dan zou het mogelijk zijn om deze
drukverschillen met een drukopnemer te meten aan het andere
einde van het universum. Dat zou inhouden dat men op deze
wijze zou kunnen communiceren met iemand aan het andere
einde van het universum waarbij voor informatie overdracht
geen tijd gemoeid is.
Wanneer
we
bedenken
dat
bovenstaande
natuurlijke
verschijnselen van hogere principes zijn afgeleid, kunnen
we ons afvragen, wat komt op een hoger niveau met water
overeen om te gebruiken voor communicatie op grote afstand,
ether?
Iets dat waarschijnlijk tussen bewustzijn en
materie in ligt. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
Maar misschien is het mogelijk om met wezens op andere
sterrenstelsels in contact te komen met behulp van de
principes gebaseerd op gelijkvormigheid, waarbij geen
ruimte
behoeft
te
worden
overbrugd,
omdat
dan
het
tijd/ruimte begrip niet van toepassing is.
Onmogelijk ! Ga voor jezelf met je gedachte eens terug in
de tijd. Laten we zeggen de middeleeuwen en stel je voor
dat iemand met een fantasieverhaal aan zou komen hoe de
wereld er in het jaar tweeduizend uit zal gaan zien. Hoe
zouden wij dit verhaal
opvatten? Wij zouden dit waarschijnlijk voor onmogelijk houden. En nu in de 21ste eeuw
zie we een ontwikkeling die vroeger voor onmogelijk werd
gehouden.
40
109
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
6-4
5
Een ontwikkeling die zich in een versneld tempo voltrekt.
Onmogelijkheden zijn mogelijk geworden. Denk daar maar eens
over na.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7)
10
15
20
25
110
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
7-1
GEDACHTETHEMA NO.7
5
DE VORMEN WERELD, DE WERELD DER VERHOUDINGEN.
Het onderwerp
volgende:
10
15
20
25
30
35
40
waarover
we
nu
gaan
filosoferen
is
de
D E
V O R M E N W E R E L D,
De wereld der verhoudingen
Bestaat er een wereld van vormen en verhoudingen 
We kunnen proberen te bewijzen of gelijkvormige figuren in
een hogere dimensie of op een hoger bewustzijnsniveau samen
vallen.
Gevraagd:
Te bewijzen dat twee of meer gelijkvormige figuren behorende tot de tweede of derde dimensie, in een hogere
dimensie samen vallen; met andere woorden, daarin één zijn.
Bewijs:
Voor de bewijsvoering gaan we ons voorstellen dat er geen
materie bestaat. Wij zullen in die voorstelling dan ook
geen stoffelijk lichaam bezitten. Wat we onszelf laten is
het denkbewustzijn. Wat wij weten is, dat we er zijn. Ook
als we ons concentreren om niet te denken, dan nog weten of
voelen we dat we er zijn. Het hier en daar bestaat voor het
bewust- zijn niet. Men begrijpt dan ook dat er geen boven
en onder bestaat: geen Oost, West, Zuid of Noord.
Stel dat er buiten ons nog een ander bewustzijn is, dan
zullen de twee bewustzijnen elkaar doordringen. In ons
voorbeeld stellen we ons voor het gemak voor, dat de twee
bewustzijnen zich niet van elkaar bewust zijn. Als beide
bewustzijnen
nu
ieder
een
punt
in
hun
bewustzijn
projecteren, zullen deze twee punten samen moeten vallen;
omdat hier en daar niet bestaan. Vervolgens projecteert
ieder bewustzijn nog een tweede punt op enige afstand van
de eerste. Ook hier valt dit nieuwe punt van het ene
bewustzijn
111
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
7-2
samen met die van het tweede bewustzijn; (of moeten we
zeggen, zij vallen onder andere samen ?).
5
Verbindt ieder bewustzijn zijn twee punten door een rechte
lijn, dan zullen ook die twee rechte lijnen samen vallen;
(Of vallen onder andere samen).
10
15
20
25
30
35
40
Bedenk, er bestaat geen richting in het bewustzijn. De
lengte van de lijnen speelt geen rol, want er zijn geen
referenties.
Zo verder gaande kunnen de twee bewustzijnen ook gelijkzijdige driehoeken, regelmatige viervlakken, vierkanten,
kubussen, cirkels en bollen construeren. Ook hier weer
zullen de gelijkvormige figuren, dus dezelfde verhoudingen
hebben), in beide bewustzijnen samen vallen, een driehoek
in het ene bewustzijn valt dus samen met de driehoek in het
andere bewustzijn. Dat zelfde geldt dan ook voor de andere
gelijkvormige figuren.
De grootte van de figuren doen niets ter zake, het gaat om
de gelijkvormigheid. Het zou kunnen dat een hogere dimensie
van onze stoffelijke wereld, een vormenwereld is; een
wereld van verhoudingen. Dat is misschien de reden waarom
wij de vorm van een lichaam kunnen herkennen, ook al zien
wij het groter of kleiner doordat zij zich dicht bij of
verder van ons af bevinden; ook wanneer zij op hun kop
staan. Wij herkennen de verhoudingen en deze zijn in ons
geheugen opgeslagen. Voor de wetenschap is het nog steeds
een vraagpunt waar het geheugen zich bevindt. Het bevindt
zich in iedere geval daar, wat boven de tijd uitgaat. Dit
blijkt
al
uit
het
verschijnsel
mimicry
en
andere
onderwerpen behandeld in PI-PHI.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
Hebben de verschillende lichamen al hun zijden en hoeken
gelijk dan vormen zij in de 4e dimensie een eenheid als
zijnde een en hetzelfde lichaam.
Het zou ook nog mogelijk kunnen zijn dat in een hogere dan
een 4e dimensie of bewustzijnsniveau bv. driehoeken niet
gelijkvormig meer hoeven te zijn om samen te kunnen vallen,
7-3
112
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
7-3
5
10
omdat zij herkent worden als driehoek, zoals wij hier met
ons 3-dimensionale bewustzijn een vogel als een vogel
herkennen terwijl er toch duizenden verschillende soorten
zijn; in afmetingen ,kleur, bouw, enz.
Vanuit het midden naar buiten of met andere woorden, vanuit
eenheid naar veelheid begint de vormgeving met eenvoudige
basisfiguren nl., de driehoek en de cirkel, waarmee andere
figuren of lichamen kunnen worden samengesteld.
Voorbeeld: Een kegel kan worden geconstrueerd door een
rechthoekige driehoek om een van zijn rechthoekszijden te
laten cirkelen.
15
Cirkels, ellipsen, parabolen en hyperbolen zijn weer
doorsneden van de kegel. Veelhoeken kunnen samengesteld
worden met behulp van driehoeken.
20
25
Wij zouden kunnen stellen :In de 4de dimensie of op een
hoger bewustzijnsniveau, vallen alle figuren, lichamen en
geestpatronen die gelijkvormig zijn samen en zijn daar één.
Wanneer
we
dus
in
onze
3-dimensionale
wereld
twee
afzonderlijke vierkanten hebben of kubussen, gelijkvormige
lichamen waarbij de verhoudingen tussen lengte, hoogte,
breedte gelijk zijn, dan zouden deze figuren of lichamen op
een hoger bestaansniveau samen vallen en één zijn.
(In de 4e dimensie ?).
113
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
7-4
5
We zouden nog iets verder kunnen gaan door te stellen dat
het patroon van bv. een insect, laten we zeggen een mier,
op een hoger bewustzijnsniveau beschouwd kan worden als de
moeder mier. De mieren op het aardse vlak zijn daarvan
slechts de kopieën, spiegelbeelden of doorsnedes van. Doden
wij een mier hier op aarde, dan doden we niet de
oorspronkelijke mier.
10
Uit deze gedachte ontstond waarschijnlijk de "Stelling van
Hermes"
die ons overgeleverd is uit de oudheid en welke
luidt:
15
Z O
B O V E N,
Z O
B E N E D E N.
Met andere woorden, het grote is gelijkvormig
kleinere en het hogere aan het lagere.
20
25
30
35
40
aan
het
We moeten ook in gedachte houden, dat alles wat we op het
stoffelijk gebied vorm hebben gegeven, allereerst gecreëerd
is in ons bewustzijn.
Uit het voorgaande volgt dan de conclusie, dat een kubus in
Nederland, in een hogere dimensie of bewustzijnsniveau,
samenvalt met een andere kubus bv. in Amerika of een plaats
aan het andere einde van het heelal; dus één zijn. Deze
bewijsvoering wijkt natuurlijk af van de gebruikelijke
manier in de meetkunde, omdat we hier het onstoffelijke er
bij betrekken.
Hoe moeten wij de vastlegging van de grote verscheidenheid
aan vormen in de hogere dimensies zien ? Het kan zijn dat
de informatie van deze vormen is vastgelegd in een
trillingspatroon die op het aardse vlak het beeld geven wat
we zien. We kunnen hierbij denken aan de zogenaamde
Chladnische figuren. Wanneer over een cilinder een vel
wordt gespannen wat bv. met zand bestrooid wordt en men
brengt onder de cilinder een geluidsbron of trillingsbron
aan, dan zal het zand op het vel, figuren vormen die bij
deze bepaalde trillingen behoort.
114
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
7-5
5
10
15
20
25
30
35
40
Met het voorgaande kan misschien ook wel de
"EinsteinPoldolsky-Rosen paradox” verklaart worden. Deze paradox is
beschreven in het boek van Rudy Rucker, "De vierde
dimensie".
We zullen deze paradox zo populair als mogelijk proberen te
beschrijven. Wanneer we een stok door het water halen
ontstaan er gelijkvormige wervelingen die zich links-en
rechtsom bewegen. Zo'n effect is ook op het atomaire niveau
te bewerkstelligen, waar dan twee atoom deeltjes die
gelijktijdig ontstaan een rechtse- en linkse spin hebben en
in een bepaalde richting zich van elkaar af bewegen.
Wanneer men van een dezer atoomdeeltjes die zich van de
ander af beweegt de richting verandert, bv. van links naar
rechts, dan zal tegelijkertijd het deeltje dat van links
naar rechts beweegt ook van richting veranderen en wel van
rechts naar links. Terwijl zo te zien er geen verbinding
tussen die twee atoomdeeltjes bestaat. Klaarblijkelijk
blijven op een voor ons onbegrijpelijke manier de deeltjes
met elkaar verbonden. De beweging van deze deeltjes zijn
tegengesteld aan elkaar, complementair en
als som vormen
zij een eenheid.
De
stelling,
voortkomende
uit
de
hierboven
gegeven
hypothetische bewijsvoering van J. Greve, luidt:
In de 4de dimensie of op een hoger bewustzijnsniveau,
vallen
alle
figuren,
lichamen
en
geestpatronen
die
gelijkvormig zijn samen en zijn daar één.
(De regel van Hermes: “Zo boven, zo beneden16”, heeft
daarmee te maken, zou ook het verschijnsel "SYNCHRONICITEIT
een acausaal verbindend beginsel" waar Carl Jung over
schreef, maar waar hij geen duidelijke oplossing voor had,
verklaard kunnen worden, alsmede de werking van de I-Tjing
(het Chinese orakel boek), de Tarot, Astrologie en de
wetten in het heelal waar de Russische wijsgeer Ouspensky
over schreef in zijn boek "Fragmenten van een oude
wijsheid".
16
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8)
115
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
7-6
5
10
15
20
25
Dat Astrologie door velen wordt gezien als onzin, is op de
eerste plaats te wijten aan de onwetendheid daarover. Ten
tweede,
de
meestal
onzinnige
astrologische
toekomstvoorspellingen die in allerlei blaadjes voorkomen
en niet op de laatste plaats de onkunde van de zichzelf
noemende "Astroloog".
De stand van de zon , de maan en de planeten geeft zo'n
complexiteit aan invloeden, dat het in de meeste gevallen
te moeilijk is om daarmee de toekomst te voorspellen.
Trouwens, we moeten ons leven niet laten leiden door de
stand van deze hemellichamen, daardoor zouden we ons
gedragen als slaven van de stof. De menselijke geest hoort
daarboven te staan. In principe echter bestaat astrologie,
want alles komt uit het ene voort en blijft toch op
verschillende niveaus met elkaar verbonden.
Ter verduidelijking nog dit, wanneer van twee of meer
modellen de verhoudingen der zijden ten opzichte van elkaar
niet gelijk zijn, vallen deze in een hogere dimensie of een
hoger bewustzijnsniveau waarschijnlijk niet samen. Ook zal
het
zo
zijn,
dat
wanneer
alle
mensen
hetzelfde
idealistische beeld in hun bewustzijn hebben en er naar
zouden leven, zij één zouden zijn.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 10)
30
35
40
Er staat geschreven over de mens: Weest vruchtbaar en
talrijk (Genesis 1:28). Nadat de mens uit het Paradijs
verdreven was doet hij dat dan ook, op een lager niveau.
En aangezien hij naar Gods beeld en gelijkenis is geschapen
doet hij dat op een nog lager niveau ook; hier kopiëren mee
bedoelend.
In zekere zin zijn alle wezens, soort bij soort, kopieën
van elkaar. Laten we een bijenvolk als voorbeeld nemen.
Wanneer we één bij daarvan doden, doden wij niet DE BIJ of
de Super Bij, bestaande uit het totale bijenvolk, maar een
kopie
of
een
ledemaat
of
doorsnede
daarvan.
De
intelligentie of bewustzijn daarvan berust niet bij de
afzonderlijke Bij maar bij het gehele volk
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8)
116
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
7-7
5
10
15
We
kunnen
onze
verschijningen
met
zijn
bewegingen
vastleggen op films, video’s of Cd’s, deze kopiëren en
duizend maal tegelijk afdraaien. Hetzelfde kan gedaan
worden met geluid. We kunnen een geluidsband bv. 100x
kopiëren. Laten we deze geluidsbanden tegelijk afdraaien,
dan zal het als het geluid van een band klinken. We kunnen
het ook vergelijken met de zovele mensen die in een
zangkoor zingen, samenzang geeft een gevoel van eenheid
We
vinden
iets
uit,
als
voorbeeld
een
auto
en
vermenigvuldigen het oorspronkelijke exemplaar met behulp
van robots aan de lopende band. We leven in een wereld van
veelheid en verdeeldheid. In tegenstelling met de unieke
individuele mens hier op aarde, is het uniforme product wat
door hem aan de lopende band wordt geproduceerd. Hieruit
blijkt dat hoe verder de scheppingen van de oorspronkelijke
creatieve bron verwijderd zijn, hoe starder deze worden.
Door het ontbreken van intelligentie.
20
25
30
35
40
Dat er een grond van waarheid moet zitten in bovenstaande
gedachte, het volgende: De meeste mensen zullen wel eens
een periode meegemaakt hebben waarin het levenspatroon van
iedere dag hetzelfde was, dat kan bv. een 3-weekse vakantie
geweest zijn waarin men niets anders deed dan in de zon
zitten en als vertier, drank en voedsel nuttigen en wanneer
men dan later op zo'n vakantie terug keek, het gevoel kreeg
dat die vakantie korter leek dan die in werkelijkheid was,
in ieder geval zeer kort. Dit komt, omdat wanneer het
levenspatroon
van
iedere
dag
hetzelfde
is,
de
gedachtebeelden daarvan in elkaar schuiven en één worden.
Wij zeggen weleens: ‘Wat is dat eentonig”. In de muziek bv.
klinken de tonen met eenzelfde toonhoogte van verschillende
muziekinstrumenten als een toon; de tonen schuiven in
elkaar of overlappen elkaar.
Houdt men echter een 2-weekse vakantie, maar brengt die
zeer gevarieerd door, dan lijkt het daaraan terug denkend,
dat die vakantie veel langer dan twee 2 weken geduurd
heeft. Dit komt omdat het levenspatroon op die dagen niet
identiek was, waardoor de vakantiebeelden niet samenvielen
en gecomprimeerd werden tot een kortere tijd.
117
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
7-8
5
Men zou kunnen zeggen, het ondergaan van veel veranderingen
geeft veel tijd als uitkomst, terwijl geen veranderingen
weinig tijd geven.
10
Al het materiële in deze wereld is in eerste instantie
ontstaan door beweging en de weerstand daar tegen, waardoor
splitsing van dat Ene plaats vond. Bewegingloosheid is
materie-, ruimte-en tijdloos.
15
Elektronen draaien zeer snel om de atoomkern. Planeten
draaien t.o.v. elektronen langzaam om de zon. De mens
schept snel. God schept langzaam.
(Tijd
is
natuurlijk
maar
betrekkelijk,
omdat
het
gerelateerd is aan het driedimensionale menselijk denken).
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
20
25
30
35
Verder gaand, insecten, bv., bewegen hun vleugels zeer snel
ten opzichte van kleine vogels, zoals die van merels en
pimpelmeesjes. Deze op hun beurt bewegen hun vleugels weer
sneller dan de grotere vogels zoals de adelaar en de gier.
Alsook in het aandragen van voedsel voor hun jongen ziet
men dat verschil. De pimpelmees vliegt zeer veel heen en
weer om zijn jongen te voeden met kleine insecten.
Een merel die groter is dan een pimpelmees doet dat al veel
minder, ook al omdat het voedsel dat zij aandragen groter
is, bv. wormen, salamanders enz. Een arend vliegt nog veel
minder heen en weer, maar deze brengt het voedsel ter
grootte van een konijn, waar een jong lang op kan teren.
Iets anders wat opvalt is, dat de pimpelmees 6 tot 8 en
soms meer jongen kan krijgen, terwijl een merel er 2 of 3
krijgt. De arend brengt maar een jonge groot.
Men zou
lichamen
waar het
gaat het
ook eens
in het algemeen kunnen zeggen: Allen kleine
bewegen ten opzichte van de grotere sneller. En
kleine samen gaat met veelheid en tijdverkorting,
grotere gepaard aan weinig en tijdverruiming; denk
aan kikkerdril.
40
118
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
7-9
5
10
Een ander fenomeen wat men opmerkt bij veelheid is, dat bij
het fabriceren van technische onderdelen voor bv. de
elektronische
industrie,
maar
vooral
die
voor
de
telecommunicatie, de onderdelen kleiner worden maar steeds
sneller gefabriceerd kunnen worden.
Ten slotte. Tijdverkorting versnelt productie.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
15
20
119
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
8-1
GEDACHTETHEMA NO. 8
5
10
15
20
25
DE VIERDE en VIJFDE DIMENSIE
Over de 4e dimensie is al heel wat geschreven, wij zullen
echter uit die bronnen ter verduidelijking van dit
onderwerp
enkel
enige
voorbeelden
van
C.A.
Hinton
gebruiken. Dit gedachtethema laat zien, dat niet alle
verschijnselen in deze driedimensionale wereld met ons
brein ten volle begrepen kunnen worden. Sommige van deze
verschijnselen die ons begrip te boven gaan, noemen wij
soms wonderen. Verderop in dit stuk geven we de redenen van
deze kortzichtigheid of hersenactiviteitbeperking.
Wat moeten wij ons dan wel voorstellen van de 4e dimensie
en is zoiets wel te begrijpen voor ons mensen levend in een
driedimensionale wereld?
Wij kunnen wel het verband zien tussen de 1e, de 2e en de
3e dimensie, respectievelijk de lengte, breedte en hoogte
van een voorwerp. Hierbij kan de derde uit de tweede en de
tweede uit de eerste dimensie worden afgeleid. Om enigszins
een begrip van de 4e dimensie te krijgen kunnen we proberen
deze uit de voor ons bekende dimensies af te leiden.
C.A.Hinton gaf in zijn boek de 4e dimensie enkele aardige
voorbeelden, waarvan hier er een met de figuren 1 t/m 3
wordt weergegeven.
30
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
120
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
8-2
5
10
15
Stel, dat een punt zich rechtlijnig voortbeweegt van A naar
B en een spoor achter laat, dan zal dit spoor een rechte
lijn zijn. Een rechte lijn behoort tot de 1e dimensie.
Wanneer deze rechte lijn zich, evenwijdig of parallel vanaf
zijn oorspronkelijke positie, richting A1-B1 beweegt, wordt
daarmee een vlak bepaald welke tot de 2e dimensie behoort.
Wanneer dit vlak op zijn beurt zich parallel vanaf zijn
oorspronkelijke positie verplaatst, richting 2A,B3,A3,B3,
dan wordt daarmee een lichaam met lengte, breedte en hoogte
bepaald; behorende bij de 3e dimensie.
Breidt dit lichaam zich nu naar alle kanten uit dan zou
deze uitbreiding behoren tot de 4e dimensie.
FIGUUR 4
25
Wanneer de kubus in Figuur 4 zich vierdimensionaal
uitbreidt, kunnen we dan zeggen, dat de oorspronkelijke 3dimensionale kubus als een 3- dimensionale doorsnede of een
gedeelte van een super kubus kan worden gezien, waar ook
alle andere kubussen in het heelal een doorsnede van zijn
of deel van uitmaken en alle andere vormen elkaar
doordringen.
30
Wij kunnen aan de super kubus geen maat geven of zeggen,
het is een oneindig grote kubus, omdat deze super kubus een
gedachtebeeld is. Maatgeving geldt alleen voor onze
driedimensionale wereld.
20
121
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
8-3
5
10
15
20
De afleiding voor de 4e dimensie werpt een licht op de zeer
oude stelling van Hermes, Zo in het groot, Zo in het klein.
Het zou in het geheel niet zo verwonderlijk zijn, wanneer
de denkers uit de oudheid, die de regel van Hermes
samenstelden, op dezelfde wijze als hiervoor gegeven tot
die conclusie kwamen. Natuurlijk zullen zij ook wel zo’n
gedachtebeeld aan de werkelijkheid getoetst hebben.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7)
Een andere gedachtespeling is de volgende:
Stel dat er wezens, platlanders genaamd, zouden leven in
een plat vlak, dus in een 2-dimensionale wereld, (Platland
geheten), die wezens zouden in dat geval dan ook plat
moeten zijn, dus 2-dimensionaal. Stel dat op een gegeven
ogenblik een 3-dimensionaal lichaam in de vorm van een bol
door het platte vlak heen zou gaan. De plattelanders, zien
dan eerst een stip verschijnen die uitgroeit tot een
cirkel, een cirkel die steeds groter wordt en daarna weer
kleiner tot het weer een stip is en verdwijnt.
FIGUUR 5
25
Plattelanders kunnen dat niet verklaren en zullen dit zien
als een wonder. Voor ons 3-dimensionale wezens is deze
gebeurtenis kristalhelder.
30
122
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
8-4
5
Nog een ander voorbeeld: Op een dag zien de Plattelanders
in hun wereld vanaf lijn X-X een rij evenwijdige lijnen
lopen, gemerkt met A, B, C, D, E, F, en G. Zie Fig. 6
Wanneer de plattelanders de volgende dag terug komen zien
zij, dat er een verandering heeft plaats gevonden.
10
15
20
25
30
FIGUUR 6
Wat zij opmerken is dat de letters A t/m G, ten opzichte
van de X-X as zich nu aan de andere kant daarvan bevinden
dan de dag daarvoor. Wanneer zij dat gaan beredeneren komen
zij tot de conclusie, dat iedere lijn afzonderlijk in het
platte vlak gewenteld moet zijn om deze X-X as.
Zij weten dat dit in feite onmogelijk is, omdat bv. lijn
"B" om aan de andere kant te komen door andere lijnen heen
moet gaan wat niet kan en toch is dat gebeurd. Dit is
onbegrijpelijk voor hen door gebrek aan een 3-dimensionaal
inzicht.
Voor ons 3-dimensionale wezens is de oplossing eenvoudig.
Kantel de lijnen vanuit Platland over de x-x as door de
derde dimensie naar de andere kant.
Iets om over na te denken. We zien een zwerm trekvogels die
heen en weer vliegt, zij doet dat net zolang totdat de
bewegingen van iedere vogel afzonderlijk in harmonie is met
de troep. Bijvoorbeeld dat alle vogels in 1 beweging keren.
Zijn die vele vogels niet even zovele doorsnede van die ene
4-dimensionale moedervogel, die op een 3-dimensionaal
gebied bezig is met het oefenen van zijn ledematen om de
bewegingen van de vogels onder controle te krijgen. Zoals
123
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
8-5
een jongleur net zolang blijft oefenen totdat hij de
objecten waarmee hij werkt volledig onder controle heeft?
5
Is ook niet de mens door te evolueren uit
voorgaande prototypes geworden wat hij nu is?
10
15
20
25
30
35
40
de
vele
Instinct heeft hoogstwaarschijnlijk ook met de 4e dimensie
of een hogere zijnstoestand te maken.
Instinct wordt in het van Dale Groot Woordenboek der
Nederlandse Taal omschreven als een natuurlijke aandrift
tot een doelbewust doeltreffend handelen, een aangeboren
gedragsdispositie. Een ingeschapen inwendig gevoel dat tot
handelen aanspoort.
We zouden het gevoel kunnen zien als een verbindingsstuk
tussen de 3e en 4e dimensie. Ons gevoel zegt ons wat goed
of verkeerd is. Het gevoel of instinct is verbonden met
iets wat intelligentie bezit en een norm bepaalt en waar
ervaringen worden opgeslagen.
Zo zien wij dat een spin op een meesterlijke wijze haar web
maakt. Het maken van de steundraden waartussen het web
wordt
opgehangen
vergt
steeds
weer
een
andere
constructiewijze.
Dit
naargelang
de
beschikbare
bevestigingspunten in de omgeving.
Wanneer we de natuur bekijken zien we een veelvoud van dit
soort verschijnselen. Er wordt dan meestal aangenomen dat
de ervaringen van de dieren door middel van de genen worden
doorgegeven aan het nageslacht, maar is dat wel helemaal
zo? Er zijn ook voorbeelden die laten zien dat deze
redenering in niet alle gevallen opgaat.
Wanneer we al wat wij waarnemen zouden beschouwen als een
doorsnede van een hogere dimensie, dan kunnen we bv. een
spin zien als een doorsnede van een 4-dimensionale
superspin. Deze superspin is dan behept met een zeer hoge
intelligentie en waar de 3-dimensionale spin die wij
waarnemen slechts een van zijn vele ledematen is. Indien
dat het geval is, worden de handelingen van de spin via het
gevoel gestuurd door de superspin. Dit gebeurt dan evenzo
bij de bijen door de superbij en bij de mieren door de
supermier
124
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
8-6
5
10
15
20
25
30
35
40
enz. Volgens Rudolf Steiner zijn deze beesten verbonden of
maken zijn deel uit van een groepsgeest.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO.1)
Bij de mens is dat in mindere mate het geval, deze heeft de
mogelijkheid om zelf een beslissing te nemen, al lopen
velen als blinde kippen achter elkaar aan. Maar de
geestelijke mens is al zo diep in de 3-dimensionale
stoffelijke wereld afgedaald, al zo ver afgescheiden van
het geheel, dat hij beslissingen gewetenloos doet. Daarbij
heeft hij de mogelijkheid om het natuurlijk evenwicht te
verstoren. Wij moeten nu weer tot het besef komen, dat we
deel uitmaken van die ene hemelse mens.
Op een hogere zijnstoestand is er meer eenheid en minder
verdeeldheid. De vele mieren zijn op dat niveau één
supermier, de bijen één superbij.
Zijn alle mensen niet even zovele doorsneden van een 4
dimensionale supermens? En vormen zij in de 4de dimensie
niet een eenheid begiftigd met een super intelligentie en
een tijdloos weten? Want het geheel is meer dan de som der
delen. Was dat niet de leer van Christus om bewust deel te
gaan uitmaken van dit ene lichaam?
Er
zijn
in
onze
3-dimensionale
wereld
zaken
en
gebeurtenissen waarvan wij het verband niet zien, maar die
indien dat voor ons mogelijk was om het te beschouwen
vanuit een hogere dimensie, ongetwijfeld klaarheid zou
kunnen verschaffen.
Zoals voor de mens de belangrijkste gebeurtenissen,
geboorte en dood. Wij zouden dit kunnen vergelijken als
een 3-dimensionale bol die door een tweedimensionaal vlak
gaat. Het ontstaan van de punt in het vlak kunnen we
beschouwen als een geboorte. Deze punt uitgroeiend tot een
cirkel met de omvang van de bol, de weg naar volwassenheid.
Waarna de cirkel weer inkrimpt op weg naar ouderdom en
eindigend in een punt wat het verschijnsel geboorte en dood
in onze 3-dimensionale wereld betekent.
De bol zelf, het inwezen, heeft vanuit ons gezichtspunt
geen verandering ondergaan. De Engelsen hebben een mooie
uitdrukking voor iemand die gestorven is, namelijk deze,
somebody passed away. Letterlijk vertaald is dat, iemand
125
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
8-7
passeerde ons of iemand ging langs ons heen en verdween uit
ons gezicht.
5
10
15
20
25
30
35
40
DE VIJFDE DIMENSIE
Nu we het over de vierde dimensie hebben gehad, kunnen we
ons nog afvragen bestaat er een vijfde dimensie en wat
moeten we ons daarbij voorstellen?
Misschien moeten wij het zien als volgt. Wanneer we naar
een driedimensionaal voorwerp kijken, bv. een beeld, dan
zien we dit met 1 oog bekeken als een tweedimensionaal plat
beeld. Met twee ogen bekeken zien we nog stukjes van de
zijkanten waarmee onze hersenen een driedimensionaal beeld
realiseert. Vanuit een 4de dimensie zouden we dit voorwerp
kunnen zien als een segment of doorsnede van een 4dimensionaal lichaam. Wanneer we ditzelfde beeld vijf
dimensionaal konden bekijken, zouden we dit beeld misschien
van alle kanten tegelijk kunnen zien. Wij zien dan de voor, achter-, en zijkanten, alsmede de onder- en bovenkant. We
zouden kunnen zeggen het beeld bevindt zich in of is
omringd door ons tijdloze bewustzijnsveld. Om dit te
verduidelijken
moeten
we
ons
bewustzijn
weer
eens
vergelijken met water, waarin we een vis laten zwemmen.
Stel dat ieder watermolecuultje ogen had, dan zou de vis in
een keer van alle kanten kunnen worden waargenomen.
Gebrekkig
weliswaar,
zouden
we
zelfs
dit
nog
driedimensionaal kunnen uitbeelden.
We zetten een inktflesje voor twee spiegels die een hoek
van ongeveer 60 graden met elkaar maken, we zien dan dat de
twee spiegels in elkaar reflecteren. Aangezien ons flesje
voor de spiegels staat zal dit 4 maal gereflecteerd worden.
In
totaal
zien
we
5
aanzichten.
Een
ongespiegeld
vooraanzicht en vier gespiegelde zijaanzichten. Dit geeft
de vorm van het beeld vollediger weer.
Wij zien dan alle kanten van het beeld in een keer
tegelijk, met uitzondering van de onderkant, zonder dat we
het beeld behoeven te verdraaien. Om de onderkant van het
flesje te kunnen zien, zouden we deze iets gekanteld ten
opzichte van het grondvlak moeten weergegeven, daardoor
krijgen we een totaal beeld daarvan. In dat geval komen we
dan op 6 aanzichten. We hebben dan 4 afspiegelingen van die
126
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
8-8
5
ene werkelijkheid. Het doet
veroorzaakt door 1 actie.
(Zie ook GEDACHTETHEMA
denken
aan
de
4
wervels
NO. 19)
FIGUUR 7
10
15
20
25
In plaats van spiegels kunnen we ook mensen nemen. Wanneer
we bv. twaalf mensen een kring om het beeld zouden maken,
dan zal eenieder die deel uitmaakt van deze kring, een
andere beschrijving kunnen geven van zoals hij of zij het
beeld ziet. Zij zouden met elkaar over de vorm kunnen
twisten, omdat ieder een ander aanzicht heeft. Allen hebben
voor 1/12de gelijk voor wat het hele beeld betreft. Wanneer
de twaalf aanzichten worden samengevoegd kan een vollediger
beschrijving van het beeld worden gegeven. Hoe verschillend
ieder het beeld ook ziet, het beeld zelf blijft onveranderd
hetzelfde.
Onze kortzichtigheid komt ook tot uiting wanneer we een
keuze moeten maken. Wij mensen voelen ons zo nauw met ons
lichaam
verbonden
en
hebben
onszelf
daarmee
zo
vereenzelvigd, dat we denken dat we alleen uit een aards
127
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
8-9
lichaam bestaan. Dat
hersensactiviteiten.
denken
heeft
te
maken
met
onze
5
Wij zijn deze hersenen niet, maar maken daar gebruik van,
om ons door middel van woorden uit te drukken in deze drie
dimensionale wereld van tijd en dood17.
(Zie ook GEDACHTETHEMA
NO. 3)
10
15
20
25
30
35
40
Het denken of het gebruik maken van woorden vraagt tijd of
neemt tijd in beslag. Met onze hersenen denken we alles
hier op aarde te kunnen regelen. Wanneer we een keuze
moeten maken en alle voor- en nadelen daarvoor hebben
afgewogen en tot een beslissing zijn gekomen, denken we de
juiste keuze te hebben gedaan. In de loop van de tijd
blijkt echter vaak, dat deze keuze verkeerd was. Vandaar
dat men nogal eens hoort: ”Als ik het weer eens over mocht
doen, dan zou ik het wel weten”. Een verkeerde keuze kan in
de toekomst ook wel eens goed uitpakken. De onzekerheid van
de juiste keuze wordt mede veroorzaakt door ons beperkt
overzichtvermogen in de tijd. Wij denken ons lot geheel
zelf te kunnen bepalen. Als dit waar is, dan is dat
misschien voor een klein deel mogelijk ten kosten van een
hoop energie. De daarvoor benodigde energie zal minder
zijn, naar mate we een beter overzicht hebben over het
gehele proces, waardoor we sneller kunnen ingrijpen als er
iets mis gaat. Wanneer we dus het gehele levensproces
konden overzien, zouden we nooit een verkeerde keuze hoeven
te maken. Hieronder een voorbeeld om dit idee te
verduidelijken.
Stel dat wij een huis hebben staan op een besneeuwde
berghelling. Wij staan hogerop de berg vanwaar wij nog net
ons huis kunnen zien, daarachter verliest het uitzicht zich
in een nevel. Plotseling merken we, dat er aan de top
sneeuw losraakt en als een bal, waarvan de omvang steeds
groter wordt, naar beneden begint te rollen. Wij zien ook,
dat wanneer wij er niets aan doen, deze bal ons huis zal
raken en vernielen. Wanneer de bal bij ons is aan gekomen
17
Voor het afgeleide bewijs voor de duale samenstelling van de mens,
zie Het Boek PI-PHI, Gedachtethema No.3, “Lichaam en Ziel”.
128
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
8-10
5
10
15
20
25
30
35
40
op weg richting ons huis, is hij al zo groot dat we hem
niet meer kunnen tegenhouden of vernietigen. Wel kunnen we
hem nog even een duw geven, waardoor hij iets van richting
verandert. Wanneer hij dan bij ons huis aankomt, is de
afwijking al zo groot geworden, dat hij ons huis
ruimschoots mist. Hadden we dichter bij het huis gestaan,
dan was het niet meer mogelijk geweest om met de energie
die wij ter beschikking hadden de bal te stoppen of opzij
te duwen. Wij hebben voor ons gevoel goed gehandeld...
Ja!!!!, dat dachten wij, totdat we later horen, dat mede
door ons toedoen, de bal een vader en moeder heeft
verpletterd die aan de voet van de berg met hun kinderen
aan het spelen waren. Als we dit geweten hadden, hadden we
de koers van de sneeuwbal niet veranderd, want een
mensenleven is meer waard dan een huis. Ons in aanvang
zijnde de beste handelwijze, blijkt later dus niet de
juiste te zijn geweest. Wij hoeven daar echter geen
schuldgevoel aan over te houden, want we misten door de
nevel het totale overzicht, wij zagen maar een deel van het
geheel. Nog moeilijker wordt het in ons verhaal, wanneer
het begin van het proces ook in nevelen is gehuld of zo
klein is, dat het in de beginne niet wordt opgemerkt. Zo
gaat het met veel zaken. Wij zijn als blinden die tasten in
het duister. Er worden allerlei plannen gemaakt om een
gesteld doel te bereiken, maar er kan uit een onverwachtse
hoek iets opduiken wat ons gehele plan in duigen doet
vallen. Wanneer we verder over ons levenslot nadenken,
moeten we toegeven dat dit voor het grootste gedeelte door
de omgeving en omstandigheden wordt bepaald. Het begint al
met de geboorte, de een vindt zijn bedje gespreid en een
ander wordt onder erbarmelijke omstandigheden geboren,
waarbij hem dan nog alles in dit leven tegenzit. Er zijn
ook mensen die een slechte start maken en wonderbaarlijk
genoeg alleen maar voorspoed ondervinden. We kunnen onszelf
afvragen, waarom is dit zo. Het kan zijn dat dit
veroorzaakt wordt door de verkeerde keuzes in het verleden
die vroeg of laat gecompenseerd moeten worden in deze
wereld van actie is reactie. Wanneer dit zo is, is het
waarschijnlijk nog belangrijker om te bepalen wat onze
juiste levenshouding zal moeten zijn. Wanneer we het
bovenstaande
129
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
8-11
5
10
15
20
25
30
35
hebben begrepen, zullen we tot de conclusie komen, dat we,
wat het leven voor ons in petto heeft moeten accepteren
zoals
het
is
en
indien
nodig
proberen
onze
levensomstandigheden te verbeteren, maar niet ten koste van
anderen. Daarbij in gedachte houdend dat alles een
tijdelijke zaak is. Mentaal moeten we enige afstand van het
aardse gebeuren nemen, wij weten dat wat we nu hebben,
morgen door onverwachtse gebeurtenissen kunnen verliezen.
Alles gebeurt zoals het moet gebeuren. We kunnen doen wat
we willen, de toekomst ligt in zekere zin al vast. Wanneer
een helderziende in de toekomst zou kunnen kijken, zou deze
zien wat de uitkomst van dit alles is, ook al zouden wij nu
plotseling een tegengestelde beslissing nemen, dan nog ligt
dat reeds in de toekomst vast. Het is iets wat met onze
hersenen moeilijk te bevatten is.
In sommige geschriften wordt er over het bestaan van nog
meer dimensies gesproken, dat kan zijn, maar het zal een
verklaring in woorden te boven gaan. De 4e dimensie geeft
nog een beeld waarin verhoudingen van lijnstukken een rol
spelen. In de 5e dimensie wordt dat wat moeilijker en dan
praten we hierbij nog van uiterlijkheden, maar wat te
zeggen van het inwezen der dingen?.
Nog even dit, Het is een onmogelijkheid om de vierde
dimensie met ons hersendenken te omvatten, omdat hersenen
met een 3-d lichaam van doen heeft. De eerste dimensie als
een rechte lijn begrijpen wij, omdat deze door een plat
vlak kan worden omvat. De tweede dimensie, een vlak dus,
evenzo omdat deze door een driedimensionaal lichaam kan
worden omvat. Wij kunnen ook een 3-dimensionaal lichaam
begrijpen omdat we daarin zelf werkzaam zijn. Maar een 4dimensionaal beeld past niet in een 3-dimensionaal lichaam
of gedachtebeeld en een 3-d lichaam past niet in een 2-d
lichaam enz. Andersom daarentegen wel. Daarom proberen zij
die een hoger bewustzijnstoestand hebben ervaren, dit
ervaren over te brengen door gebruik te maken van
vergelijkende verhalen of parabels.
40
130
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
9-1
GEDACHTETHEMA NO. 9
5
RESONANTIE
VRAAG EN U ZULT EEN ANTWOORD VERKRIJGEN.
10
15
20
In de bijbel staat geschreven, (Lucas 11:9) En ik zeg u:
Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden;
klopt en u zal opengedaan worden. Wanneer wij een antwoord
op een werkelijk belangrijke vraag willen hebben en we
stellen die vraag aan onszelf, dan zal dat verzoek vroeg of
laat worden voldaan. De gedachtetrilling veroorzaakt door
die vraag wordt dan als het ware uitgezonden en is vrij om
in contact te komen met datgene wat een antwoord op die
vraag zou kunnen geven, waarna dit antwoord terug gaat naar
de veroorzaker van deze gedaagdentrilling. Deze herkent de
trilling door resonantie, want door de vraag te stellen
heeft de vragensteller zich geestelijk afgestemd op het
antwoord.
Om dit te verduidelijken een stukje van een verhaal, wat we
zullen noemen:
25
30
35
40
DE MEDICIJNMAN.
De medicijn man stond daar te midden van een oneindige
vlakte en staarde in de verte, terwijl zijn grijze baard en
haar soms opwaaide in de wind. De zon stond op het punt
onder te gaan en de nieuwe maan werd reeds zichtbaar. In
deze vlakte waren diversen dieren, bomen, planten en
bloemen te zien. Zo liep daar een groep van tien paarden.
Een jakhals zocht zijn weg door laag struikgewas waardoor
vijf
vogels
werden
opgeschrikt
en
weg
vlogen.
Een
eendagsvlieg vloog van bloem tot bloem. In de nabijheid van
de man waren ook nog bomen in groepjes van 3 en 6 te zien.
Aan de voeten van de medicijnman zat een vrouw die
eerbiedig naar hem op keek en vroeg;" Maar wanneer zal dit
alles wat u verteld hebt geschieden ?"
131
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
9-2
5
10
15
20
25
30
35
40
De man's blik ging dromerig
hem uitstrekte. Op dat
getrokken door 7 zwanen, op
het Noorden. De man zag dit
over 7 jaar".
over het tafereel dat zich voor
ogenblik werd zijn aandacht
weg naar hun zomer verblijf in
en zei; "Dit alles zal gebeuren
De vraag is nu, hoe wist de Medicijnman dat ?
Dit kan als volgt worden verklaard. De man had de vraag
gekregen waardoor het ook zijn vraag werd. Hierdoor stemde
hij zich mentaal af op het antwoord. Toen op dat ogenblik
de zeven trekvogels over vlogen, werd zijn blik daar naar
toe getrokken en direct zonder daarover behoeven na te
denken gaf hij dit antwoord. Had het antwoord een dag
moeten zijn, dan was hij mentaal gaan resoneren bij het
zien van de eendagsvlieg. Had het antwoord een maand moeten
zijn, dan zou zijn aandacht gevestigd zijn geweest op de
maan. Het antwoord had hem natuurlijk ook direct te binnen
kunnen schieten zonder uiterlijke beelden, want niet altijd
zijn deze uiterlijke beelden voorhanden. In ieder geval zou
men de reactie op de vraag kunnen toeschrijven aan het
verschijnsel resonantie. Een ander punt is, dat deze wereld
bestaat uit tegendelen. Zo ook is voor iedere vraag een
antwoord voorhanden. Het is hoogstwaarschijnlijk zo, dat
wanneer er geen antwoord op de vraag zou bestaan, deze niet
gesteld had kunnen worden. De vraagstelling is als een
sleutel die op een deurslot moet passen om deze te openen
en daardoor toegang te krijgen op het antwoord. Daarom moet
de vraagstelling kort en duidelijk zijn en meer een verzoek
dan een eis zijn. De gemoedstoestand speelt hierbij ook een
grote rol. Men zou graag iets willen weten maar men laat
het verder aan de voorzienigheid over om daarop te
reageren. Het beredeneren werkt als een belemmering, dit
proces overstijgt de menselijke computer(Het Brein) waar we
de gehele dag gebruik van maken.
Waar het de mensheid in grote mate aan ontbreekt is: kennis
van geestelijke zaken, geloof en vertrouwen. Tevens kan zij
de gedachten aan stoffelijke en geestelijke zaken moeilijk
loslaten, waardoor men zich afsluit voor antwoorden op
vragen en het ontvangen van nieuwe ideeën.
132
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
9-3
5
10
15
20
25
30
35
40
Wanneer je dus een serieuze levensvraag hebt en je verlangt
een antwoord, dan kan je het proberen op de volgende
beproefde methode: haal diep adem en houd deze even in.
Concentreer jezelf goed op de vraag en adem dan weer uit,
daarmee tegelijkertijd loslatend de gedachte aan die vraag
in het volle vertrouwen dat men een antwoord op die vraag
zal krijgen. Deze handelwijze kan als proef driemaal met
enige
tussenpozen
worden
herhaald.
Bij
een
juiste
geestelijke instelling zal men bemerken dat het antwoord
ook driemaal zal worden gegeven. In welke vorm komt dit
antwoord dan wel?
Wanneer het antwoord niet direct van binnen uit komt, kan
het antwoord gereflecteerd worden van binnen uit via
objecten buiten ons. Bijvoorbeeld je leest een boek en
ineens krijgt een woord of zin speciale aandacht en je ziet
en voelt dat dit een antwoord op de vraag is. Dit woord of
die zin is er niet speciaal voor de jou ingezet, neen, je
resoneert op een gegeven dat aanwezig is en dat past op je
vraag. Hoogstwaarschijnlijk dacht je op dat moment helemaal
niet aan je vraag. Een volgende keer kijk je naar de
televisie en laten we zeggen de nieuwslezer zegt iets wat
plotseling jouw speciale aandacht krijgt, je weet, dit past
als antwoord op je vraag. Een andere keer zal iemand uit de
omgeving iets zeggen wat als antwoord geldt zonder dat die
iemand zich daarvan bewust is. Zo’n iemand zegt toevallig
iets wat als antwoord op de vraag past. Zo zie je, dat het
antwoord op verschillende wijzen tot ons kan komen, direct
van binnen uit of van binnen uit gereflecteerd op objecten
buiten ons. Het klinkt misschien wat vreemd, maar koffiedik
kijken
berust
ook
op
het
reflecteren
van
het
onderbewustzijn op het uiterlijke; in dat geval zie je dan
figuren die het onderbewustzijn mentaal creëert in het
koffiedik. Alsmede, de wat moderner vlekken test van de
Zwitserse psychiater, Herman Rorschach. Hierbij wordt wat
inkt op een stuk papier gedaan, waarna dat papier wordt
dubbel gevouwen. Wanneer men het papier weer openvouwt ziet
men daar een grillige vlek. De psychiater of psycholoog
vraag zijn patiënt dan wat de figuren zouden kunnen
voorstellen. Het onderbewustzijn wordt op de grillige
133
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
9-4
5
10
15
20
25
30
35
40
vlekken geprojecteerd. Er worden dan daarin voorstellingen
gezien, die een psycholoog enig idee kunnen geven wat er in
zijn patiënt leeft.
Dus om van het antwoord bewust te worden moet men op iets
kunnen gaan resoneren.
Een ander voorbeeld van resonantie. Je kan een boek gelezen
hebben dat niet aangesproken heeft terwijl een heleboel
mensen beweren dat dit juist zo goed boek is. De reden is
vaak de ervaring die je zelf hebt, wordt die in zo’n boek
verwoord dan zal je meevoelen en begrijpen, zo niet dan
spreekt zo’n boek meestal niet aan; je kan daarmee niet
resoneren of samenvallen.
Nog een ander punt ter overdenking met betrekking tot
resonantie. We nemen hierbij een fietswiel als voorbeeld,
wanneer dit wiel stil staat kunnen wij onze vingers tussen
de spaken doorsteken. Wanneer echter datzelfde wiel zeer
snel ronddraait is dat onmogelijk. En wanneer het mogelijk
was het fietswiel een draaisnelheid te geven gelijk aan de
snelheid van het licht, dan zouden de spaken zich aan ons
voordoen als een ondoordringbare metalen schijf. Wanneer we
zelf ook met het ronddraaiende wiel zouden mee bewegen, dan
zou het weer mogelijk zijn om onze vingers tussen de spaken
door te steken.
Zo ook met twee tandwielen, hebben deze ieder een andere
snelheid en wil je deze aan elkaar koppelen dan is dit
onmogelijk. De snelheden van beide tandwielen moeten eerst
aan elkaar gelijk worden, voordat het mogelijk is, om ze
met de tanden in elkaar te schuiven. Datzelfde gebeurt ook
in versnellingsbakken van auto's. Daarin zijn voor dat doel
koppelingsplaten aangebracht, die de tandwielen de kans
geven om tegen elkaar te slippen totdat de snelheden gelijk
zijn, waarna de tanden in elkaar kunnen schuiven.
Nog een ander geval, wanneer je twee druppels vloeistof
tegen elkaar legt zullen ze op het eerste moment niet in
elkaar overgaan, dit gebeurt soms pas na enige tijd wanneer
de trilling van beide druppels, doordat zij tegen elkaar
liggen, gelijk geworden zijn.
134
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
9-5
5
Wij kunnen zien, dat ook op het natuurlijke vlak het een
eerste voorwaarde is, dat eenzelfde afstemming wordt
bereikt voordat het vormen van een eenheid mogelijk is.
HYPOTHESE OVER DE WERKING VAN HET LEVEN.
Is leven een door intelligentie gestuurde
levensenergie ?
vibrerende
10
15
20
25
30
35
40
Wat verstaan we onder de uitingen van het leven ?
Daaronder verstaan we datgene wat een omgeving schept
waarin uitingen van andere levensvormen mogelijk zijn die
zichzelf in stand kunnen houden, met de mogelijkheid van
groei en vermenigvuldiging. Met als doel, vervolmaking van
de creaties met hun vruchtvoortbrengselen. Gedurende deze
schepping blijft er steeds een evenwicht tussen de
verschillende scheppingsvormen gehandhaafd, met een kleine
marge
in
de
verschuivingen
van
de
optimale
levensmogelijkheden
tussen
de
verschillende
creaties,
waaruit blijkt dat alle creaties door een intelligentie
verzorgd worden.
Bij de mensheid is dit juist andersom, daar zie je vaak dat
uit economische overwegingen het evenwicht tussen het
bestaande en de nieuwe creaties wordt verstoord; denk
hierbij eens aan de milieuvervuiling, overbevolking enz.
enz.
Bij de mensheid worden zijn verschillende scheppingen min
of meer los van elkander gezien.
Waar begint voor ons het leven en waar grijpt het in ons
lichaam in ? Men zou kunnen veronderstellen dat ieder
levend wezen is uitgerust met een trillingskring afgestemd
op een bepaalde golflengte en die in trilling wordt
gehouden door een overal in het universum aanwezig zijnde
vibratie. Deze trillingskring zou kunnen werken volgens
eenzelfde principe waarop een radio-ontvanger werkt. Bij
een radioverbinding wordt een signaal met een bepaalde
golflengte uitgezonden die door de radio wordt ontvangen,
omdat de trillingskring afgestemd op deze zelfde golflengte
daarop gaat resoneren. Het inkomend signaal wordt dan
versterkt
en
hoorbaar
gemaakt
door
middel
van
een
koptelefoon of luidspreker.
135
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
9-6
5
10
Een ander voorbeeld waarbij dit resonantieverschijnsel
direct hoorbaar en zichtbaar is te maken is het volgende:
Wanneer je van een gitaar twee snaren op dezelfde
toonhoogte afstemt, door beide dezelfde spanning te geven
en je slaat dan een van de snaren aan, dan komt deze in
trilling. De lucht daarom heen wordt dan ook in trilling
gebracht en breidt zich met een bepaalde golflengte uit.
Deze luchtgolf bereikt de tweede snaar en je kan dan zien
dat deze begint te resoneren.
Terugkomend op onze trillingskring kunnen we ons afvragen,
waar bevindt zich deze trillingskring dan in ons lichaam ?
15
20
25
30
35
40
Men zou denken in de hersenen, maar is dat zo ?
In het begin van een lichaamsontwikkeling zijn er nog geen
hersenen aanwezig. Want in het begin van een lichamelijke
ontwikkeling is er maar een cel waarin deze trillingskring
alreeds aanwezig zou moeten zijn. Wanneer zo'n cel zich
splitst zal er ook zo'n zelfde trillingskring in deze
nieuwe
cel
aanwezig
zijn.
Gesplitste
cellen
kunnen
onafhankelijk van elkaar hun weg vervolgen of zij kunnen
deel uitmaken van een cellengemeenschap. Wanneer cellen,
die van een cellengemeenschap deel uitmaken, op dezelfde
vibratie zijn afgestemd zal het hele lichaam in een gezonde
staat verkeren.
Wanneer
cellen
een
andere
vibratieafstemming
hebben,
veroorzaakt bv. door stress of beschadiging door bepaalde
stoffen of ook wel door het ontvangen van te veel
energierijke straling, zullen de omringende gezonde cellen
deze afwijkende cellen, die als het ware een andere taal
spreken, niet herkennen en deze om die reden uitstoten of
trachten te vernietigen. Is dat echter niet mogelijk, omdat
de vibraties niet zuiver genoeg door de omringende cellen
worden ontvangen, dan blijven deze afwijkende cellen in het
lichaam en kunnen zich parasitair gaan gedragen en
ontwikkelen. Wij zouden deze cellen kankercellen kunnen
noemen. In de ontwikkeling van de foetus tot een volgroeid
lichaam treedt er specialisatie van cellen op. Bv.:
hartcellen, levercellen, niercellen, hersencellen, enz.
enz.
136
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
9-7
5
10
In ieder van deze cellengroepen kunnen bij het niet goed
functioneren
kankercellen
tot
ontwikkeling
komen;
er
bestaan dan ook verschillende soorten kankercellen.
Kankercellen zijn cellen die niet samenwerken met de andere
cellen van het lichaam. Deze parasitaire cellen komen niet
alleen in het menselijk lichaam, maar ook bij dieren en
planten voor. Op een ander vlak en daarmee wordt bedoelt,
de menselijke gemeenschap, ziet men kanker voorkomen in de
vorm van asociaal gedrag. Mensen die geen bijdrage willen
leveren aan de sociale gemeenschap en die een eigen
leventje willen leven, maar wel van de gemeenschap willen
profiteren, vaak door schade daaraan te berokkenen.
15
20
25
30
Hoe kunnen we voorkomen dat deze kankercellen zich
ontwikkelen ? Het is nodig dat ze uitgestoten worden. Dit
uitstoten kan niet gebeuren wanneer de vibraties van de
aangrenzende cellen verzwakt of ontstemd zijn; dus niet
meer in staat zijn de universele levensvibraties zuiver te
ontvangen. Wat moeten we nu doen om een gezond lichaam en
een gezonder sociale gemeenschap te krijgen ?
Ten eerste: Een juiste afstemming van jezelf op het
hogere bewustzijn (met andere woorden, het
geestelijk leven). Wat niet bereikt wordt
door bv. naar gewelddadige films te
kijken.
Ten tweede: De juiste afstemming van de gezinsleden
ten opzichte van elkaar.
Ten derde: De juiste afstemming van het gezin op de
gemeenschap.
35
40
Hier geldt : verbeter de wereld en begin met jezelf, want
al die kleine gezonden bouwstenen leveren een groot gezond
geheel.
Er zal dan een gezonde gemeenschap ontstaan. Gezond in de
manier van leven en voeden. In harmonie met geest en de
natuur. Harmonie tussen het innerlijke en het uiterlijke.
Wat iedereen behoort te zijn is liefdevol. Daarmee wordt
niet
137
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
9-8
5
10
15
20
25
30
bedoeld week zijn en overlopend van valse sentimenten. Dit
laatste komt de laatste tijd veel voor; de oorzaak hiervan
is de innerlijke verdeeld- en weekheid van de mens. De
samenleving is decadent. Hierdoor heeft zij moeite om
gezonde beslissingen te nemen. Er wordt te vaak vergeten
dat we in een natuur leven, waar het recht van de sterkste
geldt met het gezegde: Oog om oog, tand om tand of wel
actie is reactie. Wanneer we de werking van de natuur
begrijpen is het gemakkelijker om onze dierlijke instincten
te beheersen. Dan hoeven wij als mens niet altijd de
natuurwet oog om oog, tand om tand toe te passen dan alleen
daar, waar het menselijkerwijze nodig is. Alleen als we
onszelf volledig onder controle hebben, kunnen we met recht
meester der natuur genoemd worden. Wanneer we zover zijn is
het mogelijk om op de juiste wijze op te treden tegen
sociale uitwassen. Wij zien verdeeldheid overal om ons
heen. Deze verdeeldheid doet gezinnen en gemeenschappen
uiteen vallen. Grote bevolkingsgroepen verplaatsen zich van
het ene land naar het andere. Oude waarden worden vervangen
voor nieuwen en een nieuw evenwicht moet worden gevonden.
Deze verschillende bevolkingsgroepen spreken verschillende
talen en daarbij hoeven wij niet op de eerste plaats te
denken
aan
de
spreektaal,
maar
meer
nog
aan
de
verschillende leefgewoonten en denkwijzen. Het is in de
beginne alsof deze verschillende bevolkingsgroepen een
andere levensvibratie hebben, te vergelijken met raderen
die met verschillende snelheden ronddraaien en niet in
elkaar kunnen grijpen. Er komt een tijd, na een alles
omvattende wereld crisis, dat alle mensen één zullen zijn.
Zou het dan tijd voor hen zijn om wakker te worden of met
andere woorden, klaar om te herrijzen uit de dood, zoals
Christus of Osiris uit de Egyptische mythologie.
35
40
Terugkomend op de trillingskring de volgende vraag: Zou het
kunnen zijn dat ons echte zelf ons lichaam bestuurt via een
trillingskring en dit lichaam als instrument nodig heeft om
in deze stoffelijke wereld ervaringen op te doen ? Heeft de
bestuurder van het lichaam zich zo vereenzelvigd met zijn
lichaam dat hij denkt dat hij dat lichaam is ? In dit geval
is hij een gevangene van zijn eigen lichaam en dus evangene
van de materie. Het menselijke bewustzijn is daardoor
138
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
9-9
5
10
15
20
25
30
35
40
op het lichaam geconcentreerd en daaraan gebonden. Voor de
vrije
bewustzijnsvorm
echter
bestaat
er
geen
plaatsgebondenheid en bestaat er geen hier, daar en tijd;
want ruimte, stof en tijd horen bij elkaar.
De uitingen van het leven zijn te vergelijken met een boom,
die zich naar alle kanten vertakt en ruimte creëert. De
bladeren kunnen we beschouwen als lichamen, die na verloop
van tijd sterven en afvallen. De bladeren hebben hun plicht
gedaan om de boom van energie te voorzien door het zonlicht
op te vangen en te verwerken. De boom kon mede daardoor
vruchten voortbrengen die tezamen weer een veelvoud van
bomen kunnen opleveren. Deze vruchten hebben in zich het
bouwplan voor de gehele boom in zich. Ze zijn daardoor
gelijkvormig
aan
de
boom
en
hebben
daardoor
levensvatbaarheid. Ze zijn als het ware afgestemd op de
vibraties van het leven zelf, zoals een radio-ontvanger
afgestemd is op een radiostation. Zou, door een of andere
reden, bv. door veroudering en kristallisatie, de vrucht of
het lichaam niet meer mee kunnen resoneren met de
levensvibraties, dan zal zij sterven. De boom of het zaad
is niet zelf het leven, maar het wordt door het leven in
stand gehouden en tot verdere ontwikkeling gebracht; wat we
evolutie noemen.
Als we het voorgaande nog eens samenvatten krijgen we het
volgende: In iedere levende cel of een groep van cellen
kunnen resonantiekringen aanwezig zijn, waarmee zij zijn
afgestemd op levensvibraties. Deze levensvibraties zien we
niet, maar we kunnen ons daarin bevinden als vissen in het
water. Zoals we ook de zogenaamde ether niet kunnen zien,
maar er wel gebruik van kunnen maken om onze radiosignalen
uit te zenden of te ontvangen. Het is als een vibrerende
energie, die haar oorsprong vindt bij een intelligente
macht, die alles wat daarop afgestemd is laat resoneren en
daardoor in leven houdt. Iedere zelfstandige cel heeft zijn
eigen resonantiegetal en wanneer deze zich splitst in
meerdere cellen, zullen al deze cellen in de cellengroep
hetzelfde trillingsgetal hebben. Dit kan de reden zijn dat
bij orgaantransplantaties vreemd weefsel met een ander
139
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
9-10
trillingsgetal wordt afgestoten. Bij slecht functioneren
van de cellen door veroudering of door defecten daarvan,
5
10
zullen de vibraties nodig om de cellen te belevendigen niet
of onvoldoende zuiver ontvangen worden, waardoor ziekte
optreedt of de dood intreedt. Het vibrerende veld blijft
dan wel bestaan, maar het lichaam kan daarop niet
resoneren.
Behoort dit vibrerende veld bij een spirituele entiteit
en kan deze gebruik maken van een lichaam wat daarmee
resoneert ?
15
Wij spraken hier over de resonantiekringen in levende
cellen, maar van kristallen weten wij dat zij een
resonantiegetal
hebben,
een
reden
waarom
bv.
kwartskristallen in uurwerken worden gebruikt.
20
Resonantietrilling is een beweging en wordt uitgedrukt
gekoppeld aan de tijd. Men zou kunnen veronderstellen dat
met de trilling de tijd ontstond. Of wel, het begin van de
beweging is ook het begin van de tijd.
25
Een resonantie
trillingen per
seconden
30
35
40
getal wordt
tijdseenheid,
bepaald door het aantal
bv., 1000 trillingen per
Voorbeelden van resonantie-of trillingskringen zijn: Het
slingerwerk van een klok. Het trillingsgetal kan hier voor
worden veranderd door de slinger langer of korter te maken.
Het spiraalwieltje met anker in een horloge uitgerust met
een opwindbare veer; hierbij kan de lengte van het
spiraalveertje veranderd worden. In een kwartshorloge vindt
men daarvoor een kwartskristal welk een vast trillingsgetal
heeft. In een radio kan voor een trillingskring een
condensator, een regelbare weerstand en spoel in serie met
elkaar verbonden worden; hiermee kan een trillingsgetal of
golflengte ingesteld worden door bv. de weerstand of de
capaciteit van de regelbare condensator te veranderen.
140
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
9-11
5
10
Als laatste nog een opmerking, er wordt gezegd de macht van
de magie ligt in de herhaling. De herhaling versterkt het
proces. Het is als bij een schommel die op het juiste
moment een zet krijgt om verder en hoger uit te zwaaien.
Vandaar de vele en zelfde reclame die we in de brievenbus
krijgen, want herhaling daarvan heeft bewezen vruchten af
te werpen. Eigenlijk ook een vorm van resonantie met een
versterkende werking, maar wat een verspilling van energie
en vervuiling van het milieu.
15
141
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-1
GEDACHTETHEMA NO. 10
5
10
15
GODSBEELD
Bovenstaande titel geeft al aan, dat we in dit stuk geen
omschrijving
zullen
geven
van
de
Allerhoogste,
de
Allesomvattende oftewel het Onnoembare en onbegrensde, waar
een hiërarchie van goddelijke wezens naar een steeds lager
niveau uit voortgekomen kunnen zijn. Wanneer we dit zouden
doen, probeerden we het onbegrensde te begrenzen wat een
onmogelijkheid is. Waar wij het echter wel over zullen
hebben, is het idee dat vele mensen hebben van hun
persoonlijke God. Daaronder zullen er velen zijn, de
ellende in deze wereld ziende, die zichzelf wel eens de
volgende vragen hebben gesteld:
Ten eerste: Bestaat er wel een God ?
20
Ten tweede: En wanneer er een God bestaat, wat moeten we
ons dan daarvan voorstellen ?
25
Ten derde: En hoe is het dan mogelijk dat God, in onze
ogen, een onvolmaakt wezen als de mens heeft kunnen
creëren, die keer op keer in de fout gaat ?
Ten vierde: En waarom grijpt die God dan niet in bij al de
ellende waar de wereld dagelijks mee wordt geconfronteerd ?
30
Ten vijfde: En als het waar is dat de mens geschapen is
naar Gods beeld en gelijkenis, is God dan wel volmaakt 
(Genesis 1:26)
35
40
Voordat we op bovenstaande vragen antwoorden gaan zoeken,
moeten we wel bedenken, dat wij met behulp van onze
hersenen het onbegrensde en alles van een orde hoger dan
het aardse, daarmee niet of onvolkomen kunnen begrijpen. De
reden hiervoor is, dat wij leven in een wereld vol van
tegenstellingen, waarin ons brein is als een hulpmiddel
voor ons innerlijk of beter gezegd ons inwezen, om in deze
3-dimensionale wereld te kunnen functioneren. Een wereld
142
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-2
5
10
15
20
25
30
35
waarin gedacht wordt in afmetingen en verhoudingen. Is ons
bewustzijn nog ‘n eenheid op een hoger niveau, op het
lagere en schijnbaar stoffelijke niveau, wordt deze met
woorden omkleed en daardoor verdeeld. Bestaat er op dat
hogere niveau nog een tijdloos weten, op het lagere moeten
we door ondervinding in de tijd tot weten of kennis18 komen.
Wij
kunnen
daardoor
alleen
nog
maar
fragmenten
of
tegenstellingen
onderscheiden,
hetgeen
volgens
het
scheppingsverhaal, het gevolg is van het plukken van de
vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad. We geven
hier een voorbeeld van ‘n fragmentarische informatie. Ieder
van ons zal wel eens een foto hebben gezien die met behulp
van een flitser was opgenomen en waarop iemand stond die op
het moment van de flitsopname met zijn ogen knipperde en
daardoor met zijn ogen voor altijd dicht op de foto kwam te
staan. Wanneer een ander dan deze foto zag werd vaak de
opmerking gemaakt, had jij te veel gedronken of zat jij
daar te slapen? Dat kwam, omdat als het ware de tijd
uitgeschakeld was en daardoor de ogen waarnaar je keek
dicht bleven, hoe lang dan ook je naar die foto bleef
kijken. Normaal in de tijd genomen zijn de ogen langer open
dan dicht en valt het sluiten van de ogen nauwelijks op,
tenzij je er bewust op gaat letten. Bij nieuwsberichten in
kranten of televisie wordt je eveneens vaak overstelpt met
fragmentarische berichtgevingen, waardoor je geen juist
beeld krijgt van het geheel. Vooral speelt dit een rol,
wanneer er gelden voor zgn. goede doelen nodig zijn. Alle
ellende van bv. Afrika worden je dan keer op keer
voorgespiegeld, zodat je op de duur het idee krijgt, dat
heel de Afrikaanse bevolking straatarm en doodziek is, dat
is natuurlijk niet zo. Kritisch dat soort zaken aanzien is
op zijn plaats, want tegenwoordig schieten de verenigingen
voor goede doelen als paddenstoelen uit de grond en
verschaffen velen een goed belegde boterham.
18
Kennis is wat men door leren of ondervinding kan verwerven. Er
bestaat ook nog een tijdloos weten. Een weten waarin het verleden en
toekomst besloten ligt.
143
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-3
Om nu met de EERSTE VRAAG te beginnen:
Bestaat er wel een God ?
5
Wij kunnen niet op de traditionele wetenschappelijke wijze
10
15
het wel of niet bestaan van een God bewijzen, omdat onze
bewijsmethoden zijn gebaseerd op het vergelijken van het
een met het ander. De verschillen die wij dan opmerken
kunnen wel door ons worden gekend. Onze hele wereld valt
onder de wet van actie is reactie, plus en min, yin en
yang. Het absolute bewegingloze19 is een Toestand van Zijn;
zonder tegenstellingen.
20
Stelling
Aangezien wetenschappelijk niet kan worden aangetoond
dat wat niet beweegt bestaat, ligt de grens van
de wetenschappelijke bewijsvoering voor het wel of
niet bestaan daar, waar de beweging van de materie
ophoudt.
25
Wel
kan
men
door
gebruikmaking
van
de
analogische
bewijsvoeringen tot de conclusie komen, dat er in het leven
een intelligente creatieve en drijvende kracht werkzaam
moet zijn, die boven het stoffelijke uitgaat.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3)
30
35
Er zijn mensen die zeggen, de mens bestaat alleen uit een
zichtbaar lichaam en verder niets. Dood is dood. Het hele
leven is alleen een chemisch gebeuren. Voor die lezers die
deze opvatting nog delen wordt aangeraden allereerst of nog
eens Gedachtethema no. 3 te lezen, welk als titel heeft:
“ziel en lichaam”. Daaruit zal blijken dat de mens meer is
dan alleen lichaam. Er staat ook geschreven, weet dat gij
een tempel Gods zijt en Gods geest in je woont. Dit moet
wel tot nadenken stemmen. Keer in meditatie in jezelf. Zoek
God niet buiten jezelf. Verderop in dit geschrift wordt dit
nog iets verduidelijkt. Dan zijn er ook nog de zogenaamde
atheïsten die zeggen niet in een God te kunnen geloven, om
19Met
het absolute bewegingloze betekent, dat er ook geen atomaire
bewegingen zijn, zoals elektronen activiteiten etc..Het is ‘t
volmaakte evenwicht waar vrede heerst.
144
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-4
dat zij zich daar geen voorstelling van kunnen maken, maar
die wel een onsterfelijk inwezen voor mogelijk houden.
5
Misschien zijn deze atheïsten dichter bij de waarheid dan
menig zogenaamde gelovigen.
10
15
20
25
30
35
40
De TWEEDE VRAAG:
En wanneer er een God
daarvan voorstellen ?
bestaat,
wat
moeten
we
ons
dan
Wanneer
we
willekeurige
personen
vragen
wat
hun
voorstelling van GOD is, dan zal in veel gevallen, zelfs
bij goed opgeleide en ontwikkelde lieden, gedacht worden
aan een oude wijze man met een lange witte baard, die
vanuit
de
hoge
hemel
op
ze
neerkijkt.
Hun
God
tegelijkertijd hiermee begrenzend met, ik ben hier en God
is daar. Wat hierbij opmerkelijk is, dat de mensen daarbij
vaak naar boven kijken, zich God voorstellend als iets
staande buiten henzelf. De reden hiervoor is, dat zij van
kindsbeen af, afbeeldingen van zoiets hebben gezien in
boeken of op schilderijen. Wanneer we dan iets dieper op
dit onderwerp ingaan, blijkt al spoedig dat zij God
voorstellen als een soort super mens. Een vergrote
projectie van de mens zelf. Die god is echter begrensd, een
afgod, een schaduw God, zwart van opbouw; geen God van het
licht. Deze God is niet oneindig, alomtegenwoordig enz.,
enz., zoals dat in hun jeugd altijd is voorgehouden. Aan de
andere kant, tegenovergesteld aan het geprojecteerde beeld,
straalt echter het onbegrensde licht. Alles wat de mens in
onze materialistische wereld ziet en ervaart is begrensd,
eindig, en dualistisch. Hoe zou het zijn, wanneer we ons
geestelijk omkeerden of inkeerden en in plaats van de
schaduwen, die ene licht- of levensbron in ons zelf zouden
zien?
Aangezien de mens geneigd is zichzelf als maatstaf voor
alle dingen te nemen, zien we dat velen een persoonlijke
voorstelling van hun God hebben die van hun medemens
verschilt. De verschillen in de schaduwbeelden worden
gebruikt, met uitzondering van de overlapping veroorzaakt
doordat de mensen als naasten dicht op elkaar staan, om hun
145
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-5
5
10
15
persoonlijke God of het onzienlijke te beschrijven. Wanneer
zij dan over de verschillen gaan debatteren en daarbij
alleen aan hun eigen ideeën blijven vasthouden, wat ook al
een vorm van materialisme is, ontstaat er al gauw
onenigheid. In de schaduwoverlapping, waarvan de vorm voor
beiden gelijk is, zullen zij zich in hun opvattingen
daarover kunnen vinden, maar de verschillen in de niet
overlappende delen worden dan als redenen gebruikt om
elkaar desnoods te vuur en te zwaard te bestrijden. Hoe
vaak wordt niet het geschreven woord volgens ieders
persoonlijke inzichten verklaard en hoeveel scheuring heeft
alleen dat al gegeven in religieuze groeperingen. Wij
kregen
daardoor
een
overvloed
aan
allerlei
geloofsrichtingen, waarvan de respectievelijke aanhangers
beweerden, dat hun inzichten de enig juiste waren.
GOD GEZIEN ALS DE VERGROTE PROJECTIE VAN DE MENS ZELF.
20
25
Wat betekent dit voor die aanhangers zelf? Deze, dat zij
een idee aanhangen die door een kerk of sekte verkondigd
wordt. Dat heeft met het werkelijk innerlijke geloven niets
te maken, want er is maar één waar innerlijk geloof en dat
is het geloof in jezelf. In dat innerlijke, we zouden
kunnen zeggen de goddelijke geest of de intelligente
energie, zijn wij verbonden met alle mensen en bestaan er
geen verschillen.
146
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-6
5
10
15
20
25
30
35
Wat wij in deze wereld zien is dus een schaduw- of
spiegelbeeld van een God. Waar die God één is, licht en
leven, zonder vorm, daar staat zijn spiegelbeeld, DE
NATUUR, voor verdeeldheid, schaduw en dood. Een natuur waar
de een de ander van hoog tot laag opvreet, te beginnen met
de mens en zoogdieren, insecten, planten, bacteriën tot aan
kristallen toe. Deze opsomming is niet volledig en kan nog
uitgebreid worden, maar we geven het hier om een idee
daarvan te krijgen.
Alles wat wij waarnemen kunnen we beschouwen als zijnde
spiegelbeelden of reflecties20 en onze interpretatie daarvan
onvolkomen en illusoir; de kern daarvan ontgaat ons. De
mens zal op weg naar de volwassenheid en ontwaken, beetje
bij beetje het geloof in sprookjes verliezen,(daarmee niet
bedoelend de verborgen wijsheid in sprookjes), daarna het
geloof in de alwetendheid van zijn ouders, leermeesters,
zogenaamde geestelijke voorgangers, etc., etc. Uiteindelijk
wordt hij teruggeworpen op zichzelf. Het bewust zijn van
illusies behoeft ons echter er niet van te weerhouden om
van de natuur te genieten. Zo genieten we toch ook van de
trucs die een goochelaar ons vertoont en proberen we deze
te doorgronden, in de wetenschap dat hij ons probeert te
bedriegen.
Van een ding kunnen wij overtuigd zijn, er komt een grote
ommekeer
en
daarbij
verdwijnen
alle
schaduwbeelden.
Enerzijds een moeilijke tijd en in het bijzonder voor
diegenen die alles in hokjes hebben willen indelen, zij
zullen het gevoel hebben in een afgrond te vallen.
Anderzijds een tijd van vreugde voor diegenen, die
afwachting zijn van het geestelijke licht.
Stelling
De weg naar volwassenheid gaat gepaard met verlies aan
illusies. Aan het einde van die weg hebben we alles
verloren, behalve het Zijn of “Ik ben die Ik ben”; het één
zijn in God.
40
20
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
147
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-7
5
10
15
20
25
Nog een andere vraag komt op en wel deze, over welke God
hebben wij het eigenlijk? Is zijn naam Jehovah van wie
Mozes, volgens de bijbel, de opdracht kreeg zijn naam als
volgt door te geven: “Ik ben die ik ben”.
Wij kunnen zeggen: “Dat wat is”, Het zijnde. Volgens de
bijbel, Exodus hoofdstuk 20, is het ook een jaloerse of naijverige God. Maar dat kan dan toch niet de hoogste God
zijn, want waarom en op wie of wat zou de Allerhoogste, die
alles omvat, jaloers zijn. Is de God van Mozes, Jehovah
genaamd, een van de lagere goden in de hiërarchie van Goden
en is deze de Heer van de natuur, die de gehele of
gedeeltelijke kosmos omvat en waarvoor de natuurwet geldt,
actie is reactie of oog om oog en tand om tand enz.
Van God kunnen wij niet zeggen, Hij is oneindig, want
oneindigheid heeft met materie, ruimte en tijd te maken en
is een mathematisch begrip. Waar geen materie is, bestaat
geen ruimte, tijd, noch oneindigheid. Het gaat ons begrip
verre te boven gaat, omdat het denksysteem altijd met
grenzen te maken heeft en daardoor gelimiteerd wordt. Wij
zeggen wel eens, dat gaat boven mijn pet, oftewel, dat gaat
mijn verstand te boven. Dat is zeker hier het geval.
Vandaar het gebod, maakt geen gesneden beelden van Mij. Dit
geldt
op
de
eerste
plaats
voor
het
maken
van
gedachtebeelden, want voor het tastbaar maken van een beeld
moet deze toch eerst in gedachte vorm gekregen hebben.
30
Hetgeen wat wij oneindigheid noemen, wordt in een andere
bewustzijnstoestand omvat. Dit wordt in Gedachtethema no. 2
verduidelijkt met Figuur 1 en een beschrijving.
35
40
Het tegenovergestelde van begrenzing is, vormloosheid,
zonder begin en eind, zonder een hier of daar zijn. Dat
zijn o.a. de eigenschappen die we aan God toeschrijven.
Aangezien de stoffelijke kant van de mens begrensd is, kan
hij God niet met zijn ogen waarnemen. Hij kan alleen dat
waarnemen wat vorm heeft of datgene wat beweegt; zoals
licht-en warmtestraling, wind en reuk, enz. enz. Hij kan
met zijn zintuigen alleen tegenstellingen waarnemen. Om
dichter bij God te komen moeten we woordeloos worden,
148
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-8
inkeren oftewel omkeren naar binnen keren, daar waar het
licht vandaan komt en uitstraalt.
5
10
15
20
25
30
35
40
Wat de heilige geschriften betreft schijnt het zo te zijn,
dat
onze
leermeesters,
zoals
bijvoorbeeld
Krishna,
Zarathustra, Boeddha, Christus, etc., nooit iets zelf op
schrift hebben gesteld, zoals de zogenaamde godgeleerden
dat hebben gedaan. (Anders wel een hoogmoedige titel). De
reden hiervoor is waarschijnlijk, dat het neerschrijven van
het levende woord een vermaterialisering of kristallisatie
van het levende woord bewerkstelligt, waardoor het levende
woord star en beroofd wordt van zijn gevoelswaarde. Men
brengt iets van een hoger naar een lager en aards niveau.
Wanneer wij in een gesprek ergens een uitleg van geven,
kunnen we nog vragen; “Begrijp je mij?” Bij het niet
begrijpen kunnen we onze uitleg verduidelijken. Dat is niet
het geval met de geschreven taal. Hoewel dit natuurlijk ten
dele waar is in het geval, wanneer de betekenis van het
geschrevene, onderwerp van studie is voor mensen die
eensgezind met elkaar om de tafel zitten.
Wij
zien
vaak
dat
geloofsfanatici,
fundamentalisten
geheten, over de uitleg van een geschreven woord strijden
en zich daardoor van elkaar afwenden. Zij zijn op het
uiterlijk gericht en besteden aan het innerlijke gevoel
geen aandacht en zien de juiste betekenis die achter de
woorden schuil gaat niet. Is het verkeerd om bv. bij een
kerk aangesloten te zijn? Natuurlijk niet, maar we moeten
wel de zaken in het juiste perspectief zien en het
verenigen mag niet ontaarde in het verkrijgen van macht en
onderdrukking van de vrije wil, wat meestal het geval is.
Kweek angst door middel van bijvoorbeeld, donderpreken en
men kan macht verkrijgen. Waar blijven dan toch de woorden
van liefde en troost, die er voor moet zorgen dat je geen
angst meer behoeft te hebben?
Wat is geloven? Dat is van iets volledig overtuigd zijn.
Dat iets kan iets abstracts zijn, een gedachtebeeld wat met
behulp van wilskracht door eenieder verwerkelijkt kan
149
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-9
5
10
15
20
25
30
35
40
worden. Toen Jezus Christus mensen genas, zei hij steeds:
Je geloof heeft je genezen” Waar dat geloof ontbrak kon hij
klaarblijkelijk ook niets doen. Want net als bij kinderen
moeten we in het ongelooflijke kunnen geloven, waardoor de
deur voor de levenskrachten geopend blijft en we met die
enige eeuwige levensbron verbonden blijven. Redeneren en
argumenteren kunnen daarvoor een barrière zijn. Dit is ook
de reden dat bovennatuurlijke ervaringen meer bij kinderen
en eenvoudige mensen voorkomen. Wanneer ouderen of goed
opgeleide mensen iets bovennatuurlijks ondergaan, beginnen
zij meestal het te beredeneren met, wat is dat? Zij
proberen het verschijnsel in woorden te vervatten waardoor
het verschijnsel verdwijnt. Denken in woorden is altijd
fragmentarisch
en
verduistert
het
hogere
onverdeelde
inzicht.
Stelling
God, de Allerhoogste, de Allesomvattende, het Onnoembare,
is de bron van al het leven en de som van al het bestaande;
het zichtbare en het onzichtbare. In deze som worden alle
tegenstellingen opgeheven. Hem verder omschrijven is Hem
limiteren.
Moeten we de Natuur, zoals wij die waarnemen, zien als de
DEMON EST DEUS INVERSUS?; een spiegelbeeld of schaduwbeeld
van een God; Jehovah(JHVH)? En wat is een schaduwbeeld?
Niets toch. Of is ‘t het kleed der natuur, die van de
gevallen engel Lucifer; de Lichtdrager? Wij weten hoeveel
stralingsenergie er in materie verborgen zit. Denk ook even
aan wat er in het evangelie van Mattheüs(4:8-9) geschreven
staat nl. dit: Wederom nam de duivel Hem naar een zeer hoge
berg en toonde Hem al de koninkrijken der wereld en
heerlijkheid, en zeide tot Hem: Dit alles zal ik u geven,
indien Gij u nederwerpt en mij aanbidt. Toen zeide Jezus
tot hem: Ga weg Satan! De Satan kon dit aanbod doen, omdat
Hij de overheerser van de materie is.
Is de naam Satan(Lucifer de lichtdrager) niet afgeleid van
Saturnus de Godheid die doet kristalliseren, heerser van
het dierenriemteken Steenbok (21 december tot 21 januari).
Vond, symbolisch genomen, in een grot niet de geboorte van
150
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-10
5
10
15
20
25
30
een nieuw leven plaats, voor de christelijke gelovigen, in
de persoon van Jezus Christus? Een gebeurtenis die haar
gelijkenis vindt in meerdere en nog oudere overleveringen.
Vond of vindt in deze grot, gezien als het zwarte gat in de
berg van steenkristallen, niet de omkering plaats van de
gevallen mens, de verloren zoon ? Is deze rots met
daarboven
op
de
steenbok,
zoals
uitgebeeld
in
de
astrologie, niet een symbool voor ons technisch vernuft,
een soort toren van Babylon? Want hoe vernuftig we ook
zijn, de mensheid in zijn totaliteit is er niet beter en
gezonder van geworden. Wanneer we dat bekijken lijkt de
helft van de mensheid, min of meer, ziek naar lichaam en
geest te zijn.
Over de innerlijke mens, het inwezen, heeft de Satan21 geen
zeggenschap, zolang de mens maar geen slaaf van de materie
is, maar hoe slaafs zijn we wel? Lees ook eens de
beproeving van Job uit het gelijknamige gedeelte in de
bijbel, waaruit blijkt dat Satan voor het beproeven van
Job, Gods toestemming nodig had. Zijn wij misschien zelf
Lucifer en leren wij op ons innerlijk slagveld, waar het
wereldse slagveld een uitstraling van is, onszelf daar
kennen? Denk hier ook eens aan de betekenis van het
slagveld
genoemd
in
de
Bhagavad-Gita,
Koeroe-Kshetra
geheten. Eveneens aan het dal van Josafat(Joël 3:2,12),
waar
de
laatste
strijd
wordt
gestreden
of
het
Harmagedon(Openbaring 16:16). Goed bekeken zijn wij mensen
gevangenen in het licht. Ons lichaam bestaat uit allerlei
soorten
atomen,
wat
een
gekristalliseerde
vorm
van
lichtenergie of stralingsenergie is.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO.2 en No.19)
35
40
Toen Mozes aan Jehovah vroeg Zijn heerlijkheid te tonen zei
deze, geen mens kan mijn aangezicht zien en leven. Hij
zeide: Zie, bij Mij is een plaats, waar gij op de rots kunt
staan: wanneer mijn heerlijkheid voorbijgaat, zal Ik u in
de rotsholte zetten en u met mijn hand bedekken, totdat ik
ben voorbijgegaan. Dan zal ik mijn hand wegnemen en gij
21
Satan staande voor weerstand of datgene wat weerstand geeft.
151
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-11
5
10
15
20
25
30
35
40
zult Mij van achteren zien, maar mijn aangezicht zal niet
gezien worden.
Als we bedenken dat we niet eens zonder oogbescherming naar
de zon kunnen kijken of tegen de straling kunnen die bij
een atoomsplitsing vrijkomt en dit nog niets is vergeleken
met wat er aan hoeveelheid energie is opgesloten in al de
materie van het heelal, dan hebben wij er geen moeite mee
dit te begrijpen. Zie ook eens wat in de bijbel(Exodus
33:18-23) over Jehovah is geschreven. Wanneer we het
universum beschouwen, zien we dat daarin enorme krachten
werkzaam zijn, zo enorm zelfs, dat wij er geen voorstelling
van kunnen maken. Al die zonnenstelsels met zonnen vele
malen groter dan onze zon. Al die melkwegstelsels. Al die
enorme planeten, waarvan sommige met een zo'n grote massa,
dat daarop een speld duizenden kilo’s kan wegen. En dichter
bij huis. Denk eens aan de natuurkrachten die wij hier op
aarde meemaken en dan leven wij hier op aarde nog op een
voor ons lieflijke planeet.
In den beginne werd er al een tweeheid of tegenstelling
gecreëerd. Aan een zijde of misschien beter in het midden,
God de Onkenbare als zijnde, verblijvend in het tijdloze en
aan iedere kant daarvan Adam en Eva als de mens die werd
gesplitst en die in de loop van de tijd nog verder in een
oneindig aantal delen uiteen is gevallen. Een proces dat
misschien nog voortgaat; zie maar eens de toename van de
wereldbevolking. Is het soms zo,dat God zijn eenheid
opoffert door in de mens ten onder te gaan om tot een
nieuwe geboorte te komen? Om uiteindelijk weer eenheid te
bereiken?. Is het, om aardse termen te gebruiken, een
voortdurend proces van slapen en ontwaken? En om maar dicht
bij huis te blijven, zou de mens zichzelf bewust zijn
wanneer er geen tegendelen en verschillen in de wereld
bestonden?
(Hoewel! indien we het tijdloze hierbij betrekken, het voor
ons
verstand
onbegrijpelijk
is,
omdat
deze
hele
geschiedenis in het Nu plaats vindt. Dat houdt dan weer in,
dat God onverdeeld blijft).
Er staat geschreven: “In Adam zijn we gestorven, maar in
Christus worden we opgewekt”. De verloren zoon is dan
152
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-12
5
10
15
20
25
30
35
40
teruggekeerd. In de Adam toestand zijn wij verdeeld geraakt
en in de Christus fase raken we vereend. Wat wordt
uitgebeeld met het verhaal van het laatste avondmaal.
De overgang naar een ander bewustzijnstoestand kan een
smartelijk gebeuren zijn, als een mens in doodsnood. Denk
eens aan de wanhoopskreet van Christus aan het kruis, toen
Hij aan het eind van zijn aardse leven alles moest
opofferen. Zelfs zijn persoonlijkheid.
We
willen
hier
nog
opmerken
dat
er
meerdere
en
gelijksoortige mythen of verhalen bestaan zoals die van
Jezus
Christus,
bv.
die
van
Osiris/Isis/Horus.
Vergelijkende verhalen kwamen alreeds ver voor de geboorte
van Jezus Christus voor. Wij denken hierbij op de eerste
plaats aan het verhaal van Krishna, onderdeel van de
hindoeïstische leer, waarvan de oorsprong wordt geschat op
ongeveer 5000 jaar voor de christelijke jaartelling. En die
van Gautama-Boedha, ongeveer 600 jaar voor de christelijke
jaartelling. Van alledrie: Krishna, Gautama-Boedha en Jezus
Christus wordt verteld dat zij afstammen van een koninklijk
geslacht. We kunnen ons nu afvragen zijn het mythen of
historisch waar gebeurde verhalen. Wanneer we echter weer
denken aan de regel van Hermes: Zo boven, Zo beneden, dan
kan iets spiritueels vaste vorm hebben aangenomen. We
denken daarbij ook aan wat in het Johannes evangelie(1:14))
te vinden is, nl. dit: Het Woord,(De gedachte of ideaal) is
vlees(De aardse mens) geworden en heeft onder ons gewoond.
Stelling.
Alles wat door de mens maar bedacht kan worden, heeft de
mogelijk in zich, om een vaste vorm te krijgen op het
stoffelijk vlak.
De laatste kreet van Christus aan het kruis, toen hij in
een blik een overzicht van zijn leven kreeg moet er toch
een van twijfel geweest zijn. Zichzelf daarbij afvragend,
geef ik nu mijn leven voor wat een illusie kan te zijn
geweest. Waar heb ik dat allemaal voor gedaan en toen in
wanhoop uitriep: Oh God! waarom hebt U mij verlaten?
Oftewel, indien U bestaat, waar bent U dan, nu ik U zo hard
nodig heb. Op dat moment voelde Hij zich waarschijnlijk van
God en alleman verlaten. Het moet een dramatische crisis
153
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-13
5
10
15
20
25
situatie zijn geweest. Daar, op het middenpunt van het
kruis aangekomen, waar de 4 aardse elementen of de
4 wervels of universa als beschreven in Gedachtethema No.
19, samenkomen, vond de omkering plaats. Daar, waar hij als
laatste daad zelfs zijn in aardse woorden verpakte ideeën
en idealen los moest laten en uitriep: Heer ik heb gedaan
wat ik dacht in U naam te moeten doen. Daarna volgde de
algehele geestelijke overgave. Zo is het goed. Ik kan aan
deze
situatie toch niets meer veranderen. Ik laat het
verder over aan het lot en wacht af wat er komen gaat. In
Uw handen beveel ik mijn geest. Op dat moment scheurde het
voorhangsel van de tempel of van het Heilige der Heilige
open en kon hij naar binnen blikken. (Matteüs 27:51)
Zie ook wat in de inleiding daarover staat geschreven, in
betrekking met Jezus Christus en zijn 33 levensjaren, de
schedel als vertaling van Golgotha of calva bestaande uit
22 beenderstukken gerelateerd aan de 22ste en laatste
letter van het Griekse en Hebreeuwse alfabet Tau met als
betekenis kruis. En zoals dit proces van het doorgaan door
de dood plaats vindt voor ieder individueel, zo zal dit ook
gebeuren voor de mensheid als geheel. Want wat in het klein
plaats vindt, vindt zijn gelijkenis ook is het grote.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO.19).
30
35
Het bovenstaande staat niet zo letterlijk in de bijbel,
maar er wordt hier geprobeerd de diepere gevoelens en
geestelijke pijn te verwoorden die in dit overgangsproces
moeten hebben meegespeeld. Respectievelijk, een mens of de
toekomstige mensheid in geestelijke barensnood, die al het
oude moest of nog zal moeten loslaten. Deze dramatische
gebeurtenis behoeft niet zo precies te hebben plaats
gevonden.
Wij
kunnen
het
zien
als
een
esoterisch
22
lijdensverhaal
door wijzen uit de oudheid neergeschreven,
waarin een mogelijke bestaande wijze, die wij Jezus
Christus noemen is geplaatst, om kennis van het geestelijke
proces, die de mensheid heeft te doorlopen, over te
brengen. Een ieder mag
22
Een verhaal voor ingewijden, die de achterliggende betekenis
daarvan begrijpen en voor diegenen die het zonder meer aan
spreekt of daarop resoneren.
154
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-14
5
10
15
20
25
30
35
40
het opvatten zoals hij het zelf wil, letterlijk of
figuurlijk, de waarde van het verhaal verandert daar niet
door.
Over geestelijke nood gesproken. Het komt voor, dat
personen die in een bepaald, laat ons zeggen, religieus
milieu werden groot gebracht en in dat milieu alles
aannamen wat hen werd verteld, daarbij zelf niet denkend
over het niet of wel waar zijn daarvan, latere een
geestelijke en leidende posities gingen bekleden, waarin
zij
vaak
vanaf
de
kansel
hun
geloof
met
grote
overtuigingskracht, gelardeerd met woorden, zoals hel en
verdoemenis, predikten. Om de een of andere reden waren er,
die plotseling zelf na gingen denken en waarheid gingen
zoeken. De twijfel kroop in hun hart. Is het wel waar wat
ik jarenlang vol gloed vanaf de kansel al die mensen heb
voorgehouden. Er waren er die tot de conclusie kwamen, dat
het heel anders in elkaar zat. Jarenlang hadden zij zich te
goeder trouw aan een of andere geestelijke stroming
toevertrouwd, wat dan nog vaak hun broodwinning werd. Wat
moesten zij doen? Kan je indenken hoe groot de geestelijke
nood van die mensen moet zijn geweest, wanneer bepaalde
overtuigingen moesten worden opgegeven. Vielen zij niet in
een
zwart
gat?
En
wat
te
zeggen
over
hun
verantwoordelijkheid en schaamtegevoel ten opzichte van hun
volgelingen?
Er
werd
vroeger
al
gewaarschuwd
tegen
verdwaasde farizeeërs, waarvan gezegd werd: “Zij binden
zware lasten bijeen en leggen die op de schouders der
mensen, maar zelf willen zij ze met hun vinger niet
verroeren”(Mattheüs
23:4
En
wat
te
denken
van
die
zogenaamde fundamentalisten. Overtuigd zijn van iets is
mooi en kan een doel in je leven geven, maar je moet er wel
eerst zelf daarover goed hebben nagedacht en zeker wanneer
je anderen van jouw ideeën wilt overtuigen.
Hierbij moet met enige nadruk nog worden opgemerkt, dat er
niets is tegen geloofsgroeperingen, men kan daarin eenheid
beoefenen, maar eenieder, waartoe hij ook behoort, moet
vrij zijn in zijn denken en vrij zijn van dogma’s. Daarom
moeten wij tolerant zijn ten opzichte van andersdenkenden
die een andere geloofsrichting aanhangen. Want ook wij
155
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-15
hadden in het milieu van de anders denkenden geboren kunnen
worden en velen van ons hadden daarin dan ook zomaar alles
5
10
15
20
25
30
35
40
in goed vertrouwen aangenomen. En denk eens aan ene Jezus
Christus die zich niet bezig hield met hokjesgeest. Rijken,
armen, tollenaars, hoeren enz., enz., waren voor hem als
mensen gelijk. Een gedrag dat precies past in het aquarius
tijdperk; het teken van de mens.
Ook over wat er in dit geschrift gezegd wordt moet worden
nagedacht, spreekt het voor je gevoel aan, resoneer je
daarop? Wees vrij in je denken, want aan de andere kant van
de aardse scheidslijn is het inzicht hoogstwaarschijnlijk
geheel anders dan we ooit maar gedacht kunnen hebben.
De DERDE VRAAG.
En hoe is het dan mogelijk dat God, in onze ogen, zo’n
onvolmaakt wezen als de mens heeft kunnen creëren, die keer
op keer in de fout gaat ?
Wij kunnen de mens beschouwen als een volmaakt geschapen
wezen. Maar hoe zit het dan met de zovele gehandicapten 
Voor veel gevallen is daar niet zo gemakkelijk een antwoord
op te geven, maar wat wij wel weten is,` dat veel van deze
afwijkende levensvormen voortkomen uit de gedragingen van
ons zelf of onze voorouders. Velen van ons weten nog wel
wat het chemisch samengestelde slaapproduct Softenon bij de
kinderen veroorzaakte en zo zijn er meer van die gevallen.
Wanneer wij de bijsluiters van medicijnen lezen, zien we
wat de bijwerkingen van die medicijnen kunnen zijn.
De belangrijkste reden waarom wij chemische kunstmatig
samengestelde geneesmiddelen gebruiken is, omdat deze
gemakkelijker, sneller en goedkoper aangemaakt kunnen
worden dan de natuurlijke en daardoor daaraan meer verdiend
kan worden. Dan zijn er ook nog menselijke misvormingen die
veroorzaakt zijn door geslachtsziektes, syfilis, aids enz.
Hoogstwaarschijnlijk zouden virussen en bacteriën geen
nadelige gevolgen bij ons kunnen veroorzaken, indien we
voor honderd procent geestelijk gezond in overeenstemming
met de volmaakte hemelse mens zouden leven. In de natuur
ziet men dat gewassen die gezond zijn beter bestand zijn
tegen ziektes en insecten, veel natuur- en tuinliefhebbers
zullen dit uit eigen ervaring weten.
156
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-16
5
10
15
20
25
30
35
We gaan ervan uit, ondanks de vele gehandicapten in deze
wereld, dat het hogere zelf in de mens volmaakt geschapen
is en dat hij door vallen en opstaan, ervaring in dit leven
moet opdoen om tot kennis en wijsheid te geraken. Dat houdt
ook in, dat we door wetenschappelijk onderzoek, alles wat
met materie te maken heeft, leren kennen.
Analoog hieraan is de baby die door vallen en opstaan leert
lopen. Het vallen bij het lopen is een gebrek aan ervaring
in zijn evenwichtsgevoel, door oefening legt hij zijn
ervaringen vast in zijn persoonlijke computer; zijn
hersenen. We kunnen niet zeggen de baby is onvolkomen
geschapen, want lichamelijk mankeert hem, in het algemeen
gesproken, niets.
Maar hoe lang duurt het nog voordat de mensheid door het
opdoen van ervaringen volwassen zal zijn geworden? Zijn we
dan nog niet aan het eind van een evolutieniveau gekomen?
Waarschijnlijk wel, want we kunnen in zekere mate afstand
van onszelf nemen en onszelf bekijken. Wij zijn van onszelf
bewust, wij hebben een zelfbewustzijn. Wij hebben daarmee
ook zoveel kennis en macht gekregen, dat we de gehele
zichtbare uitingen van de levende natuur zouden kunnen
vernietigen. Wij zouden in betrekking met het voorgaande
onszelf af kunnen vragen, in hoeverre zijn wijzelf de
gevallen engel Lucifer23 en zodanig gebonden aan materie en
in hoeverre mens? Waarschijnlijk bereikte de aardse mens in
het evolutieproces24 zijn lichamelijke volmaking toen hij
zichzelf bewust werd. Kunnen wij nu zeggen: “Toen was de
aardse Adam geschapen”
In dat evolutieproces staat de mens nu aan de vooravond van
een
sprong
te
maken
naar
een
volgend
en
hoger
bewustzijnsniveau. Deze sprong is alleen mogelijk als hij
zich kan vereenzelvigen met zijn naasten. Zijn
6.De Latijnse vertaling van het Griekse phosphoros betekent als
zodanig: lichtbrenger, morgenster. Elsevier encyclopedie van de
bijbel.
7.Achter het evolutie proces gaat een intelligente sturende kracht
schuil. Niets gebeurt zomaar, er is een veroorzaker, velen noemen
dat God
157
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-17
5
eigenbelangen kan opofferen ten behoeve van zijn naasten.
Zich daarmee bevrijdend van het stoffelijk kruis. Het
aardse kruis waaraan de mensenziel genageld zit. Het
doorbreken van een behuizing, al ware het een eierschil, om
daardoor een
wijder en dimensieloos zijn te ondergaan.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 1 en No. 22)
10
15
20
25
30
35
40
Laten we nu eens proberen een antwoord te vinden op de
VIERDE VRAAG.
En waarom grijpt die God dan niet in bij al de ellende waar
de wereld dagelijks mee wordt geconfronteerd?
Deze vraag wordt nog het meest gesteld in tijden van grote
nood, zoals tijdens de laatste wereldoorlog. Daarin werden
enorme en ongelooflijke wreedheden begaan tegen onze
medemensen. Zo erg zelfs, dat velen nu nog weigeren het te
geloven, omdat zij zich daar geen voorstelling van kunnen
maken. Weer anderen verdringen om verschillende reden de
gedachten daaraan: zij zouden anders niet normaal verder
kunnen leven. In het strijdgewoel kwamen miljoenen soldaten
om, vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Wij moeten
daarbij in het bijzonder denken aan de strijd die geleverd
werd in Rusland. Zwoegende soldaten, de ene keer door de
modder en een andere keer in bittere vrieskou en slecht
gekleed, dikwijls met lompen aan hun voeten, Daar op dat
slagveld bliezen zij hun laatste adem uit of bleven zwaar
gewond liggen. Nog meer doden vielen er onder de burgers,
door bombardementen etc. Families die uit elkaar gerukt
werden
en
vervolgens
naar
concentratiekampen
werden
gestuurd om daar vergast te worden. En werden zij niet
vergast, dan kwamen ze wel door te hard werken, met daarbij
slechte voeding, te weinig kleding, ziekten en door
lichamelijk geweld gebruikt door hun beulen, om het leven.
En nog veel ergere dingen zijn er toen gebeurd. De toekomst
was voor de slachtoffers meestal uitzichtloos en velen
zagen dan ook als enige uitweg de dood. Als we aan dit
alles denken vragen we ons toch weer af, hoe was het
toentertijd mogelijk, dat de ene mens de ander dit aan kon
doen. Het medegevoel moet volkomen afwezig geweest zijn. Na
afloop van die oorlog werd er geroepen, dit mag nooit en
ten nimmer meer gebeuren. Denk echter maar niet dat de
158
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-18
5
10
15
20
25
30
35
40
mentaliteit van de mensen ten goede veranderd is, want
diezelfde duivelse krachten woekeren nog steeds ondergronds
of soms zichtbaar bovengronds door. Wij kunnen zeggen, bij
vriend en vijand en zij kunnen op ieder moment, zoals bij
puisten op een menselijk lichaam, tot uitbarsting komen.
Kunnen wij niet ieder dag schreeuwende hordes op de
televisie zien, die op bloed belust zijn. En kunnen wijzelf
zeggen: “Vader vergeeft het hun, want zij weten niet wat
zij doen”, wanneer ons iets is aangedaan?
Wanneer we de goede en slechte handelingen zien in deze
wereld moeten we ons wel realiseren, dat zichtbare
menselijke gebeurtenissen de gevolgen of de optelsommen
zijn van al die kleine zaken of gedachten die in onszelf
leven. Het zijn uitingen, van een en het hetzelfde lichaam;
uiterlijk en innerlijk waartoe wij allen behoren. Daarom
moeten we ons goed bewust zijn van onze wijze van denken.
Wij moeten daarom ook voorzichtig zijn met oordelen, opdat
wijzelf niet als zodanig geoordeeld zullen worden. Wij
kunnen natuurlijk wel over handelingen oordelen, maar
moeten voorzichtig zijn met een oordeel vellen over een
zwakke broeder waar, als een zwakke schakel van het geheel,
de slechtheid van de mensheid tot uitbarsting kwam.
De onnadenkende mens laten zich te veel manipuleren door de
naar macht en geldbeluste geestelijke of economische
leiders, de goede uitgezonderd, die ter meerdere glorie van
henzelf en de partij hun schaapjes desnoods de afgrond
insturen.
Wij zouden onszelf af kunnen vragen: kunnen mijn gedachten
en daden te allen tijde het daglicht verdragen zonder dat
ik mij daarover hoeft te schamen.
Kan ik mijzelf wegcijferen ten bate en welzijn van mijn
naasten?
Dat is waarlijk het doel, zelfoverwinning, waar
het in deze wereld helemaal omdraait.
Een andere door de gelovigen vaak gestelde vraag wanneer er
iets gebeurt wat ze niet zint is: waarom doet God ons dit
aan.
159
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-19
5
10
15
20
25
In geval van berusting wordt er gezegd: God heeft gegeven
en heeft genomen, zijn naam zijt geprezen.
Of God zal dit wel gedaan hebben om ze te straffen voor hun
slechte daden.
Of, God bestaat niet, anders zou Hij deze natuurrampen niet
over ons hebben laten komen.
Er zijn te veel geestelijke voorgangers die op een ietwat
hautaine manier kunnen vertellen waarom God dit allemaal
doet alsof ze iedere dag in conferentie met hun God zijn.
Laten we niet alle, in onze ogen, slechte gebeurtenissen
afschuiven
op
een
God
en
laten
we
zelf
de
verantwoordelijkheid nemen, afschuiven wordt al te veel
gedaan in deze maatschappij en wel van hoog naar laag.
Ten slotte is de goddelijke Geest in onszelf.
De mogelijkheid om in een zekere mate een keuze te kunnen
maken sluit logischerwijs de vrije wil in. Als de mens geen
vrije wil had, zou hij ook niet aansprakelijk zijn voor
zijn misstappen.
De vrije wil wordt echter wel begrensd door de vrije wil
van anderen. Het is als in een democratische staat, je bent
in zoverre vrij, zolang je daarmee maar niet de belangen
van anderen uit het oog verliest. Want hoe meer mensen bij
dit democratische systeem betrokken raken, hoe meer regels
er komen om zonder aanstoot naast elkaar te kunnen
voortleven. De vrije wil wordt daardoor dan toch wel heel
erg beperkt.
30
35
40
De vrije wil wordt nog op een andere wijze begrensd en wel
door het volgende: Er wordt weleens gezegd, de mens is
behept met DE ERFZONDE, (afgeleid uit Romeinen 5). Wat
moeten we daaronder verstaan? In het scheppingsverhaal was
Adam de eerste mens en toen deze een keuze maakte, kon hij
niet in botsing komen met de belangen van anderen. Hij was
echt vrij in zijn keuze. Wij als zijn nakomelingen bevinden
ons door zijn keuze, door geboorte gebonden, op een weg die
leidt naar verdeeldheid en kristallisatie. Een weg die
later blijkt niet de goede te zijn geweest. Steeds weer
komen we een wegsplitsing tegen, waarbij we slechts een
keuze binnen een zeker kader kunnen maken. Een keuze in het
kader van de vorige keuze en het ziet er na uit, dat we pas
160
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-20
5
aan het eind van onze weg kunnen zien dat de eerste keuze
van Adam fout was en wat dan  Dit komt, omdat het ons aan
een totaal overzicht ontbreekt. Wij kunnen het begin en het
eind van onze weg niet zien en daarom weten we ook niet wat
de gevolgen van onze keuze zullen zijn.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8)
10
15
20
25
De weg die we hebben te gaan kunnen we vergelijken met een
logisch diagram, zoals aangegeven in Figuur 1 hierna. De
blokjes met “OF” geven deze wegsplitsingen aan. De blokjes
met een “EN” geven aan, dat we het met een mens of een idee
eens zijn. Bij voorbeeld, een man en een vrouw die
samenwerken kunnen een kind verwekken. Er ontstaat dan iets
nieuws, maar dit nieuwe is wel gebonden aan een al eerder
bepaalde weg. Het diagram laat zien dat de allereerste
keuze van Adam uitmonden in een veelvoud van wegen.
Er is wel een mogelijkheid in een logisch diagram om alle
wegen met elkaar te verbinden met “EN” blokjes. Deze
blokjes zijn voor de duidelijk niet overal in ons diagram
aangegeven. Zouden alle mensen in hun keuze daarvan gebruik
maken, dan waren we weer een complete Adam.
Figuur 1
161
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-21
5
10
15
Maar nu maken al die mensen hun eigen keuzen, vaak niet in
overeenstemming met die van hun lotgenoten. We zouden ze
kunnen
vergelijken
met
stel
radertjes
die
met
een
verschillende snelheid ten opzichte van elkaar ronddraaien
en daardoor niet in elkaar kunnen grijpen. De eenheid
ontbreekt. Het materialistische denken belet het bijstellen
van de snelheid van deze radertjes. Zouden deze radertjes
allemaal
de
zelfde
snelheid
hebben,
c.q.
dezelfde
frequentie, dan kon dit wel en werkten dan als een groot
geheel. Gelukkig zijn er velen die een dorst hebben naar
spirituele kennis en inzicht krijgen hoe alles in elkaar
zit. Maar hoe krijgen we nu alles op de goede weg  Is
daarvoor een kracht nodig die van buiten af een impuls
geeft .
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 1)
20
25
30
35
40
Er zijn ook nog mensen die zeggen, al wat er gebeurt is
toeval, er is geen oorzakelijk verband tussen al het
gebeuren.
Einstein zei eens: ”God dobbelt niet”. Met andere woorden,
niets is toevallig. Zelfs wanneer men met een dobbelsteen
een 6 gooit is dat niet toevallig, want ook dit ligt
mathematisch vast, door o.a. de snelheid en de beginstand
van de dobbelsteen die gegooid werd.
OPMERKING: Het woordje toeval zegt eigenlijk al wat het zou moeten
betekenen namelijk, samenvallen, twee zaken die samenkomen of elkaar op
een weg kruisen. Voor ons is het een begrip geworden voor een gebeuren
zonder oorzakelijk verband. Vaak zien we door de complexiteit van een
geval het verband niet tussen oorzaak en gevolg. Toeval zonder oorzaak
bestaat niet. Alles staat in een mathematisch verband met elkaar.
Wanneer we de uiterlijke natuur bekijken, dan zien we dat
deze technisch heel ingenieus in elkaar zit en hebben daar
grote bewondering voor. Toch doet deze natuur zich zeer
zeker niet goddelijk aan ons voor, om reden dat daarin de
wet geldt van eten of gegeten worden en waar je soms ziet
dat het ene beest de ander levend uit elkaar scheurt. En
over wat de mensen elkaar aandoen zullen we het maar niet
hebben. Het ondervinden van pijn hoort bij de natuur, het
is een alarmsignaal dat aangeeft dat er iets mis is. Ook de
beesten hebben hiermede te maken, ondanks dat er lieden
162
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-22
5
zijn die beweren dat beesten dat anders ervaren. Voor hen
de raad, sla de dieren gade en probeer je daarmee te
vereenzelvigen. Zo komt ook blijheid en jaloersheid bij
dieren voor.
Waarom lijden onschuldige dieren die niet die kennis
van goed en kwaad hebben .
10
Een antwoord daarop zou kunnen zijn, dat zij op een hoger
plan reeds met ons verbonden waren en de basis vormden en
nog, voor de evolutionaire ontwikkeling van de mensheid.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 12)
15
20
25
30
In de bijbel, (geschreven door geïnspireerde schrijvers),
staat, dat wij in het Paradijs25 de heerschappij hadden over
al het levende enz., bij het vertrek uit het Paradijs
gingen deze dus ook met ons mee. Hieruit volgt dat wij ook
schuldig zijn aan hun lijden. De mensheid daalde daarmee af
naar steeds lagere gebieden van de geest en verstarde of
kristalliseerde
daardoor
meer
en
meer,
totdat
hij
uiteindelijk het contact met het hogere verloor en niet
meer wist waar hij vandaan kwam.
Ieder mens is nu als ‘n eenzame eilandbewoner. Het verhaal
gaat dat de Israëlieten26, waarmee de gehele mensheid mee
kan worden bedoeld, door de rode zee trokken. Het was als
het gaan over een bewustzijnsdrempel naar een lager
bewustzijnstoestand. Zij trokken 40 jaren door de woestijn,
de materiële wereld, totdat zij bij een ander water, de
Jordaan, kwamen die zij moesten oversteken, om daardoor in
25
(Paradijs schijnt afgeleid te zijn van para dei,
wat tegenstelling Gods betekent).
26 Bestaande uit 12 stammen, hoogstwaarschijnlijk de 12 krachten die
vanuit verschillende delen vanuit het heelal op ons inwerken.
Vroeger werden de plaatsen van die krachtbronnen als herkennings
tekens aangegeven door de sterrengroepen die daar in de buurt
stonden. De sterrenbeelden hebben echter niets gemeen met die
sterrengroepen, zij geven de aard van deze krachtbronnen weer.
Door astronomische verschuivingen vallen sterrengroepen en krachtbronnen niet meer geheel samen. In de astronomie hebben deze ster
rengroepen nog steeds de naam van die sterrenbeelden, wat in feite
niet geheel juist is.
163
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-23
5
10
15
20
25
30
35
40
het beloofde land te komen. Dit moet voor ons dan nog
geschieden.
Wij
zijn
nu
in
de
onderste
regionen
van
ons
materialistische bestaan gekomen; de 40 jaar in de
woestijn. Het getal 40 is als teken voor afgescheidenheid
en materie. De tijd waarin we nu leven leggen we zo veel
mogelijk informatie op computer chips27(Kristallen) vast. De
uitbreiding van onze technische kennis en kunnen zal
gepaard gaan met een toename aan voorschriften. Deze
toename kan zelfs zodanig zijn, dat er een verstikking door
regelgeving optreedt, alsmede de onbeheersbaarheid daarvan,
waardoor chaos ontstaat en alle bestaande normen zullen
vervagen. Het is als een dam opwerpen tegen het wassende
water, maar zonder een andere uitweg zal deze dam vroeg of
laat
doorbreken,
met
al
de
gevolgen
die
daarmee
samenhangen. In Nederland leggen wij dijken aan tegen het
water, maar zoals het er nu uitziet zullen we de strijd
uiteindelijk verliezen. Maar door de te ondervinden
moeilijkheden kan er wel weer iets nieuws en vreugdevols
ontstaan. Misschien dat er in Nederland de ontsteking van
een nieuw licht plaats kan vinden, mede veroorzaakt door de
grote verscheidenheid aan volkeren die samengedrongen zijn
op een te klein super laag gelegen gebied en met de
gezamenlijke zorgen en gevaren die de wateren ons bieden.
Het is als in de chemie, door het samenbrengen van
verschillende stoffen kan men nieuwe en hoogwaardige
verbindingen maken.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 18)
Volgens HET BOEK HENOCH, konden onze verre voorouders nog
een bewuste verbinding met de hogere regionen van de geest
maken, wat blijkt uit het gesprek van Lamech met zijn vader
Methusalem. Wat aangeeft, dat de mensheid steeds verder is
afgedaald
tot
in
de
onderste
regionen
van
het
materialistische bestel. In het verre verleden aan het
begin van de mensheid koos hij in volle vrijheid de weg die
hij wilde gaan. Wij moeten dan daarom niet een God de
schuld geven van iets dat volgens ons verkeerd gaat of wat
27
Zand bestaat hoofdzakelijk uit het element silicium, waaruit
computerchips worden gemaakt.
164
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-24
5
10
ons niet zint. We leven in een wereld van actie en reactie,
dus op iedere actie volgt daarop vroeg of laat een reactie.
Want wij weten het toch beter en we willen niet dat anderen
zich met onze zaken bemoeien of kritiek op onze handelwijze
hebben. Wij hebben dan ook de beker tot op de bodem te
ledigen, wanneer ons ellende overkomt hebben we dit door
ons
gemeenschappelijk
verkeerd
gedrag
over
onszelf
afgeroepen.
De VIJFDE VRAAG.
En als het waar is dat de mens geschapen is naar Gods beeld
en gelijkenis, is God dan wel volmaakt 
15
20
25
30
35
40
Het is vrijwel zeker dat velen deze Vijfde vraag van dit
gedachtethema niet durven te stellen, laat staan te
overdenken. Het wordt al gauw als godslasterlijk of op zijn
minst als oneerbiedig ervaren. Maar als we er vanuit gaan
dat wij de evoluerende schepselen van hogere machten zijn,
dan kunnen we ons ook als kinderen daarvan beschouwen en
mogen we deze vragen stellen. Misschien in onze onnozelheid
en gebrek aan ervaring en het onvermogen van het hebben van
een totaal overzicht van het punt alfa en omega; het
verleden t/m de toekomst. Trouwens we zijn zo gemaakt dat
we deze vragen kunnen stellen en als de intentie goed is,
kan dat geen kwaad zijn. We moeten wel vertrouwen hebben in
onze hemelse vader28, om het maar eens op een wat kinderlijke
manier
te
zeggen.
Zelfs
wij
als
geestelijk
onvolwassen wezens verstoten, normaal gesproken, onze
kinderen toch ook niet zomaar wanneer zij in hun
onwetendheid of onervarenheid iets fout doen. Zo zal dat op
een hoger niveau zeker ook niet gebeuren, daar, waar meer
eenheid en begrip heerst. Paulus zei reeds: ”de geest Gods
onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods”
(1 Kor. 2-10).
Voor diegenen die niet zo vrij zijn in hun denken en een
angst hebben om op deze manier over hun God of hemelse
Vader of oorsprong te filosoferen met als beloning daarmee
28
Misschien is de naam “Allesomvattende” beter op zijn plaats.
165
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-25
5
10
15
20
25
de hel, die moeten de oneindige liefde die ons allen met
elkaar kan verbinden, inclusief God, niet uit het oog
verliezen, want ondanks dat wij niet altijd direct
waarnemen en met ons denkvermogen kunnen begrijpen, maakt
alles onderdeel uit van één groot geheel. Wanneer we in
onze redenatie een fout zouden maken, wordt het ons, als
zijnde kinderen, vergeven. Met vallen en opstaan zullen we
leren en uiteindelijk als de verloren zoon/dochter in het
huis, waar we oorspronkelijk vandaan kwamen, terugkeren. De
vreugde zal onvoorstelbaar groot zijn, want dan zullen we
allemaal weer herenigd zijn.
Er is een gezegde: “Hoe meer zielen , hoe meer vreugde” en
wij weten uit eigen ervaring hoe waar dit is.
Er staat ook geschreven: “De waarheid zal je vrijmaken, dat
betekent ook vrijheid van denken en angst. Een angst die
door
veel
kerkleiders
met
hun
donderpreken
bij
de
zogenaamde gelovigen erin gehamerd is, want vergeet niet
dat vrijheid van denken altijd een gevaar vormt voor
totalitaire materialistische systemen en altijd door die
duivelse machten verboden werden en nog worden.
Wat kunnen wij over de volmaaktheid van de Allerhoogste, de
Allesomvattende zeggen? Wij kunnen niet van een volmaakte
God spreken als wij de Allerhoogste God daarmee bedoelen,
want hij is niet gemaakt maar heeft altijd bestaan. Hij is
het zijnde.
30
35
40
Wij beschouwen de alles omvattende abstractie, die we de
naam God hebben gegeven, als de God, Schepper van al de
bestaande aardse en hemelse hiërarchieën, op allerlei
niveaus. Deze hiërarchieën voortgekomen uit dat Ene, staan
in een afdalende analogische en mindere omvattende relatie
met elkaar, want het geschapene is altijd minder dan de
schepper daarvan. Zoals alles wat de mens schept minder is
dan hijzelf.
De volgende zin uit de Bijbel: “en God schiep de mens naar
zijn beeld en gelijkenis”, kan de indruk wekken dat God dan
iets materieels moet zijn. Met vaste materie wordt dan
bedoeld een van buitenaf lijkende onbeweeglijke stof. Wij
166
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-26
5
10
15
20
25
30
35
40
weten dat materie bestaat uit samengebalde energie die in
de vorm van atomaire deeltjes volop in beweging is. De
wereld is voor ons als de voorstelling van een goochelaar
of illusionist die ons wil doen geloven dat de wonderen die
hij verricht echt zijn. Wij moeten bedenken dat wat wij in
deze wereld waarnemen weleens heel anders zou kunnen zijn
dan het zich aan ons voordoet. Het inwezen is met ons
driedimensionale denken moeilijk of niet te vatten.
In het Hebreeuwse alfabet staat de Jod voor Gods geest. God
heeft als een spiegelbeeld van Hemzelf de wereld geschapen
en daarin de mens geplaatst als zijn gelijkenis, maar
zonder het weten dat Hij heeft, zodat de mens door het
leren van zijn ervaringen weer één kan worden met zijn
schepper. Wij zouden het zo kunnen zien, de mens is
volmaakt geschapen en begint zijn levensweg met een blanco
gemoed. Deze levensweg bestaat uit het maken van keuzen.
Hij kan de werkelijkheid kiezen of het spiegelbeeld
daarvan. Kiest hij het spiegelbeeld, dan blijkt dat
naderhand een illusie te zijn geweest, wat wij dan een fout
of zonde noemen. Deze verkeerde keuze werd gemaakt door
gebrek aan ervaring en inzicht. Maar van je fouten kan je
leren. Uiteindelijk gaat het er om wat je bent en wat je
doel is. Om die reden bestaat er altijd vergeving voor
misstappen.
OPMERKING: De mens die we hier op aarde waarnemen, behoeft niet direct
door de God geschapen te zijn, het kan ook indirect gedaan zijn via
eerder uit de God geëmaneerde Hiërarchieën.
Wij
hebben
in
dit
gedachtethema
alleen
de
gedachtevoorstellingen
over
God
belicht
en
geen
beschrijving gegeven van de Allerhoogste, omdat deze niet
met woorden kan worden omvat. De Allerhoogste werd alreeds
in oude tijden het Onnoembare genoemd. Waar wij het over
hadden waren schaduw projecties. Zouden wij er iets meer
over willen weten, dan zouden we kunnen beginnen iets meer
over onszelf te weten proberen te komen. Gods geest woont
toch in ons, waarom dan toch God buiten onszelf zoeken. Wat
wij God noemen zal hoogstwaarschijnlijk nog het best
benaderd kunnen worden door middel van meditatie naar het
167
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-27
5
punt te gaan, waar tegenstellingen zoals vreugde en
verdriet niet bestaan en waar vrede heerst; het zgn. Nu
punt.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
10
15
20
25
30
35
40
Jezus zeide:
Ik zal jullie onthullen wat geen
wat geen oor kan horen, wat geen
wat niet kan worden begrepen met
Uit het
oog kan zien,
hand kan voelen,
het menselijke verstand.
evangelie van Thomas
Nog even dit. In de oudheid ziet men dat, de verschillende
volkeren
een
vruchtbaarheidsgodin
aanbidden.
Zo
iets
dergelijks zien we ook weer terug in de christelijke leer.
In de rooms katholieke kerk zien we bij voorbeeld, dat er
tot de heilige Maria, de moeder van Jezus Christus, wordt
gebeden en dat een nieuw geboren kind bij de eerste
kerkgang aan de maagd Maria wordt opgedragen. Het is een
gegeven wat geheel of gedeeltelijk van die oude (heidense)
volkeren is overgenomen. Maria is afgeleid van het Latijnse
woord mare, wat zee betekend. Het is als ware het
vruchtwater waarin de eerste levende cel kon ontstaan en de
evolutie daarvan in verschillende en opeenvolgende creaties
met aan de top van een piramideachtig systeem, de mens. De
oude volkeren zullen het heelal gezien hebben als de
baarmoeder van een hemelse vrouw, waarin alles tot
ontwikkeling kon komen na een eerste daad, een geestelijke
bevruchting, een impuls van iets hogers, iets onaards. In
feite ook, een geslachtsloze daad. Vandaar dat er wordt
gesproken van de onbevlekte ontvangenis van de maagd Maria,
waarin de eerstgeborene tot ontwikkeling kon komen. Wij
zien hier de goddelijke driehoek die we steeds in de natuur
en religies tegenkomen. Een verbinding in de vorm van
Vader, moeder en zoon. In de christelijke leer werd aan de
zoon de naam Jezus Christus gegeven. Omdat de mensheid iets
tastbaars wilde hebben, iets materieels, is het kosmische
proces vertaald naar een aards gebeuren. Dit wil niet
zeggen dat zo iets niet op het materiële vlak plaats heeft
kunnen vinden. We zeiden reeds eerder in dit gedachtethema,
alles
kan
zijn
gelijkenis
of
herhaling
vinden
op
verschillende bestaansniveaus en wel, in overeenstemming
168
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
10-28
met de regel van Hermes: zo in het groot, zo in het klein.
Alsmede, het idee of woord is vlees(materie) geworden.
5
10
Wanneer we aan het einde van dit thema onszelf afvragen,
wat hebben wij van het voorgaande opgestoken en wat doen
wij ermee? Dan moeten we bedenken dat alles wat wij zien op
deze aarde, tijdelijke en creatieve verzinsels zijn van de
geest en hebben daarom als zodanig geen eeuwigheidswaarde
of het moet zijn om onszelf te leren kennen, meer bewust te
worden. Uiteindelijk zal al het aardse weer verdwijnen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
15
20
25
30
Dat wat wel die eeuwigheidswaarde heeft is, geestelijke
liefde, nauw verbonden met gevoel, wat kan worden beschouwd
als het samenbindende element van het geheel. Vandaar dat
gezegd is, behandel je naasten als jezelf. Daarom, wees
goed en eerlijk tegenover een ieder, ook voor dieren en
planten etc. Zei Paulus niet zoiets van, bedek alles zoveel
mogelijk met de mantel der liefde? Daar behoef je geen lid
van een kerkgemeenschap voor te zijn. Neem zelf je
verantwoordelijkheid en verval niet in het zogenaamde
fundamentalisme, waarvan de aanhangers trachten met alle
middelen die maar mogelijk zijn, zelfs met moord en
martelingen, hun ideeën aan anderen op te dringen. Deze
mensen hebben hun vastigheid gevestigd op starre en
materialistische gronden. De vrije denker houdt zich verre
van dit soort praktijken, voor hem kunnen ideeën eindeloos
gevarieerd zijn. Verder moet je jezelf niets gedachteloos
laten aanpraten, want hoe geleerd of machtig je medemens
zich aan jou ook voordoet, op geestelijk gebied behoeft hij
niets meer of minder te zijn dan jij. Hoewel, van sommigen
kan het aardse masker zeer indrukwekkend zijn.
35
40
169
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
11-1
GEDACHTETHEMA NO. 11
5
10
15
20
25
30
35
40
ANIMAAL GEDRAG.
Wanneer wij het reilen en zeilen van onze maatschappij
bekijken en aan de hand daarvan een prognose voor de
toekomst maken, zullen we tot de conclusie komen dat er
steeds grotere conflicten zullen ontstaan, omdat we het met
elkaar niet eens kunnen zijn en geen water in de wijn
willen doen en niets wat van ons zelf is willen afstaan.
Wij zullen op deze wijze ongetwijfeld afstevenen op een
wereld crisis. Het kan toch niet goed zijn dat steeds meer
mensen
van
deelname
aan
het
arbeidsproces
worden
uitgesloten, omdat we door onze gezamenlijke creativiteit
het mogelijk hebben gemaakt om steeds efficiënter en met
steeds minder mankracht te produceren. Geld wat gereedschap
had moeten zijn om de ruilhandel te vergemakkelijken, ten
bate van de mens, is nu verheven tot doel. Men probeert
zoveel mogelijk daarvan te verzamelen, terwijl de mens is
verworden tot een stuk gereedschap waarvan men zich
ontdoet, indien deze niet meer nodig is. Steeds meer mensen
zullen door het buiten spel zetten doelloos worden. De
gevolgen zullen zijn, verhoogde criminaliteit en chaos.
Wij moeten wel in gedachte houden, dat desoriëntatie van de
mensenmassa nodig kan blijken te zijn, om tot iets nieuws
te kunnen komen. Het gevaarlijke van zo'n toestand is wel,
wie schept orde in de chaos ? Is het een goede of slechte
leider ?
De mensheid is gelijk een kudde schapen die
bereidt is, om diegene te volgen die hen verlost van de
chaos en hen een aannemelijk en aantrekkelijk doel
voorhoudt. Zoals Hitler deed in de tijd na de eerste wereld
oorlog toen Duitsland in zware armoede verkeerde.
Conflicten
worden
in
werkelijkheid
veroorzaakt
door
tegenstrijdigheden tussen het innerlijke en uiterlijke deel
van de mens. Met het innerlijke wordt het geestelijk deel
van de mens bedoeld en met het uiterlijke zijn lichaam met
zijn natuurlijke instincten.
170
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
11-2
5
10
15
20
25
30
35
40
In de natuur geldt de wet actie=reactie en nemen wat maar
mogelijk is. Wij weten ook dat geldt, hoe groter de massa,
des te groter is de aantrekkingskracht daarvan. Ook weten
wij, hoe meer men aan aardse goederen heeft des te
gemakkelijker het wordt om nog meer daarvan te verkrijgen.
Een oud volks volksgezegde luidt dan ook: De duivel schijt
op een grote hoop. Dit betekent dat hoe meer geld men
bezit, des te gemakkelijker het wordt om daarmee nog meer
geld te maken. Zo werkt de natuurwet ook door op andere
bestaansniveaus.
In de natuur komt het wel voor dat er wordt gegeven, maar
alleen dan, wanneer er eigen belang in het spel is. In de
natuur geldt op de eerste plaats bescherm jezelf. Dus denk
eerst aan jezelf. Op de tweede plaats, help de groep te
beschermen waarvan je deel uitmaakt. Dit wordt ook gedaan
uit eigen belang. Op de derde plaats zal het kunnen
gebeuren, dat men mee moet helpen om alle mensen hier op
aarde, alsmede de natuur, te beschermen tegen iets dat ons
allen vijandig is. Dit alles is natuurlijk en nodig om het
leven in stoffelijke vormen in stand te houden.
De conclusie die men hieruit kan trekken is, dat
crisissituaties nodig zijn om bewust of onbewust naar een
grotere eenheid te groeien.
Ook racisme komt voort uit eigen belang en is een
natuurlijke reactie. De mens kan echter in de natuur
volwassen worden en er bovenuit stijgen, waardoor hij van
de boeien der natuur wordt bevrijd.
Er wordt tegenwoordig veel over racisme gesproken en
wanneer wij de mensen daarover horen praten krijgen wij
soms de indruk dat zij niet weten wat dit onderwerp precies
inhoudt en wat aan de basis van het racisme ligt, waardoor
er steeds weer opnieuw misverstanden ontstaan.
Bij sommigen is men al een racist als men zegt:
"Hij is
zwart of hij is bruin".
Of door te zeggen: "Een kenmerk
van de semitische volkeren is, dat zij vaak over een grote
neus beschikken".
Hieruit blijkt dat zij met racisme
bedoelen, onderscheid maken tussen de verschillende rassen
en de uiterlijke kenmerken daarvan, zoals de verschillen
171
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
11-3
tussen Blanken, Chinezen, Indianen, Indiërs, Joden, Negers
enz. enz.
5
10
15
20
25
Wanneer men dit onderwerp wil bespreken, kan men beter
allereerst bepalen wat men met racisme bedoelt.
Men zou het als volgt kunnen definiëren:
Racisme is het uitsluiten van vreemde bevolkingsgroepen tot
deelname aan de sociale activiteiten van de bevolkingsgroep
waartoe men zelf behoort.
Dit komt voort uit een soort meerderwaardigheidsgevoel, op
de ander neerkijkend als een inferieur ras of uit angst een
verworven positie te verliezen.
Dit verschijnsel komt niet alleen voor bij volkeren met
uiterlijke kenmerken anders dan de onze, maar ook onderling
in een bevolkingsgroep zoals de verschillen in niveaus van
de sociale gemeenschap waarin men verkeert. Het kunnen
geloofsgemeenschappen zijn, maar ook exclusieve clubs,
waardoor men zichzelf beter voelt dan de doorsnee burger.
En wanneer iemand tot deze gevestigde gemeenschap kans ziet
toe te treden, iemand die er andere gewoontes, zienswijze
of uiterlijke kenmerken bezit of iemand die heel sociaal
leeft zonder poespas en voor wie iedereen gelijk is, dan
wordt dat gezien als een gevaar en een afbrokkeling van de
eigen groep waarin men zichzelf veilig voelt en die een
gevoel van meerwaarde geeft.
Dit is een heel normale en natuurlijke reactie, met de
nadruk op natuurlijk, zijnde het animale in de mens.
30
Hierbij moet wel worden opgemerkt, dat deze reactie niet in
overeenstemming is met het menselijke in de mens.
35
Deze zelfde natuurlijke reactie ziet men bij de beesten die
hun eigen groep met alle middelen proberen te verdedigen
tegen vreemde invloeden van buiten. En ook bij de beesten
zijn het niet altijd de zichtbare kenmerken die meespelen,
maar vaak heel sterk de reuk. Wil men bijvoorbeeld een jong
dier vanuit zijn oorspronkelijke nest naar een ander nest
40
172
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
11-4
5
10
15
20
25
30
35
40
brengen, dan moet men er voor zorgen dat het dezelfde geur
van zijn nieuwe nest heeft. Men smeert nog weleens dat jong
in met de meststof van dit nieuwe nest, dan wil het nog
weleens lukken.
In de oorlog werden de joden vervolgd om het jood zijn,
niet altijd om het uiterlijk, want er is meestal niet veel
onderscheid tussen het uiterlijk van joden en niet joden,
maar omdat zij tot de joodse gemeenschap behoorden; het
uitverkoren volk, waar anderen niet toe behoorden. Wanneer
men in de geschiedenis terug kijkt ziet men dat de
moeilijkheden die zij vaak ondervonden werden veroorzaakt
door hun eigen racisme, een meerderwaardigheidsgevoel, zij
hebben de moeilijkheden over zichzelf afgeroepen. Zij
beschouwden zich als het uitverkoren volk en ondanks dat
zij zich begaven onder andere volken, bleven zij zich in
een bepaald opzicht afzijdig daarvan houden door zoveel
mogelijk alleen binnen eigen ras te huwen. Dit gaf
moeilijkheden omdat het beest, ook het beest in de mens,
geen vreemden in zijn nest duldt. Wanneer zij zich als
Joodse ras tussen andere volken bevinden en zij willen zich
daarmee niet vermengen, kan dit inhouden, dat wanneer de
levensvoorwaarde van deze niet Joodse groep in gevaar komt,
deze groep zich gaat consolideren, waardoor de eenheid van
de groep groter wordt. Deze groep wil, wanneer er
spanningen ontstaan, de vreemde elementen in de groep
verwijderen en meestal gebeurt dit op een onmenselijke
wijze.
De moeilijkheden en ellende die zij ondervonden raakten het
mens-zijn in ons; onderscheidend van het dierzijn in ons.
Als we eerlijk zijn zal een ieder van ons de strijd voelen
tussen het dier en de mens in zichzelf.
De strijd tussen het beschermen van eigen belang of het
medemenselijk zijn en bereid zijn iets van zijn eigen
belangen voor het algemeen belang op te offeren. Als het
ware
de
menselijke
geest
over
de
grenzen
van
de
lichamelijke begrenzing heengaand en daarmee de hokjes
geest uitbannend; dus een ieder als zijn menselijke gelijke
173
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
11-5
5
zien. Dat betekent niet als lichamelijke gelijke zien want
daarin is bestaat een grote diversiteit, niet zozeer naar
uiterlijkheden
en
mogelijkheden,
maar
vooral
door
gedragingen.
Wijsheid en kennis is nodig om juist te kunnen handelen.
10
15
20
Wij moeten goed beseffen dat de natuur egoïstisch is
ingesteld. En als we iets willen verkrijgen dan zullen we
dit doen op een zo efficiënt mogelijke wijze; dat houdt in,
zo weinig mogelijk arbeid verrichten om iets te verkrijgen.
Daarom zijn er in de maatschappij zoveel mensen die op
slinkse wijze van andere proberen te profiteren en om
rechten schreeuwen terwijl je bij dat soort mensen meestal
niet met plichten t.o.v. de maatschappij hoeft aan te
komen. Het is juist dat soort mensen die de maatschappij
verpesten door alleen maar aan zichzelf te denken. Dit
soort mensen komt men in alle lagen van de bevolking tegen.
En aangezien het ook de grootste schreeuwers zijn (in deze
maatschappij geldt de grootste schreeuwers hebben gelijk)
zal deze groep de uiteindelijk ondergang van ons sociaal
stelsel veroorzaken.
25
30
35
Wat met het bovenstaande bedoeld wordt is, dat men niet te
gauw het woord racisme in de mond moet nemen, want eigen
verworvenheden mogen verdedigd worden wanneer men ziet dat
andere zonder tegenprestaties daarvan willen profiteren;
wat wel een natuurlijk neiging is. Want met een slappe
houding doet men meer kwaad dan goed.
Men kent het gezegde: Al te goed is buurmans gek; wat
betekent dat wanneer men te goed is daarvan misbruik wordt
gemaakt. Tegenkoppeling zoals dat in de natuur ook voorkomt
is op zijn plaats. Dus handelen, begrijpen en medeleven met
de ander zoals een volwaardig mens betaamt is juist, maar
men moet zich niet laten leiden door napratende niet zelf
nadenkende parasiterende schreeuwers.
40
174
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
11-6
5
10
15
20
25
30
35
40
De oorzaak van verdeeldheid moet voor het begin van wat wij
de natuur noemen, ontstaan zijn. Ten tijde dat Adam nog in
het paradijs leefde. Hij werd daar in een diepe slaap
gebracht, waarna een zijde van hem werd genomen om te
dienen als zijn tegendeel, de vrouw. De elementen van
tegenstellingen waren nu geschapen. En we lezen dan ook in
de bijbel over de val van de eerste mens. Adam zal niet de
mens geweest zijn zoals wij die nu kennen, maar de som van
alle
later
tot
ontplooiing
gekomen
levende
wezens.
Inclusief het planten en dierenleven. Waarbij de innerlijke
verdeeldheid, wat we de erfzonde zouden kunnen noemen,
wordt doorgegeven via de steeds weer splitsende cellen
gedurende de gehele evolutie. Wanneer deze innerlijke
verdeeldheid niet reeds in de cellen aanwezig was, zouden
levenscellen nooit tot splitsing zijn overgaan. Het dood
gaan van Adam is te beschouwen als het steeds weer verder
splitsen van de oorspronkelijke Adam. Daarom staat er ook
geschreven: "in Adam zijn wij gestorven, maar in Christus
worden we opgewekt". De leer van Christus is die van liefde
en geven welke de eenheid nastreeft, dit in tegenstelling
met de natuurwet van nemen en actie = reactie. Wanneer er
geen reactie is wordt de actie krachteloos, vandaar vergeld
kwaad niet met kwaad.
Uit het bovenstaande blijkt dat er in de natuur grenzen
worden bepaald, terwijl ze voor het menselijk bewustzijn
niet bestaan. Tenzij gebaseerd op basis van vrijwilligheid.
De meeste mensen kunnen, mits zij dezelfde ervaring hebben,
zich in gedachte goed verplaatsen in de gevoelens van een
andere groep en zijn in staat de noden daarvan te
begrijpen. Wanneer zij zich vereenzelvigen met deze groep,
zijn zei meestal ook in staat iets van zichzelf op te
offeren. Wanneer dat geven bepaald blijft bij dat, wat van
het individu zelf is, geeft dat geen moeilijkheden.
Tot zover kan alleen het opofferen van iets van hemzelf een
innerlijk conflict geven. Het wordt echter anders wanneer
een individu iets gaat opofferen wat deel uit maakt van de
gehele groep waartoe men behoort, want daardoor ontstaat
meestal het conflict.
175
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
11-7
5
10
15
20
Laten
we
niet
vergeten
dat
geven
om
niets,
een
onnatuurlijke handeling is. Het probleem is nu, zijn de
groepsleden het er mee eens, om door te geven de eigen
groep te verzwakken en een andere groep te versterken ?
Diegenen die niet willen geven worden dan vaak ten onrechte
racisten genoemd omdat deze hun ras vrij willen houden van
vreemde invloeden. Om nog eens terug te komen op het
jodendom, Mozes heeft dat ongetwijfeld ook voor ogen gehad.
Maar zouden wij hem dan een racist noemen? Hij liet bij
voorbeeld al diegenen doden die zich met moabitische
vrouwen hadden ingelaten; ook hij wilde het ras zuiver en
rein houden en voor verderf en verval behoeden. En zoals
ten tijde van Mozes de mensheid alleen aan de natuurwet was
gebonden zo hoort de tegenwoordige mens zich vrijwillig aan
een hogere wet te houden nl. de wet van de
L I E F D E.
Lichamelijk zijn we
gebonden aan de natuurwet maar
geestelijk aan die van de liefde en deze twee horen in
evenwicht te zijn. Dit wordt symbolisch uitgebeeld door de
Davidster, deze bestaat uit twee ineen gestrengelde
driehoeken, waarvan de een zijn basis op het aardse- en de
andere zijn basis op het spirituele vlak heeft.
25
30
35
In deze tijden ziet men, dat de volkeren zich vermengen uit
economische en politieke overwegingen. Wanneer er nu een
slechte economische situatie ontstaat die spanningen teweeg
brengt, dan zal bij velen het dierlijke in hen de overhand
krijgen. Dit zal zich uiten in schelden, elkaar de schuld
geven enz. De vermenging van volkeren is een natuurlijk
proces het heeft te maken met het gelijk worden. van alles.
Bergen vlakken op de duur af en dalen worden gevuld. Men
kan dit ook goed waarnemen bij vloeistoffen. Wanneer men
tweevloeistoffen neemt, bv. een van zuiver water en de
ander bestaande uit een sterke suiker oplossing en deze
samen in een vat doet, dan zullen zij zich vermengen totdat
de gehele samenstelling homogeen is.
40
176
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
11-8
5
10
15
Scheidt men deze twee vloeistoffen door middel van een
membraan waar alleen zuiver water doorheen kan, dan zal het
vloeistofniveau aan een kant van het membraan hoger worden.
Dit hoogteverschil geeft de zogenaamde osmotische druk aan.
Er is een drang in het systeem om de twee vloeistoffen
gelijk van samenstelling te maken. In het laatste geval
wordt dit begrensd door de osmotische druk en het
selecterende membraan, die werkt als een weerstand tegen
gelijkmaking.
Wanneer men twee metalen mengt of legeert worden de
molecuulverbindingen losser, tevens gaat het smeltpunt naar
omlaag terwijl de kwaliteit van deze legering beter kan
worden. Vermenging van volkeren is een goede zaak wanneer
aan beide kanten gestreefd wordt naar volledige integratie.
20
25
In zo'n situatie is eigenlijk een gemeenschappelijke vijand
of een gevaarlijke toestand nodig om van de verschillende
bevolkingsgroepen een geheel te maken. Dit zou kunnen zijn
een natuurramp veroorzaakt door, bv., een neervallende
meteoor, die de hele toestand op de aarde zou kunnen
veranderen of iets anders in die geest of een samenstel van
verschillende noodtoestanden. In ieder geval een toestand
die maakt dat de mensen inzien dat zij elkaar nodig hebben
en dat niet alleen, maar dat zij zich gaan voelen als een
30
177
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
11-9
grote familie. Dat dit op deze wijze zal gaan is af te
leiden uit de principiële werking van chemische processen.
5
10
Processen die weer terug te vinden zijn op verschillende
levens niveaus. Gebeuren deze dingen dan zomaar ? Wij mogen
aannemen van niet. Alles in de natuur is gericht op
vervolmaking en om tot grotere eenheden te komen. Voor de
mens is het nodig dat hij deze processen begrijpt, zodat
zijn kijk op stof en geest verandert en hij de volmaakte
mens wordt die het materialistische slaaf zijn ontgroeit en
daardoor een hoger bewustzijn verkrijgt.
15
20
178
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-1
GEDACHTETHEMA NO. 12
5
10
15
20
25
30
35
40
CREATIEVE EVOLUTIE EN DE GAIA-HYPOTHESE
Door Darwin kreeg de evolutietheorie op 24 november 1859
met zijn boek, “The Origen of Species by Means of Natural
Selection”,(De oorsprong van soorten door middel van
natuurlijke selectie), in de westerse wereld bekendheid. Er
moet echter wel bij gezegd worden dat het evolutieproces al
bij oudere beschavingen bekend was. Daarvoor zijn in oude
Indische geschriften bewijzen genoeg voor te vinden.
In de westerse wereld werd jarenlang en nu nog, door velen
aangenomen dat het leven hier op aarde zich heeft kunnen
ontwikkelen, omdat de omstandigheden hiervoor gunstig
waren, zoals de juiste temperatuur, de juiste druk, de
aanwezigheid van zuurstof enz. enz.
Onderzoekingen hebben echter aan het licht gebracht, dat de
leefomgeving wordt geschapen en aangepast door het leven
zelf.
Bij de mens wordt bv. zuurstof in- en koolzuur uitgeademd,
maar er zijn manifestaties van het leven waarbij methaan
wordt uitgeademd. Denk maar eens aan boerenbedrijven die
het methaangas, geproduceerd door de in mest aanwezige
bacteriën, opvangen om te gebruiken als brandstof. Of aan
de bacteriën die leven bij vulkanen op de zeebodem, waar
het water een temperatuur heeft van omstreeks 100C.
En wat te zeggen hiervan: In zeer koude streken heeft men
plantengroei in het gesteente ontdekt. Men sloeg daar
stukken steen door midden en vond daarin minuscuul kleine
plantjes. Wat echter de eerste aanzet tot de voor ons
zichtbare levensverschijnselen was, is ons niet bekend. Wij
komen daar later in dit gedachtethema nog op terug.
In 1969 kwam James Lovelock met zijn Gaia-hypothese.
Gaia is de Griekse naam voor aarde. In het kort houdt zijn
theorie in, dat de aarde met alles wat daarbij hoort kan
worden beschouwd als één levend organisme.
179
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-2
5
10
15
20
25
30
35
40
Gaia dan staat dus voor aarde, een belevendigd organisme,
waarop allerlei schepselen zich op een biologische wijze
konden ontwikkelen. Onderzoek van de natuur toont aan, dat
het
levende
zich
niet
steeds
alleen
weer
aan
de
omstandigheden
aanpast,
maar
ook
zijn
onmiddellijke
omgeving naar zijn behoefte wijzigt.
Stelling.
Het leven kan zich op allerlei manieren uiten en schept
daarvoor zijn eigen leefomgeving.
Hierop is de Gaia-hypothese gebaseerd. Het houdt in, dat
niet alleen de leefomgeving bepalend is voor het ontstaan
van leven op aarde, wat in het algemeen wordt aangenomen.
Men zegt weleens de mens is de maat van alle dingen, omdat
de mens voor te kennen vergelijkingen moet maken. Hij weegt
rechts en links of goed en kwaad tegen elkaar af. In feite
staat hij daarbij zelf in het midden. Hijzelf is dan de
norm van de gulde middenweg. Hij wordt aldus de afwijking
van de middennorm bewust. Deze eigenschap heeft hij, omdat
God de mens schiep naar zijn beeld en gelijkenis. Dit houdt
logischerwijs in, dat de mens ook schept naar zijn beeld en
zijn gelijkenis. Wij kunnen dit vergelijken ook andersom
toepassen. Daarbij gaan wij dan van onszelf uit en komen
dan tot de conclusie, dat zoals wij zijn, een gelijkenis,
maar wel verfijnder en volmaakter, op een hoger niveau moet
bestaan. Want het geschapene echter kan nooit meer zijn dan
zijn schepper.
Neem bijvoorbeeld het volgende geval, de mens kan niet in
zijn blootje in het noordelijke klimaat leven, daarvoor is
het te koud. Wat doet hij ? Hij past zich aan door een
bontjas
te
maken
en
die
aan
te
trekken.
Of
nog
spectaculairder, hij wilde de maan bezoeken, maar had geen
vleugels zoals de vogels, die deze toch alleen maar bij de
aanwezigheid van lucht kunnen gebruiken en wat deed hij,
hij
creëerde
een
raket
als
vervoermiddel
en
de
levensatmosfeer daarin. De mens was daartoe in staat, omdat
het manifesteren van het leven op die manier werkt. Zoals
het leven
180
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-3
is, zo is de mens. En waar in het leven behoefte aan is,
daar zal vroeg of laat aan worden voldaan.
5
10
15
20
25
30
35
40
Wij weten uit opgravingen dat veranderingen in de natuur
relatief langzaam plaats vinden. Daarbij is vastgesteld dat
daar soms honderden miljoenen jaren mee gemoeid waren. De
leeftijd van de aarde wordt geschat op ruim 4,6 miljard
jaar
dit
werd
vastgesteld
door
het
meten
van
de
reststraling van rotsen en meteorieten. Dit is echter al
vast materiaal wat gevormd moet zijn uit afkoelende gassen,
waar een niet voor te stellen tijdsduur voor nodig moet
zijn geweest. Waarschijnlijk ontstond er eerst waterstof(H2)
als allereerste basis bouwstof voor onze kosmos. Vervolgens
werd dit, volgens de Big-Bang hypothese als gegeven in
gedachtethema no. 19, samengedrukt tot een zwartgat,
waarbij de druk en temperatuur tot onvoorstelbare hoogte
moet zijn opgelopen. Hierna volgde de Big-Bang, waarbij de
zwaardere elementen werden gevormd. Het kunnen meten van
reststraling is tevens het bewijs dat het heelal uitzet en
dat in een versneld tempo. Wanneer de bewegingen naar het
zwarte gat toe zouden zijn geweest, hadden we dat nu niet
hebben kunnen meten, omdat stralingsenergie als zodanig
ophield te bestaan. Met andere woorden, de straling was
toen naar binnen gericht en uiterlijk niet waarneembaar.
Voor een goed begrip, wanneer we spreken over geologische
tijden, is daar niet het begin van het ontstaan van onze
kosmos in vervat.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
De geologische tijden zijn verdeeld in 4 hoofdgroepen:
1. Het precambrium tijdperk, welke begon 4.6 miljard jaar
geleden, omvat 4 miljard jaar van de geologische
historie; dat is ongeveer 87% van de geologische tijd.
2. Het paleozoïcum duurde van 600 tot 225 miljoen jaar
geleden, dat is ruwweg 8% van het geologische tijdperk
3. Het mesozoïcum duurde van 225 tot 65 miljoen jaar
geleden, dat is ongeveer 3.5% van het geologische
tijdperk.
4. Het kenozoic tijdperk omvat 65 miljoen jaar, slechts
1,5% van het geologische tijd.
181
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-4
Voor een goed overzicht tonen we een diagram. Zie Figuur 1
5
FIGUUR 1
10
15
20
De tijdperken zijn daarin weliswaar scherp afgebakend, maar
in werkelijkheid zijn er overgangsgebieden. Tevens zijn de
hoofdtijdperken nog onderverdeeld, zoals Devoon, Carboon,
Jura, Krijt enz., deze zijn in de figuur niet weergegeven
en we gaan daar verder ook niet op in. We zien ook dat de
ontwikkelingstijd voor de verfijning van de schepping
steeds sneller gaat, waarbij de mens als topstuk(Hoeksteen)
van een piramidaal systeem op het laatste moment in zicht
komt.
Wij zouden het geologische tijdverloop nog het beste uit
kunnen beelden met behulp van een spiraal of wervel.
Zie figuur 2. Het verschijnsel dat wij zien bij een wervel
is, dat naar mate de middellijn kleiner wordt, de
182
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-5
5
omtreksnelheid groter wordt. Met andere woorden, de wervel
begint sneller te draaien. Dit kunnen we waarnemen bij
windhozen, cyclonen, pirouettes etc.
FIGUUR 2
10
15
20
25
Zoals wij zeiden vermeerdert de draaisnelheid van een
wervel bij het kleiner worden van de diameter daarvan. Wij
zien wat kleiner wordt sneller gaat bewegen. Zo iets zien
wij bij voorbeeld bij vogels. Een klein vogeltje beweegt
zijn vleugeltjes zeer snel in vergelijking met, bij
voorbeeld de langzame vleugelslag van een arend. Hoe groter
iets wordt des te langzamer het gaat. Een elektron draait
met een relatieve lichtsnelheid van (300.000 km/sec om een
kern. De aarde doet er ongeveer 365.25 dagen over, om rond
de zon te bewegen en ons zonnestelsel doet er nog langer
over,
om
zijn
ronde
om
het
middelpunt
van
ons
melkwegstelsel te maken. Zo zullen de Goden of de
groepsgeesten, die grotere eenheden beheersen, er volgens
het menselijke tijdschema lang over doen om iets te
scheppen, dat in tegenstelling met de mens waar een
scheppende handeling relatief snel gebeurd. Wat hebben wij
al niet in een vrij korte tijd geschapen: vliegtuigen,
treinen, radio’s, televisies, auto’s, computers als een
183
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-6
5
verlengstukken voor onze hersenen, enz., enz. Volgens de
regel van Hermes klopt het hier ook weer, wat in het groot
gebeurt, gebeurt ook weer in het klein en sneller.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
10
15
20
25
30
35
Bij
de
evolutietheorie
van
Darwin
geldt
als
het
belangrijkste punt de natuurlijke selectie, namelijk “De
Survival of de Fittest” oftewel de sterkste of beste
overleeft. Maar deze is niet volledig. Wij kunnen deze
Darwinistische evolutietheorie dan ook maar ten dele
vergelijken met die, welke de mens gebruikt voor zijn
scheppingen. Het is natuurlijk wel zo en daarin moeten we
het met Darwin eens zijn, wanneer een wezen niet of niet
meer levensvatbaar is of zich niet goed aanpast, het dood
gaat. Hoewel dit vaak bij de mensheid wordt tegengegaan,
door zo’n wezen kunstmatig in leven te houden. Dit van de
natuur afwijkende gedrag is voor de mens schering en inslag
en mogelijk, omdat hij bewust de natuur kan manipuleren.
Wat te zeggen over de kunstmatige genetische veranderingen.
Zijn inwezen is deze natuur niet en staat
in zekere zin
los daarvan. De mens is een inwoner van de natuur.
Verder gaand, bij de mens wordt een proto type ontworpen,
voldoet deze niet aan de verwachtingen, dan wordt deze
verbeterd, aangepast of vernietigd en vervangen voor iets
geheel nieuws. Denk bv. maar eens aan de ontwikkeling van
vliegtuigen, auto’s, enz. Voldoet iets niet, dan wordt dit
verbeterd of niet meer geproduceerd. De juistheid van deze
evolutietheorie kunnen we aldus in ons eigen handelen
vinden. Wat in principe de scheppingswijze in de natuur
laat zien. Maar waarom kunnen wij het Darwinistische proces
maar ten dele vergelijken met die van onszelf of als waar
aannemen? Dat komt, omdat bij het ontwikkelen van nieuwe
ontwerpen goed nagedacht moet worden en daar intelligentie
voor nodig is, want niet alles valt automatisch op zijn
plaats. Trouwens niets is toevallig29, alles heeft een
oorzaak. Wanneer we iets ontwerpen moeten wij er goed over
29
Hier wordt het woord gebruikt in de zin van het begrip wat mensen
daarvan hebben, nl. iets gebeurd zonder oorzakelijk verband. Het woord
zelf echter geeft aan, zaken die naar elkaar toevallen, elkaar raken.
184
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-7
5
10
15
20
25
30
35
40
nadenken hoe we dat moeten doen, in de praktijk blijkt dan
later of het werkt naar onze verwachtingen of niet.
Ditzelfde blijkt op een hoger geestelijk niveau ook zo te
werken en omdat dit vanuit een hoger niveau gebeurt, omvat
zo’n
schepping
een
zeer
grote
tijdspanne.
Volgens
overleveringen schijnt het leven op aarde ook verscheidene
keren vernietigd te zijn. Wij zien in ieder geval dat er
achter de gehele schepping een intelligente bewustzijnde
creatieve en stuwende kracht bezig is. Om van de werking
van deze hogere intelligente krachten overtuigd te raken,
is het goed een boek te lezen over de werking van het
menselijke lichaam, dan zal blijken hoe ingenieus het
lichaam in elkaar zit. Verder is het raadzaam te kijken hoe
alles in de natuur reilt en zeilt.
We zien dat de manier waarop de mens met zijn creativiteit
omspringt, net zo gaat als in het bijbelverhaal wat over de
zonen Gods gaat en hem nog verder in de materie inkapselt.
Van nature is hij in zijn eigen lichaam werkzaam, maar
wanneer de mens bij voorbeeld naar de maan gaat, zit hij
ook nog eens in een vervoermiddel of een pak waarmee hij op
de maan loopt. Hoe meer hij afdaalt in de materie, des te
meer regels of wetten zijn er waaraan hij zich heeft te
houden om te overleven. De Russische wijsgeer Ouspensky
heeft in zijn boek, "Fragmenten van een oude wijsheid, het
volgende daarover geschreven: "Het absolute wat alles omvat
heeft één wet. Alle melkwegstelsels vallen onder twee
wetten. Alle zonnestelsels vallen onder drie wetten. Alle
planeten vallen onder vier wetten. Alle manen vallen onder
vijf wetten", enz. Over het inkapselen in de techniek of de
materie kan veel meer gezegd en geschreven worden, maar we
laten dit over aan de fantasie en intelligentie van de
lezer.
Er zijn zogenaamde bijbelvaste mensen, fundamentalisten,
die niet in evolutie geloven en denken dat God als een
soort menselijke tovenaar de aarde met alles er op en er
aan, in 6 aardse dagen heeft geschapen, deze mensen moeten
zich eens afvragen wat er gebeurde op de vierde dag ? Het
antwoord hierop is te vinden in de bijbel, waarin
geschreven staat: “Toen werden de zon en de maan geschapen
185
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-8
5
om scheiding te maken tussen dag en nacht”. (Gen. 1:14-19).
Velen van hen nemen aan, dat een God eigenhandig de bijbel
heeft geschreven. Voor een goed begrip, omdat we nog wel
eens stukjes daaruit aanhalen het volgende: de bijbel
bestaat uit door mensen verzamelde en samengebonden boeken,
die in vroegere tijden door geïnspireerde mensen of wijze
lieden zijn geschreven.
10
Maar wat waren dan toch die
scheppingsdagen in de bijbel?
15
eerste
drie
dagen
De
dagen
waarvan
men
in
de
Bijbel
spreekt
zijn
scheppingsdagen en die kunnen ieder wel honderden miljoenen
oftewel vele miljarden jaren in beslag genomen hebben.
Alleen de vorming van de aarde uit hete gassen kunnen
alreeds triljoenen30 jaren geduurd hebben. De geschiedenis
van de aarde begin voor ons pas, toen deze al een redelijk
vaste vorm had aangenomen.
20
25
30
35
40
De bijbel geeft een scheppingsvolgorde aan die met de
evolutietheorie en de Gaia-hypothese in overeenstemming is,
zie aldus: Wateren werden gescheiden van het land. (Gen.
1:9)
De Aarde brengt jong groen en zaadgevend gewas en
vruchtbomen voort, enz. (Gen. 1:11)
Vervolgens de schepping van levende wezens in de wateren en
op de Aarde. (Gen. 1:20)
Daarna de mensen die zouden heersen over de Aarde en het
levende. (Gen. 1:26)
Uit het bovenstaande blijkt, dat de eerste drie dagen zeker
niet onze dagen van 24 uur waren, want de zon bestond toen
nog niet en dat geldt eveneens voor de andere dagen.
Er wordt weleens te gemakkelijk en onnadenkend gezegd, dat
alle mensen die de evolutietheorie aanhangen niet in een
geestelijke en hogere intelligentie of macht zouden
geloven, zo’n uitspraak is niet waar en wordt gedaan door
diegenen die zich letterlijk aan bestaande ideeën en
materialistische zaken vastklampen, waaraan niet getornd
30
Triljoen = 1018 dus 1 met 18 nullen.
186
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-9
5
10
15
20
25
30
35
mag worden. Zij krijgen anders het gevoel alsof de basis
van hun bestaan wordt ondermijnd. Een illusie, want alles
hoe langzaam ook verandert in de loop der tijd als een
eigenschap van het leven.
Er zijn ook mensen die onder evolutie verstaan, het
toevallig ontstaan van iets uit het niets; dus het ontstaan
van iets zonder een oorzakelijk verband. Tenzij ze met dat
niets het onstoffelijke bedoelen, zijn het personen die
zelf nooit over dit onderwerp hebben nagedacht en anderen
napraten.
Uit het niets kan niet iets ontstaan. Evenmin door toeval;
in ieder geval het begrip dat wij daarvan hebben.
Het volgende is belangrijk genoeg om daar onze aandacht op
te vestigen. Het heeft te maken met het bovengenoemde niets
of het onstoffelijke.
Stelling.
Alleen van dat wat beweegt of een beweging in zich
heeft(elektronenbeweging,
etc.)
kan
het
bestaan
wetenschappelijk worden bewezen.
Van datgene wat geen externe of interne beweging heeft, kan
met meetapparatuur niet worden aangetoond dat het bestaat.
Wat wij in feite meten zijn energie wervels en deze hebben
ook een oorzaak. Dat houdt in dat er andere bestaansvormen
kunnen zijn die buiten ons aards gezichtsgebied vallen. Een
iets wat doet bewegen maar zelf onbewogen blijft.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 4)
Moeten wij het leven zien als een bewegend bewustzijn,
onzichtbaar
aanwezig,
waarvan
de
uitingen
gelijk
rivierbeddingen zijn, welke door de waterstromen; het leven
zelf, steeds van vorm veranderen ?
Er zijn biologen die onderzoek doen met embryo's om te zien
waar het leven begint, maar wanneer men daar goed over
nadenkt en een goed intuïtief gevoel heeft, weet men dat
leven niet begint maar is.
40
De mens als, verlengstuk van het leven, moduleert met zijn
intelligentie
zijn
omgeving.
Hij
tracht
zijn
gedachteconstructies in een zo kort mogelijke tijd te
187
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-10
5
10
verwezenlijken; waarschijnlijk omdat hij een klein stukje
van het leven vertegenwoordigt en zijn bestaanscyclus op
ons lage niveau relatief kort is. Hij maakt een klein
deeltje van het grote geheel uit.
Stelling.
In het algemeen genomen geldt, dat alle kleine lichamen ten
opzichte van de grotere sneller bewegen en waar het kleine
samen gaat met veelheid en tijdverkorting, zo gaat het
grotere gepaard aan weinig en tijdverruiming.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
15
20
25
30
35
40
Zo zullen wezens van een hoger niveau voor een bepaalde
schepping zeer lange tijdperioden nodig hebben gehad. Op
een materialistische niveau gekomen zijnde, willen wij
alles
in
hokjes
verdelen
en
beschouwen
wij
alles
fragmentarisch. De mens, die gezien kan worden als een
schepsel waarin het leven met zijn ervaringen in een
geconcentreerde vorm aanwezig is, kan daardoor in een
relatief korte tijd iets scheppen. Dat in tegenstelling met
dat wat gebeurt in het groot. Bij het ontwikkelen van bij
voorbeeld, dinosaurussen, zijn honderden miljoenen jaren
nodig
geweest;
opgravingen,
onderzoekingen
en
de
bevindingen daaruit hebben dat al genoeg aangetoond. De
tijd die nodig was voor de biologisch evolutionaire
ontwikkelingen gaat ons verstand bijna te boven en dat is
toch weer snel vergeleken met de tijd nodig voor het
samenklonteren van alle oorspronkelijke materie elementen
zoals waterstof(H2); om hemellichamen te vormen.
Het hele evolutie proces, doet zich aan ons voor als een
wervel, die steeds sneller gaat draaien, doordat de
diameter daarvan, naar het aardse toe gerekend, steeds
kleiner wordt. De verschillende windingen van deze spiraal
zouden wij kunnen beschouwen als scheppingsniveaus, die
spiraalsgewijze een geheel vormt en waar in de grijze
oudheid Godennamen aan zijn gegeven. Wij vinden dat ook
weer terug in de kabbala. De 4 werelden waarover daarin
wordt gesproken zouden we weer terug kunnen vinden in de
Big-Bang theorie, nl. de 4 elementaire wervels of minuscule
melkwegstelsels. Het schema31 wat in de kabbala wordt
3)Overgenomen
uit DE MYSTIEKE KABBALA door Dion Fortune.
188
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-11
5
10
15
20
gegeven, zie figuur 3, laat de afdaling van het bewustzijn
zien, aangegeven met rechte lijnen. Die al weerkaatsend van
rechts naar links naar beneden toe spiegelbeelden van
elkaar vormend. Van positief naar negatief en andersom. De
ene illusie na de ander. Wij nemen in plaats van dat
strakke schema de wervelvorm. Wanneer we onszelf een plaats
daarop geven, zien we aan de overkant daarvan een beweging
die
tegengesteld
lijkt
te
zijn
aan
de
onze.
Een
weerspiegeling van onze beweging. Dit komt, omdat we
fragmentarisch denken in een deeltjes wereld. Zouden we
alles in een groot geheel zien, dan zouden we weten dat de
bewegingsrichtingen gelijk aan elkaar zijn. In ons figuur
4, als voorbeeld dus, rechtsom. Deze beweging gaat zo door,
totdat het punt onderaan wordt bereikt Daar waar de
negatieve en positieve zijde, van de boom van kennis van
goed
en
kwaad,
elkaar
treffen.
Het
punt
waar
de
wervelkracht in botsing komt met zijn spiegelbeeld en de
beweging omkeert.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19).
FIGUUR 3
25
189
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-12
5
10
Het zal zo zijn, hoe hoger het geestelijke niveau, hoe
minder Goden er zijn. Hoe hoger, hoe minder verdeeldheid.
Tot dat aan de top het allesomvattende overblijft. Wij Behoren hoogstwaarschijnlijk tot een groepsgeest die zich
meer
en
meer
splitst,
totdat
er
geen
gezamenlijke
groepsgeest meer bestaat. Het gaat er nu om, zijn wij
bereid om ons vrijwillig met elkaar te verbinden. Zijn wij
volwassen genoeg om eigen verantwoordelijkheid te nemen?
Kunnen en durven wij zelfstandig te denken?
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
15
20
FIGUUR 4
Hoewel de spiraal een geheel is kunnen zich daarin
verdikkingen
voordoen,
veroorzaakt
door
spanningsverschillen, die de oorzaak kunnen zijn dat er
veranderingen(mutaties) in scheppingen optreden. Door
190
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-13
5
10
15
20
spanningsverschillen kan zich soms een nieuw verschijnsel
voordoen. Wij denken hierbij als voorbeeld aan het
spanningsverschil over een gloeidraad van een lamp waardoor
lichtstraling
ontstaat.
En
wat
te
denken
van
de
spanningsopbouw tussen man en vrouw, waarvan de ontlading
een nieuwe geboorte tot gevolg kan hebben.
Nu we toch aan het vergelijken zijn, wat in feite de
strekking is van alle gedachtethema’s in dit boekwerk,
zullen we het spannings-en ontspanningsproces laten zien
middels een elektronisch circuit, zie daarvoor Figuur 5.
Dit figuur toont de principiële werking die zijn gelijkenis
o.a. vindt in de geslachtelijke gemeenschap.
Door nu een magneetstaaf in een spoel heen en weer te
bewegen wordt een spanningsflux opgewekt, waardoor in het
circuit een wisselstroom ontstaat. De hoogte van de
spanningsflux hangt af van de snelheid waarmee de staaf
heen en weer wordt bewogen. Van deze wisselstroom wordt
door de gelijkrichter gelijkstroom gemaakt. De dioden in de
gelijkrichter zorgen ervoor, dat de elektrische stroom maar
in een richting kan gaan en in de tegenovergestelde
richting wordt geblokkeerd.
25
FIGUUR 5
30
Omdat aan een kant van de condensator elektronen worden
onttrokken en aan de andere kant worden toegevoerd,
ontstaat er tussen deze twee kanten van de condensator een
spanningsverschil. Deze loopt tot een bepaalde waarde op,
191
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-14
5
10
15
20
25
waarna de zenerdiode die eerst een barrière vormde tussen
de min en plus kant van de condensator doorbreekt, daardoor
kunnen de elektronen als een lawine naar min zijde van de
condensator stromen en de spanning tussen de twee zijden
gelijk maken. Om dit zichtbaar te maken kunnen we een
flitslampje na de zenerdiode monteren, de elektronenstroom
zal dan dit lampje doen oplichten, zoals dit ook gebeurt in
een fotoflitscamera. In de plaats van het flitslampje
kunnen we ook een elektrisch kraantje plaatsen die dan bij
bekrachtiging
voortplantingsvloeistof
injecteert.
Dit
systeem werkt met elektromagnetische krachten.
Wij kunnen dit systeem ook op een lager niveau uitbeelden.
Zie figuur 6.
Wij nemen dan in plaats van elektronen water. Met een
zuiger wordt water uit een reservoir gezogen en in een
verzamelvat geperst. De vloeistof in het verzamelvat stijgt
tot aan niveau (A), waarna door het heveleffect het vat
weer geheel leeg stroomt in het reservoir, totdat het
niveau (B) in het vat bereikt is en het gehele proces zich
weer kan herhalen.
FIGUUR 6
192
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-15
5
10
15
20
25
30
35
40
Het reservoir en het verzamelvat vervullen hier dezelfde
functie als de condensator in het elektronische circuit van
figuur 5, terwijl de terugstortbuis kan worden gezien als
de zenerdiode daarin. De klepjes in de zuigercilinder
fungeren als gelijkrichters. Klepje (C) gaat open en klepje
(D) gaat dicht bij het aanzuigen. Bij het persen gebeurt
het tegenovergestelde. Om de vloeistofstroom zichtbaar te
maken, kunnen we hier in plaats van de flitslamp in figuur
5 een watermetertje plaatsen, dat door een waterstroom zal
gaan draaien.
We kunnen zien uit bovenstaande voorbeelden, dat door een
vibrerende- of wisselspanning gelijk te richten deze
energie kan worden opgeslagen, die dan later ten behoeve
van allerlei zaken kan worden gebruikt. Bv., door een
lampje te laten branden of een schoepenrad te laten
draaien.
Wanneer we al het leven wat in de natuur ons voor ogen komt
proberen te ontrafelen, dan moeten we wel tot de conclusie
komen, dat er een intelligent macht bezig is allerlei zaken
te bedenken om wat hij creëert en dat heeft te strijden met
de door anderen gecreëerde schepselen, te laten overleven.
Wat dan gelijk de overtuiging geeft, dat er meerdere
intelligente machten moeten zijn, die ieder voor zich bezig
is de belangen van zijn eigen schepselen te behartigen. De
mens is daarbij spiritueel gezien nog niet geheel volwassen
en is nog te vaak de speelbal van hogere machten, waarin de
ene groep of ras de ander bestrijdt.
Hoewel, de mens begint dit spel met gebruikmaking van zijn
intelligentie
mee
te
spelen.
Zo
vindt
hij
bestrijdingsmiddelen uit, om zijn voedsel veilig te
stellen. Hij maakt gebruik van vaccins om bacteriën en
virussen te bestrijden etc. etc. Het is zoals wij als sport
robots tegen elkaar laten uitkomen en waar de slimste robot
overwint ter glorie en vreugde van zijn ontwerper.
Hetzelfde zien we bij computerspelletjes. Wanneer we de
natuur bekijken zien we dat daarin overal strijd wordt
geleverd en dat dikwijl op de wreedste wijze. De creaties
worden ontworpen om andere soorten te doden. Zelfs vredige
dieren zoals schapen; zij eten gras en bloemetjes, wat ook
een vorm van leven is. Zo zit de natuur in elkaar. Gebouwd
193
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-16
5
10
15
20
om te doden. Het kleine is keer op keer ondergeschikt aan
het grotere en machtigere.
Wij zien in de natuur de zichtbare elementen van de
groepsgeesten in de natuur bloot staan aan de dreiging van
andere groepsgeestelementen in de vorm van planten, dieren
enz. Zo’n groepsgeest zal voortdurend iets verzinnen om
zijn, de voor ons zichtbare ledematen, te beschermen door
een antwoord op een bedreiging te verzinnen.
Om overtuigd te raken dat de schepping doelbewust plaats
vindt en geen aaneenschakeling van toevalligheden is,
moeten we de natuur bestuderen. Denk eens na, als er geen
geslachtelijk orgasme zou bestaan, zouden we ons dan nog
voortplanten? Hier zijn met intelligentie, twee zaken
gecombineerd om dit te bewerkstelligen en de mens is daar
in zekere zin een gewillige dienaar bij.
Wat wij ook zien, zijn groepen die samenwerkingsverbanden
met elkaar hebben. Bij voorbeeld, bijen met bloemen die in
symbiose met elkaar leven. Zij krijgen nectar voor het
bestuiven van de bloemen. Kijk ook eens hoe zij hun
honingraten maken, of naar de spinnen die op meesterlijke
wijze hun webben fabriceren.
25
30
35
40
Zo legt een sluipwesp een “worstkelder” van rupsen of maden
aan. De laatste rups legt zij onder de door haar opgehangen
ei. De draad waarmee dit aan de zolder bevestigd is breekt
wanneer de embryo zich beweegt. De made valt op de rups,
eet deze op en wordt hierdoor sterk genoeg om de overige
rupsen op te halen.
Een ander geval, De houtwesp ziet kans een larve te vinden
die achter de schors van een boom verborgen zit, zij steekt
met haar angel door de schors precies in het zenuwcentrum
van
de
larf
en
verlamt
het
zodanig,
dat
het
bewegingsapparaat daardoor wordt uitgeschakeld. Vervolgens
steekt zij nogmaals in de larf, maar ditmaal in het
vetlichaam en legt daar haar ei, waaruit zich een
wespenmade ontwikkelt. Deze made begint met de minst
belangrijke organen van de larf of rups op te eten,
waarbij de larf tot aan het eind toe blijft leven, daarmede
de made levend voedsel verschaffend.
194
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-17
5
10
15
20
25
30
35
40
Nog een geval, Bladrollers maken voor hun kinderen
“puntzakken” uit bladeren. Het patroon wordt wiskundig
zuiver uitgeknipt, waarna de zak wordt dichtgeplakt Hij
snijdt het blad tweemaal aan, van de rand naar het midden,
zonder daarbij de hoofdnerf te beschadigen waarmee het blad
aan de stengel vastzit. De sneden zijn zo toegebracht dat
er twee lappen ontstaan, die tot een zakje ineengerold
kunnen worden. Om te zorgen dat het niet door kan groeien
en de buidel kan doen scheuren, bijt hij tot slot een rij
gaatjes in de nerf, zodat deze wel behouden blijft doch het
voedende sap er uit vloeit. Volgens de geometrische
analyse, voert de kever de beste sneden uit die men maar
kan wensen.
Zo zijn er nog vele voorbeelden te geven. Wij kunnen niet
zeggen dat overleven alleen door natuurlijke selectie
gebeurd.
Er
zijn
ervaringen
die
niet
via
erfelijkheidsdeeltjes doorgegeven worden omdat van het
slachtoffer met zijn momentele dodelijke ervaring het leven
eindigt. Hun instinct volgend, voeren zij hun opgedragen
handelingen uit en verdwijnen. Het blijkt dat zij niet
achterom kijken en een soort wetenschap krijgen van ik heb
nu iets verkeerd gedaan, de volgende keer moet ik het
anders doen. Deze wetenschap kan wel op een hoger plan
aanwezig zijn.
Het is gebleken, dat wanneer een wezen wordt gedood al zijn
ervaringen
reeds
doorgegeven
moeten
zijn
aan
de
groepsgeest, die daar adequaat op kan reageren met
beschermde maatregelen, bijvoorbeeld door zijn schepselen
te voorzien van klauwen, stekels, angels, schutkleuren,
slagtanden, vermommingen als wandelende takken of bladeren
enz. enz., om zijn aardse ledematen te beveiligen. Wanneer
dit niet zo was, was de oorzaak van het overlijden gelijk
met het gedodende ten grave gedragen. De gegevens konden
niet door middel van zijn genen worden overgedragen.
Belangstellenden in dit onderwerp moeten maar eens een
boekje lezen, wat het verschijnsel mimicry behandelt.
Het reageren met beschermende maatregelen vraagt echter een
langere tijd, dan die de mens nodig zou hebben. Dit komt
omdat bij de mens de tijd sneller verloopt, zoals hiervoor
reeds duidelijk gemaakt.
195
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-18
5
10
15
20
25
30
35
40
Achter deze handelingen blijken intelligenties te staan.
Dr. Fritz Kahn schrijft daarover in zijn boek “Het wonder
der natuur”, waaruit we een paar
voorbeeldjes hebben
genomen:
Wanneer we niet met onze menselijke slimheid in de
natuurlijke gang van zaken ingrijpen, verschijnt het
instinct als een eigenschap, die de grenzen van het
menselijke verstand verre overschrijdt, zodat het dier niet
als de bezitter van die eigenschap optreedt, doch als haar
werktuig.
En dat is nu juist wat we in dit gedachtethema onder ogen
willen brengen, dat wat wij zo gemakkelijk kunnen waarnemen
bij levende schepselen, uitingen zijn van intelligenties op
een hoger niveau, waarvan de werktuigen de ledematen van
diverse schepselen zijn.
Deze intelligente scheppende machten worden sinds oudsher
Goden genoemd. Er schijnen Goden geweest te zijn die zo van
hun
schepping
bezeten
waren
dat
zij
zich
daarin
verplaatsten, zich daarmee verenigden. Is dat de reden dat
de mens over goddelijke intelligentie beschikt. De God in
de mens? Lees maar eens wat de ouden daarover schreven.
Toen
de
mensen
zich
op
de
aarde
begonnen
te
vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, zagen de
zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij
namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. En de
Here zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven,
nu zij zich misgaan hebben; hij is vlees; zijn dagen zullen
honderd twintig jaar zijn enz.
(Genesis 6:1-4)
Soorten behoren ook ieder tot een groepsgeest, terwijl de
groepsgeesten van de verschillende bomen waarschijnlijk
gezamenlijk onder een groepsgeest vallen.
Schepselen of levende zielen blijven continu verbinding
houden met hun groepsgeest. Onder groepsgeest verstaan we
dan de gezamenlijke geest van bij voorbeeld, paarden dus de
paardengroepsgeest. Zo is er ook een groepsgeest van de
ezels. Maar er is er geen voor muilezels; wat een kruising
is van een ezel en een paard. De muilezel behoort noch bij
de
196
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-19
een noch bij de ander, zij kunnen zich daarom niet als
muilezel voortplanten.
5
10
15
20
25
We kunnen ons nu afvragen, valt de mens onder een bepaalde
groepsgeest of zijn wij zo ver geïndividualiseerd dat dit
niet meer zo is. Wat we wel zien is, dat zeer
hechte
gemeenschappen bestaan, waar een vreemde maar moeilijk kan
integreren en wel vaker bij de minder ontwikkelde groepen.
Waarschijnlijk gaat onze ontwikkeling in de richting naar
een totale individuele verantwoordelijkheid en vrijwillige
samenwerking.
Wij zouden de ontwikkeling van de mensheid
kunnen
weergeven in de vorm van een boom, waarbij de bloemen
contact kunnen maken met de buitenwereld; de bloem stelt
dan de volwassen mens voor. Op de stam zijn alle prototypen
van de verschillende evolutiefasen aangegeven met de
daarbij behorenden zijtakken en met een diversiteit aan
scheppingsmodellen, die voor het merendeel blijven bestaan,
als voedsel voor de hoger geëvolueerden. Of we kunnen de
ontwikkeling weergeven in de vorm van een piramide met als
basis de eenvoudige levensvormen. Zouden we deze basis door
onoordeelkundig gebruik vernietigen dan zal deze structuur
ineenstorten ten nadele van onze eigen ontwikkeling. Wat
zou er gebeuren met de zuurstofproductie van de zee,
wanneer deze vergiftigd zou worden en de algen zouden
sterven?
30
35
De mens kan door zijn levenservaring, dus met vallen en
opstaan, het leven leren begrijpen en kan daardoor
geestelijk boven de materie uit stijgen en meesterschap
over het stoffelijke verwerven. Het is een weg naar
volwassenheid, zoals ook een baby volwassen wordt door
vallen en opstaan.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 10)
40
We behoren de gehele kosmos te zien als een levend
organisme. En zoals wij dit op onze aarde kunnen zien,
probeert dit leven zich te uiten in ontelbare vormen. Het
is gelijk een boom die in de lente zijn knoppen doet
openbarsten om zich te ontplooien.
197
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-20
5
10
15
20
25
30
35
40
Zou het kunnen zijn dat het menselijk bewustzijn het gehele
Big-Bang
proces
volgt
en
daarmee
groeit
tot
een
allesomvattende
bewustzijnsvorm?
Allereerst
wordt
dan
ervaring opgedaan in de elementen, in moleculen. Vervolgens
evoluerend via samengestelde groepen van elementen en
moleculen naar levende celgroeperingen. Om uiteindelijk te
komen van dier tot mens.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 16, Fig. 1,2 en 3)
Daar aan de top staat de mens dan als de som van al het
voorgaande.
Daar
gekomen
zijnde
door
de
stuwende
intelligente
levensenergie
die
het
evolutieproces
bewerkstelligde. Dat is dan ook de reden, dat hij al wat
zich onder hem in de hiërarchische structuur bevindt kan
leren kennen of herkennen, doordat de gegevens van hele
evolutieproces die hijzelf heeft doorlopen als informatie
in hemzelf opgeslagen ligt. Door het verkrijgen van steeds
meer kennis daarvan en ook doordat hij meer en meer in deze
structuur kan ingrijpen en veranderen, draagt hij steeds
meer verantwoordelijkheid daarvoor.
De bouwgegevens voor een lichaam zijn opgeslagen in het
erfelijkheidsmateriaal; de genen. Deze zitten aaneengeregen
als kettingen. Ieder gen heeft zijn specifieke kenmerken en
plaats op de chromosoomketen. Het geheel vormt het DNA
patroon, wat voor ieder wezen iets kan verschillen als bij
vingerafdrukken.
Het blijkt dat er in de opbouw van een specifiek gen, bv.
die van het oog, er geen wezenlijk verschil zit met die van
andere levende wezens. Zo is er een proef gedaan met een
muis en een fruitvliegje. Daarvan werd het gen, wat de
oogfunctie
moest
verzorgen,
onderling
verwisseld.
De
uitkomst was, dat beide bij hun geboorte normale ogen
kregen.
Tevens volgde uit meerdere proeven, dat alle wezens
dezelfde wortel hebben. Alleen is er een verschil in aantal
en combinaties daarvan. Deze verschillen hebben in grote
trekken te maken met de te verrichten functies van die
wezens en daarbij speelt natuurlijk ook het evolutieniveau
een rol.
198
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-21
5
10
15
20
25
En nu zullen we een belangrijk punt aanroeren en dit
speciaal nog voor diegenen die niet in een oorzakelijk
verband geloven, maar wel in toevalligheden. Wanneer we
naar de verrichtingen van de mens kijken zien we dat hij
kan sleutelen aan erfelijkheidsstructuur. Hij kan de goede
eigenschappen
van
verschillende
gewassen
combineren,
waardoor deze meer bestand zijn tegen bepaalde ziektes of
een grotere opbrengst opleveren. Zo is er van een vis een
gen genomen die zorgde dat die vis lichtgevend was. Dit gen
werd in een muis aangebracht. Het resultaat was een
lichtgevende muis. Wij zullen het hier niet hebben of dat
ethisch verantwoord was. We zullen maar denken dit hoort
ook bij het leerproces van de mens. Zijn deze handelingen
nu toeval. Neen, de mens doet dit bewust, met gebruikmaking
van zijn intelligentie en een doel. Er is nu iets nieuws en
niet zonder oorzakelijk verband geschapen. Wij kunnen de
mens gaan zien, als iemand in een garage die daar gebogen
over zijn lichaam staat te sleutelen, om deze te verbeteren
als zijn voertuig in deze wereld. Dat kan de mens, omdat
hij afstand kan nemen van zichzelf en zien wat zijn plaats
en rol is in deze wereld.
Wij zijn dus niet onlosmakelijk aan ons lichaam gebonden.
De meeste mensen denken van wel en dat komt, omdat ze
geleerd hebben alleen van het verstand gebruik te maken.
Maar er is meer en dat is de reden dat we dit kunnen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3)
30
35
40
Zoals het leven voor zichzelf een toestand voor ontplooiing
kan scheppen, als beschreven hiervoor, evenzo kan de mens
daarbij een hulp zijn. Hij is toch zelf een uitdrukking van
dit leven. Denk hierbij aan kleding en behuizing als
bescherming tegen de natuur, het vervoer te land, te water
en in de lucht, het onderhouden van een voedselstroom in
zulk grote hoeveelheden voor zovele mensen, de fabrieken
die daarvoor nodig zijn, enz., enz.
Wanneer dit voor de mens onmogelijk was om te doen, dan was
hij evenals de verschillende soorten saurussen en andere
vroeger verdwenen creaties waarschijnlijk reeds al lang
uitgestorven; in ieder geval in deze streken. Hij heeft dus
in zekere mate al meesterschap over de stof gekregen. Door
het verkrijgen van meer meesterschap zal hij ook zijn
199
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
12-22
5
10
15
20
25
30
verantwoording ten opzichte van de natuur bewust moeten
worden. Het egocentrisch denken zal plaats moeten maken
voor een ruimer en alles omvattend denken en dat van een
altruïstische aard zal horen te zijn, als zijnde de
complete mensheid. Uiteindelijk is hij dan klaar om bewust
te worden, een deel van het grote niet aan stof gebonden
bewustzijn te zijn; het leven zelf. Dat is de volgende stap
in het evolutieproces; wat ook wel het Christus of Kosmisch
bewustzijn wordt genoemd. Tijd zoals wij die kennen bestaat
niet meer. De tijdcirkel is gerond. De wervel is een cirkel
geworden, de rust is weer teruggekeerd. De mogelijke
verhouding Phi van de scheppingswervel is Pi geworden.
Christus zei: “Ik ben de alfa en de Omega”; het begin en
het einde. Dood en ziekten zullen dan ophouden voor hem te
bestaan, omdat begrenzingen wegvallen. De mens of de
mensheid als geheel, heeft het culminatiepunt, het punt
Omega, van zijn aardse ontwikkeling bereikt, de VERLOSSING
van het aardse vindt plaats.
En de Here God zeide: “Zie de mens is geworden als Onze een
door de kennis van Goed en Kwaad”.
Door verschillen leren we kennen en worden wij deze wereld
bewust.
Verschillen ontstaan door creatief bezig te zijn, met
andere woorden door onze scheppingen.
Door verschillen ontstaan er spanningen.
En als we onszelf nu afvragen: Wie ben ik, kan het antwoord
het omgekeerde van de vraag zijn, nl. Ik ben wie. Met een
verwijzing naar Jehovah’s naam, Ik ben die ik ben en die is
en die altijd zal zijn.
35
200
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
13-1
GEDACHTETHEMA NO. 13
5
10
15
20
25
30
35
40
PROGRAMEREN EN OPSLAAN
Wanneer een mens geboren wordt ligt er in het menselijk
brein reeds een programma opgeslagen om het mogelijk te
maken
dat
de
hoogstnodige
lichamelijke
handelingen
automatisch
functioneren;
zoals
lichaamstemperatuur,
bloeddruk, hartfunctie, spijsvertering enz.
Andere handelingen, zoals ademhaling, herkenning door zien,
ruiken, het bewegen der ledematen en spreken, wat met
bewustwording te maken heeft, moeten nog worden aangeleerd,
d.w.z.
moet
met
behulp
van
de
hersenen
worden
geprogrammeerd en daarin opgeslagen.
Een baby heeft nog niet het denkvermogen van volwassenen,
die hoofdzakelijk in woorden denken. Meestal zijn de
volwassenen zich daarvan niet eens bewust. Een pasgeboren
kind kan nog niet denken in woorden en beelden, dat moet
hij eerst aanleren. We moeten het zo zien, in een baby is
een intelligente entiteit werkzaam, die zich van de baby
hersenen leert te bedienen en daarmee zijn ervaringen
opdoet en opslaat om deze later weer te kunnen gebruiken.
Hij moet de hersenen, alsof het een computer is, nog leren
te gebruiken.
Een van de communicatieattributen, waarover een baby in
deze wereld de beschikking heeft, is het gevoel. Door het
gevoel komt de baby te weten dat hij een lichaam heeft.
Voelt iets aangenaam of onaangenaam aan dan begint een
baby, resp. te lachen of te huilen; praten kan de baby nog
niet. Een van de eerste lichamelijke handelingen die een
baby moet leren is, regelmatig ademhalen. Vele ouders
zullen hebben opgemerkt, dat in de eerste tijd na de
geboorte de ademhaling van het kind zeer onregelmatig is.
Na enige tijd is het ademhalingsritme in zijn hersenen
vastgelegd. Men zou ook kunnen zeggen, de hersenen zijn
daarvoor geprogrammeerd. Het ademhalen gaat nu automatisch
en het kind zal van nu af aan meestal onbewust ademhalen.
Het is de eerste bewuste handeling waarmee de pasgeborene
mee te
201
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
13-2
5
10
15
20
25
30
35
40
maken krijgt. En die een basis is voor zijn verdere leven.
Heeft men op latere leeftijd een onzeker gevoel of heeft
men het gevoel dat men op een wankele bodem staat, wat
betreft geest of gezondheid, dan kan het geen kwaad om op
de juiste wijze aandacht aan de ademhaling te besteden.
Het is niet beslist noodzakelijk dat men een of andere
goeroe als leermeester neemt. Een baby heeft dat toch ook
niet. Zijn leermeester is zijn gevoel wat in nauw contact
staat met zijn innerlijk.
In de yoga leer komt je vaak een ademhalingstechniek tegen
die onnatuurlijk is, namelijk deze: een aantal tellen
inademen, vervolgens de adem enige tellen inhouden en dan
enige tellen uitademen. Dit is een onnatuurlijke manier van
ademhalen. Want ga eens rustig zitten. Adem eens diep uit.
Men krijgt nu de behoefte om diep in te ademen en wanneer
de longen gevuld zijn begint men gelijk weer met uitademen.
Alleen wanneer je uitgeademd hebt kan je soms enige tellen
rust waarnemen.
Een gevaar van een verkeerde ademhalingstechniek is, dat er
een kans bestaat dat je een nieuw soort ademhalingsritme
aanleert welke in conflict kan komen met die, welke je als
baby
hebt
aangeleerd.
Hierdoor
kunnen
ademhalingsmoeilijkheden ontstaan, omdat er nu twee soorten
van ademhalingsritmes in de hersenen zijn opgeslagen; met
andere
woorden
daarin
zijn
geprogrammeerd.
Het
onderbewustzijn weet nu niet goed te kiezen uit deze twee.
Het is beter om eens rustig te gaan zitten of liggen en te
leren de ademhaling naar behoefte zijn eigen gang te laten
gaan. Men zal merken dat in het begin de ademhaling wat
onregelmatig kan zijn, maar naar enige tijd zal deze in een
rustgevende cadans komen; verkwikkend voor geest en
lichaam. Je moet dit leerproces nu zoveel mogelijk aan het
lichaam overlaten en dit hele proces als een aandachtige
toeschouwer gadeslaan. Er zijn zovele zaken die de mens de
natuur heeft ontnomen en die hij beter aan de natuur had
kunnen overlaten. Steeds denkt de mens het beter te weten
dan de natuur.
202
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
13-3
5
10
15
Terugkomend op het leerproces van het kind, wanneer dan
zijn ademhaling geregeld is zal de baby zijn aandacht meer
op andere zaken kunnen concentreren. Bij het voeden ziet de
baby het beeld van zijn moeder en voelt haar warmte en een
van de eerste woorden die hij zal leren zal zijn Mama ! dat
gekoppeld wordt aan mama's beeld. Zo worden er steeds meer
dingen geleerd die min of meer met klank en beeld aan
elkaar gekoppeld zijn. Wanneer later iets in de herinnering
moet worden teruggeroepen, zal er een zoek acties gestart
worden die begint met het woord en beeld mama en hoe meer
associaties in het verleden zijn gemaakt met het op te
zoeken onderwerp, des te sneller wordt dit onderwerp weer
teruggevonden.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
20
25
30
35
Het geheugen kan worden beschouwd als een mentaal bouwwerk,
waarvan de hoeksteen bv. het woord mama is. Vanaf deze
hoeksteen wordt het geheugen uitgebouwd. Totdat op latere
leeftijd en door het minder intensief gebruiken van de
hersenen, het geheugen terugloopt en het mentale bouwwerk
in verval raakt, beginnende bij de laatst toegevoegde
elementen.
Je zou de persoonlijkheid kunnen zien als opgebouwd in de
vorm van een ui, de opvolgende schillenlagen maskeren het
ware leven met zijn levenservaringen. Wanneer de ouderdom
zich aandient is het alsof deze ui langzaam wordt afgepeld.
Dit is waarschijnlijk de reden waarom oudere personen vaker
over vroeger beginnen te praten. Het oude komt weer boven
of vanachter het masker te voorschijn..
Er zijn veel handelingen die een mens automatisch verricht.
De mens leert zijn lichaam32 of programmeert dit, wanneer
hij nog jong is, voor o.a. om te lopen. Dit gebeurt door
moeizaam het ene been voor het andere te zetten, enz. enz.
Heeft hij echter zijn lichaam deze bewegingen aangeleerd,
dan laat hij het verder aan het automatisme van het lichaam
over. Daardoor kunnen deze loop bewegingen sneller
40
32Lichaam
komt van het oud-Saksische woord lic-hamo wat vleeshemd
betekent. Daarbij komt litteken van licteken, of vleesteken.
203
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
13-4
5
uitgevoerd worden. Hij hoeft zich nu niet meer bewust met
de loopbewegingen bezig te houden. Wanneer hij hard loopt
is dat zelfs onmogelijk, op straffe van vallen. Want
wanneer je hard loopt kan je niet meer denken, linker been
naar voren, rechter been naar voren enz. Het hele programma
voor het lopen is door de operator van het lichaam in de
hersenen vastgelegd en daar moet hij zich op verlaten.
10
Eveneens kost het schrijven van een ingewikkeld computer
programma soms veel tijd, is deze echter geschreven dan kan
daarmee
een
gevraagde
opdracht
razend
snel
worden
uitgevoerd.
15
20
25
Aangezien veel van onze handelingen in de onze hersenen
zijn vastgelegd en automatisch zijn geworden, kan het
gebeuren dat je al dromend een weg af legt zonder van de
omgeving bewust te zijn, de lichaamsautomaat doet zijn
werk, totdat er plotseling iets onvoorziens gebeurt. Je
komt dan met een schok tot de werkelijk terug en regelt dan
bewust het lichaam, om het onverwachtse het hoofd te
bieden. Hier neemt de inwoner van het lichaam of de
operateur het werk van de lichaamsautomaat over, totdat
alles weer in goede banen geleid is. Hieruit blijkt alweer
dat het menselijk lichaam een inwoner heeft. De werkelijke
mens achter het masker of persoonlijkheid.33
30
35
33
Afgeleid van persône; een woord van etruskische oorsprong voor
toneelmasker of karakter.
204
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
14-1
GEDACHTETHEMA NO.14
5
10
15
20
25
30
DE GULDEN SNEDE / DE GODDELIJKE VERHOUDING.
Zoals reeds in de inleiding is gezegd, heeft het tweede
gedeelte van de titel “Phi” te maken met de gulden snede,
ook wel sectio devina of goddelijke verhouding genoemd. Het
is een verhoudingsgetal, welke terug te vinden is in
afmetingen die in de natuur voorkomen en al in oude tijden
in bouwwerken en beelden werd toegepast; waaronder de grote
piramide van Cheops in Egypte en ook in die van de oude
Griekse beschaving. Later ook bij het ontwerpen van
kathedralen en niet te vergeten de afmetingen van het
menselijk lichaam.
Deze
verhouding
doet
voor
het
oog
aangenaam
aan.
Archeologen hebben, volgens Prof. Schuh, de bekendheid van
de oude volkeren met deze verhouding zelfs gevonden in een
grafkelder in het voormalige Ur in Babylonië. De stad waar
Abraham vandaan kwam. In die kelder is op de muur een
rechthoek aangebracht, (vergezeld van een soort gedicht die
deze afbeelding verklaart) en waarvan de zijden zich
verhouden als 1 staat tot 0.618.
Als men in zo’n rechthoek een vierkant construeert ontstaat
er in die rechthoek weer een kleinere rechthoek met
dezelfde verhouding. Wanneer we de langste zijde stellen
“A” en de kleine zijde (de middelevenredige van de grote
de kleine rechthoek) op “B” en de kleine zijde van
kleine geconstrueerde rechthoek op “C” dan krijgen we
vergelijking A:B=B:C.
op
en
de
de
205
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
14-2
5
Dit uitgerekend met een vierkantsvergelijking geeft
(-1±5):2. Dus 0.618 en 1.618,(afgerond).
Ook de lijnen van een pentagram verdelen elkaar volgens de
gulden snede; zie Figuur 2 hiervoor.
In de Cheops piramide is deze verhouding weer terug te
vinden in de hoogte daarvan en de lengte(hoogtelijn) van
het schuine vlak; zie Figuur 3.
10
15
Voor de volledigheid wordt hier ook nog verwezen naar de
getallenreeks van Leonardo Fibonacci. Deze is als volgt:
1,1,2,3,5,8,13,21,34,55,89,144,233, enz.
De reeks wordt gevormd door getallen die samengesteld zijn
uit de som van twee voorafgaande getallen. Wanneer men bv.
het getal 233 deelt door het voorafgaande getal 144, dan is
de uitkomst daarvan 1.6180556. Hoe verder in de reeks waar
dit gedaan wordt, des te beter wordt het gulden getal
benaderd.
20
Zie voor dit onderwerp ook het door Prof. Ir Kris Thijs
geschreven boek met de titel “Het geheimschrift van God”
en dat uitgegeven is door:
25
30
35
Guido Maes Millennium Productions
Frans Uytenhovestraat 51 B-9040 Sint-Amandsberg,
Gent, België.
In dat boek behandelt hij een door hem gevonden code in het
Oude Testament en dat gebaseerd is op het Gulden Snede
getal. Deze code legt de hele vormgeving van het heelal
bloot. Dit gegeven is de hedendaagse astronomie en
wetenschap nog onbekend.
De vraag die nu gesteld wordt is: Wie waren de echte
architecten van de Grote Piramide te Gizeh ?. en was er op
de Aarde ooit een superieure beschaving
40
?
Op de volgende bladzijde is één van de vele gulden snede
voorbeelden gegeven die te vinden zijn in het boekje met
als
titel:
“Der
Goldene
Schnitt
und
dessen
Erscheinungsformen in Mathematik, Natur und Kunst” van Dr.
Fr. Xav. Pfeifer.
206
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
14-3
FIGUUR 4
5
207
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
14-4
5
10
15
20
(Planeetafstanden zijn in overeenstemming met de
Sesam Atlas van de Astronomie 1973).
Er is nog een andere manier om de planeetafstanden t.o.v.
de Zon te geven, dit is volgens de Titius-Bode regel.
Genoemd naar Johann Daniël Titius en Johan Elert Bode. Het
was een poging om de gemiddelde afstand tot de Zon van de
planeten met de empirische formule A=(N+4)/10 weer te
geven. A is dan de gemiddelde afstand tot de Zon. N staat
voor de opeenvolgende getallen: 0, 3, 6, 12, 24, 48, 96,
192, en 384. Deze getallen worden verhoogd met vier en
gedeeld
door
10,
wij
krijgen
daarmee
de
volgende
uitkomsten: 0.3, 0.7, 1.0, 1.6, 2.8, 5.2, 10, 19.6, 38.4.
Deze waarden wijken af van de werkelijke gemiddelde
afstanden die in FIGUUR 4 gegeven zijn, maar globaal
genomen gaat deze formule aardig op voor de planeten
Mercurius tot aan Saturnus. In mindere mate voor Uranus en
de Asteroïden tussen Mars en Jupiter, zeker niet voor
Neptunus en Pluto. Terwijl het Gulden snede systeem voor
alle planeten met uitzondering van pluto een veel betere
uitkomst geeft. (De gemiddelde afstand van Pluto tot de zon
in Aarde-Zon eenheden is 39.75) (Volgens de laatste
bevindingen wordt Pluto niet tot de planeten gerekend)
25
30
35
Aangezien de gulden snede verhoudingen zoveel malen in de
natuur terug te vinden zijn, vraag je jezelf af, komen deze
verhoudingen dan ook reeds in de afstanden van de
elektronenschillen van chemische elementen voor?
Dit in vergelijking met de opbouw van ons zonnestelsel en
de stelregel van Hermes “Zo in het groot, zo in het klein”
in gedachte nemen?
Is deze informatie dan ook al aanwezig in de lichtstraling
als basis van materie? Een mooi onderwerp voor onderzoek.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
40
208
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
15-1
GEDACHTETHEMA NO.15
5
10
15
20
25
DE STRALENDE MENS
Levend in de natuur is men er van bewust, dat er zoveel
mogelijk genomen wordt en dat er alleen wordt gegeven
wanneer daarvoor in de plaats iets terug komt. Dit is
materialisme en wanneer wij deze levenswijze aanhangen
kunnen we ons materialisten noemen.
Onbewust zullen we ook wel geven om niets, zoals uit het
volgende zal blijken; dit zouden we in tegenstelling met
het materialisme goddelijk kunnen noemen, of christelijk,
omdat Christus met deze leerstelling kwam.
Men weet dat alles in de natuur straling afgeeft, het geeft
om niets, wat iets goddelijks is. De hersenen zenden ook
straling uit zoals alfa, bèta, tèta en delta straling.
Omdat straling informatie kan overdragen behoren we er voor
te zorgen dat deze straling van de hersenen goed en gezond
zijn door op de juiste wijze te denken. Men kan zichzelf
afvragen of het mogelijk is om informatie van jezelf door
middel van warmte straling door te geven. Met geluidsgolven
is
dat
gemakkelijk
genoeg
te
begrijpen,
omdat
we
geluidsgolven met onze stembanden, tong en mond kunnen
moduleren, waardoor woorden ontstaan die een boodschap
kunnen over brengen.
30
Muziek bestaat ook uit gemoduleerde klanken die direct het
gevoel beïnvloeden; het kan iemand vrolijk of bedroefd
maken.
35
40
Woorden kan men ook opvatten als in stukjes gehakte muziek
die ieder door hun compositie een bepaalde betekenis hebben
gekregen.
Kunnen lichtstralen, een boodschap overbrengen? Hiervoor
hoeft men alleen maar aan de draadloze bediening van de TV
of radio te denken; de combinatie van de hoeveelheid aanen uitschakelingen per seconden, vastgelegd voor ieder van
209
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
15-2
5
de knopjes bepaald welke station men kiest . Het is als het
seinen van morse tekens met licht maar dan wel zo snel dat
de onderbrekingen niet met het oog zijn waar te nemen. Denk
ook eens aan de barcodes, gebruikt aan de winkelkassa's; de
streepjes
combinatie
wordt
met
behulp
van
het
terugkaatsende licht uitgelezen en bij iedere streepjes
combinatie hoort een daarvoor vastgelegde prijs.
10
15
20
25
En wat te denken van radiocommunicatie, stemmen en muziek
worden door de radiozender gemoduleerd en met een zekere
golflengte uitgezonden (amplitude-en frequentie modulatie).
Een radio-ontvanger die met zijn resonantiekring op
dezelfde golflengte is afgestemd als die waarop de
radiozender uit zendt, kan het uitgezonden radiosignaal
opvangen en decoderen zodat het voor ons weer als geluid
hoorbaar wordt.
Zou het verschijnsel telepathie daar op gebaseerd zijn ?
Wanneer we het bovenstaande serieus nemen dan doen we er
goed aan om te zorgen dat we onze gedachten zuiver houden
en dat we ons voor de verborgen gedachten niet hoeven te
schamen wanneer deze openbaar zouden worden. Deze gedachten
moeten vrij zijn van egoïstische motieven en vervuld zijn
met liefde voor elkaar. Op het ogenblik worden deze
gedachten door een scherm van materie verborgen gehouden
voor anderen. Wat misschien maar beter is
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO.9).
30
35
40
210
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-1
GEDACHTETHEMA NO. 16
5
10
15
20
25
30
REÏNCARNATIE.
Zoals in de inleiding is gezegd, zullen de gedachtethema’s
elkaar meerdere keren overlappen. Dit komt, omdat wij onze
weg zoeken naar het midden van de cirkel, waardoor de
eenheid steeds meer benaderd wordt. Een gedachtethema is te
vergelijken met een sector van de cirkel als aangegeven op
het titelblad van dit geschrift. Hoe meer we het centrum
van de cirkel naderen hoe vager de grenslijnen van de
sectoren die de verschillende gedachtethema’s afbakenen
worden, totdat ze verdwijnen in het gebied van het Zijn. In
dit gedachtethema komen de overlappingen nog het meest tot
uiting, omdat de mens hier centraal staat en de werkelijke
mens zonder uiterlijke franje in het Zijn is.
De relatie tussen mens en materie
Wanneer we over reïncarnatie gaan filosoferen moeten we
eerst weten wat er gaat reïncarneren. Wat is het verband
tussen lichaam en ziel.
Velen zeggen dat de mens uitsluitend uit stoffelijke
bestanddelen bestaat en wanneer dit samenstelsel uiteen
valt, de mens ophoudt te bestaan, onder het motto dood is
dood. Zij denken dat het leven begint wanneer het zich in
een zichtbare vorm manifesteert. De levensuitingen in onze
3-dimensionale wereld geven deze illusie, omdat wij het
ongemanifesteerde
niet
met
aardse
zintuigen
kunnen
waarnemen. Velen gaan daardoor er van uit, dat het leven
vóór zijn manifestatie in het stof niet bestond.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO.3)
35
40
Het is beter het leven te beschouwen als een intelligente
energie, die zich op alle mogelijke manieren in het stof
probeert uit te drukken; virussen, bacteriën, planten,
bomen, vissen, zoogdieren en mensen, enz. Hierbij speelt de
overlevingskans van de sterkste en slimste een grote rol om
tot een optimale levensvorm te komen. Het is te vergelijken
met een boetseerder die blijft doorgaan met het veranderen
van het beeld dat hij onderhanden heeft, totdat het naar
211
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-2
20
zijn idee volmaakt is. Daarvoor waren er op aarde
tijdelijke proto typen te zien, maar die uiteindelijk
geschikt waren geworden als behuizing voor de bewuste mens.
Waarschijnlijk
door
het
samengaan
van
alle
cellenbewustzijntjes,
waaruit
een
mensenlichaam
is
opgebouwd kon op een gegeven ogenblik de mens tot
Zelfbewustzijn
komen.
Uiteindelijk
zullen
al
deze
mensenbewustzijntjes weer samensmelten tot een groot alles
omvattend bewustzijn, ook weleens Kosmisch bewustzijn
genoemd of wat ook kan zijn, het Christusbewustzijn. Dit
bewustzijn heeft dan kennis van materie en weet wat het
spirituele kant van de mens behelst. Er is een groei naar
een steeds groter bewustzijn. Het leven maakt gebruik van
de materie, om zich door middel daarvan te manifesteren en
dit gebruikt als een soort gereedschap. Gereedschap dat
constant aan alle levenseisen wordt aangepast en waarbij de
miljoenen jaren ervaringsgegevens in het DNA worden
vastgelegd. Een evolutie proces
25
STELLING
De levensuitingen die wij waarnemen zijn als golfjes op het
wateroppervlak, zij ontstaan en vergaan, maar het water
blijft bestaan.
5
10
15
30
35
40
De menselijke geest is na zijn diepste punt in deze 3dimensionale materiëele wereld te hebben bereikt, weer aan
de terugweg bezig. De materie wordt in dit versnellend
uitdijende heelal steeds ijler, totdat de lichtsnelheid
wordt bereikt en de materie, zoals wij dat kennen, ophoudt
te bestaan.
Tegelijkertijd wordt de menselijke geest
steeds vrijer en vrijer.
De mens kan beschouwd worden als de som van al het
bestaande. Hij is een Universum in het klein, waarin al de
informatie over het Universum is opgeslagen. Dat komt,
omdat hij tijdens zijn ontwikkeling door alle fase van het
bestaan is heengegaan en beïnvloed werd door zijn omgeving.
Hij is als het ware een holistische blauwdruk van het hele
Universum. Dat zal ook de reden zijn waarom hij de
mogelijkheid in zich heeft, om al het bestaande te leren
kennen. Beter gezegd, te ontdekken door de sluier over het
212
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-3
5
10
15
onbekende weg te nemen en daardoor tot herkenning te komen.
Zo zal hij op de duur al de verborgenheden weer bewust
worden.
In het evangelie naar Thomas staat geschreven:
“Ken wat voor uw aangezicht is en wat verborgen is zal u
geopenbaard worden, want niets is verborgen, dat niet
openbaar zal worden”.
En ook:
“Want niets is verborgen, dat niet aan het licht zal komen
en niets verdekt, dat niet ontdekt zal worden”.
Of in Jezus Christus’ rede tot zijn discipelen:
“Er is niets bedekt of het zal geopenbaard worden, en
verborgen of het zal bekend worden”. (Lucas 12-2).
Dit is begrijpelijk want de evoluerende weg is er een van
ontplooiing of ontwikkeling, dit in tegenstelling met
inwikkeling; involutie.
20
De complete mens is de oorspronkelijke ongedeelde Adam uit
het verleden en zal na verdeeld te zijn geweest, bewuster
de toekomstige eenheid in een Christus geest ervaren.
25
30
35
De mens is als een toekomstige meester van de materie te
beschouwen. In feite was hij reeds in de beginne als
zodanig aangesteld,(Genesis 2:26), maar door zijn val in
het stof, is hij slaaf geworden van de materie. Hijzelf is
niet de materie, maar hij kan er gebruik van maken. Hij is
als een onervaren kind die door vallen en opstaan volwassen
moet worden. In aanvang is hij als een volmaakt wezen
geschapen met een vrije wil, maar zonder ervaring. In de
loop van zijn ontwikkeling heeft hij zich zo vereenzelvigd
met
de
materie,
waardoor
zijn
afkomst
daardoor
is
afgeschermd of verduisterd.
Wij zijn zo vastgeroest met onze ideeën in het materiële
zijn, dat we denken een onlosmakelijk deel daarvan te zijn,
daarom zal de weg naar volwassenheid niet zonder verdriet
zijn. We zouden het als volgt kunnen samenvatten:
40
213
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-4
5
10
15
20
STELLING
De weg naar volwassenheid gaat gepaard met verlies aan
illusies. Aan het einde van die weg hebben we van alles
afstand gedaan, behalve het Zijn of “Ik ben die Ik ben”;
het een zijn in God.
We weten dat materie aan allerlei wetten onderworpen is.
Alles wat we om ons heen waarnemen is een onderdeel van een
systeem. We hebben kleine systemen die deel uit maken van
grotere systemen en deze weer van nog grotere.
Systemen op zich zijn levenloos en zullen zichzelf niet
tegenwerken, tenzij er een fout in het systeemontwerp is
gemaakt, waardoor het zichzelf tegenwerkt en ten gronden
gaat. Om een systeem te veranderen is een intelligente
entiteit nodig, wat in zekere zin los daarvan staat. De
innerlijke mens is geen onderdeel van dat aardse systeem.
Dit blijkt uit het feit, dat hij het kan verstoren. Vormde
hij daarmee een onlosmakelijk geheel, dan was dat een
onmogelijkheid.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3)
25
30
35
40
Wanneer
we
een
robot
ontwerpen
met
ingebouwde
computertechnologie en we programmeren deze om van het
kastje naar de muur te lopen, dan zal deze robot dat doen
zonder te denken: “Kom het is mooi weer vandaag, laat ik
eens een wandeling door het park gaan maken”. Wij kunnen
natuurlijk wel variaties voor het handelen in het programma
aanbrengen, waar de computer een keuze uit kan maken. Dat
kan dan de indruk wekken alsof de robot over een eigen
denkvermogen of wil beschikt. Dat is dan schijn, want die
keuzemogelijkheid
is
daar
door
een
menselijke
intelligentie, dat los staat van dat systeem, ingebracht.
Van Dale’s woordenboek geeft als omschrijving voor een
systeem of stelsel: een geheel van geordende princiepen.
Een systeem of stelsel kan bestaan uit één of meerdere
gekoppelde kleinere systemen met verschillende stel- of
grondregels maar die elkaar niet tegenwerken.
Voor de duidelijkheid wordt hierna met een figuur ‘n
voorbeeld van een keuzesysteem gegeven. Dit systeem komt in
214
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-5
5
10
15
het leven vaak voor en is ongeveer in deze vorm bij de
belastingdienst
in
gebruik
voor
het
invullen
van
werkgeversverklaringen. Het maakt duidelijk dat je daarin
aan vaste regels gebonden bent en dat door de keuzen die je
moet maken, je uiteindelijk in het hokje terecht komt, waar
je volgens dat systeem hoort. Het logische systeem in de
computer werkt in principe volgens dezelfde regels. In ons
leven is het ook steeds weer een keuze maken uit het doen
of niet doen. Je eerste keuze moet goed worden overdacht.
Een verkeerde keuze kan uiteindelijk de oorzaak zijn dat je
ergens terecht komt waar je helemaal niet wilde zijn.
Wanneer je het schema hieronder bekijkt, wordt het
duidelijk dat groep 1 niet plotseling uit eigen beweging
een verbinding met groep 3 kan maken. Het schema is door
mensen verzonnen en alleen hij kan daar veranderingen in
aanbrengen.
20
Aan de top van een logische systeem bestaat nog de
keuzemogelijkheid, die in grote lijnen bepaalt in welke
richting het leven verder moet gaan.
25
De hele natuur werkt volgens logische wetten en regels.
Onder diezelfde wetten en regels valt ook het menselijk
lichaam. Het leven zelf maakt gebruik van deze systemen;
deze is
van een hogere orde dan het natuurlijke stelsel.
En zoals de aardse mens gebruik maakt van zelf ontworpen
215
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-6
systemen, zo maakt de hemelse mens gebruik van natuurlijke
systemen, waaronder ons eigen lichaam.
5
Voor ons voorbeeld is een schema op papier gebruikt, maar
datzelfde schema kan ook omgezet worden in, onder andere,
een mechanisch- of elektronisch systeem.
10
15
20
25
30
Een systeem op zichzelf is een levenloos iets en komt
schijnbaar tot leven, wanneer de mens daar gebruik van
maakt. Wanneer de mens dit systeem niet meer bedient, omdat
het bv. te oud of beschadigd is, valt dit vroeg of laat ten
prooi aan ontbinding.
We zagen reeds dat een goed systeem zichzelf niet kan
verstoren, maar de mens kan dat wel door op het systeem in
te grijpen. Op het ogenblik is hij bezig het hele
natuurlijke evenwicht te verstoren, met het doel hierdoor
meer geld en macht te verkrijgen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 20).
Door deze zaken zelf goed te doordenken, komt men tot de
conclusie, dat hijzelf niet dat systeem is, maar dat hij
behoort tot een hogere orde. Hij moet leren te leven voor
het algemeen belang; materieel en spiritueel.
Wat heel belangrijk om te onthouden is, dat wij te maken
hebben met twee aparte zaken, de spirituele mens aan de ene
kant en het natuurlijke stelsel met daarin de materiële
mens aan de andere kant. Deze twee zijn losmakelijk met
elkaar verbonden.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3)
35
40
Christus zei eens, ik ben niet gekomen om de wet te
ontkrachten, maar brengt het zwaard om het materiële van
het spirituele te scheiden. De wet die hier bedoelt wordt
en volgens de Bijbel door Mozes als de grote wetgever werd
geïntroduceerd, is die van actie=reactie. En ook wel die
van oog om oog enz. of voor wat hoort wat. Het is de wet
die in heel de natuur voorkomt. Christus kwam met de wet
van de liefde die boven de natuurwet uitgaat; een geven
voor niets.
216
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-7
5
In Gedachtethema No. 3 komt de menselijke dualiteit tot
uiting. Het onderwerp gaat over de controlekamer met zijn
operator. en maakt duidelijk, dat er in het menselijke
lichaam een intelligente entiteit woont.
10
Laten we niet de wijsheden van onze voorvaderen vergeten
die aan ons overgeleverd zijn en die o.a. zeiden: “De mens
is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis”.
15
Dit gezegde houdt de sleutel in tot het verkrijgen van al
wat in ons verborgen is en omvat de kennis van al het
bestaande in het heelal, want als zodanig schept de mens
ook weer en kan hij zichzelf daardoor leren kennen.
Meer dan wat wij zijn kunnen we niet scheppen, maar wel
zoveel, dat het de hedendaagse menselijke verbeelding te
boven gaat.
20
25
30
Er staat het volgende geschreven: “en de Here zeide: Zie,
het is één volk en zij allen hebben één taal. Dit is het
begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te
doen voor hen onuitvoerbaar zijn.
(Genesis 11:6).
Wanneer de mensheid een geheel vormt is zijn potentieel
enorm.
Wat wij nu doen is leren door te ervaren wat de
mogelijkheden van de materie zijn en hoe deze materie in
elkaar zit. We maken in onze chemische fabrieken van de
opgedane wetenschap gebruik. Er is gelukkig ook een
groeiend verlangen naar spirituele kennis.
35
Nogmaals, als we het bovenstaande goed hebben begrepen,
weten wij nu dat ziel en lichaam twee aparte zaken zijn.
Deze hebben wel een gezamenlijke oorsprong, maar deze
oorsprong ligt bij het begin van de eerste splitsing.
40
RITMEN
Wat overal in de natuur voorkomt zijn ritmische bewegingen.
De planeten in ons Zonnestelsel draaien in een regelmaat om
de Zon. De Aarde draait in 24 uur om zijn as, daarmee dag
217
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-8
5
10
15
20
25
30
35
40
en nacht veroorzakend. De Maan draait regelmatig zijn
rondjes om de Aarde. Ritmen ziet men in het hele Universum.
Het Universum zelf ontstaat en vergaat gelijk de dag en de
nacht of als de in- en uitademing. In de Hindu filosofie
spreekt men van de Dag en Nacht van Brahma. Zo’n dag zou
dan volgens deze leer .4.320.000.000 jaar bedragen. Men
ziet het ook aan de verschillende stralingsgolven, van
Kosmische straling tot aan geluidsgolven toe.
De Big Bang waarover gesproken wordt in de astronomie en
die volgens de astronomen het begin van ons Universum
inluidde
ligt,
volgens
een
hypothese
van
de
heer
J.P.C.Greve, halverwege een bestaanscyclus.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19 De Big-Bang. Het ontstaan van werelden.
Hierin wordt een hypothese besproken van een bestaanscyclus; het
ontstaan en vergaan van werelden).
Tijdens de Big-Bang keert de samentrekkende beweging van
het heelal om in een expanderende. Het is als het ademhalen
van het heelal, de slinger van een klok, de beweging van
een Jojo waarbij het touw beurtelings rechtsom of linksom
gewikkeld wordt.
Onze dagen van de week hebben een ritme die zeven dagen
omvat. Misschien lijkt dit een kunstmatige verdeling, maar
er kan daar ook een voor ons onbekende factor aan ten
grondslag liggen. Wat we wel weten is, dat de namen van de
dagen afgeleid zijn van planeetnamen en dat daarbij steeds
gesprongen wordt van een binnenplaneet, (Mercurius en
Venus),
naar
een
buitenplaneet,
(Mars,
Jupiter
en
Saturnus). Zie de schets hierna.
We zien hier van de maan af gerekend de afstanden steeds
groter worden, we zouden kunnen zeggen de verbindingen zijn
als stukken elastiek die steeds verder worden uitgerekt,
waardoor de spanning steeds groter wordt. Dat houdt ook
meer en meer kristallisatie in. Saturnus behoort bij het
dierenriemteken de steenbok(21 december t/m 21 januari. Het
is
het
teken
van
kristallisatie.
Zie
voor
meer
duidelijkheid, gedachtethema no. 2 en no. 19.
218
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-9
5
10
15
20
25
De meeste lezers zullen wel weten wat, vanaf de Zon
gerekend, de volgorde, van de planeten is. Voor diegenen
die daar niet mee bekend zijn volgt hier de volgorde:
Mercurius, Venus, de Aarde met onze Maan, Mars, Jupiter,
Saturnus, Uranus, Neptunus, Pluto.
Zie voor weekdagennamen en afleidingen de hierna gegeven
tabel.
Zondag
Zon
Maandag
Maan
Dinsdag
In het Frans wordt Dinsdag Mardi genoemd,
afgeleid van de planeet Mars.
Woensdag
Mercurius. In het Frans Mercredi en is een vertaling van het Latijnse woord dies Mercurii.
In de plaats van Mercurius stelden de Germanen
de God Wodan
Donderdag
Donderdag is afgeleid van de Germaanse goden–
naam Donar. Hij werd door de Romeinen gelijk
met Jupiter, dies Jovis gesteld,
Vrijdag
Vrijdag is afgeleid van de Germaanse godin
Frija en is gelijk het oud het Indische priya:
geliefde ,echtgenote en wordt gelijk gesteld
met het Latijnse dies Veneris waar Venus een
vertaling van is.
219
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-10
Zaterdag
5
Zaterdag komt van de planetennaam Saturnus en
is afgeleid van het Latijnse woord
dies Saturni.
De planeten staan in een Goddelijke verhouding tot elkaar
en wel volgens de Gulden snede.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 14 De Gulden snede)
10
15
In de muziek bij voorbeeld, heeft de melodie zich te houden
aan vaste maten. Deze moet overeenkomen met de maat waarin
het hele muziekstuk geschreven is. De melodie zelf heeft
echter gelijk het leven wel een zekere vrijheid wat in de
lengte van de tonen en toonhoogtes tot uiting komt, maar
zij moet wel in harmonie zijn met het muziekritme, wat de
basis vormt van een muziekstuk. Zo’n vast ritme wordt door
ons als natuurlijk en aangenaam ervaren en geeft een gevoel
van vastheid.
20
Het is mogelijk om
nog een hele reeks andere voorbeelden
te geven waarin ritme voorkomt, het is aan de lezer om die
zelf te ontdekken.
25
Aardig om hier te vermelden is, dat de oude Hebreeuwse taal
alleen uit medeklinkers bestond. De letterklanken moesten
door mondeling overdracht geleerd worden. Men noemde de
klinkers “Ruach”, de ziel van het woord, eigenlijk iets wat
niet in een hokje te plaatsen was.
30
35
40
Reïncarnatie
Een van de eerste zichtbare ritmische bewegingen in het
menselijk lichaam is die van het kloppende hart. Wat
onbewust begint. Wanneer de bouw van het lichaam voltooid
is, begint bij de geboorte de eerste bewuste daad; de
ademhaling. De start van een zelfstandig en bewust bestaan
en dat hier op aarde eindigt met de laatste uitademing. Men
zou kunnen zeggen, iedere inademing is tot leven komen en
uitademen is sterven of tot rust komen. Een iets grotere
cyclus is slapen en ontwaken. Het slapen gaat gepaard met
een
bewustzijnsdécentralisatie,
terwijl
het
ontwaken
gepaard gaat met bewustzijnsconcentratie. Omdat het slaapwaakritme
220
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-11
5
10
kort is en de inwonende entiteit tijdens zijn slaap met
zijn lichaam verbonden blijft, zal dat bestaande lichaam
niet vergaan. De relatieve lange tijd die nodig is om een
nieuw lichaam op te bouwen, past niet in dit slaapwaakritme.
Dit gebeurt wel bij een grotere cyclus, die van het geboren
worden en sterven. Hierbij loont het de moeite om in een
nieuw opgebouwd lichaam zijn intrek te nemen en dit te
programmeren. In geval van reïncarnatie dus.
(Zie ook Gedachtethema No. 3)
15
20
25
30
35
40
Voordat we verder gaan met te filosoferen over het niet of
wel voorkomen van reïncarnaties is het hier de plaats om te
verwijzen naar een onderzoek dat is gedaan door Prof. Ian
Stevenson, directeur van de parapsychologische afdeling van
de
Universiteit
van
Virginie,
waarbij
honderden
reïncarnatiegevallen werden onderzocht en waarvan hij 20
gevallen van vermoedelijke wedergeboorte in zijn boek heeft
beschreven en wanneer men deze verslagen leest, wordt het
heel aannemelijk dat wedergeboorte bestaat.
Dit is echter een wetenschappelijk onderzoek geweest. Wat
wij hier nastreven is, door het vergelijken zelf tot
inzicht op dat punt te komen
Wanneer we de materie bekijken waar het leven gebruik van
maakt, dan zien we daar op microscopisch niveau allerlei
creaturen werkzaam; virussen, bacteriën, bacteriofagen,
bacillen, amoeben enz., enz.
Wanneer
we
de
ééncellige
wezens
bekijken,
bv.
een
pantoffeldiertje, dan zie je die het vocht rondzwemmen op
zoek naar voedsel. Men zou kunnen zeggen, er is daarin iets
aanwezig dat dit pantoffeldiertje belevendigt, en hierbij
waarschijnlijk gebruik maakt van gevoel. Het kan zich al
iets vrijer bewegen dan een microscopisch klein plantje,
wat in de meeste gevallen aan een plaats gebonden is en
wanneer deze zich niet via een wortelstelsel verplaatst,
moet het wachten tot de volgende generatie die uit
verspreide
zaden
zich
op
andere
plaatsen
kunnen
ontwikkelen.
221
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-12
5
10
15
20
Hebben deze ééncelligen het eeuwige leven?. Wanneer wij er
een paar doden, hebben we dan de oorspronkelijk cel waaruit
de andere uit voortkomen dan gedood?
Deze ééncelligen hebben zich door het organiserende leven
in de loop van misschien miljoenen jaren verenigd tot
grotere samenwerkingsverbanden, samenwerkingsverbanden die
zich ontwikkelden in verschillende richtingen, waardoor we
een grote diversiteit zien in vegetatie en het dierlijke
leven met aan de top daarvan de mens.
Wij zien dat het leven zich hier op aarde manifesteert door
middel van verschillende soorten schepselen. Als we de
manier van organiseren bekijken zoals dat bij de mens
uiterlijk gebeurt, dan zien we zo’n organisatorisch
vermogen reeds in het menselijk lichaam aanwezig is.
Hieruit kan geconcludeerd worden, dat het uiterlijk een
afspiegeling van het innerlijk. Wij scheppen nou eenmaal
zoals wij zijn.
25
Wij zouden kunnen zeggen, in een lichaam zijn diverse
gespecialiseerde
cellengroepen
georganiseerd
tot
één
geheel. Men zou het ook zo kunnen zien, op een gegeven
ogenblik was de organisatie van deze cellengemeenschappen
voltooid
en
klaar
voor
een
volgende
stap
in
de
ontwikkeling. Het zelfbewustzijn ging een rol spelen in het
lichaam.
30
Toen het aardse lichaam in bezit van het zelfbewustzijn
kwam, was dit toen de geboorte van de eerste aardse
mens?.
35
40
Wanneer deze fase ook weer voltooid is, kan er naar een
volgende en hoger niveau gesprongen worden, waar we komen
tot een kosmisch bewustzijn of het geboren worden in de
Geest, waarover geschreven is; een tweede geboorte
Wij hebben gezien dat lichaam en ziel beschouwd kunnen
worden als twee componenten die de aardse mens voorstellen.
De kardinale vraag is nu, wat gebeurt er als de ziel of de
inwonende entiteit het lichaam aan het eind van zijn aardse
bestaan verlaat?
Blijft deze als een zelfstandige entiteit bestaan, die na
verloop van tijd weer bezit van een lichaam neemt of gaat
222
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-13
5
10
15
20
deze ziel onder in een zielen-oceaan waarbij het zijn
individuele bestaan verliest. Wanneer dit laatste waar is,
dan zou ook het persoonlijke karma of de reactie op een
actie zoals geleerd in de oosterse filosofie, niet waar
zijn,
omdat
de
persoonlijke
ervaringen
dan
een
gemeenschappelijk bezit zouden zijn. Maar indien zo, dan
zou het inwezen van alle mensen reeds op het zelfde doel
afgestemd zijn en de eenheid van de mensheid volledig zijn.
De mensheid zou dan kosmisch bewustzijn reeds bezitten en
zich op Aarde daarmee in overeenstemming harmonisch
gedragen.
Wij weten echter maar al te goed dat de mens zich zo niet
gedraagt. Daarom kunnen we er wel van uit gaan, dat de mens
na
zijn
overlijden
als
een
aparte
entiteit
blijft
voortbestaan, totdat de ontwikkeling van deze aparte
entiteiten volledig is. Daarna kan de sprong gemaakt worden
naar een volledig menselijk bewustzijn. Dood bestaat dan
niet meer. We zijn dan overgegaan van een verdeelde Adam
bewustzijn naar het ongedeelde Christus bewustzijn.
25
Op
het
ogenblik
is
bewustzijnsgevoel. De een
verbonden dan de ander.
30
Mensen die zich compleet anders en superieur dan hun
medemensen voelen, deze mensen zouden we in het hierna
volgende figuur 1 als Driehoek ABC en DEF kunnen indelen.
Zij hebben voor hun gevoel niets met elkaar gemeen.
35
er
een
gradatie
voelt zich meer met
in
het
de massa
Personen die we in figuur 2 kunnen onderbrengen zijn die
welke elkaar voor een groot deel begrijpen, door dezelfde
ervaringen die ze gemeen hebben, voorgesteld door driehoek
BEG. Zij kunnen als het ware resoneren op dezelfde
ervaringen van de ander. Voor het niet overlappende
gedeelte zijn het vreemde voor elkaar.
(Zie daarvoor ook GEDACHTETHEMA NO. 9. Resonantie).
40
Mensen die geen onderscheid maken tussen zichzelf en de
ander en die de belangen van de ander even goed op het oog
hebben als die van henzelf, kunnen we plaatsen in figuur 3.
Zij zijn rijp voor een ander bewustzijnsvorm. Het wakker
223
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-14
worden op een ander bewustzijnsgebied. In hen kan een nieuw
licht ontstoken worden.
5
10
15
20
Zij zijn diegenen die hun broeders even lief hebben als
zichzelf en hen behoeden als hun eigen oogappel.
(Uit het Evangelie naar Thomas)
Wanneer we het voorgaande overdenken, kunnen we zeggen: “ja
het is een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid en
ook logisch, dat reïncarnatie bestaat”. Een volledige
zekerheid is het echter alleen voor diegenen, die zich van
deze reïncarnatie bewust zijn en voor velen die in een
flits het bestaan van een vorig leven hebben mogen ervaren.
Hier wordt niet het verschijnsel “Deja vu” mee bedoeld, wat
een andere oorzaak kan hebben.
Er wordt hier van een flits gesproken omdat dit het
tijdloze vertegenwoordigt; waar geen begin en einde bestaat
of zoals Christus zei: ”Ik ben de Alpha en de Omega”. Dat
wil zeggen: ik ben het begin en het einde.
25
30
De
geestelijke
ontwikkeling
van
de
mens
houdt
waarschijnlijk gelijke tred met die van de materie en kan
beschouwd worden als het concentreren in het stof en
daarmee naar een steeds hogere technische ontwikkeling en
het kennen van de materie. Materie is een vorm van licht of
straling en ontstond doordat licht zich spiraalsgewijze
steeds meer samen
224
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-15
5
10
trok. Het kreeg zijn grootste dichtheid in het zogenaamde
Big-Bang punt. We kunnen ook zeggen, daar had het licht
zijn diepste val. Geest en materie zijn in dit punt zo
intens
geweest
dat
velen
van
ons
zich
nog
zo
materialistisch voelen dat zij denken alleen te bestaan uit
materie en dood is dood. In dat genoemde punt vond ook de
omkering van de materie plaats en worden de lichtspiralen
waar materie uit bestaat steeds wijder, totdat deze
spiraalbanen rechte lijnen zijn geworden en voor ons weer
kenbaar wordt als licht. De materiële vorm van het licht
die we nu kennen zal dan niet meer bestaan
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO.19)
15
20
25
De
mens
is
in
deze
lichtwereld
geschapen
en
zal
ongetwijfeld de gehele ontwikkeling van de materie daarin
meemaken. De door de materie ingesloten menselijke geest
gaat met deze materie op weg en met het ijler worden van de
materie zal zijn geest steeds vrijer en minder verbonden
met de materie zijn. Op zijn weg zal hijzelf verschillende
stappen van bewustzijnsverruiming meemaken die hem, nu nog
zijnde een slaaf van de materie, zal verlossen. De
doodsangst is in feite een dierlijke eigenschap en dient
ter bescherming en behoud van het aardse lichaam. De mens
is bewuster van het om hem heen zijnde dan een dier. Voor
hem, de innerlijke mens, behoort geen angst voor de dood te
bestaan, omdat hij hoort te beseffen, dat zijn innerlijk
onsterfelijk is.
30
35
40
Aangezien er kleine cycli in grotere bestaan, kan er altijd
een tijdelijk terugval plaats vinden, maar niet meer zo
diep als die tijdens de Bing Bang. Het is enigszins te
beschouwen als de beweging van een jojo welk eenmaal een
impuls krijgt door het touw om de jojo te rollen en dan een
vrije val te laten maken. De jojo zal verschillende keren
uitrollen en andersom weer op rollen, maar dat oprollen
wordt steeds minder en het touw blijft ten slotte als een
rechte lijn hangen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
Op het ogenblik zien we dat volkeren zich in een rap tempo
zich vermengen, waardoor eigenschappen en ervaringen van
225
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-16
5
10
15
20
25
30
35
40
die volkeren door elkaar worden gemengd. Vrijwillige of
gedwongen migratie. Waarschijnlijk vanuit een hoger niveau
daartoe aangezet, zonder dat wij ons daar bewust van hoeven
te zijn. Daarbij neemt het aantal mensen op onze aardbol
enorm toe. Aan het eind van het stenen tijdperk, zo’n
10.000 jaar geleden, werd de totale wereldbevolking geschat
op hooguit 10 miljoen mensen. Na het neolithische tijdperk
begon de bevolking zich sneller te vermenigvuldigen. In het
begin van het Christelijke tijdperk waren er ongeveer 250
miljoen mensen op aarde. In 1650 en half miljard. In 1990
werd het aantal geschat op 5.3 miljard en voor het eind van
de 21ste eeuw verwacht men, dat het aantal 11.3 miljard zal
zijn, indien er een goede geboortecontrole is, anders wordt
dit getal geschat op 14 miljard. (Multimedia encyclopedia
Version 1.5).
Aangezien we nu weten dat er een versnelling van tijd
plaats vindt, kan dit inhouden dat we ook sneller
reïncarneren en wanneer we op het punt van de grote
ommekeer staan zullen allen die op aarde geleefd hebben
aanwezig zijn.
Door de schok van de verandering zal het zijn of onze
wereld vergaat en zullen alle losse elementen waaruit de
mix van volkeren dan bestaat tot één homogene massa worden
samengesmolten
en
daarbij
een
bewustzijnsverandering
ondergaan.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
We kunnen onszelf nog afvragen, omvat de cyclus waarin wij
zitten wel het einde der tijden, want we weten dat na de
neergang van een cyclus weer een opgang volgt en zo voorts.
Maar wanneer we het bovenstaande nog eens bekijken gelet op
de tekenen der tijden, dan moeten we wel haast gaan denken
dat dit een afsluiting der tijden is.
Aan het einde der tijden zullen we dus opstaan, maar wel op
een normale natuurlijke manier. Niet zo dat de grafzerken
opzij worden gegooid en wij er compleet uitspringen. Wij
zijn op dat mogelijk nog aards gebonden en vallen onder de
natuurwetten. Maar wanneer we dan geboren zijn in het
226
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-17
vlees, kan
vinden.
er
een
tweede
geboorte
in
de
geest
plaats
5
10
15
20
25
30
35
40
Wanneer vinden deze gebeurtenissen plaats,? Dat is moeilijk
te zeggen, we kunnen alleen op de tekenen der tijden
letten, zoals in dit stuk hiervoor beschreven is. Maar
gerust kunnen we wel zijn, wij zullen er zeker allen bij
zijn, de een daarvan waarschijnlijk meer bewust dan de
ander. En sommigen zijn zich daarvan misschien helemaal
niet bewust en heeft hun geplante geestelijke zaadje in de
materie geen wortel geschoten.
Door
aanhangers
van
de
reïncarnatie
leer
worden
verschillende tijden opgegeven, die zouden liggen tussen
sterven en het weder geboren worden. Men spreekt van 108
jaar ,144 jaar en duizenden jaren. Waarschijnlijk is dat
bij ieder individu verschillend, maar hoe het ook zij,
omdat onze tijd daar geen rol in speelt kan deze slaaptijd
ervaren worden als zijnde een flits. Proeven met dromende
mensen hebben dit duidelijk aangetoond.
Het hele leven met alles wat daarbij hoort volgt een ritme
van
slapen
gaan
en
wakker
worden.
Concentreren
en
déconcentreren.
Condenseren
en
verdampen.
Spannen
en
ontspannen als het kloppen van een hart en zo zal de
werking van heel de kosmos zijn.
We kunnen ons ook nog eens afvragen: “Waarom kunnen we onze
vorige levens niet herinneren, met enkele maar niet juist
geïnterpreteerde flitsen daargelaten?” Het antwoord daarop
zal moeten zijn:
Ten eerste, om niet belast zijnde met gebeurtenissen uit
ons vorig leven, fris en onbevooroordeeld bij een nieuwe
geboorte te kunnen starten. Het kan zijn, dat resultaten
van je handelingen uit vorige levens, waarin je in dit
nieuwe leven mee te maken krijgt, door jezelf worden
beoordeeld ten goede of ten kwade. In feite oordeel je dan
over je eigen handelingen. Dit is weer geheel in
overeenstemming met de natuurwet: ACTIE IS GELIJK AAN
REACTIE of WAT MEN ZAAIT ZAL MEN OOGSTEN, zo niet in het
huidige dan wel in het volgende leven.
227
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-18
5
10
15
20
25
30
35
40
Ten tweede, Wij zouden in een onzuivere atmosfeer kunnen
komen, waarin we niet zuiver en gezond zouden kunnen leven.
Wij zouden dan zijn als honden, teruggekeerd naar hun eigen
braaksel. De legende van Lot’s vrouw heeft hier ook iets
over te zeggen. Daarom kan het niet goed zijn dat
verschillende hypnotherapeuten proberen de barrière naar
vorige
levens
te
doorbreken,
door
middel
van
een
regressietherapie met het doel vorige levens proberen te
herinneren. Dit kan niet goed zijn. De mensen kunnen
daarmee van de wal in de sloot raken en dan hebben we het
nog niet over wat deze mensen aan fantasieën kunnen worden
aangepraat Eenmaal goed het onderwerp onder ogen zien en
beseffen dat wat gebeur is, is gebeurd. Daar kan niets meer
aan veranderd worden. Kijk nu vooruit en stel een goed doel
voor ogen.
De dagen van ons aardse bestaan kunnen we enigszins
vergelijken met onze opeenvolgende reïncarnaties hier op de
aarde. Soms heb je van die dagen dat je overloopt van
energie en je weet wat je wil en dat alles lukt wat je
onderneemt. Andere dagen zijn tegengesteld daaraan. Wanneer
je reeds van te voren plannen hebt van wat je wilt en weet
hoe je dat gaat verwezenlijken, dan zal je met het
uitvoeren
van
je
plan
niet
te
veel
moeilijkheden
ondervinden. Het is belangrijk wat je als ideaal stelt, ook
al is dat aan het eind van je leven. Je bereidt jezelf
hiermee voor om dit in een eventueel volgend leven te
realiseren. Een ideaal beeld creëren houdt in, dat dit in
de geest reeds bestaat.
Achteruit kijken betekent geen vooruitgang en zelfs
kristallisatie en dood.
Een goed doel voor ogen hebben en de wil om dat te bereiken
doet de hindernissen die daarvoor genomen moeten worden
bagatelliseren. Stel je hebt een plan dat je wil uitvoeren
dan zullen in de meeste gevallen op de weg naar de
verwerkelijking van dat plan hindernissen van verschillende
gradaties te overwinnen zijn, wanneer het einddoel maar
goed in het oog wordt gehouden zullen deze hindernissen
genomen worden. Er zijn mensen die wel een einddoel zien
maar tegen de hindernissen opkijken en wanneer zij niet
handelend
optreden
zullen
deze
hindernissen
in
hun
gedachten
228
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
16-19
5
10
15
steeds
zwaarder
onoverkomelijker
worden.
Deze
mensen
blijven bij de eerste hindernis staan. Je moet over de
hindernissen heen kijken, wel deze zien, maar het einddoel
als belangrijker beschouwen. De planning is dan wat moet ik
doen om de hindernissen te nemen. Idealen en denkbeelden
gaan over de grenzen van tijd en materie heen, het is
daarom belangrijk en zeker aan het eind van ons huidige
leven om een goed plan of ideaal te hebben voor een
eventueel volgend leven. Het is als plannen maken voor de
volgende dag. De ondervinding leert namelijk, dat deze dag
dan productief wordt en de plannen worden verwezenlijkt,
terwijl in het andere geval een dag zonder voorafgaande
planning op iets nutteloos uitdraait.
20
25
229
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
17-1
GEDACHTETHEMA NO. 17
5
10
15
20
25
30
DE INNERLIJKE MIDDENWEG
Wanneer een mens geboren wordt maakt hij met zijn gevoel
contact
met
zijn
omgeving
door
gebruik
van
zijn
lichamelijke zintuigen, horen, zien, tastzin, reuk, smaak,
etc. De informatie daarmee verkregen wordt innerlijk
aangevoeld en vergeleken met wat als normaal geldt en in
zijn hersenen is opgeslagen. Wanneer een baby iets
onaangenaams voelt, dat kan zijn door honger, kou of pijn,
zal hij gaan huilen. Het evenwicht is dan voor zijn gevoel
verstoord en dat voelt onaangenaam aan. Hij maakt zijn
misnoegen kenbaar door uit te ademen en geluid te maken.
Alsof hij weer terug wil naar de staat dat hij nog geen
adem hoefde te halen. Hij geeft als ware zijn adem terug.
Adem inhalen is het actief gaan deelnemen aan het aardse
leven en breng je op spanning. Uitademen, brengt je weer
terug in een ontspannen toestand. Probeer dat maar uit,
laat alles maar eens slap hangen je zal merken dat je dan
tegelijk uitademt. Met zijn gehoor vangt hij geluid op en
ziet iemand die zich over hem ontfermt. Later wordt dit
geluid gekoppeld aan het beeld wat geluid voortbrengt even
later krijgt deze geluidbeeld combinatie een betekenis voor
hem, wat dan is vervat in een woord, bv. Mama.
Een baby heeft nog geen woordenkennis. Hij kan nog niet in
woorden denken zoals volwassenen dit doen, die eigenlijk
vaak niet meer bewust zijn dat er een intelligentie in hun
lichaam huist, welke in de beginne deze woorden heeft
moeten leren om zich in de buitenwereld uit te kunnen
drukken.
35
40
Om dit nog iets duidelijker te maken, het volgende:
stel dat mensen alleen maar contact met elkaar kunnen maken
door middel van een typemachine of een computer terminal,
deze mensen moeten dan eerst leren typen voordat zij met
elkaar kunnen communiceren. Zo ook, analogisch gezien, gaat
de mens te werk met zijn hersenen of brein. Hij moet eerst
de woorden leren kennen met alles wat daar bij hoort en
230
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
17-2
vastleggen in zijn hersenen, alvorens hij op verstandelijk
niveau met anderen kan communiceren.
5
10
15
20
25
30
35
40
De
allereerste
communicatie
van
een
baby
met
de
buitenwereld vindt plaats door middel van zijn geluid. Dat
zal dan ook de reden zijn waarom wij zo gevoelig zijn voor
muziek. Droevige muziek stemt ons droevig en vrolijke
muziek maakt ons vrolijk. Geluidstrillingen opgevangen met
het gehoor beïnvloeden het gevoel waarschijnlijk meer dan
de prikkels die we met de andere zintuigen binnen krijgen.
Woorden zijn daarvoor niet nodig, al kunnen deze wel aan
inhoud bijdragen. Het gevoel zelf moet wel in nauw contact
staan
met
de
bron
van
het
leven,
bewustzijn
en
intelligentie, omdat we dit als eerste middel bij de
aanvang van het leven gebruiken om met de buitenwereld
contact te maken.
Wij zouden kunnen zeggen, het gevoel staat in nauw contact
met de weg van het midden, de innerlijke weg, waar
evenwicht heerst. Voor een kind is deze weg nog zeer nabij,
vandaar dat er staat geschreven: Wordt gelijk kinderen, wil
je het hemelse koninkrijk kunnen betreden. Hiermee wordt
niet bedoeld kinderlijkheid, maar dat je meer je gevoel
moet laten spreken en niet steeds alles probeert te
beredeneren; ontvankelijk zijn als een kind. De wereld
waarin wij leven is een wereld van tegenstellingen, de
wereld van de halve waarheden.
Redeneren is een verstandsactiviteit en beperkt tot het
aardse bewustzijnsniveau. Je kan zeggen, het ongedeelde
hogere bewustzijn is hier op Aarde verpakt in woorden,
zoals de entiteit in ons is verpakt in een lichaam en dat
lichaam is weer verpakt in het huis waarin het woont. We
zien hier een proces van herhalingen. Als we dit eens
achter elkaar zetten krijgen we: Het Hogere Bewustzijn wat
zonder lichaam ook bestaat. De Entiteit die in een lichaam
huist. De Persoonlijkheid als een soort bescherming voor de
entiteit. Het Natuurlijke lichaam. De kleding om het
lichaam. Het woonhuis waarin het lichaam zich weer in kan
terugtrekken.
231
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
17-3
5
10
15
20
25
Hoe meer het bewustzijn zich in stappen van binnen naar
buiten op het uiterlijke concentreert, hoe meer barrières
er worden opgeworpen. De verbinding tussen binnenkant en
buitenkant wordt steeds moeilijker en de vrijheid van
handelingen steeds minder, omdat de weg naar het uiterlijke
een weg van verdeeldheid en kristallisatie is.
De mens kan zich van de Aarde af bewegen en naar de maan
gaan, maar zie hoe zijn bewegingen beperkt worden door de
ruimtecapsule en het ruimtepak dat hij dan moet dragen. Dat
is toch iets anders dan nagenoeg in je blootje tussen
gelijken in het zonnetje langs het strand te lopen; om dit
maar eens als voorbeeld te gebruiken. Zie maar eens hoe
volwassenen zich daar soms als kinderen gedragen.
Een mens die dicht bij zichzelf staat en zich niet verloren
heeft in de uiterlijke wereld, is een evenwichtig mens.
Zijn maatstaf is geen materiële of wereldse maatstaf, maar
zijn maatstaf is deze weg van het midden; wereldse zaken
zijn afwijkingen daarvan.
De weg van het midden is te vergelijken met een middenlijn,
een meetkundige rechte lijn zonder dikte, een weg die zeer
smal is en veel van iemand vergt om deze te kunnen volgen.
Een weg die regelrecht naar het uiteindelijke doel voert.
Een weg naar steeds meer eenheid en een samenvoeging van
alle kennis, een weten.
30
35
40
Er staat geschreven: Toen de mensen zich op aarde begonnen
te vermenigvuldigen en hun dochters geboren
werden, zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen
schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij
maar verkozen. (Genesis 6:1-2).
Zij verloren zich in deze aardse wereld en vereenzelvigden
zich daarmee en vergaten daarmee hun ware zelf, zoals wij
mensen ons ook vereenzelvigd hebben met ons aardse lichaam
en vergeten zijn, dat we daarvan afstand kunnen nemen en
dat het aardse lichaam niet ons zelf is.
232
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
17-4
5
10
15
20
25
30
35
40
Het is een waarschuwing voor ons, om zodanig te leven dat
onze bezittingen ons niet gaan overheersen. Altijd moeten
we in gedachten houden, dat wat wij heden nog bezitten,
morgen alweer kwijt kunnen zijn.
We moeten proberen de verbinding met het hogere te
versterken en kunnen daarvoor als eerste stap ons gevoel
ontwikkelen.
Door het ontwikkelen van je gevoel kan het gebeuren, dat je
geïnspireerd wordt met originele gedachte-invallen. Het is
dan beter deze gedachten niet trots uit te dragen als iets
dat van jou is, omdat trots te maken heeft met de
persoonlijkheid. Originele invallen kan je beschouwen als
komend vanuit een andere bewustzijnsstaat.
Op de weg naar het midden worden tegenstellingen opgeheven,
zoals de som van +1 en -1, nul oplevert. Diegene die deze
weg tracht te volgen moet zich verre houden van bv. naijver of jaloezie en moeten streven naar innerlijke
compleetheid. De totale mens is de som van al het
bestaande, zichtbaar en onzichtbaar; alhoewel hij dat
meestal niet bewust is.
Hij behoort daarom ook niet te snel van zijn stuk te
geraken wanneer anderen hem miskennen of roem en eer zijn
deur voorbij gaan, want zijn geesteshouding is gebaseerd op
het zelf of het zijn.
Om het nu op een aardse manier te zeggen, gebaseerd op het
eeuwig zijn. Daarbij moet nog worden opgemerkt, dat op die
weg geen tijd bestaat maar het Nu heerst, want het zijn is.
Van Jezus Christus werd gezegd dat hij nog geen steen had
om zijn hoofd op neer te leggen. Dit doet denken aan de
zwervers die je in de stad ziet. Ook zij bezitten niets.
Zij kennen niet de jaloersheid op een buurman, omdat die
zich bv. een duurdere auto kan veroorloven. Wanneer we deze
zwervers aanschouwen, dan zien we dat zij zich gedragen
zoals ze echt zijn. Zij zullen zich niet gauw anders voor
doen dan ze zijn, zoals dit vaak voorkomt in onze
geciviliseerde maatschappij waar we onze persoonlijkheid
(Een woord dat is afgeleid van Persona, wat masker
233
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
17-5
5
10
15
20
25
30
35
40
betekent) gebruiken om ons innerlijke zelf te verbergen en
af te schermen en vaak ons daarmee proberen anders voor te
doen dan we in werkelijkheid zijn. Niet dat we als een
zwerver moeten gaan leven, maar we kunnen wel wat van ze
leren. Een zwerver is te beschouwen als een kind dat niet
volledig
meespeelt
in
het
wereldse
schouwspel;
het
schouwspel van de illusies. En hoe kort toch zijn deze
illusies. Niets van deze illusies kunnen we uiteindelijk
meenemen. Wat is dan de waarde daarvan ?
Voor ons mensen is het goed om keer op keer stil te staan
en onze reacties op bepaalde gebeurtenissen die ons raken
te analyseren. Bij voorbeeld, waarom laat ik mij somtijds
ongecontroleerd meeslepen in oeverloze discussies en waarom
wil ik gelijk hebben? Wanneer je de nutteloosheid van dat
soort gesprekken inziet kan het voorkomen dat je tegen
jezelf zegt, voortaan zal ik er op letten om mijzelf daarin
niet meer te verliezen. En toch gebeurt dat vaak weer. Zo
zie je maar, hoe snel we onszelf kunnen vergeten.
Wij zouden alles moeten doen om onszelf nooit meer te
vergeten. We zouden zodoende leren afstand te nemen van ons
uiterlijk vertoon. Waarbij wij dan uiteindelijk tot de
conclusie komen, dat deze reacties te maken hebben met onze
persoonlijkheid; het masker, dat wat we gedurende ons leven
om onszelf hebben heen gebouwd.
Een voorbeeld, stel dat ik een hoge dunk van mijzelf heb en
iemand zou zeggen dat ik maar een mislukkeling ben, dan zou
ik
mij
beledigd
kunnen
voelen;
het
raakt
mijn
persoonlijkheid. Zou ik de weg van het midden steeds voor
ogen hebben dan zullen beledigende opmerkingen weinig
invloed op mij uitoefenen. Het zou zijn alsof een onwijs
iemand zou zeggen, je bent niet goed bij je hoofd. In zo’n
geval komt er ten hoogstens een glimlach van begrijpen om
mijn lippen. Ik ken zijn handicap.
Jezus Christus begreep ongetwijfeld ook waarom de mensen
hem zo vijandig behandelden, vandaar dat hij tot zijn
hemelse Vader bad met de woorden; “Vader vergeef het hen,
want zij weten niet wat zij doen”. Hij begreep de onwetend234
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
17-6
5
10
15
20
25
30
35
40
heid van de mensen. Deze voelden zich zeker en comfortabel
met wat zij in de loop van tijden hadden opgebouwd, al
waren die dikwijls niet van ellende ontbloot. Het gaf ze
toch vastigheid; een materialistische uiting. Omdat Jezus
met iets nieuws kwam werden zij angstig en onzeker en
daardoor agressief. Het onbekende is voor deze mensen
altijd vijandig, want het kan hun wereldje verstoren.
Vandaar ook dat Science fiction verhalen die met andere
werelden te maken hebben, bevolkt schijnen te zijn met
Aarde vijandige wezens. Hieruit blijkt dat het grootste
gedeelte van de mensheid nog niet rijp is om in contact te
treden met mogelijke wezens in andere werelden. Dit contact
hoeft niet per se lichamelijk te zijn.
Mensen die het volgen van de weg van het midden nastreven,
zullen er niet gauw toe komen een gewaad aan te trekken
waar hun zogenaamde goedheid of heiligheid uit zou blijken.
Dat zijn zaken die met de materiële wereld te maken hebben.
Is het niet zo, dat het op juist handelen aankomt. Immers,
aan de vruchten kent men de boom en niet aan de kleding.
Deze mensen zullen ook niet snel diegenen achterna lopen of
verafgoden die zich opwerpen als leermeester of goeroe,
want de echte leermeester bevindt zich in de mens zelf. In
de mens leeft Gods geest.
Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods
in u woont? (Korinthiërs 3:16).
Deze
meester
geeft
zekerheid
en
maakt
geestelijk
onafhankelijk van anderen, omdat hij in het midden staat;
De waarheid.
Wij mogen natuurlijk wel een voorbeeld nemen aan moreel
hoogstaande
mensen
die
te
herkennen
zijn
aan
hun
altruïstische gedragingen en zo nodig proberen hun gedrag
na te volgen. Alsmede luisteren wat zij te zeggen hebben,
want het kan meehelpen een licht in ons te ontsteken.
We kunnen als het ware gaan resoneren op wat zij zeggen en
worden dan het een of ander bewust. Laten we echter op onze
hoeden blijven en de anderen beschouwen als mensen zoals
wijzelf, niets meer en niets minder. Dus als je broer of
zuster in de letterlijke zin, met hun goede en slechte
eigenschappen. En al zijn ze nog zo goed, je zal niet voor
hen op je knieën vallen. Denk daaraan.
235
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
17-7
5
10
Om deze weg van het midden te volgen, moeten bergen
geslecht en dalen gevuld worden. Want uiteindelijk zal
alles gelijk worden. Wat wij met onze aardse zintuigen
waarnemen is een afwijking van de normaal, de normaal waar
eenheid heerst en waar tijd en dood niet bestaan of een
andere waarde heeft.
Door afstand te leren nemen van het uiterlijke of materiële
zal de vereenzelviging met het materiële, waaraan bijna de
gehele mensheid lijdt, worden opgeheven. Dit kan in een
flits plaats vinden. Onze ogen worden dan geopend voor een
andere bewustzijnsvorm.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
15
20
25
30
35
Het leven is als een mens die de top van een berg wil
bereiken. De gevaren die hij daarbij ondervindt geven hem
door de te ondervinden angst en spanning een kick.
Eigenlijk
is
het
gehele
leven
een
angstaanjagende
gebeurtenis. Wij zijn dat niet meer ten volle bewust, omdat
we veel van die angsten verdrongen of afgeschermd hebben
We moeten daarbij ook eens denken aan Arjoena, Krishna zijn
wagenmenner en Wagen en wat de betekenis daarvan zou kunnen
zijn. Zij komen voor in het verhaal van de Bhagawad Gîtâ,
een onderdeel van het 200.000 regels tellende en langste
gedicht ter wereld, het Mahabharatam. Daarin staan zij op
het slagveld tussen twee legers der elkander vijandige en
verwante geslachten, zijn bloedverwanten die op het punt
staan elkaar te gaan bestrijden en waar Arjoena in
vertwijfeling vraagt, moet dat nou, moet ik nu strijden
tegen mijn verwanten?. Krishna zegt hem dat dit zijn plicht
is. Hier zien we drie elementen, twee tegenover elkaar
staande legers die spanning opwekken en Arjoena die in het
midden staat. De strijd moet worden gestreden. Zoals ook de
mens zijn innerlijke en uiterlijke strijd op het slagveld
der natuur heeft te strijden. Een strijd die zijn ultieme
hoogtepunt vindt op het slagveld
van josafat, het
Armagedon genaamd.
40
236
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
17-8
5
10
15
Misschien is het raadzaam een stukje uit de Bhagawad Gita34
te lezen waarin verteld wordt dat Arjoena zijn verwanten
moet gaan bestrijden. Arjoena is in grote verlegenheid en
vraagt aan zijn wagenmenner Krishna, moet dat nu? Krishna
antwoordt, ja, het is je plicht. Arjoena’s verwanten zijn
de slechte eigenschappen, waartegen hij heeft te strijden
en zo gaat het verhaal verder. We zien hier drie elementen.
Arjoena, Krishna en de wagen waarin de twee zich in
voortbewegen. Wat stellen die drie elementen voor? Wagen
voor lichaam, Arjoena voor het beweeglijke het leven dat
doet veranderen en zwalkt van de ene naar de andere zijde
of naar de positieve en negatieve kant en Krishna staat
voor het midden het onbeweeglijke en het onverstoorbare.
20
25
30
35
34De
Bhagawad Gita is een onderdeel van de Mahabharatam het langste
Indische gedicht ter wereld met 200.000 regels.
237
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
18-1
GEDACHTETHEMA NO. 18
5
CREËREN MET TEGENSTELLINGEN
Er staat in de bijbel geschreven, dat wat maar door de
onverdeelde
mensengemeenschap
bedacht
kan
worden
ook
uitvoerbaar is. (Gen. 11:6)
10
Hoe waar is dit ?
Allereerst zullen we onze gedachten laten gaan over het
denkproces en zijn programmatuur, te beginnen met de vraag
of de volgende stelling waar is.
15
STELLING
Alles wat door de mens bedacht kan worden heeft de mogelijk
in zich om verstoffelijkt te worden op het aardse vlak.
20
25
30
35
Laten we dit eens analogisch overdenken in relatie met de
computertechnologie.
Want
is
de
computer
niet
een
verstoffelijking
van
een
gedachteconstructie
en
een
afspiegeling van ons zelf ? Wij kunnen immers niet anders
en meer of beter scheppen dan we zelf zijn.
De basis elementen waar een computer mee werkt zijn een
hoeveelheid poortjes of schakelaars die open en dicht
kunnen staan.
Deze poortjes of schakelaars zijn te vergelijken met
toegangswegen, bruggen en knooppunten in een verkeersweg,
waarmee men het wegverkeer, in ons geval een elektronen-of
energiestroom, naar een bepaald doel leidt om daar een
handeling te bewerkstelligen.
Wanneer een schakelaar dicht staat krijgt deze als waarde
een "1" en wanneer deze open staat een waarde "0", waardoor
bijvoorbeeld een lamp wel of niet brand. Door meerdere
schakelaars achter elkaar of naast elkaar te zetten en te
verbinden, respectievelijk in serie of parallel, kunnen al
40
238
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
18-2
lerlei verschillende verbindingscombinaties gemaakt worden.
Enkele daarvan laten we hier zien.
5
10
De
open/dicht
toestanden
van
deze
elementen
zijn
begrijpelijk voor computers en machines. Zoals Ja en Nee
voor ons, denkende wezens, begrijpelijk zijn.
Dit houdt dus ook in, dat wij verschillende combinaties van
nullen en enen kunnen maken, wat even verder verduidelijkt
zal worden
15
Analoog aan het bovenstaande, maar op een hoger niveau,
beschikt
de
mens
over
denkelementen
waarmee
hij
gedachteconstructies kan maken, die hij dan weer op een
lager niveau een tastbare vorm kan geven.
20
Laten wij nu eens voor het beter begrijpen van
computerwerking iets gaan doen met computer elementen.
de
239
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
18-3
5
10
15
20
25
30
35
40
Aan de letters van het alfabet kan een getal toegekend
worden en dat getal kan dan weer uitgedrukt worden door een
combinatie te maken van nullen en enen; wat binaire
getallen zijn, behorende tot het tweetallig stelsel.
Wanneer we als voorbeeld de ons bekende decimale getallen 1
t/m 26 in enen en nullen, het tweetallige stelsel, willen
weergeven, gebruiken we daarvoor de van rechts naar links
oplopende reeks: 16, 8, 4, 2, 1 en maken daarmee volgende
combinaties:
Combinatiegetallen:
enz.16
8
4
2
1 = 0
0
0
0
2 = 0
0
0
1
3 = 0
0
0
1
4 = 0
0
1
0
5 = 0
0
1
0
6 = 0
0
1
1
7 = 0
0
1
1
8 = 0
1
0
0
9 = 0
1
0
0
10 = 0
1
0
1
11 = 0
1
0
1
12 = 0
1
1
0
13 = 0
1
1
0
14 = 0
1
1
1
15 = 0
1
1
1
16 = 1
0
0
0
17 = 1
0
0
0
18 = 1
0
0
1
19 = 1
0
0
1
20 = 1
0
1
0
21 = 1
0
1
0
22 = 1
0
1
1
23 = 1
0
1
1
24 = 1
1
0
0
25 = 1
1
0
0
26 = 1
1
0
1
1
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
240
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
18-4
5
Voorbeeld: Voor het samenstellen van het getal tien moet
men
8
en
2
optellen,
men
zet
dan
onder
de
combinatiegetallen
8
en
2
'n
1
en
voor
de
combinatiegetallen die men niet gebruikt 'n 0.
Het binaire getal voor 10 is dus 01010.
10
Zo ook kan een geschrift in binaire getallen worden
geschreven. In de Bijbel staat:
"En God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis".
Deze zelfde zin luidt in de binaire getallentaal,
gebruikmaking van de voorgaande omzettingstabel,:
met
15
En
God
00101,01110
Schiep
20
10011,00011,01000,01001,00101,10000
De
00100,00101
25
00111,01111,00100
Mens
Naar
01101,00101,01110,10011
Zijn
11010,11001,01110
01110,00001,00001,10010
Beeld
00010,00101,00101,01100,00100
En
00101,01110
Gelijkenis
30
35
40
Zo kunnen op een computermonitor plaatsen bepaald worden,
door aan de coördinaten een binaire waarde toe te kennen en
deze in de computer te voeren. Dat houdt in, dat iedere
afbeelding op het scherm weergeven kan worden door gebruik
te maken van enen en nullen. Ja, zelfs een drie
dimensionaal beeld kan op deze wijze worden weergegeven.
18-5
En gekoppeld aan een naai- of weefmachine, kan er een
patroon gemaakt worden op het stoffelijk vlak.
Dit patroon wordt daarvoor eerst door ons zelf met behulp
van onze hersenen gecreëerd en daarna met behulp van de
computer zichtbaar op de computermonitor gemaakt. Ja, er
kunnen zelfs met machines gekoppeld aan een computer tast
241
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
18-5
5
10
15
20
25
bare driedimensionale beelden vervaardigd worden. Het
scheppen zelf gebeurt dus op een hoger niveau, maar daarna
wordt er een programma geschreven in enen en nullen om het
begrijpelijk te maken voor de computer en de machine.
Als voorbeeld is hierna een figuur uitgebeeld met behulp
van nullen en enen.
De omtrek van deze schetsmatig gegeven menselijke figuur
werd verkregen, door rechte lijnen te trekken tussen de
opeenvolgende getallen. De plaatsen van deze getallen
worden door coördinaten bepaald. Het coördinatiegetal vóór
de punt geeft het getal aan dat op de horizontale lijn ligt
en het coördinatiegetal na de punt welke op de verticale
lijn ligt.
Deze coördinaatgetallen zijn vertaald naar nullen en enen.
Om dit aan te tonen zijn de verschillende soorten getallen
hieronder gegeven in de kolommen.
Daaruit blijkt dat alle vormen bepaald kunnen worden door
combinaties van de meest elementaire getallen, 1 en 0.
Allereerst dan de coördinaatgetallen die nodig zijn voor de
samenstelling van het figuur. We beginnen dus met punt 1 te
zetten op de coördinaten 2 en 6, in het binaire
getallenstelsel respectievelijk 00010 en 00110 enz.
30
35
40
242
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
18-6
C O ö R D I N A T E N
| Coördinaten in
5
10
15
20
25
30
| Binaire getallen
1 op coördinaten 2
2 ,,
,,
2
3 ,,
,,
5
4 ,,
,,
5
5 ,,
,,
6
6 ,,
,,
6
7 ,,
,,
14
8 ,,
,,
14
9 ,,
,,
8
10 ,,
,,
8
11 ,,
,,
11
12 ,,
,,
21
13 ,,
,,
13
14 ,,
,,
13
15 ,,
,,
21
16 ,,
,,
21
17 ,,
,,
8
18 ,,
,,
8
19 ,,
,,
14
20 ,,
,,
14
21 ,,
,,
6
22 ,,
,,
6
23 ,,
,,
5
24 ,,
,,
5
1 ,,
,,
2
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
6
9
9
8
8
11
11
10
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
7
7
6
6
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
=
00010
00010
00101
00101
00110
00110
01110
01110
01000
01000
00111
10101
01101
01101
10101
10101
01000
01000
01110
01110
00110
00110
00101
00101
00010
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
en
00110
01001
01011
01000
01000
01011
01011
01010
01010
01001
01001
01000
01000
00111
00111
00110
00110
00101
00101
00100
00100
00111
00111
00110
00110
35
40
243
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
18-7
Het aantal combinaties die met een computer gemaakt kan
worden hangt af van de grootte van het computergeheugen;
5
244
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
18-8
5
10
15
20
25
30
35
40
dus het aantal schakelaars die deze bezit; uitgedrukt in
bytes.
Een byte bestaat uit 2 groepen van 4 bits. Bits geven de
getallen posities, van rechts naar links gelezen, aan,
zoals in de voorgaande combinatiegetallen tabel.
Met één byte kunnen de getallen 1 t/m 255 worden
uitgedrukt.
Ouspensky, de Russische wijsgeer schreef in zijn boek "Op
zoek
naar
het
wonderbaarlijke"
(Fragmenten
van
een
onbekende leer), alle chemische elementen zijn combinaties
van waterstof atomen.
Hij legt in zijn boek ook uit waarom. Er is veel voor dit
idee te zeggen. Ten slotte worden ingewikkelde constructies
samengesteld met eenvoudiger onderdelen.
Volgens de astronomen is waterstof het eenvoudigste en het
meest voorkomende element in de kosmos. In deze, in de
kosmos aanwezige waterstofwolken kunnen sterrenstelsels tot
ontwikkeling komen, die dan weer op hun beurt voor de
aanmaak van de zwaardere, ingewikkelder elementen zorgen.
Met de hierboven gegeven voorbeelden zien we, dat in feite
de gehele natuur zoals wij die kennen met al zijn
ingewikkelde vormen en met nog zovele onbegrepen zaken, kan
bestaan uit twee eenvoudige elementen. Ook blijkt daaruit
dat we onze gedachten uit kunnen drukken door het
combineren van twee zeer eenvoudige elementen, nl. énen en
nullen of wel ja-tjes en nee-tjes en dat aan de basis van
ons allereerste denken de keuze ligt, van het doen of niet
doen of met het gevoel, het is aangenaam of onaangenaam.
Een van de allereerste handelingen in de schepping zal
geweest
zijn,
de
splitsing
van
het
ene
in
twee
tegengestelde krachten. Een positieve en een negatieve
kracht; de Yang en de Yin. Deze splitsing bleef zich maar
herhalen, waardoor veelheid ontstond en steeds meer ruimte
en de mensheid zich steeds verder van het middelpunt
verwijderde. Door deze veelheid
zie wij de kernzaken niet meer zo duidelijk en geldt het
gezegde:”Wij zien door de bomen het bos niet meer”.. Om
iets van onze oorsprong en het grote geheel te kunnen
begrijpen zouden we het beginpunt, onze basis, terug moeten
vinden.
245
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
18-9
5
10
15
20
25
30
35
Soms moeten we daarbij ons denkproces los laten en terug
vallen op ons gevoel of intuïtie. Het gebied waar wij
inspiratie uit kunnen putten.
Wij spraken over de Yang en de Yin, termen die in het
Chinese orakel boek de“I-TJING”; Het Boek der Veranderingen
gebruikt worden. De opbouw van het boek doet enigszins
wiskundig aan en bestaat uit 64 zesregelige hexagrammen met
de daarbij behorende beschrijvingen. Een hexagram is
opgebouwd uit een combinatie van hele en gebroken lijnen,
respectievelijk de yang en yin lijnen. Een paar voorbeelden
van lijnencombinaties die ook in de Koreaanse vlag te
vinden zijn, hebben we hieronder gegeven.
Hoe worden nu een Yang-Yin combinatie bepaald? In het kort
gezegd komt het hierop neer. Je stelt een vraag waarbij je
dan drie munten op gooit en kijkt hoeveel er kop en hoeveel
er munt zijn. Kop staat dan voor yang en munt voor yin.
(Wij gaan voor het vinden van de hexagramcombinaties hier
niet
verder
op
in,
omdat
wanneer
iemand
daarin
geïnteresseerd is, de I-Tjing beter zelf kan inzien).
Wanneer de combinatie bepaald is, zoek je deze in het ITjing boek op. Waarin alle Yang-Yin combinaties met een
beschrijving die erbij hoort te vinden. Kijk vervolgens wat
dit voor je betekent. Eigenlijk is het in principe gelijk
aan het koffiedik kijken of tarotkaarten leggen. Ons
inwezen weet het antwoord op de vraag reeds, maar krijgt nu
de
gelegenheid
om
met
behulp
van
dit
medium
het
onderbewustzijn daarin als het ware te weerspiegelen en
voor ons kenbaar te maken. De omschrijving geeft geen
pasklaar antwoord. Het kan voor iemand anders een andere
betekenis hebben. Veel hangt af, zo niet alles, van de
gevoeligheid van de uitlegger daarvan. Het systeem zal te
maken hebben met de synchroniciteit van al het bestaande.
Alles blijft ten alle tijden verbonden met elkaar. Er zijn
246
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
18-10
5
10
15
20
25
30
35
lieden die dit systeem uitprobeerden en na een keer gegooid
te hebben dit daarna nog eens deden en zeiden, maar een
paar minuten geleden kreeg ik een andere omschrijving op
mijn vraag. Zij beseften niet dat het leven continu
verandert en dat een kleine verandering nu, in de toekomst
grote gevolgen kan hebben. Ons bewustzijn is naar de
toekomst toe en ook naar het verleden, als met een sluier
afgedekt. Wij zien in onze wereld alles fragmentarisch.
Wanneer deze sluier wordt weggenomen weet je, dat je het
altijd wel hebt geweten, maar je kon er niet bij.
Betreffende de DNA opbouw willen we hier ook nog vermelden
dat met behulp van de 3 neocleoten in de 20 aminozuren, 64
combinaties van eiwitten worden gecodeerd. Is dit een
toevalligheid in relatie met de 64 hexagrammen die met de 6
Yang/Yin te maken zijn.?
Met de 6 Yang/Yin lijnen zijn dus 64 verschillende
hexagrammen te maken en in verband daarmee zullen we wat
gaan spelen met het getal 2 Dit getal 2 laten we
kwadratisch oplopen. Dat ziet er zo uit:
20, 21, 22, 23, 24, 25, 26.
De kleine getallen boven de tweetjes worden de exponenten
van deze getallen genoemd, daarom kunnen we ook zeggen, de
getallen lopen exponentieel op.
Deze waarden zonder hun exponenten zijn dan:
1, 2, 4, 8, 16, 32 en 64.
Voor degenen die het niet weten of vergeten zijn, even dit
ter verduidelijking:23 oftewel 2 tot de 3de macht verheven,
betekent
2x2x2=8
en
26
tot
de
6de
macht
betekent
2x2x2x2x2x2=64. Ter herinnering voor de geïnteresseerden.
Voor het delen op elkaar van getallen met exponenten moeten
de exponenten van elkaar afgetrokken worden. Dat gaat als
volgt:
25:23=25-3=22=4 en 22:22=22-2=20=1; want 4:4=1. Vandaar dat 60
ook gelijk is aan 1.
40
247
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-1
GEDACHTETHEMA NO. 19
5
DE BIG BANG/TIJD/RUIMTE HYPOTHESE.
10
15
20
In het algemeen wordt tegenwoordig aangenomen, dat ons
Universum zou zijn ontstaan met een grote knal; beter
bekend onder de naam de “BIG-BANG”. De theorie daarvan is,
dat
alle
hemellichamen
zich
van
een
centraal
punt
verwijderen, en naar mate deze hemellichamen verder van dat
punt verwijderd zijn, des te groter hun snelheid moet zijn.
Deze snelheid kan worden afgeleid uit de kleurverschuiving
naar rood van deze sterren, veroorzaakt door het zogenaamde
Dopplereffect. Dit Dopplereffect kan ook worden opgemerkt
bij motorgeluid, dat in toonhoogte omhoog gaat wanneer de
motor naderbij komt en omlaag gaat wanneer de motor zich
verwijdert. De oorzaak hiervan is, dat de geluidsgolven
eerst meer en meer worden gecomprimeerd en na het passeren
van de motor meer en meer worden uitgerekt. In zo ver lijkt
deze theorie juist, hoewel niet volledig. Deze theorie zou
uitgebreid kunnen worden met antwoorden op de volgende
belangrijke vragen:
25
30
35
40
Ten eerste: Wat gebeurde er tijdens de BIG-BANG en
daarvoor?
Ten tweede: Wat gebeurt er met het materiaal dat zich van
het BIG-BANG-punt verwijdert? Keert dat uiteindelijk terug
naar het beginpunt, gelijk een bal die we omhoog hebben
gegooid weer terugvalt?
De volgende opgestelde BIG-BANG-hypothese geeft niet alleen
een verklaring voor het verschijnsel de Big Bang, maar ook
wat de grondslag zou kunnen zijn van magnetisme, zwarte
gaten, materie, tijd en ruimte.
Deze hypothese toont ook aan dat het heelal zich in een
versneld tempo uitzet. Dit laatste werd pas in 2001
ontdekt, deze hypothese werd echter reeds vele jaren eerder
opgesteld, dit geeft al aan dat er in deze theorie een
grond van waarheid moet zitten. Het verklaart ook de reden
waarom de maan zich langzaam van de aarde verwijdert en
waarom reizigers die de aarde in een ruimtevoertuig
248
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-2
5
10
15
20
25
30
35
40
verlaten, welke de lichtsnelheid benadert, minder snel oud
worden. Het laat daarentegen ook zien, dat wanneer zij weer
naar het punt van vertrek bewegen versneld ouder worden.
Tevens toont het aan, dat alle materie of massa in het
heelal door deze versnelde uitdijing uiteindelijk weer in
straling zal overgaan en zal verdwijnen op het punt van
uitgang. Dit uitgangspunt is niet die van de Big-Bang, deze
vond volgens de hypothese plaats halverwege een cyclus. Het
maakt ook duidelijk dat tijdverkorting zoals voorzegd in
het evangelie Mateüs(24-22) geen loze uitspraak was. Wij
komen verderop in dit gedachtethema daar nog op terug.
Deze hypothese is gebaseerd op een hoogstwaarschijnlijk
daaraan analogisch verschijnsel in vloeistof, opgemerkt
door de schrijver van “PI-PHI”. Allereerst geeft hij een
beschrijving van wat hij als een analogie voor de BIG-BANG
in de vloeistof waarnam, daarna volgt die van de hypothese.
Daarbij moeten we bedenken dat natuurlijke verschijnselen
en wetten hun gelijkenis kunnen hebben op andere gebieden
en op een hoger bestaansniveaus. Want komt niet alles uit
het hogere en onzichtbare voort, van waaruit naar eigen
beeld en gelijkenis geschapen wordt.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
Allereerst nu dan een beschrijving van wat de schrijver
ervoer en wat hij zag als analoog aan het Big Bang proces.
Op een avond zat hij mediterende in een leunstoel naast de
haard, waarop een glazen pot met koffie stond. Zijn
ooghoogte was juist iets hoger dan de vloeistofspiegel in
die pot. De verlichting daarvan precies goed. Na zijn
meditatie gebeurde het, dat hij per ongeluk tegen de haard
stootte en opmerkte, dat twee vloeistofgolfjes aan iedere
kant van de pot naar het midden van de pot toe begonnen te
bewegen. Op hun weg daar naar toe werd ieder van deze twee
vloeistofgolfjes verdeeld in twee wervels of draaikolkjes.
Er waren nu dus 4 draaikolkjes te zien. De middellijn van
deze
draaikolkjes
werd
steeds
kleiner
terwijl
de
draaisnelheid steeds groter werd: gelijk bij pirouetten.
Intussen
bewogen
zij
zich
verder
naar
het
gemeenschappelijke midden. Daar aangekomen verdwenen zij
voor een fractie van een seconde
249
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-3
5
10
15
in een punt, om weer te verschijnen als 4 draaikolkjes,
maar wel met een omgekeerde draairichting. De omkering van
deze beweging is te vergelijken met het touwtje van een
Jojo35 die eerst wordt afgerold en vervolgens weer in
omgekeerde richting om de jojo wordt gerold. Op weg naar de
potwand vormden zij weer twee halve golfcirkels en
verdwenen daar. Ongetwijfeld zal dit verschijnsel weleens
meer waargenomen zijn, maar de tijd was waarschijnlijk toen
nog niet rijp genoeg om daarin geïnteresseerd te geraken en
een link te leggen tussen dit verschijnsel en het Big-bang
fenomeen. Zulke bemerkingen gebeuren zo nu en dan en helpen
om een antwoord te vinden op openstaande vraagstukken.
Hoewel gezegd moet worden dat de voorafgaande meditatie van
de
schrijver
hem
hoogstwaarschijnlijk
in
een
bewustzijnstoestand kan hebben gebracht, waardoor dit
verschijnsel door hem kon worden opgemerkt, aldus de
schrijver.
20
Er is door onze geleerde en wijze voorvaderen geschreven,
geïnspireerd of niet:
“En God zeide: Er zij licht; en er was licht”.
25
30
Het allereerste licht is te beschouwen als het begin van de
schepping. Een ontwaken. Het tot bewustzijn komen. Het
begin van een ontwikkeling; evolutie36. Hier wordt met licht
niet het zonlicht bedoeld, want de zon werd volgens oude
geschriften op de 4de scheppingsdag37 geschapen.
35
Het woord licht dat in dit GEDACHTETHEMA wordt gebruikt,
moeten we opvatten als een verzameling van allerlei soorten
stralingsenergieën en wel het gehele scala aan golflengtes
van bv. infrarood- tot en met kosmische straling.
Zie de beschrijving voor de JoJobeweging verder in dit hoofdstuk.
komt van het Latijnse woord evolutio en betekent beweging,
afwikkelen, ontrollen. Deze beweging vormt de basis van onze Big Bang
hypothese.
37 Een scheppingsdag kan wel millioenen jaren geduurd hebben.
35
36Evolutie
250
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-4
5
10
15
20
25
30
Nu dan de BIG-BANG hypothese.
In een analogische overeenstemming met de hier voorafgaande
ervaring van de schrijver, vindt een BIG-BANG halverwege
een tijdcyclus plaats en begon de schepping van onze wereld
met behulp van lichtenergie, in de vorm van twee halve
lichtgolfcirkels. Deze lichtgolfcirkels zijn tegenover
elkaar gelegen en bewegen zich beide naar het centrum toe.
Deze twee halve lichtgolfcirkels zouden kunnen worden
beschouwd als een positieve en een negatieve lichtgolf. Zij
zijn niet alleen tegenover elkaar gelegen, maar de een
start als een naar boven gewelfde golf en de ander als een
naar beneden gewelfde golf. Op weg naar het centrum delen
de twee golven zich ieder in twee spiraalvormige wervels of
draaikolkjes. Deze 4 draaikolkjes beginnen om hun eigen
middelpunt te draaien daarmee een hoeveelheid energie
insluitend38.
Zie figuren 1 t/m 4. die het verschijnsel in de pot
aangeven
Wanneer de 4 wervels zich naar hun gezamenlijk middelpunt
begeven wordt, doordat zij door wederzijdse weerstand op
een steeds kleiner gebied worden samengedrongen en in
verband met het behoud van energie, hun rotatie snelheid
steeds groter. Op de duur zal deze zo snel zijn, dat de
wervelingen zich voordoen als compacte massa’s. Wij kunnen
zeggen dat ieder deeltje daardoor een relatief vaste massa
of element is geworden. Denk maar eens aan een fietswiel.
Draait deze heel langzaam, dan lukt het nog wel om een
vinger tussen de spaken door te steken. Dit lukt niet meer
wanneer de snelheid van het wiel zeer hoog is. Het kan
zelfs zo zijn, dat wanneer het wiel een zeer hoge snelheid
zou bereiken het op een solide metalen plaat gaat lijken.
35
38Is
dit de reden dat de alchimisten dachten, dat stoffen
uit 4 basis bestanddelen waren samengesteld?
251
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-5
5
10
15
Er wordt hier gemakshalve gesproken van 1 paar halve
lichtgolven, maar in werkelijkheid kunnen er bij het
allereerste
begin
wel
ontelbare
paren
tegelijkertijd
geweest zijn. Het kleine kan daarbij ook weer zijn
gelijkheid vinden in een grotere en nog grotere, zoals
cycli onderdeel uit kunnen maken van grotere en deze weer
van nog grotere. Zo kan een grote spiraalwervel weer
opgebouwd zijn uit vele kleinere.
Zou het kunnen, dat de eerste en eenvoudigste bouwstoffen
voor elementen, verschillende combinaties van deze
4 wervels zijn.
Als nu de 4 wervels in het middelpunt samenkomen, verdwijnt
het geheel en komt haaks staande op die van de
252
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-6
5
10
implosie weer te voorschijn, maar nu met een veranderde
draairichting.
Dit weer te voorschijn komen wordt de Big-Bang genoemd. Bij
verwijdering van het Big-Bang punt neemt hun draaisnelheid
af terwijl de diameter van de spiraalwervels of draaikolken
groter wordt en minder compact. Uiteindelijk zullen zij
eindigen in 2 halve cirkelvormige golven. Daar aan het eind
van
een
cyclus
verdwijnt
de
lichtenergie
uit
ons
gezichtsveld. De lichtenergie wordt geabsorbeerd door wat
wij ether noemen. Want gelijk draaikolken in het water
verdwijnen, zo ook gebeurt dit hier. Een cyclus van de
misschien vele, is dan voltooid.
15
20
25
30
35
Hierbij moet nog worden opgemerkt, dat de implosie en
explosie, volgens onze maatstaven, de indruk geven heel
snel te gebeuren. Dit heeft te maken met het feit, dat de
tijd/ruimte dicht bij het Big-Bang-punt gecomprimeerd is,
verderop zal dit nog met een voorbeeld worden verduidelijkt
We kunnen ons afvragen waarom onze snelheid die van het
licht niet kan overtreffen. Het antwoord zou dan kunnen
zijn, aangezien straling een spiraalvormige werveling of
golfbeweging is, zal deze bij het bereiken van een
cirkelvorm ophouden straling of licht te zijn. De daarbij
vrijkomende energie gaat dan over in iets wat van een
geheel andere orde moet zijn.
Uit de onderstaande formule wordt door de wetenschap de
conclusie getrokken, dat massa nooit de snelheid van het
licht kan bereiken, omdat de massa daarmee tot in het
oneindige toeneemt. Waar dan weer een oneindige grote
kracht voor nodig zou zijn om die lichtsnelheid te
bereiken. Hierbij wordt aangenomen dat deze energie niet
beschikbaar is.
Men komt er toe zulke conclusies trekken, wanneer men de
formule van Einstein, E=mc2 als een starre onveranderlijke
40
253
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-7
5
10
15
20
25
30
35
40
mathematische constructie ziet. Materie kan volgens de
hypothese, die we hier behandelen, worden gezien als
spiraalvormige energiewervels, bestaande uit licht of
stralingsenergie. Dit blijkt alreeds uit het feit, dat bij
atoomsplitsing straling vrijkomt. En volgens de Big Bang
hypothese zet een lichaam bij een versnelde rechtlijnige
beweging uit en gaat uiteindelijk over in de voor ons
zichtbare en onzichtbare straling. Dit is in het geheel
niet in overstemming is met de bestaande opvattingen. Wij
weten echter dat bij extreem hoge en lage temperaturen,
stoffen zich anders gaan gedragen, waarop de normaal
gangbare natuurwetten niet meer van toepassing zijn, zou
dit dan ook niet kunnen gelden voor extreem hoge snelheden,
waarbij de massa van vorm verandert. Wel moet gezegd worden
dat bovenstaande formule voor massavermeerdering lijkt op
te gaan voor ons aardse systeem, maar in het kosmisch
geheel hebben we ook nog rekening te houden met onze
snelheid ten opzichte van het Big-Bang explosiepunt.
Verderop wordt verduidelijkt wat hiermee wordt bedoeld. Al
het materiële is relatief. Wij materialisten zoeken altijd
vastigheid, hetzij in natuurwetten, hetzij in religies,
etc. Dit kan op het moment voor ons gemak juist zijn, maar
we moeten geen fundamentalisten worden in de slechtste
betekenis van dit woord.
De materiële wereld wordt als door een denkbeeldige cirkel
omsloten, waarin lichtspiralen over kunnen gaan in cirkels;
een cirkel staat voor het begrip oneindigheid. Het is als
een slang die in zijn eigen staart bijt, daar waar Alfa
gelijk Omega is. Op dat punt verdwijnt dan het verschijnsel
licht uit ons gezichtsveld en tevens uit de oneindigheid,
want van een hoger bewustzijnstoestand bekeken bestaat
oneindigheid
niet.
Dit
alles
vindt
plaats
in
een
bewustzijnsveld, waarbij moet worden opgemerkt dat ons
individuele bewustzijn wordt beknot door ons materiële
omhulsel. In Gedachtethema No. 2 hebben we een link gelegd
tussen licht weerstand en bewustwording, maar wat is nu het
verband tussen bewustzijn en energie? Een vraag, waarop we
misschien in Gedachtethema no. 20 een antwoord op kunnen
krijgen.
254
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-8
10
Ondertussen gaan we verder met nog een voorbeeld te geven.
Wanneer we ons in de ruimte van een Big-Bang explosie punt
af verwijderen met een schijnwerper in onze handen en we
zouden de schijnwerper richten in de richting van onze
beweging, dan zou de som van onze bewegingssnelheid en die
van het licht(c) uit onze schijnwerper in totaal 299792,5
km/sec. moeten zijn. Dus onze eigen snelheid (Vm) plus die
van het licht (Vc) is ctotaal. Anders geformuleerd: (Vm) +
15
(Vc) = ctotaal (V staat voor snelheid en M voor massa)
Licht zal bij een grotere snelheid op houden licht te zijn
en
uit
ons
gezichtsveld
verdwijnen,
terwijl
bij
vermindering
van
de
rechtlijnige
golfbeweging
licht
uiteindelijk, voor ons, zal overgaan in materie.
5
20
25
30
35
40
Wanneer een lichaam of massa is opgebouwd uit wervelende
elementen, dan heeft dat lichaam interne bewegingen die we
niet
waarnemen.
De
interne
baansnelheden,
die
zich
spiraalvormig kunnen uitbreiden en de externe relatief
rechtlijnige beweging van dat lichaam geeft aan, dat (c)
niet constant hoeft te zijn, maar wel, dat het totaal aan
hoeveelheid energie constant blijft. Met de materie en de
tijd waar wij in onze wereld mee te maken hebben is
Einstein’s formule E=mc2 voor praktisch gebruik goed genoeg
en kan de massa als onveranderlijk opgevat kunnen worden.
Maar het een kan wel in het andere overgaan, waarbij (E)
onveranderd blijft. De lichtsnelheid kan dus flexibel zijn.
Er is bewezen dat proeven met licht t.o.v. mee of
tegenbewegingen nooit een grotere of kleinere snelheid
hebben laten zien, maar dit zou hoogstwaarschijnlijk wel
het geval zijn, wanneer we de proef zouden hebben kunnen
nemen, waarbij wij zelf dan een zeer hoge snelheid hadden.
Wij zien wel meer van deze eigenschappen, zoals bij de
formule E=mc2, in natuurwetten waarbij onderdelen van een
formule veranderen, maar de totale waarde gelijk blijft
bv., P1 x V1=P2 x V2, waarbij P staat voor druk en V voor
volume. Laat men gas met een bepaalde druk in een grotere
ruimte stromen dan neemt het volume daarvan wel toe maar de
druk zakt, P x V blijft in beide gevallen gelijk. Zoiets
hebben we ook met de wet van Bernouilli, waarin snelheid in
druk
255
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-9
5
10
15
20
25
30
35
40
en druk in snelheid kan overgaan, maar het totaal aan druk
en snelheid blijft gelijk. Denk maar aan het effect op
vliegtuigvleugels. De vleugel is licht gebogen waardoor de
lucht aan de bovenkant daarvan een langere weg sneller moet
afleggen dan aan de onderkant om samen weer gelijk aan de
achterkant van de vleugel uit te komen, daardoor treedt aan
de bovenkant van de vleugel een luchtverdunning op die het
vliegtuig een lift up geven. Gaat een vliegtuig langzamer
vliegen,
zoals
bij
het
landen,
dan
schuiven
de
vleugelflappen uit, de vleugel wordt hierdoor nog meer
gekromd en de lucht onder de vleugel afgeremd waardoor een
nog grotere opwaartse druk wordt gecreëerd en het vliegtuig
genoeg zweefkracht geeft.
Wij kunnen massa en straling niet als twee totaal van
elkaar verschillende elementen zien. Massa kan in straling
overgaan en andersom. Wij kunnen zeggen, er is een
wisselwerking tussen lichtgolven en massa, maar het totaal
aan energie blijft gelijk in overeenstemming met de formule
E=mc2
Analogisch zouden we het kunnen beschouwen als de som van
de potentiële en de kinetische energie. De straling naar
het Big-Bang punt is dan de kinetische energie en hoe meer
deze straling, in de vorm van een golf, het Big-Bang punt
benaderd, de meer de rechtlijnige beweging van deze
straling wordt afgeremd en overgaat in steeds sneller
draaiende en kleiner wordende spiraalwervels. Relatief
t.o.v. de omgeving is dan de kinetische energie overgegaan
in een potentiële.
Mogelijk geeft deze hypothese ook een antwoord op de vraag,
wat
de
reden
is
van
een
enorme
lichtexplosie,(Gammastraling), aan het uiteinde van ons
zichtbare Universum, welke werd opgemerkt door astronomen
in Los Alamos(New Mexico), zoals dat in een nieuwsblad van
6 februari 1999. stond en opgemerkt werd door de
Nederlands-Italiaanse satelliet BeppoSAX en het Gammalicht
observatorium Compton van de NASA, want aan de rand van ons
Universum verandert alle materie toch weer, volgens de
hypothese, in licht en verdwijnt dan uit ons gezichtsveld.
256
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-10
5
10
15
20
25
30
35
Volgens de hier beschreven Big-Bang hypothese, zal al het
stoffelijk materiaal zich met een steeds groter wordende
snelheid van het BIG-BANG punt af bewegen en zal
uiteindelijk in straling overgaan. Zoals het begon eindigt
het. (en God zeide: Er zij licht, en er was licht. Gen.
1:3).
Het is enigszins te vergelijken met een bal die met een
zekere snelheid opgegooid wordt. Deze snelheid zal door de
werking van de zwaartekracht afnemen tot 0 en dan met een
versnellende beweging terugvallen. Bij het Big Bang
implosie-en explosie proces is er echter sprake van een
rechtlijnige en spiraalvormige beweging, daarbij komt de
energie, die eerst naar het BIG-BANG punt toe werd
samengeperst en door gebrek aan bewegingsruimte de vorm van
steeds sneller ronddraaiende wervels moest aannemen, weer
vrij. De terugkeer van deze wervels naar de uiterste rand
van ons Universum, het uitgangspunt dus, geven hierbij een
versnelling te zien.39
Het hele verschijnsel is ook te vergelijken met het
opwinden van een veer, naar mate deze meer en meer wordt
opgewonden, des te groter wordt de weerstand daarvan en is
daar meer kracht voor nodig. Deze kracht of energie wordt
weer afgegeven tijdens het expanderen. De veer wil zich
hierbij tot een rechte lijn ontrollen, indien niet
begrensd.
Met
andere
woorden
de
lichtsnelheid
die
gedeeltelijk in een werveling besloten lag, gaat meer en
meer de rechtlijnige beweging benaderen, daarbij wordt dan
tevens de uiterste lichtsnelheid bereikt. Bij het bereiken
daarvan wordt de lichtsnelheid overschreden en verdwijnt
deze lichtenergie uit het ons bekende universele systeem.
(Ter verduidelijking, bij de creatie van licht werd
tegelijkertijd de tweeledigheid geschapen. Wat tot uiting
kwam
in
het
ontstaan
van
de
twee
tegengestelde
spiraalwervels, die als paar ook weer een tegenhanger
hadden).
39Volgens
de media is dit verschijnsel in 1999 door Amerikaanse
astronomen ontdekt. Dit komt overeen met deze reeds jaren eerder
opgestelde Big Bang hypothese.
257
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-11
5
10
15
20
25
30
35
40
Dit is de weg die alle materie te gaan heeft. De
lichtsnelheid wordt daarom bepaald door de steeds groter
wordende ruimte tussen de spiraalarmgedeeltes. Dit geeft
losstaand van het dopplereffect ook al een verschuiving van
het spectrum naar rood te zien en gaat gepaard met een
temperatuurverlaging.
Even voor de duidelijkheid, lichtenergie heeft in onze
hypothese een spiraalvormige ronddraaiende beweging. Deze
spiraal
kan
weer
opgebouwd
zijn
uit
kleinere
spiraalwervels. In verband met de diameterverandering van
de spiraal kan deze beweging ervaren worden als een
golfbeweging. Doordat de spiraalarmen ons passeren. Het
deeltjeskarakter van licht(Fotonen) kan veroorzaakt worden
door de kleinere spiraalwervels waaruit de grotere is
samengesteld; dit in overeenstemming met de regel van
Hermes: “Zo in het groot, zo in het klein”.
Om dit nog iets te verduidelijken, zoals de eerste energie
puls de rechtlijnige beweging en de weerstand daartegen,
links en rechts- omdraaiende bewegingen deed ontstaan, zo
zal de spiraliserende beweging ook weer wervelingen
teweegbrengen. Deze wervelingen, laten we zeggen, van de
tweede orde worden door ons gekend als materiedeeltjes. De
weerstand wordt veroorzaakt door de anti krachten of
spiegelbeeld, zie figuren 1 t/m 4. Wij kunnen zeggen,
iedere schepping ondervindt weerstand in de vorm van een
spiegelbeeld, bv., de slinger van een klok wordt uit zijn
balans gedrukt, maar komt in tegengestelde richting weer
terug. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
We vinden zoiets ook terug in het principe van Christiaan
Huygens(1629-1695), zoals gegeven in de Winkler Prins
Encyclopedie en waar staat: “Elk punt van een golffront kan
worden opgevat als het middelpunt van een nieuw elementair
golvensysteem. De uit alle elementairgolven ontstaande golf
is identiek met de zich uitbreidende golf”.
De vorm van deze spiralen zou wel eens een overeenkomst
kunnen hebben met de Spira Mirabilis die voldoet aan de
258
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-12
5
10
15
20
25
30
35
40
gulden snede verhouding. Wij begrijpen dan ook waarom
zo
vaak
zien,
dat
de
opbouw
van
de
natuur
overeenstemming is met deze gulden snede verhouding,
beginnen met ons eigen zonnestelsel. Het licht als
stuwende kracht waardoor alles groeit en bloeit moet
deze informatie bevatten. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 14).
wij
in
te
een
wel
Wij hebben gezien, dat naar mate de spiralen groter worden,
zij
langzamer
rondwentelen
en
des
te
groter
de
tussenruimten van spiraalarmen worden.
Wij zouden hieruit het door de wetenschap bewezen feit
bevestigd kunnen zien, dat hoe sneller je beweegt des te
langzamer de tijd voor je gaat t.o.v. de buitenwereld. Dus
wanneer je in een ruimtecapsule zou zitten waarvan de
snelheid die van het licht benadert, de tijd nagenoeg tot
stilstand komt. De ontwikkeling hier op Aarde echter zou
verder gaan.
Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn, dat naar mate een
voorwerp sneller en rechtlijniger voortbeweegt, dit groter
wordt en minder compact. En hoe meer dit voorwerp uitzet,
des te langzamer de tijd gaat. Bij een grotere snelheid dan
die van het licht is de tijd 0, of wel er is geen tijd
meer. Wij zouden kunnen zeggen: wij bevinden ons dan buiten
het lichtsysteem; in het Zijn, waar het NU is. Wij kunnen
het ook zo zien, de spiraal is overgegaan in een cirkelvorm
en gaf daarmee een reactie op de beginactie. De tijd heeft
daarmee opgehouden te bestaan. We hebben hier weer met een
tweeledigheid te maken, nl. de diameter van de spiraal
waarop de snelheidslijn ligt en de spiraal zelf veroorzaakt
door de actie=reactie werking van het licht.
Het tot aanschijn komen en verdwijnen van het heelal, is
als de hartenklop of ademtocht van het heelal. Het zal zo
zijn, dat wanneer al wat geconcentreerd is gedeconcentreerd
wordt, tijd en ruimte ophouden te bestaan, er is dan
namelijk geen materie meer.
Aan het ijsdansen op schaatsen hebben we een mooi voorbeeld
om de tijdverkorting of verruiming te verduidelijken.
259
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-13
5
FIGUUR 5
10
15
20
25
Wanneer bij het ijsdansen de dansers een pirouette maken
zien we, wanneer zij draaien met ieder de armen en een been
uitgestrekt, dat hun snelheid groter wordt naar mate zij
hun handen en been dichter bij het lichaam brengen. Wanneer
zij hun omvang weer vergroten, duurt het langer om, als het
ware, het klokje rond te komen. We zouden kunnen zeggen de
tijd wordt uitgerekt of vertraagd.
Wanneer we de cirkel die de armen beschrijven in A en B
beschouwen als de wijzerplaten van een klok, dan zullen we
zien dat bij het uitzetten van het lichaam de tijd
langzamer wordt doorlopen en dat in de richting van B dit
steeds sneller gaat. Hier zien we weer, kleiner en
compacter worden veroorzaakt tijdverkorting. Zie Figuur 5.
Wij zien dat voor dit vergelijkende voorbeeld geen
ingewikkelde berekeningen of natuurkundige proeven nodig
zijn om te constateren, dat de tijd vertraagd bij hoge
snelheden, c.q. een klok daarbij langzamer gaat lopen. Dit
klopt met Prof. Albert Einstein’s relativiteitstheorie. We
moeten echter wel bedenken, dat tijd op zichzelf niet
bestaat en wordt bepaald door bewegingen van bv.
260
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-14
5
10
15
20
25
30
35
40
omwentelingen van de aarde, het aardse baantje om de zon.
Waar geen beweging is, bestaat geen tijd. Wat bij
A.Einstein ook nog ter sprake komt is, dat lichtsnelheid in
een vacuüm altijd hetzelfde blijft, wat volgens de Big-Bang
hypothese niet zo behoeft te zijn
Voor
het
bovenstaande
is
de
volgende
stelling
van
toepassing:
Stelling.
In het algemeen geldt, dat alle kleine lichamen ten
opzichte van de grotere sneller bewegen en waar het kleine
samen gaat met veelheid en tijdverkorting, zo gaat het
grotere gepaard aan weinig en tijdverruiming.
Het volgende hangt nauw met deze stelling samen.
Er wordt wel eens gezegd, dat wanneer de mens in een
ruimtecapsule zich met de lichtsnelheid zou voortbewegen en
weer terug zou komen op de aarde, de achtergeblevenen
relatief
veel
ouder
zouden
zijn
geworden
dan
de
ruimtereiziger. Dit idee zal, wanneer we de bovenstaande
stellingen erbij betrekken, onjuist blijken te zijn. Een
lichaam dat zich van het Big-Bang explosie punt af beweegt
en de lichtsnelheid benadert, ondervindt tijdverruiming.
Het lichaam zet hierbij uit en wordt als het ware
etherischer. Zouden wij ons in zo’n capsule bevinden met
deze snelheid, dan zouden wij t.o.v. de aarde minder snel
oud worden. Maar het is niet zo, dat wanneer we weer naar
de aarde terugkeren de achtergeblevenen t.o.v. ons ouder
geworden zouden zijn. Dat komt, omdat wanneer we naar de
aarde terugkeren het proces van verouderen wordt versneld
omdat daarbij niet alleen het lichaam maar ook de
ruimte/tijd wordt gecomprimeerd. De aarde kan dan hierbij
beschouwd worden als ons Big-Bang explosie punt.
De Big Bang hypothese die hier ingebracht wordt is een
geheel nieuw idee, juist of onjuist, dat moet door onze
niet
materialistisch
ingestelde
wetenschappers
worden
beproefd. Het is zo, eerst moet het idee er zijn, dan volgt
de uitwerking en beproeving. Het geeft in ieder geval een
gehele nieuwe kijk op de gang van zaken in ons Universum.
261
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-15
5
Ongetwijfeld zal deze hypothese bij velen weerstand
oproepen. Het is nu eenmaal zo, dat het verticaal
wetenschappelijk denken stopt bij wat nog is waar te nemen.
De laterale en analogische denkwijze kan echter deze door
de
wetenschap
gestelde
grenzen
overschrijden.
De
analogische voorbeelden duiden aan, dat de hoofdlijnen van
de hypothese in principe correct zijn.
10
15
20
25
30
35
40
Voor gekristalliseerde denkers volgen hier enkele woorden
uit Faust,(Goethe).
”Daran erkenn ich, die gelehrten Herren:
Was ihr nicht taste, liegt euch meilenfern;
Was ihr nicht faszt, das fehlt euch ganz und gar;
Was ihr nicht rechnet, glaubt ihr sei nicht war;
Was ihr nicht wägt, hat fur euch kein Gewicht;
Was ihr nicht münzt, das meint ihr, gelte nicht”.
Stelling.
De kleinste materiedeeltjes die voor een wetenschapper
bestaan, zijn die, waarvan het bestaan met stoffelijke
hulpmiddelen
kunnen
worden
vastgesteld
en
aangezien
wetenschappelijk niet kan worden aangetoond dat wat niet
beweegt bestaat, ligt de grens van de wetenschappelijke
bewijsvoering voor het wel of niet bestaan daar, waar de
beweging van de materie ophoudt.
De gegeven hypothese is in een vereenvoudigde vorm
beschreven. In werkelijkheid doet het zich ingewikkelder
voor, meer omwikkeld en er kunnen er zelfs meerdere
dimensies mee gemoeid zijn.
Wat we ook in onze gedachte moeten houden is, dat het
verschijnsel waar we het hier over hebben hun gelijkenissen
kunnen hebben op een microkosmisch en macrokosmisch niveau
en dat tegelijkertijd.
Wij zouden de Big-Bang kunnen zien als de resultante van al
die vele kleine Bangs die op atomair niveau plaats vinden.
Het lijkt te eenvoudig om waar te zijn, maar is eenvoud
niet het kenmerk van het ware?
En worden ingewikkelde zaken niet opgebouwd met behulp van
eenvoudige elementen? Kunnen wij bij voorbeeld niet alle
262
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-16
5
10
15
getallen
weergeven
met
nullen
en
enen(Het
binaire
getallenstelsel) en met behulp daarvan de hele wereld op
ons digitale computerscherm laten zien?. De mooiste
kunstmatige acteurs en actrices zijn daarop reeds te
bewonderen, slechts samengesteld met behulp van twee basis
elementen, namelijk de een en de nul.
Uiteindelijk zullen we zien dat alles is samengesteld uit
allerlei combinaties van positieve en negatieve krachten.
Op de zelfde manier als we die gebruiken in onze binaire
logica, waarmee we met gebruikmaking van nullen en enen, al
onze getallen kunnen uitdrukken. Zodanig gebruiken we dit
ook in computers en televisies, etc.
(Zie ook GEDACHTE-THEMA NO. 18)
20
25
30
35
40
Een wel bekend en aan Hermes toegeschreven gezegde luidt:
“Het hogere komt overeen met het lagere en het lagere met
het hogere”
Wat met dit gezegde wordt bedoeld is, dat de basis
principes van wat wij zien terug te vinden zijn op
verschillende bestaansniveaus. Zo kan ieder element een Big
Bang punt of zwart gat als kern hebben.
Daarom moeten we op deze wijze trachten analogische
voorbeelden te vinden om natuurlijke verschijnselen voor
ons zelf duidelijk te maken
Zie
aan
van
het
voor voorbeelden ook eens een onderwerp dat hier nauw
verwant nl.: GEDACHTE-THEMA NO. 4, waarin met behulp
de wet van Bernouilli een verklaring wordt gegeven voor
verschijnsel magnetisme, zwarte gaten en materie.
Wat op het aardse vlak plaats vindt heeft min of meer zijn
gelijkenis op een meer spiritueel niveau en omdat alles met
elkaar samenhangt, zal het minder compact worden van de
stof waarschijnlijk ook gepaard gaan met een spirituele
ontwikkeling of verlichting; een minder gehecht zijn van de
geest of bewustzijn aan de materie. Zoals bekend uit de
Hindoeïstische- en Boeddhistische leer, kunnen er cycli in
weer grotere cycli bestaan.
263
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-17
5
Ondanks dat ons melkwegstelsel als geheel uitdijt, ook de
materie als onderdeel daarvan, schijnt de ontwikkeling van
onze maatschappij, wanneer wij nu naar het wereldgebeuren
kijken zich in een van de kleinere spirituele cycli te
bevinden die in neerwaartse richting gaat.
10
15
20
25
30
35
40
Deze cyclus trekt zich versneld samen. Dat houdt in, dat er
een versnelling van tijd plaats vindt en we afstormen naar
het
einde
van
een
tijdperk.
Samentrekking
betekent
kristallisatie en verharding. Zie de Figuren 5 en 6.
Wij zien op het ogenblik ook dat de wereld neigt naar
materialisatie en kristallisatie. Wij mensen van deze tijd
zien vaak het verband niet meer tussen verschillende zaken
en gebeurtenissen in dit leven. Treffend is het wat
geschreven staat in het evangelie, in de Rede over de
laatste dingen: “En indien die dagen niet ingekort werden,
zou geen vlees behouden blijven: doch ter wille van de
uitverkorenen zullen die dagen worden ingekort Mateüs(2422).
Deze evangelische boodschap spoort ons tevens aan om alert
te zijn tijdens het afglijden van deze wereld in het
materialisme, waarin het verkrijgen van Geld en Macht het
belangrijkste schijnt te zijn en waarin egoïsme hoogtij zal
vieren.
264
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-18
5
10
15
20
25
(Menigeen zal zich toch weleens afgevraagd hebben, kan tijd
ingekort worden? Deze hypothese geeft hiervoor het antwoord
en toont ook aan dat bij tijdverkorting kristallisatie of
verharding optreedt).
Ook dit zullen we met een voorbeeld verduidelijken en wel
met een stukje speelgoed, de Jojo. Het is een soort klosje
waaromheen een draad gewonden is.
Het Jojo-effect van de spiraalwervels.
Wanneer een jojo van je af naar beneden wordt gegooid en
het touw, dat aan de jojo verbonden wordt vastgehouden, dan
zal het touw van de jojo ten gevolgen van de zwaartekracht
versnellend worden afgerold. Wanneer de jojo het einde van
dit touw bereikt heeft, zal deze zo’n snelle draaiing
gekregen hebben, dat hij door blijft draaien en het touw in
tegengestelde richting opwindt. Het touw geeft de tijd aan
die steeds sneller wordt doorlopen.
Wanneer wij nu de versnelling van de tijd hierbij betrekken
en de beweging van de JOJO bekijken zien we, dat de
verandering of omkering sneller kan gebeuren dan wij zouden
verwachten en wanneer de snelheid het grootst is, vindt
plotseling de omkering plaats.
265
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-19
5
10
15
20
25
30
35
40
De Jojo beweging is in principe dezelfde als die van de
Figuren 1 t/m 4.
We kunnen het verschijnsel ook vergelijken met de slinger
van een klok. Wanneer de slinger uitslaat gaat de
bewegingsenergie over in potentiële energie en die is 100%,
wanneer de slinger zijn hoogste punt heeft bereikt. Dus op
het punt van richtingverandering. Op het moment de slinger
het laagste punt passeert, is alle potentiële energie in
bewegingsenergie overgegaan40. Omdat dit soort ritmen overal
in
de
natuur
weer
terug
te
vinden
is,
zal
dit
hoogstwaarschijnlijk ook plaats vinden op kosmisch niveau
wat zich daar uit door het samentrekken en expanderen van
het heelal. Het is als het ware het in- en uitademen van
het heelal. Het inademen kan men beschouwen als het samen
trekken van het Universum, waarbij dan materie en werelden
ontstaan en bij uitademing, (ontspanning), lossen deze weer
op. Deze leerstelling vinden we ook weer in oosterse
filosofieën.
Wij zien dat de Jojo op het diepste punt zijn grootste
omwentelingssnelheid heeft. Versnelde draaiing betekent
hier materiële verharding, separatie(Het grote verdeeld
zich in steeds kleinere bestanddelen), verstarring, meer
regels en wetten. Eenieder zal als het ware in een hokje
met een nummer worden geplaatst als onderdeel van een
bureaucratisch systeem. Het vrije persoonlijk handelen zal
op een gegeven ogenblik niet meer mogelijk zijn; de dood in
optima forma. Wanneer deze verstarring het toppunt zal
hebben bereikt, vindt er plotseling de ommekeer plaats
gepaard gaande aan een mondiale bewustzijnsverandering. Wat
op een materieel niveau plaats vindt heeft min of meer zijn
gelijkenis
ook
op
een
spiritueel
niveau,
want
het
uiterlijke gebeuren is een afspiegeling van de innerlijke
toestand. Wij hebben daarmee een meetpunt voor hoe ver we
van het punt omega af zijn; (het omkeerpunt).
Aangezien wij opgesloten zitten in het materiële systeem,
kunnen wij niet direct zien of de tijd sneller of langzamer
gaat. Dit heeft met de relativiteit van alles te maken. Wij
40Wij
gaan in dit gedachtethema aan het punt voorbij, dat bij de Jojo
aanvullende energie nodig is om deze in beweging te houden.
266
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-20
kunnen de tijdversnelling wel afleiden van de bijkomende
verschijnselen.
5
10
15
Want wat zien wij?
We kunnen steeds sneller reizen door middel van fietsen
bussen, treinen, vliegtuigen en raketten. Berichten over
gebeurtenissen gaan met de snelheid van het licht de wereld
rond. Denk maar aan de radio, televisie, telecommunicatie,
GSM. Berekeningen kunnen supersnel gemaakt worden met
behulp van computers. etc., etc., waardoor ontwikkelingen
zich nog sneller kunnen voltrekken. Het leven wordt als het
ware gecomprimeerd. Zonne-energie waarvan de opslag in de
vorm van olie en kolen miljoenen of wel miljarden jaren
duurde, worden in een ijltempo verbruikt. Ook de aardse
bevolking
breidt
zich
steeds
sneller
uit.
Snellere
reïncarnaties? Het heeft dan ook weer een toename van
misdaad, oorlogen, ziektes en natuurrampen tot gevolg. Alle
20
25
30
35
zekerheden verdwijnen of worden losgelaten. Denk ook eens
aan het groeiende aantal echtscheidingen en is men er nog
zeker van het betaalde pensioengeld uitgekeerd te krijgen.
Maar natuurlijk heeft het ook een gevolg voor de goede
dingen des levens, zoals verdieping van de spiritualiteit,41
veroorzaakt door crisis situaties. Vandaar dat in moeilijke
tijden mensen elkaar opzoeken in kerken, verenigingen,
enz., om in feite steun bij elkaar te zoeken. De druk die
door de levensstroom op de dam der weerstand wordt
uitgeoefend
wordt
steeds
groter,
waardoor
de
dam
uiteindelijk het begeeft. Te zien als een wereldlijk
orgasme, veroorzaakt door spanningsverschillen, waarbij
iets nieuws tijdens een totale bevrijding van spanning kan
worden geboren.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 12)
Wanneer we dit alles in het grote geheel bezien, dan moet
onze kosmos een tegenhanger hebben met een tegengestelde
polarisatie, want wanneer er een positieve lading wordt
40
41
We kunnen hier een Zen-achtige uitspraak bezigen: De klappen vallen
in het midden, daar vindt de omkering plaats.
267
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-21
5
10
gecreëerd, moet er tegelijkertijd ook een negatieve lading
ontstaan. Tussen onze kosmos en die andere tegengestelde
wereld moet dan ook een spanningsverschil bestaan. Zo
zouden we ons kunnen voorstellen dat net als bij een
spanningsontlading bij een onweer, wat wij zien als een
bliksemschicht, onze wereld in een flits zou kunnen
verdwijnen; weer in licht of vibratie zou kunnen overgaan.
Voor de duidelijkheid, we moeten zo’n flits niet plaatsen
en zien in ons tijdservaren, want de tijd, wat we reeds
hiervoor hebben uitgelegd is een relatief begrip en kan
uitgerekt of samengedrukt worden. Dat houdt dan weer in,
dat zo’n flits over een zere lange tijd wordt uitgerekt.
15
20
25
30
35
40
Deze dematerialisatie of ommekeer is hoogstwaarschijnlijk
een angstaanjagend gebeuren. Het is te vergelijken met een
distillatie proces waarbij stoffen door verhoging van de
temperatuur van elkaar worden gescheiden. Bij dit proces
zal de geest van zijn materialistische instelling worden
gescheiden. Omdat alles verband houdt met elkaar, kan het
misschien zijn dat de vermindering en omkering van het
magnetisch veld van de aarde ook iets te maken heeft met
het genoemde JoJo-effect. Deze verandering is een punt van
het hedendaagse wetenschappelijk onderzoek.
We horen ook vaak zeggen wat gaat de tijd tegenwoordig toch
snel. Maar de klok loopt toch niet sneller? Jawel, is het
antwoord, die loopt ook sneller evenals de jaren en dagen
die korter worden als onderdeel van hetzelfde systeem. Dat
is dan ook de reden dat we de tijd niet direct kunnen
meten, er bestaat geen absolute tijd in het heelal. Alleen
door te letten op tekenen des tijds krijgen we daar enig
idee van.
Aan het einde van de samentrekking volgt de plotselinge
ommekeer en wordt ons uitzicht verruimd. Het zal zijn alsof
iemand die jarenlang in een gevangenis heeft gezeten
bevrijd wordt. In een bliksemflits worden onze ogen geopend
en komen daarbij tot een ander bewustzijnsbeleving. Was
onze toekomst eerst eenpuntig gefocust op specialismen en
daarmee verdeeldheid en afgescheidenheid, na de grote
ommekeer zullen we de onbegrensde eenheid van alles zien.
268
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-22
5
10
15
20
25
30
35
40
Er staat geschreven: Want gelijk de bliksem komt van het
oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon
des mensen zijn (Matteüs 24-27). Let wel ! Hier staat
geschreven Zoon des mensen, niet Zoon van God. Deze Zoon
komt uit onszelf voort of kan in ons tot ontwikkeling
komen. Klaarblijkelijk heeft deze gedachte in de figuur van
Jezus Christus gestalte gekregen. Aan ons de taak ons met
deze figuur trachten te vereenzelvigen.
De mens moet reeds een ideaalbeeld van de mens als een
soort blauwdruk in zich hebben, dat houdt logischerwijs in,
dat er een verwezenlijking in de toekomst mogelijk was of
is, vandaar dat er in de openbaring van Johannes wordt
gezegd: ”Het woord(de gedachte, de voorspelling, het
ideaalbeeld) is vlees(mens, lichamelijk) geworden en het
heeft onder ons gewoond”.
Natuurlijk blijven er nog veel vragen over, onder andere,
wat is het kleinste element? Het is bewezen dat materie
bestaat uit stralingsenergie. Straling is nog geen materie,
maar heeft een beweging en is onderhevig aan zwaartekracht.
Wij kunnen daarom voorlopig lichtdeeltjes beschouwen als
het kleinste element waarmee materie is samengesteld.
Zoekend naar de kleinste materiedeeltje gaf als opbrengst
een
onnoemelijke
hoeveelheid
verschillende
deeltjes,
misschien is de wetenschap op het verkeerde spoor. Om een
vergelijking te maken met water. Met water kunnen kleine
en
grote
druppels
gemaakt
worden.
Dit
geschiedt
waarschijnlijk ook bij de beschieting van de kleine
deeltjes waarbij allerlei andere deeltjes ontstaan met een
verschillend gewicht en snelheid, maar deze deeltjes zijn
wel stukjes van een en hetzelfde element.
Als je hoort van de hoeveelheid en zeer ingewikkelde
formules die opgezet worden, om met de String-, Membraanen de Elfde dimensietheorie het begin van ons Universum te
verklaren en die steeds weer door andere worden vervangen,
omdat deze dan weer niet voldoen, dan zou je geneigd zijn
te zeggen, zij zijn in de letterlijke zin van het woord in
het duister aan het tasten. Hoe mooi en eenvoudig is dan
Einstein’s formule E=mc2 indien (m) en (c) niet als
onveranderlijk zou worden gezien. Zou dit niet alreeds de
269
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-23
formule kunnen zijn die de uiterste
materialistische wereld aangeeft.
grens
van
onze
5
10
15
20
25
De vraag die nog gesteld kan worden is: Wat was er het
eerst, straling(Licht) of de Big-Bang ?
Het antwoord wat analogisch afgeleid kan worden zal dan
moeten
zijn:
“Straling”.
Dit
heeft
te
maken
met
concentratie. Wanneer men bv. gas samengeperst wordt tot
vloeistof, denk aan LPG, wordt het zichtbaar voor ons
doordat het een vastere vorm krijgt en er zijn nog heel wat
meer van zulke voorbeelden te geven. Het uitkristalliseren
van bv. zout of suiker in een vloeistof is er een van. Het
overgaan van damp in druppels is nog een andere. Analoog
hieraan
kunnen
we
zeggen,
door
samentrekking
of
samendrukking ofwel concentratie ontstaan werelden en door
expansie ofwel deconcentratie verdwijnen ze weer uit ons
zicht. Wanneer dat zich herhaalt, kunnen we zeggen, dit is
de hartenklop van het universum. De kracht die dit
veroorzaakt
moet
hoogstwaarschijnlijk
met
bewustzijnsconcentratie
te
maken
hebben.
Mede
door
bewustzijnsconcentratie
ontstaan
dan
driedimensionale
werelden. We zouden kunnen zeggen dat dit alles plaats
vindt in een bewustzijnsveld.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
30
35
Fred Hoyle de Engelse astronoom en wiskundige opperde eens
het idee, dat het allereerste element wat ontstaat voor de
vorming
van
sterrenstelsels
waterstof
is.
Door
samenklontering ontstaan er dan, combinaties van allerlei
zwaardere elementen. Ouspensky schreef daarover iets in
zijn boek “Op zoek naar het wonderbaarlijke”. Is al het
geschapene
niet
ontstaan
door
de
wisselwerking
van
positieve en negatieve krachten?
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 18)
40
Zie Figuur 10 van hoe de tweeledigheid van licht zou kunnen
worden uitgebeeld; als deeltjesgolven in de vorm van een
spiraal in overeenstemming met de spira mirabilis, ofwel de
Gulden snede.
270
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-24
5
Na de Big-Bang zou al het stof geleidelijk weer over kunnen
gaan in straling. De aanwezigheid van zwaardere elementen
zou steeds minder worden. Er zouden dan nog wel nieuwe
sterrenstelsels gevormd kunnen worden, door vrijgekomen
waterstof, maar dat proces zou dan langzaam afnemen en kan
worden vergeleken met de slinger van een klok die een
impuls krijgt en dan steeds langzamer uitslingert.
10
15
20
25
30
Wij zouden het hele Kosmische proces kunnen zien als een
combinatie van rechtlijnige en spiraalvormige bewegingen.
Licht
zou
dan
bestaan
uit
werveldeeltjes
op
een
spiraalgevormde golf. Waarbij rechtlijnige beweging van de
golf bij een Kosmische implosie, waarschijnlijk haaks staat
op die van de explosie; aangegeven met de Figuren 1 t/m 4.
Wanneer, in een theoretisch geval, een reiziger in een
ruimtevoertuig vanuit het middelpunt van de spiraal
vertrekt, richting pijl, zie Figuur 7, en daarbij de
verschillende delen van de spiraal loodrecht met een
constante snelheid passeert, zal het ruimtevoertuig zich
opeenvolgend tussen een ander spiraalgedeelte bevinden,
waar een andere tijd/ruimtewaarde van kracht is. Verder
moeten we bedenken dat er meer kleinere spiraalstelsels in
minder grotere spiraalstelsels bestaan. We kunnen daarbij
denken aan ons melkwegstelsel die een onderdeel van weer
een groter stelsel is. Zo is ons zonnestelsel daar weer een
onderdeel van en deze omvat dan weer kleinere stelsels van
atomen met rondcirkelende elektronen.
35
40
271
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-25
5
10
15
20
FIGUUR 7
Deze verhoudingen moeten nog
op waarheid worden getest
Er is hier van een dualiteit sprake, zoals deze in de
natuurkunde bij het zoeken naar het kleinste materie
element ook naar voren kwam.
Het eerste voorbeeld wat in dit gedachtethema gegeven is,
zie figuur 5, wordt de ruimte/tijdverandering duidelijk
gemaakt door een ruimtevoertuig de lichtsnelheid te laten
benaderen, waardoor de tijd vertraagd en de ruimte vergroot
wordt. In dit laatste voorbeeld, zie Figuur 7,
laten we de snelheid van het ruimtevoertuig constant, maar
hier verandert de ruimte in opeenvolgende trappen. De
ruimtereiziger zal er steeds langer over doen om van het
ene gedeelte van de spiraalarm naar de andere te komen. In
beide gevallen zal echter de ruimtereiziger tijdvertraging
ondervinden en bij terugkeer een tijdversnelling. Hij zal
echter relatief genomen niet ouder of jonger geworden zijn
dan de achterblijvers.
25
272
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-26
5
10
15
20
25
NOTE.
Wanneer we de Figuren 1 tot en met 4 nog eens bekijken zien
we, dat er door de wervelmiddelpunten, lijnen getrokken
kunnen worden die daardoor een kruis vormen.
Hebben
wij
nu
de
achterliggende
betekenis
van
het
kruissymbool herontdekt en weten we nu waar dit van is
afgeleid?
Een
symbool
niet
alleen
gebruikt
door
Christelijke groeperingen vanaf het jaar 0 A.D., maar reeds
eeuwen eerder door antieke volkeren, wat gebleken is uit
archeologische vondsten. Zo werd dit symbool o.a. ook op
standbeelden op de Paaseilanden in de Pacific gevonden.
Van dit kruissymbool zijn verschillende variaties bekend.
Zo kennen wij het Griekse, het Latijnse, het Keltische, het
Maltese kruis, de Swastika en de crux ansata(het Egyptische
kruis), om er maar een paar te noemen en zo zijn er nog
meer.
Hoogstwaarschijnlijk
was
dit
in
feite
wetmatige
wervelproces in de oudheid al bekend. De ouden spraken ook
over de 4 symbolische elementen aarde, water, lucht en
vuur. Eigenschappen die worden toegekend aan de 4 vaste
tekens van de astrologische dierenriem, resp. Stier,
Schorpioen, Aquarius en Leo. Kunnen wij nu zeggen dat alle
materie is
273
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-27
5
10
15
20
25
30
35
samengesteld uit deze 4 verschillende basiselementen en dat
de meer ingewikkelde materiële structuren even zovele
combinaties daarvan zijn?
Indien de kennis over de oorsprong van het kruis verloren
is gegaan, dan hebben we deze nu weer teruggevonden. Zoals
ten slotte alles ontsluierd zal worden.
Een ander punt dat tot nadenken stemt is, waarom zijn er 4
evangeliën waarvan de 4 evangelisten Matteus, Markus, Lukas
en Johannes soms worden uitgebeeld met de symbolen voor de
4 astronomische constellaties: Schorpioen42, Leeuw, Stier en
Mens? Het antwoord daarop zal moeten zijn, omdat deze vier
astrologische43 vaste tekens een kosmisch kruis vormen. Ook
de Egyptische sphinx wordt daarmee uitgebeeld. Het lichaam
daarvan is die van een rund. Het heeft de klauwen van een
leeuw. De kop van een mens en de vleugels van een adelaar.
De materialistische mensheid is als geheel op dit hemelse
kruis vastgepind wachtend op de verlossing van het aardse.
Het doorbreken naar een hogere bewustzijnstoestand.
Met de regel van Hermes in onze gedachten: zo boven zo
beneden, zien we zoiets in het klein. Als het ware een
voorafschaduwing van wat er in de toekomst gebeuren gaat.
We weten dat Jezus Christus op deze aarde aan het kruis
werd genageld met zijn hoofd op de kruising van twee balken
waar de splitsing materie en geest plaats vond en voor ons
nog zal plaats vinden.
De
Rozenkruisers
hebben
op
dit
kruispunt
een
roos
geplaatst, om aan te geven dat daar iets geheel nieuws zal
ontluiken.
Over het wel of niet bestaan van Jezus Christus kunnen nog
het volgende zeggen, de mens heeft altijd een ideaal beeld
van de mens voor ogen gehad. Een ideaalbeeld dat hij heeft
overgehouden van voor zijn val in de materie. Het is als
een weten dat hij is vergeten en dat we nu geweten noemen.
Dit geweten is door het gevoel nog nauw met hem verbonden.
Schorpioen staat voor lagere- en Adelaar voor hogere aspiraties
Wij schrijven hier astrologische, omdat de astronomische tekens niet
meer samenvallen met eerstgenoemde. In vroegere tijden toen deze tekens
nog samenvielen waren de sterrenconstellaties merkpunten om de plaatsen
van de 4 krachtbronnen te bepalen.
42
43
274
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
19-28
5
10
15
20
Dit houdt in, dat dit beeld een mogelijkheid van
concretisering in zich heeft anders was het onmogelijk om
dat met onze systematische hersenen te bedenken. Ook is het
zeker, dat de geboorte datum van Jezus Christus niet het
jaar O Anno Domino was, het kan wel eens 200 jaar eerder
zijn geweest. Hetgeen beter schijnt te kloppen met wat zich
vroeger heeft afgespeeld. Deze gehele gebeurtenis is verder
verpakt in een esoterisch omhulsel. Het gaat erom de
diepere betekenis van het verhaal te begrijpen. We moeten
ons niet te krampachtig aan aardse futiliteiten vast
klampen. Johannes zei: het woord, (de gedachte of het
ideaal), is vlees geworden, (heeft een concrete vorm
aangenomen), en heeft als zodanig onder ons gewoond. In het
boek Genesis staat geschreven: al wat de mensheid in
eenheid kan bedenken kan verwerkelijkt worden. Laat het zo
zijn.
Wij moeten verder bedenken dat deze verhandeling slechts
een hypothetische principe schets van het kosmisch gebeuren
is en dat de basis elementen van materie hierbij uit vier
wervelingen
kunnen
bestaan.
Wervels
die
zo
snel
rondwentelen dat zij zich aan de buitenkant als een vaste
stof voordoen met ieder een zogenaamd zwart gat.
25
30
35
In het heelal zijn er dan ontelbare en niet voor te stellen
hoeveelheden aan zwarte gaten. Meer dan alle zandkorreltjes
op het strand, meer dan alle watermoleculen in de oceaan,
waarschijnlijk meer dan alle waterstof elementen in het
ganse universum. Al deze wervelingen vormen met elkaar weer
grotere clusters van wervelingen.
Een daarvan is ons groot melkwegstelsel met als middelpunt
een
zwart
gat,(kijkend
in
de
richting
van
de
sterrenconstellatie Sagitarius) als een resultante van alle
kleinere
wervels
met
een
zwart
gat
en
dat
in
overeenstemming met de regel der ouden: Zo in het groot, zo
in het klein. Met ander woorden: Wat in het plaats vindt,
vindt zijn herhaling ook in het kleine en andersom.
40
275
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-1
GEDACHTETHEMA NO.20
5
10
15
ENERGIE, GELD EN MACHT
Wat is energie ?
Er wordt door natuurkundigen aangenomen dat energie
onvernietigbaar is, maar is dat wel zo?
Kan het niet zo zijn dat energie wordt gecreëerd door iets
wat de macht heeft om energie te creëren door middel van
tweedeling van dat ene.
Iets dat van een geheel andere orde is en ons aardse begrip
te boven gaat?
Maar daar is toch ook energie voor nodig zal men dan
zeggen. Om daar een antwoord op trachten te vinden moeten
we wel weten wat we precies verstaan onder energie. Het is
in
ieder
geval
een
begrip
dat
behoort
tot
onze
driedimensionale, materiële wereld.
20
25
30
35
40
Laten wij eerst eens bekijken wat wij van de verschillende
energietoestanden weten.
Wij kennen twee toestanden van energie, nl. de kinetische
en de potentiële energie.
Onder kinetische energie wordt verstaan alles wat een
beweging heeft t.o.v. iets anders en daarmee direct invloed
op zijn omgeving kan uitoefenen.
Potentiële energie is energie, die in een of andere vorm is
opgeslagen in gas, olie, hout, steenkool, enz. De energie
in deze producten zijn voor ons het gemakkelijkst vrij te
maken, omdat voor het kristalliseren of opslaan daarvan dit
gebeurde met behulp van de zogenaamde levende natuur waar
wij zelf ook toe behoren. Bij andere stoffen zoals ijzer
gaat dat moeilijker, maar ook deze houden een hoeveelheid
energie in. Elektrische energie kan in een accu worden
opgeslagen.
In feite is alle materie gekristalliseerde energie en zijn
ze te groeperen naar gelang hun energetische samenhang.
(Zie ook Gedachtethema No.4)
276
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-2
5
10
15
20
25
30
35
40
Wanneer een voorwerp tegen de zwaartekracht in naar boven
wordt gehesen, krijgt het een vermogen aan potentiële
energie in zich opgeslagen. Laat men dat voorwerp vrij naar
beneden vallen dan gaat de potentiële energie weer over in
kinetische energie. Wanneer dit voorwerp op de grond
neerklapt wordt er warmte geproduceerd. De bewegingsenergie
van het voorwerp gaat daarbij o.a. over in warmtestraling;
wat ook een vorm van kinetische energie is. Men heeft
onderzocht hoeveel warmte er in zo’n geval vrij kwam en
verkreeg een waarde van 427 kgfm, wat het mechanische
warmte equivalent wordt genoemd. Dit betekent, dat wanneer
men 427 kg van 1m hoogte laat vallen er een hoeveelheid
warmtestraling vrij komt, waarmee 1 liter water 1 graad
Celsius verhoogd kan worden.
Warmtestraling van de zon plant zich door de ether voort.
Ether zelf wordt niet opgewarmd, omdat dit niet beschouwd
kan worden als materie. Het heeft van zichzelf geen
beweging, wat dan de reden is dat het niet gedetecteerd kan
worden door onze wetenschappers.
Straling zou door zijn betrekkelijke rechtlijnigheid, links
en rechtsom draaiende wervelingen in de ether kunnen
veroorzaken, wat wij dan kennen als materie. Zou dit
waterstof als basiselement kunnen zijn ? Zo te zien kan
energie van de ene vorm in de andere overgaan, bv. van een
statische in een dynamische vorm.
Soms is de dynamische of kinetische energie in evenwicht
met de statische of potentiële, denk maar aan de
hemellichamen die om elkaar heen draaien. De maan die om de
aarde draait wilt recht doorgaan en zich van de aarde
verwijderen, maar wordt door de aantrekkingskracht van de
aarde daarin belemmerd. Dat geeft als resultante een
draaiing om de aarde.
(Zie Gedachtethema 4; Magnetisme, zwarte gaten en ruimte).
Wanneer zonnestraling de aarde bereikt, botst deze tegen
luchtdeeltjes die daardoor opgewarmd worden. In feite wordt
daarmee de activiteit van deze luchtdeeltjes verhoogd en
gaan sneller bewegen. De lucht zet daarbij uit, waarbij de
temperatuur niet veranderd of wanneer de uitzetting niet
plaats kan vinden, in een besloten ruimte, dan wordt de
277
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-3
druk hoger en wordt de ontvangen stralingsenergie voor ons
kenbaar als warmte.
5
10
Chemische
reacties
kunnen
eveneens
warmtestralingen
produceren. We spreken dan van een exotherme reacties. Het
is een reactie van of samengaan van twee stoffen, waarbij
warmte vrijkomt, dit in tegenstelling met een endotherme
reactie waarbij warmte moet worden toegevoegd.
25
Hiervoor werd gezegd dat alle materie geheel uit energie
bestaat, wat zou blijken uit de formule van Einstein, nl.
E=mc². In deze formule staat E voor energie, c voor
lichtsnelheid en m voor massa. Voor massa moet nog gezegd
worden
dat
deze
volgens
de
hypothese
gegeven
in
Gedachtethema No. 19 bij het benaderen van de rechtlijnige
lichtsnelheid ook in straling overgaat. Lichtstraling heeft
een beweging en dat kunnen we beschouwen als kinetische
energie. Straling is de meest elementaire vorm van energie
die wij kennen. Zichtbare en onzichtbare stralingen met
verschillende golflengtes, kunnen nog niet tot de materie
deeltjes gerekend worden. Maar zij spelen wel een rol bij
het combineren van de verschillende elementen voor de
opbouw van lichamen.
30
Wat straling veroorzaakt is waarschijnlijk van een andere
niet materiële orde, bewustzijn? Het zal mogelijk met een
hogere dimensie van doen hebben, dat wat met ons 3dimensionale verstand niet begrepen kan worden.
15
20
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
35
40
Lichtstraling heeft het vermogen iets te laten bewegen of
op te warmen. De straling heeft een pulserende beweging in
de vorm van golven en deeltjesstroom(fotonen). Deze golven
kunnen een spiraalvormige beweging hebben die daardoor ook
weer op hun beurt wervelingen in de ether veroorzaken en
dit op een steeds ander niveau. Vandaar dat licht zich
gedraagt
als
een
golfbeweging
maar
ook
als
deeltje,(wervelingen).
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19 Figuur 7)
278
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-4
5
10
15
De straling kan druk uitoefenen; het bewijs daarvoor is te
demonstreren aan de hand van de zogenaamde radiograaf. De
radiograaf is een molentje met 4 vaantjes die ieder aan een
kant wit en aan de andere kant zwart zijn. Het geheel is
opgesloten in een vacuüm glazen bol.
Wanneer lichtstralen op de witte zijden van het molentje
vallen, zullen zij door het witte vlak teruggekaatst
worden, Dit brengt reactiekrachten teweeg, die het molentje
doen draaien. Uiteraard doen de zwarte zijden van het
molentje dat niet, deze nemen de warmte op, waardoor die
vaantjes warmer worden en naar alle kanten weer uitstralen.
Wij mensen kunnen de energie vorm veranderen. Wij kunnen
stralingsenergie met behulp van zonnecellen omzetten in
elektrische energie.
20
25
30
Wij zagen dat materie of massa een hoeveelheid energie
vertegenwoordigt. Waterstof is het eenvoudigste lichtste
element met een massa 1. Zoals astronomen ontdekten, komt
dit element in het universum het meest voor. Zij nemen aan
dat in deze wolken van waterstofatomen sterrenstelsels tot
ontwikkeling te komen.
Wij weten dat er elementen zijn, zoals uranium, die veel
energie in de vorm van gamma etc. uitstralen, waarbij lood
als rest product overblijft. Hieruit zouden we kunnen
concluderen dat, om weer uranium te verkrijgen, een hoeveel
279
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-5
5
10
15
20
25
30
35
40
heid stralingsenergie in lood moet worden opgeslagen.
Aangezien alle elementen uit stralingsenergie bestaan, zal
het zo zijn, dat op de lange duur lood uitgestraald zal
zijn, waardoor lood ophoudt te bestaan. Want volgens de Big
Bang hypothese van de Hr. J. Greve, wordt de, (laat ons
zeggen de magnetische druk), die in het heelal heerst
minder en minder. Denk als analogisch verschijnsel aan
water dat bij een lagere omgevingsdruk eerder gaat koken of
verdampen. Ale materie zal aldus op de duur verdampen of in
straling overgaan en verdwijnen. Uiteindelijk ook alle
straling. Wij zijn dan weer ergens aan het begin van de
schepping waar gezegd werd:”Er zij licht en er was
licht”.(Gen.1:3)
Een ander punt, zijn alle zwarte gaten in het heelal ook
zonnen, die aan een kant materie aanzuigen en omgekeerd
uitstralen? En is het heelal voortgekomen uit een super
zon; het Big Bang punt? De complementaire kant van deze
super zon zou dan een super zwart gat moeten zijn. Dit zou
dan moeten vallen onder de Hermetische regel: “Wat in het
groot is, heeft zijn gelijkenis in het kleine”.
Zoals we al zeiden kan energie in verschillende vormen
voorkomen. Het kan ook in een stadium overgaan die voor ons
menselijke redeneringsvermogen onbegrijpelijk is. Want wat
wij als de meest primaire vorm energie kennen is volgens de
Big-Bang-hypothese, een in beweging gebrachte ether. We
vragen ons nu af: wat is ether en wat veroorzaakt daarin de
golf-en wervelbewegingen? Om dit te kunnen vatten zouden we
misschien deel moeten uitmaken van het ongedeelde niet in
woorden gefragmenteerde bewustzijn, dat het 3-dimensionale
overstijgt. Wat ook wel het kosmisch bewustzijn wordt
genoemd. In dat bewustzijn bestaan er geen afstanden, dus
ook geen beweging en tijd.
De werking van ether kunnen we vergelijken met het gedrag
van water en dit weer met ons bewustzijn. En zoals wij de
eigenschappen van elektrische stromen duidelijk kunnen
maken met behulp van water zo kunnen wij dat ook weer
toepassen voor het bewustzijn.
280
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-6
5
Water als geheel is niet hier of daar, er bestaat daarin
geen afstand. De wervels en golven daarin bepalen plaats en
afstanden. Zo ook is ons bewustzijn niet hier of daar; het
is grenzeloos
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
10
15
20
25
30
35
40
Door iets onbegrijpelijks kan een beweging in the ether
zijn veroorzaakt in de vorm van een golf of een opeenhoping
daarvan. Dat houdt in dat wanneer er geen beweging is, er
ook geen opeenhoping bestaat en ook niet dat wat wij onder
energie verstaan. De eerste beweging ging tegelijkertijd
gepaard aan een tegenkracht waardoor een verschil ontstond.
Dat verschil noemen wij energie.
Al het leven maakt voor zijn manifestatie hier op aarde
gebruik van zonnestraling; warmte en licht. Wanneer we bij
voorbeeld
een
boom
verbranden,
komt
de
licht-en
warmtestraling weer vrij en daarbij ook de elementen
waarmee de boom met behulp van straling leven of
intelligentie is samengesteld. Deze elementen bestaan ook
weer uit stralingsenergie, maar deze zijn nog hechter aan
de materievorm gebonden. Denk maar aan atoomsplitsing.
Hieruit blijkt dat al het bestaande is opgebouwd volgens
verschillende energieniveaus. Op het aardse vlak zullen nog
veel verschillende elementen door druk aan elkaar gebonden
worden44 en daardoor onvrijer worden, terwijl toch het
totaal aan materie in omgekeerde richting ijler wordt. Op
het spirituele vlak zal dat het geval kunnen zijn met
hemelse hiërarchieën. Op het spirituele vlak bij een
geestelijke ontwikkeling, meer en meer vrijheid ontstaat en
een steeds grotere groei naar eenheid, waarbij het
gekluisterd zijn aan de stof afneemt, mede misschien, omdat
bij het uitzetten van het heelal ook alle materie minder
vast wordt.
Energie heeft te maken met krachtverhoudingen waar wij
gebruik van kunnen maken. Met energie wordt aangeduid dat
wat een beweging heeft en daarmee iets anders kan doen
bewegen.
44
In het heelal als totaal wordt de druk dan wel minder, maar er zijn
ook kleine in grote cycli werkzaam waar het omgekeerde plaats vindt.
281
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-7
5
10
15
20
25
30
35
40
Een waterstroom die zich van hoog naar laag beweegt kan
allerlei zaken met zijn stroom mee voeren.
Laten wij nog wat voorbeelden bekijken. Wanneer wij een
stuwdam in een waterstroom aanbrengen zal het water zich
aan een kant van de dam ophopen. Daarmee wordt er een
drukkracht opgebouwd, waarmee wij een elektrische turbine
kunnen aandrijven. Daarbij wordt de waterstroom in een
elektrische stroom omgezet. De elektrische stroom kunnen we
weer gebruiken om elektrische motoren voor allerlei
machines aan te drijven.
Het water was al eerder door zonne-energie verdampt en
daarna neergevallen in de vorm van regen. Deze regen vormde
waterstromen die naar de laagst gelegen punten bewogen. Wij
kunnen
ook
zonder
omzetting
van
de
waterstroom
in
elektrische energie, deze bewegingsenergie gebruiken door
een schoepenrad in de waterstroom te plaatsen, voor het
aandrijven van een zaagmachine.
Een windmolen draait doordat de wind zich van een hoog naar
een laag luchtdruk gebied verplaatst. Op zijn weg daarheen
botst deze tegen de wieken van de molen die daardoor gaan
draaien. En zo zijn er wel meer voorbeelden te geven.
Energie is het verschil in krachten. In de rivier is dat,
het totale hoogteverschil van de gehele rivier, van het
begin tot aan het eind, onderhevig aan de zwaartekracht.
Daarbuiten spelen zich weer andere processen af, die van
het verdampen en condenseren, wat deel uitmaakt van de
waterkringloop.
Stel dat er in het universum geen materie of straling
bestond, zou er dan nog energie bestaan? De conclusie die
we uit het bovenstaande kunnen trekken geeft als antwoord
neen.
Er
zouden
dan
geen
krachtverschillen
of
tegenstellingen bestaan en daardoor kan er ook geen
stroming of beweging van hoog naar laag plaats vinden. Met
andere
woorden
er
bestaat
dan
geen
potentieële
en
kinetische energie Het heelal zou absoluut materieloos
zijn. De kosmische ruimte zou niet bestaan en daarbij ook
geen tijd, want zonder beweging bestaat er geen materie en
ruimte en tijd. Energie is dan vernietigbaar, maar
282
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-8
5
bewustzijn is onvernietigbaar, vanuit menselijk oogpunt
bekeken, want bewustzijn heeft met een nu toestand te maken
waar heden en verleden niet bestaan.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO.2)
10
15
20
25
Dit is allemaal maar moeilijk met ons verstand te
begrijpen, omdat wij gevangen zitten in een min-plus of ja
–neen of jin yang systeem. Waardoor de grens van ons denken
wordt bepaald door 3 dimensies. Wij zijn opgesloten in een
hoogte, breedte en diepte systeem; een soort grafkist.
Voor het bewustzijn wat geen materie is maar daar wel
gebruik van kan maken bestaat afstand niet. Hieruit blijkt
dan ook, dat bewustzijn van een hogere orde moet zijn dan
materie. Het betekent ook, dat bewegingsenergie niet een
deel van het bewustzijn uitmaakt. Het kan zijn dat
bewustzijn door een spirituele intelligentie gebundeld of
samengetrokken kan worden om een geestelijk licht op een
onderwerp te laten schijnen.
Het is misschien zelfs zo, dat bewustzijn de oersoep of
ether kan doen bewegen, daarmee verschil kwekend en
daardoor energie.
Daardoor
zal
er
een
samentrekking
of
samendrukking
plaatsvinden welke tegelijkertijd ook een tegenkracht
oproept. Want in onze wereld geldt actie=reactie. (Zie
GEDACHTETHEMA NO. 19)
30
35
40
Wat is dat wat een reactie op een creatie geeft?
Laten we een stukje van het scheppingsverhaal nemen,
neergeschreven door de antieke wijzen en wat wij kennen als
Genesis: In den beginne schiep God de hemelen en de aarde.
De aarde nu was woest en ledig en de duisternis lag op de
vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God
zeide, Er zij licht en er was licht enz., enz., dan blijkt
hieruit dat het onkenbare een tweeheid schiep, de hemelen
en de aarde: niet onze aarde, Geest en wateren. Zou met de
wateren de ether zijn bedoeld als soort oersoep, die door
een hogere orde bewogen kon worden, waardoor wervelingen
ontstonden. Maak daarbij maar een vergelijking met water.
283
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-9
5
10
15
20
25
30
Wanneer we stok door het water bewegen ondervindt deze
tegelijkertijd een weerstand, het evenwicht wordt dan
verstoord, het water is niet meer beweegloos. Er ontstaan
wervels die rechts en linksom draaien. De ether is geen
materie maar daaruit kan materie gevormd worden. Materie is
dus een vorm van opgeslagen energie veroorzaakt door een
beweging, een trilling? Een huivering?. Een shock?
Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2
Wanneer we dit alles overdenken dan moeten er in het
allereerste begin van de schepping twee elementen werkzaam
zijn geweest. Dat wat doet bewegen, het actieve en
intelligente principe. En het passieve element wat zich
tegen deze beweging verzet. De actieve en passieve
elementen zijn tegenstellingen die in de gehele natuur
werkzaam zijn. In de oosterse filosofie de Yin en de Yang
genoemd. Van deze tegenstellingen of spanningsverschillen
kunnen we gebruik maken om ons zelf te leren kennen of
bewust te worden van alles.
Wanneer het ene, het onkenbare, wat dat dan ook mag
betekenen, zich splitst of doet splitsen dan wordt er
tegelijkertijd energie gecreëerd. Energie is dan een kracht
of een vacuüm wat het gesplitste bij elkaar probeert te
brengen. Dit kan via verschillende omwegen gaan. Toen dat
ene zich splitste kregen we een God tegenover de duivel
Jehovah tegenover Mozes
345 tegenover 543
Dit zijn de getallen waarden van de naam Jehovah resp. Mozes.
Akte
35
40
tegenover
reaktie.
De som van deze twee getallen is 345 en 543 is 888 De
getallen som van de naam Jesous of de middenweg waar vrede
heerst en die naar de Allerhoogste leidt.
Wij weten dat onze wereld bestaat uit tegenstellingen. Deze
tegenstellingen
zijn
ruwweg
genomen
met
elkaar
in
evenwicht.
We
spreken
dan
ook
van
een
natuurlijke
evenwicht. Dit evenwicht kan door verschillende redenen zo
nu
en
dan
verstoord
worden,
bijvoorbeeld
door
een
meteorietinslag wat in het verleden al heeft plaats gehad
of door menselijk
284
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-10
5
10
15
20
25
30
ingrijpen in de natuur, maar er zal dan toch weer een nieuw
evenwicht worden gevonden. We zeggen ruwweg, want ook ons
zonnestelsel is aan veranderingen onderhevig, hoewel dit in
onze ogen zeer langzaam gaat. Indien er een absoluut
evenwicht zou heersen zou er geen beweging zijn en nooit
iets veranderen, maar verandering is juist het van kenmerk
van het leven. Hieruit blijkt dat het leven of de zichtbare
verschijnselen van dat leven ontstonden, toen het evenwicht
werd verstoord.
Evenwicht houdt vrede in en bevindt zich in het midden van
de balans, waar tegengestelde krachten elkaar opheffen.
Energie is dus kenbaar daar, waar onbalans heerst, waar een
spanningsverschil bestaat. Want waar evenwicht heerst, is
het verschil niet waarneembaar. Spanningsverschil ontstaat,
wanneer de mensen bv. een dam in een rivier opwerpen en het
water verzamelen in een stuwmeer. We hebben dan een
verschil van waterhoogte tussen die van voor en na de dam.
Zo zien we ook, dat de wind stroomt van een hoog naar een
laag luchtdrukgebied.
Een elektrische stroom ontstaat, doordat een verbinding
wordt gemaakt tussen een hoge en een lage spanning. Bewegen
en accumuleren zijn twee elementen die in het gehele
universum werkzaam zijn.
In een hogere bewustzijnstoestand, een Nu-toestand, bestaat
het hier en daar niet. Waar dan ook geen spanningsverschil
tussen
twee
plaatsen
kan
bestaan
en
daardoor
geen
energiestroom. Wel kan er een intelligente vermogen zijn,
die in zichzelf iets splits, waardoor tweeheid ontstaat met
alle gevolgen die daaruit voortkomen.
35
Is dit een eeuwig proces of zal alles eens tot stilstand
komen en als ware neutraal worden? Waarbij het universum
afkoelt tot het absolute nulpunt? En waar iedere beweging
ophoudt
40
Wij zouden het zo kunnen zien, in de beginne ontstond er
een cirkelvormige naar binnengerichte stralingsgolf en een
reactie daarop, die door de weerstand die het ondervond 4
spiraalvormen aannam. In het centrum van de cirkel ontstond
285
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-11
5
10
15
20
‘n enorme druk en hitte die uiteindelijk leidde tot de BigBang, een omkering, met daarmee het ontstaan van de materie
die we nu kennen. Dit stralingsbegin was de introductie van
de totale energie die nu aanwezig is in potentiële en
kinetische toestand in het universum. Tijdens het versneld
uitdijen van het heelal herhalen deze big-bangprocessen
zich in het klein totdat alle materie bij het bereiken van
de lichtsnelheid zelf ook in energie is overgegaan en wat
wordt weergegeven met de bekende formule E=mc2. Zo zijn alle
hemellichamen en zelf alle elementen ook weer samengedrukte
wervels met als middelpunt een zwart gat en zijn de zonnen
de omkeerpunten van de zwarte gaten? Het hele gebeuren is
als bij het uitslingeren van een pendule, de processen
herhalen zich op een steeds lager niveau totdat er geen
beweging meer is. De temperatuur daalt daarbij steeds
meer(Entropie) totdat deze nul graden Kelvin is; alle
materie is dan verdwenen.
We kunnen nog vragen, hoe ontstond die schokgolf, maar dit
is hoogstwaarschijnlijk niet met onze hersenen te omvatten,
omdat dit het 3-dimensionale overstijgt.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
25
30
35
40
Wij hebben in dit gedachtethema het woord ether gebruikt
als iets wat onzichtbaar is, maar zichtbaar wordt wanneer
iets wat wel voor ons waarneembaar is weerstand daarvan
ondervindt, zoals onzichtbare atoomdeeltjes, een spoor
nalaten wanneer deze door een nevelkamer worden gevoerd. Zo
kunnen soms onzichtbare golven zichtbaar gemaakt worden
door een waarneembare golf daarop te laten botsen, de
resultante van die twee golven kan dan door ons worden
waargenomen.
Op steeds hogere en abstracter niveaus kunnen analoge
verschijnselen bestaan. Wij denken dan aan de bij de
theosofen bekende scheppingsronden of aan het joodse
sephiroth figuur waarmee scheppingen op verschillende
niveaus wordt weergegeven. Daarin is te zien dat in de
hoogste regionen van de hemelse hiërarchieën een splitsing
wordt aangegeven nl. Serafijnen en Cherubijnen of ook wel
Adem en Eva; Yin en Yang, Plus en Min. Toen ontstond
tegelijkertijd energie.
286
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-12
5
10
15
20
25
30
Wanneer de splitsing zich vermenigvuldigd heeft tot in
laagste regionen, (de onze dus), is de spanning tussen de
allesomvattende eenheid en de laagste en ultieme
verdeeldheid het grootst. Wij zien dat verdelen in onze
wereld op allerlei gebieden. Bij voorbeeld, auto’ worden
bij duizenden gekopieerd. Hoeveel maal maken wij niet
afdrukken van onze geschriften? Enz.,Enz. Op laagste punt
volgt dan als in een bliksemschicht een ontlading en wordt
er een goddelijk kosmisch kind geboren. Gebaard door de
hemelse moeder Maria, ook wel door antieke volkeren Isis of
vruchtbaarheidsgodin genoemd. Dat zal dan de tijd zijn van
De Grote Ommekeer een nieuw bewustzijn, een ontwaken uit de
dood. Want wat in het klein gebeurde, zal ook gebeuren in
het groot. Denk hierbij aan Maria, Jozef en het kindje
Jezus. Wij zouden het in een groter verband zo kunnen zien,
dat wij ons bevinden in de kosmische baarmoeder van de
hemelse Maria. De spanning daarin neemt nu snel toe. Op
aarde zullen de verschijnselen van de op handen zijnde
barensnood op allerlei gebieden zichtbaar worden als een
totale chaos, maar uiteindelijk zal leiden tot geboorte van
het goddelijk kind.
Slotconclusie, waar geen verschil is bestaat geen energie,
Wat dan wel? Dat overstijgt het 3-dimensionale denken.
Hieronder
volgt
nog
een
aardig
voorbeeld
van
energievormsplitsing,
waarbij
lucht
met
een
omgevingstemperatuur wordt gescheiden in koude en warme
lucht met behulp van de zogenaamde wervelpijp of vortex
tube.
287
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-13
5
10
15
Met de wervelpijp werkend volgens het Ranque-Hilsch
principe kan zonder de hulp van beweegbare delen, hete en
koude lucht van elkaar worden gescheiden. Dus een eenheid
wordt gescheiden in twee componenten; hete en koude lucht.
Zoals boven getoond bestaat deze wervelpijp uit een
cilindervormige
pijp
met
een
tangentiaal
geplaatste
aansluiting voor de luchttoevoer. In de pijp is een schot
aangebracht die de pijp in twee delen verdeeld. In dit
schot bevindt zich een kleine uitstroomopening. Aan de
andere kant een regelbare uitstromingsopening Dat is alles.
Laten we nu gecomprimeerde lucht met een kamertemperatuur
in de pijp stromen, dan zal uit deze wervelpijp aan een
zijde hete lucht van ongeveer 200ºC graden Celsius stromen,
terwijl aan de andere kant lucht van ongeveer -50º C zal
komen. In de wervelpijp vindt noch verhitting of koeling
van buiten het systeem plaats.
20
25
30
De werking is als volgt.
Bij de instroming in een grotere ruimte zet de lucht uit
waardoor de lucht afkoelt. In de buurt van de luchtingang
bouwt zich een wervel op. Wanneer de lucht zich nu
spiraalvormig door de pijp beweegt, wordt daarbij de lucht
door de wrijving met de wand opgewarmd totdat deze de
uitgang voor hete lucht bereikt.
De koudere kern van de wervel beweegt zich via het kleine
gaat in het tussenschotje naar de uitgang van de koude
lucht, waarbij het zich achter het kleine gaatje van het
plaatje zich weer verder kan uitzetten en daar nog meer
afkoelt. Hieruit blijkt weer eens dat uit een eenheid een
tweeheid kan ontstaan waar een beweging weerstand ontmoet.
35
Ook hier bestaat er weer een verschil tussen de inkomende
luchtdruk en de uitstromende lucht.
40
288
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-14
DE BETEKENIS VAN GELD
5
10
Denk ook eens aan de betekenis van geld in onze
samenleving.
In de beginne bestond er geen geld maar werden de goederen
geruild. Daarna werd het geld uitgevonden, waardoor de
ruilhandel een stuk gemakkelijker werd. Geld is te zien als
een gemakkelijk stuk gereedschap. De mens stond op de
eerste plaats en hij maakte gebruik van dat gereedschap.
Wat zien we nu, dat geld op de eerste plaats komt en de
mens als een stuk gereedschap gebruikt wordt om meer geld
te maken. Is dat geen vreemde situatie? Het kan een
gevaarlijke schommeling in de economische toestanden geven.
15
20
25
30
35
40
Wat verstoort het natuurlijke evenwicht ?
Wanneer het om een onnatuurlijke verstoring gaat, dan
blijkt steeds weer de mens de oorzaak daarvan te zijn. Het
kappen van bossen het vervuilen van de lucht en het water
etc. en waarom?
Er zijn daar 2 motieven als drijfveren voor aan te wijzen.
1e) Het verkrijgen van meer geld of rijkdom.
2e) Het verkrijgen van meer macht.
Geld is een vorm van opgeslagen energie. Hoewel deze
opgeslagen energie de natuurwetten te boven gaan. Het is
een abstracte vorm van energie. In feite is geld een soort
schuldbekentenis waarmee door de mens volgens afgesproken
regels wordt gewerkt. De waarde is ook niet vast en kan van
dag tot dag verschillen en dat geldt zeker voor effecten
enz. welke onderhevig zijn aan menselijke emoties.
Wanneer een bankbiljet in een automaat wordt gegooid treedt
deze in werking. Ook kan men daarmee mensen er toe brengen
iets voor je te doen. Het bankbiljet heeft geen intrinsieke
waarde zoals een goudstuk. Het is een stuk papier waarvan
de waarde tot nul kan dalen. Er is door de staat een
bepaalde waarde aan gegeven. Een waarde die gerelateerd is
aan diverse economische factoren. Indien echter de staat te
veel geld uitleent en aanmaakt kan er ontwaarding daarvan
ontstaan, (inflatie); hierbij zakt de waarde van het geld.
Het gebeurt ook wel dat als de inflatie te hoog is gebleven
289
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-15
5
10
15
20
25
30
35
en bv. de oorspronkelijke tientjes nog maar een honderdste
daarvan waard zijn, deze ingewisseld moeten worden voor
geheel nieuwe tientjes, waarbij dan vele oude tientjes
ingeleverd moeten worden om maar weinig nieuwe daarvoor in
de plaats terug te ontvangen. Dit gebeurt wanneer de staat
meer geld uitgeeft dan het ontvangt. Wanneer het slecht
gaat met de economie gaat de staat steeds meer geld
uitgeven. Het ambtenaren apparaat wordt steeds groter, mede
doordat het aantal werklozen groter wordt en daardoor ook
de tegenkoppeling tegen de groei van het aantal ambtenaren
vermindert.
Vaak wanneer het onderwerp geld in een groep ter discussie
wordt gesteld en het idee opkomt dat het toch mogelijk moet
zijn de wereld economie draaiende te houden zonder dat de
waarde van het geld op de eerste plaats komt, zullen velen,
die daar niet goed over hebben nagedacht zeggen dat dit
onmogelijk is. Waarom zijn wij geneigd om zo te denken ?
Waarschijnlijk doordat wij de nadelen van armoe en de
voordelen van rijkdom zien en daarom kiezen voor rijkdom
uit angst voor de armoe met alles wat daarbij behoort. Van
kindsbeen af zijn we zo geconditioneerd met het idee dat we
zoveel mogelijk moeten verdienen om van te kunnen leven en
geld over te houden om dit op de bank te zetten. En hoe
meer geld we hebben des te meer aanzien hopen we daardoor
te krijgen, terwijl het zou moeten gaan om het spel maar
niet om de knikkers. Wat we in onze maatschappij zien is
dat geld steeds belangrijker wordt dan de mens. De nadruk
wordt hier gelegd op de maatschappij en niet op het
individu, want er zijn gelukkig nog mensen waarvoor de mens
het belangrijkste is. Bestaat er dan geen middenweg tussen
rijkdom en armoede? Natuurlijk wel! Er kan een maatschappij
bestaan waar werkeloosheid niet voorkomt. Een strak beleid
is daarvoor nodig en een ander mentaliteit. Iedereen moet
bereid zijn, zijn of haar steentje bij te dragen en er niet
alleen daarvan te profiteren. Dat zou trouwens onmogelijk
moeten zijn.
40
Vroeger toen de zogenaamde beschaving op een laag niveau
stond werd er door ieder in een leefgemeenschap voor het
gemeenschappelijk leefonderhoud gezorgd
290
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-16
5
10
In die oude tijden bestond de ruilhandel. Wanneer iemand
iets produceerde kon hij dat tegen een ander product van in
zijn
ogen
gelijke
waarde
ruilen.
Later
werd
er
hoogstwaarschijnlijk met schuldbekentenissen gewerkt, wat
we moeten zien als stukken gereedschap die de ruilhandel
gemakkelijker maakten. Later werd het geld uitgevonden en
daarmee begon de ellende. Men ging de waarde van de
goederen in getallen uitdrukken. Omdat de mens van naturen
egoïstisch is ingesteld en het liefst iets krijgt zonder
daar veel moeite voor te doen, waren er zogenaamde
linkmiegels, (geldhandelaren) die door middel van geld,
meer geld wilden verdienen.
15
20
25
30
35
40
In plaats van het ruilen van goederen van gelijke waarde
die ieder zelf gemaakt had of waarvoor ze gewerkt hadden,
waren er onproductieve lieden die de werkers parasiteerden.
Zo is het kopen van effecten met het doel deze tegen een
hogere prijs te verkopen te vergelijken met gokken. Het is
iets wat de economie ernstig kan verstoren.
In de natuur kunnen we zien dat ieder wezen probeert om met
zo min mogelijk moeite zoveel mogelijk binnen te halen. Dat
zie je bij het dier maar ook bij de mens. Het is in de
natuur, ook zo, dat hoe groter de massa wordt, des te
gemakkelijker het wordt meer aan deze massa toe te voegen.
De aantrekkingskracht wordt daardoor steeds groter. We zien
dit verschijnsel ook bij geldzaken, de meer geld men heeft,
des te gemakkelijker het wordt er meer geld bij te krijgen
en hoe hebzuchtiger de mens wordt.
Er ontstonden banken. Is dat in de grond een foute
instelling? Neen, zolang het beschouwd zou worden als een
service bedrijf, welke alleen service kosten in rekening
zou brengen. Maar deze instellingen handelen in geld zoals
vreemde valuta's, aandelen etc., om met geld zo veel
mogelijk geld te verdienen.
Wanneer men de toekomst somber inziet en men denkt met
geleende geld niet genoeg winst te behalen, dan wordt er
niet geïnvesteerd waardoor veel mensen zonder werk komen te
zitten.
291
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-17
5
10
15
20
25
30
35
40
Ziet men de toekomst wel zitten dan wordt er in allerhande
zaken geïnvesteerd, het bouwen van fabrieken, gebouwen enz.
Iedereen heeft dan weer werk en draagt zijn steentje als
een gezond lid van de maatschappij. Het moet zijn als in
onze jeugd, meedoen aan het spel en niet buitengesloten
worden. Het is nu zo, hebben de geldmanipulatoren het idee
dat de toekomst er gunstig uitzien dan investeren zij,
waardoor weer veel mensen aan het werk kunnen. Zien zij de
toekomst ongunstig in dan investeren zij niet waardoor
mensen zonder werk komen te zitten. Liep vroeger de
ruilhandel in goederen gesmeerd, nu kan er door de
geldhandelaren
groep,
die
als
een
buffer
werkt,
werkloosheid ontstaan.
Een punt om over na te denken. Duitsland was voor de oorlog
een arm land en door de inflatie had het geld zijn waarde
verloren. Toch zagen zij kans om een enorm leger op te
bouwen en te onderhouden, wegen aan te leggen enz.
Na de oorlog zagen ze kans om het land op te bouwen en de
miljarden oorlogsschulden af te betalen en een van de
rijkste landen van de wereld te worden.
Wat is er dan mis met de manier waarop wij geld gebruiken?
Allereerst dit, geld gebruiken om daarmee nog meer geld te
verkrijgen is, wanneer men dit nuchter bekijkt een absurde
handeling.
Wat gebeurt er nl. ?
Iemand verdient met de handel veel geld, met dat geld kan
hij met de handel nog meer geld maken, zodat er bij hem een
opeenhoping van geld ontstaat. Geld staat ook voor energie
die iemand erin gestopt heeft, in feite is dat geld uit de
roulatie genomen. Men zou kunnen zeggen, Ja maar de banken
gebruiken dat geld toch om projecten te financieren.
Inderdaad maar alleen om meer geld te maken voor een kleine
groep mensen die steeds meer geld gaan bezitten. Dit is
eigenlijk geld dat als een ruilmiddel uit het sociale geld
circuit wordt genomen en wordt overgeheveld naar het
parasiterende
particuliere
circuit.
In
een
gezond
evenwichtig sociaal systeem moet de in omloop zijnde
hoeveelheid geld van het sociale circuit in balans zijn met
de verrichtte arbeid. Wanneer dat geld verdwijnt naar een
circuit dat tot doel heeft geld of goederen op te hopen,
292
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-18
5
10
15
20
25
30
35
40
dus nog meer geld overhevelen naar dat circuit dan treedt
er een tekort op in het sociale circuit, waardoor mensen in
dat circuit het steeds moeilijker krijgen om in hun
dagelijkse behoefte te voorzien. Want zij krijgen minder
dan de energie die zij daarin gestoken hebben. De
koopkracht gaat achteruit, meer produceren heeft geen zin
meer, er worden mensen in het productieproces ontslagen, de
staat moet geld gaan aanmaken voor sociale ondersteuning,
waarbij ook de inkomsten van de staat aan sociale premies
terug loopt omdat er steeds minder mensen gaan werken. En
vergeet niet de enorme staatsschulden waarover rente
betaald moet worden. Het resultaat laat zich raden en deze
schuld neemt nog steeds toe. De staatsschuld in Nederland
bedroeg in september 2009, 356 miljard euro en in november
2009 410 euro’s. Deze schuld kan met ons systeem niet meer
afgelost worden of er moet een wonder gebeuren.
Laten we eens een vergelijking maken met een normale
huishouding. De moeder van het gezin kan men vergelijken
met de regering, haar kostwinners die het geld binnen
brengen om de huishouding draaiende te houden met het volk.
De verstandige moeder zorgt er voor dat zij niet meer
uitgeeft dan wat er binnen komt. Zij zet de tering naar de
nering. Stel dat zij een gat in haar hand heeft, dan geeft
zij meer uit dan wat binnen komt en moet zij geld gaan
lenen. Voor het geleende geld moet rente betaald worden,
waardoor haar uitgaven steeds groter worden. Wanneer zij
haar gedrag niet veranderd en ook geen hogere bijdragen
vraagt aan de kostwinners omdat zij daardoor onvriendelijk
overkomt loopt de hele zaak op de duur in het honderd. Bij
de regering ziet men ook vaak dat er te gemakkelijk met
belasting geld wordt omgegaan. Uitgaven aan prestige
projecten. De belasting wordt gerelateerd aan de stemmen
die men kan krijgen in de kamer. Want harde maatregelen
kosten stemmen. Ook moet het ontoelaatbaar zijn, dat de ene
werknemer of werkgever de ander uitbuit, door middel van de
graaicultuur en zich geld toe-eigent wat niet in verhouding
staat met de energie die hij in een project heeft gestoken.
Op de duur wordt de belastingdruk zo groot, dat die niet
meer is op te brengen en zal dan uitlopen op een totale
armoede en chaos.
293
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-19
5
10
15
20
25
30
35
40
G E L D O N T W A A R D I N G
!!!met al de ellende die
daarbij hoort.
Bestaat de kans nog dat een depressie als in 1929-1930 weer
kan gebeuren, natuurlijk want aan het geld systeem is niets
veranderd want iedereen probeert zoveel mogelijk geld te
krijgen en er is geen limiet voor hebzucht.
Nieuw geld wordt door De Nederlandse Bank aangemaakt of
geleend om in sociale projecten te steken en de kans op
meer werkloosheid te verminderen. Daardoor komt er meer
geld in omloop waardoor de geldswaarde minder wordt. Zien
de geldschieters de toekomst rooskleurig in, dan wordt de
geldkraan weer opengedraaid en kunnen nieuwe projecten
gestart worden. De werkloosheid daalt. We zien uit de
principeschets dat de geldhandelaren geld kunnen opslaan
bij de banken in de vorm van beleggingen. Zien zij in de
toekomst perspectieven om van de opgespaarde geld meer geld
te maken dan draaien zij de Geldkraan weer open. Er zijn
dan meer mensen nodig om projecten uit te voeren. De
werkloosheid vermindert. Kortom iedereen heeft het dan
financieel beter. We zien hier dat de economie en welvaart
wordt bepaald door emoties, waarmee in de politie door het
korte termijn visie te weinig rekening mee wordt gehouden.
Wat moeten wij aan het geldsysteem veranderen ?
Moeten we dan als individuen geen geld verzamelen die dan
in magere jaren als buffer kan dienen. Dat wel, maar dat
moet gelimiteerd worden tot een zeker bedrag tot de waarde
van een gemiddeld huis. Wat daarboven komt vervalt aan de
staat. Dat een kleine groep over vele miljoenen of
miljarden kan beschikken staat niet in verhouding met wat
zij in de maatschappij presteren. Wanneer daar geen wetten
voor worden ingesteld krijgen we steeds meer geldgraaiers
die over lijken gaan
Het antwoord is het volgende: Wij moeten zorgen dat niemand
een bepaald bedrag aan persoonlijk geld kan overschrijden.
Laten we zeggen 1 miljoen. Dit geld kan in zijn bezit zijn
of op de bank staan. Hij mag zijn geld niet uit zetten
tegen rente, wij gaan er vanuit dat er in een gezond
werkende maatschappij geen inflatie gevaar bestaat. Daar
294
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-20
5
10
wordt alleen uitgegeven wat wordt verdiend dus er mag geen
geld verdiend worden door middel van geld. Want dat is in
principe hetzelfde als meer energie proberen te maken met
de energie die men ter beschikking heeft. Wij zeiden het al
eerder, geld vertegenwoordigt een hoeveelheid energie.
Wanneer iemands zijn geldbedrag 1 miljoen te boven gaat,
moet hij van het meerdere geld producten kopen of voor
sociale doeleinden gebruiken zo niet dan vervalt dit geld
aan De Nederlandse Bank, die ook als een geldbuffer kan
werken, maar die niet onderhevig is aan emoties. Verder de
staat mag niet meer geld uitgeven dan er binnen komt.
15
MACHT
20
Een definitie van macht is. Her vermogen iets te kunnen
doen en of te beheersen.
Dit kan zijn de heerschappij hebben over personen of
volkeren, etc. Het is zoiets als het verzamelen van mensen
in plaats van geld en goederen.
25
De rechtelijke macht die controleert of een ieder in de
samenleving zich aan de opgestelde regels houdt. Deze
regels zijn samengesteld om een samenleving soepel te laten
verlopen.
30
35
40
De legermacht. Een groep van gewapende mensen, waar de
overheid gebruik van kan maken om het land veilig te
stellen t.o.v. vreemde machten of om mensen te onderdrukken
Het politie apparaat welke wordt gebruikt om de door de wet
vastgestelde wetten te handhaven.
Religieuze macht die veelal dreigt met eeuwige verdoemenis
wanneer mensen andere ideeën zouden willen aanhangen, dan
die bepaald door deze macht liefhebbers. In feite is dat
een geestelijke onderdrukking, die het zelfstandig denken
van de mens tegen houdt
Te vaak worden verschillende machten gebruikt om het volk
te knechten en of uit te buiten. Ter meerdere glorie van de
machthebbers. We kunnen wel zeggen, de zucht naar aanzien
en macht gaan hand in hand met geld.
295
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
20-21
5
10
Het is als slaaf zijn van de materie in plaats dat de mens
daar de meester van is. Een ieder zal zich herhaaldelijk af
moeten vragen, wanneer hij te veel wilt hebben, hetzij
geld, hetzij eten of drinken etc., ben ik een slaaf of de
meester over mijn lichaam. Meester zijn in ieder opzicht
over jezelf is de grootste macht, want zoals het kleinste
radertje met zijn
heen en weer beweging het grootste rad
met aandrijving van een klok in bedwang houdt, zo zou de
mensheid als geheel misschien meer macht op het grote
kosmische gebeuren kunnen hebben dan hij ooit voor mogelijk
heeft gehouden.
15
296
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
21-1
GEDACHTETHEMA NO. 21
5
10
15
20
25
30
35
WAT IS HET DOEL VAN HET LEVEN?
Velen van ons zullen zich wel eens afgevraagd hebben, wat
moeten we onder leven verstaan en wat is daarvan het doel?
Leven op zichzelf kunnen wij niet direct waarnemen wel de
uitwerking daarvan. Wij kunnen zeggen, leven is een kracht
die doet bewegen en veranderen.
Om een analogie te gebruiken. Het leven is te beschouwen
als een onzichtbare waterstroom die de loop van een rivier
steeds weer opnieuw zichtbaar doet veranderen.
Nog een ander voorbeeld dat nog dichter bij de oorsprong
van het leven staat.
Maar voordat we hiermee verder gaan, halen we nog even het
volgend uit een oud geschrift aan.
En God zeide: Er zij licht; en er was licht.(Gen. 1:3).
Vergeet hierbij niet dat in de oudheid esoterische kennis
vaak in de vorm van verhalen werd verpakt. Dit werd gedaan
om er zeker van te zijn, dat die kennis ongeschonden zou
worden doorgegeven aan de toekomst, om begrepen te worden
door de toekomstige wijsheidzoekers.
Verder
gaand,
we
weten
dat
we
van
het
gehele
stralingsscala, werkzaam in de kosmos, alleen het ons
zichtbare gedeelte in een bepaald golfgebied kunnen zien,
wat we licht noemen. Echter, deze straling wordt alleen
zichtbaar wanneer deze weerstand ontmoet. Deze straling
botst tegen een voorwerp aan, wordt daardoor teruggekaatst
en bereikt ons oog waarin het op het netvlies botst. Daar
wordt het in een elektrisch stroompje omgezet en aan de
hersenen
doorgegeven
en
door
ons
herkent
als
een
lichtbeeld.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
297
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
21-2
5
10
15
20
25
30
35
Wat we met
is, dat de
leven zelf
onzichtbare
is.
bovenstaande voorbeelden duidelijk willen maken
zichtbare beweging of veranderingen niet het
zijn, maar dat het zijn oorzaak vindt in de
levenskracht, waar straling ook een uiting van
Deze analogische sleutel wordt reeds in de bijbel gebruikt
met de woorden: Laat ons mensen maken naar ons beeld, als
onze gelijkenis. (Genesis 1:26)
Het antwoord kan dus gevonden worden door het gedrag van de
mensen na te gaan en te onderzoeken waar zij zich mee bezig
houden. En wat doen zij, zij eten, creëren, spelen en
vechten. Het spel is een edele vorm van strijden. Vechten
heeft in de meeste gevallen het doel om heerschappij over
de ander te verkrijgen of voor materieel gewin, wat een
materialistische activiteit is. Maar in alle gevallen wordt
ervaring opgedaan. Voor de mens is het altijd weer een
uitdaging, om de grenzen van het mogelijke proberen te
verleggen. Ook in de natuur zien wij dat de sterkste
overleeft (Survival of the fittest)
De mens leert zo de materie kennen en mogelijk ook te
beheersen. Eigenlijk hoort het leven voor de mens een spel
te zijn waar hij creatief bezig kan zijn. Zo zag hij vogels
vliegen en hij wilde dat ook, daarvoor ontwierp hij het
vliegtuig of raket om naar andere planeten te gaan. Hij
wilde zich echter nog sneller verplaatsen, vandaar de
uitvinding van de trein, en fiets. Voor het communiceren
ontwierp hij telefoon, radio en televisie. Beetje bij
beetje, in een steeds snellere mate leert hij de materie te
beheersen. De fout is, dat hij zich te veel vereenzelvigt
met zijn scheppingen en bezittingen en geen afstand daarvan
kan nemen. Hij vereenzelvigde zich met het onderwerp van
zijn aandacht. Vereenzelvigen met het levende is goed, maar
298
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
21-3
5
10
15
20
25
30
35
zich vereenzelvigen met zijn maaksels maakt hem afhankelijk
daarvan en bouwt daarmee een materiële muur om hem heen.
Dat betekent ook dat hij zich daar een gevangene van maakt.
Het leven is als een groot spel en de vreugde van een spel
is om te winnen en de beste te zijn. Zelfs het spel in
gedachten meespelen geeft al grote vreugde. Zie hoe bv.
voetbal fans uit hun bol gaan wanneer hun club de
overwinning behaalt. Zij vereenzelvigen zichzelf met
hun
club en voelen zich daarmee één.
Het is zelfs zo, dat hijzelf lichamelijk niet mee behoeft
te gaan. Hij kan middelen ontwerpen die voor hem daarheen
gaan en de informatie over andere planeten naar hem toe
zenden op zodanige wijze dat hij het ervaart alsof hij zelf
daar aanwezig is en misschien is het in de toekomst
mogelijk om informatie tijdloos over te brengen.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7)
Het kindzijn werkt in het algemeen gesproken langer bij de
mannen dan de vrouwen door. In het algemeen gesproken zou
men kunnen zeggen, dat een man rechtlijnig denkt, hij wil
zien wat er achter de horizon ligt. Een drang om het
onbekende te verkennen. Vandaar dat er meer mannelijke
uitvinders en filosofen zijn dan vrouwelijke. Terwijl het
denken van de vrouw als cirkelvormig kan worden gezien en
ingesteld om het nieuwe, ingebracht door de man, op
bruikbaarheid te testen en te consolideren. Vandaar dat
vrouwen goede managers van bedrijven zouden kunnen zijn.
Het vrouwelijke en mannelijke principe zijn onlosmakelijk
voor het voortbestaan met elkaar verbonden. Hoewel voor
negatief en positief het symbool -1 en +1 beter op zijn
299
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
21-4
plaats zou
verdwijnen.
zijn,
omdat
deze
opgeteld
0
geven;
dus
5
10
15
20
25
We kunnen het ook zo zien: de vrouw beeldt de cirkel uit
terwijl de man de middellijn daarvan is, die door zijn
activiteiten de middellijn van die cirkel vergroot. Daarmee
wordt
tevens
het
projectiescherm
vergroot
waar
de
innerlijke gesteldheid als spiegelbeeld op geprojecteerd
kan worden en duidelijker voor ons wordt. De vrouw kan
symbolisch worden voorgesteld door het cijfer 0 en de man
door 1. Ook respectievelijk door de verhoudingsgetallen 22
en 7. Wanneer de 7 de grenzen van 22 (de cirkel) niet kan
verleggen ontstaat er kristallisatie. Bureaucratie zouden
we kunnen zeggen valt onder de 22. Te veel regelgeving
verstikt het vrije creatieve leven, de 7. Deze 22 wordt op
een gegeven ogenblik toch doorbroken. Zoals Christus vrij
kwam aan het kruis, (Tau), de 22ste letter van het
Hebreeuwse alfabet. En het denkbewustzijn omsloten door 22
schedelstukken. (Zie ook de inleiding daarover)
Is de mensheid op weg een God te worden?
Zoals we zien bij de baby, is een van zijn doelen om te
leren lopen. Hij ziet zijn moeder en vader dat ook doen en
wil dat ook. In feite heeft hij de innerlijke drang om
gelijk te worden aan zijn ouders. Analogisch bezien heeft
de mensheid de innerlijke drang om gelijk te worden aan
zijn scheppers,
30
35
Toen
de
mensen
zich
op
de
aarde
begonnen
te
vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, zagen de
zonen Gods, dat de dochter der mensen schoon waren, en zij
namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen.
(Genesis 6:1-2
300
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
21-5
Waren deze zonen Gods de scheppers
vereenzelvigden zij zich daarmee?
der
mensheid
en
5
10
15
20
25
30
35
We komen nu zeker voor de hedendaagse Christenen op een
gewaagd idee.
Wanneer we het gedrag van het kind als analoog voorbeeld
nemen, dan zijn wij zo te bezien op weg om een God te
worden, wat het doel van het leven zou kunnen zijn.
Een eeuwigdurend proces waar God zichzelf keer op keer
opoffert en op gaat in het vele, om dan weer de weg te gaan
naar eenheid in bewustzijn. Dit is voor ons moeilijk te
begrijpen. Te meer omdat we te maken hebben met tijd en
geen tijd. Velen van ons hebben echter een ander
bewustzijnsstaat ervaren en weten, dat eindigheid, ruimte
en tijd relatieve begrippen zijn.
Heeft de Allerhoogste God alles geschapen, om door
afspiegeling, zichzelf bewust te zijn of te worden. Schiep
Hij als eerste de beweging en is het evolueren en
involueren van het geschapene een eeuwig ritme wat in het
eeuwige NU plaats vindt. Een Goddelijk ademhalen. In de
Indische filosofie wordt dit de ademhaling van Brahma
genoemd of de dagen en nachten van Brahma. Werelden
ontstaan en verdwijnen daarmee.
Voor ons hersendenkers blijft dit een gesloten boek.
Wanneer men het leven in de natuur bekijkt ziet men, dat er
een constante strijd gaande is tussen de verschillende
levensvormen om te overleven. Het is alsof voor het leven
op een lager niveau, dan die van de mens, in het
dierenrijk, groepsgeesten werkzaam zijn, die de handelingen
voor de levensuitingen behorende bij individuele groepen
bepalen. Velen zeggen, dat is het instinct wat ze zo doet
handelen, maar diegenen die dat zeggen weten waarschijnlijk
301
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
21-6
5
10
15
20
25
30
35
niet wat ze daarmee bedoelen. Instinct moet op ervaring
berusten wat in de onzichtbare groepsgeest aanwezig kan
zijn en waar men gebruik van kan maken. De mensheid is
minder aan deze groepsgeest gebonden. Hij kan minder
afhankelijk daarvan een individuele beslissing nemen.
Rudolf Steiner, de antroposoof, zei dat hij kon zien dat
bij dieren de groepsgeest niet volledig is ingedaald;
hetgeen bij de mens wel zo schijnt te zijn. Men zou kunnen
zeggen, deze menselijke groepsgeest is voor 100% verdeeld
over de verschillende menselijke individuen. Met het
bovenstaande wordt ook verklaard waarom een muilezel, een
kruising van een ezel en een paard, onvruchtbaar is. Er
bestaat
wel
een
groepsgeest
voor
paarden
en
ezels
afzonderlijk maar niet voor muilezels. Hierdoor kunnen geen
jongen van muilezels belevend worden vanuit deze niet
bestaande muilezel groepsgeest. Wat men ook in de natuur
kan opmerken is, dat wanneer een dierengroep constant in
gevaar verkeert, deze op de duur een weg vindt om zich te
beschermen. O.a. door gebruik te maken van de zogenaamde
Mimicry. Dat is het nabootsen van dieren en planten die in
zo'n geval minder gevaar lopen en die zich als het waren
camoufleren. Sommige beesten doen dat door de kleur aan te
nemen van hun achtergrond, waardoor zij minder opvallen.
Andere beesten hebben de vorm van een wandelende tak of
blad en gedragen zich dan zodanig. Weer andere dieren en
planten hebben de kleuren en uiterlijke kenmerken van
gevaarlijke of giftige species, waardoor zij veilig zijn
voor de vraatzucht van andere wezens.
Zo zijn er meer van deze interessante verschijnselen op te
noemen. Voor de geïnteresseerden is het dan wel aardig een
boekje over mimicry te lezen, men zal dan ook begrijpen dat
302
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
21-7
mimicry los
selectie.
staat
van
het
verschijnsel,
natuurlijke
5
10
15
20
25
30
35
Bij virussen en bacteriën zien we, dat wanneer de mens een
bestrijdingsmiddel daartegen heeft uitgevonden, na verloop
van tijd de virussen of bacteriën resistent tegen dat
middel worden. Het virus heeft dan een middel gevonden om
zichzelf te beschermen. De mens is dan weer verplicht naar
een nieuw bestrijdingsmiddel te zoeken. Wanneer we al deze
zaken in deze evoluerende natuur beschouwen, dan lijkt het
of groepsgeesten of hogere machten die van groepsgeesten
gebruik maken een aanval en verdedigingsspel in de natuur
spelen. Wij zouden het kunnen zien als een strijd tussen
door de mensen ontworpen robots. De meest technisch
geavanceerde robots winnen de strijd door de mindere te
vernietigen. Een spel om een steeds grotere vaardigheid
door ervaring te verkrijgen. Pijn, smart en vreugde wordt
door de robots niet ondergaan. In tegenstelling tot de
mens. Misschien omdat zijn groepsgeest zich vereenzelvigd
heeft met zijn schepping.
Nogmaals, wanneer we er vanuit gaan dat er analogische
verbanden bestaan tussen de zichtbare en onzichtbare
scheppingen, dan moet het mogelijk zijn om op al onze
vragen antwoorden te vinden, die betrekking hebben op het
onzichtbare en de oorsprong en doel van het leven in het
algemeen. Uiteindelijk zullen we door ervaringen wijzer
worden en inzien dat de weg naar veelheid en specialisme
geen vrede brengt. Dan zullen wij van richting veranderen
en eenheid zoeken waar rust en vrede heerst.
Wanneer wij het universum bekijken en alle krachten die
daar werkzaam zijn en indien onze ontwikkeling zodanig is
dat wij die machten eens zullen beheersen dan hebben we nog
303
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
21-8
5
10
een hele lange weg af te leggen, hoewel de evoluerende
ontwikkeling steeds sneller gaat. Naar beneden toe verlopen
de scheppingen steeds sneller niet op de laatste plaats
door het verenigen met elkaar. Want je weet “Het geheel is
groter
dan
de
som
der
delen”.
En
in
plaats
van
spiraalsgewijs te evolueren in overeenstemming met de
materiële vorm van het universum, is het waarschijnlijk
mogelijk de smalle rechte weg naar boven te volgen, om het
zo eens te zeggen. Deze weg waar de Christus zich bevindt
is in het kabbala figuur weergegeven als Tiphereth.
15
20
25
30
35
304
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
22-1
GEDACHTETHEMA NO. 22
5
LIEFDE
10
15
Allereerst moeten wij ons ervan bewust zijn, dat alles wat
hier op aarde gebeurt zijn herhaling of gelijkenis heeft op
steeds hogere immateriële gebieden en wel volgens de regel
van Hermes: zo in het groot zo in het klein. Als zodanig
drukt de mensheid zich uit in zijn scheppingen. Vergelijk
bij voorbeeld ons wegensysteem met de aderen in ons
lichaam, waar doorheen voedsel en zuurstof naar alle delen
van het lichaam worden vervoerd. Onze hersenen met de door
ons gefabriceerde computers. Elektrische en elektronische
verbindingen. Dit alles is weer terug te vinden in ons
lichaam.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3)
20
25
Een van de belangrijkste fenomenen werkzaam in het heelal
is de aantrekkingskracht. Deze kracht zorgt er niet alleen
voor dat de moleculen waaruit een lichaam is opgebouwd bij
elkaar blijven, maar ook voor de onderlinge band tussen de
verschillende hemellichamen.
(Over magnetische aantrekkingskrachten valt nog wel het een
en ander te zeggen, maar dat is voor dit stuk niet zo van
belang).
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 4)
30
35
40
Bij
de
planeten
die
om
de
zon
draaien
is
de
bewegingskracht, (kinetische energie) van die planeten om
zich van de zon af te bewegen in evenwicht met de
onderlinge aantrekkingskracht van de zon en deze planeten,
waardoor deze in een vaste baan om de zon blijven bewegen.
Het kan gebeuren dat deze bewegingskracht zo groot wordt
dat daardoor de ontsnappingssnelheid wordt bereikt, (een
aards voorwerp met een aanvangssnelheid van 11m/sec., dat
is 40 km/uur, kan aan de aantrekkingskracht van de aarde
ontsnappen)
in dat geval zal het lichaam zich van het oorspronkelijke
krachten systeem verwijderen.
305
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
22-2
5
10
15
20
25
30
35
40
Op
het
spirituele
gebied
bestaat
ook
een
soort
aantrekkingskracht. Neem als voorbeeld 2 personen die
verliefd op elkaar zijn, zij zouden in elkaar over willen
gaan, een eenheid willen vormen. Het klikt als het ware
tussen die twee. Andere paren evenwel stoten elkaar weer
af.
Wij
kunnen
alzo
3
niveaus
van
liefdesuitingen
onderscheiden:
Ten eerst, de spirituele liefde die de materiële liefde
overstijgt. Hierbij tracht iemand zich te vereenzelvigen
met een ander en behandelt deze als zijnde een stukje van
hemzelf.
Ten tweede, liefde die zich uit in de geslachtsgemeenschap.
Deze liefde is als beestachtig en natuurlijk te beschouwen,
iets wat op een hoger plan ontworpen is om de mens te laten
vermenigvuldigen en waar het bij de mensen vooral gaat om
zelfbevrediging.
Ten derde, een liefde die zich tracht te vereenzelvigen met
zijn bezittingen en die tracht zijn materiële bezittingen
te vergroten met geld en materie. De mens waarbij dit in
zijn leven speelt, is de speelbal of slaaf van de materie
en hoe groter zijn bezittingen worden hoe groter zijn
honger wordt naar meer. Deze mens heeft zich vereenzelvigd
met zijn bezit. Het kan zelfs voorkomen dat wanneer hij dit
verliest, denkt niet meer verder te kunnen leven en dan
daar een eind aan maakt.
Liefde is een streven naar eenheid. Op het aardse niveau
wordt men ervan bewust dat men elkaar nodig heeft om tot
betere en grotere resultaten te komen. Dit is ook af te
leiden uit de loop van de geschiedenis, men ziet daar dat
mensengemeenschappen in verband met wederzijdse belangen
zich verenigen met andere mensengemeenschappen tot steeds
grotere groeperingen die eens zullen uitmonden in één
wereldgemeenschap. We zien om ons heen dat al wat met
materie te maken heeft, de neiging heeft te groeien. Dit
kan zijn door middel van fusies. Tegelijkertijd wordt de
be306
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
22-3
5
10
15
20
25
30
35
40
huizing van de innerlijke mens ruimer en wordt de mens
daarover machtiger. Uiteindelijk zal deze mensenmacht de
wereld beheersen en wat dan?. Zal er dan een ontlading
volgen tussen het hoge en het lage? Of is dit een eindpunt
en is dan de totale schepping volbracht als een volledig
spiegelbeeld van God. Hoe hoger in rangorde, hoe meer
eenheid. Wat wij dan zien is eenheid tegenover veelheid.
Het verschil geeft een enorm spanningsverschil waardoor een
vonk; een ontlading kan volgen. Wordt er dan een goddelijk
kosmisch kind geboren of ondergaat de mensheid een
bewustzijnsverandering?
Zijn
wij
dan
gereed
voor
de
volgende
stap
die
hoogstwaarschijnlijk op het spirituele vlak zal plaats
vinden. Wij spreken nu over mensengemeenschappen maar we
moeten niet vergeten dat de allereerste basis van de
mensheid hier op aarde ligt op het biologisch vlak en wel
wat wij het primitieve leven noemen, bv. eencellig leven
zoals pantoffel diertjes amoebe etc., wat zich in de loop
van de tijd door de drang van het leven zich verenigd heeft
tot steeds grotere cellengemeenschappen. Een van deze
soorten cellengemeenschappen is het menselijke. Zo zijn er
ook mierengemeenschappen, bijengemeenschappen, planten-,
bomen- en bloemengemeenschappen enz. enz., waarvan de
bestuurskern zich op een hoger vlak bevindt.; daar waar het
godendom heerst. Want zo te zien zijn er meerdere
scheppende
goden,
in
verschillende
rangorde,
die
uiteindelijk
allen
vallen
onder
de
Allerhoogste
de
Allesomvattende.
Het karakter van de natuur is, dat het neemt en alleen
geeft in eigen belang. Van nature heeft alles in de loop
van tijd de neiging groter te worden. Hoe groter de massa
van
de
aarde
wordt
des
te
groter
wordt
haar
aantrekkingskracht. Denk eens aan de sauriërs Door het
groter worden werden ze ook kwetsbaarder waardoor zij bv.,
door klimaatverandering of door kleinere beesten die hun
eieren opaten of anderszins uitgestorven zijn.
Eten en gegeten worden is op aarde de drang om een eenheid
te vormen. Ingewikkelde levensvormen kunnen niet zonder de
307
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
22-4
5
10
15
20
primitieve levensvormen bestaan. De biologische samenleving
verloopt piramidaal.
Wanneer
men
de
onderste
laag
van
deze
samenleving
vernietigt, stort de gehele moderne samenleving ineen en
deze kans is tegenwoordig levensgroot aanwezig. De algen
worden door de kleinste visjes opgegeten. Deze kleine
visjes vormen weer voedsel voor de grotere enz. Algen en
planten zorgen ook voor de zuurstof producties
In de natuur ziet men op de eerste plaats dat het minder
sterke en slimme wezen wordt opgegeten en gebruikt ten
eigen bate. Misschien dat de slimmere of hogere wezens de
ervaringen van de lagere binnen krijgen door de lagere
soorten te eten. Dit alles kan men een liefdesuiting noemen
op het aardse vlak. Neem eens als voorbeeld een moeder met
kind, men zal weleens de moeder tegen haar baby hebben
horen zeggen: "Ik vind je zo lief, ik kan je wel opeten"
daarbij het kind overladend met kusjes. Zoenen heeft met
eten te maken en met liefde op een lager niveau. Een
egoïstisch, naar zich toehalende handeling; dus nemen zoals
dat in de natuur gebruikelijk is. Dat is het karakter van
de natuur, het neemt.
25
30
35
40
Het leven is bezig zich op het aardse niveau (in de
materie) gedifferentieerd uit te drukken. Wanneer dit
gebeurd is zal de mens als bemiddelaar tussen hoog en laag
het werk zijner handen aanschouwen en zijn conclusie
daaruit kunnen trekken; wat goed en fout daaraan is.
Doordat de mens zichzelf in de stof leert uit te drukken,
doet hij kennis op.
De volledige mens omvat alle leven in de natuur, vanaf de
primitieve vormen tot en met de meest ingewikkelde toe. We
kunnen deze kennis ten goede of ten kwade gebruiken. We
kunnen deze kennis gebruiken om bewuster en voor het
algemeen belang te gaan leven. Dit uitdrukken in de stof
werkt als een spiegel voor hemzelf, hij kan zich daardoor
beter leren kennen. In vele gevallen wordt deze kennis
gebruikt voor egoïstische doeleinden, waarbij de medemens
en de natuur niet worden ontzien. Maar vroeg of laat zal
daarvoor de rekening worden gepresenteerd.
308
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
22-5
5
10
Stralingen van allerlei golflengten, zoals licht, gedragen
zich niet geheel stoffelijk. Bv. de zon geeft voor niets.
Hij schijnt voor iedereen, voor goeden en slechten. Al het
levende kan zich in zijn licht en warmte koesteren en
ontwikkelen. Daarom was de zon bij veel oude volkeren het
symbool voor God.
Waarschijnlijk is licht een randverschijnsel in de natuur,
misschien dat bij het overschrijden van die rand een andere
dimensie wordt bereikt: die van het hogere bewustzijn.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2)
15
20
25
30
35
Materie is samengesteld met behulp van stralingsenergie.
Want wanneer materiedeeltjes worden gesplitst komt er
energie vrij in de vorm van stralingsenergie. Men kan dit
op een ander niveau waarnemen wanneer men een blok hout
verbrandt. Zo'n houtblok komt van een boom welke met behulp
van de zon is gegroeid. Deze zonne-energie is in het hout
in de vorm van structuren opgeslagen, wanneer men dit hout
verbrandt, komt de opgeslagen zonne-energie in de vorm van
licht-en warmtestraling weer vrij. Doordat deze structuren
uiteen vallen en er andere scheikundige verbindingen worden
gevormd Zo ook kan het hogere bewustzijn verbonden zijn met
de materie en kan alleen daarvan verlost worden wanneer het
lichaam vergaat.
De oplossing van de problemen is, meer
van ons zelf geven gelijk de zon dat doet.
Voor diegenen die onder de wet van Mozes willen leven, dus
onder de wetten van het oude testament, geldt nog steeds
oog om oog en tand om tand.
Met de komst van Christus kwam er iets nieuws. Had tot die
tijd de natuurwet gegolden van oog om oog en tand om tand.
Christus leerde, dat wanneer iemand op uw wang slaat, keert
dan ook de andere zijde toe. Met andere woorden, kwaad niet
met kwaad vergelden. En ook, het is beter te geven dan te
nemen. Leringen wanneer toegepast door de mens, hem doet
vervreemden van de natuur des doods, waardoor hij, geheel
40
309
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
22-6
5
10
in overeenstemming met de natuurwet de kans maakt als een
ongewenst vreemd object uitgestoten of vervolgd te worden
door de beestachtige ingestelden. De natuurwet staat ten
slotte de bescherming van de eigen soort voor.
In
gedachtethema
no.1
gaven
we
als
voorbeeld
voor
samenwerking, het gelijkrichten van alle metaaldeeltjes in
een staalblok, waardoor de magnetische krachten in dat blok
elkaar
niet
meer
tegenwerkten
maar
door
de
krachtenvereniging de blokgrenzen overtraden en daarbuiten
hun onzichtbare invloed konden doen gelden.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO.1)
15
20
25
Parallel met het bovenstaande gaat het met de liefde. Door
het geven van liefde te beoefenen en daarvan vervuld te
zijn, verdwijnen lichamelijke tegenstrijdigheden en maken
ons meer ontvankelijk voor de Christus geest. Door deze
Christusgeest worden wij, gelijk wat de stroom deed voor
het staalblok, gelijkricht. Ziekten verdwijnen, want de
inwendige weerstanden die deze verstoringen veroorzaakten
verdwijnen en dat niet alleen, wij zullen gelijk de
magnetische krachten in het staalblok het materiële
menselijk lichaam overstijgen en een wijder bewustzijn
verkrijgen waar het verschijnsel dood niet bestaat.
Tot slot. De echte liefde kunnen we misschien het beste
definiëren als volgt:
30
Liefde is: als zich vereenzelvigen met de ander en deze
aanvaarden zoals hij is.
35
Wij hebben nu gezien dat liefde op verschillende niveaus
bestaat, de vraag is, waar willen wij als mens staan? We
moeten wel het volgende gezegde in gedachte houden: “Al te
goed is buurmans gek”, (Wie te goed is, wordt het
slachtoffer van zijn goedheid).
Jezus en de wet,(Matheus 5:17-18).
40
Volgens de verhalen, welke een symbolische betekenis kunnen
hebben, offerde Christus zichzelf op voor de mensheid. Hij
310
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
22-7
5
10
15
20
ging als zaadje in de mensheid ten onder of is in de
mensheid begraven om daar tot volle wasdom te komen, om dan
de derde dag vroeg in de morgen te herrijzen. Duizend jaar
is als een dag voor God. Sinds Christus geboorte zijn we nu
in de morgen van een nieuw millennium. Wanneer zal de
geboorte van het Goddelijk kind plaats vinden? Zal de mens
een bewustzijnsverandering ondergaan of komt er een nieuwe
wereld leraar. We weten het niet, maar wat we wel weten is
dat de grote ommekeer die als een bliksemschicht plaats zal
vinden aanstaande is, zie maar naar de tekenen des tijd. In
die tussentijd kunnen wij gewoon aardig voor elkaar
proberen te zijn.
(Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19)
De aard van de natuur is nemen en alleen geven wanneer dit
voordeel oplevert. Die van de liefde is geven om niets,
zoals de zon zijn straling geeft voor de goeden en de
slechten.
25
30
35
40
311
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
1
N A W O O R D
5
10
15
20
25
30
35
40
Zoals in het voorwoord reeds gezegd is, kan eenieder zijn
steentje bijdragen om dit geschrift uit te breiden of te
verbeteren. Dit kan worden gedaan door te zoeken naar
antwoorden die levensvraagstukken betreffen en het vinden
van vergelijkende voorbeelden daarvoor op andere niveaus.
Antwoorden op vragen kunnen soms van binnen onszelf uit
gegeven worden, maar ook bewust of onbewust door anderen,
waarvan we het niet zouden verwachten. Wij kennen het
gezegde: “ Een profeet wordt in eigen huis niet geëerd”.
Dit houdt de volgende waarschuwing in. Beoordeel de mens
niet altijd naar zijn geaardheid of persoonlijkheid waar
hij zich in deze wereld mee manifesteert.
Geaardheid wordt tijdens de geboorte voor een groot
gedeelte, zo niet geheel, bepaald door een samenstel van
kosmische krachten, die op het moment van de geboorte
werkzaam is. Dit komt, omdat ons aards lichaam bestaat uit
verschillende stoffelijke elementen, die in het gehele
universum voorkomen en daarbij even oud zijn. Al deze
elementensoorten of atomen hebben hun eigen trillingsgetal
en kunnen resoneren met al diezelfde atomen in het heelal.
Zo kunnen dezelfde soorten moleculen, clusters van atomen
dus, ook weer met elkaar resoneren. Zo blijft al het
stoffelijke onzichtbaar met elkaar verbonden. Ons lichaam
of stoffelijke omkleding, maakt zo deel uit van het grote
geheel en reageert daarop. Velen hebben daar nooit bij stil
gestaan.
Persoonlijkheid heeft te maken met een Etruskisch woord wat
toneelmasker betekent. Ons masker of persoonlijkheid wordt
gedurende onze groei opgebouwd, dit kan een mooi of lelijk
masker worden, dat wil echter niet zeggen dat er soms
achter een minder mooi masker der persoonlijkheid geen
grote geest verborgen kan zijn. In de meeste gevallen is
deze zelfs nog niet kenbaar voor de maskerdrager zelf.
Vandaar de aansporing der ouden, “Ken u zelve”. Daarbij
weten we toch, dat ieder mens zo zijn kleine uiterlijke
tekortkomingen
of
eigenaardigheden
heeft.
Ook
ondergetekende en initiatiefnemer van PI-PHI. Vandaar het
gezegde: “Wie zonder zonden is gooie de eerste steen”.
312
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
2
5
Voor persoonsbeoordeling hebben we nog enige houvast
wanneer wij denken aan het gezegde, “Aan de vruchten kent
men de boom”.
*
10
15
20
25
30
35
Wij zullen dit nawoord afsluiten met een Vierhonderd jaar
oude tekst, die gevonden werd in de oude St.Pauluskerk te
Baltimore, gedateerd 1692
Wees kalm te midden van het lawaai en de haast en bedenk
welk een vrede er in stilte kan heersen. Sta op goede voet
met alle mensen, zonder jezelf geweld aan te doen. Zeg je
waarheid rustig en duidelijk en luister naar anderen: ook
zij vertellen hun verhaal. Mijd luidruchtige en agressieve
mensen: zij belasten de geest. Wanneer je met anderen
vergelijkt, zou je ijdel en verbitterd kunnen worden, want
er zullen altijd kleinere en grotere mensen zijn dan je
zelf bent. Geniet zowel van wat je hebt bereikt als van je
plannen. Blijf belangstelling hebben voor je eigen werk,
hoe nederig dat ook moge zijn: het is een werkelijk bezit
in het veranderlijke fortuin van deze tijd. Betracht
voorzichtigheid bij het zaken doen, want de wereld is vol
bedrog. Maar laat dit je niet verblinden voor de bestaande
deugd: veel mensen streven hoge idealen na en overal is het
leven vol heldendom. Wees jezelf. Veins vooral geen
genegenheid. Maar wees evenmin cynisch over de liefde, want
bij alle dorheid is zij eeuwig als het gras. Volg de loop
der jaren met gratie, verlang niet naar een tijd die achter
je ligt. Kweek geestkracht aan om bij onverwachte tegenslag
beschermd
te
zijn.
Maar
verdriet
jezelf
niet
met
spookbeelden. Vele angsten worden uit vermoeidheid en
eenzaamheid geboren. Leg jezelf een gezonde discipline op,
maar wees lief voor jezelf. Je bent een kind van het
heelal, niet minder dan de bomen en de sterren. Je hebt het
recht hier te zijn, en ook al is het je al of niet
duidelijk, toch ontvouwt het heelal zich zoals het zich
40
313
PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS
3
5
ontvouwt, en zo is het goed. Heb daarop vrede met God, hoe
je ook denkt dat Hij moge zijn. En wat je werk en
aspiraties ook moge zijn: houd vrede met je ziel in de
lawaaierige
verwarring
van
het
leven.
Met
al
zijn
klatergoud, en somberheid, is dit toch nog steeds een
prachtige wereld. Wees waarachtig. Streef naar geluk.
10
15
20
25
30
35
REDACTIE-EN E-MAILADRES: [email protected]
314
Download