Ed.090310 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN D E A N A L O G I S C H E D E N K W IJ Z E A L S ================================================== S L E U T E L V O O R U N I V E R S E L E K E N N I S Door ANO PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS I I N H O U D S O P G A V E ========================= Inleiding BLAD ==== III Citaten/stellingen XVII Gedachtethema’s ================= NO. 1 Samenwerking NO. 2 Licht, Weerstand en Bewustwording NO. 3 Lichaam en Ziel NO. 4 Magnetisme, Zwarte gaten, Materie NO. 5 Symbolen, Rituelen, Ceremoniën NO. 6 Bewustzijnsbeperking door de materie NO. 7 De Vormenwereld NO. 8 De Vierde en Vijfde dimensie NO. 9 Resonantie (Vraag en antwoord) NO.10 Godsbeeld NO.11 Natuurlijk gedrag NO.12 Creatieve evolutie en Gaia hypothese No.13 Programmeren en Opslaan NO.14 De Gulden Sneden of De Goddelijke Verhouding NO.15 De Stralende Mens NO.16 Reïncarnatie NO.17 De Innerlijke Middenweg NO.18 Creëren met tegenstellingen NO.19 De Big-Bang, Tijd/Ruimte Hypothese NO.20 Energie, Geld en Macht NO.21 Wat is het Doel van het Leven NO.22 Liefde 1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1 8-1 9-1 10-1 11-1 12-1 13-1 14-1 15-1 16-1 17-1 18-1 19-1 20-1 21-1 22-1 NAWOORD PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS II Wij hebben alles eens geweten, maar zijn het NU vergeten. Ons gevoel heeft daarvan nog een weten, dat NU, noemen wij ons geweten. Alles uit dit geschrift mag, mits onveranderd, verveelvoudigd en verspreid worden zonder toestemming van de redactie. Indien er veranderingen aangebracht zijn, moeten deze eerst ter goedkeuring aan de redactie worden voorgelegd, alvorens tot vermenigvuldiging en uitgifte mag worden overgegaan. PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS III INLEIDING1 Het leven is als het snoeren van kralen, je weet nooit hoe lang die wordt, maar het einde zullen wij allen halen, want daar komt dan altijd weer het slot2. Melita 5 10 15 De bedoeling van dit boekwerk is, om hierin Gedachtethema’s te verzamelen, die de verbanden aangeven tussen de verschillende levens- of bewustzijnsniveaus. Zo’n Gedachteonderwerp zullen we in dit boekwerk Gedachtethema noemen. Er zal getracht worden deze op een voor ieder duidelijke wijze te beschrijven. Daarbij is er een streven om, uiteindelijk, ieder Gedachtethema in een totaalbeeld te plaatsen. Een totaalbeeld dat gevormd zal worden door 22 Gedachtethema’s, waarover later meer. 20 25 30 35 Hoe komen we nu aan een Gedachtethema om deze te gaan overdenken ? Deze kunnen we krijgen door een plotselinge inval, inspiratie, maar ook kan bewust een onderwerp gezocht worden om die uit te werken. We moeten daarvoor de natuur beschouwen met al zijn facetten, en de gedragingen van mens en dier daarin, alsmede de scheikundige processen die daarmee vergelijkend in verband staan. Om de bedoeling iets duidelijker te maken, er is een vergelijking te maken met het principiële gedrag van water en elektriciteit; dit is gedaan in Gedachtethema no. 4. Met de Gedachtethema’s is het de bedoeling om te trachten, volgens een analogische manier van denken het hele levensproces met al zijn verschijnselen en eigenschappen, die zelfs te maken kunnen hebben met andere dimensies of het dimensieloze, beter te leren begrijpen en eenheid daarin te ontdekken. 1 2 Wanneer we in dit geschrift bijbelse teksten aanhalen, dan moet men niet direct denken aan een religie of kerkelijke verbondenheid, maar eerder aan kennis(Gnosis) die al bestond ver voordat de zogenaamde Bijbel werd samengesteld uit de reeds bestaande antieke geschriften. Geloof wordt een zeker Weten door Kennis. Ik ben de Alfa en de Omega, zegt de Here God, die is en die was en die komt(Openbaring 1-8) Door de verbinding van het begin en het einde bestaat ons begrip van tijd niet meer. Een andere bewustzijnsstaat is dan bereikt. 1 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS IV 5 10 Analoog komt van het Latijnse woord “ANALOGIA”, wat evenredigheid of overeenstemming betekent. Met analogisch denken wordt hier dan bedoeld, het in denken betrekken van verschillende levensniveaus met het oog op hun overeenkomsten of evenredig- en wetmatigheden. Met verschillende levensniveaus worden bedoeld: Ten eerste, Het geestelijk of spirituele niveau. Ten tweede, Het niveau waarop de geest is gebonden aan de materie; bv. zoals bij de mens. Ten derde, Het niveau van de materie met haar wetten en chemische processen. 15 20 25 30 35 40 Door nu deze analogische manier van denken te gebruiken bij het zoeken naar overeenkomsten tussen de tweede en derde groep, hopen we door de wisselwerking die daarvan uit gaat te komen tot een beter begrijpen van zaken die op het geestelijk niveau liggen. Misschien dat het op die manier mogelijk is een brug te slaan tussen, wat wij noemen, het stoffelijk en geestelijk gebied. Door alles te beschouwen als staande in verhouding tot elkaar, materieel en spiritueel, hebben we een groter gebied tot onze beschikking om kennis te vergaren, dan mogelijk door middel van alleen het zogenaamde wetenschappelijke bewijs. Deze verhoudingen kunnen wat het spirituele aangaat ook omgekeerd evenredig zijn, want wat wij in deze materiële wereld waarnemen is de schaduw van de werkelijkheid, zoals duidelijk gemaakt in Gedachtethema No.10. Wij kunnen het volgende stellen, De grens van de wetenschappelijke bewijsvoering voor het wel of niet bestaan ligt daar, waar de beweging van de materie,(intern of extern), ophoudt. Door de weerstand wat het bewegende ondervindt ontstaat verschil, dat verschil worden wij ons bewust. Dit wordt verduidelijkt in Gedachtethema No. 2 De analogische bewijsvoering overschrijdt de grenzen van het materiële bestaan. Uiteindelijk vormt alles, materieel 2 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS V 5 10 15 20 25 30 35 40 en spiritueel ‘n eenheid, waarbij de materie aan het eind van de cycli over zal gaan in het onstoffelijke; zie daarvoor Gedachtethema No. 19 Men kan de Gedachtethema’s voorstellen als geplaatst op de omtrek van een cirkel, waarbij met het overdenken gestreefd wordt in de richting van het cirkelmiddelpunt te gaan; door overeenkomsten, verhoudingen en eenheid in alles te zoeken. Zie titelblad. Het resultaat zal zijn vereenvoudiging, wat dan weer meer duidelijkheid over het onderwerp verschaft. Ten meer omdat de onderwerpen in die richting elkaar meer en meer gaan overlappen of punten gemeen krijgen, totdat bij het bereiken van het middelpunt het beredeneren en het aanvoeren van bewijzen geen zin meer hebben. Daar in het middelpunt wordt de eenheid bereikt, waar woorden geen functie meer hebben. Want het denken in woorden vervat heeft alleen met ons materialistisch hersendenken te maken. Hoe meer we het middelpunt of de kern van een zaak benaderen des te helderder dat voor ons zal worden. Een voorbeeld. Iemand start met het leggen van een legpuzzel zonder te weten hoe deze er uiteindelijk uit zal zien, hoe kan hij het beste beginnen? Allereerst moet hij beginnen met het verzamelen van alle kantlijnstukken en deze aan elkaar passen. De gevonden omlijsting kan dan gebruik worden als basis, om van buiten naar binnen te werken, waarbij dan gebruik gemaakt wordt van kleurverschillen etc. En hoe meer hij het midden benadert des te sneller de neer te leggen stukjes worden gevonden. Uiteindelijke wordt het totale beeld zichtbaar. Deze verzameling van Gedachtethema’s heeft als titel “Pi-Phi” meegekregen. De reden hiervoor is de volgende: Het eerste gedeelte van de titel, “Pi”, heeft te maken met de verhouding van cirkelomtrek tot zijn doorsnede. De middellijn van deze cirkel is te beschouwen als een rechtlijnig scheppende beweging, een mannelijk principe, waardoor materie en antimaterie, (wervelingen), ontstaan en waarvan de verdere ontplooiing plaats vindt in een ruimte begrensd door de cirkelomtrek; een vrouwelijk principe, zie 3 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS VI 5 10 15 daarvoor Gedachtethema No. 19. Deze cirkelomtrek geeft een analogisch verband aan van de cirkelgangen en terugkerende gebeurtenissen in ons leven. Denk bv. eens aan dag en nacht, de jaargetijden met alles wat daarmee samen hangt, omgangen en vormen van hemellichamen, materie deeltjes, kortom alles wat beweegt en daardoor is waar te nemen of waarneembaar te maken is. Meer daarover in Gedachtethema No. 16. Het tweede gedeelte van de titel “Phi” heeft te maken met de gulden snede, ook wel sectio devina of goddelijke verhouding genoemd. Het is een verhoudingsgetal, welke terug te vinden is in afmetingen die in de natuur voorkomen en al in oude tijden in bouwwerken en beelden werd toegepast; waaronder de grote piramide van Cheops in Egypte3 en ook in de kunstwerken van de oude Griekse beschaving; zie Gedachtethema No. 14. 20 25 30 35 Zoals gezegd kunnen Gedachtethema’s elkaar gaan overlappen, wanneer zo’n overlapping plaats vindt zal worden aangegeven waar meer over dat onderwerp kan worden gevonden en wel als volgt: (Zie ook GEDACHTETHEMA NO....). Mogelijk kunnen we zo’n verwijzing later nog preciseren door daaraan een regelnummer toe te voegen. Er wordt wel eens gezegd, waarom ons te verdiepen in materiële zaken, is alles niet illusoir en doet het zich niet anders aan ons voor dan het in werkelijk is? Dat mag dan wel waar zijn, maar dat wil niet zeggen dat wat wij zien op het 3-dimensionale niveau niet bestaat. Wat is de mens dan, illusoir? Wat wij van het materiële zien is de buitenkant en vaak daarvan nog maar een heel klein gedeelte van een groter geheel. Gedachtethema No. 8 geeft in die geest enkele voorbeelden die ons zullen laten zien, dat ons bewustzijn 3 Volgens de laatste wetenschappelijke informatie, schijnt deze piramide 10.500 jaar vóór het begin van onze jaartelling gebouwd te zijn. Dit is vastgesteld aan de hand van de precessiebeweging van de aarde, het sterrenbeeld Orion en de Egyptische mythologie. Deze datum werd ook al vele jaren geleden gegeven in de zogenaamde readings van de Amerikaanse slapende profeet Edgar Cayce. 4 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS VII 5 10 15 20 25 30 35 40 beperkt wordt door het krampachtig vasthouden aan het driedimensionale aardse denken. Een ander punt is, dat diegenen die het onderwerp illusie te berde brengen, eigenlijk alleen daarover iets kunnen of mogen zeggen, wanneer zij door eigen onderzoek en ondervinding tot deze conclusie zijn gekomen. Wij weten nu door onderzoek, dat bv. de elementen waarmee een brok materie is opgebouwd op grote afstanden van elkaar liggen, wat de reden is dat dit, onder andere, door Xstralen kan worden doorgelicht. Wij weten nu ook, dat materie bestaat uit energie, want wanneer we atomen splitsen komt er een enorme hoeveelheid energie in de vorm van straling vrij. Zo zal door onderzoek de kennis van het materiële en het spirituele naar elkaar groeien. We leven in deze wereld om door het opdoen van ervaringen meesterschap over de materie te verkrijgen en deze kennis op een altruïstische wijze leren te gebruiken. Wij zijn als de verloren zoon in het Bijbelse verhaal, die de wereld inging en ontdekte dat deze anders was dan hij zich deze allereerst had voorgesteld. Na deze ondervinding was hij meer waard dan de achtergeblevenen en kon hij met gezag daarover spreken. Natuurlijk zijn er zaken die met denken niet direct of geheel niet begrepen kunnen worden, maar de hersenen kunnen wel gebruikt worden om het aards gebonden bewustzijn in een toestand te brengen waarbij de kans bestaat om onaardse belevenissen op te doen. In verschillende Gedachtethema’s zal daar aandacht aan worden besteed. Zo wordt in Gedachtethema No. 3 met denken aangetoond dat we een ziel moeten hebben, die losmakelijk met het lichaam verbonden is en die voor zijn doel gebruik maakt van dat lichaam. Het plan is om met onze Gedachtethema’s het aantal van 22 niet te overschrijden. Waarom 22 ? Omdat de omtrek van een cirkel in verhouding tot zijn doorsnede is, als 22 staat tot 7. Zeven4, kan in ons voorbeeld worden gezien als een symbool voor het leven of als het bezielende element dat wordt be4 Een symbool voor de 4 aardse-en 3 spirituele elementen 5 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS VIII 5 10 15 20 25 30 35 40 grensd door twee en twintig elementen. Deze vormen te samen een uitdijende materialistische cirkel, gepaard gaande aan het steeds meer creëren van specialisaties en vermeerdering der verschillende vormen, alsmede afscheidingen. Wat gelijk staat met meer en meer dood gaan. Het is interessant hier nog te vermelden dat de menselijke hersenen worden omsloten door 22 beenderstukken en wel 14 voor het aangezicht en 8 voor de schedel. Het hoofd rust op een wervelkolom bestaande uit 33 wervels, waarvan 7 hals-, 12 borst-, 5 lenden-, 5 heiligbeen- en 4 staart-wervels. Het leven van Jezus Christus hier op aarde duurde 33 jaar en eindigde op Golgotha. Golgotha is afgeleid van het Hebreeuwse woord Gulgoleth wat schedel en begraafplaats betekent. Een ander woord voor Golgotha is Calvarië wat een afleiding is van het Latijnse woord calva; wat ook schedel betekent. De laatste levensfase van Christus hier op aarde eindigde aan het kruis op Golgotha. De 22ste letter van het Hebreeuwse alfabet, “Tau”, heeft als betekenis kruis en staat voor de 4 basiselementen waaruit de materie gevormd is. Aan dit kruis is het hogere principe, uitgebeeld door een driehoek of Vader, Zoon en de Heilige Geest, met drie nagels verbonden aan het kruis. Wanneer de 4 elementen in het midden zijn versmolten, vindt er een omkering plaats en volgt de verlossing van het materiéle. Volgens het oude weten wordt de optelling van de 4 elementen als volgt gedaan: 1+2+3+4=10, 1+0=1. Meer in Gedachtethema No. 19 daarover. Oude Indische geschriften zeggen, dat bij een juiste geestelijke ontwikkeling een energiestroom, in het Sanskriet Kundalini genaamd, als de kronkelingen van een slang, vanaf de onderkant van de wervelkolom zich een weg langs de 33 wervels naar boven zoekt, waarbij het de zeven voornaamste energiecentra passeert; in het Sanskriet chakra’s genaamd. Denk eens aan de Esculaap als een symbool voor artsen, bestaande uit een ruggengraat met daarom heen een slang Johannes noemde deze chakra’s in het bijbelboek, welke als opschrift heeft De Openbaring van Jezus Christus, de zeven 6 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS IX gemeenten. Dit bijbel boek bestaat uit 22 hoofdstukken. Dat op zich zelf het overdenken waard is. 5 10 Voor degenen die meer over dit onderwerp willen lezen volgen hieronder 3 aanbevelingswaardige boeken, met titel, schrijver en de uitgever daarvan: 1.Man, The grand symbol of the mysteries By Manly P Hall, Uitgeverij: The philosophical research society, 3341 Griffith Park Boulevard, Los Angeles 27, California. 2.De symboliek van het menselijk lichaam, door M.P. Hall, Uitg. Theosophische uitgeverij-Amsterdam. 15 20 25 30 35 40 3.De Apocalyps ontzegeld door James M. Pryse, zijnde een esoterische interpretatie van De Inwijding van Johannes, gewoonlijk genaamd De openbaring van Johannes; het laatste geschrift in de bijbel, Uitgeverij, Gnosis (W. Sijmons & Co.) De vraag wordt nog wel eens gesteld:“Heeft Jezus Christus echt op aarde geleefd?”. De reden hiervoor is, dat er zo weinig historisch bewijs daarvoor te vinden is en ook al, omdat er meerdere identieke verhalen zijn die zelfs duizenden jaren ouder zijn. Als antwoord zouden we kunnen geven, al zou hij niet zo precies in materiële zin op aarde geleefd hebben, dan is er toch nog altijd een geboorte van de ideale mens in de geest geweest. Dit ideale beeld kunnen we alleen hebben als dit de mogelijkheid van verwerkelijking in zich heeft, anders was het logischerwijs bekeken onmogelijk om daar een voorstelling van te maken. Aan dit punt wordt in Gedachtethema No. 10 aandacht besteed, alsmede zal daarin een antwoord worden gegeven op een veel gestelde vraag en wel deze, waarom laat een goede en rechtvaardige God al die verschrikkelijke gebeurtenissen, die zoveel pijn en intens verdriet veroorzaken, toe en grijpt Hij niet in. Het kenmerk van leven is, het doen bewegen of veranderen. Wat ook het geval is met het levende woord. Wanneer het woord wordt uitgesproken, gelezen of gedacht, komt dit tot leven doordat hoorbare en onhoorbare trillingsgolven zich 7 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS X 5 10 15 20 25 30 35 40 vanaf het punt van oorsprong in het universum uitbreiden. Het neergeschreven woord is op zichzelf onbeweeglijk en een momentopname van een gedachte; gekristalliseerd en levenloos. Door dat woord te lezen kan het gebeuren dat je daardoor wordt aangesproken en je gevoel daarop gaat resoneren. In Gedachtethema No. 9. zullen we het daarover hebben. Omdat het geschreven woord ondergeschikt is aan het gesprokene is het de bedoeling, wanneer er in de toekomst genoeg nieuw materiaal beschikbaar komt, dit boek uit te breiden en de filosofische overdenkingen op losse bladen vast te leggen. Deze bladen kunnen dan worden verzameld in een te openen band, waardoor het mogelijk zal zijn nieuwe teksten toe te voegen of veranderingen in bestaande teksten aan te brengen. Het wordt daardoor een aan veranderingen onderhevig levend boek. In dit boekwerk worden zo nu dan fragmenten uit de bijbel aangehaald, daarom het volgende voor hen die dit nog niet weten; de bijbel is niet een boek dat exclusief bij een kerk of geloofsrichting hoort. In vroegere tijden werden uit verschillende geschriften of boekrollen, die betrekking hadden op de spirituele kant van de mens, gedeelten geselecteerd en samengevat tot een boek wat we nu de Bijbel noemen. Dus een ieder die op zoek is naar wijsheid kan daar gebruik van maken. Er moet nog een opmerking gemaakt worden over de vertaling daarvan uit het Hebreeuws naar andere talen en in het bijzonder, de 5 eerste boeken van de bijbel; de Pentateuch of de Thora. Wij moeten in gedachten houden dat wat vertaald is een taalkundige vertaling is. In het Hebreeuws stellen de letters óók getallen voor, de getalswaarden van de woorden gaan dus bij de vertaling verloren. Er is door het Joodse volk altijd grote zorgvuldigheid in acht genomen bij het kopiëren van de Bijbelse geschriften. Er mocht zelfs geen jota worden veranderd5. Een woord enigszins veranderen is niet zo dramatisch dat gebeurt alzo bij een vertaling en hoeft niet altijd invloed te hebben op 5 Jota is het kleinste lettertje van het Hebreeuwse alfabet. 8 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS XI de betekenis van een zin, maar een getal veranderen heeft al direct consequenties. 5 10 Het lezen volgens de getallen heeft met Gematria te maken, de geheime leer of getalsymboliek van de kabbalisten die getallen als woorden en woorden als getallen lezen. Zie daarvoor eens het boek van Professor F.Weinreb “De Bijbel als schepping”. Uitg. Servire. 15 Ook in “De Geheime Leer” geschreven door H.P.Blavatsky, wordt dit onderwerp behandeld. De vraag is, heeft een vroegere vóór-Egyptische beschaving voor ons hedendaagse mensen kennis in getallen vastgelegd? 20 25 30 35 40 En wanneer het waar is dat de kennis van weleer is verpakt in getallen en door middel van de Thora of Pentateuch aan ons wordt overgedragen, dan is het aan ons om de sleutel daarvoor te vinden Is het je bekend, dat in onze Personal Computer(PC) met iedere aanslag op de terminal, de gekozen letter in een getal wordt omgezet en dat wanneer we op de computer zelfs maar een punt vergeten, bij het opvragen van bij voorbeeld een adres, deze niet kan terugvinden; Gedachtethema No. 18 gaat o.a. daarover. Hieronder een voorbeeld zoals gegeven in “De Joodse Geheime Leer”. De getallenwaarde van de naam Mozes, is omgekeerd aan die van Jehovah’s naam “ Ik ben die Ik ben”. De naam Mozes in het Hebreeuws is: De letterwaarden zijn respectievelijk: 5 300 40 De som daarvan is: 5 + 300 + 40 = 345 Toen Mozes aan Jehovah vroeg wat moet ik de Israëlieten zeggen wanneer zij Uw naam vragen , zeide Hij: “Zeg hen, Ik ben die Ik ben”. In het Hebreeuws is dat : Ahiyé Asher Ahiyé In Hebreeuwse letters, waarbij de woorden van achteren naar voren worden gelezen, is dat: 9 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS XII 5 10 15 20 25 30 35 De letterwaarden zijn respectievelijk: 5 10 5 1 200 300 1 5 10 5 1 De woordwaarden zijn: 21 501 21 De som daarvan is: 21 + 501 + 21 = 543 De gevonden waarden 345 en 543 zijn tegengesteld of elkaars spiegelbeeld. De waarheid ligt in het midden. Wanneer we deze twee waarden optellen of verenigen krijgen we het getal 888; de letterwaarde van het Griekse woord Iësous, of het hogere denken. Daar waar geen tegenstellingen bestaan en vrede heerst. Meer daarover in Gedachtethema No. 10 En wat te denken van het raadselachtige geslachtsregister van Adam tot aan Noach? De veelvouden van 30 en 103(priemgetal), die door het ontbinden in factoren van de sterfdata ontstaan, kunnen toch niet worden beschouwd als toevalstreffers. Het valt ook zeer te betwijfelen of dit geslachtsregister de werkelijke leeftijden van Adam en zijn nazaten aangeeft. Het zou eerder te maken kunnen hebben met de antediluviaanse dynastieën van Genesis, zoals beschreven in het boek van C.F.Ph.D. v.d. Vecht “ De Steenen Spreken” Een boek dat het veel omstreden idee bevat dat de geschiedenis of de ontwikkeling van de mensheid is af te lezen uit het gangen- en kamerstelsel van de Grote Piramide van Gizeh. In genoemd boek wordt ook verteld dat de getallen 30 en 103 werden gebruikt voor de Egyptische tijdberekening. De periode van 103 jaar was de PRIMAIRE of GRONDCYCLUS DER EGYPTISCHE CHRONOLOGIE. Zie het diagram hierna. De tijdseenheden die bij de Egyptenaren ook in lengtematen werden uitgedrukt, is weer terug te vinden in hun koningslijsten en de constructie van de Grote piramide.6 6Interessant is nog te vermelden dat de onderstaande berekening met deze getallen, het verhoudingsgetal Pi benadert met een verschil van ongeveer 0.000478543. Wat dit voor een betekenis heeft moet nog blijken. 10 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS XIII 5 10 15 Zie verder voor een verband tussen de grote piramide en de ark van Noach, wat Prof. F.Weinreb daarover schreef in zijn boek “De bijbel als schepping”. Uitg. Servire. Wie enig constructief inzicht heeft en de piramideconstructie heeft bekeken met zijn schuin oplopende gangen, wanden van gangen die naar de zoldering ook weer schuin toelopen, de zogenaamde koningskamer met zijn constructie voor de gewichtsontlasting op het plafond, de met elkaar verband houdende bematingen van de verschillende kamers en gangen, moet wel tot de conclusie komen dat voor de ons bekende Egyptische geschiedenis een volk heeft geleefd, die een zeer goede technische en organisatorische 11 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS XIV 5 10 15 20 25 30 35 40 kennis moet hebben bezeten. En dan hebben we het nog niet gehad over de astronomische gegevens die in dat bouwwerk zijn vastgelegd. Ieder gezond denkend mens die zich niet laat beïnvloeden door die hedendaagse wetenschappers, die zeggen dat de kennis der techniek nooit zo hoog is geweest als nu, omdat zij zo weinig sporen in het verleden daarvan hebben kunnen vinden, moet wel tot de conclusie komen dat er een technische kennis heeft bestaan, die wel eens groter zou kunnen zijn geweest dan door deze wetenschappers wordt aangenomen. Trouwens er zijn zoveel archeologische vondsten gedaan waar wij geen verklaring voor hebben en die te denken geven. Overblijfselen van vroegere beschavingen kunnen zich weleens ver onder de oceaanbodem bevinden en misschien was er al een hoge beschaving op Mars, die door een natuurlijke of onnatuurlijke oorzaak te gronde is gegaan. Zo’n gebeurtenis kan hebben plaatsgevonden veel verder terug in de geschiedenis dan de mens ooit heeft kunnen vermoeden. Dit kan gebeuren met de aarde, indien de mens zelfzuchtig blijft handelen. Er zijn zeer oude verhalen die het hebben over vliegende voertuigen. Wat is bv. 100 duizend jaar vergeleken met het bestaan van de aarde en is er na zoveel jaren nog wel iets terug te vinden, de verandering van het aardoppervlak daarbij in aanmerking genomen. Zou bij voorbeeld een computerchip nog terug te vinden zijn na zoveel jaar. En indien zo, is zo’n stukje technisch vernuft dan nog herkenbaar voor technisch minderen, waarop microscopisch kleine schaal, honderden zo niet duizenden schakelingen met bedradingen zijn aangebracht ? Het moet uit een verkeerd soort wedijver voortkomen dat we niet kunnen verdragen dat vroegere beschavingen, die uit ons gezichtsveld verdwenen zijn, verder waren in techniek en wijsheid. Hoe vaak willen velen ons doen geloven dat onze voorouders uit de dertiende eeuw niet wisten dat de aarde rond was. Er zullen er ongetwijfeld geweest zijn, maar dat was dan een beperkte groep hier in Europa. Het is wel zeker dat bv. Christophorus Columbus (1446-1506) ook al wist dat de aarde rond was. En wat te zeggen van de Griekse geleerde Pythagoras (550 v.Chr.), deze leerde reeds 12 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS XV 5 10 15 20 25 30 35 dat het ganse universum de gedaante van een bol had. Aristarchus (250 v.Chr.) leerde zelfs, dat de aarde om de zon bewoog. Eratosthenes (275-195 v.Chr.) voerde al een graadmeting uit en berekende zelfs de omtrek van de aarde en bepaalde deze op ongeveer 39690 kilometers. Voorwaar niet slecht als we bedenken dat de gemiddelde omtrek van de aarde ongeveer 40.000 km bedraagt7. Wanneer wij naar overblijfselen zoeken, zouden wij misschien ook wel de vijf boeken van Mozes hierbij kunnen betrekken. Deze zouden wel eens iets meer in kunnen houden dan alleen maar historische gebeurtenissen, als er nog wel van pure historische gebeurtenissen gesproken kan worden. Een ding mogen we wel aannemen, dat de samensteller(s) van de Pentateuch, kennis bezaten van vroegere beschavingen. En dan mogen we zeker de vóór-Egyptische beschavingen hierbij betrekken. Staat er niet geschreven: En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren en was machtig in zijn woorden en werken. (Handelingen 7 : 22) Wat geweest is, dat zal zijn, en wat gedaan is, dat zal gedaan worden; er is niets nieuws onder de zon. Is er iets waarvan men zegt: Ziehier, dat is nieuw, het was er al in verre tijden, die vóór ons waren. Er is geen heugenis van vorige tijden, en ook van de latere, die er zullen zijn, zal er geen heugenis wezen bij hen die nog later zullen leven. (Prediker 1:9-11) We hebben hiervoor reeds een lijstje van geboorte- en sterfdata gegeven van Adam t/m Noach waarbij we zien, dat er een zondvloed plaats vond toen Noach 500 jaar oud was en in het jaar dat Methusalem stierf. We hebben toen al duidelijk gemaakt, dat we deze leeftijden niet letterlijk moeten nemen. Een ander interessant geval is, dat toen de zondvloed voorbij was, het voor de eerste maal mogelijk was de regenboog waar te nemen. Welke conclusie kunnen we 7 Volgens wetenschappers moet Eratosthenes die kennis geput hebben uit die van veel oudere volkeren, dit werd afgeleid uit zijn gebruik van oude maten. Maar ook uit het feit dat zijn astronomische gegevens niet meer golden voor zijn tijd. (Zie The Great Pyramid door Peter Tompkins Blz. 216) 13 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS XVI 5 10 15 20 25 30 35 40 daaruit trekken? Wel deze, de aarde moet omgeven zijn geweest door water in de vorm van ijs, die op een zeer grote hoogte om de aarde cirkelden. Hierdoor kon het zonlicht de aardbodem niet bereiken. Ook de warmte die de Aarde zelf uitstraalde werd vastgehouden, hierdoor heerste er een broeierige sfeer, waarin al het gewas over de gehele aarde weelderig groeide. Bij deze temperatuur konden de grote dieren, bv. de saurussen goed gedijen. Zoals je misschien wel weet, hadden dit soort dieren een opwarmtijd nodig om in actie te kunnen komen. Bij de hedendaagse temperaturen zou dat hoogstwaarschijnlijk onmogelijk zijn. Nog een ander feit is, dat op de hele aarde, inclusief de Noordpool, kolenlagen worden gevonden, dat geeft al aan dat de temperatuur toen veel hoger lag. Wat kan er gebeurd zijn? Door een komeetinslag kan er een verstoring van het evenwicht plaats gevonden hebben, waardoor het ijs wat zich om de aarde bewoog naar beneden stortte. Een gedeelte van het ijs smolt door de hoge temperatuur dichter bij het Aardoppervlak en kwam neer in de vorm van regen. Een ander gedeelte zal als sneeuw, hagel en zelfs ijs naar beneden gevallen zijn. Het moet op Aarde in korte tijd schrikwekkend koud geworden zijn, omdat smeltend ijs warmte aan de atmosfeer onttrek. Dit kan de reden zijn, dat deze ijstijd zo plotseling begon, dat er in het permafrost beesten zijn gevonden, met het groen nog in hun bek. Toen de aarde niet meer door het ijs werd afgeschermd, kon de zon de aardbodem bereiken en werd het mogelijk het verschijnsel van de regenboog te aanschouwen. Voor die tijd was dat onmogelijk. Dit wordt dan ook in het verhaal van Noach verteld. Ten slotte nog dit, het zal de lezer opvallen dat de verschillende onderdelen waaruit de Gedachtethema’s bestaan niet altijd even vloeiend in elkaar overgaan, dit komt omdat het geheel een verzameling is van ideeën en inspiraties. Het is als het bijeen zoeken en in elkaar passen van een, in het verre verleden in scherven gevallen, uitzonderlijke mooie vaas. Lau tze, een Chinese wijsgeer, zou daarover zoiets gezegd hebben van, de leegte van de vaas geeft het zijn nut. Wij vragen ons af, wat gaat er in deze leegte schuil? 14 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS XVII 5 10 15 20 25 Dit geschrift pretendeert niet een literair hoogstandje te zijn, het is de bedoeling dat de betekenissen die met woorden zijn omkleed goed overkomen. Verder wordt het op prijs gesteld, dat een ieder, die dit boek zal hebben gelezen en aan een nadere beschouwing heeft onderworpen, nieuwe of verbeteringen van de hierin gegeven ideeën voor dit boek inbrengt. Hij of zij wordt verzocht te zoeken naar vergelijkingen op de verschillende levensniveaus, welke na gezamenlijk overleg deel van dit boek zouden kunnen gaan uitmaken. Diegene die de eerste opzet voor dit boekwerk maakte heeft dit ondertekend met het onderstaande Egyptisch hiëroglief wat schrijver betekent. Volgens Sir Wallis Budge, voormalig directeur van het Britse museum, zou de naam voor dit teken in ons Latijnse schrift Ani zijn, maar aangezien er in de oude Egyptische en Hebreeuwse taal geen klinkers werden geschreven, met uitzondering van de A, denk daarbij aan de zonnegod Ra of Re. Nefretiti of Nofrotiti enz., kunnen wij dit hiëroglief ook vertalen naar AnO. Dat betekent dan voor ons, het begin is ook het einde van de levenscirkel en alles wat aan kennis door deze cirkel wordt omvat. Eenieder die nu een bijdrage levert ter vervolmaking van dit geschrift, zal onder dit onpersoonlijke symbool van de schrijver vallen. Vandaar ook, dat dit boek in de wij-vorm is geschreven, omdat wat daarin beschreven staat door velen is aangeleverd. 30 35 15 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS XVIII 5 10 15 20 25 CITATEN EN STELLINGEN, DIE IN DIT GESCHRIFT WORDEN AANGEHAALD 1. God, de Allerhoogste, de Allesomvattende, het Onnoembare, is de bron van al het leven en de som van al het bestaande; het zichtbare en het onzichtbare. In deze som worden alle tegenstellingen opgeheven. Hem verder omschrijven is Hem limiteren. 2. Indien de mens geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis, dan kan de mens ook weer naar zijn eigen beeld en gelijkenis scheppen. (Op het bovenstaande is de Hermetische sleutel gebaseerd die luidt: Zo boven zo beneden. Deze sleutel kan worden gebruikt om meer kennis van het bestaande te verkrijgen). 3. Bij de mens, als de top van een piramidaal evolutie systeem, komt al het geschapene te samen. In hem komt alle kennis van het universum, zichtbaar en onzichtbaar tezamen. (Hij is als het ware een brandpunt van al het bestaande). 4. Het leven kan zich op allerlei manieren uiten en schept daarvoor zijn eigen leefomgeving. (Wat dan inhoudt, dat niet de leefomgeving bepalend is voor het ontstaan van leven op aarde, maar het leven zelf schept zijn eigen leefomgeving of past zich aan met gebruik van de bestaande omstandigheden). 30 5. De levensuitingen die wij waarnemen zijn als golfjes op het wateroppervlak, zij ontstaan en vergaan, maar het water blijft bestaan en past zich in beginsel aan iedere omstandigheid aan. 35 6. Het beweeglijke komt voort uit het onbeweeglijke. 7. Doordat het bewegende weerstand ontmoet, ontstaat er spanningsverschil of tegenstelling, waardoor de uitingen van het leven kenbaar voor ons worden. 40 16 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS XIX 5 10 8. Alleen van dat wat beweegt of beweging in zich heeft(elektronenbeweging, etc.), kan het bestaan wetenschappelijk worden bewezen. 9. De kleinste materiedeeltjes die voor wetenschappers bestaan, zijn die, waarvan het bestaan met stoffelijke hulpmiddelen nog kan worden vastgesteld en aangezien wetenschappelijk niet kan worden aangetoond dat wat niet beweegt bestaat, ligt de grens van de wetenschappelijke bewijsvoering voor het wel of niet bestaan daar, waar de beweging van de materie ophoudt. 15 10. Het bestaan van bewegende deeltjes of lichamen kan alleen worden aangetoond met behulp van andere bewegende deeltjes of lichamen. Daarom zijn alle metingen niet absoluut maar relatief. 20 11. Op het stoffelijk gebied geldt: gelijken stoten elkaar af en veroorzaken verdeeldheid. Op het geestelijk gebied geldt echter: gelijken vallen samen en vormen ‘n eenheid. 25 30 35 40 12. In de 4de dimensie of op een hoger bewustzijnsniveau, vallen alle figuren, lichamen en geestpatronen die gelijkvormig zijn samen en zijn daar één. (De regel van Hermes: “Zo boven, zo beneden”, heeft daarmee te maken en geeft ook een verklaring voor het synchroniciteitsverschijnsel beschreven door Dr.Carl Jung.. 13. Het karakter van de natuur is nemen, die van liefde is geven. 14. Bij samenwerking kunnen we stellen, dat de som van de samenwerkende krachten groter is dan de som van deze krachten afzonderlijk, bv. dat 1 plus 1, groter is dan 2 of anders gezegd, het geheel is groter dan de som der delen. 17 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS XX 5 10 15 15. Al het materiële in deze wereld is in eerste instantie ontstaan door beweging en de weerstand daar tegen, waardoor splitsing van dat Ene plaats vond. Bewegingloosheid is materie-, ruimte-en tijdloos. 16. In het algemeen genomen geldt, dat alle kleine lichamen ten opzichte van de grotere sneller bewegen en waar het kleine samen gaat met veelheid en tijdverkorting, zo gaat het grotere gepaard aan weinig en tijdverruiming. 17. Liefde is: het vereenzelvigen met de ander en deze aanvaarden zoals hij is. 18. Eenvoud betekent vrijheid, veelvoud gebondenheid. Meer verdeeldheid geeft meer dood. 20 19. De som van al de bewegingssnelheden in een lichaam en de snelheid van dit lichaam ten opzichte van het Big-Bang punt, is constant en gelijk aan de totale of absolute lichtsnelheid. 25 20. Alles wat door de mens maar bedacht kan worden heeft de mogelijkheid in zich, om een vaste vorm te krijgen op het stoffelijk vlak. 30 35 21. Aangezien al het geschapene bestaat uit tegendelen, kunnen we stellen dat er voor iedere vraag een antwoord bestaat. 22. De weg naar volwassenheid gaat gepaard met verlies aan illusies. Aan het einde van die weg hebben we van alles afstand gedaan, behalve het Zijn of “Ik ben die Ik ben”; het een zijn in God. 18 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-1 GEDACHTETHEMA NO. 1 SAMENWERKING 5 Het is algemeen bekend dat het belangrijkste bij werken in teamverband is, dat eenieder die deel van dat team uitmaakt eenzelfde doel goed voor ogen staat en met wegcijfering van eigenbelangen de wil bestaat om een gestelde doel te bereiken. 10 15 20 Team werk kan worden vergeleken met een paar ogen die samenwerken. Wanneer deze geen gezamenlijk doel voor ogen hebben, bij voorbeeld wanneer de ogen staren, (parallel staan), zal ieder oog een beeld in een plat vlak waarnemen. De waargenomen beelden zullen maar gedeeltelijk samen vallen, waardoor het totaal beeld onduidelijk is. Zijn echter beide ogen op hetzelfde doel gericht, dan wordt het beeld niet alleen duidelijker, maar er komt ook nog een dimensie bij. Het beeld dat dan wordt waargenomen is driedimensionaal. Bij samenwerking kunnen we stellen, dat de som van de samenwerkende krachten groter is dan de som van deze krachten afzonderlijk, bv. dat 1 plus 1, groter is dan 2 of anders gezegd, het geheel is groter dan de som der delen. 25 30 35 40 Brainstorming brengt een gelijksoortig effect teweeg. Wanneer in een ontspannen sfeer met een gevoel van groepseenheid naar de oplossing van een vraagstuk wordt gezocht, kan er als ware een deur geopend worden naar andere gebieden van de geest, van waaruit nieuwe ideeën onze wereld kunnen binnen stromen. Nog een ander voorbeeld waaruit eenheid noodzakelijk bleek te zijn. Uit het raam kijkend zag de schrijver van dit stuk een grote groep trekvogels op het akkerland achter zijn huis neerstrijken. Na enige tijd vloog deze weer op en begon heen en weer te zwermen. In het begin ging dat wenden en keren van de groep ongelijk, maar nadat deze zo'n tiental keren heen en weer gevlogen had, ging dat wenden en keren van de groep nu in één beweging. Op dat moment was het waarschijnlijk pas mogelijk om een juiste richting te kiezen, want het zwermen hield op, de groep koos een 19 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-2 5 richting en verdween in een rechte lijn vliegend in de verte. Werd deze groep door het bereiken van haar eenheid nu bestuurd door de groepsgeest, waarin een hoger en intelligenter bewustzijn werkzaam was en waarvan de vogels voor ons slechts de zichtbare ledematen zijn ? Wat wij zien zijn segmenten of doorsnede van een groter geheel. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8:5-3) 10 (Voor het idee groepsgeesten, zie de geschriften van Rudolf Steiner. Of nog beter, sla zelf de gedragingen van dieren en beesten in de natuur gade. Het lezen van een boekje handelend over mimicry is ook aanbevelenswaardig). 15 Wanneer er een eenheid is en dezelfde taal gesproken wordt, zal al wat maar kan worden bedacht in een of andere vorm uitvoerbaar zijn. Zie ook eens Genesis 11:6, waar het volgende staat geschreven. En de Here zeide: Zie, het is één volk en zij allen hebben een taal. Dit is het begin van hun streven: nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn. Uit het bovenstaande blijkt dat het potentieel van de gehele mensheid te samen onvoorstelbaar groot moet zijn. De mensheid zoals ze nu is, is innerlijk verdeeld. Wat weer voortvloeit uit de innerlijke verdeeldheid van ieder individu op zich zelf. 20 25 30 35 40 Om een analogisch voorbeeld te gebruiken zouden we de mensheid kunnen vergelijken met een blok magnetisch metaal. Zolang de afzonderlijke ijzerdeeltjes niet gelijk gericht zijn, is er aan de buitenkant van het blok niet veel van deze magnetische krachten te merken. De krachten die in het blok ongelijk gericht zijn, werken elkaar tegen en heffen daardoor elkaar op. Zou er echter een elektrische stroom door het blok gaan, dan worden alle ijzerdeeltjes gelijk gericht en hun krachten gebundeld. Door deze krachtenbundeling kan dat blok een magnetische invloed op de omgeving uitoefenen. Door dit samengaan der krachten worden de blokgrenzen overschreden en de mogelijkheid van het blok vergroot. Zo bekeken gaat de meeste door de mensheid gebruikte energie verloren, doordat de mensen elkaar tegenwerken. Wat de mensheid nodig heeft is een kracht die van buitenaf op de mensheid inwerkt en ze gelijkricht; zoals dat bij het ijzerblok het geval was. 20 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-3 5 Is dit de reden waarom er in de bijbel wordt gesproken van de verlosser der mensheid, heeft de mensheid een aanzet tot verandering nodig, komend van buiten ons wereldsysteem om ‘n werkelijke eenheid van alle mensen te bewerkstelligen, waardoor een bewustzijnsverruiming plaats vindt en krachten vrij kunnen komen die dat van de individuele wereldse mens verre te boven gaat. 10 15 20 25 30 35 40 Het is goed om hier nog even op te merken dat ons bloed rood gekleurd is door het ijzer wat daar een deel van uit maakt. Dit ijzer is nodig om zuurstof aan zich te binden. Bloed werd in oude tijden al beschouwd als de drager van de ziel of bewustzijn. Bloed kan door kwaadheid oververhit raken. Er wordt dan weleens gezegd hij springt uit zijn vel van kwaadheid. Het gevaar bestaat dan dat de controle op het lichamelijk handelen in gevaar komt en men niet meer weet wat men doet. Eenzelfde geval hebben we bij koorts. Bij hoge temperaturen kan het gebeuren, dat het Zelf de lichamelijke grenzen overschrijdt en de controle over het lichaam verliest. Om nog eens even terug te komen op ons magnetisch metaalblok, wanneer dit blok wordt verhit verliest het zijn magnetische eigenschappen en werken de krachten daarin niet meer gelijk. Wij kunnen daaruit nog andere conclusies trekken die geen nader betoog behoeven. Wat de mensheid uiterlijk veroorzaakt komt uit het innerlijk voort; de innerlijke beleving wordt via het uiterlijke als spiegelbeeld teruggekaatst naar het innerlijke. Dat innerlijke wordt zich daardoor bewust van de goede of kwade punten van zijn daden of scheppingen. Diegenen, die schilderen of tekenen horen te weten, dat vooral bij die objecten waar veel perspectief voorkomt, deze via een spiegel te bekijken. Wanneer er een foute verhouding is valt dat direct op. Men went namelijk aan gemaakte fouten en deze vallen dan vaak niet meer op. Een goede psycholoog zal diegene die hem om raad komt vragen een denkbeeldige spiegel voorhouden, zodat deze gaat inzien waar hij fout zit. Ten slotte moet de mens zichzelf verbeteren. 21 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-4 5 10 15 20 25 30 35 40 Innerlijke verdeeldheid geeft stress wat een van de oorzaken van kanker zou kunnen zijn, want er zijn dan lichaamscellen die zich niet aan de lichaamsregels houden en op eigen houtje beginnen te vermenigvuldigen. Wat dan uiteindelijk de dood van de gezonden cellen maar ook die van de rebellerende cellen tot gevolg heeft. Wij zien dat ook tot uiting komen in maffia-achtige benden. Die een staat in een staat vormen en parasitair te werk gaan. Het uiteindelijke resultaat is dan de dood van een samenlevingsverband, wanneer daar niet direct rigoureus tegen wordt opgetreden. Op het ogenblik zien we volkeren zich in een rap tempo vermengen, waardoor eigenschappen en ervaringen van die volkeren door elkaar worden gemengd. Vrijwillige of gedwongen migratie. Waarschijnlijk vanuit een hoger niveau daartoe aangezet, zonder dat wij ons daar bewust van hoeven te zijn. De vermenging van de verschillende volkeren zoals die nu plaats vindt, kan de totale kracht die deze vermenging geeft, mits gelijkgericht, vergroten. Weliswaar worden door een goede vermenging(integratie), sterke nationale banden verbroken, maar wanneer de gezamenlijke krachten worden gebundeld, dan is de resultante van die krachten groter dan die, gevormd door een enkele nationaliteit en op de duur zal heel de bevolking een homogene mix zijn van allerlei rassen. Dit zelfde verschijnsel zien wij bij het legeren van een metaal. Legeren is het vermengen van verschillende soorten metalen of elementen om een betere kwaliteit te verkrijgen. De samenhang van de atomen in zo'n legering wordt dan minder, wat zich uit in een lagere smelttemperatuur. Zo kunnen de eigenschappen van metalen door het te legeren verbeterd worden. Door het legeren worden de samenbindende krachten van dezelfde elementen minder, waardoor andere stoffen gemakkelijker met de eerste gemengd kunnen worden. Zo zien we hier ook weer, dat het vergelijken van verschijnselen op verschillende niveaus kunnen bijdragen tot het beter begrijpen van de werking van het leven. 22 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-5 5 10 15 20 25 30 35 40 Eenheid kan ook gecreëerd worden wat op uiterlijk vertoon gebaseerd is. Bij voorbeeld, er kan van een groep 'n eenheid gemaakt worden en wel op de volgende manier, kleed de verschillende individuen van deze groep uniform, het liefst in opvallende kledij, geef ze nog een pakkende leuze mee voor in hun vaandel waar ieder zich lekker bij voelt en laat ze in de pas marcheren om de eenheid en machtsgevoel van de groep te vergroten. Wanneer ze daarbij dan nog een marslied zingen, waardoor de groep omgeven wordt door een geluidswolk, krijgt de groep het zogenaamde wij-gevoel dat niet meer stuk kan. Dit is vaak een verkeerd soort eenheid gebaseerd op uiterlijkheden met vaak als doel, door het aankweken van angst en geweld, materialistische en economische macht te krijgen ten behoeve van ‘n dictator. De kennis om zo’n groep te creëren en voor verkeerde doeleinden te gebruiken kan met recht zwarte magie genoemd worden. Een voorbeeld daarvan was de SS(Schutzstaffel) tijdens het naziebewind in W.O. II. De mensheid behoort de natuur te beheersen te beginnen bij zichzelf, maar hij moet deze niet gaan overheersen. Wat zou er gebeuren wanneer de gehele mensheid een eenheid zou vormen, onmogelijk ? Het zou wel eens kunnen zijn dat de mensen door ingrijpende gebeurtenissen, veroorzaakt door krachten die buiten hun machtsgebied liggen, bereid zijn samen te werken; zonder hun eigen- belang op de eerste plaats te stellen. Zouden dan onze ogen geopend worden en ons daarmee in een ruimere bewustzijnstoestand bevinden, waarin afgescheidenheid en datgene wat wij dood noemen niet meer zullen bestaan? De verlossing uit de 3-dimensionale wereld en verheven tot een stralende eenheid? De Egyptische mythologie verhaalt, dat Isis de stukken, waarin Osiris verdeeld was bij elkaar ging zoeken, waarna Osiris herrees in geestelijke pracht. Het doet ons ook denken aan het verhaal van Adam die door zijn val in het stof verdeeldheid zaaide en daarmee de dood in de wereld bracht. Christus wees echter er op, dat om de dood te overwinnen we leden van een lichaam moeten worden. Er staat geschreven, in Adam zijn wij gestorven, maar in Christus worden we opgewekt.(Zie I Korintiërs 15:22). 23 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-6 5 10 15 Het één worden is dus van zeer grote betekenis en wanneer we over het onsterfelijke nadenken en daarbij eencellige wezens in beschouwing nemen, dan lijkt het of deze het eeuwige leven hebben. Want als 'n eencellige zich deelt, zoals bij, bv. een pantoffel beestje, dan ontstaan er na deling meerdere pantoffel beestjes. Wij kunnen niet zeggen welke de oorspronkelijke is, dat kunnen in principe alle cellen zijn. Doden wij er een van, dan hebben wij de groep pantoffeldiertjes kleiner gemaakt, maar de groep als zodanig blijft voortbestaan. De gehele groep kunnen we dan weer beschouwen als de oorspronkelijke. Vraag, als we een vlieg doden, hebben we dan de oorspronkelijke vlieg gedood of alleen maar een van zijn voortbrengsels? (Zie ook GEDACHTE-THEMA NO. 7:4-5) 20 25 30 35 40 Een groep mieren kan ook worden beschouwd als een cellengroep. Het doden van een mier heeft geen merkbare invloed daarop, want de mierengroep blijft gewoon door functioneren. Wanneer deze groep te groot wordt zal ze uitzwermen en er zullen nieuwe mierengemeenschappen ontstaan. In de menselijke samenleving gebeurt hetzelfde, wanneer een mens wordt gedood, blijft de mens als groep nog bestaan. En wanneer de mensengroep te groot wordt zal zij op een andere plaats een nieuwe samenleving beginnen. Zo bekeken is de mensengroep eigenlijk een supermens met een veel langere levensduur dan de individuele mens. Wij als individuele mensen zijn ons dat niet bewust, omdat we gebruik maken van ons individuele bewustzijn. Maar als we één zouden worden met onze medemensen, zoals Christus deze eenheid predikte, dan zou het wel eens kunnen gebeuren dat we het bewustzijn van deze supermens, of eigenlijk de complete mens zouden verwerven. En waar een conglomeraat van lichaamscellen de geboorte van de individueel denkende aardse mens mogelijk maakte, zo zou het wel eens kunnen gebeuren dat bij samenwerking van alle mensen en mensengroepen de toestand zodanig wordt, dat een nieuw algemeen bewustzijn in ons ontstoken kan worden. Een superof kosmisch bewustzijn. 24 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-7 5 Het leven, wat de drijvende kracht moet zijn geweest die de cel deed ontstaan of opbouwde, zal in de loop van misschien miljoenen jaren de ervaring hebben opgedaan, om meer ingewikkelde constructies op te bouwen; deze informatie ligt in de cel opgeslagen in de vorm van een DNA keten. Wanneer een cel zich deelt zullen de gesplitste cellen ieder ook de informatie van de oorspronkelijke cel hebben. 10 15 20 25 30 35 40 Nemen we nu een minder geëvolueerde cel dan van de mens, bv. van een plant als voorbeeld, deze begon zijn bestaan met een cel. In die ene cel was al de informatie voor de groei structuur van de gehele plant aanwezig. Deze cel bleef zich splitsen, totdat de plant voltooid was. Hierbij hadden de cellen zich gespecialiseerd in blad, wortel, bloemcellen enz. Deze specialisatie werd bepaald door de plaats van die cel in de plant en de daarbij behorende signalen van de cellen in zijn omgeving. Deze cel bezit echter nog de informatie voor de bouw van de gehele plant. Dat dit waar is volgt uit het feit, dat een plant gestekt kan worden. Aan de stengel vormen zich dan wortelcellen, omdat daaraan ter plaatse behoefte is. Leggen we een begoniablad waarvan de hoofdnerven zijn ingekerfd op vruchtbare grond, dan zal zich daaruit een hele plant ontwikkelen. Ook kan dit blad in stukjes verdeeld en op vruchtbare grond neergelegd worden er zullen zich dan daaruit even zovele begonia planten ontwikkelen. Het is wel zo, dat hoe meer specialisaties in een cellengemeenschap aanwezig zijn, des te moeilijker het voor de gemeenschap wordt om bij het verlies van een gedeelte van haar gemeenschap, plaatsvervangende cellen met een zelfde specialisatie te regenereren. Bij een hagedis zal bij het verlies van staart of een gedeelte van een poot, deze nog opnieuw aangroeien. Eveneens zal bij een zeester bij het verlies van een arm, een nieuwe arm tot ontwikkeling komen. Maar bij wezens verder op de evolutieladder gebeurt dat niet meer. Hoogstens dat een opgelopen wond dicht groeit. Zonder nu in te gaan op de oorzaak voor het ontstaan en de ontwikkeling van de eerste levende cel, kunnen we zeggen dat de opbouw van het menselijke lichaam begint, doordat 25 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-8 5 10 15 20 25 30 35 40 een spermacel zich verenigt met een eicel en deze zich keer op keer splitst in nagenoeg identieke cellen. Deze cellen vormen een cellengemeenschap waarin samengewerkt wordt, want hoewel de cellen dezelfde informatie moeten bevatten, zijn zij wel gespecialiseerd in bv.: levercellen, huidcellen, hersencellen enz. Het type cel dat ontstaat wordt bepaald door de plaats in het geheel. Zoals dat analogisch bekeken ook gebeurt in een sociale gemeenschap. Wanneer daar een vraag ontstaat naar specialisten, wordt vroeg of laat aan deze behoefte voldaan. Om een goed besef te krijgen van het vergelijkbare in het innerlijke en uiterlijke proces van de mens, nemen we een winkelbedrijf als voorbeeld. Wanneer het een klein winkeltje betreft, zal de winkelier tegelijkertijd inkoper, verkoper en boekhouder enz. zijn. Wanneer echter de zaak goed begint te lopen, zal de winkelier het niet meer alleen af kunnen en in- en verkopers, schoonmakers, enz. aan moeten nemen. Omdat de administratie daardoor ook toeneemt, neemt ook de behoefte aan een boekhouder toe. De winkelier zal meer en meer een coördinerende functie gaan innemen. De winkelier zal gelijk het hart in een levend lichaam een centrale plaats in het bedrijf innemen, maar de uitbouw van zijn bedrijf raakt steeds verder van hem weg en komt in handen van specialisten te liggen. Wanneer de start van een nieuwe onderneming in vruchtbare aarde valt zal deze, door de vraag naar zijn producten, groeien, waardoor intern een behoefte ontstaat om meer en meer te specialiseren. Bij nog verder uitgroeien van de onderneming zullen er uitzaaiingen van nieuwe vestigingen zijn door het gehele land, die dan via het wegennet vanuit een gezamenlijk depot, van producten worden voorzien. Dit proces is vergelijkbaar met dat wat in ons eigen lichaam plaats vindt. Het wegennet met de daaraan liggende steden en alles wat daarbij hoort, zijn een afbeelding van ons eigen lichaam, waarin de aderen als voorbeeld het wegennet voorstellen. Via deze aderen worden de voedingsstoffen etc. nodig voor het in stand houden van het lichaam vervoerd. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3 Lichaam en Ziel) 26 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-9 5 10 15 20 25 30 35 De aarde kan worden gezien als bevolkt met winnaars die ieder, in een prenatale staat de wedloop met het doel om zich verenigen met een eicel, het van de ongeveer 500.000 andere cellen hebben gewonnen. Er zijn waarschijnlijk miljoenen jaren voor het opdoen van ervaringen voor de cel nodig geweest om tot een zodanige staat van samenwerking te komen, dat het ontsteken van een nieuw ruimer bewustzijn mogelijk maakte; een bewustzijn dat van zichzelf en zijn omgeving bewust werd. De geboorte van de eerste aardse mens ? Deze mens kon zijn bewustzijn op de uiterlijke kant van de wereld richten. Door nu deze buitenwereld te gebruiken als spiegel voor ons innerlijk, hebben we daarmee een van de sleutels in handen om ons zelf beter te leren kennen. We mogen gerust aannemen dat de mens aan de top staat van de geëvolueerde cellen, met al de ervaringen vandien.8 Waarom deze conclusie ? Omdat hij hier op aarde het enige levende wezen is, die de gehele natuurlijke biologische opbouw bewust kan vernietigen. Zijn lichaam is gebonden aan de natuurwetten, maar zijn innerlijk zelf niet, hij kan dus afstand nemen van deze wetten en tegennatuurlijk handelen. Bestond de mens alleen uit een lichaam, een robot dus, dan was hij een systeem en onderdeel van het natuurlijke systeem. Deze robot kan niet meer doen dan waarvoor het is geprogrammeerd. Dit brengt wel de vraag naar voren, wie of wat heeft deze robot geprogrammeerd ? Wij komen in onze filosofieën daar nog op terug. Maar we kunnen nu wel zeggen dat door deze tweeledigheid en innerlijke verdeeldheid een toestand ontstaat welk zich naar buiten uit in het behartigen van persoonlijke belangen en strijd om macht en geld. Komen we eenmaal tot bezinning dat dit de verkeerde manier van leven is en ons bewust worden van het werkelijke levensdoel en een nieuw levensideaal voor ogen stellen, dan kan het gebeuren dat wij het bewustzijn krijgen dat niet 8 De evolutie kunnen we zien als geleid door een super intelligent wezen, ook wel God of hemelse vader genoemd. 27 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-10 5 10 15 20 25 30 35 40 alleen het bewustzijn van de totale mensheid omvat, maar een bewustzijn dat al het bestaande omvat; ook wel Kosmisch bewustzijn genoemd. Dr. Bucke heeft een boek geschreven (genaamd Kosmisch bewustzijn) die de ervaringen van diverse personen behandelt die het Kosmisch Bewustzijn hadden ervaren. Vanuit het Kosmische Bewustzijn bekeken slapen wij. Denk eens aan wat Christus zei in het hof van olijven waar hij zijn discipelen slapende vond en tot Petrus zei: Simon slaapt gij ? en nog een tweede maal vond hij ze slapende. Toen hij voor de derde maal hen slapende vond zei Hij, Slaapt nu maar en rust en vervolgens staat op, laten we gaan. Zie Marcus 14:37-42. De discipelen hadden klaarblijkelijk het Kosmische Bewustzijn nog niet bereikt en sliepen nog zoals wij. Het volgende citaat is van Jean de Boisson:" Partir c'est mourir un peu" (scheiden is een beetje sterven). Wanneer iemand waarvan we erg veel houden, iemand die een belangrijke plaats in ons denken inneemt, voor lange tijd van ons vertrekt, kan dat in een lichte mate het gevoel geven dat hij voor ons dood gaat. Heimwee heeft daar ook mee te maken, het is een terugkijken en verlangen naar het verleden. Wij kunnen zeggen, scheiden is dood gaan. Dit gebeurde waarschijnlijk ook bij de eerste mens ,(Een Hermafrodiet of tweeslachtig mens). Er trad een splitsing op, waardoor een mannelijke helft en een vrouwelijke helft ontstond, die wij kennen als Adam en Eva. Tijdens de vermenigvuldiging van zijn nageslacht vereenzelvigde de mens zich meer en meer met de materie, daarmee zijn bewustzijn begrenzend. De dood trad daarmee in. Zo ook is het woord een begrenzing van het hogere bewustzijn. Volgens de bijbel zei Jezus eens toen een van zijn discipelen zijn vader wilde begraven: "Volg mij en laat de doden de doden begraven".(Zie Mattheüs 8:21). Ook uit deze uitspraak blijkt dat wij de doden zijn en ons bevinden in de natuur des doods; een 3-dimensionale gefragmenteerde toestand, waar geldt eten of gegeten worden en waar nemen belangrijker is dan geven. Als wij maar eens 28 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-11 5 10 15 20 25 30 tot het besef konden komen in welke mate de materie ons beperkt in onze geestelijke vrijheid, dan zouden we ons misschien meer concentreren op de geestelijke waarde van het leven en eerder tot geven dan tot nemen geneigd zijn. We zouden ons daarmee tegelijkertijd voorbereiden op het ontvangen van het komische bewustzijn. Een wedergeboorte dus; een geboorte in de geest of met andere woorden, een geboorte in het ongedeelde bewustzijn. Waarschijnlijk zal zo’n geboorte gepaard gaan met een angstaanjagende natuurgebeurtenis. Een gebeurtenis die zijn oorsprong vindt van buiten de Aarde en waar de mens geen hand in heeft. Hij zal dan niemand als de schuldige kunnen aanwijzen. Hij staat daar dan ontredderd, hulpeloos en van alle zekerheden beroofd. In grote vertwijfeling steun zoekend bij zijn naasten of dit een zwerver, bankdirecteur, geleerde of koning is. Dat alles heeft geen waarde meer. Het toneelspel is voorbij. Ieder heeft zijn of haar rol in de goddelijke komedie gespeeld. Het doek is gevallen. De maskers kunnen af, we zien dan wie we werkelijk zijn. Dan zal het hem duidelijk worden, dat hij zijn medemens nodig heeft en de medemens hem. De zaken waar hij voorheen uit eigen belang om streed zijn onbelangrijk geworden. De vraag is nu: is de verlossing van de gehele mensheid alleen mogelijk wanneer ieder individu tegelijkertijd met de totale mensheid een nieuw inzicht krijgt? Ontwaak, Gij die slaapt en sta op uit de doden.(Ef. 5:14) Met andere woorden, sta op uit uw 3-dimensionale bekrompenheid: uit uw lichamelijke grafkist. Diegenen die niet vrijwillig willen ontwaken, zullen aan het einde der tijden hardhandig wakker geschud worden, wat gepaard zal gaan met het verlies van al hun zekerheden. 35 Wij gaan het nu over een samenwerkingsverband hebben welke min of meer hypothetisch is, maar die van grote invloed kan zijn, op de denkwijze van de gehele mensheid9. 40 De dierenriem, bestaat uit twaalf kenmerkende astrologische karaktertekens die de plaatsen aangeven van waaruit de even 9 Hypothetisch:een niet zekere veronderstelling. 29 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-12 5 10 zovele kosmische krachten op ons in werken. Plaatsen, die echter niet meer geheel samenvallen met de gelijknamige astronomische tekens. Een afwijking veroorzaakt door de voortdurende verschuiving van het lentepunt. Het getal twaalf doet ons denken aan Jezus Christus die twaalf leerlingen had. Christus was de dertiende in het midden van de groep. In hem, het ideaal beeld, werden allen één. Ook doet het denken aan de twaalf stammen van Israël vergaderd om het tabernakel. De twaalf werken van Hercules enz. Dat alles heeft zijn speciale betekenis. 15 20 25 We zouden kunnen zeggen, dat wanneer 12 entiteiten geboren in deze wereld van tegenstellingen het eens zijn met elkander, daar in het midden van hen de Christusgeest zich bevindt of dat de Christusgeest daar wordt gevormd. Hoewel er in de evangeliën ook wordt gezegd, waar 2 of 3 personen vergaderd zijn in mijn naam ben ik. Alvorens we verder gaan eerst een stukje over elektrotechniek, om dat wat volgt begrijpelijker te maken. Als we 6 batterijtjes van 1½ volt in serie met elkaar verbinden wordt de totaalspanning 6 x 1½ = 9 volt. Zijn er 12 batterijen in serie met elkaar verbonden, dan wordt de totale spanning 18 volt. 30 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-13 5 10 15 20 25 30 Wat zou er met de spirituele krachten van de mens gebeuren wanneer 2, 6 of beter nog, 12 mensen zich kringsgewijs met elkander zouden verbinden? Aangezien we dan hoogstwaarschijnlijk met hogere machten dan de ons bekende elektrische energieën te maken krijgen, zouden deze energieën weleens met iedere persoon die zich daarbij aansluit kwadratisch of exponentieel kunnen vermeerderen. In plaats van, dat de spanning opgeteld wordt als in het voorbeeld van de batterijtjes, zou de reeks voor zes personen dan worden 1,5 3 6 12 24 48. Een verdubbeling bij ieder element wat toegevoegd wordt. Het totaal van 48 is dus vele malen groter dan de 9 van de elektrische serieschakeling. Hiervoor geldt dan het gezegde: “Het geheel is groter dan de som der delen”. Het verdubbelen van de krachten is niet zo slechte aanname, want bij celdeling zien we ook dat dit in de beginne kwadratisch gebeurt en is het lagere niet een afspiegeling van het hoger? De spirituele kracht van de mensheid zou dan progressief toenemen. Laten we eens aannemen dat deze toename kwadratisch is, dan wordt de toename van de macht, met bijna 7 miljard mensen10 op aarde, zoiets van 27miljard. Dus 2x2x2x enzovoorts totdat deze vermenigvuldiging 7 miljard keer is uitgevoerd. Wij krijgen dan als uitkomst een getal bestaande uit meer dan 2 miljard cijfers. Zo een getal is voor ons onvoorstelbaar. 10 In Juli 2005 waren er ongeveer 6.5 miljard mensen op aarde. Per jaar komen daar ongeveer 76 miljoen bij. In 2012 zouden het er 7 miljard kunnen zijn. 31 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-14 5 10 15 20 25 30 35 40 Om toch een beetje ‘n idee te krijgen van hoe snel de waarde van een getal kan oplopen bij het verdubbelen daarvan, geven we hier het verhaal van een oosterse vorst. Deze vorst wilde de man belonen, die hem het schaakspel had geleerd. Die man vroeg als beloning graan en wel zo, dat er op het eerste vak van het schaakbord 1 op het tweede vak 2, op het derde 4, op het vierde vak 8 graankorrels enzovoorts kwamen te liggen, totdat alle 64 vakjes van het schaakbord waren gevuld. De vorst dacht, dat is een bescheiden wens. Een zak graan zal wel voldoende zijn, maar hij vergiste zich enorm. Bij berekening bleek dat op heel de aarde zoveel graan niet te vinden was. Een hoeveelheid te schrijven als 264-1 of 18.446.744.073.709.551.615 graankorrels. Dus meer dan 18triljoen. Wanneer we één graankorrel stellen op 12mm3, dan is de totale hoeveelheid 221460928884m3. Dus meer dan 221miljard m3. Wanneer we dit graan zouden opbergen in pakhuizen van 30x30x15 meter, dan zouden we al meer dan 16 miljoen van die pakhuizen nodig hebben. Dat is bij elkaar 216km3. Hoe de vorst dit vraagstuk heeft opgelost wordt niet vermeld. In het bovenstaande verhaal ging het nog maar om slechts 64 maal de verdubbeling van het voorgaande vakje. Maar wat moeten we ons voorstellen als deze verdubbeling 7 miljard keer wordt uitgevoerd? Laten we eens aannemen dat er op een bladzijde van een boek 40 regels staan en dat iedere regel uit 60 cijfers bestaat, dan staan er 2400 cijfers op een bladzijde. Stel dat dit boek 400 bladzijden bevat, dan kunnen we er 400x2400=960000 cijfers in kwijt. Wij hebben echter een getal van meer dan 2 miljard cijfers, zodat wanneer we 2 miljard(2.109) delen door 960 duizend(96.104), zullen zien dat er 2084 boeken nodig zijn om dit getal in op te slaan. Zou deze voor ons duizelingwekkende krachtenbundeling het hele universum omvatten en wordt de verstrooide hemelse mens weer een geheel? Staat er niet geschreven in Adam zijn we gestorven, maar in de Christusgeest worden we weer opgewekt Dat dit idee bij oude volkeren ook al leefde kan men zien door bij voorbeeld het Egyptisch mythologisch verhaal te lezen van Osiris, Isis en Horus. 32 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-15 5 10 15 20 25 Laten we ons in mentaal opzicht omdraaien en die richting uitzien waar alle wegen in een punt samen komen; een punt wat het normale denken niet meer kan bevatten, waar we allen weer een zijn. Een andere wereld? Een lichtwereld? Wat een intens feest zal het zijn als we elkaar daar vinden. De verloren zoon is weer teruggekeerd: bestaande uit de geestelijke samensmelting van alle mensen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 1 en No. 20) Maar voordat wij op dat punt zijn aangeland zullen er nog heel wat schokkende en ingrijpende gebeurtenissen plaats moeten vinden. Het leven kan worden beschouwd als een groot distillatie proces. Op het ogenblik worden de volkeren door elkaar gemengd met mensen die hoofd- zakelijk uit arme landen komen, die moeten vluchten of een beter economisch bestaan zoeken. Wanneer de volkeren goed dooreen gemengd zijn, loopt de spanning op en het distillatie proces raakt in een versnelling. Hierbij worden de mensen zich bewust van hun tweeledigheid; het hogere of geestelijke en het stoffelijke bestanddeel. De mens zal dan van de zwaarte van het stoffelijke bevrijd worden en kan zich meer gaan ontwikkelen op het spirituele vlak. Het is alsof een pot op het fornuis staat waarin allerlei ingrediënten worden samengevoegd. Wanneer dit is gebeurd en de hele zaak goed dooreen is geroerd, kan er een vuur onder de pot aangelegd worden om van de mix een eenheid te maken. Er gaat achter dit verschijnsel veel meer schuil, nl. het leven zelf. 30 35 40 HET EXPERIMENT Met het volgende experiment kunnen we eens proberen onze onvermoede krachten te bundelen, dit in tegenstelling met de aardse splitsingen in steeds meer partijen, sekten en religies. We zouden het als volgt kunnen doen. Een groep deelnemers gaan hand in hand in een kring zitten of staan met het gezicht naar het midden gericht, als het ware de blik naar binnen gekeerd. De buitenkant van de cirkel zouden we kunnen beschouwen als vormend de uiterlijke kant van ons gezamenlijke lichaam. Zij kunnen natuurlijk ook rond aan een tafel gaan zitten en hun handen over die van de naast hen zittenden leggen. Als bij de batterij serie is 33 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-16 5 10 15 onze linkerhand verbonden met de rechterhand van onze buurman en andersom. Daarbij zouden we gezamenlijk kunnen zingen wat de eenheid zal bevorderen en daarmee de gedachte over het zal wel of niet lukken van het experiment zal tegengaan. Misschien fungeert deze kringvorming als een lens die de krachten die van onszelf uitgaan of die in het heelal werkzaam zijn versterken. Wanneer we naar buiten gericht zijn, worden die innerlijke krachten afgezwakt en versplinterd. Naar buiten gericht zijn houdt in, verspreiding en verdeeldheid tot in het oneindige. Steeds meer specialisaties. Steeds meer kennis. Steeds meer woorden waarmee ons innerlijk wordt afgedekt. Wat weten wij eigenlijk van ons innerlijk waar we uit voortgekomen zijn en waar eenheid of heelheid is? Daarbuiten heerst de wereld van de dood, daar waar geween is en geknars der tanden. 20 25 30 Omdat deze werkwijze enige tijd geregeld moet worden uitgevoerd, is het raadzaam wat wierook en kaarsen te branden daarmee een bepaalde sfeer creërend die het mogelijk maakt om de volgende keer gemakkelijker in de juiste stemming te komen. Vergeet niet, de kracht van een ritueel of magie zit in de herhaling. Denk maar eens aan reclame, waarbij door herhalingen en door onbekende producten aan bekende personen of zaken vast te koppelen deze producten beter worden onthouden. Wat zouden de gevolgen van zo’n experiment kunnen zijn? Het verkrijgen van eenheidsgevoel, het totale lichaam wordt completer. Manco’s worden aangevuld met de gegevens die in de lichamen van de andere deelnemers aanwezig zijn of als blauwdruk zich in het kosmische geheugen bevinden. Het kan 34 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-17 5 10 15 20 25 30 35 40 zelfs zo zijn, dat deze samenbundeling van krachten een heilzame uitwerking kan hebben voor allerlei ziekten. Bij langdurige zieken is de harmonie van het individueel organiserend vermogen van het lichaam verstoord. Het hier voorafgaande is voor ons die geen ervaring met het experiment hebben nog maar een idee, maar het proberen waard. Trouwens er zijn wel meer experimenten met kring figuren gedaan die een wonderlijk resultaat te zien gaven en niet met onze aards georiënteerde kennis viel te verklaren. Een voorbeeld daarvoor is die, welke bij een spiritistische seance voorkomt. De deelnemers leggen daarbij de handen op tafel, waarbij zij de pinken van hun handen over die van hun naaste tafelgenoten leggen. Op een gegeven ogenblik kan de tafel in beweging komen. De spiritisten schrijven dit toe al zou dat door een opgeroepen geest worden veroorzaakt, maar de kracht daarvoor nodig komt uit de deelnemers voort. Volgens J.M.Ragon in zijn boek “Over Occulte Vrijmetselarij en de Hermetische Inwijding”, is het de levensfluide, dat uit de hand van de mens of uit meerdere handen uitstroomt, die onbezielde voorwerpen in beweging kan brengen. Er is ook weleens een demonstratie van dit verschijnsel op de televisie geweest, waarin het de bedoeling was, om een tafel als het ware klevend aan de handen van de deelnemers op te tillen. De eerste keer lukte dat gedeeltelijk. De leider van deze demonstratie die zelf niet meedeed zei, jullie hebben gezien dat het kan, als jullie het nu weer doen lukt het. En inderdaad ging de tafel ongeveer 30 cm omhoog en schommelde daarbij heen en weer. Hieruit blijkt dat geloof ook een kracht is. Een ander voorbeeld, wat te denken geeft en dat gaat over ongeveer 6 vrouwelijke kankerpatiënten die elkaar ontmoetten bij een kankeronderzoek in Engeland en daarna een hechte groep vormden, na enige tijd werden zij weer onderzocht en toen bleek dat de kanker verdwenen was. Er werd daar geen verklaring voor gevonden. Door een hechte band met elkaar te vormen wordt de mens completer en sterker in ieder opzicht. 35 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1-18 5 10 15 Welke therapeutische groepsleider of leidster, die vooroordelen weet opzij te zetten, wil dit eens uitproberen. Natuurlijk kan eenieder die mensen warm weet te maken voor zo’n project dit doen. Dit kan ook in een kerkelijke gemeenschap gedaan worden. De deelnemers zouden kunnen lijden aan psoriasme, multisclerose, reuma kanker enz. Na enige tijd deze sessies te hebben gehouden kan men zien of deze geneeswijze resultaat heeft gegeven. Indien zo, dan zou dit een enorme geestelijke ommekeer te weeg brengen. Een nieuwe manier van genezen? Het is in feite contact maken met het originele ontwerp van het menselijk lichaam, de kosmische blueprint. Met nadruk moet hier nog op gewezen worden, dat we niet direct aan de verbetering van onze persoonlijke toestand moeten denken, omdat dit egocentrisch en materialistisch is. Laten we samen, hand in hand, enthousiast zingen als een liefdevolle eenheid en zien wat ervan komt. 20 25 30 35 36 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-1 GEDACHTETHEMA NO. 2 5 10 15 20 25 30 35 40 LICHT, WEERSTAND EN BEWUSTWORDING Laten we het eerst hebben over het bewust zijn of zelfbewust en zelfverzekerd zijn. De term bewustzijn wordt meestal gebruikt om aan te geven dat we bij bewustzijn zijn, dat we niet bewusteloos of in coma liggen en dat we bewust zijn van onszelf als persoon en van het anderen buiten ons. Ik weet dat ik ben, maar ken ik het zelf, dat achter het masker van mijn persoonlijkheid schuil gaat? De uitdrukking, zelfverzekerd of zelfbewust zijn wordt gebruikt om aan te duiden dat iemand zeker van zichzelf is en doortastend weet op te treden. Maar waar wij hier mee te maken hebben zijn uiterlijkheden. Kennen deze mensen zichzelf wel zo goed, dat is de vraag. We weten dat we onszelf O zo snel kunnen vergeten. Het is niet gemakkelijk jezelf constant in de gaten en in de hand te houden. Hoe vaak verliezen we onszelf niet in oeverloze discussies, waarna tot bezinning gekomen zijnde we ons voornemen het de volgende keer niet weer zo ver te laten komen. Maar die volgende keer is soms een opmerking van een ander al genoeg om onszelf weer te doen vergeten en laten we ons als slaaf van ons lichaam meeslepen. Wij zijn dan op dat moment niet zelfbewust. Daaruit blijkt dat we nog steeds geen meester over ons lichaam zijn en dat ons zelf op dat moment geen voldoende grip heeft op zijn behuizing. Het toont aan, dat het zelf en het lichaam twee aparte elementen zijn. We zouden ons nog af kunnen vragen, wat is dat wat bewust is van het zelf en het lichaam? Enfin, om het eens duidelijk te stellen, als we het in dit gedachtethema hebben over bewustzijn, bedoelen we het Bewust Zijn van onszelf. Het woordeloos zijn, noemen we het zijnde, waarin alles plaats vindt; een bewustzijnsveld? Laten we nu eens verder gaan met het aanhalen van het scheppingsverhaal, zoals dit voorkomt in Genesis, het eerste boek van de bijbel. Diegenen die dit hebben geschreven, waren hoogstwaarschijnlijk spiritueler ingesteld dan de 37 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-2 5 10 15 20 25 30 35 gemiddelde hedendaagse mens. Dit blijkt ook wel uit andere zeer oude geschriften. Zij waren dan misschien wel spiritueler ingesteld, maar leefden zij bewuster dan wij op dit ogenblik doen? Anders gezegd, was de innerlijke strijd tussen de goede en slechte neigingen duidelijker voor hen? Wordt deze scheiding niet duidelijker wanneer de spanning of strijd het hoogst is; wanneer de tegenstellingen het groots zijn? Zien wij dat oplopen van de spanning in onze tijd niet gebeuren? Want hoe groter het verschil wordt des te groter wordt de spanning. De antieke Egyptenaren moeten van een spirituele val geweten hebben, want hun koningslijsten vermelden achtereenvolgend de namen van de regerenden: Goden, halfgoden en Koningen. Velen van ons beschouwen wat onze wijze en spiritueler ingestelde voorouders neergeschreven hebben als verzonnen verhaaltjes. Deze verhaaltjes hebben vaak een verborgen betekenis en zijn er, om de naar wijsheid zoekenden aan te sporen die verborgen betekenis te ontdekken. Wanneer we weer naar het geschrift Genesis teruggaan en denken aan de eerste letter van het Hebreeuwse alfabet, Alef, dan zien dat deze letter is samengesteld uit een schuine streep met aan iedere zijde daarvan de Hebreeuwse letter Jod als spiegelbeeld van elkaar ()א. Is Jod hier te beschouwen als staande voor de Geest Gods en de lijn als de wateren waar de Geest Gods zich in weerspiegelt? Er staat geschreven: In de beginne schiep God de hemel en de aarde11. De aarde nu was woest en ledig, en de duisternis lag op de vloed en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zeide: Er zij licht; en er was licht. En God zag, dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen licht en duisternis. 11Hier begint reeds de tweedeling; de creatie van een tegenstelling. Goed beschouwd is creëren tegenstellingen scheppen. Het geschapene onderscheidt zich van het andere. Dit verschil wordt waarneembaar voor de schepper. 38 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-3 5 10 15 20 En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: DE EERSTE DAG.(Genesis 1:2-3) Gods geest zweefde over de wateren, niet te verwarren met onze aardse wateren, waar het zich in weerspiegelde. Wanneer er in de bijbel wordt gesproken over wateren dan kan dat te maken hebben met het bewustzijnsveld of het zijnde. Het is hier dat we even stilstaan bij een paar bijzondere verschijnselen in de natuurkunde, die te maken hebben met het absolute nulpunt. Een daarvan is, dat wanneer geleidende metalen op een temperatuur worden gebracht die de 0 Kelvin benadert, (0 Kelvin is het absolute nulpunt en dat is iets lager dan -2730 Celsius), dan blijken deze metalen super geleidend te worden. Dat houdt in, dat zij geen weerstand bieden tegen de daarin opgewekte elektronenstroom. Om het circuit supergeleidend te maken 39 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-4 5 10 15 20 25 30 35 gaat men onder andere als volgt te werk. Met behulp van verdampende helium wordt een temperatuur in een Dewarvat gecreëerd die het absolute nulpunt benadert. In dit vat bevindt zich een elektrisch circuit. Schakelaar S2 in bovenstaande schets,(Dewarvat, genoemd naar de uitvinder daarvan), wordt gesloten waardoor een stroom vanuit de accu door het circuit gaat lopen. Vervolgens sluit men S1 en opent S2. De stroom zal dan via schakelaar S1 door het circuit gaande blijven. Dit is kenbaar, doordat een kompasnaald de richting van het magnetisch veld aangeeft en deze richting blijft aanhouden zolang deze lage temperatuur gehandhaafd blijft, ondanks dat er geen nieuwe energie vanuit de accu wordt toegevoerd. Nog een ander natuurkundigverschijnsel is interessant voor het begrijpen van de allereerste actie en reactie in het heelal. Het vertoont een verbazingwekkende gelijkenis met hetgeen we over de spiegeling van de eerste letter van het Hebreeuwse alfabet zeiden, daarbij bedenkend dat licht bijna ten volle wordt teruggekaatst door de weerstand van een spiegelglad oppervlak. Toen er nog geen materie en licht waren moet de temperatuur 0 Kelvin geweest zijn. Op het ogenblik breidt het heelal zich, na het in het algemeen veronderstelde bekende Big Bang verschijnsel, in een versneld tempo uit, waardoor de totale temperatuur in het heelal steeds lager wordt en uiteindelijk 0 Kelvin zal bereiken, waarbij alle materie en straling hoogstwaarschijnlijk verdwenen zullen zijn. Want waar geen beweging is, daar is geen straling en materie. En materie zonder interne beweging bestaat niet. Op een ander gebied zien we zo’n een afkoeling ook gebeuren, want als een gas expandeert koelt deze af. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) De zin, “en Gods geest zweefde over de wateren”, geeft daarbij wat te denken. Vooral als wij de Big Bang hypothese van gedachtethema no. 19 erbij betrekken. 40 Wordt een spiegelglad schaaltje op een lage temperatuur gebracht die O Kelvin benadert, dan wordt dit supergeleidend. Een magneet die naar dit schaaltje toege 40 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-5 5 10 15 20 25 30 35 40 bracht wordt, zal door zijn spiegelbeeld worden afgestoten, terwijl deze het metalen plaatje bij een hogere temperatuur zou aantrekken. Werd God toen Hij over de wateren zweefde door de weerstand van zijn spiegelbeeld zichzelf bewust. Een nieuw ontwaken, nadat Het zich allereerst opgeofferd heeft door als een geheel in chaos of ontbinding over te gaan, ten behoeve van een nieuw bestaan. Het begin van een nieuwe cyclus? Dit gaat ons begrip te boven, ten meer omdat wij aardlingen denken in tijdeenheden. Wij weten nu dat tijd relatief is en velen die de zogenaamde Nu-ervaring hebben beleefd weten, dat deze ervaring niet met woorden is weer te geven. Hoogstens kunnen er vergelijkingen gemaakt worden. Want waar geen tijd is, heerst het eeuwige NU. We spraken over weerspiegeling, dit proces herhaalt zich op een steeds lager en verdeelt bewustzijnsniveau in overeenstemming met de Sephiroth van de Kabbala, als gegeven in Gedachtethema no. 3, waar te zien is dat het een uit het ander voorkomt. Wanneer we de Sephiroth bekijken, zien we drie parallel aan elkaar lopende verticale lijnen. Een actieve of positieve lijn, een neutrale middenlijn en een passieve of negatieve lijn. De middenlijn verbindt het laagste punt met het hoogste. Op de twee zijlijnen zijn de hemelse hiërarchieën gerangschikt. De splitsing of weerspiegeling van het Ene, wat in de beginne plaatst vond, herhaalde zich daarbij op een steeds lager niveau. Splitsing ontstaat doordat het bewegende, weerstand ontmoet en verschil veroorzaakt, zoals de eerste scheppingsimpuls door weerstand een tweedeling veroorzaakte. Want Actie geeft een gelijke Reactie. Wij komen dat verderop nog wel tegen. Met deze voortgaande splitsing van hoog naar laag neemt de spanning meer en meer toe. Dit gaat zo door tot in de onderste regionen van het materiële bestaan, waar de uiterste weerstand wordt bereikt en waardoor de spanning het groots wordt tussen het allereerste en het allerlaatste. Daar komt het hoogste tegenover de laagste te staan of zoals weleens gezegd: God tegenover zijn ultieme spiegelbeeld. Het bewegend scheppende tegenover het weer41 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-6 5 10 15 20 25 30 35 40 stand biedende. Het gebied van de uiterst geconcentreerde of gekristalliseerde energie. Deze energie is uiteindelijk zo gekristalliseerd en compact geworden, dat het uitwendig werkt als een spiegel en alles wat van buiten komt weer terugkaatst als bij een spiegel. Bij een spiegel kunnen we wel een beeld zien. Maar dat is niet het werkelijke, want dat is juist het omgekeerde. Er wordt ook gezegd, Deus est Deus inversus. We zouden het ook zo kunnen zien, de werkelijkheid staat tegenover het illusoire. In de onderste regionen is veel kennis verkregen door ervaringen. Maar het weten, datgene wat niet geleerd behoeft te worden en deel uitmaakt van het grote geheel, ontbreekt bijna totaal. Dat weten, behoort bij de hogere regionen. Wij als mensheid hebben in het begin van de mensheid gekozen om te proeven van de boom der kennis van goed en kwaad. De boom die midden in het hof stond en zolang hij daar onaangetast bleef zou tweedeling uitblijven. Dat is dan niet gebeurd, vandaar dat wij de weg die we kozen tot het uiterste hebben te gaan. Wanneer de weerspiegeling de onderste regionen zal hebben bereikt en als tegenpool staat tegenover de schepper zal tevens de weerstand het groots zijn en daarmee ook de spanning. Er komt dan een moment waarop, als bij een bliksemschicht, de ontlading volgt. Op dat punt gaan de positieve en negatieve krachten over in licht en worden tegenstellingen opgeheven. Daarbij zullen bij de mens de schellen van hun ogen vallen en treedt er verlichting op; een ander Bewustzijnstoestand. Tijdens deze spanningsvereffening of met andere woorden, waar de mens een wordt met zijn schepper, heeft de mens niets meer met de kabbalistische emanatietrappen te maken, (onder andere te vinden in de bijbel, de Zohar, enz.) met hun ingewikkelde uitleggingen in talloze boeken, waaronder The Kabbalah unveiled bij S.L.MacGregor Mathers. Hoewel deze boeken voor de liefhebbers die meer inzicht in het scheppingspatroon willen krijgen waardevol kunnen zijn. Het oude heeft echter dan afgedaan en waar de weg naar beneden zigzaggend verliep, zo gaat hij naar boven in een rechte lijn. Daarbij negerend de verschillende links en rechts liggende scheppingsniveaus, compleet met al hun goden. Het kan echter toch niet zo zijn dat velen de weg naar boven 42 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-7 5 10 15 20 25 zigzaggend moeten afleggen, volgens het kabbalah model. De gehele mens bestaat toch uit alle mensen die leven en geleefd hebben. Het rechtstreekse pad naar boven is wel zeer smal. Een meetkundige of denkbeeldige lijn zonder breedte. Of zijn het toch enkelingen die rechtstreeks omhoog gaan en moet de overgrote meerderheid van de mensheid zigzaggend(kaballa) opstijgen of volgens de hindoeïstische filosofie de weg naar boven afleggen in rondes? De relatie tussen Bewust-Zijn/water en de veranderingen die daarmee gepaard kunnen gaan, zien we in het verhaal van de trektocht der Israëlieten door de woestijn. De Israëlieten, waar klaarblijkelijk de gehele mensheid mee wordt bedoeld, trokken door de Rode Zee en kwamen daarmee in een andere Bewust-Zijnstoestand terecht; in een wereld van woestenij. Na 40 jaar trekken door de woestijn, onze materiële wereld, waarbij ons Bewust-Zijn afgescheiden is van het weten, zal de mensheid door een ander water gaan, de Jordaan en om dan onder leiding van Jozua12 het Beloofde Land binnen treden. Niet het tegenwoordige Israël. Daarbij zal hij een verruimd Bewust-Zijn verkrijgen. Dit zal hoogstwaarschijnlijk gebeuren tijdens de overgang van het Vissen- naar het Aquariumtijdperk, het tijdperk van de Waterman(De mens), waarbij de mensheid een nieuwe geboorte ondergaat. (Het getal 40 staat voor afgescheidenheid). (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3) 30 35 In dat licht zal ook de waterdoop moeten worden gezien, toegepast door Johannes de Doper en die welke bij kerkelijke rituelen in gebruik zijn, als een voorafschaduwing van wat in de toekomst staat te gebeuren en die een verandering van de geestesgesteldheid in de mens teweeg zal brengen. We zullen dan gaan begrijpen wat we wel en niet zijn. Wat wel en niet belangrijk is. Het materiële lichaam met zijn beperkingen of het onbegrensde spirituele zijn. 12 Jozua betekent: Jahweh redt(Van het Hebreeuws Jehosjoea of Josjoea, waarvan de naam Jezus of Ièsous is afgeleid). 43 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-8 5 10 15 20 25 30 35 40 Wanneer er in Genesis gezegd wordt: Er zij licht, en er was licht, dan kan daar het ontwaken van het Goddelijk Zijn mee worden bedoeld. Met bovengenoemd licht zal zeker niet bedoeld worden het voor onze ogen zichtbare licht van de Zon en Sterren, want dat licht werd pas op de vierde scheppingsdag geschapen, om scheiding te maken tussen dag en nacht(Genesis 1:14-19) Wij kunnen zeggen dat het creëren van licht of straling, na de schepping van de hemel en de aarde, behoorde tot de eerste actie bij de schepping van ons universum op de eerste dag. Door het creëren van licht ontstond als tegenstelling ook duisternis. Lichtstraling kan ook ontstaan door een elektrische stroom door een weerstand te voeren. Wanneer we deze stroom toe laten nemen, zal op de duur de weerstand warm worden en gaan gloeien; denk maar aan de gloeilamp. Het licht daarvan is het gevolg van een spanningsverschil over een weerstand in een stroomketen. Er wordt daar een tegenstelling gecreëerd; een min en een plus zijde over een weerstand. Denk maar aan een waterstroom waarin een dam wordt geplaatst, er zal dan een hoog en een laag niveau ontstaan. Wat is licht? Bestaat licht uit golfdeeltjes die voortgebracht worden door het concentreren en deconcentreren van het kosmische of algehele Bewust-Zijn? Een vibratie? Over de proeven die met licht zijn uitgevoerd zijn boekwerken vol geschreven. Deze verhandelingen gaan dan altijd over de lichteigenschappen en de verschijnselen daarvan. Er wordt gezegd dat licht bestaat uit fotonen, energie pakketjes, maar wat dat precies zijn weet nog niemand te vertellen. Dit komt hoogstwaarschijnlijk omdat licht de 3-dimensionale wereld overstijgt en daarom moeilijk te begrijpen is voor ons 3-dimensionale denkers. Men weet dat licht zich voordoet als golven maar ook als deeltjes. Omdat licht zich ook als deeltje gedraagt is het onderhevig aan de zwaartekracht. Het kan dan ook druk op een voorwerp uitoefenen of door een object worden teruggekaatst. Treft dit teruggekaatste licht ons oog, dan worden wij dit object gewaar of ons daarvan bewust. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 20) 44 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-9 5 10 Indien we ervan uitgaan dat ether bestaat en we vergelijken dit met water, dan zou een kracht de ether in beweging kunnen brengen en daarin golven kunnen veroorzaken, waarvan sommige voor ons waarneembaar zijn als licht. Hierbij mogen we aannemen dat ether iets is wat geen atomaire beweging heeft en geen straling of materie is, waardoor het bestaan daarvan niet op een rechtstreekse en wetenschappelijke manier valt te bewijzen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 4) 15 20 25 30 35 40 Met licht, bedoelen we niet alleen de met onze ogen waarneembare straling mee, maar een zeer uitgebreid scala van golflengten, van kosmische straling met een zeer korte golflengte tot aan de lange radiogolven en nog andere langere golven toe. Want er zijn ook stralingen met andere golflengtes die we niet direct als licht met onze ogen of gevoel kunnen waarnemen. Warmtestraling kunnen we nog gedeeltelijk met ons gevoel waarnemen, maar radar, radiogolven, kosmische straling, enz., in het geheel niet. Wij hebben echter wel de intelligentie om hulpmiddelen te ontwikkelen, om deze stralingen zichtbaar of hoorbaar voor onszelf te maken. Want alles wat beweging heeft is waarneembaar of kan waarneembaar gemaakt worden. Zover wij dat kunnen zien, is het gehele universum een combinatie van tegenstellingen, inclusief ons materiële lichaam. Wanneer er iets uit het Ene wordt geschapen ontstaat er tegelijkertijd ook een tegenstelling. De innerlijke mens bevindt zich in het midden van dit spanningsveld, de natuur, waar hij zijn strijd heeft te strijden. De innerlijke mens is deze natuur niet, maar hij kan daar gebruik van maken, met op de eerste plaats zijn lichaam. Wanneer wij een huis bouwen zijn we dat huis niet, maar we kunnen er wel gebruik van maken. Op dit ogenblik heeft de mens zich zodanig met zijn lichamelijke behuizing vereenzelvigd, dat hij in zijn Bewust-Zijn daardoor beperkt wordt. Ja zelfs een gevangene is geworden van zijn eigen lichaam. Hij bevindt zich als het ware in een grafkist met de maten hoogte breedte en diepte. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 17) 45 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-10 5 10 15 20 25 30 35 40 Er staat geschreven; “Weet gij dat gij Gods tempel zijt en dat Gods geest in je woont”(I Korinthiërs 3:16). Wat zeggen wil, dat God iets van Hemzelf, iets alles omvattend in ons, zijn schepping, heeft gezaaid om tot volle wasdom te komen. Dit op basis van vrijwilligheid. Was dat niet zo, dan konden wij geen fouten maken, daar dan alles was vastgelegd. Het is wel zo, dat hoe verder we afdwalen van het midden hoe meer er vastgelegd wordt met regels waardoor de menselijke vrijheid meer en meer wordt ingeperkt. De mens heeft de geestelijke vrijheid om de gebeurtenissen in het leven op de juiste wijze tegemoet te treden, keuzen te maken. Bij een keuze volgt echter een even grote reactie en omdat hij de gevolgen in de toekomst niet altijd kan overzien worden er nogal veel verkeerde keuzes gemaakt. Om nu alles te leren kennen, gaan we tot het uiterste, tot in de dood. Daar waar de natuurwet van “actie en reactie” geldt; de wet van oorzaak en gevolg. Het Buddhistische Karma komt daarmee overeen. Wat betreft het goddelijke in ons, wij moeten beseffen dat we prinsen en prinsessen van de allerhoogste, (De alles omvattende, De alles doordringende), zijn en ons als zodanig als edelen, ten opzichte van anderen horen te gedragen. Wij zouden eigenlijk al onze dagen moeten laten beginnen met daaraan te denken. Misschien heeft het volgende dat geschreven staat daar ook betrekking op: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij naar hem omziet? Gij hebt hem voor een korte tijd beneden de engelen gesteld, met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond. Alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. (Hebreeën 2:6-8. Als goden zijn we nedergedaald in het stof. Analogisch bekeken kunnen we het misschien ook zo opvatten, dat naar mate we ons dieper in de materie begeven of daarop concentreren, des te hoger we door de opgedane ervaringen geestelijk kunnen stijgen. Het is niet voor niks dat de verloren zoon uit het evangelieverhaal met zo’n grote vreugde in zijn vaderlijk huis onthaald werd. Was daar toen niet een groot feest? Onze ogen moeten nog open gaan om te zien, wie of wat we zijn 46 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-11 5 10 15 20 25 30 35 40 Door het ervaren van tegenstellingen hebben wij dus de mogelijkheid te leren kennen en kunnen dan pas daarna een mening hebben of oordelen, want wanneer er geen tegenstellingen, verschillen of grenzen zijn, kan er niets gekend worden. Wij zien daardoor dat er een verschil is tussen licht en duisternis en dat de ene boom de ander niet is, enz., enz. Kennis heeft echter alleen met hersensactiviteiten en materie te maken. Uiteindelijk kunnen we daaruit de conclusie trekken dat kennis niet het ware is, omdat dit alleen heeft te doen met uiterlijkheden, spiegelbeelden, illusies en dit weer als tegenstelling met het inwezen; verdeeldheid tegenover eenheid. Weten daarentegen heeft met het allesomvattende kosmisch BewustZijn van doen. Soms is het voor de mens mogelijk, om onder zekere omstandigheden de sluier van de natuur op te lichten en een weten daardoor te verkrijgen. Wij zullen hier nog op terugkomen. Volgens de Hindoeïstische leer leven wij op dit ogenblik in het tijdperk van de Kali Yuga; het ijzeren of zwarte tijdperk. Deze leer houdt onder andere in, dat de ontwikkeling van het leven zich op een spiraalvormige wijze naar de onderste regionen van het materiële bestaan beweegt. Bij het bereiken daarvan vindt de omkering plaats en zal deze weer in opwaartse richting gaan. In de Indische filosofie spreekt men ook van rondes die de mensheid heeft te doorlopen. 7 bollen moeten ieder 7x doorlopen worden. Daar is een zeer lange tijd mee gemoeid. In Hindoeïstische berekeningen wordt aan het licht een cirkelvormige beweging toegekend. Deze lichtstraal legt dan een gebogen weg door het heelal af en komt uiteindelijk aan op het punt van vertrek. In deze leer wordt ook de duur van het universum aangegeven. Deze duur schijnt wonderlijk genoeg overeen te komen met de berekeningen die in Ouspensky’s boek worden gegeven, te meer omdat niet bekend was hoe ze in het Hindoeïsme aan die wetenschap kwamen. In Ouspensky’s boek wordt de levensduur van elektronen, moleculen, melkwegstelsels enz. in al hun onderdelen gegeven. De levensduur van een elektron zou 1/300.000.000 sec. zijn. De levensduur van het gehele universum, Protokosmos(het Absolute) genaamd, zou dan 9.1028jaar in beslag nemen; een getal van 29 cijfers. 47 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-12 5 10 Volgens de Big Bang hypothese van de heer J. Greve, start het licht vanuit een cirkel als een steeds compacter wordende en in tweeën delende spiraalwervel. Die als reactie daarop 2 tegengestelde wervels veroorzaakt. Wordt het middelpunt van deze gezamenlijke wervels bereikt, wat wij allereerst ervaren als materie dan vindt daar een omkering plaats en dijen de wervels weer uit. Deze lichtwervels zullen bij hun terugkeer tot de cirkel ophouden licht te zijn. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) 15 20 25 30 Ons individuele Bewust-Zijn, geconcentreerd zijnde op deze materie of lichtwervelingen, schijnt zich als het ware in een lichtcirkel opgesloten te hebben, afgescheiden van het totale Bewust-Zijn en meebewegend naar een materieel dieptepunt. Wij zijn zo goed geconditioneerd, dat we denken het materiële lichaam te zijn. Wij zouden kunnen zeggen, dat ons Zelf is omkleed met een persoonlijkheid(maskers). Een materieel lichaam, kleding, huis, de materie van het ganse universum, de planeetvelden die ons omgeven, het melkwegstelsel waar we deel van uit maken, etc., etc. Nu is het niet zo, dat we onlosmakelijk aan de materie gebonden zijn, gevangenen daarvan behoeven te zijn, ons individuele Bewust-Zijn, ons zelf, heeft een zekere vrijheid om over de materiële grenzen van tijd en ruimte heen te gaan. Het is een kwestie van instelling, met andere woorden, waarop we afgestemd zijn. Dit houdt in, dat door déconcentratie van het individuele Bewust-Zijn, de materiële grenzen kunnen worden overschreden. We komen dan zo in een neutrale toestand en bevinden ons dan op de weg van het midden. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3 en NO. 17) 35 40 Wanneer we slapen is ons Bewust-Zijn ontspannen en zijn onze hersenen ontlast. Het verleden, heden en toekomst worden dan als een geheel gezien. SlaapBewust-Zijn zal niet zoveel afwijken van de Bewust-Zijnstoestand wanneer men zogenaamd dood is. Bij het dagelijks ontwaken wordt ons Bewust-Zijn door middel van onze hersenen samengetrokken of geconcentreerd. De hersenen werken dan als een schijnwerper waarvan de lichtcirkel verkleind wordt en hoe meer de 48 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-13 5 lichtcirkel verkleind wordt des te scherper wordt het onderwerp belicht en worden we van het heden of het onderwerp van onze aandacht bewust. Analoog daaraan zouden we kunnen zeggen dat wanneer alle bewustzijntjes van de mensen verenigd zouden zijn, de totale mens ook in de slaaptoestand of dood het volle bewustzijn zou behouden. Er zou geen schemering zijn, alles zou helder blijven. 10 15 20 25 30 35 Als kinderen gebruikten wij een vergrootglas om het zonlicht tot een punt te verkleinen. Door de sterk geconcentreerde lichtenergie op zo’n klein stukje van het papier te richten, wordt door de weerstand van het papier, waarop het licht botst, straling in warmte omgezet en konden wij gaatjes in het papier branden en zelfs in brand laten vliegen. Wat zal de kracht zijn van een volledig geconcentreerd bewustzijn? Een goed concentratievermogen laat ons vaak dingen opmerken die we in een normale toestand niet zouden zien. Het is als met het concentreren of samenpersen van materie. Normaal kunnen we gassen niet zien, maar wanneer we ze samenpersen worden zij vloeibaar en zichtbaar voor ons en hoe meer alles geconcentreerd wordt, des te groter ook de weerstand wordt die overwonnen moet worden. Gassen kunnen onder bepaalde omstandigheden zelfs een vaste vorm aannemen. Niet zien wil nog niet zeggen dat het er niet is. Zo ontstaat door een soortelijk condensatie proces de gehele kosmos. We kunnen zeggen een eenheid die zich aan voordoet als een veelvoud. Om een eenvoudig voorbeeld te geven; een verzadigde zoutoplossing zal bij een temperatuursverlaging het uitkristalliseren van dat zout te zien geven. Iets wat eerst onzichtbaar was wordt dan zichtbaar in de vorm van kristallen. Een eenheid verandert daardoor in een veelheid. Wij zien dat er analogische verbanden bestaan tussen de diverse bestaansniveaus. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7) 40 Het is een bewezen feit dat licht door een materiemassa afgebogen kan worden, hetgeen alreeds vóór het praktisch bewijs, door Albert Einstein was voorzegd. Die zei dat men 49 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-14 5 10 15 20 25 30 35 40 daardoor sterren kon zien die, bijvoorbeeld, achter de zon stonden. Een hemellichaam kan aldus fungeren als een lens die straling vanuit de kosmos samenbundelt. Dat zal ook de reden zijn dat astrologen zeggen, dat wanneer er veel planeten in een dierenriemteken staan de invloed van dat teken versterkt wordt. De kosmische invloed van dat gedeelte van het heelal op de aarde, wordt door de daarop geprojecteerde planeten of zon versterkt. Zo wordt de aarde op verschillende tijden van het jaar beïnvloed door de krachten vanuit dat deel van het heelal waarop de zon geprojecteerd staat en die evenals de planeten als een lens voor die krachten werkt. Er zijn mensen die astrologie maar onzin vinden, maar zij vergeten dat alles met elkaar samenhangt of verbonden is. Natuurlijk wordt er veel onzin verteld door zogenaamde astrologen in een of ander populair blaadje, waar je maar niet te veel waarde aan moet hechten. In principe bestaat astro-logie wel, maar voorspellingen doen gebaseerd op de stand van de planeten is te gecompliceerd om daarop te vertrouwen. Toch is het goed iets van de werking van deze hemelse machinerie te begrijpen. Let eens op de karakters van mensen die op bepaalde tijden van het jaar geboren zijn en vergelijk deze eens met anderen die eveneens onder hetzelfde dierenriemteken geboren zijn. Door dit geregeld te doen krijgt men karakterkennis en gaat men beter begrijpen waarom iemand zich op een zijn eigen manier uit. Proeven met licht hebben ook aangetoond, dat de rechtlijnige lichtsnelheid 299792,5 km/sec is. Ondervindt een lichtstraal weerstand of komt zij onder de invloed van de zogenaamde zwaartekracht, dan wordt de rechtlijnige voortbewegingssnelheid minder doordat zij wordt afgebogen. Het kan zelfs zo zijn, dat de rechtlijnige beweging in een werveling over gaat en zijn rechtlijnige snelheid 0 wordt, waardoor het licht op een gegeven moment niet meer als zodanig waarneembaar is. Dit schijnt ook te gebeuren wanneer licht onder invloed komt van een zwart gat. Volgens de redenatie van de huidige wetenschap is de aantrekkingskracht daarvan zo groot, dat licht daaruit niet 50 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-15 5 10 15 kan ontsnappen. Wanneer we de regel van Hermes, “Zo in het groot, zo in het klein”, hierbij betrekken kunnen we zeggen, dat zich in het kleinste materiedeeltje een zwart gat bevindt, omdat deze zijn samengesteld uit energiewervels. Of nu een lichtdeeltje zich rechtlijnig voortbeweegt of een cirkel beschrijft, aan de totale hoeveelheid energie die hierbij betrokken is verandert echter niets. Om dit duidelijker te maken zouden we hiervoor de wet van Bernouilli als analogisch en hypothetisch voorbeeld kunnen gebruiken. Deze wet luidt: Als de snelheid van een vloeistof of gas toeneemt, vermindert de druk in die vloeistof of gas. In zo’n geval gaat de potentiële energie over in bewegingsenergie. De som van de potentiële en bewegingsenergie blijft echter hetzelfde. 20 We kunnen voor het licht een gelijkende stelling als die van Bernouilli formuleren die luidt dan: 25 De som van al de bewegingssnelheden in een lichaam en de snelheid van dit lichaam ten opzichte van het Big Bangpunt, is constant en gelijk aan de totale of absolute lichtsnelheid. 30 35 40 Dat houdt in, dat in Einstein’s formule E=mc2 de massa(m) over kan gaan in lichtsnelheid(c) en andersom. Dat houdt dan ook weer in, dat de rechtlijnige lichtsnelheid niet constant is. Daaruit volgt, dat de stelling dat massa nooit de lichtsnelheid kan bereiken omdat daarvoor, door massa vermeerdering, een oneindige hoeveelheid energie nodig zou zijn die niet aanwezig is, niet waar hoeft te zijn. Materie zet bij versnelling uit, gaat over in straling en de tijd zal daarbij uiteindelijk 0 worden. Want bij het uitzetten wordt de wervelsnelheid minder. Denk aan een pirouette draaien. Wanneer we ’n vleugelslag van een vogel als tijdseenheid nemen dan gaat bij een klein vogeltje de tijd sneller. Kleine vogeltjes leven volgens onze maatstaven korter dan grote vogels, maar zij leven wel weer langer dan een mug of vlieg enz. Vandaar dat scheppingen in het groot gedaan vanuit een hoger niveau miljoenen ja zelfs miljarden jaren duurden. Denk hierbij aan het geëvolueerde leven op 51 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-16 5 aarde. Op een lager en menselijk niveau gaan de scheppingen steeds sneller. Denk eens hoe snel de ontwikkeling de laatste honderd jaren plaats vonden, vliegtuigen, raketten, radio, televisie, kortom alle telecommunicatie middelen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) 10 15 20 25 30 35 40 Wij zullen door Bewustzijnsconcentratie de materie meer en meer bewust worden en meer daarover leren kennen. Denk maar eens aan de vooruitgang in kennis van de scheikunde, atomen, biologie, etc. Zelfs goud kunnen we maken, echter wel tegen een veel hogere prijs dan het natuurlijke goud. We kunnen tegenwoordig atoomelementen zodanig rangschikken dat we geheel nieuwe stoffen daardoor verkrijgen, maar het heeft wel met uiterlijkheden van doen, wat door velen over het hoofd wordt gezien. Datgene wat aan de andere kant van de materiéle/spirituéle scheidslijn is, kan niet gewogen en gemeten worden, maar door analogieën toe te passen kunnen we daarover wel wat te weten te komen of wat er in de geest speelt. Door ervaringen op te doen kunnen wij meer inzicht krijgen. Wat wij zien is, dat het menselijke Bewust-Zijn individualistisch geworden is. Ieder mens heeft zijn eigen intelligentie en Bewust-Zijntje in huis met alle mogelijkheden van dien. Dit in tegenstelling met de dieren, waarvan het Bewust-Zijn en de intelligentie een gemeenschappelijk goed is en niet zo laag in de materie is ingedaald als bij de mens. Om dit goed te beseffen, bestudeer dan eens hoe een spin zijn web maakt, hoe hij de bevestigingspunten voor zijn web bepaald. De kennis voor de bouw daarvoor berust niet bij een schijnbaar zelfstandig werkende spin, maar bij de hele spinnengroep. Dit in tegenstelling met de menselijke werkwijze. Wanneer die een gecompliceerd project moeten uitvoeren, waar soms honderden of wel duizenden personen aan meewerken, worden er eerst tekeningen en beschrijvingen gemaakt. Denkbeelden worden daarbij vanuit het Bewust-Zijn naar een lager niveau gebracht om het idee aan elkander mede te delen vanaf dat lagere niveau begint de opbouw. Bij de spinnengroep ligt dat anders, zij put de kennis om een web te bouwen instinctief uit de gezamenlijke kennispot. 52 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-17 5 10 15 De volgende fase bij de mensheid zal zijn, het verkrijgen van een Bewustzijnsvorm dat de gehele mensheid, inclusief het totale aardse Bewust-Zijn omvat of verbindt en waar hij nieuwe ervaringen mee op kan doen. Daarna volgen de ervaringen met planetenstelsels, zonnestelsels, het melkwegstelsel, etc., totdat aan het eind, het Bewust-Zijn alles omvat wat is. Het is een proces van steeds meer ontwaken. Tegelijkertijd zal ook het licht steeds minder gebonden zijn in materiële vorm en als straling vrijkomen, wat ten slotte in het totale Bewust-Zijnsveld of in het absolute zal uitdoven. Materie is als een opgewonden veer, die wanneer deze open springt rechtlijnig wordt en in stralingsenergie overgaat. Deze stralingsenergie zal dan overgaan in wat buiten ons aards gezichtsveld ligt. Het Bewust-Zijn zal zich dan in rust of in een toestand van totale vrede en evenwicht bevinden; Een goddelijk niveau? Dat wat niet omschreven kan worden, het onnoembare? 20 25 30 35 Er staat geschreven dat satan, (de weerstand gever, de bewerkstelliger van de verdeeldheid, de opstandeling, de rebel), als tegenhanger van God of als verdeeldheid tegenover eenheid, zich voor kan doen als een engel des licht. Hoe waar dat is blijkt, wanneer je bedenkt dat materie een lichtomhulsel is, waarin de mens door zich daarmee te vereenzelvigen gevangen zit. Want bestaat materie niet uit stralingsenergie? Misschien moeten wij licht zien als iets luciferisch13. In Lucas 10:18 zegt Jezus: “Ik zag de satan als een bliksemstraal uit de hemel vallen”. Was dat de hemelse mens, die in opstand kwam? Het licht wordt door de weerstand die het ondervindt van zijn reactie kracht, van zijn rechtlijnige beweging afgebogen. Daardoor ontstaan er wervels, zoals beschreven in Gedachtethema No. 19. Doordat deze lichtwervels op weg naar hun gezamenlijk middelpunt(Big Bang punt), steeds minder bewegingsvrijheid krijgen, wordt hun diameter kleiner, wat weer een snellere rotatie en tijdverkorting 40 13Lucifer is de Latijnse vertaling van het Griekse Phosphoros en betekent als zodanig, lichtbrenger. 53 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-18 5 tot gevolg heeft. Het geheel gaat zich dan voordoen als een harde compacte massa. Zoiets ziet men ook in de menselijke samenleving. Hoe meer mensen er samen komen, hoe meer regels er nageleefd moeten worden om alles ordelijk te laten verlopen en ook hoe harder en minder de flexibiliteit van deze samenleving wordt. Kristallisatie! (Zie GEDACHTETHEMA NO. 19) 10 15 De gehele onze zichtbare natuur is mede ontstaan door weerstand tegen dat wat doet bewegen. Wanneer wij in deze natuur in actie treden, ondervinden wij altijd weerstand waar een zekere hoeveelheid energie en wil voor nodig is om deze te overwinnen. Hoeveel is er soms niet van beide nodig, om ons lichaam in beweging te krijgen of van richting te doen veranderen. Het doen bewegen creëert een reactie en spanning. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 4) 20 25 30 35 40 Wij nemen hier voorlopig aan dat licht zich in een etherveld of Bewust-Zijnsveld beweegt. Licht heeft beweging, terwijl Bewust-Zijn dat niet heeft en alles kan aanschouwen of zich ergens op kan concentreren. Bewust-Zijn is plaatsloos; in het Bewust-Zijn bestaat geen hier of daar. We moeten daarbij het Bewust-Zijn niet verwarren met het hersendenken. Er zijn vraagstukken die met behulp van onze hersenen niet op te lossen, noch te begrijpen zijn. Wat te denken van de oneindigheid van het heelal. In feite is dit met ons denken niet of moeilijk te vatten. Laten we toch maar eens proberen om ons daar een voorstelling van te maken. We nemen in gedachte een stuk zwart papier dat zo groot is, dat wanneer we daarvoor gaan zitten de kanten niet kunnen zien. We doen dan of die er ook niet zijn. Het is alsof wij in een leeg heelal staren; in het niets dus. We proberen nergens aan te denken en kijken op een passieve wijze naar het papier en beschouwen dit als een Bewust-Zijnsveld waarin iets kan plaats kan vinden en waar tijd en ruimte niet bestaan; een nu-toestand. 54 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-19 5 10 15 20 We projecteren in gedachte twee lichtpunten A en B iets van elkaar op het zwarte papier, daarmee wordt ruimte gecreëerd. Wij verbinden in gedachte A en B door een rechte witte lijn en plaatsen in A op de lijn AB een soort menselijk wezen. We geven daaraan de opdracht om van A naar B te lopen. Wat deze niet weet is, dat we een temperatuurverschil tussen A en B hebben ingebouwd van een zodanige grootte, dat wanneer hij halverwege deze weg op punt C is gekomen, hij door de kou de helft kleiner is geworden. De weg die hij nog af te leggen heeft is voor hem nog even lang gebleven als in het begin. Iedere keer zal hij weer de helft van de weg afleggen in evenveel stappen als in het begin en toch nooit in B aankomen. Hij zal daar, theoretisch gesproken, nog een oneindig hoeveelheid stappen voor moeten doen. Zijn lopen brengt hem relatief genomen niet dichter bij zijn doel. Mathematisch genomen kan hij blijven lopen tot in het oneindige. Wij zien de afstanden door halvering steeds kleiner worden en dit gaat zo door tot en met een oneindig aantal nullen achter de komma: 1 0.5 - 0.25 - 0.125 - 0.0625 - 0.03125.. 25 α ∞ Ω FIGUUR 1 30 35 Het aantal stappen dat hij daarbij aflegt kunnen wij zien als zijn tijdmaat, waar hij andere bezigheden aan kan afmeten. Bv., om de twintig stappen rust ik even, enz., enz. Het begrip tijd wordt hiermee geïntroduceerd. Een tijd, waarvan de tijdsduur oneindig lang is. Dat geldt natuurlijk ook, wanneer ons figuurtje zich van omega naar alfa beweegt. Groter worden of expanderen gaat met tijdvertraging gepaard en eindigt uiteindelijk in een toestand 55 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-20 5 10 15 waarin de tijd stil staat, in geen tijd dus; het NU zijnde. Denk hierbij aan de bewegingen van een pirouettedraaier. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) Wij kunnen voorgaande schets, Figuur 1, met een blik overzien. Wij ervaren het gehele procesverloop van A tot B als in een flits en omdat we deze scène met een blik kunnen waarnemen, bestaat deze oneindige weg, uitgebeeld met deze schets, voor ons niet. Ons Bewust-Zijn omvat als het ware de Alfa en de Omega; het begin en het einde van het traject. Hoe meer afstand men van een object neemt, hoe groter het algemene overzicht wordt en begrijpelijker. Dit geldt trouwens voor meer zaken in letterlijke en figuurlijke zin. Een materialistisch ingestelde specialist mist dat volkomen, omdat hij opgaat in details die hij kan zien en meten. 20 25 . (Het tijdloze Nu-moment) 30 FIGUUR 2 Bij een nog grotere afstand vallen A en B samen. Overstijgende ons 3 dimensionale bewustzijn zouden wij er toe komen om te zeggen: ONEINDIG GROOT = ONEINDIG KLEIN Want hoe 56 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-21 5 10 15 20 25 30 35 groot of klein de afstanden ook zijn, ze worden omvat door het Bewust-Zijnsveld. Moeilijk te begrijpen, maar op een hoger zijnsniveau bestaat het begrip oneindigheid niet. Dit zal waarschijnlijk ook de reden zijn waarom personen die in levensgevaar kwamen te verkeren, in een flits hun hele levensloop konden overzien. Zij hadden voor dat moment contact met een hogere Bewust-Zijnsstaat, doordat zij voor een fractie van een seconde afstand hadden genomen van hun aardse denken. Een 4-dimensionaal bewustzijn? Wanneer de tijd 0 zou zijn, dus geen tijd, is het lopen van onze man van A naar B moeilijk met onze hersenen te vatten. Bekeken vanuit onze driedimensionale wereld moet de man in A, B of C zijn, maar kan hij niet, volgens onze zienswijze, op iedere plaats tussen A en B tegelijkertijd zijn. Dit is een vraagstuk wat ook in de quantum mechanica speelt. Als intermezzo het volgende. Omdat we opgesloten zitten in ons 3-dimensionale grafkist is het 4 dimensionale, wat ruimte en tijd omvat, voor ons 3 dimensionaal ingestelden moeilijk te begrijpen. Al vanuit de antieke wereld spreekt men van een leraar die ons van dit driedimensionale aardse zal verlossen en ons bewustzijn zal openen voor het 4-dimensionale waar het begin ook het einde zal zijn en de dood niet meer zal bestaan. Alles zal dan anders ervaren worden. Lees ook eens De openbaring 21. Ook al bent u onkerkelijk. Want dit staat los van iedere kerk. Terugkomend op ons onderwerp, voor mathematici die het niet met de stelling ONEINDIG GROOT = ONEINDIG KLEIN eens zijn, geven we een voorbeeldje uit de goniometrie, waarin het oneindige kleine en het oneindige grote elkaar schijnen te raken. Zij moeten er niet te aards over denken aangezien het erg abstract is. 40 57 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-22 (A naar min oneindig) 5 10 15 20 25 30 (B naar plus oneindig) FIGUUR 3 Wanneer de hoeken a en b in Figuur 3 negentig graden worden, snijden de nu nog schuine lijnen de raaklijnen aan de cirkel op een punt oneindig ver weg. In een punt waar oneindig positief in oneindig negatief verandert. (Snijpunt Vandaar dat er een stelling is die luidt: twee parallelle lijnen raken snijden elkaar in het oneindige. Daar waar A en B samenvallen. Hoe oneindig iets ook is, het wordt omvat door het bewustzijnsveld. Waaruit we dan weer de gevolgtrekking kunnen maken dat een verenigd Bewust-Zijn van een enorme grootte moet zijn, alleen al gelet op de hoeveelheid energie opgesloten in al de materie van het heelal. Wij spreken wel van een bewustzijnsveld en de grootte daarvan, maar we moeten beseffen dat bewustzijn geen ruimte inneemt maar wel ruimte kan creëren. Het verenigen of de groei naar eenheid van dit Bewust-Zijn zal in stappen plaats vinden, met allereerst het samengaan van alle menselijke BewustZijntjes hier op aarde, die ieder afzonderlijk hun licht op voorwerp van hun aandacht laten schijnen. Hoe zou het zijn indien al deze lichtjes zijn verenigd? De aarde zal dan als het ware door ons Bewust-Zijn omvat worden; al het aardse gebeuren zal dan plaats vinden in ons gemeenschappelijk Bewust58 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-23 5 10 15 Zijnsveld. Dit is toch een machtige en grootse gedachte en zoals we nu bewust zijn van ons lichaam en daar vat op hebben, zo zullen we eens bewust zijn van al wat de aarde betreft en meester daarover zijn; de herboren mens met als lichaam de aarde met al wat daarmee leeft en misschien gaat dit Bewust-Zijn nog wel veel verder totdat de gehele kosmos daarmee wordt omvat. Sta hierbij even stil en denk aan de hoeveelheid energie in de kosmos die door het Bewust-Zijn wordt omvat. Denk daarbij ook aan de hoeveelheid energie die vrij komt bij een atoombomexplosie. In feite is daar maar een klein beetje materie mee gemoeid. Wat een macht en kracht moet er wel in dat Zijn schuil gaan. Ons Zijn waar we ons dan bewust van zullen zijn. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 1) 20 25 30 35 40 Mogen we dan aannemen dat deze macht en kennis ons hele zonnestelsel omvat of misschien wel het gehele universum? Wij kunnen spirituele krachten natuurlijk niet precies vergelijken met materiële krachten, omdat materiële krachten opgeteld kunnen worden. Spirituele krachten kunnen echter bij samenvoeging weleens progressief toenemen. Waarom deze veel machtiger moet zijn is af te leiden uit volgende. Wij weten dat materie bestaat uit atomen en ieder atoom heeft een zekere massa, waarvoor de formule van Einstein geldt E=mc2; (m) staat voor massa en (c) voor lichtsnelheid. Deze formule geeft aan hoeveel stralingsenergie vrij kan komen bij een atoomsplitsing. Wij weten door ervaring met de atoombom hoe groot de kracht daarvan is. In een atoom is een enorme hoeveelheid energie opgeslagen die bij splitsing vrij kan komen. Een moderne elektrische centrale die van de kolen gebruik maakt, produceert met de verbranding van 1 kilo kolen 2 kilowatthuur (KWh) aan elektriciteit.14 De splitsing van 1 kilo uranium in een moderne nucleaire centrale echter produceert ongeveer 6 miljoen KWh aan elektriciteit en dan nog blijft er rest massa over. Dit even om 14 20 Lampen van ieder 100watt kunnen daarop een uur lang werken. 59 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-24 5 10 15 20 25 30 35 40 aan te geven wat voor enorme krachten er op het atomaire gebied spelen. Maar toch! En laten wij hierbij maar naar ons eigen lichaam kijken. Deze bestaat uit een enorme hoeveelheid atomen of stralingsenergie en wij kunnen, blijvend binnen de natuurwetten, met ons bewustzijn dit uit geconcentreerde energie bestaande lichaam laten doen wat wij willen. Desnoods schakelen we andere middelen in om onze lichaamsmassa te verplaatsen, zoals bussen, treinen, vliegtuigen, raketten, enz. (Misschien in de toekomst ook nog teletransport). Ook deze hulpmiddelen zijn door ons gemanipuleerde massa’s stralingsenergieën. Dat moet al een reden zijn om aan te nemen dat het totale menselijke bewustzijn machtiger of groter is dan deze energieën want wij kunnen deze energieën manipuleren, ten goede of ten kwade. Wij zijn te vergelijken met een bestuurder van een auto die wel weet dat er een motor, een dynamo, een accu etc. in de auto zitten, maar daar verder geen weet van hebben. Er moet toch een groot allesomvattend bewustzijn bestaan die met deze energie dit universum gevormd heeft. Wordt er niet verteld, dat Adam, de eerste mens werd aangesteld om te heersen over de aarde met al het levende daarop. Wij hebben het hier over de hemelse Adam de totale mens. Bewoner en heerser van het universum, de macrokosmos, terwijl wij aardse mensen de microkosmos bewonen. Wanneer we het hebben over de aarde in verband met de hemelse mens, moeten we niet direct denken aan onze materiële aarde, maar aan het gehele universum. De hemelse mens wordt in de Joodse mystiek, ook wel Adam Kadmon genoemd; de hemelse schepper. Wij zouden het nog eens anders kunnen zien, in de beginne werd er een imaginair punt gecreëerd als een focuspunt voor het Bewust-Zijn. Een zwart gat? Dit punt is een doorgang waar de eenheid omkeert in een veelheid aan scheppingen die tot iets groots kunnen uitgroeien, Dat gaat gepaard met steeds meer specialisaties, waardoor het oorspronkelijke meer en meer versluierd wordt. Het wereldbeeld zoals wij het zien, is niet wat het lijkt. Door ons met het wereldbeeld te identificeren trad er een BewustZijnsvernauwing op en hoe meer het Bewust-Zijn zich 60 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-25 5 10 15 20 25 vernauwt, hoe meer het wereldbeeld zich uitbreidt, groter, meer verdeeld, complexer en door ons bewonderd wordt. Stelling Eenheid is vrijheid, veelheid is gebondenheid. Wat we in de natuur zien is, dat alles de neiging heeft om groter en machtiger te worden en daardoor ook kwetsbaarder. Denk maar eens aan de uitgestorven dinosaurussen en de nog enkele bestaande mammoetbomen, zoals de Sequoia Gigantea in het Amerikaanse yellowstone park. Met de ontwikkelingen daarvan zijn miljoenen jaren gemoeid geweest. Maar door catastrofes zijn die gigantische beesten en gewassen uitgestorven. De kleineren beesten hadden meer kans te overleven, zij konden zich gemakkelijker verschuilen en warm houden, terwijl zij ook minder voedsel nodig hadden. Ook het fuseren van bedrijven en landen valt daaronder en is een natuurlijke ontwikkeling met alle gevaren die daarmee samenhangen. En wat te denken van gebouwen die steeds groter en hoger worden. Niet te vergeten al die flats met al die hokjes daarin, uiting van een hokjes geest. Ook treedt dit in het bedrijfsleven en vooral in regeringsinstellingen vaker naar voren, wat een onnodige belasting is voor de gemeenschap. Wij zien ook dat bij een economische achteruitgang de bureaucratie groeit. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 20) 30 35 40 Het bovenstaande is misschien een schamele vergelijking, maar is gemaakt om enig begrip te kunnen krijgen van hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Wat wij in onze wereld waarnemen zijn, doorsneden of schaduwen van een ander oorspronkelijke werkelijkheid. In het onderwerp “Ðe vierde dimensie”, wat deel uitmaakt van dit boekwerk, worden daarvan enkele voorbeelden gegeven die het een en ander nog iets meer verduidelijken. Hoewel, honderd procent duidelijk wordt het door middel van het denkproces nooit, maar wel kunnen wij enig begrip van onze denkbeperkingen daarmee krijgen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8) 61 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-26 Lichtbron Film Lichtprojectie Beweging Weerstand Verschil 5 10 15 20 25 30 35 40 Het leven zoals wij dat bewust meemaken, kunnen we vergelijken met het afdraaien van een film. Door middel van licht worden we een situatie van wat op een scherm geprojecteerd wordt bewust en wij kunnen ons daarbij soms zo sterk met de getoonde situatie van de filmprojectie vereenzelvigen of meeleven, dat we onze omgeving geheel vergeten. Maar wanneer we onszelf bewust blijven en enige afstand nemen van wat wij ervaren dan begrijpen we, dat wat wij zien op een illusie berust. Het is een 2-dimensionale projectie van een 3-dimensionale wereld. Een 3-dimensionale wereld die in stukjes wordt belicht en geprojecteerd, terwijl het hele verhaal al van het begin tot aan het eind op de film vast ligt. Het geheel zou dan 4 dimensionaal zijn, materie tijd en ruimte insluitend. Aan het licht wordt met behulp van een film vorm gegeven op het projectie scherm. Zoals wij geneigd zijn om aan God op zo’n vergelijkbare, figuurlijke wijze met een schaduwprojectie vorm te geven, waarbij Hij dan geprojecteerd wordt als een soort supermens. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 10) Wanneer de film zich door de projector voortbeweegt met een snelheid van, laat ons even aannemen 24 beeldjes per seconden, zullen wij de beeldverschillen die achtereenvolgens geprojecteerd worden zien als een vloeiende beweging; net zoals wij het leven zien bewegen met het Bewust-Zijn wat we nu hebben. Wanneer we de film langzamer afdraaien zal het zijn alsof de gebeurtenissen in het leven zich langzamer, hortend en stotend afspelen. De film scènes worden over een langere tijd uitgespreid. Zetten we de film stil, dan wordt een enkel filmbeeldje constant op het scherm geprojecteerd. Er is geen beweging meer. Het beeldje geeft de illusie geen deel meer uit te maken van het grote geheel. Het beeldje is gefixeerd of gekristalliseerd; afgescheiden van de andere beeldjes en doet aan als dood; hoewel met een snelle filmafdraai de beeldjes ook afzonderlijk geprojecteerd worden. 62 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-27 5 10 15 20 25 30 Laten we de levensfilm echter snel afdraaien, dan is er een snelle scène verandering. Het hele leven wordt dan in een kortere tijd doorlopen. Wordt de tijd die de film moet doorlopen zeer kort, zo kort dat de tijd 0 seconde of NU wordt, dan worden al de beeldjes tegelijkertijd geprojecteerd. In dit geval niet over elkaar, zoals bij een filmprojector, anders zou er nagenoeg geen licht doorheen kunnen schijnen. Alle beeldjes zullen hun eigen lichtvervormingen hebben. Onze hersenen die aan tijd en stof gebonden zijn kunnen deze veelheid aan gegevens niet tegelijk verwerken, deze kunnen alleen momentopname of fragmenten interpreteren, terwijl het ongebonden en vrije Bewust-Zijn niet hier of daar is en alle beeldjes, als het ware, tegelijkertijd zou kunnen waarnemen, zoals is geprobeerd duidelijk te maken met FIGUUR 1 en 2. Dat in tegenstelling met ons dagelijks materiële Bewust-Zijn, dat aan deeltjes, afstanden en tijd gekoppeld is. Zouden we alle beeldjes tegelijk aanschouwen, met andere woorden het scheppingsproces van het begin t/m het einde, dan zou dit ons kunnen verblinden. Denk eens aan Paulus uit de bijbel, die verblind werd bij het ondergaan van een andere BewustZijnssituatie. En aan Mozes, die alleen de schaduw van de werkelijkheid mocht zien, in feite het gefilterde of gesluierde licht; zie de inleiding. Want niemand kan de werkelijkheid, het allesomvattende, zien en leven. Denk hierbij aan het vrijkomen van de straling van de atoombom en dat betreft maar een heel klein beetje energie, want wat is dat vergeleken met het totaal daarvan in het gehele universum. Wij kunnen de filmbeeldjes naast elkaar leggen, en krijgen dan een algemeen overzicht, maar om ze goed bewust te worden moeten we toch ons Bewust-Zijn op ieder beeldje afzonderlijk concentreren 35 40 Nog dit, wij willen als denkende en zoekende mensen overal een verklaring voor vinden en door gebruik te maken van analogische verbanden is dat in vele gevallen mogelijk. Wij zeiden dit al eerder dat we moeten beseffen dat niet alles met behulp van onze hersenen te begrijpen is, want wat boven de 3-dimensionale wereld uitgaat, is alleen weetbaar in een hogere Bewust-Zijnsstaat. 63 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-28 5 10 15 20 25 30 35 40 Laten we nu nog eens even verder filosoferen over deze hogere Bewust-Zijnsstaat. Stel je bent in een ronde donkere kamer, waar bv. op de wand de wereldgeschiedenis van het begin tot het eind is uitgebeeld. Nu laten we ons geconcentreerde aandacht als een lichtbundel langs de wand bewegen en belichten de achtereenvolgende gebeurtenissen die daarop zijn weergegeven. Deze gebeurtenissen vinden plaats in de tijd, omdat tijd samen gaat met beweging. Deze gebeurtenissen zijn momentopnamen en kunnen gemakkelijk een verkeerd beeld geven van het geheel, zoals dat ook vaak voorkomt bij nieuwsuitzendingen van TV en radio. Worden deze gebeurtenissen in een keer verlicht, door een lamp hangende in het midden van die kamer, dan kan men dit beschouwen als zijnde plaats te vinden in een andere Bewust-Zijnstoestand, waarin de gehele geschiedenis wordt ondergaan als te zijn samengebald in het Nu; Onze normale dagelijkse Bewust-Zijnsconcentratie kan men dus als de straal van een schijnwerper beschouwen. Door ons te concentreren, verkleinen we de breedte van de straal, die daardoor feller wordt en een onderwerp nog duidelijker en voor ons bewuster laat worden en het daarmee tegelijkertijd verder uit zijn verband rukt. Wordt deze concentratie verbroken dan zal de breedte van de straal de neiging hebben in de richting van 360 graden te gaan. Hoe beter we kunnen concentreren, des te breder zal de BewustZijnsstraal worden bij verlies van die concentratie. Deze deconcentratie kan zelfs zo ver gaan dat het NU kan worden ervaren. Wij weten dan bv. plotseling, dat het oneindige heelal, dat niet met onze hersenen te begrijpen valt, niet bestaat en het gehele kosmische gebeuren zich afspeelt in het Bewust-Zijnsveld. Ruimte is relatief en wordt bepaald door de aanwezigheid van materie. Dit is één van die ervaringen die je kan krijgen door goed te concentreren op een punt of op het niets. Het kunnen ook beelden zijn die nog in de toekomst liggen. Het valt van tevoren niet te voorspellen wat je zal ervaren, het blijft passief afwachten. Zelf iets specifieks willen zien mag hier geen enkele rol spelen, dat zou een egocentrische houding zijn. Wat wij in onze wereld van tegenstellingen kunnen waarnemen is, dat steeds meer handelingen en informatie met behulp 64 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-29 5 van Ja-Nee-Programma’s op chips worden vastgelegd. Chips zijn kristalschijfjes verkregen door een gefabriceerde cilindervormige silicium monokristal in plakjes te verdelen en daarna te bewerken, om ze dan te gaan gebruiken in computers als geheugen en om programma’s vast te leggen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 18) 10 15 20 Het is curieus dat wij door te evolueren een grote mate van vrijheid ten opzichte van de natuur hebben gekregen, terwijl wij in maatschappelijk verband kristallisatie bewerkstelligen. Alles kristalliseert steeds meer en er is een neiging zich af te sluiten van het totale of kosmische Bewust-Zijn, met verlies van het vermogen om alles als een groot geheel te overzien. Alleen dat is waar, wat waargenomen en bewezen kan worden. Tegelijk echter treedt er tweedeling op. Bij velen ontstaat er een drang om op zoek te gaan naar spirituele verlichting. Het is als een distillatieproces waarbij twee stoffen door temperatuurverhoging of spanning van elkaar gescheiden worden. De vraag die dan veelvuldig gesteld wordt is, is het wel zo, zoals wij het zien. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3) 25 Dit hele proces gaat zo door, totdat een huid als van kristal, dat de levensenergie omsluit, te nauw, barst en afgegooid wordt en een vernieuwing optreedt. 30 35 Een mooi voorbeeld geeft de slang te zien. Deze moet zich van tijd tot tijd ontdoen van zijn oude verharde huid, welke voor hem te nauw wordt. Krampachtig vasthouden aan het bestaande betekent verstarring, dood en materialisme. Het doet denken aan een verhaal, waarin de vrouw van Lot, die geen afscheid van het verleden kon nemen achterom keek en veranderde in een zoutklomp; kristallisatie dus. (Gen.11-13) (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3) 40 Even iets over het geheugen. Door gedachteassociaties zijn alle onderwerpen aan elkaar gekoppeld en hoe meer aanknopingen van een onderwerp met andere bestaan, hoe gemakkelijker het is om het gevraagde onderwerp uit het ge65 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-30 5 10 15 20 25 30 35 heugen op te diepen. Denk maar eens aan het gebruik van ezelsbruggetjes. Hier volgt zoiets wat in de rekenkunde wordt toegepast om de volgorde van rekenkundige bewerkingen aan te geven: ”Mijnheer Van Dale Wacht Op Antwoord”. De eerste letter van een woord geeft de bewerking aan. Aldus, Machtsverheffen, Vermenigvuldigen, Delen, Worteltrekken, Optelen, Aftrekken. Deze volgorde dient aangehouden te worden, anders is de uitkomst. verkeerd. En zo zijn er meer voorbeelden die in de mnemotechniek worden toegepast. We kunnen de geheugen onderwerpen aan elkaar geknoopt zien, waarin de verbindingen schakelaartjes zijn die open en dicht kunnen gaan en de weg bepalen die men te gaan heeft om bij het gevraagde stukje of onderwerp te komen. Voor meer duidelijkheid daarover zie Gedachtethema no. 18. Wanneer we ons iets willen herinneren, dan doorlopen we razend snel via de puzzelverbindingen alle stukjes om het juiste te vinden. Met behulp van een ezelsbruggetje weten we vaak waar we ergens in de puzzel moeten beginnen om snel het juiste stukje te vinden. In de computertechniek wordt zo’n systeem ook toegepast. Wanneer we in een rusttoestand verkeren of slapen, ligt deze complete puzzel voor ons. Wij zien dan het geheel in een oogopslag, maar vaak zo vaag dat we deze niet bewust worden. Wanneer we ons iets willen herinneren en we slagen door middel van onze hersensassociaties daar niet snel genoeg in, laat het dan even rusten, meestal schiet het iets later wel te binnen. Het is alsof ons onbewust-Zijn, over deze puzzel hangt en zonder gebruik te maken van gedachteassociaties het onderwerp eruit pikt dat resoneert op onze vraag en daardoor kenbaar voor ons wordt. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 9) 40 Hetzelfde schijnt te gebeuren in een droom. Worden wij wakker en herinneren we ons een droom, dan blijkt deze te hebben bestaan uit verschillende stukjes die in wakende toestand niet aan elkaar, maar in het droomverhaal wonderwel aan elkaar pasten. De verklaring daarvoor kan zijn, in onze slaap zien we de gehele legpuzzel van ons 66 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-31 5 10 15 20 25 30 35 FIGUUR 4 leven. Wij hebben afstand genomen van de gevarieerde onderwerpen waar we ons in de waaktoestand, in de loop van de tijd, mee hebben bezig gehouden. Bij het ontwaken kunnen we soms nog enkele stukjes waarop we in het dagelijkse leven of nog moeten beleven meer accent hebben gelegd en die in onze droom duidelijker naar voren komen, meenemen naar ons waak-Bewust-Zijn, waar ons creatief vermogen ze op een meesterlijke wijze aan elkaar knoopt: wat we dan een droom noemen. Het combineren van deze niet direct gerelateerde legpuzzel stukjes is in de waaktoestand niet mogelijk. We zien dat wat op ons waak niveau onmogelijk is, op een hoger gebied wel kan, we hebben daar een grotere mate van creatieve vrijheid. Wij kunnen het ook nog eens anders bekijken. Stel dat ons hele bestaan zou zijn vastgelegd op een film bestaande uit 100 beeldjes. De droom zou dan een combinatie kunnen zijn van bv. de filmbeeldjes no.’s 1, 5, 6, 30, 40 en 85 van deze levensfilm die al dromend wonderwel in elkaar passen. Bij het ontwaken blijkt zo’n droomgebeuren niet mogelijk te zijn. Het kan gebeuren dat ervaringen die nog in de toekomst liggen ‘n deel van een droom kunnen uitmaken, want voor het Bewust-Zijn bestaan er geen grenzen. Wel.!.voor de hersensactiviteiten. De mogelijkheid van het hebben van een voorspellende droom is hiermee verklaard. Ook kan dit een van de oorzaken zijn voor het verschijnsel “Déjà Vu”. Bij het meemaken van bepaalde situaties kunnen deze zo bekend voorkomen, dat ze de indruk geven al eerder te zijn voorgekomen, de droom die daar mee te maken had zijn we dan meestal vergeten. Fantasieën kunnen natuurlijk ook deel van een droom uitmaken, wat een droom nog verwarder maakt. 67 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-32 5 Rudolf Steiner schreef daarover in zijn boek, “HOE VERKRIJG IK BEWUST-ZIJN OP HOGERE GEBIEDEN”, Men moet zich niet bezig houden met nutteloze speelse fantasieën. Dromen zullen dan duidelijker en waardevoller worden. Het verbreden van ons Bewust-Zijn wat in de slaap gebeurt, kan ook in beperkte mate verkregen worden door middel van concentratie, waar we het verderop nog over zullen hebben. 10 15 20 25 30 35 40 Wanneer we in diepe slaap zijn, is ons Bewust-Zijn niet geconcentreerd. Tijd bestaat daarin niet en het verleden en de toekomst vallen samen in het tijdloze Nu. Proeven zijn genomen om mensen na een zeer korte slaap wakker te maken en te vragen wat ze gedroomd hadden. De lengten van de droomverhalen kwamen niet overeen met de tijd, die men normaal bij waaktoestand nodig heeft om dit op te schrijven. Deze tijdsduur bleek heel kort te zijn. Wanneer we wakker zijn beleven we de 3e dimensie. Wanneer we slapen is dat een dimensieloze of 4-dimensionale toestand. Het overgangsgebied tussen deze twee, kunnen we beschouwen als het droomgebied, waar informatie wordt omgezet in droomsymbolen; in vormen die in verhouding staan tot elkaar dus zonder specifieke afmetingen. Wij zouden de hersenen kunnen zien als het medium tussen het materiële en immateriële, waardoor hogere principes vat hebben op het lichaam. Zoals de man in de controlekamer die het computercontrolegedeelte bestuurt, dat op zijn beurt een hele chemische fabriek kan aansturen en zoals wij allereerst, voor ons gemak, een fabriek met controlesystemen hebben ontworpen, compleet met computerprogramma’s daarvoor, zo zijn op een vergelijkbare wijze vanuit een hoger bestaansniveau ons lichaam en hersenen ontworpen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3) In verband met het voorgaande kunnen we ons nu afvragen, wanneer komt het ogenblik dat we in de slaap of in de zogenaamde doodstoestand onze waaktoestand behouden. Met andere woorden, dat alles evenveel belicht of duidelijk blijft als bij onze zogenaamde waaktoestand. Daarmee tegelijkertijd het verleden heden en toekomst omvattend. 68 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-33 5 10 15 Moeten wij voor de tweede maal, maar nu in de geest, daarvoor geboren worden zoals Jezus Christus zei. En kan dat alleen gebeuren indien wij allen één zijn Het zal wel zo zijn, dat wanneer alle mensen verenigd worden, mede veroorzaakt door grootse en dramatische gebeurtenissen die in de toekomst nog plaats zullen vinden, hun ogen geopend worden voor een allesomvattend waakBewust-Zijn; ook weleens kosmisch Bewust-Zijn genoemd. Een Bewust-Zijn wat over ons tijdsbegrip heen gaat en het verleden en toekomst insluit. Een compleet andere manier van zijn. Dan worden al die kleine Bewust-Zijnslichtjes samengebundeld tot een grote allesomvattend licht, waarvoor ook zal gelden, dat het geheel groter is dan de som der delen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 20 25 30 35 17) Er zijn mensen(Paragnosten), waarvoor het overgangsgebied tussen dromen en waken flinterdun is, zij hebben de mogelijkheid om in de toekomst te schouwen. De moeilijkheid voor hen is de beelden die zij zien op de juiste wijze te interpreteren. Terwijl een tijdsaanduiding waarop iets plaats zal moeten vinden, in verband met het tijdloze, in de meeste gevallen onmogelijk is. Tenzij er in het gezicht een klok of kalender voorkomt. In de meeste gevallen is er sprake van gedachten lezen; telepathie of psychometrie. Zelfs een figuur als Jezus Christus kon de juiste tijd van de komende gebeurtenissen, die hij wel kon beschrijven, niet voorspellen. Er staat namelijk het volgende over geschreven: doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen (Mattheüs 24-36. Hij zei wel, let op de verschijnselen die bij deze tijd horen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19 Het Jojo effect). 40 Er wordt wel eens gezegd door diegenen die de verhalen van Jules Verne hebben gelezen, dat de schrijver waarschijnlijk in de toekomst heeft kunnen zien. Maar we kunnen zijn fantasieën hoogstwaarschijnlijk beter beschouwen als gedachten constructies, opgebouwd uit de hem ter beschikking staande denkelementen. Gedachten die de 69 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-34 5 10 15 20 mogelijk in zich dragen, om eens door de een of ander tastbaar te worden gemaakt. Want bedenk wel, dat alle bestaande menselijke en aardse constructies eerst in gedachten zijn opgebouwd. Een voorbeeld; iemand heeft 7 dobbelstenen, deze kan nu profeteren: "Eens zal ik 7 of 42 ogen gooien". Dit is geen helderziendheid, want de elementen om tot 7 en 42 te komen waren al aanwezig. Met de beschikbare elementen zou je nooit 6 of 43 kunnen gooien. Wat dan ook niet geprofeteerd of bedacht kan worden. Wanneer we dit voorbeeld goed overdenken, daarin betrekkend de onbegrensde mogelijkheden van de samenwerkende mens, waarover reeds in de bijbel geschreven is, inl. bij de Babylonische spraakverwarring (Zie Gen.) 11:6), dan kunnen we het volgende stellen: Stelling. Alles wat door de mens maar bedacht kan worden, heeft de mogelijk in zich om een vaste vorm te krijgen op het stoffelijk vlak. Indien dit niet zo was, hadden we het ook niet kunnen verzinnen, hoe vreemd dit dan ook voor velen mag klinken. 25 30 35 40 Bestaat er eigenlijk wel zoiets van in de toekomst schouwen en hoe moeten we dat zien? Het antwoord daarop is, ja, dat bestaat wel. Het heeft niet zo zeer met het hersendenken te maken, eerder met het niet denken. Van kindzijn af leren wij te denken. Wij verpakken daarbij ons Bewust-Zijn als het ware in woorden. Daarom is het eveneens goed om het niet denken leren te beoefenen, wij gaan dan bewust terug naar de baby staat. Daarbij kunnen we ons concentreren op het ZIJN of Het Zijnde, zonder met het doel helderziendheid trachten te ervaren, omdat dat weer een egocentrisch streven is. Hetgeen aan de andere kant van het stoffelijke bestaan ligt is niet volkomen te begrijpen met gebruikmaking van onze hersenen, want de woordenstroom die wij gebruiken, zelfs al spreken wij die niet uit, is alleen belangrijk aan deze kant van de scheidslijn. Het is alsof wij de terminal van onze computer bedienen. Wij hebben ons zozeer vereenzelvigd 70 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-35 5 10 15 20 25 30 35 40 met onze woorden, dat we heel moeilijk die woordenstroom kunnen stoppen. Ons Bewust-Zijn is als het ware verdeeld en verpakt in woorden; het is gematerialiseerd. Gedachtegoed is al kleding voor het Bewust-Zijn. Wij moeten leren ons van dit goed of deze kleding te ontdoen, zodat we weer worden als een kind. Christus zei eens: Voorwaar, Ik zeg u, wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan. (Lucas 18:17) Hoe moeilijk het is, om bepaalde gedachten die door ons hoofd malen te stoppen, weten we. Om ontvankelijk te zijn voor de subtiele hogere Bewust-Zijnservaringen, moet ons Bewust-Zijn gelijk een spiegelglad wateroppervlak zijn. Een lichte beweging van het water, veroorzaakt door een in het water vallend steentje, wordt dan gemakkelijk en op grote afstand waargenomen. In tegenstelling met een woelig wateroppervlak, waar fijnere bewegingen niet worden opgemerkt. Dus ons Bewust-Zijn moet in volkomen rust zijn en vrij van iedere redenatie. We schreven hiervoor reeds dat tegenstellingen doen kennen. Gebeurtenissen die met elkaar mee bewegen en daardoor geen weerstand opwekken, vallen niet op. Gebeurtenissen die niet mee bewegen of zelfs tegengesteld bewegen, vallen op. Anders gezegd, wat in harmonie is met elkaar valt niet op. Wanneer het functioneren van je lichaam harmonisch verloopt, voel je niet nadrukkelijk dat je tanden, buik of hoofd hebt. Is er echter een onbalans, dan voel je bv. je hoofd, tand of buik. Zo schreef een Chinese wijsgeer eens: “In een land waar harmonie heerst, merkt men niet dat er een heerser is”. Dat geldt ook andersom. De heerser van een land of lichaam voelt bij het in harmonie zijnde daarvan niet, dat hij nadrukkelijk een land of lichaam heeft. De aardse mens kan alleen verschillen bewust worden en dit verschil vindt zijn oorzaak in de weerstand. Weerstand wekt spanning op, (denk ook eens aan een formule uit de elektrotechniek: stroom(A) maal weerstand (R) geeft spanning(V. Wanneer een stroom door een draad gevoerd wordt en er wordt een weerstand in die draad geplaatst, dan komt er over deze 71 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-36 5 10 15 20 25 weerstand een spanningsverschil te staan. Vergelijk dit met een stuwdam in een rivier, het water in die rivier zal aan een kant van die dam hoger staan dan aan de andere kant. Het hoogteverschil is dan het drukverschil, wat te vergelijken is met spanningsverschil. Weerstand heeft tweedeling als gevolg. Wij worden dan dit gebeuren bewust. Zo zal een stok in een stromende rivier geplaatst, bij een zekere snelheid, daarin rechts-en linksom draaiende wervels veroorzaken. Wij zouden daaraan respectievelijk een positieve en negatieve waarde aan kunnen toekennen. Zoals wervels in het water ontstaan door weerstand, zo kan op een vergelijkbare wijze materie ontstaan, wat beschouwd kan worden als in werveling gebrachte straling. Deze materie kan allerlei vormen aannemen, dit hangt weer af van het type weerstand. Wij zien aldus: kristallen, planten, bomen, dieren, mensen, enz., enz. Het universum is ontstaan, doordat het bewegende weerstand ontmoette en een spanning of drukverschil veroorzaakte, een plus en een min dus, waarbij de verschillende verschijningsvormen evenzo vele combinaties zijn van plussen en minnen. Zo bestaat alles uit Yin en Yang en alles wat Yin en Yang heeft kan door ons worden gekend. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO’S. 4 en 18) 30 35 40 Wij zeiden al, dat spanningsverschil veroorzaakt wordt doordat beweging weerstand ondervindt. Door deze opgewekte spanning merken wij ook op, dat we zijn of zoals gezegd in het theaterstuk van Shakespear,”Hamlet”, To be or not to be that is the question. Er is ook spanningsverschil tussen een vader en moeder. Dit wordt opgeheven in het kind. Het kind neemt de plaats op het derde punt van een driehoek in. De driehoek is een symbool voor evenwicht en stabiliteit. Krachten zijn daarin in balans. Kijk maar naar de opbouw van elektriciteit masten en bouwkranen die opgebouwd zijn door middel van driehoeken. Een tafeltje op drie poten zal nooit wankelen, ook al zouden de poten daarvan niet precies even lang zijn. Bij een tafel op vier poten kan een poot die langer is het evenwicht verstoren. 72 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-37 5 10 15 20 25 30 35 40 Het driehoeksymbool vindt men terug in het hindoeïsme als Brahma, Siva en Vishnu. Bij de vroegere Egyptenaren als Osiris, Isis en Horus. In de Rooms katholieke leer als de Vader, de Zoon en de Heilige Geest of Jozef, Maria en Jezus. Enz., enz. Licht kunnen we zien als een medium in deze wereld van de tegenstellingen. Door weerkaatsing van licht of straling, wat veroorzaakt wordt door het weerstand gevende object, worden we het andere bewust. Het innerlijke licht(BewustZijn) is echter iets dat als behorende bij de middenweg kan worden beschouwd en noch positief noch negatief is; de meester in ons. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 17) Wij worden materie bewust, doordat de rechtlijnig en vrije straling die daar op valt, weer naar ons toe teruggekaatst wordt. Wij kunnen dat zien en ook wel voelen. In ons oog botst een lichtdeeltje op het netvlies. De bewegingsenergie van dat lichtdeeltje wordt daarmee omgezet in een elektrisch signaaltje wat naar de hersenen gaat. Zo botsen geluidsgolven met onze trommelvliezen, de bewegingen daarvan worden via overbrengingsmechanismen omgezet in elektrische stroompjes welke naar de hersenen gaan. We zien dat er weerstand moet optreden willen we ons van iets bewust worden. Omdat we door de weerkaatsing van het licht andere voorwerpen bewust kunnen worden, mogen we aannemen dat er een verband moet bestaan tussen licht en ons aardse Bewust Zijn. Waarom wordt licht of straling teruggekaatst, door wat wij geconcentreerde of gecondenseerde straling noemen; materie dus? Het antwoord hierop zal zijn: Door het trillingsgetalverschil van de materie en die van de rechtlijnige lichtstraling. De wervellende beweging van de lichtdeeltjes is sneller in een compactere wervel dan in een minder compacte. Doordat de verschillende materie-elementen min of meer in elkaar gedrukt zijn, hebben zij een verschillend trillingsgetal of golflengte. De onderlinge afstand van zo’n lichtwervelarm bepaalt de golflengte. Voor meer duidelijkheid, zie Figuur 7 in Gedachtethema No.19. 73 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-38 5 10 15 20 25 30 35 40 Wanneer we van onze hersenen gebruik maken, noemen we dat denken. Wijzelf zijn niet dat denken. Denken is een middel om met de symbolen die je geleerd hebt, je in deze wereld kenbaar te maken. Daar behoort ook het gebruik van de taal bij. Het is interessant om dit proces proberen te doorgronden. De manier waarop een baby denkt, moet dicht bij de oorspronkelijke Bewust-Zijnsstaat liggen. Mogelijk kunnen we deze oorsprong beschouwen als het ongedeelde of het zogenaamde kosmische BewustZijn. Wanneer wij als volwassen mensen terug willen gaan naar het punt van onze oorsprong en dit bewust willen ervaren, dan moeten we leren het denken in een woordenstroom te stoppen. Dit kan als volgt worden gedaan: ga gemakkelijk liggen en concentreer je aandacht op je verschillende lichaamsdelen. Probeer daarbij deze lichaamsdelen te voelen. Wanneer je, je aandacht op een bepaald lichaam richt, zal het gevoel in dat lichaamsdeel sterker worden. Door dit zo te doen schakel je het denken in woorden uit en ben je geconcentreerd op het gevoel. Je zal merken dat dit toch wel enige oefening vergt, want allerlei gedachten proberen hun kop op te steken. Dit is ook een mooie oefening om ons gevoel te ontwikkelen. Het zou voor vele mensen nuttig zijn om ook eens te weten te komen hoe een ander zich voelt in bepaalde situaties. Dit kan gedaan worden door zichzelf in hun plaats te stellen. Gevoel is een van de eerste attributen waarmee wij ons in deze wereld van bedienen. Het gevoel is als het ware een verbindingskanaal tussen het hoger en lagere staat van zijn. Maar dit even terzijde, we moeten onze aandacht nog meer intensiveren door te proberen ons te concentreren op het gehele lichaam tegelijk. Aandacht kan men beschouwen als de schijnwerper van ons Bewust-Zijn. Met behulp van de wil wordt de aandacht als een schijnwerper op een onderwerp gericht. Laten we ons eens voorstellen dat we ons bevinden in een leeg heelal. We concentreren ons daar op het “Ik ben” of nog beter en onpersoonlijker, “Het Zijnde”. Het is dus geen geconcentreerde aandacht op het woordje Ik ben of Het zijn, 74 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-39 5 10 15 20 25 30 maar HET BEWUST-ZIJN voelen dat zich achter dit woord ZIJN verschuilt. Op dit punt aangekomen, is het de kunst het Bewust-Zijn in die staat te houden en gedachteloos te zijn en afwachten. De aandacht die de ademhaling vraagt, geeft nog wel de meeste moeilijkheden. Wat logisch is, want dit is wat we bij de geboorte het allereerst bewust gingen doen. Vandaar dat bij yoga oefeningen de ademhaling zo grote rol speelt, men sleutelt aan de basis van het bestaan. Voorzichtigheid is hier zeker geboden. Laat in ons geval je ademhaling rustig zijn eigen gang gaan en luister erna. Na enige tijd ben je wel bewust van het ritmisch ademhalen, maar de aandacht voor het gedachteloos Zijn of Het Zijnde kan worden vastgehouden. Dit concentreren moeten we doen om het tegenovergestelde te bewerkstelligen. Houd dus de aandacht daarop gevestigd, wacht af en wil verder niets. Dus uiterste concentratie en probeer deze toestand zo lang mogelijk vol te houden. Dan kan het gebeuren dat je op een gegeven moment een subtiel schokje krijgt. In een fractie van ‘n seconde raak je, we zouden kunnen zeggen, in de 360º Bewust-Zijnsfase; eigenlijk verlies je concentratie en schiet je door naar een tegenovergestelde toestand; het concentratieloze. Het is te beschouwen als een soort schommeleffect. Je probeert de schommel zover mogelijk uit zijn balans te duwen, maar op een gegeven ogenblik verlies je de macht over het gebeuren en komt de schommel in de vrije val. Tijdens dit subtiele schokje krijg je contact met, wat we maar zullen noemen, het niet in woorden opgedeelde Bewust-Zijn, waar ruimte of oneindigheid en tijd zoals wij die kennen niet bestaan. Je kan dan vele gebeurtenissen in een flits ondergaan en het kan soms zijn dat we zaken te weten komen, die het brein Bewust-Zijn overstijgen. 35 40 Het schokje wat je krijgt moet je niet verwarren met dat wat ook wel eens lichamelijk gebeurt bij een te snel in slapen vallen, hierbij onderga je een schok met een gevoel van vallen of struikelen. Je zou het kunnen zien als het terugvallen in de materie. Het Bewust-Zijn wordt dan zeer snel samengetrokken, waarna je dan weer klaar wakker bent. Deze lichamelijke schok kan wel worden gezien als analoog aan het spirituele schokje. 75 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-40 5 10 15 20 25 30 35 40 Hoe beter men zich heeft leren te concentreren des te beter kan men dan deconcentreren(ontspannen) Een deconcentratie die verder ontspant dan we in het normale leven gewend zijn. Men zou haast zeggen, verlichting gaat samen met het tegenovergestelde van concentratie. Men wordt zich bewust van het grote geheel. Het concentreren en deconcentreren kan op het fysieke gebied vergeleken worden met het zo goed en zo lang mogelijk spannen van de lichaamsspieren. Wanneer de spieren daarna worden ontspannen, zijn ze voor honderd procent ontspannen. Wanneer je dat niet zo doet en je ontspant je spieren, dan lijken deze volledig ontspannen maar ze zijn het niet. Probeer dat maar eens uit. Ga liggen en span al je spieren tot het uiterste en zo lang mogelijk. Ontspan ze daarna en voel eens hoe zwaar en ontspannen je daar dan neerligt. Nu iets anders om over na te denken. Wanneer we onze ogen bekijken dan lijkt de omgeving van een pupil op protuberansen(Uitsteeksels van de zonnecorona), terwijl de pupil zelf het zwarte gat in de kern van de zon kan voorstellen en misschien zelfs die in het melkwegstelsel. Wij mensen als duale wezens en als uitdrukking van het gehele universum hebben deze twee zwarte gaten waar de omkering van het lichtbeeld plaats vindt en waar ook de lichtbeweging door de weerstand van het netvlies daartegen in een elektrisch signaal wordt omgezet. Weerstand veroorzaakt verschil wat wij dan bewust kunnen worden. (Hier even vooruitlopend op het onderwerp de Big Bang Hypothese wat behandeld wordt in Gedachtethema no. 19). Zo ook worden wij de omkering van de tijd bewust, hetgeen te vergelijken is met de plotselinge omkering van de draairichting van een Jojo, waar we in de naaste toekomst mee geconfronteerd zullen worden. Een gebeurtenis die ons zal brengen naar een hoger of ruimer Bewust-Zijnsniveau. Wij kunnen met het oog waarnemen, omdat ons oog bestaat uit een donkere kamer(Camera obscura) Vandaar dat de oogpupil, (de opening van deze kamer), zwart lijkt. Zou deze kamer evenveel verlicht zijn als daarbuiten, dan konden wij daarmee niets onderscheiden. Door het oog leren we de 76 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-41 5 10 15 20 uiterlijke wereld kennen Onze zon heeft als kern een zwart waar een omkering plaats kan vinden, evenzo is dat het geval met ons melkwegstelsel. Zou een op een hoger plan van de evolutie staande intelligentie daar gebruik van maken ter verkrijgen van meer zelfBewust-Zijn? Door middel van deze zwarte gaten worden wij door de reflecties van het licht onszelf bewust en leren wat buiten onszelf is. Men zeg weleens de ogen zijn de spiegels van de ziel en misschien zit er meer in dat gezegde dan we dachten. Deze protuberansen kunnen de zielenstaat van onze persoonlijk zon of uitstraling weergeven en daarmee ook onze lichamelijke conditie. Het is in ieder geval zeker dat licht, ogen(zwarte gaten) en Bewust-Zijn, nauw verbonden zijn met elkaar en dat in overeenstemming met de wet van de driehoek. (Beweging-weerstand-verschil) In dat geval zou er toch veel waarheid moeten zitten in het onderwerp iriscopie. De lamp voor het lichaam is het oog, (Matheüs 6:22-23). =Delta 25 30 de 4de letter van het Griekse alfabet, heeft in het Hebreeuws de betekenis van deur, deze geeft toegang tot een andere Bewust-Zijns-beleving. Een 4e dimensie? Bij de geboorte van het Christus kind vindt de synthese plaats en worden tegenstellingen opgeheven. Alles maakt deel van ‘n eenheid uit en is analogisch met elkaar verbonden en wij herhalen maar weer eens de Hermetische regel:. Zo in het groot, zo in het klein of met andere woorden, Zo boven , zo beneden. Dat houdt in, dat wat hier op aarde gebeurt direct en tijdloos, invloed heeft op de gehele kosmos en andersom. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7) 35 40 Het hele kosmische proces doet zich veel ingewikkelder aan ons voor dan het is, dit komt ongetwijfeld doordat onze hedendaags bewustzijnstoestand het tijdloze verdeeld in stukjes en de eenheid van dat alles niet meer zo ervaren kan worden. Wij zijn als materialisten de tijd gaan delen in jaren dagen uren minuten seconden enz. 77 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2-42 5 10 FIGUUR 5 Uiteindelijk is alles hier op aarde een schaduw projectie van die ene hogere werkelijkheid of een doorsnede van een vierde dimensie. NO. 8) (Zie ook GEDACHTETHEMA 15 20 25 78 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-1 GEDACHTETHEMA NO. 3 5 LICHAAM EN ZIEL Kan onder Alchemie, waarover de oude filosofen spraken, het universele distillatie proces worden verstaan? 10 15 20 25 30 35 40 Wanneer dit wordt bestudeerd kom je uiteindelijk tot de conclusie, dat de gehele levensgang met een distillatie proces vergeleken kan worden. Alchemie omvat niet alleen de kennis, eigenschappen en gedragingen van de aardse stoffen, maar ook die van de onaardse bestanddelen daarmee verbonden. Door het oefenen in het scheiden van deze twee bestanddelen, (het materiële en het immateriële), kan zodoende een hoger bewustzijn en levenstaat bereikt worden. Het hele leven is in feite te vergelijken met een distillatie proces, dat door de meeste mensen onbewust wordt ondergaan. Het is echter de mens gegeven dit bewust te beleven, waardoor dit proces bespoedigd kan worden. Ongetwijfeld zullen velen zich afvragen: "Moet dit proces dan zo nodig versneld worden"? Het antwoord hierop kan gegeven worden met een tegenvraag. Verkies je slaap boven wakker zijn. Een kortstondig leven met ziektes, pijn, armoede, angst, een leven van eten of gegeten worden, waarop heel onze natuur is gebaseerd, enz., enz., boven een vredig bestaan. Of verkies je duisternis boven licht? Het bewust meewerken aan dit distillatie proces betekent onder andere, dat men zichzelf beter gaat leren kennen, waardoor het hele levensproces beter wordt begrepen. Want wat is distillatie ? Het is het scheiden van de lichtere bestanddelen in een vloeistof van de zwaardere. Bij de mens houdt dit in, dat hij leert het spirituele van het materiële te onderscheiden. Al doende leert hij te zien, wat des geestes en wat des lichaams is. Dat dit aan de filosofen uit vroegere tijden al bekend was blijkt uit oude geschriften. Dit brengt wel tegelijk de vraag naar voren, waar en hoe te beginnen en hoe pakken we dit aan? 79 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-2 5 10 15 20 25 30 35 40 Het ligt voor de hand, dat naar mate een te bestuderen object dichter bij ons bevindt het gemakkelijker wordt daar iets over te weten te komen. Aangezien ons lichaam het meest nabij is, kunnen we daar het gemakkelijkst iets over te weten komen. Ja, maar wij willen het heelal en alle uitingen van het leven hier op aarde begrijpen. Kortom alles wat zich ook buiten ons eigen lichaam afspeelt en op onvolledige wijze door onze zintuigen wordt waargenomen. Laten we daarom voordat we verder gaan het volgende goed in gedachten houden, het grote komt voort uit het kleine, alles in de natuur heeft de neiging om te groeien en te differentiëren en hoe meer de natuur zich heeft kunnen ontwikkelen, des te gedifferentieerder en verder staat zij af van haar oorspronkelijkheid. Deze veelheid aan differentiaties is gelijk een masker gelegd over de werkelijkheid, wat maakt dat het leven moeilijk te doorgronden is. Willen wij dus terug naar de oorspronkelijke eenheid, waar de uiterlijkheden alleen maar de vele projecties of aanzichten van zijn, dan moeten wij niet van binnen naar buiten werken, maar van buiten naar binnen. Verder gaand kunnen we nog een belangrijk feit constateren en dat is, dat de ontwikkeling van het uiterlijk aanzicht van een lichaam voor een deel wordt bepaald door zijn omgeving. Deze omgeving omvat het gehele universum, die gestuurd door een intelligente stuwende kracht, het aardse lichaam van informatie voorziet en dat ook weer andersom. Want ieder lichaam beïnvloedt op zijn beurt weer zijn omgeving. Het menselijk lichaam kan worden beschouwd als een microkosmos met als zijn tegenhanger de macrokosmos. Eigenlijk zouden we moeten zeggen, de macrokosmos is een projectie van de microkosmos omdat al het grote uit het kleine voorkomt. Wanneer je deze microkosmos kent, begrijp je ook volgens welk patroon het universum is opgebouwd. Uit de oudheid is ons de zogenaamde Regel van Hermes overgeleverd, die luidt: "Zo boven, zo beneden". Natuurlijke wetmatigheden liggen waarschijnlijk reeds vast in het kleine en hebben hun gelijkenis op andere bestaansniveaus. 80 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-3 5 10 15 Dit betekent dat het scheppingspatroon dat op een hoger niveau bestaat, dat kan zijn materieel of spiritueel, ook weer op een lager gebied terug te vinden is. We komen datzelfde idee ook weer tegen in de kabbala; de geheime leer van de Joden. Dit wordt door de Sephiroth uitgebeeld. Het Sephiroth symbool geeft de opeenvolgende scheppingsgebieden aan, de een voortkomende uit de ander; zie hieronder. Laten we nog eens terug komen op het Bijbelse gegeven; "En God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis". Uit deze zin volgt dat de mens werd toegerust met goddelijke eigenschappen, waaronder creatief vermogen. Wij zien dan, dat óók de mens schept naar zijn beeld en gelijkenis. Dit voldoet eveneens aan de regel van Hermes en komt overeen met het Sephiroth symbool. 20 25 De mens is altijd bezig te scheppen, de een in meerdere mate dan de ander. Ook fantaseren valt daaronder. Door zijn scheppingen kan de mens zich zelf beter leren kennen, omdat al de informatie nodig voor zijn scheppingen in hemzelf besloten ligt. Hij kan dus nooit meer of beter scheppen dan hij zelf is. Van de goddelijke en creatieve vermogens in de 81 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-4 5 10 15 20 25 30 35 40 mens, kunnen we zeggen dat de scheppingen van de mens in deze uiterlijke wereld te beschouwen zijn als een spiegelbeeld van zijn innerlijk. Door deze spiegel neemt hij in zekere zin afstand van zichzelf en kan daardoor zichzelf beter leren kennen. Mooie voorbeelden van menselijke afspiegelingen zijn chemische fabrieken, waarin processen plaats vinden die enigszins vergelijkbaar zijn met die in het menselijk lichaam. Wij zullen hierna enkele voorbeelden daarvan op een rijtje zetten. Een chemische fabriek bestaat uit potjes en pannetjes, maar dan in een groter formaat, die onderling door leidingen met pompen verbonden zijn. Het hele proces in deze fabriek wordt geregeld door automatische regelaars die zorgen dat de temperatuur, druk, doorstroming etc., van het product op een bepaalde waarden blijven. Deze automaten worden door een operator zodanig ingesteld, dat een goed eindproduct wordt verkregen. Heeft hij dit werk gedaan, dan kan hij zijn rust ervan nemen. De automaten doen hun werk. Totdat er een onverwachtse verandering optreedt. Dit kan zijn doordat de temperatuur te veel van de ingestelde waarde afwijkt; veroorzaakt door invloeden van buiten het systeem. Bv. de omgevingstemperatuur verandert. In zo'n geval gaat er een alarm in de controlekamer en de operateur weet dat hij in moet grijpen om het proces bij te sturen. Een ander voorbeeld. Je stoot je been, er wordt een signaal naar de controlekamer (hier het hoofd) doorgegeven, je ervaart dit als pijn. Het been wordt teruggetrokken en je wrijft als in een reflex met je hand over de pijnlijke plek; dit gaat automatisch. Maar de mens kan ook deze reflex beweging beheersen. Bij voorbeeld, wanneer hij niet wil laten blijken dat hij zich bezeerd heeft. Hij grijpt dan, als een wezen dat afstand kan nemen van het lichamelijke mechanisme, in. Hieruit blijkt dat het innerlijke wezen van de mens niet het lichaam is, maar iets dat in zekere mate los daarvan staat, maar wel in het lichaamssysteem kan ingrijpen of daarvan gebruik kan maken. 82 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS LICHAAM 3-5 1.Voeding: Hoofdzakelijk plantaardige en dierlijke stoffen. ------------------------2.Verbranding van de voedingsstoffen, waardoor energie vrij komt die gedeeltelijk gebruikt wordt voor ons lichaam en gedeeltelijk om zich in allerlei vormen uit te drukken. --------------------------3.Het menselijk leerproces. --------------------------4.Zenuwbanen in het lichaam die gebruikt worden voor het ontvangen van zintuigelijke signalen en het het uitzenden van actiesignalen. --------------------------5.Het automatisme in het lichaam, zoals temperatuur, bloeddruk en andere regelingen. ------------------------6.Hersenen. --------------------------7.Het menselijk lichaam. --------------------------8.De levende ziel in de mens. FABRIEK 1.Voeding in de vorm van: kolen, olie, gas, elektriciteit, enz. -------------------------2.Door verbranding komt er warmte vrij, die gedeeltelijk gebruikt wordt om de fabriek draaiende te houden en gedeeltelijk om productten te vervaardigen. --------------------------3.Het programmeren van de automatische controllers in een fabriek. --------------------------4.Elektriciteitskabels in in een fabriek die gebruikt worden om signalen te ontvangen en het uitzenden van signalen om pompen en allerlei andere apparaten te activeren. --------------------------5.Temperaturen, drukken procesflow en andere regelingen zijn geautomatiseerd. --------------------------6.Controlekamer. --------------------------7.De robot of fabriek als spiegelbeeld van de mens. --------------------------8.De operateur in de controlekamer. 83 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-6 5 10 15 20 De mens hier op aarde staat niet alleen onder invloed van de aardse natuurwetten maar ook, zoals hiervoor besproken, onder invloed van krachten waaraan ook sterren en planeten zijn onderworpen15. Dit is duidelijk te merken, wanneer er een studie wordt gemaakt van de menselijke karaktereigenschappen. Want door deze studie zullen we zien, dat personen die in een specifiek deel van het jaar geboren zijn, globaal dezelfde karaktereigenschappen hebben. De karakters daarvan worden uitgebeeld door de 12 dierenriemtekens. Deze 12 sterrengroepen die vroeger op plaatsen van invloedrijke krachtvelden stonden, werden toen gebruikt als herkenningspunten daarvoor. Trouwens een ieder die naar deze sterrengroepen kijkt kan zo zien, dat zij in het geheel geen gelijkenis vertonen met de astrologische sterrenbeelden die, (volgens de astronomen), de astrologen daaraan zouden geven. De astrologische sterrenbeelden zijn onzichtbare krachtvelden, die vroeger samen vielen met genoemde sterrenconstellaties. Nu vallen deze astronomische en de van oorsprong astrologische naamgevingen niet meer samen. 25 30 35 Wanneer nu de zon op een gegeven moment in zo’n astrologisch teken geprojecteerd staat en er wordt iemand in die tijd geboren, dan komt zijn karakter globaal overeen met het karakter van dat teken. Bij voorbeeld, staat de zon in het teken leeuw, dan zal de persoon die in die tijd geboren wordt in het algemeen eigenschappen bezitten, die men aan het karakter van de leeuw toekent. Zoals leiderschap, overwicht, van zijn macht bewust zijn, enz. Met het astrologische teken leeuw wordt dus niet dat gedeelte van de hemelboog bedoeld, wat bepaald wordt door de sterrenconstellatie de Leeuw. Zo’n paar duizend jaar geleden was dat wel zo, maar in de loop van de tijd heeft 15 Zon, sterren en planeten werken als lenzen en buigen stralen af. Wat een bevindig was van Albert Einstein. 84 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-7 5 10 er een verschuiving plaats gevonden. Door de precessiebeweging of tolbeweging van de Aarde, vallen deze astronomische en de van oorsprong astrologische naamgevingen niet meer samen. Wordt een persoon geboren wanneer de zon in het teken vissen staat, dan bezit deze globaal het karakter van de vissen; ze zwemmen als het ware alle kanten uit en veranderen vaak van besluit. Stille wateren hebben diepe gronden; je weet niet altijd wat je aan ze hebt. Aangezien 85 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-8 5 10 15 20 25 het een waterteken is, kunnen deze mensen zeer gevoelig en medelevend zijn. Karakter is op de eerste plaats een eigenschap die bij de komst in deze wereld door de omgeving wordt bepaald. Daar behoort dus het hele universum bij. Het is echter de kunst om van de goede eigenschappen gebruik te maken; en het lichaam als voertuig van de ziel leren te besturen. De een zal dit beter in de hand hebben dan de ander, misschien heeft de ervaring opgedaan in voorgaande reïncarnaties daar iets mee te maken. Ook het omgaan met het lot dat je kan treffen, er zijn zaken die niet te ontlopen zijn. Maar het belangrijkste is, hoe sta je er tegenover. In plaats van mopperen en zeuren wanneer het niet mee zit, kan je beter trachten er iets van te maken. Want juist in tegenslag ligt de kans om mee te werken aan het distillatie proces. Denk ook eens aan het verhaal van Job.(zie: Job 2:10). Die liet zich door niets in zijn nood van de wijs brengen. Hij zal geweten hebben dat gebeurtenissen voor de toekomst al vast lagen en er geen ontkomen aan was. Het gaat er om hoe je er tegenover staat. Diegenen die weleens helderziende momenten hebben beleefd en beelden van de toekomst hebben opgevangen kunnen daar geen andere verklaring voor geven. Er wordt nog weleens gezegd, door mensen die nooit een studie van dit onderwerp hebben gemaakt, dat planeten, zon en sterren op grote afstanden nooit invloed zouden kunnen uitoefenen op de mens of zijn omgeving, daar kan het volgende over worden gezegd: 30 35 40 Ten eerste: Wanneer de zichtbare en onzichtbare straling van sterren etc. ons bereiken, kunnen er vele duizenden jaren verlopen zijn en staan de hemellichamen inderdaad niet meer op de plaatsen die wij waarnemen. Deze stralingsinvloed kan dan wel van kracht zijn op het moment dat ze ons bereiken. Ten tweede: Op een hoger zijnsniveau bestaan afstanden niet en wanneer krachten op dat niveau werkzaam zijn, mogen we ook aannemen, dat zij hun invloed tegelijkertijd in het gehele universum kunnen doen gelden. Waarschijnlijk kan hiermee de synchroniciteit van de verschillende op elkaar lijkende en samenvallende gebeurtenissen verklaard worden 86 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-9 5 10 waar C a r l J u n g over schreef in zijn boekje: "Synchroniciteit een acausaal verbindend beginsel" een verschijnsel waar hij geen duidelijke verklaring voor gaf. Natuurkundige proeven hebben aangetoond dat er tussen gesplitste atomen verbanden blijven bestaan. Verandert men na de splitsing van een atoom een van de gesplitste deeltjes van richting, dan verandert de ander, die zich ergens anders bevindt, tegelijkertijd. (zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7) 15 20 25 Ter verduidelijking, in vroegere tijden waren de richtingen astrologie en astronomie één. Maar door verdere specialisatie ontstond er een splitsing van het geestelijke en materiële; wat normaal is voor het verder wegzakken in de materie. Over astrologische toekomstvoorspellingen zullen we kort zijn. Wij hebben er al op gewezen dat er tussen alles een verband bestaat, maar wij mensen kunnen alleen de driedimensionale materialistische wereld onderscheiden. Er is natuurlijk wel een wisselwerking tussen het hemelgebeuren en de dingen hier op aarde, maar het geheel is zo gecompliceerd, dat het bijna onmogelijk is, om uit de voor ons beschikbare gegevens een toekomstbeeld voor een menselijk individu te schetsen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8) 30 35 40 Meestal is de mens niet bewust bij de handelingen van het lichaam betrokken. Het lichaam verricht het grootste gedeelte van de tijd zijn handelingen automatisch, waardoor het vaak dierlijk reageert op acties die van buiten op hem afkomen. Op dat moment is het lichaam geheel in de ban van de natuurwet ACTIES IS REACTIE. Wanneer de mens deze wet zou beheersen (ook in gedachten) en zichzelf gade zou slaan d.w.z. de zaken objectief zou bekijken, dan zou voor hem ook niet meer zo sterk gelden, Oog om Oog, Tand om Tand. (De natuurwet van Mozes). Christus zei: "Keert uw ander zijde toe wanneer u geslagen wordt". We moeten dat niet te letterlijk opvatten. We moeten geen haat of wrok koesteren, wanneer iemand ons onheus behandeld heeft. Christus zei: “Ik ben niet gekomen om de wet te ontkrachten of teniet te doen”. Als dat zo 87 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-10 5 10 15 20 25 30 35 40 was, verdween gelijk het hele universum. Wij kunnen echter wel meesters van de natuur worden. Door allereerst meester van ons lichaam te worden. Het beheersen van de wet "actie is reactie" zou tot gevolg hebben, dat je beter de tegenslagen in je leven zou kunnen verdragen. Je zou het gewicht van de natuur opgebouwd uit 4 elementen, zoals de oude wijzen zeiden of met andere woorden het kruis beter kunnen dragen. Je zou iemand zijn die, wat het lichaam aangaat, verstandig met de natuur om zou gaan en niet de natuur alleen te eigen bate zou gebruiken. Het tegendeel is nu waar, want voor het materiële gewin proberen we de natuur naar onze hand te zetten en uit te buiten; daarmee het natuurlijk evenwicht verstorend. Onze creatieve vermogens zijn te eenzijdig gericht. In plaats van, dat we boven onze scheppingen blijven staan, is er een tendens dat we ons juist ondergeschikt daaraan maken. Deze ontwikkeling begint zich steeds duidelijker af te tekenen; voor diegenen die willen zien. We leven in een wereld waar het automatisme tot steeds grotere ontplooiing komt. Er worden steeds meer automatische systemen ontworpen. Deze gaan gepaard met het toenemen van wetmatigheden die het vrije leven meer en meer inkapselen, waardoor ten slotte nagenoeg de gehele mensheid onderworpen zal zijn aan een groot automatisch systeem, die ons leven zal regelen, onze vader en moeder en voor velen hun God zal zijn. Een maatschappij die het toppunt van het materialisme heeft bereikt en waar vrij persoonlijk initiatief ongewenst, ja, zelfs gevaarlijk voor het systeem kan zijn; omdat fouten dan gemaakt, zeer moeilijk te herstellen zijn. Een systeem dat uiteindelijk gedoemd is ten onder te gaan, door gebrek aan intelligentie en creativiteit. Dit systeem zal al de informatie aan kennis die de mens ter beschikking heeft omvatten. Het zal een antwoord moeten kunnen geven op alle vragen die binnen dat systeem kunnen opkomen. Maar zal er een antwoord nodig zijn op een situatie veroorzaakt door iets komende van buiten dat systeem; iets geheel nieuws, iets onverwachts, nog niet denkbaar geweest voor de mensen en daarom als informatie niet in het systeem aanwezig, dan zal dat systeem daar niet passend op kunnen reageren, omdat daarvoor intelligentie en creativiteit nodig zijn en door gemis daarvan zal het systeem te gronde gaat. Of het 88 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-11 5 10 15 20 25 30 35 40 systeem zal helemaal nergens meer op reageren, omdat al zijn informatie plotseling verdwenen is. Bijna alle informatie gebruikt in moderne technieken is opgeslagen op magnetische banden of vastgelegd op chips. We zouden ons kunnen voorstellen dat door een of andere oorzaak bv. een hevige elektromagnetische Puls(EMP), al de opgeslagen informatie op de aarde wordt uitgewist. Stel u voor een volkomen geautomatiseerde maatschappij, met als hersenen: computers en geheugens, met daarin opgeslagen allerlei programma's die uitgewist kunnen worden en die plotseling niet meer werken. Deze maatschappij zal van de een op de andere dag in elkaar storten. Zelfs oorlogvoering is niet meer mogelijk, Omdat het moderne wapentuig voor het grootste gedeelte elektronisch geautomatiseerd is. Waarschijnlijk is voor het bovenstaande enige technisch inzicht nodig, om de ernst daarvan te beseffen. Zo zien we nu dat ons leven meer en meer ingekapseld wordt door techniek en voorschriften en verhardt. Wij kunnen deze ontwikkelingen zelf waarnemen en zien dan, dat het leven in steeds kleinere partjes wordt opgedeeld. Denk maar eens aan de toenemende specialisaties. Deze ontwikkeling wordt nog versterkt door het toenemende aantal mensen dat als een kluitje op elkaar komt te wonen, waardoor de regelgeving steeds uitgebreider wordt om de samenleving toch nog ordelijk te laten verlopen. Onze persoonlijke vrijheid wordt daardoor minder en minder. Verder de uitbreiding van de techniek waar voorschriften voor gemaakt moeten worden, enz., enz. Er is ook een toenemend gebruik van camera’s en chips die onze bewegingen gadeslaan en vastleggen. Weliswaar voor onze eigen veiligheid, maar toch..., langzamerhand en bijna onopgemerkt neemt het inperken van onze vrijheid toe. Hier is een waarschuwing op zijn plaats voor gedachtebeïnvloeding via de indringende media televisie, radio en dagbladen. Te veel mensen denken dat wat geschreven staat of wat voor radio en televisie gezegd wordt waar is, maar vaak zijn dat halve waarheden, momentopname en verhalen die dikwijls uit hun verband gerukt zijn, met het doel om steun van de massa te krijgen. 89 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-12 5 10 15 20 25 30 35 40 Dit is zeker waar, wanneer er politiek en geld mee gemoeid zijn. En wat te zeggen van de vele reclame die overal voor gemaakt wordt. We moeten wat gedachtebeïnvloeding aangaat zeer kritisch blijven en afstand kunnen houden, daarbij onszelf steeds weer afvragend, is het wel waar wat daar wordt gepropageerd. Een truc waar de reclamemakers zich vaak van bedienen is, om onbekende producten door bekende of beroemde personen te laten aanprijzen. De kijker of lezer zal onbewust denken, die persoon ken ik, tegelijkertijd slipt dan het onbekende product het onderbewuste binnen bij gebrek aan kritiek. Want er wordt op dat ogenblik niet afgewogen of dit product je bevalt of wat zij zeggen wel waar is. Wanneer je in de toekomst een keuze moet maken tussen een aantal onbekende producten, dan zal dat aangeprezen product de meeste kans maken om gekocht te worden, omdat dit je toch wel enigszins bekend voorkomt. Deze werkwijze behoort onder het hoofdstuk de verborgen verleiders. Er wordt heel wat gedaan door personen die op geld of macht uit zijn om anderen op het verkeerde been te zetten. Niet voor niets moeten dictaturen niets van zelfstandige kritische denkers hebben; dat is in het verleden vaak genoeg gebleken; zij zijn een gevaar voor een dictatuur. Laten we in dit verband ook eens denken aan het beeld uit de droom van Nebucadnezar. Het beeld voorkomend in de droom wordt door Daniël als volgt verklaard. De verschillende delen van dat mensbeeld van boven naar onderen gerekend, stellen de koninkrijken voor die elkander zouden opvolgen met als laatste fase een verdeeld rijk, voorgesteld door de voeten en tenen van dat beeld. Dit laatste rijk zou zo hard zijn als ijzer, maar zo broos als leem. Zonder toedoen van mensenhanden raakte een steen los, dit kan ook de inslag van een komeet zijn zoals door velen voorschouwd, die het beeld trof aan de voeten van ijzer en leem en deze verbrijzelde. Daardoor stortte het hele beeld ineen. Het beeld was mooi, jammer dat de basis zo zwak was. Een rijk waarin alle regelingen geprogrammeerd worden vastgelegd met behulp van een digitaal stelsel op kristalchips in computers. De tijd zal het leren. In ieder geval is het de 90 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-13 5 10 15 20 25 30 35 40 moeite waard de bijbel daarover eens op te slaan en Daniël 2-1-49 te lezen. We zien dat we ons leven meer en meer inkapselen. Door in feite tegen de natuur in te gaan, daardoor worden de natuurkrachten die ons gaan tegenwerken ook steeds groter. Want in onze natuur geldt toch “Actie is Reactie”. Het is alsof we een slinger uit zijn evenwicht drukken. Hoe groter de uitslag wordt, des te groter wordt de kracht die we nodig hebben om die uitslag te handhaven. Hoe lang zal de mens die kracht nog kunnen uitoefenen ? Hoe lang blijft hij waakzaam ? Zal hij nooit struikelen, waardoor deze slinger met donderend geraas weer het evenwicht tracht te hervinden, niets ontziend op zijn weg daar naar toe. De mens zal uiteindelijk door ervaring moeten leren. Daarna zal het hem misschien gegeven worden de natuur des doods, zoals de oude filosofen de aardse natuur beschouwden, te ontsnappen. Zij noemden de aardse natuur zo: Ten eerste, Omdat levend organisme alleen kan voort-bestaan door ander organisme te doden en op te eten. Ten tweede, Omdat het leven op aarde de neiging heeft zich tot in het oneindige te blijven splitsen. (Op een ander niveau is de mens ook als zodanig bezig. Bijv. het kopiëren van formulieren en in de industrie wordt eerst een proto type van een object gemaakt en dan aan de lopende band vermenigvuldigd zelfs tot aan auto’s toe). Als afsluiting van dit gedachtethema nog iets om over te mediteren. Wanneer we in het bezit van al onze ledematen zijn, voelen we ons geheel onszelf. Dit gevoel hebben we nog steeds wanneer we, om wat voor reden dan ook, een been missen of twee benen en ook nog steeds wanneer we benen en armen missen en ga zo maar door. Zelfs ingeval we ons gehoor, gezicht, smaak, reuk en uiterlijk gevoel verliezen, dan nog zullen we dat innerlijke gevoel van te zijn hebben. Wanneer we onze gedachten of spraak uitschakelen, hebben we nog steeds dat innerlijke gevoel van te zijn. Dit doet ons beseffen dat ons innerlijk zelf niet ons lichaam is, maar daar wel gebruik van maakt om zich hier op het aardse vlak te manifesteren. 91 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3-14 5 10 Het leven is een distillatieproces dat heel duidelijk naar voren komt, waar racisme of discriminatie, in het algemeen, in de menselijke verhoudingen een rol spelen. Het is in feite een strijd tussen de mens en het beest in hem. Ons lichaam is te zien als een slagveld waar de strijd van de mens tegen zijn lagere instincten wordt gestreden. Dit wordt ook beschreven in het Indische gedicht “DE BHAGAVAD GITA” en waarin Arjoena met zijn wagenmenner Krishna ten strijden trekken tegen zijn verwanten; zijn lagere instincten. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 17) 15 92 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 4-1 GEDACHTETHEMA NO.4 5 MAGNETISME, ZWARTE GATEN, MATERIE. Voordat we ons bezig gaan houden met bovenstaande gedachtethema, moeten we de volgende punten in gedachten houden. 10 1) De kleinste materiedeeltjes die voor wetenschappers bestaan, zijn die, waarvan het bestaan met stoffelijke hulpmiddelen nog kan worden vastgesteld. 15 2) Alleen van dat wat beweegt, inclusief de beweging van de elektronen in een lichaam, kan het bestaan wetenschappelijk worden bewezen. 20 3) Aangezien wetenschappelijk niet kan worden aangetoond dat wat niet beweegt bestaat, ligt de grens van de wetenschappelijke bewijsvoering voor het wel of niet bestaan daar, waar de beweging van de materie ophoudt. 25 4) Het bestaan van bewegende deeltjes of lichamen kan alleen worden aangetoond met behulp van andere bewegende deeltjes of lichamen. Daarom zijn alle metingen niet absoluut maar relatief. 30 Allereerst moeten we weten of de zogenaamde ether, een medium, waarmee materie kan worden gevormd bestaat. Een ding is duidelijk, op geen enkele wijze is aangetoond kunnen worden dat ether bestaat. Wat wij in onze wereld kunnen waarnemen of detecteren is dat wat beweegt. Wat niet beweegt kunnen we niet zien of meten. 35 Laten we even onze fantasie gebruiken. Stel je voor, je zweeft in een ledig universum, geen sterren, planeten of anderszins zijn daar, dan jij alleen. 40 Laten we aannemen dat je een bal in je hand hebt. Je strekt je hand met de bal uit en geeft aan de bal een draaiende 93 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 4-2 5 10 15 20 25 30 35 beweging. Dan trek je, je lege hand weer terug. De bal zweeft daar nu los van je en draait rond ten opzichte van je lichaam. Stel nu eens, je verdwijnt uit dit universum, alleen de bal bevindt zich daar nog. De vraag is nu, draait de bal dan nog ? En indien het antwoord ja is, wat voor ons gevoel logisch lijkt, de volgende vraag: Ten opzichte van wat draait de bal dan? Wetenschappelijk bekeken behoort het antwoord neen te zijn, want volgens de relativiteitstheorie moet er een punt bestaan ten opzichte waarvan een lichaam beweegt. Is het mogelijk dat er iets bestaat wat niet beweegt ?, gerelateerd aan onze 3-dimensionale wereld ? Indien dat zo is, kunnen we zeggen dat de bal beweegt ten opzichte van datgene wat niet beweegt; datgene wat met stoffelijke hulpmiddelen niet kenbaar kan worden gemaakt. Analoog daaraan weten we, maar dan geheel op het materiële vlak, dat we lucht niet kunnen zien, maar wanneer het beweegt wordt het aan ons kenbaar als wind. Voordat we nu weer verder gaan met het oplossen van dit probleem, moeten we in gedachten houden, dat er zekere principes in de kosmos werkzaam zijn, die een analogie hebben op andere scheppingsniveaus. Hier volgen enige analoge voorbeelden: Het gedrag van water kan worden vergeleken met die van een elektrische stroom. Wanneer water door een pijp stroomt, zal de binnenkant van de pijp een zekere weerstand uitoefenen op de waterstroom, waardoor drukval optreedt. De ingangsdruk van het water is groter dan de waterdruk aan de pijpuitgang. Bij een elektrische stroom door een geleider treedt eenzelfde verschijnsel op; spanningsval genaamd. Ook de elektrische wetten van Kirchoff kunnen toegepast worden op water. Deze wetten luiden: 1e 40 Wet van Kirchoff. In een knooppunt van elektrische leidingen is de som van de toevloeiende stromen gelijk aan de som van afvloeiende stromen. 94 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 4-3 2e 5 10 15 20 25 30 35 40 Wet van Kirchoff. In een elektrische stroomkring is in een bepaalde richting gerekend, de som van de spanningen gelijk aan de som van de spanningsverliezen. Het moet gezegd worden, dat deze tweede wet voor niet technici iets minder duidelijk is dan de eerste wet van Kirchoff, maar niettemin analogisch van toepassing op water. Het beste is, voor deze 2e wet een vergelijking te maken met een waterval die niet in een keer naar beneden valt maar trapsgewijs. Stel de waterval op 15 meter hoog, Het gewicht van deze 15 meter waterkolom is dan de druk of spanning; ongeveer 1½ kg per cm2. Wanneer de waterval bestaat uit drie gelijke trappen van 5 meter hoog, dan is voor iedere trap de waterdruk 0.5kg per cm². Dus bij iedere trap neemt de waterdruk 5 meter toe, totdat beneden aan de waterval de druk of spanning gelijk is aan een waterkolom van 15m met een totaalgewicht van ongeveer 1½ kg/cm2. Andersom gerekend neemt de spanning of druk af, totdat bovenaan de waterval door drukverlies bij de drie trappen de druk of spanning weer gelijk is aan nul. Zoiets dergelijks kunnen we ook opmerken op de verkeersweg waar een ongeluk plaats heeft gevonden, voor dit punt staat dan een file, maar zijn wij dat punt gepasseerd dan kunnen we meestal snel doorrijden. De verkeersdichtheid is door dit accident, wat als een weerstand werkt, sterk verminderd. In de elektrotechniek geldt, hoe hoger de spanning des te kleiner de diameter van een geleider kan zijn om eenzelfde hoeveelheid energie of vermogen te vervoeren. Men zou met andere woorden kunnen zeggen, naar mate de druk op de elektronen groter wordt des te sneller bewegen zij zich door een geleider. Een vergelijkbaar verschijnsel ziet men bij het wegverkeer, hoe langzamer het verkeer gaat des te breder moet de weg zijn om eenzelfde hoeveelheid verkeer te kunnen verwerken. Worden de wegen in zo’n geval niet verbreed, dan treden er verstoppingen op. Vergelijk dat eens met onze lichaamsslagaders en denk daarbij aan de oorzaak van te 95 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 4-4 5 10 15 20 25 30 35 hoge bloeddruk, dan weet je welke maatregelen genomen moeten worden om het wegverkeer te verbeteren. Zo zien we weer, dat we het een uit het andere kunnen afleiden. Radiogolven. In het begin van de radiotechniek werd aangenomen dat er in het heelal iets aanwezig moest zijn waardoor radiogolven zich konden voortplanten, men noemde dat ether. Het bestaan van ether kon echter niet direct wetenschappelijk worden aangetoond, daarom werd het bestaan daarvan ontkend. Maar omdat het zelfs voor een wetenschapper onaannemelijk is dat radiogolven zich voortplanten met behulp van niets, wordt de laatste tijd de gedachte sterker dat ether wel moet bestaan. Wanneer we als voorbeeld water stellen in plaats van ether, kunnen we ook het magnetisme en zwarte gaten op analoge wijze verklaren. Wanneer wij een stok door het water bewegen, zullen we daarmee kleine draaikolkjes veroorzaken die beurtelings links en rechtsom draaien. In die draaikolkjes kan men dan diepten of holle ruimten waarnemen, welke kunnen worden vergeleken met zwarte gaten. Deze gaten geven de indruk dat zij, gelijk magneten, de omgeving aantrekken. Deze aantrekking blijft bestaan totdat de energie in de werveling door de omgeving is opgenomen, waardoor de middelpuntvliedende kracht minder wordt en de omgeving het 4-5 water weer naar het middelpunt terug duwt om het evenwicht te herstellen; het water is dan weer in rust en het oppervlak zo vlak als een spiegel. (Het hierboven gegeven voorbeeld met de draaikolkjes is natuurlijk een vereenvoudigde vorm van dat, wat misschien in werkelijkheid 4-dimensionaal moet worden bezien, maar deze analogische vergelijking maakt het begrijpbaarder voor ons 3-dimensionale denken.) 40 Als we dit verschijnsel beschouwen, kunnen we hypothetisch aannemen dat ether bestaat. Dat onze bal draait in relatie tot de niet bewegende ether. Dat een zwart gat een holle 96 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 4-5 5 ruimte in die ether is en dat magnetisme eerder een drukkracht dan een aantrekkingskracht is. Deze hypothese past beter in ons natuurlijk systeem en is begrijpelijk voor iedereen. Terwijl tot op dit ogenblik niemand enig idee heeft wat magnetisme en licht precies zijn; alleen bepaalde eigenschappen en hoedanigheden zijn bekend. 10 15 20 25 30 35 40 Prof. A. Einstein trachtte het verschijnsel aantrekkingskracht duidelijk te maken, door het voorstellen van een strak gespannen laken waarop bollen lagen, die indeukingen daarin maakten en waar andere voorwerpen die daar in de buurt kwamen, naar toe zouden rollen. Dit is een statisch model. Wij weten toch dat alles in de natuur beweegt, daarom zou het beter zijn deze statische indeukingen te vervangen voor wervels. Wij zouden ons nog af kunnen vragen wat de reden is dat de maan zich langzaam van de aarde verwijdert. Kan het zijn dat de maan dezelfde draairichting heeft als de aarde ? Op het stoffelijke gebied stoten gelijke elkaar toch af ? De draairichting van de maan kan worden geconstateerd, door iedere dag op dezelfde tijd de plaats van de maan te bepalen. De aarde zelf zou zich dan van de zon af moeten verwijderen, omdat zij dezelfde draairichting heeft als de zon. Hetzelfde geldt voor de andere planeten met uitzondering van venus en Uranus, welke tegengesteld aan de zon draaien en die zich dan naar de zon toe zouden moeten bewegen. De grote vraag blijft bestaan, wie of wat beweegt denkbeeldige stok door het water ? onze Laten we nu onze gedachten gaan over de materie zelf en het ontstaan daarvan. Het waterstofatoom is van de aan ons bekende elementen het kleinste en eenvoudigste van samenstelling. Dit element bestaat uit een kern en één elektron die daaromheen cirkelt. Om de kern van zo'n atoom te onderzoeken wordt deze gebombardeerd met andere deeltjes. De kern wordt 97 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 4-6 5 10 15 20 25 30 35 40 daardoor gesplitst en de deeltjes daarvan schieten weg en kunnen dan gemeten worden. Wij kunnen nu zeggen: Alleen datgene kan worden gemeten wat beweging heeft of kan worden bewogen. Materie heeft altijd met beweging te maken. Straling is een andere vorm van materie, denk aan Einstein's formule, E=mc². Buiten deze materie bestaat er voor de materialistische wetenschap niets. De vraag bestaat, kan er uit het niets materie ontstaan. Het antwoord daarop zal zijn, neen. Maar materie kan wel ontstaan uit dat, wat nog geen beweging heeft. Dus vanuit een materialistisch oogpunt bekeken ontstaat iets uit het niets. Hoewel, deze zelfde wetenschap zegt dat energie niet vernietigbaar is. Dus er is altijd iets. Om dit te begrijpen moeten we weer gebruik maken van het analogische denkprincipe. Zonder hier al te diep op de vraag: "Wat is bewustzijn?" in te gaan, even het volgende. Al van oudsher wordt, wanneer er over bewustzijn wordt gesproken, een vergelijking gemaakt met water. Met het bewustzijn wordt dan niet het hersendenken bedoeld. Het bewustzijn maakt gebruikt van de hersenen en met behulp daarvan drukt het bewustzijn zich uit in woorden en symbolen. Het bewustzijn is als stilstaand water in een meer, wat als zodanig een eenheid vormt. Stel dat dit meer alles omvattend zou zijn, dus ook heel onze kosmos zou insluiten, dan kan men niet meer zeggen het water is hier of daar. Het water is als 'n eenheid overal. Er is daarin geen hier en daar en aangezien ons water niet in beweging is, bestaat daarvoor ook geen tijd. Druppeltje uit deze oceaan van water, kunnen we beschouwen als stukjes van een ongedeeld bewustzijn aan ieder menselijk individu toebedeeld. Het bestaan van bewustzijn kan niet op een materialistische manier bewezen worden, zodat het bewustzijn waarover wij hier praten voor de materialistische wetenschappers niet bestaat. Met materialistische wetenschappers worden diegenen bedoeld, voor wie de wereld begrensd wordt 98 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 4-7 5 10 15 20 25 30 35 40 door het tast-en meetbare. In tegenstelling met de echte wetenschappers, die ontvankelijk zijn voor al het nog onbekende. Wanneer we denken aan het ontstaan van materie, komt men tot de conclusie, dat er iets van een hogere orde moet zijn die onze eerder genoemde denkbeeldige stok rechtlijnig door het water beweegt, waardoor wervelingen ontstaan aan beide zijden van het spoor die de stok maakt. De wervelingen aan de ene zijde van spoor zijn tegengesteld aan die van de andere zijde. Deze wervelingen kan men vergelijken met geschapen materie deeltjes; materie en antimaterie. (Zie ook Gedachtethema No. 19 Figuur 1 t/m 4) We weten dat alles in de kosmos om elkaar heen draait, er moet dan gezien ons voorbeeld iets rechtlijnigs werkzaam zijn; iets wat immaterieel is. Bewustzijn vibraties? Licht ? In ieder geval iets, wat het ontstaan van materie of wervels veroorzaakt. De materiedeeltjes onderscheiden zich van het grote geheel, zij bewegen en kunnen nu gemeten en bewezen worden als bestaand. Uit het materialistische niets, is dan iets ontstaan wat onbegrijpelijk moet zijn voor de begrensde materialistische denkers. Heel de natuur bestaat trouwens uit tegendelen waar de wet geldt, actie geeft een even grote reactie. Wanneer splitsing van het ene plaats vindt ontstaat er ruimte. Tijd ontstaat doordat de gesplitste delen ten opzichte van elkaar gaan bewegen of gaan wervelen. DE VRAAG IS NU, KOMT DAARBIJ ENERGIE VRIJ OF IS ENERGIE INHERENT AAN BEWUSTZIJN EN IS LICHT EEN ANDERE VORM VAN BEWUSTZIJN. Wij worden op afstand elkaar bewust met behulp van straling: licht-, warmte-, magnetische straling (Radio), enz. enz. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO.2) Als we stof beschouwen als gecondenseerd of gekristalliseerd licht, zal bij het samenvoegen van materie en 99 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 4-8 5 10 15 20 antimaterie de energie die eerst nodig was om deze twee te creëren weer vrij komen. Uit het voorafgaande kunnen we de conclusie trekken dat ruimte en afstanden ontstaan door beweging, want wanneer er geen beweging is, bestaan er geen materie deeltjes of gecondenseerde straling of energie en is alles één. De door ons aangenomen oneindigheid van het heelal bestaat dan niet meer. Er wordt weleens gefantaseerd over de ruimte die materie inneemt. Wij weten nu dat materie uit een kern bestaat waar omheen, op relatief grote afstanden, elektronen cirkelen zoals planeten om de zon. Er wordt dan gezegd, dat wanneer zon, planeten, elektronen etc. op elkaar geperst zouden kunnen worden, zonder de ruimte daar tussen, ons zonnestelsel waarschijnlijk niet groter zou zijn als een voetbal. We kunnen het nog mooier voorstellen, wanneer er geen beweging is, bestaat ook materie niet meer. Stel, in je kamer staat een tafel, deze lijkt niet te bewegen, maar de elektronen van de samenstellende elementen bewegen wel. Wanneer de bewegingen plotseling zouden stoppen, dan verdwijnt de tafel en is niet meer, want zonder beweging is er geen materie. 25 30 35 100 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 5-1 GEDACHTETHEMA NO. 5 5 10 15 20 25 30 35 40 SYMBOLEN, RITUELEN, CEREMONIëN DE BINNENKAMERS VAN HET HART Symbolen kunnen gebruikt worden voor verschillende doeleinden, zoals het in het kort weergeven van leeszinnen, denk bv. eens aan de vele verkeersborden; borden die vertellen dat men maar in een richting mag rijden, dat men niet sneller mag rijden dan 50 kilometer, dat men moet oppassen voor overstekend wild enz., enz. Woorden zijn in feite ook symbolen, wanneer iemand het over een tafel heeft dan weten wij, dat daarmee bedoeld wordt een plank op vier poten en op die plank kunnen we iets zetten. De tafel is een samengesteld iets, een begrip, al beseffen we dat niet meer. Om het mogelijk te maken om met elkaar uitgebreid te kunnen communiceren, is de taal ontwikkeld waarmee we denkbeelden in klanken kunnen uitbeelden. Later gingen we deze klanken weer uitbeelden in een geschreven taal, het is een vorm van gedachtekristallisatie. Van de grote meesters Zarathustra, Boeddha, Christus enz. is niet bekend of zij ooit voor het nageslacht iets op papier hebben opgeschreven. Zij gaven de weg aan van dékristallisatie. Wij weten dat aan de woorden van deze wijzen, door anderen neergeschreven, verschillende uitleggingen worden gegeven en een grote verscheidenheid aan geloofsstromingen tot gevolg had. Neen, onze leermeesters hielden zich niet bezig met het vastleggen van denkbeelden, maar zij gaven de weg met het levende woord welk naar dematerialisatie leidt. Jammer dat velen dat niet begrijpen en alleen maar de neergeschreven letters zien, als basis voor hun ideeën, hetgeen fundamentalisme bevordert. Het doel van de naar waarheid strevende mens ligt in de bevrijdende toekomst en niet in het starre verleden. Een symbool kunnen we ook ervaren als iets wat tussen het hogere ongedeelde en het lagere gedeelde bewustzijn in staat. Het ongedeelde bewustzijn wordt ook wel Kosmisch 101 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 5-2 5 10 15 20 25 bewustzijn genoemd. Er zijn mensen geweest die in een geestelijke extase verkeerden die Maria de moeder van Christus zagen en anderen die Christus zelf zagen, moeten we dat als waar aannemen ? De mens is over het algemeen gefixeerd op het driedimensionale, dat is wat hij kan waarnemen, wanneer hij contact krijgt met het hogere, misschien moeten we spreken van hogere energieën, dan zal hij deze waarnemen als een symbool welke in zijn brein staat als het hoogste wat er volgens zijn ervaring bestaat. Voor veel mensen in de rooms katholieke wereld is dat Maria en voor anderen kan dat Jezus Christus zijn enz. Deze verschijnselen kunnen dus wel waargenomen zijn, maar hoogstwaarschijnlijk als een symbool in de plaats staande voor hogere energievormen, omdat deze energieën geen menselijke vorm hoeven te hebben. Ceremonieën en Rituelen kunnen worden beschouwd als hulpmiddelen. Door herhaaldelijk dezelfde handelingen uit te voeren in een bepaalde gemoeds-of gevoelstoestand, zal deze handeling op de duur als een sleutel gaan werken. Bij een volgende keer zal bij het uitvoeren van deze handeling of handelingen het gemakkelijker worden om in de gewenste gevoels- of gemoedstoestand te komen. Het is enigszins te vergelijken met schommelen. Door steeds een nieuwe aanzet te geven kan je steeds hoger komen. Eveneens is bekend, dat de kracht van een handeling zit in de herhaling. 30 35 40 Ook het gebruik van geuren en rustige muziek kan daartoe bijdragen. Dit heeft natuurlijk ook met gedachteassociaties te maken. Zo worden er ook nog andere hulpmiddelen gebruik om het aardse lichaam bezig te houden, om daardoor het denken en redeneren stop te zetten, waardoor het gevoel meer op de voorgrond kan treden. In de Rooms Katholieke kerk doet men dit, onder andere, door het bidden van de rozenkrans. Het opzeggen van litanieën. Een kralenketting door de handen zien gaan kunnen we ook zien bij andere religies bv. bij de Mohammedaanse. Terwijl het opzeggen van litanieën zelfs bij o.a. de antieke Egyptenaren voorkwam. Rozenkransen en 102 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 5-3 5 Litanieën zijn dus geen uitvindsels van de Rooms Katholieke kerk. Anderen weer, herhalen mantra’s om het lichaam bezig te houden of een indruk te fixeren. Door het voortdurend herhalen van dezelfde zinnen wordt men enigszins gedachteloos, waardoor er gemakkelijker een verbinding met hogere gevoelens tot stand kan komen. Het zit dus niet alleen in de inhoud van de zovele woorden. 10 15 20 25 30 35 40 Een gevoelstoestand heeft geen beelden nodig. Men kan er natuurlijk wel een symbool aan geven zoals de Egyptenaren met hun hiërogliefen deden, door bv. voor vreugde een mens uit te beelden met zijn beide armen omhoog, maar dit is dan alleen een mededeling aan iemand anders en geeft niet het gevoel aan wat een vreugdevol mens als zodanig ondergaat. Muziek is van een hoger niveau dan het geschreven woord, het werkt gelijk op het gevoel in. Door de soort muziek kan men vrolijk of droevig gestemd worden. De Egyptenaren moeten ondanks hun bouwwerken toch meer gevoelsmensen geweest zijn dan de beschavingen die na hen kwamen, dit blijkt uit het feit dat zij hun gedachten hoofdzakelijk uitbeeldden door middel van hiërogliefen. Terwijl de Israëlieten later al een veel eenvoudiger alfabet hadden waar de vijf boeken van Mozes mee geschreven zijn. Het gevoel ligt op een hoger niveau dan het denken. Wil men dus in nauw contact komen met hogere, dan is het de kunst om in een bepaalde gemoedstoestand te komen. Dat gevoel ondergaat men zonder daar iets specifieks aan te verbinden en is innerlijk gericht. Er zijn verschillende gemoedstoestanden, die van vreugde, verdriet, haat, maar ook een van sirene rust. Een ander gemoedstoestand is die, waarbij men op het hogere is afgestemd en een religieus gevoel heeft en waarbij geldt niet mijn wil maar de uwe geschiede en waar het gevoel over kan gaan in het zijnde. Men gaat dan in zijn binnenkamer van zijn hart. Daarin kan men onaardse belevenissen meemaken. Denken is in tegenstelling met het innerlijke iets wat naar buiten geprojecteerd wordt en wanneer er genoeg energie in 103 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 5-4 5 10 15 20 25 30 een bepaald denkbeeld gestopt wordt kan het zelfs vaste vormen aannemen, want alles wat we fabriceren is eerst een gedachte-idee geweest. Met het denken krijgen we steeds meer verschillende vormen in deze 3-dimensionale wereld Vandaar dat er steeds meer specialiteiten ontstaan. Specialisatie brengt met zich mee dat de flexibiliteit van de maatschappij minder wordt. Want een specialist in een bepaald vak kan moeilijk of in het geheel niet een specialist in een ander vakgebied vervangen. Dit heeft allemaal met kennis te maken, datgene wat onder woorden gebracht kan worden en waarvan wij ons bewust worden op het aardse vlak. Kennis is een afspiegeling van het weten. Kennis heeft met een leerproces te maken, dat plaats vindt in de wereld der tegenstellingen. Het weten is van een hogere orde. Kennis ligt in weten besloten. Kijk maar eens hoe perfect de natuur gebouwd is in al zijn onderdelen, technisch is dat eten of gegeten worden systeem perfect. Het ontwerp van dit perfecte systeem ligt op een hoger plan vast. Wanneer wij onszelf niet zo veel op de uiterlijke dingen zouden concentreren is het misschien mogelijk om van dat weten uit de eerste hand gebruik te maken en geeft dat ook oplossingen voor onze geestelijke en lichamelijke moeilijkheden Te veel zien de mensen een dokter als een wonderman, die ons in de meeste gevallen voorziet van kunstmatige gefabriceerde medicijnen, terwijl deze moderne medicijnmannen vaak niet weten wat de kwaal is of nog minder wat de oorzaak van een kwaal is. Dit wil niet zeggen dat we geen dokters nodig hebben, het tegendeel is waar, maar we moeten ze wel in de juiste proporties zien. Het zijn zeker geen goden, al zien veel mensen ze soms als zodanig en bestaan er medici die zich zo voordoen. 35 40 Stel dat het mogelijk zou zijn om een verbinding te maken met het perfecte ontwerp van de mens op een hoger plan, (voor de aanhangers van de Christelijke leer zou dat Jezus Christus kunnen zijn), en ons daarmee zouden kunnen vereenzelvigen, zouden we dan niet van onze kwaal bevrijdt zijn. Hoogstwaarschijnlijk wel, want er zijn gevallen bekend van onverklaarbare genezingen die zich op ongeveer 104 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 5-5 5 10 15 20 25 30 35 40 op deze wijze voltrokken hebben. De bouw van het menselijk lichaam ligt weliswaar vast in de DNA structuur, maar moet toch door iets spiritueels ontworpen zijn. Het zou door het collectief bewustzijn bewerkstelligd kunnen zijn. Een van deze gevallen is de moeite van het vertellen zeker waard. In 1997 kwam er in een TV programma een Joodse generaal aan het woord waarvan de rugwervels beschadigd waren. Zijn benen kon hij niet meer gebruiken en het gevoel daarin was volkomen verdwenen. Na een uitgebreide medische keuring, waarbij dus ook foto’s van zijn rug waren genomen, werd hem verteld dat er niets meer aan te doen was. Hij vertelde dat hij diep in de put zat en ongenietbaar was voor iedereen in zijn buurt, maar vooral voor zijn vrouw. Er kwam een tijd dat hij zich afsloot voor een ieder en alleen in een kamer naar de TV keek. Op een gegeven ogenblik zag hij een evangelische uitzending van een Palestijnse zender welke zijn interesse opwekte. Het moet vermeld worden dat hijzelf het Joodse geloof aanhing. Zo gebeurde het eens dat er zo’n uitzending was dat hij zich opsloot in zijn kamer om deze uitzending te volgen. Er werden dingen gezegd die volgens de generaal hem het idee gaven dat ze voor hem persoonlijk bedoeld waren en hem intens raakte. Op een morgen bij het ontwaken begon zijn lichaam hevig te schudden, hij voelde iets in zijn lichaam veranderen en hij kreeg ook het gevoel in zijn benen terug. Hij was in hoogste staat van opwinding en riep zijn vrouw om in zijn benen te prikken om te zien in hoever zijn gevoel en daarmee gelijk de mogelijkheid van gebruik van zijn benen daarmee teruggekeerd was. Dokters konden dit niet verklaren en de Rabbijnen waarmee hij contact zocht ook niet. Er zijn wel meer van deze gevallen bekend. Elf gevallen van mensen met een dodelijke ziekte die als ongeneeslijk werden beschouwd zijn opgetekend door Dr. Paul C. Roud in zijn boek met als titel: “Wonderbaarlijk”. Uitg. Bzztôh ‘sGravenhage 1992 Aangezien wij als mensen graag overal een verklaring voor willen hebben, wat misschien ook de bedoeling van het hele evolutie proces is, om door ervaring van de tweedeling van alles bewust te worden de volgende Hypothese: “ Wanneer men 105 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 5-6 5 zich kan verenigen met de volmaakte mens, (men tot inkeer komt en vereenzelvigt met het hemelse patroon, in de Christelijk leer voorgesteld door Jezus Christus), dan zullen we genezen en van onze zorgen bevrijd zijn. Het fysieke lichaam valt dan samen met het geestelijk lichaam, waarbij het fysieke lichaam in overeenstemming wordt gebracht met het geestelijke lichaam. 10 15 Er staat geschreven: “Kom allen tot mij die vermoeid en beladen zijt en ik zal u verkwikken”. De ceremonie van het laatste avondmaal van Jezus Christus geeft dat reeds aan. Een ding is zeker, het streven naar een goed doel zonder egoïstische motieven met liefde voor zijn medeschepselen brengt de mensheid op een hoger plan. Het te veel achterom kijken kan leiden tot kristallisatie. Denk aan de symboliek van het verhaal van Sodom en Gomorra (Genesis 19:26). 20 25 106 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 6-1 DACHTETHEMA NO. 6 5 10 DE BEPERKING VAN HET BEWUSTZIJN DOOR DE MATERIE Wat is eigenlijk de oorzaak dat de mens zich steeds sneller wil verplaatsen? Waarschijnlijk komt dat, omdat het bewustzijn van de mens zeer snel is. In feite bestaan er voor het bewustzijn geen afstanden. Men wordt iets driedimensionaal of stoffelijk bewust, wanneer het hogere in de mens, laten we dat maar het zijnde of ongedeeld bewustzijn noemen, zich op een onderwerp focust. 15 20 25 30 35 40 Stel, je bent even goed in Amsterdam thuis als in Canberra in Australië, maar je bevindt je op dit moment in Amsterdam. Wanneer je nu je ogen sluit, kan je in je bewustzijn een beeld van Canberra oproepen alsof je daar ter plaatse bent. Zou je van Amsterdam naar Canberra willen gaan, dan is je bewustzijn aan stof gebonden. Wanneer een mens zich het doel gesteld heeft om ergens naar toe te gaan, dan wil hij daar ook zo snel mogelijk zijn. In zulke omstandigheden voelen afstanden altijd aan als hindernissen die genomen moeten worden. De mens zal dus om die reden steeds snellere voertuigen voor zij lichaam ontwikkelen om de afstanden in steeds kortere tijden en op gemakkelijker wijzen te kunnen overbruggen. Vroeger gebruikte men het paard. Daarna kwam de fiets, de auto, het vliegtuig, de raket. Wat zal de volgende stap zijn ? Wij zouden graag in contact willen komen met mogelijk leven op andere sterrenstelsels, maar zouden wij dit doen met raketten als vervoermiddel, dan zou dit veel te lang duren. Zelfs al zouden wij ruimtevaartuigen ontwikkelen die zich met een lichtsnelheid van 300.000 km/sec zouden voortbewegen, dan nog gaat het te langzaam, want zelfs naar het dichtst bijstaande sterrenstelsel Sirius zouden we met de snelheid van het licht nog 9 jaren onderweg zijn. 107 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 6-2 5 10 15 Radiografisch contact zou misschien nog mogelijk zijn, maar 'n vraag en een antwoord daarop zal dan bij elkaar 18 jaar duren. Of zullen we in de toekomst gebruik kunnen maken van de vierde dimensie, waarin geen afstanden bestaan. In science fiction films worden personen overgestraald van een plaats naar een ander. Aangezien alles wat gedacht kan worden en dan ook in een of andere vorm gerealiseerd kan worden, zit de mogelijkheid van het gebruik van de vierde dimensie voor transportatie er wel in. Het is alleen zaak, de sleutel daartoe te vinden. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) Om te beginnen kunnen we eens denken aan energieoverdracht overeenkomend met het volgende principes. Wanneer men een lat neemt van 3 m lengte en men duwt er aan een kant tegen aan met de bedoeling om deze lat op te schuiven, dan zal tegelijkertijd zonder tijdverlies ook het ander einde opschuiven. 20 25 30 Ongeveer hetzelfde ziet men bij metalen bollen die in een rij, elkaar rakend, zijn opgehangen. Wanneer men een van de bollen aan het eind van de rij uit zijn positie trekt en hem weer loslaat, dan gaat de bol weer naar zijn uitgangspositie terug. De bol wil doorzwaaien maar komt tegen de bollenrij tot stilstand. Wat men wel ziet is, dat aan het andere eind van de rij een bol uitzwaait. Hieruit blijkt dat de energie die door een eindbol in de bollenrij gebracht wordt, aan het eind er weer uitkomt; de tussen liggende bollen ziet men daarbij niet bewegen. 108 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 6-3 5 10 15 20 25 30 35 Ook kan men eens denken aan de wet van Pascal welke luidt: Een druk op een vloeistof uitgeoefend plant zich evenredig in alle richtingen voort. Deze wet geldt voor water in een gesloten systeem. Stel dat het hele universum een gesloten watersysteem was, dan zou wanneer de druk ergens in het heelal verhoogd werd, in het hele heelal de druk omhoog gaan. Wanneer men nu ergens in het heelal, hierbij denkend aan morsetekens) de druk met een bepaald ritme beurtelings omhoog en omlaag brengt, dan zou het mogelijk zijn om deze drukverschillen met een drukopnemer te meten aan het andere einde van het universum. Dat zou inhouden dat men op deze wijze zou kunnen communiceren met iemand aan het andere einde van het universum waarbij voor informatie overdracht geen tijd gemoeid is. Wanneer we bedenken dat bovenstaande natuurlijke verschijnselen van hogere principes zijn afgeleid, kunnen we ons afvragen, wat komt op een hoger niveau met water overeen om te gebruiken voor communicatie op grote afstand, ether? Iets dat waarschijnlijk tussen bewustzijn en materie in ligt. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) Maar misschien is het mogelijk om met wezens op andere sterrenstelsels in contact te komen met behulp van de principes gebaseerd op gelijkvormigheid, waarbij geen ruimte behoeft te worden overbrugd, omdat dan het tijd/ruimte begrip niet van toepassing is. Onmogelijk ! Ga voor jezelf met je gedachte eens terug in de tijd. Laten we zeggen de middeleeuwen en stel je voor dat iemand met een fantasieverhaal aan zou komen hoe de wereld er in het jaar tweeduizend uit zal gaan zien. Hoe zouden wij dit verhaal opvatten? Wij zouden dit waarschijnlijk voor onmogelijk houden. En nu in de 21ste eeuw zie we een ontwikkeling die vroeger voor onmogelijk werd gehouden. 40 109 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 6-4 5 Een ontwikkeling die zich in een versneld tempo voltrekt. Onmogelijkheden zijn mogelijk geworden. Denk daar maar eens over na. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7) 10 15 20 25 110 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 7-1 GEDACHTETHEMA NO.7 5 DE VORMEN WERELD, DE WERELD DER VERHOUDINGEN. Het onderwerp volgende: 10 15 20 25 30 35 40 waarover we nu gaan filosoferen is de D E V O R M E N W E R E L D, De wereld der verhoudingen Bestaat er een wereld van vormen en verhoudingen We kunnen proberen te bewijzen of gelijkvormige figuren in een hogere dimensie of op een hoger bewustzijnsniveau samen vallen. Gevraagd: Te bewijzen dat twee of meer gelijkvormige figuren behorende tot de tweede of derde dimensie, in een hogere dimensie samen vallen; met andere woorden, daarin één zijn. Bewijs: Voor de bewijsvoering gaan we ons voorstellen dat er geen materie bestaat. Wij zullen in die voorstelling dan ook geen stoffelijk lichaam bezitten. Wat we onszelf laten is het denkbewustzijn. Wat wij weten is, dat we er zijn. Ook als we ons concentreren om niet te denken, dan nog weten of voelen we dat we er zijn. Het hier en daar bestaat voor het bewust- zijn niet. Men begrijpt dan ook dat er geen boven en onder bestaat: geen Oost, West, Zuid of Noord. Stel dat er buiten ons nog een ander bewustzijn is, dan zullen de twee bewustzijnen elkaar doordringen. In ons voorbeeld stellen we ons voor het gemak voor, dat de twee bewustzijnen zich niet van elkaar bewust zijn. Als beide bewustzijnen nu ieder een punt in hun bewustzijn projecteren, zullen deze twee punten samen moeten vallen; omdat hier en daar niet bestaan. Vervolgens projecteert ieder bewustzijn nog een tweede punt op enige afstand van de eerste. Ook hier valt dit nieuwe punt van het ene bewustzijn 111 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 7-2 samen met die van het tweede bewustzijn; (of moeten we zeggen, zij vallen onder andere samen ?). 5 Verbindt ieder bewustzijn zijn twee punten door een rechte lijn, dan zullen ook die twee rechte lijnen samen vallen; (Of vallen onder andere samen). 10 15 20 25 30 35 40 Bedenk, er bestaat geen richting in het bewustzijn. De lengte van de lijnen speelt geen rol, want er zijn geen referenties. Zo verder gaande kunnen de twee bewustzijnen ook gelijkzijdige driehoeken, regelmatige viervlakken, vierkanten, kubussen, cirkels en bollen construeren. Ook hier weer zullen de gelijkvormige figuren, dus dezelfde verhoudingen hebben), in beide bewustzijnen samen vallen, een driehoek in het ene bewustzijn valt dus samen met de driehoek in het andere bewustzijn. Dat zelfde geldt dan ook voor de andere gelijkvormige figuren. De grootte van de figuren doen niets ter zake, het gaat om de gelijkvormigheid. Het zou kunnen dat een hogere dimensie van onze stoffelijke wereld, een vormenwereld is; een wereld van verhoudingen. Dat is misschien de reden waarom wij de vorm van een lichaam kunnen herkennen, ook al zien wij het groter of kleiner doordat zij zich dicht bij of verder van ons af bevinden; ook wanneer zij op hun kop staan. Wij herkennen de verhoudingen en deze zijn in ons geheugen opgeslagen. Voor de wetenschap is het nog steeds een vraagpunt waar het geheugen zich bevindt. Het bevindt zich in iedere geval daar, wat boven de tijd uitgaat. Dit blijkt al uit het verschijnsel mimicry en andere onderwerpen behandeld in PI-PHI. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) Hebben de verschillende lichamen al hun zijden en hoeken gelijk dan vormen zij in de 4e dimensie een eenheid als zijnde een en hetzelfde lichaam. Het zou ook nog mogelijk kunnen zijn dat in een hogere dan een 4e dimensie of bewustzijnsniveau bv. driehoeken niet gelijkvormig meer hoeven te zijn om samen te kunnen vallen, 7-3 112 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 7-3 5 10 omdat zij herkent worden als driehoek, zoals wij hier met ons 3-dimensionale bewustzijn een vogel als een vogel herkennen terwijl er toch duizenden verschillende soorten zijn; in afmetingen ,kleur, bouw, enz. Vanuit het midden naar buiten of met andere woorden, vanuit eenheid naar veelheid begint de vormgeving met eenvoudige basisfiguren nl., de driehoek en de cirkel, waarmee andere figuren of lichamen kunnen worden samengesteld. Voorbeeld: Een kegel kan worden geconstrueerd door een rechthoekige driehoek om een van zijn rechthoekszijden te laten cirkelen. 15 Cirkels, ellipsen, parabolen en hyperbolen zijn weer doorsneden van de kegel. Veelhoeken kunnen samengesteld worden met behulp van driehoeken. 20 25 Wij zouden kunnen stellen :In de 4de dimensie of op een hoger bewustzijnsniveau, vallen alle figuren, lichamen en geestpatronen die gelijkvormig zijn samen en zijn daar één. Wanneer we dus in onze 3-dimensionale wereld twee afzonderlijke vierkanten hebben of kubussen, gelijkvormige lichamen waarbij de verhoudingen tussen lengte, hoogte, breedte gelijk zijn, dan zouden deze figuren of lichamen op een hoger bestaansniveau samen vallen en één zijn. (In de 4e dimensie ?). 113 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 7-4 5 We zouden nog iets verder kunnen gaan door te stellen dat het patroon van bv. een insect, laten we zeggen een mier, op een hoger bewustzijnsniveau beschouwd kan worden als de moeder mier. De mieren op het aardse vlak zijn daarvan slechts de kopieën, spiegelbeelden of doorsnedes van. Doden wij een mier hier op aarde, dan doden we niet de oorspronkelijke mier. 10 Uit deze gedachte ontstond waarschijnlijk de "Stelling van Hermes" die ons overgeleverd is uit de oudheid en welke luidt: 15 Z O B O V E N, Z O B E N E D E N. Met andere woorden, het grote is gelijkvormig kleinere en het hogere aan het lagere. 20 25 30 35 40 aan het We moeten ook in gedachte houden, dat alles wat we op het stoffelijk gebied vorm hebben gegeven, allereerst gecreëerd is in ons bewustzijn. Uit het voorgaande volgt dan de conclusie, dat een kubus in Nederland, in een hogere dimensie of bewustzijnsniveau, samenvalt met een andere kubus bv. in Amerika of een plaats aan het andere einde van het heelal; dus één zijn. Deze bewijsvoering wijkt natuurlijk af van de gebruikelijke manier in de meetkunde, omdat we hier het onstoffelijke er bij betrekken. Hoe moeten wij de vastlegging van de grote verscheidenheid aan vormen in de hogere dimensies zien ? Het kan zijn dat de informatie van deze vormen is vastgelegd in een trillingspatroon die op het aardse vlak het beeld geven wat we zien. We kunnen hierbij denken aan de zogenaamde Chladnische figuren. Wanneer over een cilinder een vel wordt gespannen wat bv. met zand bestrooid wordt en men brengt onder de cilinder een geluidsbron of trillingsbron aan, dan zal het zand op het vel, figuren vormen die bij deze bepaalde trillingen behoort. 114 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 7-5 5 10 15 20 25 30 35 40 Met het voorgaande kan misschien ook wel de "EinsteinPoldolsky-Rosen paradox” verklaart worden. Deze paradox is beschreven in het boek van Rudy Rucker, "De vierde dimensie". We zullen deze paradox zo populair als mogelijk proberen te beschrijven. Wanneer we een stok door het water halen ontstaan er gelijkvormige wervelingen die zich links-en rechtsom bewegen. Zo'n effect is ook op het atomaire niveau te bewerkstelligen, waar dan twee atoom deeltjes die gelijktijdig ontstaan een rechtse- en linkse spin hebben en in een bepaalde richting zich van elkaar af bewegen. Wanneer men van een dezer atoomdeeltjes die zich van de ander af beweegt de richting verandert, bv. van links naar rechts, dan zal tegelijkertijd het deeltje dat van links naar rechts beweegt ook van richting veranderen en wel van rechts naar links. Terwijl zo te zien er geen verbinding tussen die twee atoomdeeltjes bestaat. Klaarblijkelijk blijven op een voor ons onbegrijpelijke manier de deeltjes met elkaar verbonden. De beweging van deze deeltjes zijn tegengesteld aan elkaar, complementair en als som vormen zij een eenheid. De stelling, voortkomende uit de hierboven gegeven hypothetische bewijsvoering van J. Greve, luidt: In de 4de dimensie of op een hoger bewustzijnsniveau, vallen alle figuren, lichamen en geestpatronen die gelijkvormig zijn samen en zijn daar één. (De regel van Hermes: “Zo boven, zo beneden16”, heeft daarmee te maken, zou ook het verschijnsel "SYNCHRONICITEIT een acausaal verbindend beginsel" waar Carl Jung over schreef, maar waar hij geen duidelijke oplossing voor had, verklaard kunnen worden, alsmede de werking van de I-Tjing (het Chinese orakel boek), de Tarot, Astrologie en de wetten in het heelal waar de Russische wijsgeer Ouspensky over schreef in zijn boek "Fragmenten van een oude wijsheid". 16 (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8) 115 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 7-6 5 10 15 20 25 Dat Astrologie door velen wordt gezien als onzin, is op de eerste plaats te wijten aan de onwetendheid daarover. Ten tweede, de meestal onzinnige astrologische toekomstvoorspellingen die in allerlei blaadjes voorkomen en niet op de laatste plaats de onkunde van de zichzelf noemende "Astroloog". De stand van de zon , de maan en de planeten geeft zo'n complexiteit aan invloeden, dat het in de meeste gevallen te moeilijk is om daarmee de toekomst te voorspellen. Trouwens, we moeten ons leven niet laten leiden door de stand van deze hemellichamen, daardoor zouden we ons gedragen als slaven van de stof. De menselijke geest hoort daarboven te staan. In principe echter bestaat astrologie, want alles komt uit het ene voort en blijft toch op verschillende niveaus met elkaar verbonden. Ter verduidelijking nog dit, wanneer van twee of meer modellen de verhoudingen der zijden ten opzichte van elkaar niet gelijk zijn, vallen deze in een hogere dimensie of een hoger bewustzijnsniveau waarschijnlijk niet samen. Ook zal het zo zijn, dat wanneer alle mensen hetzelfde idealistische beeld in hun bewustzijn hebben en er naar zouden leven, zij één zouden zijn. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 10) 30 35 40 Er staat geschreven over de mens: Weest vruchtbaar en talrijk (Genesis 1:28). Nadat de mens uit het Paradijs verdreven was doet hij dat dan ook, op een lager niveau. En aangezien hij naar Gods beeld en gelijkenis is geschapen doet hij dat op een nog lager niveau ook; hier kopiëren mee bedoelend. In zekere zin zijn alle wezens, soort bij soort, kopieën van elkaar. Laten we een bijenvolk als voorbeeld nemen. Wanneer we één bij daarvan doden, doden wij niet DE BIJ of de Super Bij, bestaande uit het totale bijenvolk, maar een kopie of een ledemaat of doorsnede daarvan. De intelligentie of bewustzijn daarvan berust niet bij de afzonderlijke Bij maar bij het gehele volk (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8) 116 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 7-7 5 10 15 We kunnen onze verschijningen met zijn bewegingen vastleggen op films, video’s of Cd’s, deze kopiëren en duizend maal tegelijk afdraaien. Hetzelfde kan gedaan worden met geluid. We kunnen een geluidsband bv. 100x kopiëren. Laten we deze geluidsbanden tegelijk afdraaien, dan zal het als het geluid van een band klinken. We kunnen het ook vergelijken met de zovele mensen die in een zangkoor zingen, samenzang geeft een gevoel van eenheid We vinden iets uit, als voorbeeld een auto en vermenigvuldigen het oorspronkelijke exemplaar met behulp van robots aan de lopende band. We leven in een wereld van veelheid en verdeeldheid. In tegenstelling met de unieke individuele mens hier op aarde, is het uniforme product wat door hem aan de lopende band wordt geproduceerd. Hieruit blijkt dat hoe verder de scheppingen van de oorspronkelijke creatieve bron verwijderd zijn, hoe starder deze worden. Door het ontbreken van intelligentie. 20 25 30 35 40 Dat er een grond van waarheid moet zitten in bovenstaande gedachte, het volgende: De meeste mensen zullen wel eens een periode meegemaakt hebben waarin het levenspatroon van iedere dag hetzelfde was, dat kan bv. een 3-weekse vakantie geweest zijn waarin men niets anders deed dan in de zon zitten en als vertier, drank en voedsel nuttigen en wanneer men dan later op zo'n vakantie terug keek, het gevoel kreeg dat die vakantie korter leek dan die in werkelijkheid was, in ieder geval zeer kort. Dit komt, omdat wanneer het levenspatroon van iedere dag hetzelfde is, de gedachtebeelden daarvan in elkaar schuiven en één worden. Wij zeggen weleens: ‘Wat is dat eentonig”. In de muziek bv. klinken de tonen met eenzelfde toonhoogte van verschillende muziekinstrumenten als een toon; de tonen schuiven in elkaar of overlappen elkaar. Houdt men echter een 2-weekse vakantie, maar brengt die zeer gevarieerd door, dan lijkt het daaraan terug denkend, dat die vakantie veel langer dan twee 2 weken geduurd heeft. Dit komt omdat het levenspatroon op die dagen niet identiek was, waardoor de vakantiebeelden niet samenvielen en gecomprimeerd werden tot een kortere tijd. 117 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 7-8 5 Men zou kunnen zeggen, het ondergaan van veel veranderingen geeft veel tijd als uitkomst, terwijl geen veranderingen weinig tijd geven. 10 Al het materiële in deze wereld is in eerste instantie ontstaan door beweging en de weerstand daar tegen, waardoor splitsing van dat Ene plaats vond. Bewegingloosheid is materie-, ruimte-en tijdloos. 15 Elektronen draaien zeer snel om de atoomkern. Planeten draaien t.o.v. elektronen langzaam om de zon. De mens schept snel. God schept langzaam. (Tijd is natuurlijk maar betrekkelijk, omdat het gerelateerd is aan het driedimensionale menselijk denken). (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) 20 25 30 35 Verder gaand, insecten, bv., bewegen hun vleugels zeer snel ten opzichte van kleine vogels, zoals die van merels en pimpelmeesjes. Deze op hun beurt bewegen hun vleugels weer sneller dan de grotere vogels zoals de adelaar en de gier. Alsook in het aandragen van voedsel voor hun jongen ziet men dat verschil. De pimpelmees vliegt zeer veel heen en weer om zijn jongen te voeden met kleine insecten. Een merel die groter is dan een pimpelmees doet dat al veel minder, ook al omdat het voedsel dat zij aandragen groter is, bv. wormen, salamanders enz. Een arend vliegt nog veel minder heen en weer, maar deze brengt het voedsel ter grootte van een konijn, waar een jong lang op kan teren. Iets anders wat opvalt is, dat de pimpelmees 6 tot 8 en soms meer jongen kan krijgen, terwijl een merel er 2 of 3 krijgt. De arend brengt maar een jonge groot. Men zou lichamen waar het gaat het ook eens in het algemeen kunnen zeggen: Allen kleine bewegen ten opzichte van de grotere sneller. En kleine samen gaat met veelheid en tijdverkorting, grotere gepaard aan weinig en tijdverruiming; denk aan kikkerdril. 40 118 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 7-9 5 10 Een ander fenomeen wat men opmerkt bij veelheid is, dat bij het fabriceren van technische onderdelen voor bv. de elektronische industrie, maar vooral die voor de telecommunicatie, de onderdelen kleiner worden maar steeds sneller gefabriceerd kunnen worden. Ten slotte. Tijdverkorting versnelt productie. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) 15 20 119 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 8-1 GEDACHTETHEMA NO. 8 5 10 15 20 25 DE VIERDE en VIJFDE DIMENSIE Over de 4e dimensie is al heel wat geschreven, wij zullen echter uit die bronnen ter verduidelijking van dit onderwerp enkel enige voorbeelden van C.A. Hinton gebruiken. Dit gedachtethema laat zien, dat niet alle verschijnselen in deze driedimensionale wereld met ons brein ten volle begrepen kunnen worden. Sommige van deze verschijnselen die ons begrip te boven gaan, noemen wij soms wonderen. Verderop in dit stuk geven we de redenen van deze kortzichtigheid of hersenactiviteitbeperking. Wat moeten wij ons dan wel voorstellen van de 4e dimensie en is zoiets wel te begrijpen voor ons mensen levend in een driedimensionale wereld? Wij kunnen wel het verband zien tussen de 1e, de 2e en de 3e dimensie, respectievelijk de lengte, breedte en hoogte van een voorwerp. Hierbij kan de derde uit de tweede en de tweede uit de eerste dimensie worden afgeleid. Om enigszins een begrip van de 4e dimensie te krijgen kunnen we proberen deze uit de voor ons bekende dimensies af te leiden. C.A.Hinton gaf in zijn boek de 4e dimensie enkele aardige voorbeelden, waarvan hier er een met de figuren 1 t/m 3 wordt weergegeven. 30 Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 120 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 8-2 5 10 15 Stel, dat een punt zich rechtlijnig voortbeweegt van A naar B en een spoor achter laat, dan zal dit spoor een rechte lijn zijn. Een rechte lijn behoort tot de 1e dimensie. Wanneer deze rechte lijn zich, evenwijdig of parallel vanaf zijn oorspronkelijke positie, richting A1-B1 beweegt, wordt daarmee een vlak bepaald welke tot de 2e dimensie behoort. Wanneer dit vlak op zijn beurt zich parallel vanaf zijn oorspronkelijke positie verplaatst, richting 2A,B3,A3,B3, dan wordt daarmee een lichaam met lengte, breedte en hoogte bepaald; behorende bij de 3e dimensie. Breidt dit lichaam zich nu naar alle kanten uit dan zou deze uitbreiding behoren tot de 4e dimensie. FIGUUR 4 25 Wanneer de kubus in Figuur 4 zich vierdimensionaal uitbreidt, kunnen we dan zeggen, dat de oorspronkelijke 3dimensionale kubus als een 3- dimensionale doorsnede of een gedeelte van een super kubus kan worden gezien, waar ook alle andere kubussen in het heelal een doorsnede van zijn of deel van uitmaken en alle andere vormen elkaar doordringen. 30 Wij kunnen aan de super kubus geen maat geven of zeggen, het is een oneindig grote kubus, omdat deze super kubus een gedachtebeeld is. Maatgeving geldt alleen voor onze driedimensionale wereld. 20 121 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 8-3 5 10 15 20 De afleiding voor de 4e dimensie werpt een licht op de zeer oude stelling van Hermes, Zo in het groot, Zo in het klein. Het zou in het geheel niet zo verwonderlijk zijn, wanneer de denkers uit de oudheid, die de regel van Hermes samenstelden, op dezelfde wijze als hiervoor gegeven tot die conclusie kwamen. Natuurlijk zullen zij ook wel zo’n gedachtebeeld aan de werkelijkheid getoetst hebben. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7) Een andere gedachtespeling is de volgende: Stel dat er wezens, platlanders genaamd, zouden leven in een plat vlak, dus in een 2-dimensionale wereld, (Platland geheten), die wezens zouden in dat geval dan ook plat moeten zijn, dus 2-dimensionaal. Stel dat op een gegeven ogenblik een 3-dimensionaal lichaam in de vorm van een bol door het platte vlak heen zou gaan. De plattelanders, zien dan eerst een stip verschijnen die uitgroeit tot een cirkel, een cirkel die steeds groter wordt en daarna weer kleiner tot het weer een stip is en verdwijnt. FIGUUR 5 25 Plattelanders kunnen dat niet verklaren en zullen dit zien als een wonder. Voor ons 3-dimensionale wezens is deze gebeurtenis kristalhelder. 30 122 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 8-4 5 Nog een ander voorbeeld: Op een dag zien de Plattelanders in hun wereld vanaf lijn X-X een rij evenwijdige lijnen lopen, gemerkt met A, B, C, D, E, F, en G. Zie Fig. 6 Wanneer de plattelanders de volgende dag terug komen zien zij, dat er een verandering heeft plaats gevonden. 10 15 20 25 30 FIGUUR 6 Wat zij opmerken is dat de letters A t/m G, ten opzichte van de X-X as zich nu aan de andere kant daarvan bevinden dan de dag daarvoor. Wanneer zij dat gaan beredeneren komen zij tot de conclusie, dat iedere lijn afzonderlijk in het platte vlak gewenteld moet zijn om deze X-X as. Zij weten dat dit in feite onmogelijk is, omdat bv. lijn "B" om aan de andere kant te komen door andere lijnen heen moet gaan wat niet kan en toch is dat gebeurd. Dit is onbegrijpelijk voor hen door gebrek aan een 3-dimensionaal inzicht. Voor ons 3-dimensionale wezens is de oplossing eenvoudig. Kantel de lijnen vanuit Platland over de x-x as door de derde dimensie naar de andere kant. Iets om over na te denken. We zien een zwerm trekvogels die heen en weer vliegt, zij doet dat net zolang totdat de bewegingen van iedere vogel afzonderlijk in harmonie is met de troep. Bijvoorbeeld dat alle vogels in 1 beweging keren. Zijn die vele vogels niet even zovele doorsnede van die ene 4-dimensionale moedervogel, die op een 3-dimensionaal gebied bezig is met het oefenen van zijn ledematen om de bewegingen van de vogels onder controle te krijgen. Zoals 123 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 8-5 een jongleur net zolang blijft oefenen totdat hij de objecten waarmee hij werkt volledig onder controle heeft? 5 Is ook niet de mens door te evolueren uit voorgaande prototypes geworden wat hij nu is? 10 15 20 25 30 35 40 de vele Instinct heeft hoogstwaarschijnlijk ook met de 4e dimensie of een hogere zijnstoestand te maken. Instinct wordt in het van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal omschreven als een natuurlijke aandrift tot een doelbewust doeltreffend handelen, een aangeboren gedragsdispositie. Een ingeschapen inwendig gevoel dat tot handelen aanspoort. We zouden het gevoel kunnen zien als een verbindingsstuk tussen de 3e en 4e dimensie. Ons gevoel zegt ons wat goed of verkeerd is. Het gevoel of instinct is verbonden met iets wat intelligentie bezit en een norm bepaalt en waar ervaringen worden opgeslagen. Zo zien wij dat een spin op een meesterlijke wijze haar web maakt. Het maken van de steundraden waartussen het web wordt opgehangen vergt steeds weer een andere constructiewijze. Dit naargelang de beschikbare bevestigingspunten in de omgeving. Wanneer we de natuur bekijken zien we een veelvoud van dit soort verschijnselen. Er wordt dan meestal aangenomen dat de ervaringen van de dieren door middel van de genen worden doorgegeven aan het nageslacht, maar is dat wel helemaal zo? Er zijn ook voorbeelden die laten zien dat deze redenering in niet alle gevallen opgaat. Wanneer we al wat wij waarnemen zouden beschouwen als een doorsnede van een hogere dimensie, dan kunnen we bv. een spin zien als een doorsnede van een 4-dimensionale superspin. Deze superspin is dan behept met een zeer hoge intelligentie en waar de 3-dimensionale spin die wij waarnemen slechts een van zijn vele ledematen is. Indien dat het geval is, worden de handelingen van de spin via het gevoel gestuurd door de superspin. Dit gebeurt dan evenzo bij de bijen door de superbij en bij de mieren door de supermier 124 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 8-6 5 10 15 20 25 30 35 40 enz. Volgens Rudolf Steiner zijn deze beesten verbonden of maken zijn deel uit van een groepsgeest. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO.1) Bij de mens is dat in mindere mate het geval, deze heeft de mogelijkheid om zelf een beslissing te nemen, al lopen velen als blinde kippen achter elkaar aan. Maar de geestelijke mens is al zo diep in de 3-dimensionale stoffelijke wereld afgedaald, al zo ver afgescheiden van het geheel, dat hij beslissingen gewetenloos doet. Daarbij heeft hij de mogelijkheid om het natuurlijk evenwicht te verstoren. Wij moeten nu weer tot het besef komen, dat we deel uitmaken van die ene hemelse mens. Op een hogere zijnstoestand is er meer eenheid en minder verdeeldheid. De vele mieren zijn op dat niveau één supermier, de bijen één superbij. Zijn alle mensen niet even zovele doorsneden van een 4 dimensionale supermens? En vormen zij in de 4de dimensie niet een eenheid begiftigd met een super intelligentie en een tijdloos weten? Want het geheel is meer dan de som der delen. Was dat niet de leer van Christus om bewust deel te gaan uitmaken van dit ene lichaam? Er zijn in onze 3-dimensionale wereld zaken en gebeurtenissen waarvan wij het verband niet zien, maar die indien dat voor ons mogelijk was om het te beschouwen vanuit een hogere dimensie, ongetwijfeld klaarheid zou kunnen verschaffen. Zoals voor de mens de belangrijkste gebeurtenissen, geboorte en dood. Wij zouden dit kunnen vergelijken als een 3-dimensionale bol die door een tweedimensionaal vlak gaat. Het ontstaan van de punt in het vlak kunnen we beschouwen als een geboorte. Deze punt uitgroeiend tot een cirkel met de omvang van de bol, de weg naar volwassenheid. Waarna de cirkel weer inkrimpt op weg naar ouderdom en eindigend in een punt wat het verschijnsel geboorte en dood in onze 3-dimensionale wereld betekent. De bol zelf, het inwezen, heeft vanuit ons gezichtspunt geen verandering ondergaan. De Engelsen hebben een mooie uitdrukking voor iemand die gestorven is, namelijk deze, somebody passed away. Letterlijk vertaald is dat, iemand 125 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 8-7 passeerde ons of iemand ging langs ons heen en verdween uit ons gezicht. 5 10 15 20 25 30 35 40 DE VIJFDE DIMENSIE Nu we het over de vierde dimensie hebben gehad, kunnen we ons nog afvragen bestaat er een vijfde dimensie en wat moeten we ons daarbij voorstellen? Misschien moeten wij het zien als volgt. Wanneer we naar een driedimensionaal voorwerp kijken, bv. een beeld, dan zien we dit met 1 oog bekeken als een tweedimensionaal plat beeld. Met twee ogen bekeken zien we nog stukjes van de zijkanten waarmee onze hersenen een driedimensionaal beeld realiseert. Vanuit een 4de dimensie zouden we dit voorwerp kunnen zien als een segment of doorsnede van een 4dimensionaal lichaam. Wanneer we ditzelfde beeld vijf dimensionaal konden bekijken, zouden we dit beeld misschien van alle kanten tegelijk kunnen zien. Wij zien dan de voor, achter-, en zijkanten, alsmede de onder- en bovenkant. We zouden kunnen zeggen het beeld bevindt zich in of is omringd door ons tijdloze bewustzijnsveld. Om dit te verduidelijken moeten we ons bewustzijn weer eens vergelijken met water, waarin we een vis laten zwemmen. Stel dat ieder watermolecuultje ogen had, dan zou de vis in een keer van alle kanten kunnen worden waargenomen. Gebrekkig weliswaar, zouden we zelfs dit nog driedimensionaal kunnen uitbeelden. We zetten een inktflesje voor twee spiegels die een hoek van ongeveer 60 graden met elkaar maken, we zien dan dat de twee spiegels in elkaar reflecteren. Aangezien ons flesje voor de spiegels staat zal dit 4 maal gereflecteerd worden. In totaal zien we 5 aanzichten. Een ongespiegeld vooraanzicht en vier gespiegelde zijaanzichten. Dit geeft de vorm van het beeld vollediger weer. Wij zien dan alle kanten van het beeld in een keer tegelijk, met uitzondering van de onderkant, zonder dat we het beeld behoeven te verdraaien. Om de onderkant van het flesje te kunnen zien, zouden we deze iets gekanteld ten opzichte van het grondvlak moeten weergegeven, daardoor krijgen we een totaal beeld daarvan. In dat geval komen we dan op 6 aanzichten. We hebben dan 4 afspiegelingen van die 126 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 8-8 5 ene werkelijkheid. Het doet veroorzaakt door 1 actie. (Zie ook GEDACHTETHEMA denken aan de 4 wervels NO. 19) FIGUUR 7 10 15 20 25 In plaats van spiegels kunnen we ook mensen nemen. Wanneer we bv. twaalf mensen een kring om het beeld zouden maken, dan zal eenieder die deel uitmaakt van deze kring, een andere beschrijving kunnen geven van zoals hij of zij het beeld ziet. Zij zouden met elkaar over de vorm kunnen twisten, omdat ieder een ander aanzicht heeft. Allen hebben voor 1/12de gelijk voor wat het hele beeld betreft. Wanneer de twaalf aanzichten worden samengevoegd kan een vollediger beschrijving van het beeld worden gegeven. Hoe verschillend ieder het beeld ook ziet, het beeld zelf blijft onveranderd hetzelfde. Onze kortzichtigheid komt ook tot uiting wanneer we een keuze moeten maken. Wij mensen voelen ons zo nauw met ons lichaam verbonden en hebben onszelf daarmee zo vereenzelvigd, dat we denken dat we alleen uit een aards 127 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 8-9 lichaam bestaan. Dat hersensactiviteiten. denken heeft te maken met onze 5 Wij zijn deze hersenen niet, maar maken daar gebruik van, om ons door middel van woorden uit te drukken in deze drie dimensionale wereld van tijd en dood17. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3) 10 15 20 25 30 35 40 Het denken of het gebruik maken van woorden vraagt tijd of neemt tijd in beslag. Met onze hersenen denken we alles hier op aarde te kunnen regelen. Wanneer we een keuze moeten maken en alle voor- en nadelen daarvoor hebben afgewogen en tot een beslissing zijn gekomen, denken we de juiste keuze te hebben gedaan. In de loop van de tijd blijkt echter vaak, dat deze keuze verkeerd was. Vandaar dat men nogal eens hoort: ”Als ik het weer eens over mocht doen, dan zou ik het wel weten”. Een verkeerde keuze kan in de toekomst ook wel eens goed uitpakken. De onzekerheid van de juiste keuze wordt mede veroorzaakt door ons beperkt overzichtvermogen in de tijd. Wij denken ons lot geheel zelf te kunnen bepalen. Als dit waar is, dan is dat misschien voor een klein deel mogelijk ten kosten van een hoop energie. De daarvoor benodigde energie zal minder zijn, naar mate we een beter overzicht hebben over het gehele proces, waardoor we sneller kunnen ingrijpen als er iets mis gaat. Wanneer we dus het gehele levensproces konden overzien, zouden we nooit een verkeerde keuze hoeven te maken. Hieronder een voorbeeld om dit idee te verduidelijken. Stel dat wij een huis hebben staan op een besneeuwde berghelling. Wij staan hogerop de berg vanwaar wij nog net ons huis kunnen zien, daarachter verliest het uitzicht zich in een nevel. Plotseling merken we, dat er aan de top sneeuw losraakt en als een bal, waarvan de omvang steeds groter wordt, naar beneden begint te rollen. Wij zien ook, dat wanneer wij er niets aan doen, deze bal ons huis zal raken en vernielen. Wanneer de bal bij ons is aan gekomen 17 Voor het afgeleide bewijs voor de duale samenstelling van de mens, zie Het Boek PI-PHI, Gedachtethema No.3, “Lichaam en Ziel”. 128 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 8-10 5 10 15 20 25 30 35 40 op weg richting ons huis, is hij al zo groot dat we hem niet meer kunnen tegenhouden of vernietigen. Wel kunnen we hem nog even een duw geven, waardoor hij iets van richting verandert. Wanneer hij dan bij ons huis aankomt, is de afwijking al zo groot geworden, dat hij ons huis ruimschoots mist. Hadden we dichter bij het huis gestaan, dan was het niet meer mogelijk geweest om met de energie die wij ter beschikking hadden de bal te stoppen of opzij te duwen. Wij hebben voor ons gevoel goed gehandeld... Ja!!!!, dat dachten wij, totdat we later horen, dat mede door ons toedoen, de bal een vader en moeder heeft verpletterd die aan de voet van de berg met hun kinderen aan het spelen waren. Als we dit geweten hadden, hadden we de koers van de sneeuwbal niet veranderd, want een mensenleven is meer waard dan een huis. Ons in aanvang zijnde de beste handelwijze, blijkt later dus niet de juiste te zijn geweest. Wij hoeven daar echter geen schuldgevoel aan over te houden, want we misten door de nevel het totale overzicht, wij zagen maar een deel van het geheel. Nog moeilijker wordt het in ons verhaal, wanneer het begin van het proces ook in nevelen is gehuld of zo klein is, dat het in de beginne niet wordt opgemerkt. Zo gaat het met veel zaken. Wij zijn als blinden die tasten in het duister. Er worden allerlei plannen gemaakt om een gesteld doel te bereiken, maar er kan uit een onverwachtse hoek iets opduiken wat ons gehele plan in duigen doet vallen. Wanneer we verder over ons levenslot nadenken, moeten we toegeven dat dit voor het grootste gedeelte door de omgeving en omstandigheden wordt bepaald. Het begint al met de geboorte, de een vindt zijn bedje gespreid en een ander wordt onder erbarmelijke omstandigheden geboren, waarbij hem dan nog alles in dit leven tegenzit. Er zijn ook mensen die een slechte start maken en wonderbaarlijk genoeg alleen maar voorspoed ondervinden. We kunnen onszelf afvragen, waarom is dit zo. Het kan zijn dat dit veroorzaakt wordt door de verkeerde keuzes in het verleden die vroeg of laat gecompenseerd moeten worden in deze wereld van actie is reactie. Wanneer dit zo is, is het waarschijnlijk nog belangrijker om te bepalen wat onze juiste levenshouding zal moeten zijn. Wanneer we het bovenstaande 129 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 8-11 5 10 15 20 25 30 35 hebben begrepen, zullen we tot de conclusie komen, dat we, wat het leven voor ons in petto heeft moeten accepteren zoals het is en indien nodig proberen onze levensomstandigheden te verbeteren, maar niet ten koste van anderen. Daarbij in gedachte houdend dat alles een tijdelijke zaak is. Mentaal moeten we enige afstand van het aardse gebeuren nemen, wij weten dat wat we nu hebben, morgen door onverwachtse gebeurtenissen kunnen verliezen. Alles gebeurt zoals het moet gebeuren. We kunnen doen wat we willen, de toekomst ligt in zekere zin al vast. Wanneer een helderziende in de toekomst zou kunnen kijken, zou deze zien wat de uitkomst van dit alles is, ook al zouden wij nu plotseling een tegengestelde beslissing nemen, dan nog ligt dat reeds in de toekomst vast. Het is iets wat met onze hersenen moeilijk te bevatten is. In sommige geschriften wordt er over het bestaan van nog meer dimensies gesproken, dat kan zijn, maar het zal een verklaring in woorden te boven gaan. De 4e dimensie geeft nog een beeld waarin verhoudingen van lijnstukken een rol spelen. In de 5e dimensie wordt dat wat moeilijker en dan praten we hierbij nog van uiterlijkheden, maar wat te zeggen van het inwezen der dingen?. Nog even dit, Het is een onmogelijkheid om de vierde dimensie met ons hersendenken te omvatten, omdat hersenen met een 3-d lichaam van doen heeft. De eerste dimensie als een rechte lijn begrijpen wij, omdat deze door een plat vlak kan worden omvat. De tweede dimensie, een vlak dus, evenzo omdat deze door een driedimensionaal lichaam kan worden omvat. Wij kunnen ook een 3-dimensionaal lichaam begrijpen omdat we daarin zelf werkzaam zijn. Maar een 4dimensionaal beeld past niet in een 3-dimensionaal lichaam of gedachtebeeld en een 3-d lichaam past niet in een 2-d lichaam enz. Andersom daarentegen wel. Daarom proberen zij die een hoger bewustzijnstoestand hebben ervaren, dit ervaren over te brengen door gebruik te maken van vergelijkende verhalen of parabels. 40 130 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 9-1 GEDACHTETHEMA NO. 9 5 RESONANTIE VRAAG EN U ZULT EEN ANTWOORD VERKRIJGEN. 10 15 20 In de bijbel staat geschreven, (Lucas 11:9) En ik zeg u: Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. Wanneer wij een antwoord op een werkelijk belangrijke vraag willen hebben en we stellen die vraag aan onszelf, dan zal dat verzoek vroeg of laat worden voldaan. De gedachtetrilling veroorzaakt door die vraag wordt dan als het ware uitgezonden en is vrij om in contact te komen met datgene wat een antwoord op die vraag zou kunnen geven, waarna dit antwoord terug gaat naar de veroorzaker van deze gedaagdentrilling. Deze herkent de trilling door resonantie, want door de vraag te stellen heeft de vragensteller zich geestelijk afgestemd op het antwoord. Om dit te verduidelijken een stukje van een verhaal, wat we zullen noemen: 25 30 35 40 DE MEDICIJNMAN. De medicijn man stond daar te midden van een oneindige vlakte en staarde in de verte, terwijl zijn grijze baard en haar soms opwaaide in de wind. De zon stond op het punt onder te gaan en de nieuwe maan werd reeds zichtbaar. In deze vlakte waren diversen dieren, bomen, planten en bloemen te zien. Zo liep daar een groep van tien paarden. Een jakhals zocht zijn weg door laag struikgewas waardoor vijf vogels werden opgeschrikt en weg vlogen. Een eendagsvlieg vloog van bloem tot bloem. In de nabijheid van de man waren ook nog bomen in groepjes van 3 en 6 te zien. Aan de voeten van de medicijnman zat een vrouw die eerbiedig naar hem op keek en vroeg;" Maar wanneer zal dit alles wat u verteld hebt geschieden ?" 131 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 9-2 5 10 15 20 25 30 35 40 De man's blik ging dromerig hem uitstrekte. Op dat getrokken door 7 zwanen, op het Noorden. De man zag dit over 7 jaar". over het tafereel dat zich voor ogenblik werd zijn aandacht weg naar hun zomer verblijf in en zei; "Dit alles zal gebeuren De vraag is nu, hoe wist de Medicijnman dat ? Dit kan als volgt worden verklaard. De man had de vraag gekregen waardoor het ook zijn vraag werd. Hierdoor stemde hij zich mentaal af op het antwoord. Toen op dat ogenblik de zeven trekvogels over vlogen, werd zijn blik daar naar toe getrokken en direct zonder daarover behoeven na te denken gaf hij dit antwoord. Had het antwoord een dag moeten zijn, dan was hij mentaal gaan resoneren bij het zien van de eendagsvlieg. Had het antwoord een maand moeten zijn, dan zou zijn aandacht gevestigd zijn geweest op de maan. Het antwoord had hem natuurlijk ook direct te binnen kunnen schieten zonder uiterlijke beelden, want niet altijd zijn deze uiterlijke beelden voorhanden. In ieder geval zou men de reactie op de vraag kunnen toeschrijven aan het verschijnsel resonantie. Een ander punt is, dat deze wereld bestaat uit tegendelen. Zo ook is voor iedere vraag een antwoord voorhanden. Het is hoogstwaarschijnlijk zo, dat wanneer er geen antwoord op de vraag zou bestaan, deze niet gesteld had kunnen worden. De vraagstelling is als een sleutel die op een deurslot moet passen om deze te openen en daardoor toegang te krijgen op het antwoord. Daarom moet de vraagstelling kort en duidelijk zijn en meer een verzoek dan een eis zijn. De gemoedstoestand speelt hierbij ook een grote rol. Men zou graag iets willen weten maar men laat het verder aan de voorzienigheid over om daarop te reageren. Het beredeneren werkt als een belemmering, dit proces overstijgt de menselijke computer(Het Brein) waar we de gehele dag gebruik van maken. Waar het de mensheid in grote mate aan ontbreekt is: kennis van geestelijke zaken, geloof en vertrouwen. Tevens kan zij de gedachten aan stoffelijke en geestelijke zaken moeilijk loslaten, waardoor men zich afsluit voor antwoorden op vragen en het ontvangen van nieuwe ideeën. 132 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 9-3 5 10 15 20 25 30 35 40 Wanneer je dus een serieuze levensvraag hebt en je verlangt een antwoord, dan kan je het proberen op de volgende beproefde methode: haal diep adem en houd deze even in. Concentreer jezelf goed op de vraag en adem dan weer uit, daarmee tegelijkertijd loslatend de gedachte aan die vraag in het volle vertrouwen dat men een antwoord op die vraag zal krijgen. Deze handelwijze kan als proef driemaal met enige tussenpozen worden herhaald. Bij een juiste geestelijke instelling zal men bemerken dat het antwoord ook driemaal zal worden gegeven. In welke vorm komt dit antwoord dan wel? Wanneer het antwoord niet direct van binnen uit komt, kan het antwoord gereflecteerd worden van binnen uit via objecten buiten ons. Bijvoorbeeld je leest een boek en ineens krijgt een woord of zin speciale aandacht en je ziet en voelt dat dit een antwoord op de vraag is. Dit woord of die zin is er niet speciaal voor de jou ingezet, neen, je resoneert op een gegeven dat aanwezig is en dat past op je vraag. Hoogstwaarschijnlijk dacht je op dat moment helemaal niet aan je vraag. Een volgende keer kijk je naar de televisie en laten we zeggen de nieuwslezer zegt iets wat plotseling jouw speciale aandacht krijgt, je weet, dit past als antwoord op je vraag. Een andere keer zal iemand uit de omgeving iets zeggen wat als antwoord geldt zonder dat die iemand zich daarvan bewust is. Zo’n iemand zegt toevallig iets wat als antwoord op de vraag past. Zo zie je, dat het antwoord op verschillende wijzen tot ons kan komen, direct van binnen uit of van binnen uit gereflecteerd op objecten buiten ons. Het klinkt misschien wat vreemd, maar koffiedik kijken berust ook op het reflecteren van het onderbewustzijn op het uiterlijke; in dat geval zie je dan figuren die het onderbewustzijn mentaal creëert in het koffiedik. Alsmede, de wat moderner vlekken test van de Zwitserse psychiater, Herman Rorschach. Hierbij wordt wat inkt op een stuk papier gedaan, waarna dat papier wordt dubbel gevouwen. Wanneer men het papier weer openvouwt ziet men daar een grillige vlek. De psychiater of psycholoog vraag zijn patiënt dan wat de figuren zouden kunnen voorstellen. Het onderbewustzijn wordt op de grillige 133 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 9-4 5 10 15 20 25 30 35 40 vlekken geprojecteerd. Er worden dan daarin voorstellingen gezien, die een psycholoog enig idee kunnen geven wat er in zijn patiënt leeft. Dus om van het antwoord bewust te worden moet men op iets kunnen gaan resoneren. Een ander voorbeeld van resonantie. Je kan een boek gelezen hebben dat niet aangesproken heeft terwijl een heleboel mensen beweren dat dit juist zo goed boek is. De reden is vaak de ervaring die je zelf hebt, wordt die in zo’n boek verwoord dan zal je meevoelen en begrijpen, zo niet dan spreekt zo’n boek meestal niet aan; je kan daarmee niet resoneren of samenvallen. Nog een ander punt ter overdenking met betrekking tot resonantie. We nemen hierbij een fietswiel als voorbeeld, wanneer dit wiel stil staat kunnen wij onze vingers tussen de spaken doorsteken. Wanneer echter datzelfde wiel zeer snel ronddraait is dat onmogelijk. En wanneer het mogelijk was het fietswiel een draaisnelheid te geven gelijk aan de snelheid van het licht, dan zouden de spaken zich aan ons voordoen als een ondoordringbare metalen schijf. Wanneer we zelf ook met het ronddraaiende wiel zouden mee bewegen, dan zou het weer mogelijk zijn om onze vingers tussen de spaken door te steken. Zo ook met twee tandwielen, hebben deze ieder een andere snelheid en wil je deze aan elkaar koppelen dan is dit onmogelijk. De snelheden van beide tandwielen moeten eerst aan elkaar gelijk worden, voordat het mogelijk is, om ze met de tanden in elkaar te schuiven. Datzelfde gebeurt ook in versnellingsbakken van auto's. Daarin zijn voor dat doel koppelingsplaten aangebracht, die de tandwielen de kans geven om tegen elkaar te slippen totdat de snelheden gelijk zijn, waarna de tanden in elkaar kunnen schuiven. Nog een ander geval, wanneer je twee druppels vloeistof tegen elkaar legt zullen ze op het eerste moment niet in elkaar overgaan, dit gebeurt soms pas na enige tijd wanneer de trilling van beide druppels, doordat zij tegen elkaar liggen, gelijk geworden zijn. 134 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 9-5 5 Wij kunnen zien, dat ook op het natuurlijke vlak het een eerste voorwaarde is, dat eenzelfde afstemming wordt bereikt voordat het vormen van een eenheid mogelijk is. HYPOTHESE OVER DE WERKING VAN HET LEVEN. Is leven een door intelligentie gestuurde levensenergie ? vibrerende 10 15 20 25 30 35 40 Wat verstaan we onder de uitingen van het leven ? Daaronder verstaan we datgene wat een omgeving schept waarin uitingen van andere levensvormen mogelijk zijn die zichzelf in stand kunnen houden, met de mogelijkheid van groei en vermenigvuldiging. Met als doel, vervolmaking van de creaties met hun vruchtvoortbrengselen. Gedurende deze schepping blijft er steeds een evenwicht tussen de verschillende scheppingsvormen gehandhaafd, met een kleine marge in de verschuivingen van de optimale levensmogelijkheden tussen de verschillende creaties, waaruit blijkt dat alle creaties door een intelligentie verzorgd worden. Bij de mensheid is dit juist andersom, daar zie je vaak dat uit economische overwegingen het evenwicht tussen het bestaande en de nieuwe creaties wordt verstoord; denk hierbij eens aan de milieuvervuiling, overbevolking enz. enz. Bij de mensheid worden zijn verschillende scheppingen min of meer los van elkander gezien. Waar begint voor ons het leven en waar grijpt het in ons lichaam in ? Men zou kunnen veronderstellen dat ieder levend wezen is uitgerust met een trillingskring afgestemd op een bepaalde golflengte en die in trilling wordt gehouden door een overal in het universum aanwezig zijnde vibratie. Deze trillingskring zou kunnen werken volgens eenzelfde principe waarop een radio-ontvanger werkt. Bij een radioverbinding wordt een signaal met een bepaalde golflengte uitgezonden die door de radio wordt ontvangen, omdat de trillingskring afgestemd op deze zelfde golflengte daarop gaat resoneren. Het inkomend signaal wordt dan versterkt en hoorbaar gemaakt door middel van een koptelefoon of luidspreker. 135 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 9-6 5 10 Een ander voorbeeld waarbij dit resonantieverschijnsel direct hoorbaar en zichtbaar is te maken is het volgende: Wanneer je van een gitaar twee snaren op dezelfde toonhoogte afstemt, door beide dezelfde spanning te geven en je slaat dan een van de snaren aan, dan komt deze in trilling. De lucht daarom heen wordt dan ook in trilling gebracht en breidt zich met een bepaalde golflengte uit. Deze luchtgolf bereikt de tweede snaar en je kan dan zien dat deze begint te resoneren. Terugkomend op onze trillingskring kunnen we ons afvragen, waar bevindt zich deze trillingskring dan in ons lichaam ? 15 20 25 30 35 40 Men zou denken in de hersenen, maar is dat zo ? In het begin van een lichaamsontwikkeling zijn er nog geen hersenen aanwezig. Want in het begin van een lichamelijke ontwikkeling is er maar een cel waarin deze trillingskring alreeds aanwezig zou moeten zijn. Wanneer zo'n cel zich splitst zal er ook zo'n zelfde trillingskring in deze nieuwe cel aanwezig zijn. Gesplitste cellen kunnen onafhankelijk van elkaar hun weg vervolgen of zij kunnen deel uitmaken van een cellengemeenschap. Wanneer cellen, die van een cellengemeenschap deel uitmaken, op dezelfde vibratie zijn afgestemd zal het hele lichaam in een gezonde staat verkeren. Wanneer cellen een andere vibratieafstemming hebben, veroorzaakt bv. door stress of beschadiging door bepaalde stoffen of ook wel door het ontvangen van te veel energierijke straling, zullen de omringende gezonde cellen deze afwijkende cellen, die als het ware een andere taal spreken, niet herkennen en deze om die reden uitstoten of trachten te vernietigen. Is dat echter niet mogelijk, omdat de vibraties niet zuiver genoeg door de omringende cellen worden ontvangen, dan blijven deze afwijkende cellen in het lichaam en kunnen zich parasitair gaan gedragen en ontwikkelen. Wij zouden deze cellen kankercellen kunnen noemen. In de ontwikkeling van de foetus tot een volgroeid lichaam treedt er specialisatie van cellen op. Bv.: hartcellen, levercellen, niercellen, hersencellen, enz. enz. 136 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 9-7 5 10 In ieder van deze cellengroepen kunnen bij het niet goed functioneren kankercellen tot ontwikkeling komen; er bestaan dan ook verschillende soorten kankercellen. Kankercellen zijn cellen die niet samenwerken met de andere cellen van het lichaam. Deze parasitaire cellen komen niet alleen in het menselijk lichaam, maar ook bij dieren en planten voor. Op een ander vlak en daarmee wordt bedoelt, de menselijke gemeenschap, ziet men kanker voorkomen in de vorm van asociaal gedrag. Mensen die geen bijdrage willen leveren aan de sociale gemeenschap en die een eigen leventje willen leven, maar wel van de gemeenschap willen profiteren, vaak door schade daaraan te berokkenen. 15 20 25 30 Hoe kunnen we voorkomen dat deze kankercellen zich ontwikkelen ? Het is nodig dat ze uitgestoten worden. Dit uitstoten kan niet gebeuren wanneer de vibraties van de aangrenzende cellen verzwakt of ontstemd zijn; dus niet meer in staat zijn de universele levensvibraties zuiver te ontvangen. Wat moeten we nu doen om een gezond lichaam en een gezonder sociale gemeenschap te krijgen ? Ten eerste: Een juiste afstemming van jezelf op het hogere bewustzijn (met andere woorden, het geestelijk leven). Wat niet bereikt wordt door bv. naar gewelddadige films te kijken. Ten tweede: De juiste afstemming van de gezinsleden ten opzichte van elkaar. Ten derde: De juiste afstemming van het gezin op de gemeenschap. 35 40 Hier geldt : verbeter de wereld en begin met jezelf, want al die kleine gezonden bouwstenen leveren een groot gezond geheel. Er zal dan een gezonde gemeenschap ontstaan. Gezond in de manier van leven en voeden. In harmonie met geest en de natuur. Harmonie tussen het innerlijke en het uiterlijke. Wat iedereen behoort te zijn is liefdevol. Daarmee wordt niet 137 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 9-8 5 10 15 20 25 30 bedoeld week zijn en overlopend van valse sentimenten. Dit laatste komt de laatste tijd veel voor; de oorzaak hiervan is de innerlijke verdeeld- en weekheid van de mens. De samenleving is decadent. Hierdoor heeft zij moeite om gezonde beslissingen te nemen. Er wordt te vaak vergeten dat we in een natuur leven, waar het recht van de sterkste geldt met het gezegde: Oog om oog, tand om tand of wel actie is reactie. Wanneer we de werking van de natuur begrijpen is het gemakkelijker om onze dierlijke instincten te beheersen. Dan hoeven wij als mens niet altijd de natuurwet oog om oog, tand om tand toe te passen dan alleen daar, waar het menselijkerwijze nodig is. Alleen als we onszelf volledig onder controle hebben, kunnen we met recht meester der natuur genoemd worden. Wanneer we zover zijn is het mogelijk om op de juiste wijze op te treden tegen sociale uitwassen. Wij zien verdeeldheid overal om ons heen. Deze verdeeldheid doet gezinnen en gemeenschappen uiteen vallen. Grote bevolkingsgroepen verplaatsen zich van het ene land naar het andere. Oude waarden worden vervangen voor nieuwen en een nieuw evenwicht moet worden gevonden. Deze verschillende bevolkingsgroepen spreken verschillende talen en daarbij hoeven wij niet op de eerste plaats te denken aan de spreektaal, maar meer nog aan de verschillende leefgewoonten en denkwijzen. Het is in de beginne alsof deze verschillende bevolkingsgroepen een andere levensvibratie hebben, te vergelijken met raderen die met verschillende snelheden ronddraaien en niet in elkaar kunnen grijpen. Er komt een tijd, na een alles omvattende wereld crisis, dat alle mensen één zullen zijn. Zou het dan tijd voor hen zijn om wakker te worden of met andere woorden, klaar om te herrijzen uit de dood, zoals Christus of Osiris uit de Egyptische mythologie. 35 40 Terugkomend op de trillingskring de volgende vraag: Zou het kunnen zijn dat ons echte zelf ons lichaam bestuurt via een trillingskring en dit lichaam als instrument nodig heeft om in deze stoffelijke wereld ervaringen op te doen ? Heeft de bestuurder van het lichaam zich zo vereenzelvigd met zijn lichaam dat hij denkt dat hij dat lichaam is ? In dit geval is hij een gevangene van zijn eigen lichaam en dus evangene van de materie. Het menselijke bewustzijn is daardoor 138 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 9-9 5 10 15 20 25 30 35 40 op het lichaam geconcentreerd en daaraan gebonden. Voor de vrije bewustzijnsvorm echter bestaat er geen plaatsgebondenheid en bestaat er geen hier, daar en tijd; want ruimte, stof en tijd horen bij elkaar. De uitingen van het leven zijn te vergelijken met een boom, die zich naar alle kanten vertakt en ruimte creëert. De bladeren kunnen we beschouwen als lichamen, die na verloop van tijd sterven en afvallen. De bladeren hebben hun plicht gedaan om de boom van energie te voorzien door het zonlicht op te vangen en te verwerken. De boom kon mede daardoor vruchten voortbrengen die tezamen weer een veelvoud van bomen kunnen opleveren. Deze vruchten hebben in zich het bouwplan voor de gehele boom in zich. Ze zijn daardoor gelijkvormig aan de boom en hebben daardoor levensvatbaarheid. Ze zijn als het ware afgestemd op de vibraties van het leven zelf, zoals een radio-ontvanger afgestemd is op een radiostation. Zou, door een of andere reden, bv. door veroudering en kristallisatie, de vrucht of het lichaam niet meer mee kunnen resoneren met de levensvibraties, dan zal zij sterven. De boom of het zaad is niet zelf het leven, maar het wordt door het leven in stand gehouden en tot verdere ontwikkeling gebracht; wat we evolutie noemen. Als we het voorgaande nog eens samenvatten krijgen we het volgende: In iedere levende cel of een groep van cellen kunnen resonantiekringen aanwezig zijn, waarmee zij zijn afgestemd op levensvibraties. Deze levensvibraties zien we niet, maar we kunnen ons daarin bevinden als vissen in het water. Zoals we ook de zogenaamde ether niet kunnen zien, maar er wel gebruik van kunnen maken om onze radiosignalen uit te zenden of te ontvangen. Het is als een vibrerende energie, die haar oorsprong vindt bij een intelligente macht, die alles wat daarop afgestemd is laat resoneren en daardoor in leven houdt. Iedere zelfstandige cel heeft zijn eigen resonantiegetal en wanneer deze zich splitst in meerdere cellen, zullen al deze cellen in de cellengroep hetzelfde trillingsgetal hebben. Dit kan de reden zijn dat bij orgaantransplantaties vreemd weefsel met een ander 139 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 9-10 trillingsgetal wordt afgestoten. Bij slecht functioneren van de cellen door veroudering of door defecten daarvan, 5 10 zullen de vibraties nodig om de cellen te belevendigen niet of onvoldoende zuiver ontvangen worden, waardoor ziekte optreedt of de dood intreedt. Het vibrerende veld blijft dan wel bestaan, maar het lichaam kan daarop niet resoneren. Behoort dit vibrerende veld bij een spirituele entiteit en kan deze gebruik maken van een lichaam wat daarmee resoneert ? 15 Wij spraken hier over de resonantiekringen in levende cellen, maar van kristallen weten wij dat zij een resonantiegetal hebben, een reden waarom bv. kwartskristallen in uurwerken worden gebruikt. 20 Resonantietrilling is een beweging en wordt uitgedrukt gekoppeld aan de tijd. Men zou kunnen veronderstellen dat met de trilling de tijd ontstond. Of wel, het begin van de beweging is ook het begin van de tijd. 25 Een resonantie trillingen per seconden 30 35 40 getal wordt tijdseenheid, bepaald door het aantal bv., 1000 trillingen per Voorbeelden van resonantie-of trillingskringen zijn: Het slingerwerk van een klok. Het trillingsgetal kan hier voor worden veranderd door de slinger langer of korter te maken. Het spiraalwieltje met anker in een horloge uitgerust met een opwindbare veer; hierbij kan de lengte van het spiraalveertje veranderd worden. In een kwartshorloge vindt men daarvoor een kwartskristal welk een vast trillingsgetal heeft. In een radio kan voor een trillingskring een condensator, een regelbare weerstand en spoel in serie met elkaar verbonden worden; hiermee kan een trillingsgetal of golflengte ingesteld worden door bv. de weerstand of de capaciteit van de regelbare condensator te veranderen. 140 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 9-11 5 10 Als laatste nog een opmerking, er wordt gezegd de macht van de magie ligt in de herhaling. De herhaling versterkt het proces. Het is als bij een schommel die op het juiste moment een zet krijgt om verder en hoger uit te zwaaien. Vandaar de vele en zelfde reclame die we in de brievenbus krijgen, want herhaling daarvan heeft bewezen vruchten af te werpen. Eigenlijk ook een vorm van resonantie met een versterkende werking, maar wat een verspilling van energie en vervuiling van het milieu. 15 141 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-1 GEDACHTETHEMA NO. 10 5 10 15 GODSBEELD Bovenstaande titel geeft al aan, dat we in dit stuk geen omschrijving zullen geven van de Allerhoogste, de Allesomvattende oftewel het Onnoembare en onbegrensde, waar een hiërarchie van goddelijke wezens naar een steeds lager niveau uit voortgekomen kunnen zijn. Wanneer we dit zouden doen, probeerden we het onbegrensde te begrenzen wat een onmogelijkheid is. Waar wij het echter wel over zullen hebben, is het idee dat vele mensen hebben van hun persoonlijke God. Daaronder zullen er velen zijn, de ellende in deze wereld ziende, die zichzelf wel eens de volgende vragen hebben gesteld: Ten eerste: Bestaat er wel een God ? 20 Ten tweede: En wanneer er een God bestaat, wat moeten we ons dan daarvan voorstellen ? 25 Ten derde: En hoe is het dan mogelijk dat God, in onze ogen, een onvolmaakt wezen als de mens heeft kunnen creëren, die keer op keer in de fout gaat ? Ten vierde: En waarom grijpt die God dan niet in bij al de ellende waar de wereld dagelijks mee wordt geconfronteerd ? 30 Ten vijfde: En als het waar is dat de mens geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis, is God dan wel volmaakt (Genesis 1:26) 35 40 Voordat we op bovenstaande vragen antwoorden gaan zoeken, moeten we wel bedenken, dat wij met behulp van onze hersenen het onbegrensde en alles van een orde hoger dan het aardse, daarmee niet of onvolkomen kunnen begrijpen. De reden hiervoor is, dat wij leven in een wereld vol van tegenstellingen, waarin ons brein is als een hulpmiddel voor ons innerlijk of beter gezegd ons inwezen, om in deze 3-dimensionale wereld te kunnen functioneren. Een wereld 142 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-2 5 10 15 20 25 30 35 waarin gedacht wordt in afmetingen en verhoudingen. Is ons bewustzijn nog ‘n eenheid op een hoger niveau, op het lagere en schijnbaar stoffelijke niveau, wordt deze met woorden omkleed en daardoor verdeeld. Bestaat er op dat hogere niveau nog een tijdloos weten, op het lagere moeten we door ondervinding in de tijd tot weten of kennis18 komen. Wij kunnen daardoor alleen nog maar fragmenten of tegenstellingen onderscheiden, hetgeen volgens het scheppingsverhaal, het gevolg is van het plukken van de vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad. We geven hier een voorbeeld van ‘n fragmentarische informatie. Ieder van ons zal wel eens een foto hebben gezien die met behulp van een flitser was opgenomen en waarop iemand stond die op het moment van de flitsopname met zijn ogen knipperde en daardoor met zijn ogen voor altijd dicht op de foto kwam te staan. Wanneer een ander dan deze foto zag werd vaak de opmerking gemaakt, had jij te veel gedronken of zat jij daar te slapen? Dat kwam, omdat als het ware de tijd uitgeschakeld was en daardoor de ogen waarnaar je keek dicht bleven, hoe lang dan ook je naar die foto bleef kijken. Normaal in de tijd genomen zijn de ogen langer open dan dicht en valt het sluiten van de ogen nauwelijks op, tenzij je er bewust op gaat letten. Bij nieuwsberichten in kranten of televisie wordt je eveneens vaak overstelpt met fragmentarische berichtgevingen, waardoor je geen juist beeld krijgt van het geheel. Vooral speelt dit een rol, wanneer er gelden voor zgn. goede doelen nodig zijn. Alle ellende van bv. Afrika worden je dan keer op keer voorgespiegeld, zodat je op de duur het idee krijgt, dat heel de Afrikaanse bevolking straatarm en doodziek is, dat is natuurlijk niet zo. Kritisch dat soort zaken aanzien is op zijn plaats, want tegenwoordig schieten de verenigingen voor goede doelen als paddenstoelen uit de grond en verschaffen velen een goed belegde boterham. 18 Kennis is wat men door leren of ondervinding kan verwerven. Er bestaat ook nog een tijdloos weten. Een weten waarin het verleden en toekomst besloten ligt. 143 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-3 Om nu met de EERSTE VRAAG te beginnen: Bestaat er wel een God ? 5 Wij kunnen niet op de traditionele wetenschappelijke wijze 10 15 het wel of niet bestaan van een God bewijzen, omdat onze bewijsmethoden zijn gebaseerd op het vergelijken van het een met het ander. De verschillen die wij dan opmerken kunnen wel door ons worden gekend. Onze hele wereld valt onder de wet van actie is reactie, plus en min, yin en yang. Het absolute bewegingloze19 is een Toestand van Zijn; zonder tegenstellingen. 20 Stelling Aangezien wetenschappelijk niet kan worden aangetoond dat wat niet beweegt bestaat, ligt de grens van de wetenschappelijke bewijsvoering voor het wel of niet bestaan daar, waar de beweging van de materie ophoudt. 25 Wel kan men door gebruikmaking van de analogische bewijsvoeringen tot de conclusie komen, dat er in het leven een intelligente creatieve en drijvende kracht werkzaam moet zijn, die boven het stoffelijke uitgaat. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3) 30 35 Er zijn mensen die zeggen, de mens bestaat alleen uit een zichtbaar lichaam en verder niets. Dood is dood. Het hele leven is alleen een chemisch gebeuren. Voor die lezers die deze opvatting nog delen wordt aangeraden allereerst of nog eens Gedachtethema no. 3 te lezen, welk als titel heeft: “ziel en lichaam”. Daaruit zal blijken dat de mens meer is dan alleen lichaam. Er staat ook geschreven, weet dat gij een tempel Gods zijt en Gods geest in je woont. Dit moet wel tot nadenken stemmen. Keer in meditatie in jezelf. Zoek God niet buiten jezelf. Verderop in dit geschrift wordt dit nog iets verduidelijkt. Dan zijn er ook nog de zogenaamde atheïsten die zeggen niet in een God te kunnen geloven, om 19Met het absolute bewegingloze betekent, dat er ook geen atomaire bewegingen zijn, zoals elektronen activiteiten etc..Het is ‘t volmaakte evenwicht waar vrede heerst. 144 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-4 dat zij zich daar geen voorstelling van kunnen maken, maar die wel een onsterfelijk inwezen voor mogelijk houden. 5 Misschien zijn deze atheïsten dichter bij de waarheid dan menig zogenaamde gelovigen. 10 15 20 25 30 35 40 De TWEEDE VRAAG: En wanneer er een God daarvan voorstellen ? bestaat, wat moeten we ons dan Wanneer we willekeurige personen vragen wat hun voorstelling van GOD is, dan zal in veel gevallen, zelfs bij goed opgeleide en ontwikkelde lieden, gedacht worden aan een oude wijze man met een lange witte baard, die vanuit de hoge hemel op ze neerkijkt. Hun God tegelijkertijd hiermee begrenzend met, ik ben hier en God is daar. Wat hierbij opmerkelijk is, dat de mensen daarbij vaak naar boven kijken, zich God voorstellend als iets staande buiten henzelf. De reden hiervoor is, dat zij van kindsbeen af, afbeeldingen van zoiets hebben gezien in boeken of op schilderijen. Wanneer we dan iets dieper op dit onderwerp ingaan, blijkt al spoedig dat zij God voorstellen als een soort super mens. Een vergrote projectie van de mens zelf. Die god is echter begrensd, een afgod, een schaduw God, zwart van opbouw; geen God van het licht. Deze God is niet oneindig, alomtegenwoordig enz., enz., zoals dat in hun jeugd altijd is voorgehouden. Aan de andere kant, tegenovergesteld aan het geprojecteerde beeld, straalt echter het onbegrensde licht. Alles wat de mens in onze materialistische wereld ziet en ervaart is begrensd, eindig, en dualistisch. Hoe zou het zijn, wanneer we ons geestelijk omkeerden of inkeerden en in plaats van de schaduwen, die ene licht- of levensbron in ons zelf zouden zien? Aangezien de mens geneigd is zichzelf als maatstaf voor alle dingen te nemen, zien we dat velen een persoonlijke voorstelling van hun God hebben die van hun medemens verschilt. De verschillen in de schaduwbeelden worden gebruikt, met uitzondering van de overlapping veroorzaakt doordat de mensen als naasten dicht op elkaar staan, om hun 145 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-5 5 10 15 persoonlijke God of het onzienlijke te beschrijven. Wanneer zij dan over de verschillen gaan debatteren en daarbij alleen aan hun eigen ideeën blijven vasthouden, wat ook al een vorm van materialisme is, ontstaat er al gauw onenigheid. In de schaduwoverlapping, waarvan de vorm voor beiden gelijk is, zullen zij zich in hun opvattingen daarover kunnen vinden, maar de verschillen in de niet overlappende delen worden dan als redenen gebruikt om elkaar desnoods te vuur en te zwaard te bestrijden. Hoe vaak wordt niet het geschreven woord volgens ieders persoonlijke inzichten verklaard en hoeveel scheuring heeft alleen dat al gegeven in religieuze groeperingen. Wij kregen daardoor een overvloed aan allerlei geloofsrichtingen, waarvan de respectievelijke aanhangers beweerden, dat hun inzichten de enig juiste waren. GOD GEZIEN ALS DE VERGROTE PROJECTIE VAN DE MENS ZELF. 20 25 Wat betekent dit voor die aanhangers zelf? Deze, dat zij een idee aanhangen die door een kerk of sekte verkondigd wordt. Dat heeft met het werkelijk innerlijke geloven niets te maken, want er is maar één waar innerlijk geloof en dat is het geloof in jezelf. In dat innerlijke, we zouden kunnen zeggen de goddelijke geest of de intelligente energie, zijn wij verbonden met alle mensen en bestaan er geen verschillen. 146 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-6 5 10 15 20 25 30 35 Wat wij in deze wereld zien is dus een schaduw- of spiegelbeeld van een God. Waar die God één is, licht en leven, zonder vorm, daar staat zijn spiegelbeeld, DE NATUUR, voor verdeeldheid, schaduw en dood. Een natuur waar de een de ander van hoog tot laag opvreet, te beginnen met de mens en zoogdieren, insecten, planten, bacteriën tot aan kristallen toe. Deze opsomming is niet volledig en kan nog uitgebreid worden, maar we geven het hier om een idee daarvan te krijgen. Alles wat wij waarnemen kunnen we beschouwen als zijnde spiegelbeelden of reflecties20 en onze interpretatie daarvan onvolkomen en illusoir; de kern daarvan ontgaat ons. De mens zal op weg naar de volwassenheid en ontwaken, beetje bij beetje het geloof in sprookjes verliezen,(daarmee niet bedoelend de verborgen wijsheid in sprookjes), daarna het geloof in de alwetendheid van zijn ouders, leermeesters, zogenaamde geestelijke voorgangers, etc., etc. Uiteindelijk wordt hij teruggeworpen op zichzelf. Het bewust zijn van illusies behoeft ons echter er niet van te weerhouden om van de natuur te genieten. Zo genieten we toch ook van de trucs die een goochelaar ons vertoont en proberen we deze te doorgronden, in de wetenschap dat hij ons probeert te bedriegen. Van een ding kunnen wij overtuigd zijn, er komt een grote ommekeer en daarbij verdwijnen alle schaduwbeelden. Enerzijds een moeilijke tijd en in het bijzonder voor diegenen die alles in hokjes hebben willen indelen, zij zullen het gevoel hebben in een afgrond te vallen. Anderzijds een tijd van vreugde voor diegenen, die afwachting zijn van het geestelijke licht. Stelling De weg naar volwassenheid gaat gepaard met verlies aan illusies. Aan het einde van die weg hebben we alles verloren, behalve het Zijn of “Ik ben die Ik ben”; het één zijn in God. 40 20 (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) 147 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-7 5 10 15 20 25 Nog een andere vraag komt op en wel deze, over welke God hebben wij het eigenlijk? Is zijn naam Jehovah van wie Mozes, volgens de bijbel, de opdracht kreeg zijn naam als volgt door te geven: “Ik ben die ik ben”. Wij kunnen zeggen: “Dat wat is”, Het zijnde. Volgens de bijbel, Exodus hoofdstuk 20, is het ook een jaloerse of naijverige God. Maar dat kan dan toch niet de hoogste God zijn, want waarom en op wie of wat zou de Allerhoogste, die alles omvat, jaloers zijn. Is de God van Mozes, Jehovah genaamd, een van de lagere goden in de hiërarchie van Goden en is deze de Heer van de natuur, die de gehele of gedeeltelijke kosmos omvat en waarvoor de natuurwet geldt, actie is reactie of oog om oog en tand om tand enz. Van God kunnen wij niet zeggen, Hij is oneindig, want oneindigheid heeft met materie, ruimte en tijd te maken en is een mathematisch begrip. Waar geen materie is, bestaat geen ruimte, tijd, noch oneindigheid. Het gaat ons begrip verre te boven gaat, omdat het denksysteem altijd met grenzen te maken heeft en daardoor gelimiteerd wordt. Wij zeggen wel eens, dat gaat boven mijn pet, oftewel, dat gaat mijn verstand te boven. Dat is zeker hier het geval. Vandaar het gebod, maakt geen gesneden beelden van Mij. Dit geldt op de eerste plaats voor het maken van gedachtebeelden, want voor het tastbaar maken van een beeld moet deze toch eerst in gedachte vorm gekregen hebben. 30 Hetgeen wat wij oneindigheid noemen, wordt in een andere bewustzijnstoestand omvat. Dit wordt in Gedachtethema no. 2 verduidelijkt met Figuur 1 en een beschrijving. 35 40 Het tegenovergestelde van begrenzing is, vormloosheid, zonder begin en eind, zonder een hier of daar zijn. Dat zijn o.a. de eigenschappen die we aan God toeschrijven. Aangezien de stoffelijke kant van de mens begrensd is, kan hij God niet met zijn ogen waarnemen. Hij kan alleen dat waarnemen wat vorm heeft of datgene wat beweegt; zoals licht-en warmtestraling, wind en reuk, enz. enz. Hij kan met zijn zintuigen alleen tegenstellingen waarnemen. Om dichter bij God te komen moeten we woordeloos worden, 148 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-8 inkeren oftewel omkeren naar binnen keren, daar waar het licht vandaan komt en uitstraalt. 5 10 15 20 25 30 35 40 Wat de heilige geschriften betreft schijnt het zo te zijn, dat onze leermeesters, zoals bijvoorbeeld Krishna, Zarathustra, Boeddha, Christus, etc., nooit iets zelf op schrift hebben gesteld, zoals de zogenaamde godgeleerden dat hebben gedaan. (Anders wel een hoogmoedige titel). De reden hiervoor is waarschijnlijk, dat het neerschrijven van het levende woord een vermaterialisering of kristallisatie van het levende woord bewerkstelligt, waardoor het levende woord star en beroofd wordt van zijn gevoelswaarde. Men brengt iets van een hoger naar een lager en aards niveau. Wanneer wij in een gesprek ergens een uitleg van geven, kunnen we nog vragen; “Begrijp je mij?” Bij het niet begrijpen kunnen we onze uitleg verduidelijken. Dat is niet het geval met de geschreven taal. Hoewel dit natuurlijk ten dele waar is in het geval, wanneer de betekenis van het geschrevene, onderwerp van studie is voor mensen die eensgezind met elkaar om de tafel zitten. Wij zien vaak dat geloofsfanatici, fundamentalisten geheten, over de uitleg van een geschreven woord strijden en zich daardoor van elkaar afwenden. Zij zijn op het uiterlijk gericht en besteden aan het innerlijke gevoel geen aandacht en zien de juiste betekenis die achter de woorden schuil gaat niet. Is het verkeerd om bv. bij een kerk aangesloten te zijn? Natuurlijk niet, maar we moeten wel de zaken in het juiste perspectief zien en het verenigen mag niet ontaarde in het verkrijgen van macht en onderdrukking van de vrije wil, wat meestal het geval is. Kweek angst door middel van bijvoorbeeld, donderpreken en men kan macht verkrijgen. Waar blijven dan toch de woorden van liefde en troost, die er voor moet zorgen dat je geen angst meer behoeft te hebben? Wat is geloven? Dat is van iets volledig overtuigd zijn. Dat iets kan iets abstracts zijn, een gedachtebeeld wat met behulp van wilskracht door eenieder verwerkelijkt kan 149 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-9 5 10 15 20 25 30 35 40 worden. Toen Jezus Christus mensen genas, zei hij steeds: Je geloof heeft je genezen” Waar dat geloof ontbrak kon hij klaarblijkelijk ook niets doen. Want net als bij kinderen moeten we in het ongelooflijke kunnen geloven, waardoor de deur voor de levenskrachten geopend blijft en we met die enige eeuwige levensbron verbonden blijven. Redeneren en argumenteren kunnen daarvoor een barrière zijn. Dit is ook de reden dat bovennatuurlijke ervaringen meer bij kinderen en eenvoudige mensen voorkomen. Wanneer ouderen of goed opgeleide mensen iets bovennatuurlijks ondergaan, beginnen zij meestal het te beredeneren met, wat is dat? Zij proberen het verschijnsel in woorden te vervatten waardoor het verschijnsel verdwijnt. Denken in woorden is altijd fragmentarisch en verduistert het hogere onverdeelde inzicht. Stelling God, de Allerhoogste, de Allesomvattende, het Onnoembare, is de bron van al het leven en de som van al het bestaande; het zichtbare en het onzichtbare. In deze som worden alle tegenstellingen opgeheven. Hem verder omschrijven is Hem limiteren. Moeten we de Natuur, zoals wij die waarnemen, zien als de DEMON EST DEUS INVERSUS?; een spiegelbeeld of schaduwbeeld van een God; Jehovah(JHVH)? En wat is een schaduwbeeld? Niets toch. Of is ‘t het kleed der natuur, die van de gevallen engel Lucifer; de Lichtdrager? Wij weten hoeveel stralingsenergie er in materie verborgen zit. Denk ook even aan wat er in het evangelie van Mattheüs(4:8-9) geschreven staat nl. dit: Wederom nam de duivel Hem naar een zeer hoge berg en toonde Hem al de koninkrijken der wereld en heerlijkheid, en zeide tot Hem: Dit alles zal ik u geven, indien Gij u nederwerpt en mij aanbidt. Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg Satan! De Satan kon dit aanbod doen, omdat Hij de overheerser van de materie is. Is de naam Satan(Lucifer de lichtdrager) niet afgeleid van Saturnus de Godheid die doet kristalliseren, heerser van het dierenriemteken Steenbok (21 december tot 21 januari). Vond, symbolisch genomen, in een grot niet de geboorte van 150 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-10 5 10 15 20 25 30 een nieuw leven plaats, voor de christelijke gelovigen, in de persoon van Jezus Christus? Een gebeurtenis die haar gelijkenis vindt in meerdere en nog oudere overleveringen. Vond of vindt in deze grot, gezien als het zwarte gat in de berg van steenkristallen, niet de omkering plaats van de gevallen mens, de verloren zoon ? Is deze rots met daarboven op de steenbok, zoals uitgebeeld in de astrologie, niet een symbool voor ons technisch vernuft, een soort toren van Babylon? Want hoe vernuftig we ook zijn, de mensheid in zijn totaliteit is er niet beter en gezonder van geworden. Wanneer we dat bekijken lijkt de helft van de mensheid, min of meer, ziek naar lichaam en geest te zijn. Over de innerlijke mens, het inwezen, heeft de Satan21 geen zeggenschap, zolang de mens maar geen slaaf van de materie is, maar hoe slaafs zijn we wel? Lees ook eens de beproeving van Job uit het gelijknamige gedeelte in de bijbel, waaruit blijkt dat Satan voor het beproeven van Job, Gods toestemming nodig had. Zijn wij misschien zelf Lucifer en leren wij op ons innerlijk slagveld, waar het wereldse slagveld een uitstraling van is, onszelf daar kennen? Denk hier ook eens aan de betekenis van het slagveld genoemd in de Bhagavad-Gita, Koeroe-Kshetra geheten. Eveneens aan het dal van Josafat(Joël 3:2,12), waar de laatste strijd wordt gestreden of het Harmagedon(Openbaring 16:16). Goed bekeken zijn wij mensen gevangenen in het licht. Ons lichaam bestaat uit allerlei soorten atomen, wat een gekristalliseerde vorm van lichtenergie of stralingsenergie is. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO.2 en No.19) 35 40 Toen Mozes aan Jehovah vroeg Zijn heerlijkheid te tonen zei deze, geen mens kan mijn aangezicht zien en leven. Hij zeide: Zie, bij Mij is een plaats, waar gij op de rots kunt staan: wanneer mijn heerlijkheid voorbijgaat, zal Ik u in de rotsholte zetten en u met mijn hand bedekken, totdat ik ben voorbijgegaan. Dan zal ik mijn hand wegnemen en gij 21 Satan staande voor weerstand of datgene wat weerstand geeft. 151 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-11 5 10 15 20 25 30 35 40 zult Mij van achteren zien, maar mijn aangezicht zal niet gezien worden. Als we bedenken dat we niet eens zonder oogbescherming naar de zon kunnen kijken of tegen de straling kunnen die bij een atoomsplitsing vrijkomt en dit nog niets is vergeleken met wat er aan hoeveelheid energie is opgesloten in al de materie van het heelal, dan hebben wij er geen moeite mee dit te begrijpen. Zie ook eens wat in de bijbel(Exodus 33:18-23) over Jehovah is geschreven. Wanneer we het universum beschouwen, zien we dat daarin enorme krachten werkzaam zijn, zo enorm zelfs, dat wij er geen voorstelling van kunnen maken. Al die zonnenstelsels met zonnen vele malen groter dan onze zon. Al die melkwegstelsels. Al die enorme planeten, waarvan sommige met een zo'n grote massa, dat daarop een speld duizenden kilo’s kan wegen. En dichter bij huis. Denk eens aan de natuurkrachten die wij hier op aarde meemaken en dan leven wij hier op aarde nog op een voor ons lieflijke planeet. In den beginne werd er al een tweeheid of tegenstelling gecreëerd. Aan een zijde of misschien beter in het midden, God de Onkenbare als zijnde, verblijvend in het tijdloze en aan iedere kant daarvan Adam en Eva als de mens die werd gesplitst en die in de loop van de tijd nog verder in een oneindig aantal delen uiteen is gevallen. Een proces dat misschien nog voortgaat; zie maar eens de toename van de wereldbevolking. Is het soms zo,dat God zijn eenheid opoffert door in de mens ten onder te gaan om tot een nieuwe geboorte te komen? Om uiteindelijk weer eenheid te bereiken?. Is het, om aardse termen te gebruiken, een voortdurend proces van slapen en ontwaken? En om maar dicht bij huis te blijven, zou de mens zichzelf bewust zijn wanneer er geen tegendelen en verschillen in de wereld bestonden? (Hoewel! indien we het tijdloze hierbij betrekken, het voor ons verstand onbegrijpelijk is, omdat deze hele geschiedenis in het Nu plaats vindt. Dat houdt dan weer in, dat God onverdeeld blijft). Er staat geschreven: “In Adam zijn we gestorven, maar in Christus worden we opgewekt”. De verloren zoon is dan 152 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-12 5 10 15 20 25 30 35 40 teruggekeerd. In de Adam toestand zijn wij verdeeld geraakt en in de Christus fase raken we vereend. Wat wordt uitgebeeld met het verhaal van het laatste avondmaal. De overgang naar een ander bewustzijnstoestand kan een smartelijk gebeuren zijn, als een mens in doodsnood. Denk eens aan de wanhoopskreet van Christus aan het kruis, toen Hij aan het eind van zijn aardse leven alles moest opofferen. Zelfs zijn persoonlijkheid. We willen hier nog opmerken dat er meerdere en gelijksoortige mythen of verhalen bestaan zoals die van Jezus Christus, bv. die van Osiris/Isis/Horus. Vergelijkende verhalen kwamen alreeds ver voor de geboorte van Jezus Christus voor. Wij denken hierbij op de eerste plaats aan het verhaal van Krishna, onderdeel van de hindoeïstische leer, waarvan de oorsprong wordt geschat op ongeveer 5000 jaar voor de christelijke jaartelling. En die van Gautama-Boedha, ongeveer 600 jaar voor de christelijke jaartelling. Van alledrie: Krishna, Gautama-Boedha en Jezus Christus wordt verteld dat zij afstammen van een koninklijk geslacht. We kunnen ons nu afvragen zijn het mythen of historisch waar gebeurde verhalen. Wanneer we echter weer denken aan de regel van Hermes: Zo boven, Zo beneden, dan kan iets spiritueels vaste vorm hebben aangenomen. We denken daarbij ook aan wat in het Johannes evangelie(1:14)) te vinden is, nl. dit: Het Woord,(De gedachte of ideaal) is vlees(De aardse mens) geworden en heeft onder ons gewoond. Stelling. Alles wat door de mens maar bedacht kan worden, heeft de mogelijk in zich, om een vaste vorm te krijgen op het stoffelijk vlak. De laatste kreet van Christus aan het kruis, toen hij in een blik een overzicht van zijn leven kreeg moet er toch een van twijfel geweest zijn. Zichzelf daarbij afvragend, geef ik nu mijn leven voor wat een illusie kan te zijn geweest. Waar heb ik dat allemaal voor gedaan en toen in wanhoop uitriep: Oh God! waarom hebt U mij verlaten? Oftewel, indien U bestaat, waar bent U dan, nu ik U zo hard nodig heb. Op dat moment voelde Hij zich waarschijnlijk van God en alleman verlaten. Het moet een dramatische crisis 153 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-13 5 10 15 20 25 situatie zijn geweest. Daar, op het middenpunt van het kruis aangekomen, waar de 4 aardse elementen of de 4 wervels of universa als beschreven in Gedachtethema No. 19, samenkomen, vond de omkering plaats. Daar, waar hij als laatste daad zelfs zijn in aardse woorden verpakte ideeën en idealen los moest laten en uitriep: Heer ik heb gedaan wat ik dacht in U naam te moeten doen. Daarna volgde de algehele geestelijke overgave. Zo is het goed. Ik kan aan deze situatie toch niets meer veranderen. Ik laat het verder over aan het lot en wacht af wat er komen gaat. In Uw handen beveel ik mijn geest. Op dat moment scheurde het voorhangsel van de tempel of van het Heilige der Heilige open en kon hij naar binnen blikken. (Matteüs 27:51) Zie ook wat in de inleiding daarover staat geschreven, in betrekking met Jezus Christus en zijn 33 levensjaren, de schedel als vertaling van Golgotha of calva bestaande uit 22 beenderstukken gerelateerd aan de 22ste en laatste letter van het Griekse en Hebreeuwse alfabet Tau met als betekenis kruis. En zoals dit proces van het doorgaan door de dood plaats vindt voor ieder individueel, zo zal dit ook gebeuren voor de mensheid als geheel. Want wat in het klein plaats vindt, vindt zijn gelijkenis ook is het grote. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO.19). 30 35 Het bovenstaande staat niet zo letterlijk in de bijbel, maar er wordt hier geprobeerd de diepere gevoelens en geestelijke pijn te verwoorden die in dit overgangsproces moeten hebben meegespeeld. Respectievelijk, een mens of de toekomstige mensheid in geestelijke barensnood, die al het oude moest of nog zal moeten loslaten. Deze dramatische gebeurtenis behoeft niet zo precies te hebben plaats gevonden. Wij kunnen het zien als een esoterisch 22 lijdensverhaal door wijzen uit de oudheid neergeschreven, waarin een mogelijke bestaande wijze, die wij Jezus Christus noemen is geplaatst, om kennis van het geestelijke proces, die de mensheid heeft te doorlopen, over te brengen. Een ieder mag 22 Een verhaal voor ingewijden, die de achterliggende betekenis daarvan begrijpen en voor diegenen die het zonder meer aan spreekt of daarop resoneren. 154 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-14 5 10 15 20 25 30 35 40 het opvatten zoals hij het zelf wil, letterlijk of figuurlijk, de waarde van het verhaal verandert daar niet door. Over geestelijke nood gesproken. Het komt voor, dat personen die in een bepaald, laat ons zeggen, religieus milieu werden groot gebracht en in dat milieu alles aannamen wat hen werd verteld, daarbij zelf niet denkend over het niet of wel waar zijn daarvan, latere een geestelijke en leidende posities gingen bekleden, waarin zij vaak vanaf de kansel hun geloof met grote overtuigingskracht, gelardeerd met woorden, zoals hel en verdoemenis, predikten. Om de een of andere reden waren er, die plotseling zelf na gingen denken en waarheid gingen zoeken. De twijfel kroop in hun hart. Is het wel waar wat ik jarenlang vol gloed vanaf de kansel al die mensen heb voorgehouden. Er waren er die tot de conclusie kwamen, dat het heel anders in elkaar zat. Jarenlang hadden zij zich te goeder trouw aan een of andere geestelijke stroming toevertrouwd, wat dan nog vaak hun broodwinning werd. Wat moesten zij doen? Kan je indenken hoe groot de geestelijke nood van die mensen moet zijn geweest, wanneer bepaalde overtuigingen moesten worden opgegeven. Vielen zij niet in een zwart gat? En wat te zeggen over hun verantwoordelijkheid en schaamtegevoel ten opzichte van hun volgelingen? Er werd vroeger al gewaarschuwd tegen verdwaasde farizeeërs, waarvan gezegd werd: “Zij binden zware lasten bijeen en leggen die op de schouders der mensen, maar zelf willen zij ze met hun vinger niet verroeren”(Mattheüs 23:4 En wat te denken van die zogenaamde fundamentalisten. Overtuigd zijn van iets is mooi en kan een doel in je leven geven, maar je moet er wel eerst zelf daarover goed hebben nagedacht en zeker wanneer je anderen van jouw ideeën wilt overtuigen. Hierbij moet met enige nadruk nog worden opgemerkt, dat er niets is tegen geloofsgroeperingen, men kan daarin eenheid beoefenen, maar eenieder, waartoe hij ook behoort, moet vrij zijn in zijn denken en vrij zijn van dogma’s. Daarom moeten wij tolerant zijn ten opzichte van andersdenkenden die een andere geloofsrichting aanhangen. Want ook wij 155 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-15 hadden in het milieu van de anders denkenden geboren kunnen worden en velen van ons hadden daarin dan ook zomaar alles 5 10 15 20 25 30 35 40 in goed vertrouwen aangenomen. En denk eens aan ene Jezus Christus die zich niet bezig hield met hokjesgeest. Rijken, armen, tollenaars, hoeren enz., enz., waren voor hem als mensen gelijk. Een gedrag dat precies past in het aquarius tijdperk; het teken van de mens. Ook over wat er in dit geschrift gezegd wordt moet worden nagedacht, spreekt het voor je gevoel aan, resoneer je daarop? Wees vrij in je denken, want aan de andere kant van de aardse scheidslijn is het inzicht hoogstwaarschijnlijk geheel anders dan we ooit maar gedacht kunnen hebben. De DERDE VRAAG. En hoe is het dan mogelijk dat God, in onze ogen, zo’n onvolmaakt wezen als de mens heeft kunnen creëren, die keer op keer in de fout gaat ? Wij kunnen de mens beschouwen als een volmaakt geschapen wezen. Maar hoe zit het dan met de zovele gehandicapten Voor veel gevallen is daar niet zo gemakkelijk een antwoord op te geven, maar wat wij wel weten is,` dat veel van deze afwijkende levensvormen voortkomen uit de gedragingen van ons zelf of onze voorouders. Velen van ons weten nog wel wat het chemisch samengestelde slaapproduct Softenon bij de kinderen veroorzaakte en zo zijn er meer van die gevallen. Wanneer wij de bijsluiters van medicijnen lezen, zien we wat de bijwerkingen van die medicijnen kunnen zijn. De belangrijkste reden waarom wij chemische kunstmatig samengestelde geneesmiddelen gebruiken is, omdat deze gemakkelijker, sneller en goedkoper aangemaakt kunnen worden dan de natuurlijke en daardoor daaraan meer verdiend kan worden. Dan zijn er ook nog menselijke misvormingen die veroorzaakt zijn door geslachtsziektes, syfilis, aids enz. Hoogstwaarschijnlijk zouden virussen en bacteriën geen nadelige gevolgen bij ons kunnen veroorzaken, indien we voor honderd procent geestelijk gezond in overeenstemming met de volmaakte hemelse mens zouden leven. In de natuur ziet men dat gewassen die gezond zijn beter bestand zijn tegen ziektes en insecten, veel natuur- en tuinliefhebbers zullen dit uit eigen ervaring weten. 156 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-16 5 10 15 20 25 30 35 We gaan ervan uit, ondanks de vele gehandicapten in deze wereld, dat het hogere zelf in de mens volmaakt geschapen is en dat hij door vallen en opstaan, ervaring in dit leven moet opdoen om tot kennis en wijsheid te geraken. Dat houdt ook in, dat we door wetenschappelijk onderzoek, alles wat met materie te maken heeft, leren kennen. Analoog hieraan is de baby die door vallen en opstaan leert lopen. Het vallen bij het lopen is een gebrek aan ervaring in zijn evenwichtsgevoel, door oefening legt hij zijn ervaringen vast in zijn persoonlijke computer; zijn hersenen. We kunnen niet zeggen de baby is onvolkomen geschapen, want lichamelijk mankeert hem, in het algemeen gesproken, niets. Maar hoe lang duurt het nog voordat de mensheid door het opdoen van ervaringen volwassen zal zijn geworden? Zijn we dan nog niet aan het eind van een evolutieniveau gekomen? Waarschijnlijk wel, want we kunnen in zekere mate afstand van onszelf nemen en onszelf bekijken. Wij zijn van onszelf bewust, wij hebben een zelfbewustzijn. Wij hebben daarmee ook zoveel kennis en macht gekregen, dat we de gehele zichtbare uitingen van de levende natuur zouden kunnen vernietigen. Wij zouden in betrekking met het voorgaande onszelf af kunnen vragen, in hoeverre zijn wijzelf de gevallen engel Lucifer23 en zodanig gebonden aan materie en in hoeverre mens? Waarschijnlijk bereikte de aardse mens in het evolutieproces24 zijn lichamelijke volmaking toen hij zichzelf bewust werd. Kunnen wij nu zeggen: “Toen was de aardse Adam geschapen” In dat evolutieproces staat de mens nu aan de vooravond van een sprong te maken naar een volgend en hoger bewustzijnsniveau. Deze sprong is alleen mogelijk als hij zich kan vereenzelvigen met zijn naasten. Zijn 6.De Latijnse vertaling van het Griekse phosphoros betekent als zodanig: lichtbrenger, morgenster. Elsevier encyclopedie van de bijbel. 7.Achter het evolutie proces gaat een intelligente sturende kracht schuil. Niets gebeurt zomaar, er is een veroorzaker, velen noemen dat God 157 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-17 5 eigenbelangen kan opofferen ten behoeve van zijn naasten. Zich daarmee bevrijdend van het stoffelijk kruis. Het aardse kruis waaraan de mensenziel genageld zit. Het doorbreken van een behuizing, al ware het een eierschil, om daardoor een wijder en dimensieloos zijn te ondergaan. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 1 en No. 22) 10 15 20 25 30 35 40 Laten we nu eens proberen een antwoord te vinden op de VIERDE VRAAG. En waarom grijpt die God dan niet in bij al de ellende waar de wereld dagelijks mee wordt geconfronteerd? Deze vraag wordt nog het meest gesteld in tijden van grote nood, zoals tijdens de laatste wereldoorlog. Daarin werden enorme en ongelooflijke wreedheden begaan tegen onze medemensen. Zo erg zelfs, dat velen nu nog weigeren het te geloven, omdat zij zich daar geen voorstelling van kunnen maken. Weer anderen verdringen om verschillende reden de gedachten daaraan: zij zouden anders niet normaal verder kunnen leven. In het strijdgewoel kwamen miljoenen soldaten om, vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Wij moeten daarbij in het bijzonder denken aan de strijd die geleverd werd in Rusland. Zwoegende soldaten, de ene keer door de modder en een andere keer in bittere vrieskou en slecht gekleed, dikwijls met lompen aan hun voeten, Daar op dat slagveld bliezen zij hun laatste adem uit of bleven zwaar gewond liggen. Nog meer doden vielen er onder de burgers, door bombardementen etc. Families die uit elkaar gerukt werden en vervolgens naar concentratiekampen werden gestuurd om daar vergast te worden. En werden zij niet vergast, dan kwamen ze wel door te hard werken, met daarbij slechte voeding, te weinig kleding, ziekten en door lichamelijk geweld gebruikt door hun beulen, om het leven. En nog veel ergere dingen zijn er toen gebeurd. De toekomst was voor de slachtoffers meestal uitzichtloos en velen zagen dan ook als enige uitweg de dood. Als we aan dit alles denken vragen we ons toch weer af, hoe was het toentertijd mogelijk, dat de ene mens de ander dit aan kon doen. Het medegevoel moet volkomen afwezig geweest zijn. Na afloop van die oorlog werd er geroepen, dit mag nooit en ten nimmer meer gebeuren. Denk echter maar niet dat de 158 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-18 5 10 15 20 25 30 35 40 mentaliteit van de mensen ten goede veranderd is, want diezelfde duivelse krachten woekeren nog steeds ondergronds of soms zichtbaar bovengronds door. Wij kunnen zeggen, bij vriend en vijand en zij kunnen op ieder moment, zoals bij puisten op een menselijk lichaam, tot uitbarsting komen. Kunnen wij niet ieder dag schreeuwende hordes op de televisie zien, die op bloed belust zijn. En kunnen wijzelf zeggen: “Vader vergeeft het hun, want zij weten niet wat zij doen”, wanneer ons iets is aangedaan? Wanneer we de goede en slechte handelingen zien in deze wereld moeten we ons wel realiseren, dat zichtbare menselijke gebeurtenissen de gevolgen of de optelsommen zijn van al die kleine zaken of gedachten die in onszelf leven. Het zijn uitingen, van een en het hetzelfde lichaam; uiterlijk en innerlijk waartoe wij allen behoren. Daarom moeten we ons goed bewust zijn van onze wijze van denken. Wij moeten daarom ook voorzichtig zijn met oordelen, opdat wijzelf niet als zodanig geoordeeld zullen worden. Wij kunnen natuurlijk wel over handelingen oordelen, maar moeten voorzichtig zijn met een oordeel vellen over een zwakke broeder waar, als een zwakke schakel van het geheel, de slechtheid van de mensheid tot uitbarsting kwam. De onnadenkende mens laten zich te veel manipuleren door de naar macht en geldbeluste geestelijke of economische leiders, de goede uitgezonderd, die ter meerdere glorie van henzelf en de partij hun schaapjes desnoods de afgrond insturen. Wij zouden onszelf af kunnen vragen: kunnen mijn gedachten en daden te allen tijde het daglicht verdragen zonder dat ik mij daarover hoeft te schamen. Kan ik mijzelf wegcijferen ten bate en welzijn van mijn naasten? Dat is waarlijk het doel, zelfoverwinning, waar het in deze wereld helemaal omdraait. Een andere door de gelovigen vaak gestelde vraag wanneer er iets gebeurt wat ze niet zint is: waarom doet God ons dit aan. 159 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-19 5 10 15 20 25 In geval van berusting wordt er gezegd: God heeft gegeven en heeft genomen, zijn naam zijt geprezen. Of God zal dit wel gedaan hebben om ze te straffen voor hun slechte daden. Of, God bestaat niet, anders zou Hij deze natuurrampen niet over ons hebben laten komen. Er zijn te veel geestelijke voorgangers die op een ietwat hautaine manier kunnen vertellen waarom God dit allemaal doet alsof ze iedere dag in conferentie met hun God zijn. Laten we niet alle, in onze ogen, slechte gebeurtenissen afschuiven op een God en laten we zelf de verantwoordelijkheid nemen, afschuiven wordt al te veel gedaan in deze maatschappij en wel van hoog naar laag. Ten slotte is de goddelijke Geest in onszelf. De mogelijkheid om in een zekere mate een keuze te kunnen maken sluit logischerwijs de vrije wil in. Als de mens geen vrije wil had, zou hij ook niet aansprakelijk zijn voor zijn misstappen. De vrije wil wordt echter wel begrensd door de vrije wil van anderen. Het is als in een democratische staat, je bent in zoverre vrij, zolang je daarmee maar niet de belangen van anderen uit het oog verliest. Want hoe meer mensen bij dit democratische systeem betrokken raken, hoe meer regels er komen om zonder aanstoot naast elkaar te kunnen voortleven. De vrije wil wordt daardoor dan toch wel heel erg beperkt. 30 35 40 De vrije wil wordt nog op een andere wijze begrensd en wel door het volgende: Er wordt weleens gezegd, de mens is behept met DE ERFZONDE, (afgeleid uit Romeinen 5). Wat moeten we daaronder verstaan? In het scheppingsverhaal was Adam de eerste mens en toen deze een keuze maakte, kon hij niet in botsing komen met de belangen van anderen. Hij was echt vrij in zijn keuze. Wij als zijn nakomelingen bevinden ons door zijn keuze, door geboorte gebonden, op een weg die leidt naar verdeeldheid en kristallisatie. Een weg die later blijkt niet de goede te zijn geweest. Steeds weer komen we een wegsplitsing tegen, waarbij we slechts een keuze binnen een zeker kader kunnen maken. Een keuze in het kader van de vorige keuze en het ziet er na uit, dat we pas 160 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-20 5 aan het eind van onze weg kunnen zien dat de eerste keuze van Adam fout was en wat dan Dit komt, omdat het ons aan een totaal overzicht ontbreekt. Wij kunnen het begin en het eind van onze weg niet zien en daarom weten we ook niet wat de gevolgen van onze keuze zullen zijn. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 8) 10 15 20 25 De weg die we hebben te gaan kunnen we vergelijken met een logisch diagram, zoals aangegeven in Figuur 1 hierna. De blokjes met “OF” geven deze wegsplitsingen aan. De blokjes met een “EN” geven aan, dat we het met een mens of een idee eens zijn. Bij voorbeeld, een man en een vrouw die samenwerken kunnen een kind verwekken. Er ontstaat dan iets nieuws, maar dit nieuwe is wel gebonden aan een al eerder bepaalde weg. Het diagram laat zien dat de allereerste keuze van Adam uitmonden in een veelvoud van wegen. Er is wel een mogelijkheid in een logisch diagram om alle wegen met elkaar te verbinden met “EN” blokjes. Deze blokjes zijn voor de duidelijk niet overal in ons diagram aangegeven. Zouden alle mensen in hun keuze daarvan gebruik maken, dan waren we weer een complete Adam. Figuur 1 161 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-21 5 10 15 Maar nu maken al die mensen hun eigen keuzen, vaak niet in overeenstemming met die van hun lotgenoten. We zouden ze kunnen vergelijken met stel radertjes die met een verschillende snelheid ten opzichte van elkaar ronddraaien en daardoor niet in elkaar kunnen grijpen. De eenheid ontbreekt. Het materialistische denken belet het bijstellen van de snelheid van deze radertjes. Zouden deze radertjes allemaal de zelfde snelheid hebben, c.q. dezelfde frequentie, dan kon dit wel en werkten dan als een groot geheel. Gelukkig zijn er velen die een dorst hebben naar spirituele kennis en inzicht krijgen hoe alles in elkaar zit. Maar hoe krijgen we nu alles op de goede weg Is daarvoor een kracht nodig die van buiten af een impuls geeft . (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 1) 20 25 30 35 40 Er zijn ook nog mensen die zeggen, al wat er gebeurt is toeval, er is geen oorzakelijk verband tussen al het gebeuren. Einstein zei eens: ”God dobbelt niet”. Met andere woorden, niets is toevallig. Zelfs wanneer men met een dobbelsteen een 6 gooit is dat niet toevallig, want ook dit ligt mathematisch vast, door o.a. de snelheid en de beginstand van de dobbelsteen die gegooid werd. OPMERKING: Het woordje toeval zegt eigenlijk al wat het zou moeten betekenen namelijk, samenvallen, twee zaken die samenkomen of elkaar op een weg kruisen. Voor ons is het een begrip geworden voor een gebeuren zonder oorzakelijk verband. Vaak zien we door de complexiteit van een geval het verband niet tussen oorzaak en gevolg. Toeval zonder oorzaak bestaat niet. Alles staat in een mathematisch verband met elkaar. Wanneer we de uiterlijke natuur bekijken, dan zien we dat deze technisch heel ingenieus in elkaar zit en hebben daar grote bewondering voor. Toch doet deze natuur zich zeer zeker niet goddelijk aan ons voor, om reden dat daarin de wet geldt van eten of gegeten worden en waar je soms ziet dat het ene beest de ander levend uit elkaar scheurt. En over wat de mensen elkaar aandoen zullen we het maar niet hebben. Het ondervinden van pijn hoort bij de natuur, het is een alarmsignaal dat aangeeft dat er iets mis is. Ook de beesten hebben hiermede te maken, ondanks dat er lieden 162 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-22 5 zijn die beweren dat beesten dat anders ervaren. Voor hen de raad, sla de dieren gade en probeer je daarmee te vereenzelvigen. Zo komt ook blijheid en jaloersheid bij dieren voor. Waarom lijden onschuldige dieren die niet die kennis van goed en kwaad hebben . 10 Een antwoord daarop zou kunnen zijn, dat zij op een hoger plan reeds met ons verbonden waren en de basis vormden en nog, voor de evolutionaire ontwikkeling van de mensheid. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 12) 15 20 25 30 In de bijbel, (geschreven door geïnspireerde schrijvers), staat, dat wij in het Paradijs25 de heerschappij hadden over al het levende enz., bij het vertrek uit het Paradijs gingen deze dus ook met ons mee. Hieruit volgt dat wij ook schuldig zijn aan hun lijden. De mensheid daalde daarmee af naar steeds lagere gebieden van de geest en verstarde of kristalliseerde daardoor meer en meer, totdat hij uiteindelijk het contact met het hogere verloor en niet meer wist waar hij vandaan kwam. Ieder mens is nu als ‘n eenzame eilandbewoner. Het verhaal gaat dat de Israëlieten26, waarmee de gehele mensheid mee kan worden bedoeld, door de rode zee trokken. Het was als het gaan over een bewustzijnsdrempel naar een lager bewustzijnstoestand. Zij trokken 40 jaren door de woestijn, de materiële wereld, totdat zij bij een ander water, de Jordaan, kwamen die zij moesten oversteken, om daardoor in 25 (Paradijs schijnt afgeleid te zijn van para dei, wat tegenstelling Gods betekent). 26 Bestaande uit 12 stammen, hoogstwaarschijnlijk de 12 krachten die vanuit verschillende delen vanuit het heelal op ons inwerken. Vroeger werden de plaatsen van die krachtbronnen als herkennings tekens aangegeven door de sterrengroepen die daar in de buurt stonden. De sterrenbeelden hebben echter niets gemeen met die sterrengroepen, zij geven de aard van deze krachtbronnen weer. Door astronomische verschuivingen vallen sterrengroepen en krachtbronnen niet meer geheel samen. In de astronomie hebben deze ster rengroepen nog steeds de naam van die sterrenbeelden, wat in feite niet geheel juist is. 163 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-23 5 10 15 20 25 30 35 40 het beloofde land te komen. Dit moet voor ons dan nog geschieden. Wij zijn nu in de onderste regionen van ons materialistische bestaan gekomen; de 40 jaar in de woestijn. Het getal 40 is als teken voor afgescheidenheid en materie. De tijd waarin we nu leven leggen we zo veel mogelijk informatie op computer chips27(Kristallen) vast. De uitbreiding van onze technische kennis en kunnen zal gepaard gaan met een toename aan voorschriften. Deze toename kan zelfs zodanig zijn, dat er een verstikking door regelgeving optreedt, alsmede de onbeheersbaarheid daarvan, waardoor chaos ontstaat en alle bestaande normen zullen vervagen. Het is als een dam opwerpen tegen het wassende water, maar zonder een andere uitweg zal deze dam vroeg of laat doorbreken, met al de gevolgen die daarmee samenhangen. In Nederland leggen wij dijken aan tegen het water, maar zoals het er nu uitziet zullen we de strijd uiteindelijk verliezen. Maar door de te ondervinden moeilijkheden kan er wel weer iets nieuws en vreugdevols ontstaan. Misschien dat er in Nederland de ontsteking van een nieuw licht plaats kan vinden, mede veroorzaakt door de grote verscheidenheid aan volkeren die samengedrongen zijn op een te klein super laag gelegen gebied en met de gezamenlijke zorgen en gevaren die de wateren ons bieden. Het is als in de chemie, door het samenbrengen van verschillende stoffen kan men nieuwe en hoogwaardige verbindingen maken. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 18) Volgens HET BOEK HENOCH, konden onze verre voorouders nog een bewuste verbinding met de hogere regionen van de geest maken, wat blijkt uit het gesprek van Lamech met zijn vader Methusalem. Wat aangeeft, dat de mensheid steeds verder is afgedaald tot in de onderste regionen van het materialistische bestel. In het verre verleden aan het begin van de mensheid koos hij in volle vrijheid de weg die hij wilde gaan. Wij moeten dan daarom niet een God de schuld geven van iets dat volgens ons verkeerd gaat of wat 27 Zand bestaat hoofdzakelijk uit het element silicium, waaruit computerchips worden gemaakt. 164 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-24 5 10 ons niet zint. We leven in een wereld van actie en reactie, dus op iedere actie volgt daarop vroeg of laat een reactie. Want wij weten het toch beter en we willen niet dat anderen zich met onze zaken bemoeien of kritiek op onze handelwijze hebben. Wij hebben dan ook de beker tot op de bodem te ledigen, wanneer ons ellende overkomt hebben we dit door ons gemeenschappelijk verkeerd gedrag over onszelf afgeroepen. De VIJFDE VRAAG. En als het waar is dat de mens geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis, is God dan wel volmaakt 15 20 25 30 35 40 Het is vrijwel zeker dat velen deze Vijfde vraag van dit gedachtethema niet durven te stellen, laat staan te overdenken. Het wordt al gauw als godslasterlijk of op zijn minst als oneerbiedig ervaren. Maar als we er vanuit gaan dat wij de evoluerende schepselen van hogere machten zijn, dan kunnen we ons ook als kinderen daarvan beschouwen en mogen we deze vragen stellen. Misschien in onze onnozelheid en gebrek aan ervaring en het onvermogen van het hebben van een totaal overzicht van het punt alfa en omega; het verleden t/m de toekomst. Trouwens we zijn zo gemaakt dat we deze vragen kunnen stellen en als de intentie goed is, kan dat geen kwaad zijn. We moeten wel vertrouwen hebben in onze hemelse vader28, om het maar eens op een wat kinderlijke manier te zeggen. Zelfs wij als geestelijk onvolwassen wezens verstoten, normaal gesproken, onze kinderen toch ook niet zomaar wanneer zij in hun onwetendheid of onervarenheid iets fout doen. Zo zal dat op een hoger niveau zeker ook niet gebeuren, daar, waar meer eenheid en begrip heerst. Paulus zei reeds: ”de geest Gods onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods” (1 Kor. 2-10). Voor diegenen die niet zo vrij zijn in hun denken en een angst hebben om op deze manier over hun God of hemelse Vader of oorsprong te filosoferen met als beloning daarmee 28 Misschien is de naam “Allesomvattende” beter op zijn plaats. 165 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-25 5 10 15 20 25 de hel, die moeten de oneindige liefde die ons allen met elkaar kan verbinden, inclusief God, niet uit het oog verliezen, want ondanks dat wij niet altijd direct waarnemen en met ons denkvermogen kunnen begrijpen, maakt alles onderdeel uit van één groot geheel. Wanneer we in onze redenatie een fout zouden maken, wordt het ons, als zijnde kinderen, vergeven. Met vallen en opstaan zullen we leren en uiteindelijk als de verloren zoon/dochter in het huis, waar we oorspronkelijk vandaan kwamen, terugkeren. De vreugde zal onvoorstelbaar groot zijn, want dan zullen we allemaal weer herenigd zijn. Er is een gezegde: “Hoe meer zielen , hoe meer vreugde” en wij weten uit eigen ervaring hoe waar dit is. Er staat ook geschreven: “De waarheid zal je vrijmaken, dat betekent ook vrijheid van denken en angst. Een angst die door veel kerkleiders met hun donderpreken bij de zogenaamde gelovigen erin gehamerd is, want vergeet niet dat vrijheid van denken altijd een gevaar vormt voor totalitaire materialistische systemen en altijd door die duivelse machten verboden werden en nog worden. Wat kunnen wij over de volmaaktheid van de Allerhoogste, de Allesomvattende zeggen? Wij kunnen niet van een volmaakte God spreken als wij de Allerhoogste God daarmee bedoelen, want hij is niet gemaakt maar heeft altijd bestaan. Hij is het zijnde. 30 35 40 Wij beschouwen de alles omvattende abstractie, die we de naam God hebben gegeven, als de God, Schepper van al de bestaande aardse en hemelse hiërarchieën, op allerlei niveaus. Deze hiërarchieën voortgekomen uit dat Ene, staan in een afdalende analogische en mindere omvattende relatie met elkaar, want het geschapene is altijd minder dan de schepper daarvan. Zoals alles wat de mens schept minder is dan hijzelf. De volgende zin uit de Bijbel: “en God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis”, kan de indruk wekken dat God dan iets materieels moet zijn. Met vaste materie wordt dan bedoeld een van buitenaf lijkende onbeweeglijke stof. Wij 166 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-26 5 10 15 20 25 30 35 40 weten dat materie bestaat uit samengebalde energie die in de vorm van atomaire deeltjes volop in beweging is. De wereld is voor ons als de voorstelling van een goochelaar of illusionist die ons wil doen geloven dat de wonderen die hij verricht echt zijn. Wij moeten bedenken dat wat wij in deze wereld waarnemen weleens heel anders zou kunnen zijn dan het zich aan ons voordoet. Het inwezen is met ons driedimensionale denken moeilijk of niet te vatten. In het Hebreeuwse alfabet staat de Jod voor Gods geest. God heeft als een spiegelbeeld van Hemzelf de wereld geschapen en daarin de mens geplaatst als zijn gelijkenis, maar zonder het weten dat Hij heeft, zodat de mens door het leren van zijn ervaringen weer één kan worden met zijn schepper. Wij zouden het zo kunnen zien, de mens is volmaakt geschapen en begint zijn levensweg met een blanco gemoed. Deze levensweg bestaat uit het maken van keuzen. Hij kan de werkelijkheid kiezen of het spiegelbeeld daarvan. Kiest hij het spiegelbeeld, dan blijkt dat naderhand een illusie te zijn geweest, wat wij dan een fout of zonde noemen. Deze verkeerde keuze werd gemaakt door gebrek aan ervaring en inzicht. Maar van je fouten kan je leren. Uiteindelijk gaat het er om wat je bent en wat je doel is. Om die reden bestaat er altijd vergeving voor misstappen. OPMERKING: De mens die we hier op aarde waarnemen, behoeft niet direct door de God geschapen te zijn, het kan ook indirect gedaan zijn via eerder uit de God geëmaneerde Hiërarchieën. Wij hebben in dit gedachtethema alleen de gedachtevoorstellingen over God belicht en geen beschrijving gegeven van de Allerhoogste, omdat deze niet met woorden kan worden omvat. De Allerhoogste werd alreeds in oude tijden het Onnoembare genoemd. Waar wij het over hadden waren schaduw projecties. Zouden wij er iets meer over willen weten, dan zouden we kunnen beginnen iets meer over onszelf te weten proberen te komen. Gods geest woont toch in ons, waarom dan toch God buiten onszelf zoeken. Wat wij God noemen zal hoogstwaarschijnlijk nog het best benaderd kunnen worden door middel van meditatie naar het 167 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-27 5 punt te gaan, waar tegenstellingen zoals vreugde en verdriet niet bestaan en waar vrede heerst; het zgn. Nu punt. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) 10 15 20 25 30 35 40 Jezus zeide: Ik zal jullie onthullen wat geen wat geen oor kan horen, wat geen wat niet kan worden begrepen met Uit het oog kan zien, hand kan voelen, het menselijke verstand. evangelie van Thomas Nog even dit. In de oudheid ziet men dat, de verschillende volkeren een vruchtbaarheidsgodin aanbidden. Zo iets dergelijks zien we ook weer terug in de christelijke leer. In de rooms katholieke kerk zien we bij voorbeeld, dat er tot de heilige Maria, de moeder van Jezus Christus, wordt gebeden en dat een nieuw geboren kind bij de eerste kerkgang aan de maagd Maria wordt opgedragen. Het is een gegeven wat geheel of gedeeltelijk van die oude (heidense) volkeren is overgenomen. Maria is afgeleid van het Latijnse woord mare, wat zee betekend. Het is als ware het vruchtwater waarin de eerste levende cel kon ontstaan en de evolutie daarvan in verschillende en opeenvolgende creaties met aan de top van een piramideachtig systeem, de mens. De oude volkeren zullen het heelal gezien hebben als de baarmoeder van een hemelse vrouw, waarin alles tot ontwikkeling kon komen na een eerste daad, een geestelijke bevruchting, een impuls van iets hogers, iets onaards. In feite ook, een geslachtsloze daad. Vandaar dat er wordt gesproken van de onbevlekte ontvangenis van de maagd Maria, waarin de eerstgeborene tot ontwikkeling kon komen. Wij zien hier de goddelijke driehoek die we steeds in de natuur en religies tegenkomen. Een verbinding in de vorm van Vader, moeder en zoon. In de christelijke leer werd aan de zoon de naam Jezus Christus gegeven. Omdat de mensheid iets tastbaars wilde hebben, iets materieels, is het kosmische proces vertaald naar een aards gebeuren. Dit wil niet zeggen dat zo iets niet op het materiële vlak plaats heeft kunnen vinden. We zeiden reeds eerder in dit gedachtethema, alles kan zijn gelijkenis of herhaling vinden op verschillende bestaansniveaus en wel, in overeenstemming 168 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 10-28 met de regel van Hermes: zo in het groot, zo in het klein. Alsmede, het idee of woord is vlees(materie) geworden. 5 10 Wanneer we aan het einde van dit thema onszelf afvragen, wat hebben wij van het voorgaande opgestoken en wat doen wij ermee? Dan moeten we bedenken dat alles wat wij zien op deze aarde, tijdelijke en creatieve verzinsels zijn van de geest en hebben daarom als zodanig geen eeuwigheidswaarde of het moet zijn om onszelf te leren kennen, meer bewust te worden. Uiteindelijk zal al het aardse weer verdwijnen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) 15 20 25 30 Dat wat wel die eeuwigheidswaarde heeft is, geestelijke liefde, nauw verbonden met gevoel, wat kan worden beschouwd als het samenbindende element van het geheel. Vandaar dat gezegd is, behandel je naasten als jezelf. Daarom, wees goed en eerlijk tegenover een ieder, ook voor dieren en planten etc. Zei Paulus niet zoiets van, bedek alles zoveel mogelijk met de mantel der liefde? Daar behoef je geen lid van een kerkgemeenschap voor te zijn. Neem zelf je verantwoordelijkheid en verval niet in het zogenaamde fundamentalisme, waarvan de aanhangers trachten met alle middelen die maar mogelijk zijn, zelfs met moord en martelingen, hun ideeën aan anderen op te dringen. Deze mensen hebben hun vastigheid gevestigd op starre en materialistische gronden. De vrije denker houdt zich verre van dit soort praktijken, voor hem kunnen ideeën eindeloos gevarieerd zijn. Verder moet je jezelf niets gedachteloos laten aanpraten, want hoe geleerd of machtig je medemens zich aan jou ook voordoet, op geestelijk gebied behoeft hij niets meer of minder te zijn dan jij. Hoewel, van sommigen kan het aardse masker zeer indrukwekkend zijn. 35 40 169 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 11-1 GEDACHTETHEMA NO. 11 5 10 15 20 25 30 35 40 ANIMAAL GEDRAG. Wanneer wij het reilen en zeilen van onze maatschappij bekijken en aan de hand daarvan een prognose voor de toekomst maken, zullen we tot de conclusie komen dat er steeds grotere conflicten zullen ontstaan, omdat we het met elkaar niet eens kunnen zijn en geen water in de wijn willen doen en niets wat van ons zelf is willen afstaan. Wij zullen op deze wijze ongetwijfeld afstevenen op een wereld crisis. Het kan toch niet goed zijn dat steeds meer mensen van deelname aan het arbeidsproces worden uitgesloten, omdat we door onze gezamenlijke creativiteit het mogelijk hebben gemaakt om steeds efficiënter en met steeds minder mankracht te produceren. Geld wat gereedschap had moeten zijn om de ruilhandel te vergemakkelijken, ten bate van de mens, is nu verheven tot doel. Men probeert zoveel mogelijk daarvan te verzamelen, terwijl de mens is verworden tot een stuk gereedschap waarvan men zich ontdoet, indien deze niet meer nodig is. Steeds meer mensen zullen door het buiten spel zetten doelloos worden. De gevolgen zullen zijn, verhoogde criminaliteit en chaos. Wij moeten wel in gedachte houden, dat desoriëntatie van de mensenmassa nodig kan blijken te zijn, om tot iets nieuws te kunnen komen. Het gevaarlijke van zo'n toestand is wel, wie schept orde in de chaos ? Is het een goede of slechte leider ? De mensheid is gelijk een kudde schapen die bereidt is, om diegene te volgen die hen verlost van de chaos en hen een aannemelijk en aantrekkelijk doel voorhoudt. Zoals Hitler deed in de tijd na de eerste wereld oorlog toen Duitsland in zware armoede verkeerde. Conflicten worden in werkelijkheid veroorzaakt door tegenstrijdigheden tussen het innerlijke en uiterlijke deel van de mens. Met het innerlijke wordt het geestelijk deel van de mens bedoeld en met het uiterlijke zijn lichaam met zijn natuurlijke instincten. 170 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 11-2 5 10 15 20 25 30 35 40 In de natuur geldt de wet actie=reactie en nemen wat maar mogelijk is. Wij weten ook dat geldt, hoe groter de massa, des te groter is de aantrekkingskracht daarvan. Ook weten wij, hoe meer men aan aardse goederen heeft des te gemakkelijker het wordt om nog meer daarvan te verkrijgen. Een oud volks volksgezegde luidt dan ook: De duivel schijt op een grote hoop. Dit betekent dat hoe meer geld men bezit, des te gemakkelijker het wordt om daarmee nog meer geld te maken. Zo werkt de natuurwet ook door op andere bestaansniveaus. In de natuur komt het wel voor dat er wordt gegeven, maar alleen dan, wanneer er eigen belang in het spel is. In de natuur geldt op de eerste plaats bescherm jezelf. Dus denk eerst aan jezelf. Op de tweede plaats, help de groep te beschermen waarvan je deel uitmaakt. Dit wordt ook gedaan uit eigen belang. Op de derde plaats zal het kunnen gebeuren, dat men mee moet helpen om alle mensen hier op aarde, alsmede de natuur, te beschermen tegen iets dat ons allen vijandig is. Dit alles is natuurlijk en nodig om het leven in stoffelijke vormen in stand te houden. De conclusie die men hieruit kan trekken is, dat crisissituaties nodig zijn om bewust of onbewust naar een grotere eenheid te groeien. Ook racisme komt voort uit eigen belang en is een natuurlijke reactie. De mens kan echter in de natuur volwassen worden en er bovenuit stijgen, waardoor hij van de boeien der natuur wordt bevrijd. Er wordt tegenwoordig veel over racisme gesproken en wanneer wij de mensen daarover horen praten krijgen wij soms de indruk dat zij niet weten wat dit onderwerp precies inhoudt en wat aan de basis van het racisme ligt, waardoor er steeds weer opnieuw misverstanden ontstaan. Bij sommigen is men al een racist als men zegt: "Hij is zwart of hij is bruin". Of door te zeggen: "Een kenmerk van de semitische volkeren is, dat zij vaak over een grote neus beschikken". Hieruit blijkt dat zij met racisme bedoelen, onderscheid maken tussen de verschillende rassen en de uiterlijke kenmerken daarvan, zoals de verschillen 171 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 11-3 tussen Blanken, Chinezen, Indianen, Indiërs, Joden, Negers enz. enz. 5 10 15 20 25 Wanneer men dit onderwerp wil bespreken, kan men beter allereerst bepalen wat men met racisme bedoelt. Men zou het als volgt kunnen definiëren: Racisme is het uitsluiten van vreemde bevolkingsgroepen tot deelname aan de sociale activiteiten van de bevolkingsgroep waartoe men zelf behoort. Dit komt voort uit een soort meerderwaardigheidsgevoel, op de ander neerkijkend als een inferieur ras of uit angst een verworven positie te verliezen. Dit verschijnsel komt niet alleen voor bij volkeren met uiterlijke kenmerken anders dan de onze, maar ook onderling in een bevolkingsgroep zoals de verschillen in niveaus van de sociale gemeenschap waarin men verkeert. Het kunnen geloofsgemeenschappen zijn, maar ook exclusieve clubs, waardoor men zichzelf beter voelt dan de doorsnee burger. En wanneer iemand tot deze gevestigde gemeenschap kans ziet toe te treden, iemand die er andere gewoontes, zienswijze of uiterlijke kenmerken bezit of iemand die heel sociaal leeft zonder poespas en voor wie iedereen gelijk is, dan wordt dat gezien als een gevaar en een afbrokkeling van de eigen groep waarin men zichzelf veilig voelt en die een gevoel van meerwaarde geeft. Dit is een heel normale en natuurlijke reactie, met de nadruk op natuurlijk, zijnde het animale in de mens. 30 Hierbij moet wel worden opgemerkt, dat deze reactie niet in overeenstemming is met het menselijke in de mens. 35 Deze zelfde natuurlijke reactie ziet men bij de beesten die hun eigen groep met alle middelen proberen te verdedigen tegen vreemde invloeden van buiten. En ook bij de beesten zijn het niet altijd de zichtbare kenmerken die meespelen, maar vaak heel sterk de reuk. Wil men bijvoorbeeld een jong dier vanuit zijn oorspronkelijke nest naar een ander nest 40 172 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 11-4 5 10 15 20 25 30 35 40 brengen, dan moet men er voor zorgen dat het dezelfde geur van zijn nieuwe nest heeft. Men smeert nog weleens dat jong in met de meststof van dit nieuwe nest, dan wil het nog weleens lukken. In de oorlog werden de joden vervolgd om het jood zijn, niet altijd om het uiterlijk, want er is meestal niet veel onderscheid tussen het uiterlijk van joden en niet joden, maar omdat zij tot de joodse gemeenschap behoorden; het uitverkoren volk, waar anderen niet toe behoorden. Wanneer men in de geschiedenis terug kijkt ziet men dat de moeilijkheden die zij vaak ondervonden werden veroorzaakt door hun eigen racisme, een meerderwaardigheidsgevoel, zij hebben de moeilijkheden over zichzelf afgeroepen. Zij beschouwden zich als het uitverkoren volk en ondanks dat zij zich begaven onder andere volken, bleven zij zich in een bepaald opzicht afzijdig daarvan houden door zoveel mogelijk alleen binnen eigen ras te huwen. Dit gaf moeilijkheden omdat het beest, ook het beest in de mens, geen vreemden in zijn nest duldt. Wanneer zij zich als Joodse ras tussen andere volken bevinden en zij willen zich daarmee niet vermengen, kan dit inhouden, dat wanneer de levensvoorwaarde van deze niet Joodse groep in gevaar komt, deze groep zich gaat consolideren, waardoor de eenheid van de groep groter wordt. Deze groep wil, wanneer er spanningen ontstaan, de vreemde elementen in de groep verwijderen en meestal gebeurt dit op een onmenselijke wijze. De moeilijkheden en ellende die zij ondervonden raakten het mens-zijn in ons; onderscheidend van het dierzijn in ons. Als we eerlijk zijn zal een ieder van ons de strijd voelen tussen het dier en de mens in zichzelf. De strijd tussen het beschermen van eigen belang of het medemenselijk zijn en bereid zijn iets van zijn eigen belangen voor het algemeen belang op te offeren. Als het ware de menselijke geest over de grenzen van de lichamelijke begrenzing heengaand en daarmee de hokjes geest uitbannend; dus een ieder als zijn menselijke gelijke 173 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 11-5 5 zien. Dat betekent niet als lichamelijke gelijke zien want daarin is bestaat een grote diversiteit, niet zozeer naar uiterlijkheden en mogelijkheden, maar vooral door gedragingen. Wijsheid en kennis is nodig om juist te kunnen handelen. 10 15 20 Wij moeten goed beseffen dat de natuur egoïstisch is ingesteld. En als we iets willen verkrijgen dan zullen we dit doen op een zo efficiënt mogelijke wijze; dat houdt in, zo weinig mogelijk arbeid verrichten om iets te verkrijgen. Daarom zijn er in de maatschappij zoveel mensen die op slinkse wijze van andere proberen te profiteren en om rechten schreeuwen terwijl je bij dat soort mensen meestal niet met plichten t.o.v. de maatschappij hoeft aan te komen. Het is juist dat soort mensen die de maatschappij verpesten door alleen maar aan zichzelf te denken. Dit soort mensen komt men in alle lagen van de bevolking tegen. En aangezien het ook de grootste schreeuwers zijn (in deze maatschappij geldt de grootste schreeuwers hebben gelijk) zal deze groep de uiteindelijk ondergang van ons sociaal stelsel veroorzaken. 25 30 35 Wat met het bovenstaande bedoeld wordt is, dat men niet te gauw het woord racisme in de mond moet nemen, want eigen verworvenheden mogen verdedigd worden wanneer men ziet dat andere zonder tegenprestaties daarvan willen profiteren; wat wel een natuurlijk neiging is. Want met een slappe houding doet men meer kwaad dan goed. Men kent het gezegde: Al te goed is buurmans gek; wat betekent dat wanneer men te goed is daarvan misbruik wordt gemaakt. Tegenkoppeling zoals dat in de natuur ook voorkomt is op zijn plaats. Dus handelen, begrijpen en medeleven met de ander zoals een volwaardig mens betaamt is juist, maar men moet zich niet laten leiden door napratende niet zelf nadenkende parasiterende schreeuwers. 40 174 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 11-6 5 10 15 20 25 30 35 40 De oorzaak van verdeeldheid moet voor het begin van wat wij de natuur noemen, ontstaan zijn. Ten tijde dat Adam nog in het paradijs leefde. Hij werd daar in een diepe slaap gebracht, waarna een zijde van hem werd genomen om te dienen als zijn tegendeel, de vrouw. De elementen van tegenstellingen waren nu geschapen. En we lezen dan ook in de bijbel over de val van de eerste mens. Adam zal niet de mens geweest zijn zoals wij die nu kennen, maar de som van alle later tot ontplooiing gekomen levende wezens. Inclusief het planten en dierenleven. Waarbij de innerlijke verdeeldheid, wat we de erfzonde zouden kunnen noemen, wordt doorgegeven via de steeds weer splitsende cellen gedurende de gehele evolutie. Wanneer deze innerlijke verdeeldheid niet reeds in de cellen aanwezig was, zouden levenscellen nooit tot splitsing zijn overgaan. Het dood gaan van Adam is te beschouwen als het steeds weer verder splitsen van de oorspronkelijke Adam. Daarom staat er ook geschreven: "in Adam zijn wij gestorven, maar in Christus worden we opgewekt". De leer van Christus is die van liefde en geven welke de eenheid nastreeft, dit in tegenstelling met de natuurwet van nemen en actie = reactie. Wanneer er geen reactie is wordt de actie krachteloos, vandaar vergeld kwaad niet met kwaad. Uit het bovenstaande blijkt dat er in de natuur grenzen worden bepaald, terwijl ze voor het menselijk bewustzijn niet bestaan. Tenzij gebaseerd op basis van vrijwilligheid. De meeste mensen kunnen, mits zij dezelfde ervaring hebben, zich in gedachte goed verplaatsen in de gevoelens van een andere groep en zijn in staat de noden daarvan te begrijpen. Wanneer zij zich vereenzelvigen met deze groep, zijn zei meestal ook in staat iets van zichzelf op te offeren. Wanneer dat geven bepaald blijft bij dat, wat van het individu zelf is, geeft dat geen moeilijkheden. Tot zover kan alleen het opofferen van iets van hemzelf een innerlijk conflict geven. Het wordt echter anders wanneer een individu iets gaat opofferen wat deel uit maakt van de gehele groep waartoe men behoort, want daardoor ontstaat meestal het conflict. 175 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 11-7 5 10 15 20 Laten we niet vergeten dat geven om niets, een onnatuurlijke handeling is. Het probleem is nu, zijn de groepsleden het er mee eens, om door te geven de eigen groep te verzwakken en een andere groep te versterken ? Diegenen die niet willen geven worden dan vaak ten onrechte racisten genoemd omdat deze hun ras vrij willen houden van vreemde invloeden. Om nog eens terug te komen op het jodendom, Mozes heeft dat ongetwijfeld ook voor ogen gehad. Maar zouden wij hem dan een racist noemen? Hij liet bij voorbeeld al diegenen doden die zich met moabitische vrouwen hadden ingelaten; ook hij wilde het ras zuiver en rein houden en voor verderf en verval behoeden. En zoals ten tijde van Mozes de mensheid alleen aan de natuurwet was gebonden zo hoort de tegenwoordige mens zich vrijwillig aan een hogere wet te houden nl. de wet van de L I E F D E. Lichamelijk zijn we gebonden aan de natuurwet maar geestelijk aan die van de liefde en deze twee horen in evenwicht te zijn. Dit wordt symbolisch uitgebeeld door de Davidster, deze bestaat uit twee ineen gestrengelde driehoeken, waarvan de een zijn basis op het aardse- en de andere zijn basis op het spirituele vlak heeft. 25 30 35 In deze tijden ziet men, dat de volkeren zich vermengen uit economische en politieke overwegingen. Wanneer er nu een slechte economische situatie ontstaat die spanningen teweeg brengt, dan zal bij velen het dierlijke in hen de overhand krijgen. Dit zal zich uiten in schelden, elkaar de schuld geven enz. De vermenging van volkeren is een natuurlijk proces het heeft te maken met het gelijk worden. van alles. Bergen vlakken op de duur af en dalen worden gevuld. Men kan dit ook goed waarnemen bij vloeistoffen. Wanneer men tweevloeistoffen neemt, bv. een van zuiver water en de ander bestaande uit een sterke suiker oplossing en deze samen in een vat doet, dan zullen zij zich vermengen totdat de gehele samenstelling homogeen is. 40 176 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 11-8 5 10 15 Scheidt men deze twee vloeistoffen door middel van een membraan waar alleen zuiver water doorheen kan, dan zal het vloeistofniveau aan een kant van het membraan hoger worden. Dit hoogteverschil geeft de zogenaamde osmotische druk aan. Er is een drang in het systeem om de twee vloeistoffen gelijk van samenstelling te maken. In het laatste geval wordt dit begrensd door de osmotische druk en het selecterende membraan, die werkt als een weerstand tegen gelijkmaking. Wanneer men twee metalen mengt of legeert worden de molecuulverbindingen losser, tevens gaat het smeltpunt naar omlaag terwijl de kwaliteit van deze legering beter kan worden. Vermenging van volkeren is een goede zaak wanneer aan beide kanten gestreefd wordt naar volledige integratie. 20 25 In zo'n situatie is eigenlijk een gemeenschappelijke vijand of een gevaarlijke toestand nodig om van de verschillende bevolkingsgroepen een geheel te maken. Dit zou kunnen zijn een natuurramp veroorzaakt door, bv., een neervallende meteoor, die de hele toestand op de aarde zou kunnen veranderen of iets anders in die geest of een samenstel van verschillende noodtoestanden. In ieder geval een toestand die maakt dat de mensen inzien dat zij elkaar nodig hebben en dat niet alleen, maar dat zij zich gaan voelen als een 30 177 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 11-9 grote familie. Dat dit op deze wijze zal gaan is af te leiden uit de principiële werking van chemische processen. 5 10 Processen die weer terug te vinden zijn op verschillende levens niveaus. Gebeuren deze dingen dan zomaar ? Wij mogen aannemen van niet. Alles in de natuur is gericht op vervolmaking en om tot grotere eenheden te komen. Voor de mens is het nodig dat hij deze processen begrijpt, zodat zijn kijk op stof en geest verandert en hij de volmaakte mens wordt die het materialistische slaaf zijn ontgroeit en daardoor een hoger bewustzijn verkrijgt. 15 20 178 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-1 GEDACHTETHEMA NO. 12 5 10 15 20 25 30 35 40 CREATIEVE EVOLUTIE EN DE GAIA-HYPOTHESE Door Darwin kreeg de evolutietheorie op 24 november 1859 met zijn boek, “The Origen of Species by Means of Natural Selection”,(De oorsprong van soorten door middel van natuurlijke selectie), in de westerse wereld bekendheid. Er moet echter wel bij gezegd worden dat het evolutieproces al bij oudere beschavingen bekend was. Daarvoor zijn in oude Indische geschriften bewijzen genoeg voor te vinden. In de westerse wereld werd jarenlang en nu nog, door velen aangenomen dat het leven hier op aarde zich heeft kunnen ontwikkelen, omdat de omstandigheden hiervoor gunstig waren, zoals de juiste temperatuur, de juiste druk, de aanwezigheid van zuurstof enz. enz. Onderzoekingen hebben echter aan het licht gebracht, dat de leefomgeving wordt geschapen en aangepast door het leven zelf. Bij de mens wordt bv. zuurstof in- en koolzuur uitgeademd, maar er zijn manifestaties van het leven waarbij methaan wordt uitgeademd. Denk maar eens aan boerenbedrijven die het methaangas, geproduceerd door de in mest aanwezige bacteriën, opvangen om te gebruiken als brandstof. Of aan de bacteriën die leven bij vulkanen op de zeebodem, waar het water een temperatuur heeft van omstreeks 100C. En wat te zeggen hiervan: In zeer koude streken heeft men plantengroei in het gesteente ontdekt. Men sloeg daar stukken steen door midden en vond daarin minuscuul kleine plantjes. Wat echter de eerste aanzet tot de voor ons zichtbare levensverschijnselen was, is ons niet bekend. Wij komen daar later in dit gedachtethema nog op terug. In 1969 kwam James Lovelock met zijn Gaia-hypothese. Gaia is de Griekse naam voor aarde. In het kort houdt zijn theorie in, dat de aarde met alles wat daarbij hoort kan worden beschouwd als één levend organisme. 179 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-2 5 10 15 20 25 30 35 40 Gaia dan staat dus voor aarde, een belevendigd organisme, waarop allerlei schepselen zich op een biologische wijze konden ontwikkelen. Onderzoek van de natuur toont aan, dat het levende zich niet steeds alleen weer aan de omstandigheden aanpast, maar ook zijn onmiddellijke omgeving naar zijn behoefte wijzigt. Stelling. Het leven kan zich op allerlei manieren uiten en schept daarvoor zijn eigen leefomgeving. Hierop is de Gaia-hypothese gebaseerd. Het houdt in, dat niet alleen de leefomgeving bepalend is voor het ontstaan van leven op aarde, wat in het algemeen wordt aangenomen. Men zegt weleens de mens is de maat van alle dingen, omdat de mens voor te kennen vergelijkingen moet maken. Hij weegt rechts en links of goed en kwaad tegen elkaar af. In feite staat hij daarbij zelf in het midden. Hijzelf is dan de norm van de gulde middenweg. Hij wordt aldus de afwijking van de middennorm bewust. Deze eigenschap heeft hij, omdat God de mens schiep naar zijn beeld en gelijkenis. Dit houdt logischerwijs in, dat de mens ook schept naar zijn beeld en zijn gelijkenis. Wij kunnen dit vergelijken ook andersom toepassen. Daarbij gaan wij dan van onszelf uit en komen dan tot de conclusie, dat zoals wij zijn, een gelijkenis, maar wel verfijnder en volmaakter, op een hoger niveau moet bestaan. Want het geschapene echter kan nooit meer zijn dan zijn schepper. Neem bijvoorbeeld het volgende geval, de mens kan niet in zijn blootje in het noordelijke klimaat leven, daarvoor is het te koud. Wat doet hij ? Hij past zich aan door een bontjas te maken en die aan te trekken. Of nog spectaculairder, hij wilde de maan bezoeken, maar had geen vleugels zoals de vogels, die deze toch alleen maar bij de aanwezigheid van lucht kunnen gebruiken en wat deed hij, hij creëerde een raket als vervoermiddel en de levensatmosfeer daarin. De mens was daartoe in staat, omdat het manifesteren van het leven op die manier werkt. Zoals het leven 180 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-3 is, zo is de mens. En waar in het leven behoefte aan is, daar zal vroeg of laat aan worden voldaan. 5 10 15 20 25 30 35 40 Wij weten uit opgravingen dat veranderingen in de natuur relatief langzaam plaats vinden. Daarbij is vastgesteld dat daar soms honderden miljoenen jaren mee gemoeid waren. De leeftijd van de aarde wordt geschat op ruim 4,6 miljard jaar dit werd vastgesteld door het meten van de reststraling van rotsen en meteorieten. Dit is echter al vast materiaal wat gevormd moet zijn uit afkoelende gassen, waar een niet voor te stellen tijdsduur voor nodig moet zijn geweest. Waarschijnlijk ontstond er eerst waterstof(H2) als allereerste basis bouwstof voor onze kosmos. Vervolgens werd dit, volgens de Big-Bang hypothese als gegeven in gedachtethema no. 19, samengedrukt tot een zwartgat, waarbij de druk en temperatuur tot onvoorstelbare hoogte moet zijn opgelopen. Hierna volgde de Big-Bang, waarbij de zwaardere elementen werden gevormd. Het kunnen meten van reststraling is tevens het bewijs dat het heelal uitzet en dat in een versneld tempo. Wanneer de bewegingen naar het zwarte gat toe zouden zijn geweest, hadden we dat nu niet hebben kunnen meten, omdat stralingsenergie als zodanig ophield te bestaan. Met andere woorden, de straling was toen naar binnen gericht en uiterlijk niet waarneembaar. Voor een goed begrip, wanneer we spreken over geologische tijden, is daar niet het begin van het ontstaan van onze kosmos in vervat. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) De geologische tijden zijn verdeeld in 4 hoofdgroepen: 1. Het precambrium tijdperk, welke begon 4.6 miljard jaar geleden, omvat 4 miljard jaar van de geologische historie; dat is ongeveer 87% van de geologische tijd. 2. Het paleozoïcum duurde van 600 tot 225 miljoen jaar geleden, dat is ruwweg 8% van het geologische tijdperk 3. Het mesozoïcum duurde van 225 tot 65 miljoen jaar geleden, dat is ongeveer 3.5% van het geologische tijdperk. 4. Het kenozoic tijdperk omvat 65 miljoen jaar, slechts 1,5% van het geologische tijd. 181 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-4 Voor een goed overzicht tonen we een diagram. Zie Figuur 1 5 FIGUUR 1 10 15 20 De tijdperken zijn daarin weliswaar scherp afgebakend, maar in werkelijkheid zijn er overgangsgebieden. Tevens zijn de hoofdtijdperken nog onderverdeeld, zoals Devoon, Carboon, Jura, Krijt enz., deze zijn in de figuur niet weergegeven en we gaan daar verder ook niet op in. We zien ook dat de ontwikkelingstijd voor de verfijning van de schepping steeds sneller gaat, waarbij de mens als topstuk(Hoeksteen) van een piramidaal systeem op het laatste moment in zicht komt. Wij zouden het geologische tijdverloop nog het beste uit kunnen beelden met behulp van een spiraal of wervel. Zie figuur 2. Het verschijnsel dat wij zien bij een wervel is, dat naar mate de middellijn kleiner wordt, de 182 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-5 5 omtreksnelheid groter wordt. Met andere woorden, de wervel begint sneller te draaien. Dit kunnen we waarnemen bij windhozen, cyclonen, pirouettes etc. FIGUUR 2 10 15 20 25 Zoals wij zeiden vermeerdert de draaisnelheid van een wervel bij het kleiner worden van de diameter daarvan. Wij zien wat kleiner wordt sneller gaat bewegen. Zo iets zien wij bij voorbeeld bij vogels. Een klein vogeltje beweegt zijn vleugeltjes zeer snel in vergelijking met, bij voorbeeld de langzame vleugelslag van een arend. Hoe groter iets wordt des te langzamer het gaat. Een elektron draait met een relatieve lichtsnelheid van (300.000 km/sec om een kern. De aarde doet er ongeveer 365.25 dagen over, om rond de zon te bewegen en ons zonnestelsel doet er nog langer over, om zijn ronde om het middelpunt van ons melkwegstelsel te maken. Zo zullen de Goden of de groepsgeesten, die grotere eenheden beheersen, er volgens het menselijke tijdschema lang over doen om iets te scheppen, dat in tegenstelling met de mens waar een scheppende handeling relatief snel gebeurd. Wat hebben wij al niet in een vrij korte tijd geschapen: vliegtuigen, treinen, radio’s, televisies, auto’s, computers als een 183 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-6 5 verlengstukken voor onze hersenen, enz., enz. Volgens de regel van Hermes klopt het hier ook weer, wat in het groot gebeurt, gebeurt ook weer in het klein en sneller. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) 10 15 20 25 30 35 Bij de evolutietheorie van Darwin geldt als het belangrijkste punt de natuurlijke selectie, namelijk “De Survival of de Fittest” oftewel de sterkste of beste overleeft. Maar deze is niet volledig. Wij kunnen deze Darwinistische evolutietheorie dan ook maar ten dele vergelijken met die, welke de mens gebruikt voor zijn scheppingen. Het is natuurlijk wel zo en daarin moeten we het met Darwin eens zijn, wanneer een wezen niet of niet meer levensvatbaar is of zich niet goed aanpast, het dood gaat. Hoewel dit vaak bij de mensheid wordt tegengegaan, door zo’n wezen kunstmatig in leven te houden. Dit van de natuur afwijkende gedrag is voor de mens schering en inslag en mogelijk, omdat hij bewust de natuur kan manipuleren. Wat te zeggen over de kunstmatige genetische veranderingen. Zijn inwezen is deze natuur niet en staat in zekere zin los daarvan. De mens is een inwoner van de natuur. Verder gaand, bij de mens wordt een proto type ontworpen, voldoet deze niet aan de verwachtingen, dan wordt deze verbeterd, aangepast of vernietigd en vervangen voor iets geheel nieuws. Denk bv. maar eens aan de ontwikkeling van vliegtuigen, auto’s, enz. Voldoet iets niet, dan wordt dit verbeterd of niet meer geproduceerd. De juistheid van deze evolutietheorie kunnen we aldus in ons eigen handelen vinden. Wat in principe de scheppingswijze in de natuur laat zien. Maar waarom kunnen wij het Darwinistische proces maar ten dele vergelijken met die van onszelf of als waar aannemen? Dat komt, omdat bij het ontwikkelen van nieuwe ontwerpen goed nagedacht moet worden en daar intelligentie voor nodig is, want niet alles valt automatisch op zijn plaats. Trouwens niets is toevallig29, alles heeft een oorzaak. Wanneer we iets ontwerpen moeten wij er goed over 29 Hier wordt het woord gebruikt in de zin van het begrip wat mensen daarvan hebben, nl. iets gebeurd zonder oorzakelijk verband. Het woord zelf echter geeft aan, zaken die naar elkaar toevallen, elkaar raken. 184 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-7 5 10 15 20 25 30 35 40 nadenken hoe we dat moeten doen, in de praktijk blijkt dan later of het werkt naar onze verwachtingen of niet. Ditzelfde blijkt op een hoger geestelijk niveau ook zo te werken en omdat dit vanuit een hoger niveau gebeurt, omvat zo’n schepping een zeer grote tijdspanne. Volgens overleveringen schijnt het leven op aarde ook verscheidene keren vernietigd te zijn. Wij zien in ieder geval dat er achter de gehele schepping een intelligente bewustzijnde creatieve en stuwende kracht bezig is. Om van de werking van deze hogere intelligente krachten overtuigd te raken, is het goed een boek te lezen over de werking van het menselijke lichaam, dan zal blijken hoe ingenieus het lichaam in elkaar zit. Verder is het raadzaam te kijken hoe alles in de natuur reilt en zeilt. We zien dat de manier waarop de mens met zijn creativiteit omspringt, net zo gaat als in het bijbelverhaal wat over de zonen Gods gaat en hem nog verder in de materie inkapselt. Van nature is hij in zijn eigen lichaam werkzaam, maar wanneer de mens bij voorbeeld naar de maan gaat, zit hij ook nog eens in een vervoermiddel of een pak waarmee hij op de maan loopt. Hoe meer hij afdaalt in de materie, des te meer regels of wetten zijn er waaraan hij zich heeft te houden om te overleven. De Russische wijsgeer Ouspensky heeft in zijn boek, "Fragmenten van een oude wijsheid, het volgende daarover geschreven: "Het absolute wat alles omvat heeft één wet. Alle melkwegstelsels vallen onder twee wetten. Alle zonnestelsels vallen onder drie wetten. Alle planeten vallen onder vier wetten. Alle manen vallen onder vijf wetten", enz. Over het inkapselen in de techniek of de materie kan veel meer gezegd en geschreven worden, maar we laten dit over aan de fantasie en intelligentie van de lezer. Er zijn zogenaamde bijbelvaste mensen, fundamentalisten, die niet in evolutie geloven en denken dat God als een soort menselijke tovenaar de aarde met alles er op en er aan, in 6 aardse dagen heeft geschapen, deze mensen moeten zich eens afvragen wat er gebeurde op de vierde dag ? Het antwoord hierop is te vinden in de bijbel, waarin geschreven staat: “Toen werden de zon en de maan geschapen 185 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-8 5 om scheiding te maken tussen dag en nacht”. (Gen. 1:14-19). Velen van hen nemen aan, dat een God eigenhandig de bijbel heeft geschreven. Voor een goed begrip, omdat we nog wel eens stukjes daaruit aanhalen het volgende: de bijbel bestaat uit door mensen verzamelde en samengebonden boeken, die in vroegere tijden door geïnspireerde mensen of wijze lieden zijn geschreven. 10 Maar wat waren dan toch die scheppingsdagen in de bijbel? 15 eerste drie dagen De dagen waarvan men in de Bijbel spreekt zijn scheppingsdagen en die kunnen ieder wel honderden miljoenen oftewel vele miljarden jaren in beslag genomen hebben. Alleen de vorming van de aarde uit hete gassen kunnen alreeds triljoenen30 jaren geduurd hebben. De geschiedenis van de aarde begin voor ons pas, toen deze al een redelijk vaste vorm had aangenomen. 20 25 30 35 40 De bijbel geeft een scheppingsvolgorde aan die met de evolutietheorie en de Gaia-hypothese in overeenstemming is, zie aldus: Wateren werden gescheiden van het land. (Gen. 1:9) De Aarde brengt jong groen en zaadgevend gewas en vruchtbomen voort, enz. (Gen. 1:11) Vervolgens de schepping van levende wezens in de wateren en op de Aarde. (Gen. 1:20) Daarna de mensen die zouden heersen over de Aarde en het levende. (Gen. 1:26) Uit het bovenstaande blijkt, dat de eerste drie dagen zeker niet onze dagen van 24 uur waren, want de zon bestond toen nog niet en dat geldt eveneens voor de andere dagen. Er wordt weleens te gemakkelijk en onnadenkend gezegd, dat alle mensen die de evolutietheorie aanhangen niet in een geestelijke en hogere intelligentie of macht zouden geloven, zo’n uitspraak is niet waar en wordt gedaan door diegenen die zich letterlijk aan bestaande ideeën en materialistische zaken vastklampen, waaraan niet getornd 30 Triljoen = 1018 dus 1 met 18 nullen. 186 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-9 5 10 15 20 25 30 35 mag worden. Zij krijgen anders het gevoel alsof de basis van hun bestaan wordt ondermijnd. Een illusie, want alles hoe langzaam ook verandert in de loop der tijd als een eigenschap van het leven. Er zijn ook mensen die onder evolutie verstaan, het toevallig ontstaan van iets uit het niets; dus het ontstaan van iets zonder een oorzakelijk verband. Tenzij ze met dat niets het onstoffelijke bedoelen, zijn het personen die zelf nooit over dit onderwerp hebben nagedacht en anderen napraten. Uit het niets kan niet iets ontstaan. Evenmin door toeval; in ieder geval het begrip dat wij daarvan hebben. Het volgende is belangrijk genoeg om daar onze aandacht op te vestigen. Het heeft te maken met het bovengenoemde niets of het onstoffelijke. Stelling. Alleen van dat wat beweegt of een beweging in zich heeft(elektronenbeweging, etc.) kan het bestaan wetenschappelijk worden bewezen. Van datgene wat geen externe of interne beweging heeft, kan met meetapparatuur niet worden aangetoond dat het bestaat. Wat wij in feite meten zijn energie wervels en deze hebben ook een oorzaak. Dat houdt in dat er andere bestaansvormen kunnen zijn die buiten ons aards gezichtsgebied vallen. Een iets wat doet bewegen maar zelf onbewogen blijft. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 4) Moeten wij het leven zien als een bewegend bewustzijn, onzichtbaar aanwezig, waarvan de uitingen gelijk rivierbeddingen zijn, welke door de waterstromen; het leven zelf, steeds van vorm veranderen ? Er zijn biologen die onderzoek doen met embryo's om te zien waar het leven begint, maar wanneer men daar goed over nadenkt en een goed intuïtief gevoel heeft, weet men dat leven niet begint maar is. 40 De mens als, verlengstuk van het leven, moduleert met zijn intelligentie zijn omgeving. Hij tracht zijn gedachteconstructies in een zo kort mogelijke tijd te 187 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-10 5 10 verwezenlijken; waarschijnlijk omdat hij een klein stukje van het leven vertegenwoordigt en zijn bestaanscyclus op ons lage niveau relatief kort is. Hij maakt een klein deeltje van het grote geheel uit. Stelling. In het algemeen genomen geldt, dat alle kleine lichamen ten opzichte van de grotere sneller bewegen en waar het kleine samen gaat met veelheid en tijdverkorting, zo gaat het grotere gepaard aan weinig en tijdverruiming. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) 15 20 25 30 35 40 Zo zullen wezens van een hoger niveau voor een bepaalde schepping zeer lange tijdperioden nodig hebben gehad. Op een materialistische niveau gekomen zijnde, willen wij alles in hokjes verdelen en beschouwen wij alles fragmentarisch. De mens, die gezien kan worden als een schepsel waarin het leven met zijn ervaringen in een geconcentreerde vorm aanwezig is, kan daardoor in een relatief korte tijd iets scheppen. Dat in tegenstelling met dat wat gebeurt in het groot. Bij het ontwikkelen van bij voorbeeld, dinosaurussen, zijn honderden miljoenen jaren nodig geweest; opgravingen, onderzoekingen en de bevindingen daaruit hebben dat al genoeg aangetoond. De tijd die nodig was voor de biologisch evolutionaire ontwikkelingen gaat ons verstand bijna te boven en dat is toch weer snel vergeleken met de tijd nodig voor het samenklonteren van alle oorspronkelijke materie elementen zoals waterstof(H2); om hemellichamen te vormen. Het hele evolutie proces, doet zich aan ons voor als een wervel, die steeds sneller gaat draaien, doordat de diameter daarvan, naar het aardse toe gerekend, steeds kleiner wordt. De verschillende windingen van deze spiraal zouden wij kunnen beschouwen als scheppingsniveaus, die spiraalsgewijze een geheel vormt en waar in de grijze oudheid Godennamen aan zijn gegeven. Wij vinden dat ook weer terug in de kabbala. De 4 werelden waarover daarin wordt gesproken zouden we weer terug kunnen vinden in de Big-Bang theorie, nl. de 4 elementaire wervels of minuscule melkwegstelsels. Het schema31 wat in de kabbala wordt 3)Overgenomen uit DE MYSTIEKE KABBALA door Dion Fortune. 188 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-11 5 10 15 20 gegeven, zie figuur 3, laat de afdaling van het bewustzijn zien, aangegeven met rechte lijnen. Die al weerkaatsend van rechts naar links naar beneden toe spiegelbeelden van elkaar vormend. Van positief naar negatief en andersom. De ene illusie na de ander. Wij nemen in plaats van dat strakke schema de wervelvorm. Wanneer we onszelf een plaats daarop geven, zien we aan de overkant daarvan een beweging die tegengesteld lijkt te zijn aan de onze. Een weerspiegeling van onze beweging. Dit komt, omdat we fragmentarisch denken in een deeltjes wereld. Zouden we alles in een groot geheel zien, dan zouden we weten dat de bewegingsrichtingen gelijk aan elkaar zijn. In ons figuur 4, als voorbeeld dus, rechtsom. Deze beweging gaat zo door, totdat het punt onderaan wordt bereikt Daar waar de negatieve en positieve zijde, van de boom van kennis van goed en kwaad, elkaar treffen. Het punt waar de wervelkracht in botsing komt met zijn spiegelbeeld en de beweging omkeert. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19). FIGUUR 3 25 189 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-12 5 10 Het zal zo zijn, hoe hoger het geestelijke niveau, hoe minder Goden er zijn. Hoe hoger, hoe minder verdeeldheid. Tot dat aan de top het allesomvattende overblijft. Wij Behoren hoogstwaarschijnlijk tot een groepsgeest die zich meer en meer splitst, totdat er geen gezamenlijke groepsgeest meer bestaat. Het gaat er nu om, zijn wij bereid om ons vrijwillig met elkaar te verbinden. Zijn wij volwassen genoeg om eigen verantwoordelijkheid te nemen? Kunnen en durven wij zelfstandig te denken? (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) 15 20 FIGUUR 4 Hoewel de spiraal een geheel is kunnen zich daarin verdikkingen voordoen, veroorzaakt door spanningsverschillen, die de oorzaak kunnen zijn dat er veranderingen(mutaties) in scheppingen optreden. Door 190 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-13 5 10 15 20 spanningsverschillen kan zich soms een nieuw verschijnsel voordoen. Wij denken hierbij als voorbeeld aan het spanningsverschil over een gloeidraad van een lamp waardoor lichtstraling ontstaat. En wat te denken van de spanningsopbouw tussen man en vrouw, waarvan de ontlading een nieuwe geboorte tot gevolg kan hebben. Nu we toch aan het vergelijken zijn, wat in feite de strekking is van alle gedachtethema’s in dit boekwerk, zullen we het spannings-en ontspanningsproces laten zien middels een elektronisch circuit, zie daarvoor Figuur 5. Dit figuur toont de principiële werking die zijn gelijkenis o.a. vindt in de geslachtelijke gemeenschap. Door nu een magneetstaaf in een spoel heen en weer te bewegen wordt een spanningsflux opgewekt, waardoor in het circuit een wisselstroom ontstaat. De hoogte van de spanningsflux hangt af van de snelheid waarmee de staaf heen en weer wordt bewogen. Van deze wisselstroom wordt door de gelijkrichter gelijkstroom gemaakt. De dioden in de gelijkrichter zorgen ervoor, dat de elektrische stroom maar in een richting kan gaan en in de tegenovergestelde richting wordt geblokkeerd. 25 FIGUUR 5 30 Omdat aan een kant van de condensator elektronen worden onttrokken en aan de andere kant worden toegevoerd, ontstaat er tussen deze twee kanten van de condensator een spanningsverschil. Deze loopt tot een bepaalde waarde op, 191 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-14 5 10 15 20 25 waarna de zenerdiode die eerst een barrière vormde tussen de min en plus kant van de condensator doorbreekt, daardoor kunnen de elektronen als een lawine naar min zijde van de condensator stromen en de spanning tussen de twee zijden gelijk maken. Om dit zichtbaar te maken kunnen we een flitslampje na de zenerdiode monteren, de elektronenstroom zal dan dit lampje doen oplichten, zoals dit ook gebeurt in een fotoflitscamera. In de plaats van het flitslampje kunnen we ook een elektrisch kraantje plaatsen die dan bij bekrachtiging voortplantingsvloeistof injecteert. Dit systeem werkt met elektromagnetische krachten. Wij kunnen dit systeem ook op een lager niveau uitbeelden. Zie figuur 6. Wij nemen dan in plaats van elektronen water. Met een zuiger wordt water uit een reservoir gezogen en in een verzamelvat geperst. De vloeistof in het verzamelvat stijgt tot aan niveau (A), waarna door het heveleffect het vat weer geheel leeg stroomt in het reservoir, totdat het niveau (B) in het vat bereikt is en het gehele proces zich weer kan herhalen. FIGUUR 6 192 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-15 5 10 15 20 25 30 35 40 Het reservoir en het verzamelvat vervullen hier dezelfde functie als de condensator in het elektronische circuit van figuur 5, terwijl de terugstortbuis kan worden gezien als de zenerdiode daarin. De klepjes in de zuigercilinder fungeren als gelijkrichters. Klepje (C) gaat open en klepje (D) gaat dicht bij het aanzuigen. Bij het persen gebeurt het tegenovergestelde. Om de vloeistofstroom zichtbaar te maken, kunnen we hier in plaats van de flitslamp in figuur 5 een watermetertje plaatsen, dat door een waterstroom zal gaan draaien. We kunnen zien uit bovenstaande voorbeelden, dat door een vibrerende- of wisselspanning gelijk te richten deze energie kan worden opgeslagen, die dan later ten behoeve van allerlei zaken kan worden gebruikt. Bv., door een lampje te laten branden of een schoepenrad te laten draaien. Wanneer we al het leven wat in de natuur ons voor ogen komt proberen te ontrafelen, dan moeten we wel tot de conclusie komen, dat er een intelligent macht bezig is allerlei zaken te bedenken om wat hij creëert en dat heeft te strijden met de door anderen gecreëerde schepselen, te laten overleven. Wat dan gelijk de overtuiging geeft, dat er meerdere intelligente machten moeten zijn, die ieder voor zich bezig is de belangen van zijn eigen schepselen te behartigen. De mens is daarbij spiritueel gezien nog niet geheel volwassen en is nog te vaak de speelbal van hogere machten, waarin de ene groep of ras de ander bestrijdt. Hoewel, de mens begint dit spel met gebruikmaking van zijn intelligentie mee te spelen. Zo vindt hij bestrijdingsmiddelen uit, om zijn voedsel veilig te stellen. Hij maakt gebruik van vaccins om bacteriën en virussen te bestrijden etc. etc. Het is zoals wij als sport robots tegen elkaar laten uitkomen en waar de slimste robot overwint ter glorie en vreugde van zijn ontwerper. Hetzelfde zien we bij computerspelletjes. Wanneer we de natuur bekijken zien we dat daarin overal strijd wordt geleverd en dat dikwijl op de wreedste wijze. De creaties worden ontworpen om andere soorten te doden. Zelfs vredige dieren zoals schapen; zij eten gras en bloemetjes, wat ook een vorm van leven is. Zo zit de natuur in elkaar. Gebouwd 193 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-16 5 10 15 20 om te doden. Het kleine is keer op keer ondergeschikt aan het grotere en machtigere. Wij zien in de natuur de zichtbare elementen van de groepsgeesten in de natuur bloot staan aan de dreiging van andere groepsgeestelementen in de vorm van planten, dieren enz. Zo’n groepsgeest zal voortdurend iets verzinnen om zijn, de voor ons zichtbare ledematen, te beschermen door een antwoord op een bedreiging te verzinnen. Om overtuigd te raken dat de schepping doelbewust plaats vindt en geen aaneenschakeling van toevalligheden is, moeten we de natuur bestuderen. Denk eens na, als er geen geslachtelijk orgasme zou bestaan, zouden we ons dan nog voortplanten? Hier zijn met intelligentie, twee zaken gecombineerd om dit te bewerkstelligen en de mens is daar in zekere zin een gewillige dienaar bij. Wat wij ook zien, zijn groepen die samenwerkingsverbanden met elkaar hebben. Bij voorbeeld, bijen met bloemen die in symbiose met elkaar leven. Zij krijgen nectar voor het bestuiven van de bloemen. Kijk ook eens hoe zij hun honingraten maken, of naar de spinnen die op meesterlijke wijze hun webben fabriceren. 25 30 35 40 Zo legt een sluipwesp een “worstkelder” van rupsen of maden aan. De laatste rups legt zij onder de door haar opgehangen ei. De draad waarmee dit aan de zolder bevestigd is breekt wanneer de embryo zich beweegt. De made valt op de rups, eet deze op en wordt hierdoor sterk genoeg om de overige rupsen op te halen. Een ander geval, De houtwesp ziet kans een larve te vinden die achter de schors van een boom verborgen zit, zij steekt met haar angel door de schors precies in het zenuwcentrum van de larf en verlamt het zodanig, dat het bewegingsapparaat daardoor wordt uitgeschakeld. Vervolgens steekt zij nogmaals in de larf, maar ditmaal in het vetlichaam en legt daar haar ei, waaruit zich een wespenmade ontwikkelt. Deze made begint met de minst belangrijke organen van de larf of rups op te eten, waarbij de larf tot aan het eind toe blijft leven, daarmede de made levend voedsel verschaffend. 194 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-17 5 10 15 20 25 30 35 40 Nog een geval, Bladrollers maken voor hun kinderen “puntzakken” uit bladeren. Het patroon wordt wiskundig zuiver uitgeknipt, waarna de zak wordt dichtgeplakt Hij snijdt het blad tweemaal aan, van de rand naar het midden, zonder daarbij de hoofdnerf te beschadigen waarmee het blad aan de stengel vastzit. De sneden zijn zo toegebracht dat er twee lappen ontstaan, die tot een zakje ineengerold kunnen worden. Om te zorgen dat het niet door kan groeien en de buidel kan doen scheuren, bijt hij tot slot een rij gaatjes in de nerf, zodat deze wel behouden blijft doch het voedende sap er uit vloeit. Volgens de geometrische analyse, voert de kever de beste sneden uit die men maar kan wensen. Zo zijn er nog vele voorbeelden te geven. Wij kunnen niet zeggen dat overleven alleen door natuurlijke selectie gebeurd. Er zijn ervaringen die niet via erfelijkheidsdeeltjes doorgegeven worden omdat van het slachtoffer met zijn momentele dodelijke ervaring het leven eindigt. Hun instinct volgend, voeren zij hun opgedragen handelingen uit en verdwijnen. Het blijkt dat zij niet achterom kijken en een soort wetenschap krijgen van ik heb nu iets verkeerd gedaan, de volgende keer moet ik het anders doen. Deze wetenschap kan wel op een hoger plan aanwezig zijn. Het is gebleken, dat wanneer een wezen wordt gedood al zijn ervaringen reeds doorgegeven moeten zijn aan de groepsgeest, die daar adequaat op kan reageren met beschermde maatregelen, bijvoorbeeld door zijn schepselen te voorzien van klauwen, stekels, angels, schutkleuren, slagtanden, vermommingen als wandelende takken of bladeren enz. enz., om zijn aardse ledematen te beveiligen. Wanneer dit niet zo was, was de oorzaak van het overlijden gelijk met het gedodende ten grave gedragen. De gegevens konden niet door middel van zijn genen worden overgedragen. Belangstellenden in dit onderwerp moeten maar eens een boekje lezen, wat het verschijnsel mimicry behandelt. Het reageren met beschermende maatregelen vraagt echter een langere tijd, dan die de mens nodig zou hebben. Dit komt omdat bij de mens de tijd sneller verloopt, zoals hiervoor reeds duidelijk gemaakt. 195 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-18 5 10 15 20 25 30 35 40 Achter deze handelingen blijken intelligenties te staan. Dr. Fritz Kahn schrijft daarover in zijn boek “Het wonder der natuur”, waaruit we een paar voorbeeldjes hebben genomen: Wanneer we niet met onze menselijke slimheid in de natuurlijke gang van zaken ingrijpen, verschijnt het instinct als een eigenschap, die de grenzen van het menselijke verstand verre overschrijdt, zodat het dier niet als de bezitter van die eigenschap optreedt, doch als haar werktuig. En dat is nu juist wat we in dit gedachtethema onder ogen willen brengen, dat wat wij zo gemakkelijk kunnen waarnemen bij levende schepselen, uitingen zijn van intelligenties op een hoger niveau, waarvan de werktuigen de ledematen van diverse schepselen zijn. Deze intelligente scheppende machten worden sinds oudsher Goden genoemd. Er schijnen Goden geweest te zijn die zo van hun schepping bezeten waren dat zij zich daarin verplaatsten, zich daarmee verenigden. Is dat de reden dat de mens over goddelijke intelligentie beschikt. De God in de mens? Lees maar eens wat de ouden daarover schreven. Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. En de Here zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven, nu zij zich misgaan hebben; hij is vlees; zijn dagen zullen honderd twintig jaar zijn enz. (Genesis 6:1-4) Soorten behoren ook ieder tot een groepsgeest, terwijl de groepsgeesten van de verschillende bomen waarschijnlijk gezamenlijk onder een groepsgeest vallen. Schepselen of levende zielen blijven continu verbinding houden met hun groepsgeest. Onder groepsgeest verstaan we dan de gezamenlijke geest van bij voorbeeld, paarden dus de paardengroepsgeest. Zo is er ook een groepsgeest van de ezels. Maar er is er geen voor muilezels; wat een kruising is van een ezel en een paard. De muilezel behoort noch bij de 196 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-19 een noch bij de ander, zij kunnen zich daarom niet als muilezel voortplanten. 5 10 15 20 25 We kunnen ons nu afvragen, valt de mens onder een bepaalde groepsgeest of zijn wij zo ver geïndividualiseerd dat dit niet meer zo is. Wat we wel zien is, dat zeer hechte gemeenschappen bestaan, waar een vreemde maar moeilijk kan integreren en wel vaker bij de minder ontwikkelde groepen. Waarschijnlijk gaat onze ontwikkeling in de richting naar een totale individuele verantwoordelijkheid en vrijwillige samenwerking. Wij zouden de ontwikkeling van de mensheid kunnen weergeven in de vorm van een boom, waarbij de bloemen contact kunnen maken met de buitenwereld; de bloem stelt dan de volwassen mens voor. Op de stam zijn alle prototypen van de verschillende evolutiefasen aangegeven met de daarbij behorenden zijtakken en met een diversiteit aan scheppingsmodellen, die voor het merendeel blijven bestaan, als voedsel voor de hoger geëvolueerden. Of we kunnen de ontwikkeling weergeven in de vorm van een piramide met als basis de eenvoudige levensvormen. Zouden we deze basis door onoordeelkundig gebruik vernietigen dan zal deze structuur ineenstorten ten nadele van onze eigen ontwikkeling. Wat zou er gebeuren met de zuurstofproductie van de zee, wanneer deze vergiftigd zou worden en de algen zouden sterven? 30 35 De mens kan door zijn levenservaring, dus met vallen en opstaan, het leven leren begrijpen en kan daardoor geestelijk boven de materie uit stijgen en meesterschap over het stoffelijke verwerven. Het is een weg naar volwassenheid, zoals ook een baby volwassen wordt door vallen en opstaan. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 10) 40 We behoren de gehele kosmos te zien als een levend organisme. En zoals wij dit op onze aarde kunnen zien, probeert dit leven zich te uiten in ontelbare vormen. Het is gelijk een boom die in de lente zijn knoppen doet openbarsten om zich te ontplooien. 197 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-20 5 10 15 20 25 30 35 40 Zou het kunnen zijn dat het menselijk bewustzijn het gehele Big-Bang proces volgt en daarmee groeit tot een allesomvattende bewustzijnsvorm? Allereerst wordt dan ervaring opgedaan in de elementen, in moleculen. Vervolgens evoluerend via samengestelde groepen van elementen en moleculen naar levende celgroeperingen. Om uiteindelijk te komen van dier tot mens. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 16, Fig. 1,2 en 3) Daar aan de top staat de mens dan als de som van al het voorgaande. Daar gekomen zijnde door de stuwende intelligente levensenergie die het evolutieproces bewerkstelligde. Dat is dan ook de reden, dat hij al wat zich onder hem in de hiërarchische structuur bevindt kan leren kennen of herkennen, doordat de gegevens van hele evolutieproces die hijzelf heeft doorlopen als informatie in hemzelf opgeslagen ligt. Door het verkrijgen van steeds meer kennis daarvan en ook doordat hij meer en meer in deze structuur kan ingrijpen en veranderen, draagt hij steeds meer verantwoordelijkheid daarvoor. De bouwgegevens voor een lichaam zijn opgeslagen in het erfelijkheidsmateriaal; de genen. Deze zitten aaneengeregen als kettingen. Ieder gen heeft zijn specifieke kenmerken en plaats op de chromosoomketen. Het geheel vormt het DNA patroon, wat voor ieder wezen iets kan verschillen als bij vingerafdrukken. Het blijkt dat er in de opbouw van een specifiek gen, bv. die van het oog, er geen wezenlijk verschil zit met die van andere levende wezens. Zo is er een proef gedaan met een muis en een fruitvliegje. Daarvan werd het gen, wat de oogfunctie moest verzorgen, onderling verwisseld. De uitkomst was, dat beide bij hun geboorte normale ogen kregen. Tevens volgde uit meerdere proeven, dat alle wezens dezelfde wortel hebben. Alleen is er een verschil in aantal en combinaties daarvan. Deze verschillen hebben in grote trekken te maken met de te verrichten functies van die wezens en daarbij speelt natuurlijk ook het evolutieniveau een rol. 198 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-21 5 10 15 20 25 En nu zullen we een belangrijk punt aanroeren en dit speciaal nog voor diegenen die niet in een oorzakelijk verband geloven, maar wel in toevalligheden. Wanneer we naar de verrichtingen van de mens kijken zien we dat hij kan sleutelen aan erfelijkheidsstructuur. Hij kan de goede eigenschappen van verschillende gewassen combineren, waardoor deze meer bestand zijn tegen bepaalde ziektes of een grotere opbrengst opleveren. Zo is er van een vis een gen genomen die zorgde dat die vis lichtgevend was. Dit gen werd in een muis aangebracht. Het resultaat was een lichtgevende muis. Wij zullen het hier niet hebben of dat ethisch verantwoord was. We zullen maar denken dit hoort ook bij het leerproces van de mens. Zijn deze handelingen nu toeval. Neen, de mens doet dit bewust, met gebruikmaking van zijn intelligentie en een doel. Er is nu iets nieuws en niet zonder oorzakelijk verband geschapen. Wij kunnen de mens gaan zien, als iemand in een garage die daar gebogen over zijn lichaam staat te sleutelen, om deze te verbeteren als zijn voertuig in deze wereld. Dat kan de mens, omdat hij afstand kan nemen van zichzelf en zien wat zijn plaats en rol is in deze wereld. Wij zijn dus niet onlosmakelijk aan ons lichaam gebonden. De meeste mensen denken van wel en dat komt, omdat ze geleerd hebben alleen van het verstand gebruik te maken. Maar er is meer en dat is de reden dat we dit kunnen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3) 30 35 40 Zoals het leven voor zichzelf een toestand voor ontplooiing kan scheppen, als beschreven hiervoor, evenzo kan de mens daarbij een hulp zijn. Hij is toch zelf een uitdrukking van dit leven. Denk hierbij aan kleding en behuizing als bescherming tegen de natuur, het vervoer te land, te water en in de lucht, het onderhouden van een voedselstroom in zulk grote hoeveelheden voor zovele mensen, de fabrieken die daarvoor nodig zijn, enz., enz. Wanneer dit voor de mens onmogelijk was om te doen, dan was hij evenals de verschillende soorten saurussen en andere vroeger verdwenen creaties waarschijnlijk reeds al lang uitgestorven; in ieder geval in deze streken. Hij heeft dus in zekere mate al meesterschap over de stof gekregen. Door het verkrijgen van meer meesterschap zal hij ook zijn 199 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 12-22 5 10 15 20 25 30 verantwoording ten opzichte van de natuur bewust moeten worden. Het egocentrisch denken zal plaats moeten maken voor een ruimer en alles omvattend denken en dat van een altruïstische aard zal horen te zijn, als zijnde de complete mensheid. Uiteindelijk is hij dan klaar om bewust te worden, een deel van het grote niet aan stof gebonden bewustzijn te zijn; het leven zelf. Dat is de volgende stap in het evolutieproces; wat ook wel het Christus of Kosmisch bewustzijn wordt genoemd. Tijd zoals wij die kennen bestaat niet meer. De tijdcirkel is gerond. De wervel is een cirkel geworden, de rust is weer teruggekeerd. De mogelijke verhouding Phi van de scheppingswervel is Pi geworden. Christus zei: “Ik ben de alfa en de Omega”; het begin en het einde. Dood en ziekten zullen dan ophouden voor hem te bestaan, omdat begrenzingen wegvallen. De mens of de mensheid als geheel, heeft het culminatiepunt, het punt Omega, van zijn aardse ontwikkeling bereikt, de VERLOSSING van het aardse vindt plaats. En de Here God zeide: “Zie de mens is geworden als Onze een door de kennis van Goed en Kwaad”. Door verschillen leren we kennen en worden wij deze wereld bewust. Verschillen ontstaan door creatief bezig te zijn, met andere woorden door onze scheppingen. Door verschillen ontstaan er spanningen. En als we onszelf nu afvragen: Wie ben ik, kan het antwoord het omgekeerde van de vraag zijn, nl. Ik ben wie. Met een verwijzing naar Jehovah’s naam, Ik ben die ik ben en die is en die altijd zal zijn. 35 200 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 13-1 GEDACHTETHEMA NO. 13 5 10 15 20 25 30 35 40 PROGRAMEREN EN OPSLAAN Wanneer een mens geboren wordt ligt er in het menselijk brein reeds een programma opgeslagen om het mogelijk te maken dat de hoogstnodige lichamelijke handelingen automatisch functioneren; zoals lichaamstemperatuur, bloeddruk, hartfunctie, spijsvertering enz. Andere handelingen, zoals ademhaling, herkenning door zien, ruiken, het bewegen der ledematen en spreken, wat met bewustwording te maken heeft, moeten nog worden aangeleerd, d.w.z. moet met behulp van de hersenen worden geprogrammeerd en daarin opgeslagen. Een baby heeft nog niet het denkvermogen van volwassenen, die hoofdzakelijk in woorden denken. Meestal zijn de volwassenen zich daarvan niet eens bewust. Een pasgeboren kind kan nog niet denken in woorden en beelden, dat moet hij eerst aanleren. We moeten het zo zien, in een baby is een intelligente entiteit werkzaam, die zich van de baby hersenen leert te bedienen en daarmee zijn ervaringen opdoet en opslaat om deze later weer te kunnen gebruiken. Hij moet de hersenen, alsof het een computer is, nog leren te gebruiken. Een van de communicatieattributen, waarover een baby in deze wereld de beschikking heeft, is het gevoel. Door het gevoel komt de baby te weten dat hij een lichaam heeft. Voelt iets aangenaam of onaangenaam aan dan begint een baby, resp. te lachen of te huilen; praten kan de baby nog niet. Een van de eerste lichamelijke handelingen die een baby moet leren is, regelmatig ademhalen. Vele ouders zullen hebben opgemerkt, dat in de eerste tijd na de geboorte de ademhaling van het kind zeer onregelmatig is. Na enige tijd is het ademhalingsritme in zijn hersenen vastgelegd. Men zou ook kunnen zeggen, de hersenen zijn daarvoor geprogrammeerd. Het ademhalen gaat nu automatisch en het kind zal van nu af aan meestal onbewust ademhalen. Het is de eerste bewuste handeling waarmee de pasgeborene mee te 201 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 13-2 5 10 15 20 25 30 35 40 maken krijgt. En die een basis is voor zijn verdere leven. Heeft men op latere leeftijd een onzeker gevoel of heeft men het gevoel dat men op een wankele bodem staat, wat betreft geest of gezondheid, dan kan het geen kwaad om op de juiste wijze aandacht aan de ademhaling te besteden. Het is niet beslist noodzakelijk dat men een of andere goeroe als leermeester neemt. Een baby heeft dat toch ook niet. Zijn leermeester is zijn gevoel wat in nauw contact staat met zijn innerlijk. In de yoga leer komt je vaak een ademhalingstechniek tegen die onnatuurlijk is, namelijk deze: een aantal tellen inademen, vervolgens de adem enige tellen inhouden en dan enige tellen uitademen. Dit is een onnatuurlijke manier van ademhalen. Want ga eens rustig zitten. Adem eens diep uit. Men krijgt nu de behoefte om diep in te ademen en wanneer de longen gevuld zijn begint men gelijk weer met uitademen. Alleen wanneer je uitgeademd hebt kan je soms enige tellen rust waarnemen. Een gevaar van een verkeerde ademhalingstechniek is, dat er een kans bestaat dat je een nieuw soort ademhalingsritme aanleert welke in conflict kan komen met die, welke je als baby hebt aangeleerd. Hierdoor kunnen ademhalingsmoeilijkheden ontstaan, omdat er nu twee soorten van ademhalingsritmes in de hersenen zijn opgeslagen; met andere woorden daarin zijn geprogrammeerd. Het onderbewustzijn weet nu niet goed te kiezen uit deze twee. Het is beter om eens rustig te gaan zitten of liggen en te leren de ademhaling naar behoefte zijn eigen gang te laten gaan. Men zal merken dat in het begin de ademhaling wat onregelmatig kan zijn, maar naar enige tijd zal deze in een rustgevende cadans komen; verkwikkend voor geest en lichaam. Je moet dit leerproces nu zoveel mogelijk aan het lichaam overlaten en dit hele proces als een aandachtige toeschouwer gadeslaan. Er zijn zovele zaken die de mens de natuur heeft ontnomen en die hij beter aan de natuur had kunnen overlaten. Steeds denkt de mens het beter te weten dan de natuur. 202 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 13-3 5 10 15 Terugkomend op het leerproces van het kind, wanneer dan zijn ademhaling geregeld is zal de baby zijn aandacht meer op andere zaken kunnen concentreren. Bij het voeden ziet de baby het beeld van zijn moeder en voelt haar warmte en een van de eerste woorden die hij zal leren zal zijn Mama ! dat gekoppeld wordt aan mama's beeld. Zo worden er steeds meer dingen geleerd die min of meer met klank en beeld aan elkaar gekoppeld zijn. Wanneer later iets in de herinnering moet worden teruggeroepen, zal er een zoek acties gestart worden die begint met het woord en beeld mama en hoe meer associaties in het verleden zijn gemaakt met het op te zoeken onderwerp, des te sneller wordt dit onderwerp weer teruggevonden. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) 20 25 30 35 Het geheugen kan worden beschouwd als een mentaal bouwwerk, waarvan de hoeksteen bv. het woord mama is. Vanaf deze hoeksteen wordt het geheugen uitgebouwd. Totdat op latere leeftijd en door het minder intensief gebruiken van de hersenen, het geheugen terugloopt en het mentale bouwwerk in verval raakt, beginnende bij de laatst toegevoegde elementen. Je zou de persoonlijkheid kunnen zien als opgebouwd in de vorm van een ui, de opvolgende schillenlagen maskeren het ware leven met zijn levenservaringen. Wanneer de ouderdom zich aandient is het alsof deze ui langzaam wordt afgepeld. Dit is waarschijnlijk de reden waarom oudere personen vaker over vroeger beginnen te praten. Het oude komt weer boven of vanachter het masker te voorschijn.. Er zijn veel handelingen die een mens automatisch verricht. De mens leert zijn lichaam32 of programmeert dit, wanneer hij nog jong is, voor o.a. om te lopen. Dit gebeurt door moeizaam het ene been voor het andere te zetten, enz. enz. Heeft hij echter zijn lichaam deze bewegingen aangeleerd, dan laat hij het verder aan het automatisme van het lichaam over. Daardoor kunnen deze loop bewegingen sneller 40 32Lichaam komt van het oud-Saksische woord lic-hamo wat vleeshemd betekent. Daarbij komt litteken van licteken, of vleesteken. 203 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 13-4 5 uitgevoerd worden. Hij hoeft zich nu niet meer bewust met de loopbewegingen bezig te houden. Wanneer hij hard loopt is dat zelfs onmogelijk, op straffe van vallen. Want wanneer je hard loopt kan je niet meer denken, linker been naar voren, rechter been naar voren enz. Het hele programma voor het lopen is door de operator van het lichaam in de hersenen vastgelegd en daar moet hij zich op verlaten. 10 Eveneens kost het schrijven van een ingewikkeld computer programma soms veel tijd, is deze echter geschreven dan kan daarmee een gevraagde opdracht razend snel worden uitgevoerd. 15 20 25 Aangezien veel van onze handelingen in de onze hersenen zijn vastgelegd en automatisch zijn geworden, kan het gebeuren dat je al dromend een weg af legt zonder van de omgeving bewust te zijn, de lichaamsautomaat doet zijn werk, totdat er plotseling iets onvoorziens gebeurt. Je komt dan met een schok tot de werkelijk terug en regelt dan bewust het lichaam, om het onverwachtse het hoofd te bieden. Hier neemt de inwoner van het lichaam of de operateur het werk van de lichaamsautomaat over, totdat alles weer in goede banen geleid is. Hieruit blijkt alweer dat het menselijk lichaam een inwoner heeft. De werkelijke mens achter het masker of persoonlijkheid.33 30 35 33 Afgeleid van persône; een woord van etruskische oorsprong voor toneelmasker of karakter. 204 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 14-1 GEDACHTETHEMA NO.14 5 10 15 20 25 30 DE GULDEN SNEDE / DE GODDELIJKE VERHOUDING. Zoals reeds in de inleiding is gezegd, heeft het tweede gedeelte van de titel “Phi” te maken met de gulden snede, ook wel sectio devina of goddelijke verhouding genoemd. Het is een verhoudingsgetal, welke terug te vinden is in afmetingen die in de natuur voorkomen en al in oude tijden in bouwwerken en beelden werd toegepast; waaronder de grote piramide van Cheops in Egypte en ook in die van de oude Griekse beschaving. Later ook bij het ontwerpen van kathedralen en niet te vergeten de afmetingen van het menselijk lichaam. Deze verhouding doet voor het oog aangenaam aan. Archeologen hebben, volgens Prof. Schuh, de bekendheid van de oude volkeren met deze verhouding zelfs gevonden in een grafkelder in het voormalige Ur in Babylonië. De stad waar Abraham vandaan kwam. In die kelder is op de muur een rechthoek aangebracht, (vergezeld van een soort gedicht die deze afbeelding verklaart) en waarvan de zijden zich verhouden als 1 staat tot 0.618. Als men in zo’n rechthoek een vierkant construeert ontstaat er in die rechthoek weer een kleinere rechthoek met dezelfde verhouding. Wanneer we de langste zijde stellen “A” en de kleine zijde (de middelevenredige van de grote de kleine rechthoek) op “B” en de kleine zijde van kleine geconstrueerde rechthoek op “C” dan krijgen we vergelijking A:B=B:C. op en de de 205 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 14-2 5 Dit uitgerekend met een vierkantsvergelijking geeft (-1±5):2. Dus 0.618 en 1.618,(afgerond). Ook de lijnen van een pentagram verdelen elkaar volgens de gulden snede; zie Figuur 2 hiervoor. In de Cheops piramide is deze verhouding weer terug te vinden in de hoogte daarvan en de lengte(hoogtelijn) van het schuine vlak; zie Figuur 3. 10 15 Voor de volledigheid wordt hier ook nog verwezen naar de getallenreeks van Leonardo Fibonacci. Deze is als volgt: 1,1,2,3,5,8,13,21,34,55,89,144,233, enz. De reeks wordt gevormd door getallen die samengesteld zijn uit de som van twee voorafgaande getallen. Wanneer men bv. het getal 233 deelt door het voorafgaande getal 144, dan is de uitkomst daarvan 1.6180556. Hoe verder in de reeks waar dit gedaan wordt, des te beter wordt het gulden getal benaderd. 20 Zie voor dit onderwerp ook het door Prof. Ir Kris Thijs geschreven boek met de titel “Het geheimschrift van God” en dat uitgegeven is door: 25 30 35 Guido Maes Millennium Productions Frans Uytenhovestraat 51 B-9040 Sint-Amandsberg, Gent, België. In dat boek behandelt hij een door hem gevonden code in het Oude Testament en dat gebaseerd is op het Gulden Snede getal. Deze code legt de hele vormgeving van het heelal bloot. Dit gegeven is de hedendaagse astronomie en wetenschap nog onbekend. De vraag die nu gesteld wordt is: Wie waren de echte architecten van de Grote Piramide te Gizeh ?. en was er op de Aarde ooit een superieure beschaving 40 ? Op de volgende bladzijde is één van de vele gulden snede voorbeelden gegeven die te vinden zijn in het boekje met als titel: “Der Goldene Schnitt und dessen Erscheinungsformen in Mathematik, Natur und Kunst” van Dr. Fr. Xav. Pfeifer. 206 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 14-3 FIGUUR 4 5 207 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 14-4 5 10 15 20 (Planeetafstanden zijn in overeenstemming met de Sesam Atlas van de Astronomie 1973). Er is nog een andere manier om de planeetafstanden t.o.v. de Zon te geven, dit is volgens de Titius-Bode regel. Genoemd naar Johann Daniël Titius en Johan Elert Bode. Het was een poging om de gemiddelde afstand tot de Zon van de planeten met de empirische formule A=(N+4)/10 weer te geven. A is dan de gemiddelde afstand tot de Zon. N staat voor de opeenvolgende getallen: 0, 3, 6, 12, 24, 48, 96, 192, en 384. Deze getallen worden verhoogd met vier en gedeeld door 10, wij krijgen daarmee de volgende uitkomsten: 0.3, 0.7, 1.0, 1.6, 2.8, 5.2, 10, 19.6, 38.4. Deze waarden wijken af van de werkelijke gemiddelde afstanden die in FIGUUR 4 gegeven zijn, maar globaal genomen gaat deze formule aardig op voor de planeten Mercurius tot aan Saturnus. In mindere mate voor Uranus en de Asteroïden tussen Mars en Jupiter, zeker niet voor Neptunus en Pluto. Terwijl het Gulden snede systeem voor alle planeten met uitzondering van pluto een veel betere uitkomst geeft. (De gemiddelde afstand van Pluto tot de zon in Aarde-Zon eenheden is 39.75) (Volgens de laatste bevindingen wordt Pluto niet tot de planeten gerekend) 25 30 35 Aangezien de gulden snede verhoudingen zoveel malen in de natuur terug te vinden zijn, vraag je jezelf af, komen deze verhoudingen dan ook reeds in de afstanden van de elektronenschillen van chemische elementen voor? Dit in vergelijking met de opbouw van ons zonnestelsel en de stelregel van Hermes “Zo in het groot, zo in het klein” in gedachte nemen? Is deze informatie dan ook al aanwezig in de lichtstraling als basis van materie? Een mooi onderwerp voor onderzoek. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) 40 208 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 15-1 GEDACHTETHEMA NO.15 5 10 15 20 25 DE STRALENDE MENS Levend in de natuur is men er van bewust, dat er zoveel mogelijk genomen wordt en dat er alleen wordt gegeven wanneer daarvoor in de plaats iets terug komt. Dit is materialisme en wanneer wij deze levenswijze aanhangen kunnen we ons materialisten noemen. Onbewust zullen we ook wel geven om niets, zoals uit het volgende zal blijken; dit zouden we in tegenstelling met het materialisme goddelijk kunnen noemen, of christelijk, omdat Christus met deze leerstelling kwam. Men weet dat alles in de natuur straling afgeeft, het geeft om niets, wat iets goddelijks is. De hersenen zenden ook straling uit zoals alfa, bèta, tèta en delta straling. Omdat straling informatie kan overdragen behoren we er voor te zorgen dat deze straling van de hersenen goed en gezond zijn door op de juiste wijze te denken. Men kan zichzelf afvragen of het mogelijk is om informatie van jezelf door middel van warmte straling door te geven. Met geluidsgolven is dat gemakkelijk genoeg te begrijpen, omdat we geluidsgolven met onze stembanden, tong en mond kunnen moduleren, waardoor woorden ontstaan die een boodschap kunnen over brengen. 30 Muziek bestaat ook uit gemoduleerde klanken die direct het gevoel beïnvloeden; het kan iemand vrolijk of bedroefd maken. 35 40 Woorden kan men ook opvatten als in stukjes gehakte muziek die ieder door hun compositie een bepaalde betekenis hebben gekregen. Kunnen lichtstralen, een boodschap overbrengen? Hiervoor hoeft men alleen maar aan de draadloze bediening van de TV of radio te denken; de combinatie van de hoeveelheid aanen uitschakelingen per seconden, vastgelegd voor ieder van 209 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 15-2 5 de knopjes bepaald welke station men kiest . Het is als het seinen van morse tekens met licht maar dan wel zo snel dat de onderbrekingen niet met het oog zijn waar te nemen. Denk ook eens aan de barcodes, gebruikt aan de winkelkassa's; de streepjes combinatie wordt met behulp van het terugkaatsende licht uitgelezen en bij iedere streepjes combinatie hoort een daarvoor vastgelegde prijs. 10 15 20 25 En wat te denken van radiocommunicatie, stemmen en muziek worden door de radiozender gemoduleerd en met een zekere golflengte uitgezonden (amplitude-en frequentie modulatie). Een radio-ontvanger die met zijn resonantiekring op dezelfde golflengte is afgestemd als die waarop de radiozender uit zendt, kan het uitgezonden radiosignaal opvangen en decoderen zodat het voor ons weer als geluid hoorbaar wordt. Zou het verschijnsel telepathie daar op gebaseerd zijn ? Wanneer we het bovenstaande serieus nemen dan doen we er goed aan om te zorgen dat we onze gedachten zuiver houden en dat we ons voor de verborgen gedachten niet hoeven te schamen wanneer deze openbaar zouden worden. Deze gedachten moeten vrij zijn van egoïstische motieven en vervuld zijn met liefde voor elkaar. Op het ogenblik worden deze gedachten door een scherm van materie verborgen gehouden voor anderen. Wat misschien maar beter is (Zie ook GEDACHTETHEMA NO.9). 30 35 40 210 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-1 GEDACHTETHEMA NO. 16 5 10 15 20 25 30 REÏNCARNATIE. Zoals in de inleiding is gezegd, zullen de gedachtethema’s elkaar meerdere keren overlappen. Dit komt, omdat wij onze weg zoeken naar het midden van de cirkel, waardoor de eenheid steeds meer benaderd wordt. Een gedachtethema is te vergelijken met een sector van de cirkel als aangegeven op het titelblad van dit geschrift. Hoe meer we het centrum van de cirkel naderen hoe vager de grenslijnen van de sectoren die de verschillende gedachtethema’s afbakenen worden, totdat ze verdwijnen in het gebied van het Zijn. In dit gedachtethema komen de overlappingen nog het meest tot uiting, omdat de mens hier centraal staat en de werkelijke mens zonder uiterlijke franje in het Zijn is. De relatie tussen mens en materie Wanneer we over reïncarnatie gaan filosoferen moeten we eerst weten wat er gaat reïncarneren. Wat is het verband tussen lichaam en ziel. Velen zeggen dat de mens uitsluitend uit stoffelijke bestanddelen bestaat en wanneer dit samenstelsel uiteen valt, de mens ophoudt te bestaan, onder het motto dood is dood. Zij denken dat het leven begint wanneer het zich in een zichtbare vorm manifesteert. De levensuitingen in onze 3-dimensionale wereld geven deze illusie, omdat wij het ongemanifesteerde niet met aardse zintuigen kunnen waarnemen. Velen gaan daardoor er van uit, dat het leven vóór zijn manifestatie in het stof niet bestond. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO.3) 35 40 Het is beter het leven te beschouwen als een intelligente energie, die zich op alle mogelijke manieren in het stof probeert uit te drukken; virussen, bacteriën, planten, bomen, vissen, zoogdieren en mensen, enz. Hierbij speelt de overlevingskans van de sterkste en slimste een grote rol om tot een optimale levensvorm te komen. Het is te vergelijken met een boetseerder die blijft doorgaan met het veranderen van het beeld dat hij onderhanden heeft, totdat het naar 211 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-2 20 zijn idee volmaakt is. Daarvoor waren er op aarde tijdelijke proto typen te zien, maar die uiteindelijk geschikt waren geworden als behuizing voor de bewuste mens. Waarschijnlijk door het samengaan van alle cellenbewustzijntjes, waaruit een mensenlichaam is opgebouwd kon op een gegeven ogenblik de mens tot Zelfbewustzijn komen. Uiteindelijk zullen al deze mensenbewustzijntjes weer samensmelten tot een groot alles omvattend bewustzijn, ook weleens Kosmisch bewustzijn genoemd of wat ook kan zijn, het Christusbewustzijn. Dit bewustzijn heeft dan kennis van materie en weet wat het spirituele kant van de mens behelst. Er is een groei naar een steeds groter bewustzijn. Het leven maakt gebruik van de materie, om zich door middel daarvan te manifesteren en dit gebruikt als een soort gereedschap. Gereedschap dat constant aan alle levenseisen wordt aangepast en waarbij de miljoenen jaren ervaringsgegevens in het DNA worden vastgelegd. Een evolutie proces 25 STELLING De levensuitingen die wij waarnemen zijn als golfjes op het wateroppervlak, zij ontstaan en vergaan, maar het water blijft bestaan. 5 10 15 30 35 40 De menselijke geest is na zijn diepste punt in deze 3dimensionale materiëele wereld te hebben bereikt, weer aan de terugweg bezig. De materie wordt in dit versnellend uitdijende heelal steeds ijler, totdat de lichtsnelheid wordt bereikt en de materie, zoals wij dat kennen, ophoudt te bestaan. Tegelijkertijd wordt de menselijke geest steeds vrijer en vrijer. De mens kan beschouwd worden als de som van al het bestaande. Hij is een Universum in het klein, waarin al de informatie over het Universum is opgeslagen. Dat komt, omdat hij tijdens zijn ontwikkeling door alle fase van het bestaan is heengegaan en beïnvloed werd door zijn omgeving. Hij is als het ware een holistische blauwdruk van het hele Universum. Dat zal ook de reden zijn waarom hij de mogelijkheid in zich heeft, om al het bestaande te leren kennen. Beter gezegd, te ontdekken door de sluier over het 212 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-3 5 10 15 onbekende weg te nemen en daardoor tot herkenning te komen. Zo zal hij op de duur al de verborgenheden weer bewust worden. In het evangelie naar Thomas staat geschreven: “Ken wat voor uw aangezicht is en wat verborgen is zal u geopenbaard worden, want niets is verborgen, dat niet openbaar zal worden”. En ook: “Want niets is verborgen, dat niet aan het licht zal komen en niets verdekt, dat niet ontdekt zal worden”. Of in Jezus Christus’ rede tot zijn discipelen: “Er is niets bedekt of het zal geopenbaard worden, en verborgen of het zal bekend worden”. (Lucas 12-2). Dit is begrijpelijk want de evoluerende weg is er een van ontplooiing of ontwikkeling, dit in tegenstelling met inwikkeling; involutie. 20 De complete mens is de oorspronkelijke ongedeelde Adam uit het verleden en zal na verdeeld te zijn geweest, bewuster de toekomstige eenheid in een Christus geest ervaren. 25 30 35 De mens is als een toekomstige meester van de materie te beschouwen. In feite was hij reeds in de beginne als zodanig aangesteld,(Genesis 2:26), maar door zijn val in het stof, is hij slaaf geworden van de materie. Hijzelf is niet de materie, maar hij kan er gebruik van maken. Hij is als een onervaren kind die door vallen en opstaan volwassen moet worden. In aanvang is hij als een volmaakt wezen geschapen met een vrije wil, maar zonder ervaring. In de loop van zijn ontwikkeling heeft hij zich zo vereenzelvigd met de materie, waardoor zijn afkomst daardoor is afgeschermd of verduisterd. Wij zijn zo vastgeroest met onze ideeën in het materiële zijn, dat we denken een onlosmakelijk deel daarvan te zijn, daarom zal de weg naar volwassenheid niet zonder verdriet zijn. We zouden het als volgt kunnen samenvatten: 40 213 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-4 5 10 15 20 STELLING De weg naar volwassenheid gaat gepaard met verlies aan illusies. Aan het einde van die weg hebben we van alles afstand gedaan, behalve het Zijn of “Ik ben die Ik ben”; het een zijn in God. We weten dat materie aan allerlei wetten onderworpen is. Alles wat we om ons heen waarnemen is een onderdeel van een systeem. We hebben kleine systemen die deel uit maken van grotere systemen en deze weer van nog grotere. Systemen op zich zijn levenloos en zullen zichzelf niet tegenwerken, tenzij er een fout in het systeemontwerp is gemaakt, waardoor het zichzelf tegenwerkt en ten gronden gaat. Om een systeem te veranderen is een intelligente entiteit nodig, wat in zekere zin los daarvan staat. De innerlijke mens is geen onderdeel van dat aardse systeem. Dit blijkt uit het feit, dat hij het kan verstoren. Vormde hij daarmee een onlosmakelijk geheel, dan was dat een onmogelijkheid. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3) 25 30 35 40 Wanneer we een robot ontwerpen met ingebouwde computertechnologie en we programmeren deze om van het kastje naar de muur te lopen, dan zal deze robot dat doen zonder te denken: “Kom het is mooi weer vandaag, laat ik eens een wandeling door het park gaan maken”. Wij kunnen natuurlijk wel variaties voor het handelen in het programma aanbrengen, waar de computer een keuze uit kan maken. Dat kan dan de indruk wekken alsof de robot over een eigen denkvermogen of wil beschikt. Dat is dan schijn, want die keuzemogelijkheid is daar door een menselijke intelligentie, dat los staat van dat systeem, ingebracht. Van Dale’s woordenboek geeft als omschrijving voor een systeem of stelsel: een geheel van geordende princiepen. Een systeem of stelsel kan bestaan uit één of meerdere gekoppelde kleinere systemen met verschillende stel- of grondregels maar die elkaar niet tegenwerken. Voor de duidelijkheid wordt hierna met een figuur ‘n voorbeeld van een keuzesysteem gegeven. Dit systeem komt in 214 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-5 5 10 15 het leven vaak voor en is ongeveer in deze vorm bij de belastingdienst in gebruik voor het invullen van werkgeversverklaringen. Het maakt duidelijk dat je daarin aan vaste regels gebonden bent en dat door de keuzen die je moet maken, je uiteindelijk in het hokje terecht komt, waar je volgens dat systeem hoort. Het logische systeem in de computer werkt in principe volgens dezelfde regels. In ons leven is het ook steeds weer een keuze maken uit het doen of niet doen. Je eerste keuze moet goed worden overdacht. Een verkeerde keuze kan uiteindelijk de oorzaak zijn dat je ergens terecht komt waar je helemaal niet wilde zijn. Wanneer je het schema hieronder bekijkt, wordt het duidelijk dat groep 1 niet plotseling uit eigen beweging een verbinding met groep 3 kan maken. Het schema is door mensen verzonnen en alleen hij kan daar veranderingen in aanbrengen. 20 Aan de top van een logische systeem bestaat nog de keuzemogelijkheid, die in grote lijnen bepaalt in welke richting het leven verder moet gaan. 25 De hele natuur werkt volgens logische wetten en regels. Onder diezelfde wetten en regels valt ook het menselijk lichaam. Het leven zelf maakt gebruik van deze systemen; deze is van een hogere orde dan het natuurlijke stelsel. En zoals de aardse mens gebruik maakt van zelf ontworpen 215 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-6 systemen, zo maakt de hemelse mens gebruik van natuurlijke systemen, waaronder ons eigen lichaam. 5 Voor ons voorbeeld is een schema op papier gebruikt, maar datzelfde schema kan ook omgezet worden in, onder andere, een mechanisch- of elektronisch systeem. 10 15 20 25 30 Een systeem op zichzelf is een levenloos iets en komt schijnbaar tot leven, wanneer de mens daar gebruik van maakt. Wanneer de mens dit systeem niet meer bedient, omdat het bv. te oud of beschadigd is, valt dit vroeg of laat ten prooi aan ontbinding. We zagen reeds dat een goed systeem zichzelf niet kan verstoren, maar de mens kan dat wel door op het systeem in te grijpen. Op het ogenblik is hij bezig het hele natuurlijke evenwicht te verstoren, met het doel hierdoor meer geld en macht te verkrijgen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 20). Door deze zaken zelf goed te doordenken, komt men tot de conclusie, dat hijzelf niet dat systeem is, maar dat hij behoort tot een hogere orde. Hij moet leren te leven voor het algemeen belang; materieel en spiritueel. Wat heel belangrijk om te onthouden is, dat wij te maken hebben met twee aparte zaken, de spirituele mens aan de ene kant en het natuurlijke stelsel met daarin de materiële mens aan de andere kant. Deze twee zijn losmakelijk met elkaar verbonden. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3) 35 40 Christus zei eens, ik ben niet gekomen om de wet te ontkrachten, maar brengt het zwaard om het materiële van het spirituele te scheiden. De wet die hier bedoelt wordt en volgens de Bijbel door Mozes als de grote wetgever werd geïntroduceerd, is die van actie=reactie. En ook wel die van oog om oog enz. of voor wat hoort wat. Het is de wet die in heel de natuur voorkomt. Christus kwam met de wet van de liefde die boven de natuurwet uitgaat; een geven voor niets. 216 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-7 5 In Gedachtethema No. 3 komt de menselijke dualiteit tot uiting. Het onderwerp gaat over de controlekamer met zijn operator. en maakt duidelijk, dat er in het menselijke lichaam een intelligente entiteit woont. 10 Laten we niet de wijsheden van onze voorvaderen vergeten die aan ons overgeleverd zijn en die o.a. zeiden: “De mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis”. 15 Dit gezegde houdt de sleutel in tot het verkrijgen van al wat in ons verborgen is en omvat de kennis van al het bestaande in het heelal, want als zodanig schept de mens ook weer en kan hij zichzelf daardoor leren kennen. Meer dan wat wij zijn kunnen we niet scheppen, maar wel zoveel, dat het de hedendaagse menselijke verbeelding te boven gaat. 20 25 30 Er staat het volgende geschreven: “en de Here zeide: Zie, het is één volk en zij allen hebben één taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn. (Genesis 11:6). Wanneer de mensheid een geheel vormt is zijn potentieel enorm. Wat wij nu doen is leren door te ervaren wat de mogelijkheden van de materie zijn en hoe deze materie in elkaar zit. We maken in onze chemische fabrieken van de opgedane wetenschap gebruik. Er is gelukkig ook een groeiend verlangen naar spirituele kennis. 35 Nogmaals, als we het bovenstaande goed hebben begrepen, weten wij nu dat ziel en lichaam twee aparte zaken zijn. Deze hebben wel een gezamenlijke oorsprong, maar deze oorsprong ligt bij het begin van de eerste splitsing. 40 RITMEN Wat overal in de natuur voorkomt zijn ritmische bewegingen. De planeten in ons Zonnestelsel draaien in een regelmaat om de Zon. De Aarde draait in 24 uur om zijn as, daarmee dag 217 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-8 5 10 15 20 25 30 35 40 en nacht veroorzakend. De Maan draait regelmatig zijn rondjes om de Aarde. Ritmen ziet men in het hele Universum. Het Universum zelf ontstaat en vergaat gelijk de dag en de nacht of als de in- en uitademing. In de Hindu filosofie spreekt men van de Dag en Nacht van Brahma. Zo’n dag zou dan volgens deze leer .4.320.000.000 jaar bedragen. Men ziet het ook aan de verschillende stralingsgolven, van Kosmische straling tot aan geluidsgolven toe. De Big Bang waarover gesproken wordt in de astronomie en die volgens de astronomen het begin van ons Universum inluidde ligt, volgens een hypothese van de heer J.P.C.Greve, halverwege een bestaanscyclus. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19 De Big-Bang. Het ontstaan van werelden. Hierin wordt een hypothese besproken van een bestaanscyclus; het ontstaan en vergaan van werelden). Tijdens de Big-Bang keert de samentrekkende beweging van het heelal om in een expanderende. Het is als het ademhalen van het heelal, de slinger van een klok, de beweging van een Jojo waarbij het touw beurtelings rechtsom of linksom gewikkeld wordt. Onze dagen van de week hebben een ritme die zeven dagen omvat. Misschien lijkt dit een kunstmatige verdeling, maar er kan daar ook een voor ons onbekende factor aan ten grondslag liggen. Wat we wel weten is, dat de namen van de dagen afgeleid zijn van planeetnamen en dat daarbij steeds gesprongen wordt van een binnenplaneet, (Mercurius en Venus), naar een buitenplaneet, (Mars, Jupiter en Saturnus). Zie de schets hierna. We zien hier van de maan af gerekend de afstanden steeds groter worden, we zouden kunnen zeggen de verbindingen zijn als stukken elastiek die steeds verder worden uitgerekt, waardoor de spanning steeds groter wordt. Dat houdt ook meer en meer kristallisatie in. Saturnus behoort bij het dierenriemteken de steenbok(21 december t/m 21 januari. Het is het teken van kristallisatie. Zie voor meer duidelijkheid, gedachtethema no. 2 en no. 19. 218 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-9 5 10 15 20 25 De meeste lezers zullen wel weten wat, vanaf de Zon gerekend, de volgorde, van de planeten is. Voor diegenen die daar niet mee bekend zijn volgt hier de volgorde: Mercurius, Venus, de Aarde met onze Maan, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus, Pluto. Zie voor weekdagennamen en afleidingen de hierna gegeven tabel. Zondag Zon Maandag Maan Dinsdag In het Frans wordt Dinsdag Mardi genoemd, afgeleid van de planeet Mars. Woensdag Mercurius. In het Frans Mercredi en is een vertaling van het Latijnse woord dies Mercurii. In de plaats van Mercurius stelden de Germanen de God Wodan Donderdag Donderdag is afgeleid van de Germaanse goden– naam Donar. Hij werd door de Romeinen gelijk met Jupiter, dies Jovis gesteld, Vrijdag Vrijdag is afgeleid van de Germaanse godin Frija en is gelijk het oud het Indische priya: geliefde ,echtgenote en wordt gelijk gesteld met het Latijnse dies Veneris waar Venus een vertaling van is. 219 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-10 Zaterdag 5 Zaterdag komt van de planetennaam Saturnus en is afgeleid van het Latijnse woord dies Saturni. De planeten staan in een Goddelijke verhouding tot elkaar en wel volgens de Gulden snede. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 14 De Gulden snede) 10 15 In de muziek bij voorbeeld, heeft de melodie zich te houden aan vaste maten. Deze moet overeenkomen met de maat waarin het hele muziekstuk geschreven is. De melodie zelf heeft echter gelijk het leven wel een zekere vrijheid wat in de lengte van de tonen en toonhoogtes tot uiting komt, maar zij moet wel in harmonie zijn met het muziekritme, wat de basis vormt van een muziekstuk. Zo’n vast ritme wordt door ons als natuurlijk en aangenaam ervaren en geeft een gevoel van vastheid. 20 Het is mogelijk om nog een hele reeks andere voorbeelden te geven waarin ritme voorkomt, het is aan de lezer om die zelf te ontdekken. 25 Aardig om hier te vermelden is, dat de oude Hebreeuwse taal alleen uit medeklinkers bestond. De letterklanken moesten door mondeling overdracht geleerd worden. Men noemde de klinkers “Ruach”, de ziel van het woord, eigenlijk iets wat niet in een hokje te plaatsen was. 30 35 40 Reïncarnatie Een van de eerste zichtbare ritmische bewegingen in het menselijk lichaam is die van het kloppende hart. Wat onbewust begint. Wanneer de bouw van het lichaam voltooid is, begint bij de geboorte de eerste bewuste daad; de ademhaling. De start van een zelfstandig en bewust bestaan en dat hier op aarde eindigt met de laatste uitademing. Men zou kunnen zeggen, iedere inademing is tot leven komen en uitademen is sterven of tot rust komen. Een iets grotere cyclus is slapen en ontwaken. Het slapen gaat gepaard met een bewustzijnsdécentralisatie, terwijl het ontwaken gepaard gaat met bewustzijnsconcentratie. Omdat het slaapwaakritme 220 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-11 5 10 kort is en de inwonende entiteit tijdens zijn slaap met zijn lichaam verbonden blijft, zal dat bestaande lichaam niet vergaan. De relatieve lange tijd die nodig is om een nieuw lichaam op te bouwen, past niet in dit slaapwaakritme. Dit gebeurt wel bij een grotere cyclus, die van het geboren worden en sterven. Hierbij loont het de moeite om in een nieuw opgebouwd lichaam zijn intrek te nemen en dit te programmeren. In geval van reïncarnatie dus. (Zie ook Gedachtethema No. 3) 15 20 25 30 35 40 Voordat we verder gaan met te filosoferen over het niet of wel voorkomen van reïncarnaties is het hier de plaats om te verwijzen naar een onderzoek dat is gedaan door Prof. Ian Stevenson, directeur van de parapsychologische afdeling van de Universiteit van Virginie, waarbij honderden reïncarnatiegevallen werden onderzocht en waarvan hij 20 gevallen van vermoedelijke wedergeboorte in zijn boek heeft beschreven en wanneer men deze verslagen leest, wordt het heel aannemelijk dat wedergeboorte bestaat. Dit is echter een wetenschappelijk onderzoek geweest. Wat wij hier nastreven is, door het vergelijken zelf tot inzicht op dat punt te komen Wanneer we de materie bekijken waar het leven gebruik van maakt, dan zien we daar op microscopisch niveau allerlei creaturen werkzaam; virussen, bacteriën, bacteriofagen, bacillen, amoeben enz., enz. Wanneer we de ééncellige wezens bekijken, bv. een pantoffeldiertje, dan zie je die het vocht rondzwemmen op zoek naar voedsel. Men zou kunnen zeggen, er is daarin iets aanwezig dat dit pantoffeldiertje belevendigt, en hierbij waarschijnlijk gebruik maakt van gevoel. Het kan zich al iets vrijer bewegen dan een microscopisch klein plantje, wat in de meeste gevallen aan een plaats gebonden is en wanneer deze zich niet via een wortelstelsel verplaatst, moet het wachten tot de volgende generatie die uit verspreide zaden zich op andere plaatsen kunnen ontwikkelen. 221 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-12 5 10 15 20 Hebben deze ééncelligen het eeuwige leven?. Wanneer wij er een paar doden, hebben we dan de oorspronkelijk cel waaruit de andere uit voortkomen dan gedood? Deze ééncelligen hebben zich door het organiserende leven in de loop van misschien miljoenen jaren verenigd tot grotere samenwerkingsverbanden, samenwerkingsverbanden die zich ontwikkelden in verschillende richtingen, waardoor we een grote diversiteit zien in vegetatie en het dierlijke leven met aan de top daarvan de mens. Wij zien dat het leven zich hier op aarde manifesteert door middel van verschillende soorten schepselen. Als we de manier van organiseren bekijken zoals dat bij de mens uiterlijk gebeurt, dan zien we zo’n organisatorisch vermogen reeds in het menselijk lichaam aanwezig is. Hieruit kan geconcludeerd worden, dat het uiterlijk een afspiegeling van het innerlijk. Wij scheppen nou eenmaal zoals wij zijn. 25 Wij zouden kunnen zeggen, in een lichaam zijn diverse gespecialiseerde cellengroepen georganiseerd tot één geheel. Men zou het ook zo kunnen zien, op een gegeven ogenblik was de organisatie van deze cellengemeenschappen voltooid en klaar voor een volgende stap in de ontwikkeling. Het zelfbewustzijn ging een rol spelen in het lichaam. 30 Toen het aardse lichaam in bezit van het zelfbewustzijn kwam, was dit toen de geboorte van de eerste aardse mens?. 35 40 Wanneer deze fase ook weer voltooid is, kan er naar een volgende en hoger niveau gesprongen worden, waar we komen tot een kosmisch bewustzijn of het geboren worden in de Geest, waarover geschreven is; een tweede geboorte Wij hebben gezien dat lichaam en ziel beschouwd kunnen worden als twee componenten die de aardse mens voorstellen. De kardinale vraag is nu, wat gebeurt er als de ziel of de inwonende entiteit het lichaam aan het eind van zijn aardse bestaan verlaat? Blijft deze als een zelfstandige entiteit bestaan, die na verloop van tijd weer bezit van een lichaam neemt of gaat 222 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-13 5 10 15 20 deze ziel onder in een zielen-oceaan waarbij het zijn individuele bestaan verliest. Wanneer dit laatste waar is, dan zou ook het persoonlijke karma of de reactie op een actie zoals geleerd in de oosterse filosofie, niet waar zijn, omdat de persoonlijke ervaringen dan een gemeenschappelijk bezit zouden zijn. Maar indien zo, dan zou het inwezen van alle mensen reeds op het zelfde doel afgestemd zijn en de eenheid van de mensheid volledig zijn. De mensheid zou dan kosmisch bewustzijn reeds bezitten en zich op Aarde daarmee in overeenstemming harmonisch gedragen. Wij weten echter maar al te goed dat de mens zich zo niet gedraagt. Daarom kunnen we er wel van uit gaan, dat de mens na zijn overlijden als een aparte entiteit blijft voortbestaan, totdat de ontwikkeling van deze aparte entiteiten volledig is. Daarna kan de sprong gemaakt worden naar een volledig menselijk bewustzijn. Dood bestaat dan niet meer. We zijn dan overgegaan van een verdeelde Adam bewustzijn naar het ongedeelde Christus bewustzijn. 25 Op het ogenblik is bewustzijnsgevoel. De een verbonden dan de ander. 30 Mensen die zich compleet anders en superieur dan hun medemensen voelen, deze mensen zouden we in het hierna volgende figuur 1 als Driehoek ABC en DEF kunnen indelen. Zij hebben voor hun gevoel niets met elkaar gemeen. 35 er een gradatie voelt zich meer met in het de massa Personen die we in figuur 2 kunnen onderbrengen zijn die welke elkaar voor een groot deel begrijpen, door dezelfde ervaringen die ze gemeen hebben, voorgesteld door driehoek BEG. Zij kunnen als het ware resoneren op dezelfde ervaringen van de ander. Voor het niet overlappende gedeelte zijn het vreemde voor elkaar. (Zie daarvoor ook GEDACHTETHEMA NO. 9. Resonantie). 40 Mensen die geen onderscheid maken tussen zichzelf en de ander en die de belangen van de ander even goed op het oog hebben als die van henzelf, kunnen we plaatsen in figuur 3. Zij zijn rijp voor een ander bewustzijnsvorm. Het wakker 223 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-14 worden op een ander bewustzijnsgebied. In hen kan een nieuw licht ontstoken worden. 5 10 15 20 Zij zijn diegenen die hun broeders even lief hebben als zichzelf en hen behoeden als hun eigen oogappel. (Uit het Evangelie naar Thomas) Wanneer we het voorgaande overdenken, kunnen we zeggen: “ja het is een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid en ook logisch, dat reïncarnatie bestaat”. Een volledige zekerheid is het echter alleen voor diegenen, die zich van deze reïncarnatie bewust zijn en voor velen die in een flits het bestaan van een vorig leven hebben mogen ervaren. Hier wordt niet het verschijnsel “Deja vu” mee bedoeld, wat een andere oorzaak kan hebben. Er wordt hier van een flits gesproken omdat dit het tijdloze vertegenwoordigt; waar geen begin en einde bestaat of zoals Christus zei: ”Ik ben de Alpha en de Omega”. Dat wil zeggen: ik ben het begin en het einde. 25 30 De geestelijke ontwikkeling van de mens houdt waarschijnlijk gelijke tred met die van de materie en kan beschouwd worden als het concentreren in het stof en daarmee naar een steeds hogere technische ontwikkeling en het kennen van de materie. Materie is een vorm van licht of straling en ontstond doordat licht zich spiraalsgewijze steeds meer samen 224 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-15 5 10 trok. Het kreeg zijn grootste dichtheid in het zogenaamde Big-Bang punt. We kunnen ook zeggen, daar had het licht zijn diepste val. Geest en materie zijn in dit punt zo intens geweest dat velen van ons zich nog zo materialistisch voelen dat zij denken alleen te bestaan uit materie en dood is dood. In dat genoemde punt vond ook de omkering van de materie plaats en worden de lichtspiralen waar materie uit bestaat steeds wijder, totdat deze spiraalbanen rechte lijnen zijn geworden en voor ons weer kenbaar wordt als licht. De materiële vorm van het licht die we nu kennen zal dan niet meer bestaan (Zie ook GEDACHTETHEMA NO.19) 15 20 25 De mens is in deze lichtwereld geschapen en zal ongetwijfeld de gehele ontwikkeling van de materie daarin meemaken. De door de materie ingesloten menselijke geest gaat met deze materie op weg en met het ijler worden van de materie zal zijn geest steeds vrijer en minder verbonden met de materie zijn. Op zijn weg zal hijzelf verschillende stappen van bewustzijnsverruiming meemaken die hem, nu nog zijnde een slaaf van de materie, zal verlossen. De doodsangst is in feite een dierlijke eigenschap en dient ter bescherming en behoud van het aardse lichaam. De mens is bewuster van het om hem heen zijnde dan een dier. Voor hem, de innerlijke mens, behoort geen angst voor de dood te bestaan, omdat hij hoort te beseffen, dat zijn innerlijk onsterfelijk is. 30 35 40 Aangezien er kleine cycli in grotere bestaan, kan er altijd een tijdelijk terugval plaats vinden, maar niet meer zo diep als die tijdens de Bing Bang. Het is enigszins te beschouwen als de beweging van een jojo welk eenmaal een impuls krijgt door het touw om de jojo te rollen en dan een vrije val te laten maken. De jojo zal verschillende keren uitrollen en andersom weer op rollen, maar dat oprollen wordt steeds minder en het touw blijft ten slotte als een rechte lijn hangen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) Op het ogenblik zien we dat volkeren zich in een rap tempo zich vermengen, waardoor eigenschappen en ervaringen van 225 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-16 5 10 15 20 25 30 35 40 die volkeren door elkaar worden gemengd. Vrijwillige of gedwongen migratie. Waarschijnlijk vanuit een hoger niveau daartoe aangezet, zonder dat wij ons daar bewust van hoeven te zijn. Daarbij neemt het aantal mensen op onze aardbol enorm toe. Aan het eind van het stenen tijdperk, zo’n 10.000 jaar geleden, werd de totale wereldbevolking geschat op hooguit 10 miljoen mensen. Na het neolithische tijdperk begon de bevolking zich sneller te vermenigvuldigen. In het begin van het Christelijke tijdperk waren er ongeveer 250 miljoen mensen op aarde. In 1650 en half miljard. In 1990 werd het aantal geschat op 5.3 miljard en voor het eind van de 21ste eeuw verwacht men, dat het aantal 11.3 miljard zal zijn, indien er een goede geboortecontrole is, anders wordt dit getal geschat op 14 miljard. (Multimedia encyclopedia Version 1.5). Aangezien we nu weten dat er een versnelling van tijd plaats vindt, kan dit inhouden dat we ook sneller reïncarneren en wanneer we op het punt van de grote ommekeer staan zullen allen die op aarde geleefd hebben aanwezig zijn. Door de schok van de verandering zal het zijn of onze wereld vergaat en zullen alle losse elementen waaruit de mix van volkeren dan bestaat tot één homogene massa worden samengesmolten en daarbij een bewustzijnsverandering ondergaan. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) We kunnen onszelf nog afvragen, omvat de cyclus waarin wij zitten wel het einde der tijden, want we weten dat na de neergang van een cyclus weer een opgang volgt en zo voorts. Maar wanneer we het bovenstaande nog eens bekijken gelet op de tekenen der tijden, dan moeten we wel haast gaan denken dat dit een afsluiting der tijden is. Aan het einde der tijden zullen we dus opstaan, maar wel op een normale natuurlijke manier. Niet zo dat de grafzerken opzij worden gegooid en wij er compleet uitspringen. Wij zijn op dat mogelijk nog aards gebonden en vallen onder de natuurwetten. Maar wanneer we dan geboren zijn in het 226 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-17 vlees, kan vinden. er een tweede geboorte in de geest plaats 5 10 15 20 25 30 35 40 Wanneer vinden deze gebeurtenissen plaats,? Dat is moeilijk te zeggen, we kunnen alleen op de tekenen der tijden letten, zoals in dit stuk hiervoor beschreven is. Maar gerust kunnen we wel zijn, wij zullen er zeker allen bij zijn, de een daarvan waarschijnlijk meer bewust dan de ander. En sommigen zijn zich daarvan misschien helemaal niet bewust en heeft hun geplante geestelijke zaadje in de materie geen wortel geschoten. Door aanhangers van de reïncarnatie leer worden verschillende tijden opgegeven, die zouden liggen tussen sterven en het weder geboren worden. Men spreekt van 108 jaar ,144 jaar en duizenden jaren. Waarschijnlijk is dat bij ieder individu verschillend, maar hoe het ook zij, omdat onze tijd daar geen rol in speelt kan deze slaaptijd ervaren worden als zijnde een flits. Proeven met dromende mensen hebben dit duidelijk aangetoond. Het hele leven met alles wat daarbij hoort volgt een ritme van slapen gaan en wakker worden. Concentreren en déconcentreren. Condenseren en verdampen. Spannen en ontspannen als het kloppen van een hart en zo zal de werking van heel de kosmos zijn. We kunnen ons ook nog eens afvragen: “Waarom kunnen we onze vorige levens niet herinneren, met enkele maar niet juist geïnterpreteerde flitsen daargelaten?” Het antwoord daarop zal moeten zijn: Ten eerste, om niet belast zijnde met gebeurtenissen uit ons vorig leven, fris en onbevooroordeeld bij een nieuwe geboorte te kunnen starten. Het kan zijn, dat resultaten van je handelingen uit vorige levens, waarin je in dit nieuwe leven mee te maken krijgt, door jezelf worden beoordeeld ten goede of ten kwade. In feite oordeel je dan over je eigen handelingen. Dit is weer geheel in overeenstemming met de natuurwet: ACTIE IS GELIJK AAN REACTIE of WAT MEN ZAAIT ZAL MEN OOGSTEN, zo niet in het huidige dan wel in het volgende leven. 227 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-18 5 10 15 20 25 30 35 40 Ten tweede, Wij zouden in een onzuivere atmosfeer kunnen komen, waarin we niet zuiver en gezond zouden kunnen leven. Wij zouden dan zijn als honden, teruggekeerd naar hun eigen braaksel. De legende van Lot’s vrouw heeft hier ook iets over te zeggen. Daarom kan het niet goed zijn dat verschillende hypnotherapeuten proberen de barrière naar vorige levens te doorbreken, door middel van een regressietherapie met het doel vorige levens proberen te herinneren. Dit kan niet goed zijn. De mensen kunnen daarmee van de wal in de sloot raken en dan hebben we het nog niet over wat deze mensen aan fantasieën kunnen worden aangepraat Eenmaal goed het onderwerp onder ogen zien en beseffen dat wat gebeur is, is gebeurd. Daar kan niets meer aan veranderd worden. Kijk nu vooruit en stel een goed doel voor ogen. De dagen van ons aardse bestaan kunnen we enigszins vergelijken met onze opeenvolgende reïncarnaties hier op de aarde. Soms heb je van die dagen dat je overloopt van energie en je weet wat je wil en dat alles lukt wat je onderneemt. Andere dagen zijn tegengesteld daaraan. Wanneer je reeds van te voren plannen hebt van wat je wilt en weet hoe je dat gaat verwezenlijken, dan zal je met het uitvoeren van je plan niet te veel moeilijkheden ondervinden. Het is belangrijk wat je als ideaal stelt, ook al is dat aan het eind van je leven. Je bereidt jezelf hiermee voor om dit in een eventueel volgend leven te realiseren. Een ideaal beeld creëren houdt in, dat dit in de geest reeds bestaat. Achteruit kijken betekent geen vooruitgang en zelfs kristallisatie en dood. Een goed doel voor ogen hebben en de wil om dat te bereiken doet de hindernissen die daarvoor genomen moeten worden bagatelliseren. Stel je hebt een plan dat je wil uitvoeren dan zullen in de meeste gevallen op de weg naar de verwerkelijking van dat plan hindernissen van verschillende gradaties te overwinnen zijn, wanneer het einddoel maar goed in het oog wordt gehouden zullen deze hindernissen genomen worden. Er zijn mensen die wel een einddoel zien maar tegen de hindernissen opkijken en wanneer zij niet handelend optreden zullen deze hindernissen in hun gedachten 228 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 16-19 5 10 15 steeds zwaarder onoverkomelijker worden. Deze mensen blijven bij de eerste hindernis staan. Je moet over de hindernissen heen kijken, wel deze zien, maar het einddoel als belangrijker beschouwen. De planning is dan wat moet ik doen om de hindernissen te nemen. Idealen en denkbeelden gaan over de grenzen van tijd en materie heen, het is daarom belangrijk en zeker aan het eind van ons huidige leven om een goed plan of ideaal te hebben voor een eventueel volgend leven. Het is als plannen maken voor de volgende dag. De ondervinding leert namelijk, dat deze dag dan productief wordt en de plannen worden verwezenlijkt, terwijl in het andere geval een dag zonder voorafgaande planning op iets nutteloos uitdraait. 20 25 229 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 17-1 GEDACHTETHEMA NO. 17 5 10 15 20 25 30 DE INNERLIJKE MIDDENWEG Wanneer een mens geboren wordt maakt hij met zijn gevoel contact met zijn omgeving door gebruik van zijn lichamelijke zintuigen, horen, zien, tastzin, reuk, smaak, etc. De informatie daarmee verkregen wordt innerlijk aangevoeld en vergeleken met wat als normaal geldt en in zijn hersenen is opgeslagen. Wanneer een baby iets onaangenaams voelt, dat kan zijn door honger, kou of pijn, zal hij gaan huilen. Het evenwicht is dan voor zijn gevoel verstoord en dat voelt onaangenaam aan. Hij maakt zijn misnoegen kenbaar door uit te ademen en geluid te maken. Alsof hij weer terug wil naar de staat dat hij nog geen adem hoefde te halen. Hij geeft als ware zijn adem terug. Adem inhalen is het actief gaan deelnemen aan het aardse leven en breng je op spanning. Uitademen, brengt je weer terug in een ontspannen toestand. Probeer dat maar uit, laat alles maar eens slap hangen je zal merken dat je dan tegelijk uitademt. Met zijn gehoor vangt hij geluid op en ziet iemand die zich over hem ontfermt. Later wordt dit geluid gekoppeld aan het beeld wat geluid voortbrengt even later krijgt deze geluidbeeld combinatie een betekenis voor hem, wat dan is vervat in een woord, bv. Mama. Een baby heeft nog geen woordenkennis. Hij kan nog niet in woorden denken zoals volwassenen dit doen, die eigenlijk vaak niet meer bewust zijn dat er een intelligentie in hun lichaam huist, welke in de beginne deze woorden heeft moeten leren om zich in de buitenwereld uit te kunnen drukken. 35 40 Om dit nog iets duidelijker te maken, het volgende: stel dat mensen alleen maar contact met elkaar kunnen maken door middel van een typemachine of een computer terminal, deze mensen moeten dan eerst leren typen voordat zij met elkaar kunnen communiceren. Zo ook, analogisch gezien, gaat de mens te werk met zijn hersenen of brein. Hij moet eerst de woorden leren kennen met alles wat daar bij hoort en 230 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 17-2 vastleggen in zijn hersenen, alvorens hij op verstandelijk niveau met anderen kan communiceren. 5 10 15 20 25 30 35 40 De allereerste communicatie van een baby met de buitenwereld vindt plaats door middel van zijn geluid. Dat zal dan ook de reden zijn waarom wij zo gevoelig zijn voor muziek. Droevige muziek stemt ons droevig en vrolijke muziek maakt ons vrolijk. Geluidstrillingen opgevangen met het gehoor beïnvloeden het gevoel waarschijnlijk meer dan de prikkels die we met de andere zintuigen binnen krijgen. Woorden zijn daarvoor niet nodig, al kunnen deze wel aan inhoud bijdragen. Het gevoel zelf moet wel in nauw contact staan met de bron van het leven, bewustzijn en intelligentie, omdat we dit als eerste middel bij de aanvang van het leven gebruiken om met de buitenwereld contact te maken. Wij zouden kunnen zeggen, het gevoel staat in nauw contact met de weg van het midden, de innerlijke weg, waar evenwicht heerst. Voor een kind is deze weg nog zeer nabij, vandaar dat er staat geschreven: Wordt gelijk kinderen, wil je het hemelse koninkrijk kunnen betreden. Hiermee wordt niet bedoeld kinderlijkheid, maar dat je meer je gevoel moet laten spreken en niet steeds alles probeert te beredeneren; ontvankelijk zijn als een kind. De wereld waarin wij leven is een wereld van tegenstellingen, de wereld van de halve waarheden. Redeneren is een verstandsactiviteit en beperkt tot het aardse bewustzijnsniveau. Je kan zeggen, het ongedeelde hogere bewustzijn is hier op Aarde verpakt in woorden, zoals de entiteit in ons is verpakt in een lichaam en dat lichaam is weer verpakt in het huis waarin het woont. We zien hier een proces van herhalingen. Als we dit eens achter elkaar zetten krijgen we: Het Hogere Bewustzijn wat zonder lichaam ook bestaat. De Entiteit die in een lichaam huist. De Persoonlijkheid als een soort bescherming voor de entiteit. Het Natuurlijke lichaam. De kleding om het lichaam. Het woonhuis waarin het lichaam zich weer in kan terugtrekken. 231 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 17-3 5 10 15 20 25 Hoe meer het bewustzijn zich in stappen van binnen naar buiten op het uiterlijke concentreert, hoe meer barrières er worden opgeworpen. De verbinding tussen binnenkant en buitenkant wordt steeds moeilijker en de vrijheid van handelingen steeds minder, omdat de weg naar het uiterlijke een weg van verdeeldheid en kristallisatie is. De mens kan zich van de Aarde af bewegen en naar de maan gaan, maar zie hoe zijn bewegingen beperkt worden door de ruimtecapsule en het ruimtepak dat hij dan moet dragen. Dat is toch iets anders dan nagenoeg in je blootje tussen gelijken in het zonnetje langs het strand te lopen; om dit maar eens als voorbeeld te gebruiken. Zie maar eens hoe volwassenen zich daar soms als kinderen gedragen. Een mens die dicht bij zichzelf staat en zich niet verloren heeft in de uiterlijke wereld, is een evenwichtig mens. Zijn maatstaf is geen materiële of wereldse maatstaf, maar zijn maatstaf is deze weg van het midden; wereldse zaken zijn afwijkingen daarvan. De weg van het midden is te vergelijken met een middenlijn, een meetkundige rechte lijn zonder dikte, een weg die zeer smal is en veel van iemand vergt om deze te kunnen volgen. Een weg die regelrecht naar het uiteindelijke doel voert. Een weg naar steeds meer eenheid en een samenvoeging van alle kennis, een weten. 30 35 40 Er staat geschreven: Toen de mensen zich op aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. (Genesis 6:1-2). Zij verloren zich in deze aardse wereld en vereenzelvigden zich daarmee en vergaten daarmee hun ware zelf, zoals wij mensen ons ook vereenzelvigd hebben met ons aardse lichaam en vergeten zijn, dat we daarvan afstand kunnen nemen en dat het aardse lichaam niet ons zelf is. 232 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 17-4 5 10 15 20 25 30 35 40 Het is een waarschuwing voor ons, om zodanig te leven dat onze bezittingen ons niet gaan overheersen. Altijd moeten we in gedachten houden, dat wat wij heden nog bezitten, morgen alweer kwijt kunnen zijn. We moeten proberen de verbinding met het hogere te versterken en kunnen daarvoor als eerste stap ons gevoel ontwikkelen. Door het ontwikkelen van je gevoel kan het gebeuren, dat je geïnspireerd wordt met originele gedachte-invallen. Het is dan beter deze gedachten niet trots uit te dragen als iets dat van jou is, omdat trots te maken heeft met de persoonlijkheid. Originele invallen kan je beschouwen als komend vanuit een andere bewustzijnsstaat. Op de weg naar het midden worden tegenstellingen opgeheven, zoals de som van +1 en -1, nul oplevert. Diegene die deze weg tracht te volgen moet zich verre houden van bv. naijver of jaloezie en moeten streven naar innerlijke compleetheid. De totale mens is de som van al het bestaande, zichtbaar en onzichtbaar; alhoewel hij dat meestal niet bewust is. Hij behoort daarom ook niet te snel van zijn stuk te geraken wanneer anderen hem miskennen of roem en eer zijn deur voorbij gaan, want zijn geesteshouding is gebaseerd op het zelf of het zijn. Om het nu op een aardse manier te zeggen, gebaseerd op het eeuwig zijn. Daarbij moet nog worden opgemerkt, dat op die weg geen tijd bestaat maar het Nu heerst, want het zijn is. Van Jezus Christus werd gezegd dat hij nog geen steen had om zijn hoofd op neer te leggen. Dit doet denken aan de zwervers die je in de stad ziet. Ook zij bezitten niets. Zij kennen niet de jaloersheid op een buurman, omdat die zich bv. een duurdere auto kan veroorloven. Wanneer we deze zwervers aanschouwen, dan zien we dat zij zich gedragen zoals ze echt zijn. Zij zullen zich niet gauw anders voor doen dan ze zijn, zoals dit vaak voorkomt in onze geciviliseerde maatschappij waar we onze persoonlijkheid (Een woord dat is afgeleid van Persona, wat masker 233 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 17-5 5 10 15 20 25 30 35 40 betekent) gebruiken om ons innerlijke zelf te verbergen en af te schermen en vaak ons daarmee proberen anders voor te doen dan we in werkelijkheid zijn. Niet dat we als een zwerver moeten gaan leven, maar we kunnen wel wat van ze leren. Een zwerver is te beschouwen als een kind dat niet volledig meespeelt in het wereldse schouwspel; het schouwspel van de illusies. En hoe kort toch zijn deze illusies. Niets van deze illusies kunnen we uiteindelijk meenemen. Wat is dan de waarde daarvan ? Voor ons mensen is het goed om keer op keer stil te staan en onze reacties op bepaalde gebeurtenissen die ons raken te analyseren. Bij voorbeeld, waarom laat ik mij somtijds ongecontroleerd meeslepen in oeverloze discussies en waarom wil ik gelijk hebben? Wanneer je de nutteloosheid van dat soort gesprekken inziet kan het voorkomen dat je tegen jezelf zegt, voortaan zal ik er op letten om mijzelf daarin niet meer te verliezen. En toch gebeurt dat vaak weer. Zo zie je maar, hoe snel we onszelf kunnen vergeten. Wij zouden alles moeten doen om onszelf nooit meer te vergeten. We zouden zodoende leren afstand te nemen van ons uiterlijk vertoon. Waarbij wij dan uiteindelijk tot de conclusie komen, dat deze reacties te maken hebben met onze persoonlijkheid; het masker, dat wat we gedurende ons leven om onszelf hebben heen gebouwd. Een voorbeeld, stel dat ik een hoge dunk van mijzelf heb en iemand zou zeggen dat ik maar een mislukkeling ben, dan zou ik mij beledigd kunnen voelen; het raakt mijn persoonlijkheid. Zou ik de weg van het midden steeds voor ogen hebben dan zullen beledigende opmerkingen weinig invloed op mij uitoefenen. Het zou zijn alsof een onwijs iemand zou zeggen, je bent niet goed bij je hoofd. In zo’n geval komt er ten hoogstens een glimlach van begrijpen om mijn lippen. Ik ken zijn handicap. Jezus Christus begreep ongetwijfeld ook waarom de mensen hem zo vijandig behandelden, vandaar dat hij tot zijn hemelse Vader bad met de woorden; “Vader vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen”. Hij begreep de onwetend234 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 17-6 5 10 15 20 25 30 35 40 heid van de mensen. Deze voelden zich zeker en comfortabel met wat zij in de loop van tijden hadden opgebouwd, al waren die dikwijls niet van ellende ontbloot. Het gaf ze toch vastigheid; een materialistische uiting. Omdat Jezus met iets nieuws kwam werden zij angstig en onzeker en daardoor agressief. Het onbekende is voor deze mensen altijd vijandig, want het kan hun wereldje verstoren. Vandaar ook dat Science fiction verhalen die met andere werelden te maken hebben, bevolkt schijnen te zijn met Aarde vijandige wezens. Hieruit blijkt dat het grootste gedeelte van de mensheid nog niet rijp is om in contact te treden met mogelijke wezens in andere werelden. Dit contact hoeft niet per se lichamelijk te zijn. Mensen die het volgen van de weg van het midden nastreven, zullen er niet gauw toe komen een gewaad aan te trekken waar hun zogenaamde goedheid of heiligheid uit zou blijken. Dat zijn zaken die met de materiële wereld te maken hebben. Is het niet zo, dat het op juist handelen aankomt. Immers, aan de vruchten kent men de boom en niet aan de kleding. Deze mensen zullen ook niet snel diegenen achterna lopen of verafgoden die zich opwerpen als leermeester of goeroe, want de echte leermeester bevindt zich in de mens zelf. In de mens leeft Gods geest. Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? (Korinthiërs 3:16). Deze meester geeft zekerheid en maakt geestelijk onafhankelijk van anderen, omdat hij in het midden staat; De waarheid. Wij mogen natuurlijk wel een voorbeeld nemen aan moreel hoogstaande mensen die te herkennen zijn aan hun altruïstische gedragingen en zo nodig proberen hun gedrag na te volgen. Alsmede luisteren wat zij te zeggen hebben, want het kan meehelpen een licht in ons te ontsteken. We kunnen als het ware gaan resoneren op wat zij zeggen en worden dan het een of ander bewust. Laten we echter op onze hoeden blijven en de anderen beschouwen als mensen zoals wijzelf, niets meer en niets minder. Dus als je broer of zuster in de letterlijke zin, met hun goede en slechte eigenschappen. En al zijn ze nog zo goed, je zal niet voor hen op je knieën vallen. Denk daaraan. 235 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 17-7 5 10 Om deze weg van het midden te volgen, moeten bergen geslecht en dalen gevuld worden. Want uiteindelijk zal alles gelijk worden. Wat wij met onze aardse zintuigen waarnemen is een afwijking van de normaal, de normaal waar eenheid heerst en waar tijd en dood niet bestaan of een andere waarde heeft. Door afstand te leren nemen van het uiterlijke of materiële zal de vereenzelviging met het materiële, waaraan bijna de gehele mensheid lijdt, worden opgeheven. Dit kan in een flits plaats vinden. Onze ogen worden dan geopend voor een andere bewustzijnsvorm. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) 15 20 25 30 35 Het leven is als een mens die de top van een berg wil bereiken. De gevaren die hij daarbij ondervindt geven hem door de te ondervinden angst en spanning een kick. Eigenlijk is het gehele leven een angstaanjagende gebeurtenis. Wij zijn dat niet meer ten volle bewust, omdat we veel van die angsten verdrongen of afgeschermd hebben We moeten daarbij ook eens denken aan Arjoena, Krishna zijn wagenmenner en Wagen en wat de betekenis daarvan zou kunnen zijn. Zij komen voor in het verhaal van de Bhagawad Gîtâ, een onderdeel van het 200.000 regels tellende en langste gedicht ter wereld, het Mahabharatam. Daarin staan zij op het slagveld tussen twee legers der elkander vijandige en verwante geslachten, zijn bloedverwanten die op het punt staan elkaar te gaan bestrijden en waar Arjoena in vertwijfeling vraagt, moet dat nou, moet ik nu strijden tegen mijn verwanten?. Krishna zegt hem dat dit zijn plicht is. Hier zien we drie elementen, twee tegenover elkaar staande legers die spanning opwekken en Arjoena die in het midden staat. De strijd moet worden gestreden. Zoals ook de mens zijn innerlijke en uiterlijke strijd op het slagveld der natuur heeft te strijden. Een strijd die zijn ultieme hoogtepunt vindt op het slagveld van josafat, het Armagedon genaamd. 40 236 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 17-8 5 10 15 Misschien is het raadzaam een stukje uit de Bhagawad Gita34 te lezen waarin verteld wordt dat Arjoena zijn verwanten moet gaan bestrijden. Arjoena is in grote verlegenheid en vraagt aan zijn wagenmenner Krishna, moet dat nu? Krishna antwoordt, ja, het is je plicht. Arjoena’s verwanten zijn de slechte eigenschappen, waartegen hij heeft te strijden en zo gaat het verhaal verder. We zien hier drie elementen. Arjoena, Krishna en de wagen waarin de twee zich in voortbewegen. Wat stellen die drie elementen voor? Wagen voor lichaam, Arjoena voor het beweeglijke het leven dat doet veranderen en zwalkt van de ene naar de andere zijde of naar de positieve en negatieve kant en Krishna staat voor het midden het onbeweeglijke en het onverstoorbare. 20 25 30 35 34De Bhagawad Gita is een onderdeel van de Mahabharatam het langste Indische gedicht ter wereld met 200.000 regels. 237 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 18-1 GEDACHTETHEMA NO. 18 5 CREËREN MET TEGENSTELLINGEN Er staat in de bijbel geschreven, dat wat maar door de onverdeelde mensengemeenschap bedacht kan worden ook uitvoerbaar is. (Gen. 11:6) 10 Hoe waar is dit ? Allereerst zullen we onze gedachten laten gaan over het denkproces en zijn programmatuur, te beginnen met de vraag of de volgende stelling waar is. 15 STELLING Alles wat door de mens bedacht kan worden heeft de mogelijk in zich om verstoffelijkt te worden op het aardse vlak. 20 25 30 35 Laten we dit eens analogisch overdenken in relatie met de computertechnologie. Want is de computer niet een verstoffelijking van een gedachteconstructie en een afspiegeling van ons zelf ? Wij kunnen immers niet anders en meer of beter scheppen dan we zelf zijn. De basis elementen waar een computer mee werkt zijn een hoeveelheid poortjes of schakelaars die open en dicht kunnen staan. Deze poortjes of schakelaars zijn te vergelijken met toegangswegen, bruggen en knooppunten in een verkeersweg, waarmee men het wegverkeer, in ons geval een elektronen-of energiestroom, naar een bepaald doel leidt om daar een handeling te bewerkstelligen. Wanneer een schakelaar dicht staat krijgt deze als waarde een "1" en wanneer deze open staat een waarde "0", waardoor bijvoorbeeld een lamp wel of niet brand. Door meerdere schakelaars achter elkaar of naast elkaar te zetten en te verbinden, respectievelijk in serie of parallel, kunnen al 40 238 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 18-2 lerlei verschillende verbindingscombinaties gemaakt worden. Enkele daarvan laten we hier zien. 5 10 De open/dicht toestanden van deze elementen zijn begrijpelijk voor computers en machines. Zoals Ja en Nee voor ons, denkende wezens, begrijpelijk zijn. Dit houdt dus ook in, dat wij verschillende combinaties van nullen en enen kunnen maken, wat even verder verduidelijkt zal worden 15 Analoog aan het bovenstaande, maar op een hoger niveau, beschikt de mens over denkelementen waarmee hij gedachteconstructies kan maken, die hij dan weer op een lager niveau een tastbare vorm kan geven. 20 Laten wij nu eens voor het beter begrijpen van computerwerking iets gaan doen met computer elementen. de 239 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 18-3 5 10 15 20 25 30 35 40 Aan de letters van het alfabet kan een getal toegekend worden en dat getal kan dan weer uitgedrukt worden door een combinatie te maken van nullen en enen; wat binaire getallen zijn, behorende tot het tweetallig stelsel. Wanneer we als voorbeeld de ons bekende decimale getallen 1 t/m 26 in enen en nullen, het tweetallige stelsel, willen weergeven, gebruiken we daarvoor de van rechts naar links oplopende reeks: 16, 8, 4, 2, 1 en maken daarmee volgende combinaties: Combinatiegetallen: enz.16 8 4 2 1 = 0 0 0 0 2 = 0 0 0 1 3 = 0 0 0 1 4 = 0 0 1 0 5 = 0 0 1 0 6 = 0 0 1 1 7 = 0 0 1 1 8 = 0 1 0 0 9 = 0 1 0 0 10 = 0 1 0 1 11 = 0 1 0 1 12 = 0 1 1 0 13 = 0 1 1 0 14 = 0 1 1 1 15 = 0 1 1 1 16 = 1 0 0 0 17 = 1 0 0 0 18 = 1 0 0 1 19 = 1 0 0 1 20 = 1 0 1 0 21 = 1 0 1 0 22 = 1 0 1 1 23 = 1 0 1 1 24 = 1 1 0 0 25 = 1 1 0 0 26 = 1 1 0 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 240 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 18-4 5 Voorbeeld: Voor het samenstellen van het getal tien moet men 8 en 2 optellen, men zet dan onder de combinatiegetallen 8 en 2 'n 1 en voor de combinatiegetallen die men niet gebruikt 'n 0. Het binaire getal voor 10 is dus 01010. 10 Zo ook kan een geschrift in binaire getallen worden geschreven. In de Bijbel staat: "En God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis". Deze zelfde zin luidt in de binaire getallentaal, gebruikmaking van de voorgaande omzettingstabel,: met 15 En God 00101,01110 Schiep 20 10011,00011,01000,01001,00101,10000 De 00100,00101 25 00111,01111,00100 Mens Naar 01101,00101,01110,10011 Zijn 11010,11001,01110 01110,00001,00001,10010 Beeld 00010,00101,00101,01100,00100 En 00101,01110 Gelijkenis 30 35 40 Zo kunnen op een computermonitor plaatsen bepaald worden, door aan de coördinaten een binaire waarde toe te kennen en deze in de computer te voeren. Dat houdt in, dat iedere afbeelding op het scherm weergeven kan worden door gebruik te maken van enen en nullen. Ja, zelfs een drie dimensionaal beeld kan op deze wijze worden weergegeven. 18-5 En gekoppeld aan een naai- of weefmachine, kan er een patroon gemaakt worden op het stoffelijk vlak. Dit patroon wordt daarvoor eerst door ons zelf met behulp van onze hersenen gecreëerd en daarna met behulp van de computer zichtbaar op de computermonitor gemaakt. Ja, er kunnen zelfs met machines gekoppeld aan een computer tast 241 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 18-5 5 10 15 20 25 bare driedimensionale beelden vervaardigd worden. Het scheppen zelf gebeurt dus op een hoger niveau, maar daarna wordt er een programma geschreven in enen en nullen om het begrijpelijk te maken voor de computer en de machine. Als voorbeeld is hierna een figuur uitgebeeld met behulp van nullen en enen. De omtrek van deze schetsmatig gegeven menselijke figuur werd verkregen, door rechte lijnen te trekken tussen de opeenvolgende getallen. De plaatsen van deze getallen worden door coördinaten bepaald. Het coördinatiegetal vóór de punt geeft het getal aan dat op de horizontale lijn ligt en het coördinatiegetal na de punt welke op de verticale lijn ligt. Deze coördinaatgetallen zijn vertaald naar nullen en enen. Om dit aan te tonen zijn de verschillende soorten getallen hieronder gegeven in de kolommen. Daaruit blijkt dat alle vormen bepaald kunnen worden door combinaties van de meest elementaire getallen, 1 en 0. Allereerst dan de coördinaatgetallen die nodig zijn voor de samenstelling van het figuur. We beginnen dus met punt 1 te zetten op de coördinaten 2 en 6, in het binaire getallenstelsel respectievelijk 00010 en 00110 enz. 30 35 40 242 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 18-6 C O ö R D I N A T E N | Coördinaten in 5 10 15 20 25 30 | Binaire getallen 1 op coördinaten 2 2 ,, ,, 2 3 ,, ,, 5 4 ,, ,, 5 5 ,, ,, 6 6 ,, ,, 6 7 ,, ,, 14 8 ,, ,, 14 9 ,, ,, 8 10 ,, ,, 8 11 ,, ,, 11 12 ,, ,, 21 13 ,, ,, 13 14 ,, ,, 13 15 ,, ,, 21 16 ,, ,, 21 17 ,, ,, 8 18 ,, ,, 8 19 ,, ,, 14 20 ,, ,, 14 21 ,, ,, 6 22 ,, ,, 6 23 ,, ,, 5 24 ,, ,, 5 1 ,, ,, 2 en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en 6 9 9 8 8 11 11 10 10 9 9 8 8 7 7 6 6 5 5 4 4 7 7 6 6 = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = 00010 00010 00101 00101 00110 00110 01110 01110 01000 01000 00111 10101 01101 01101 10101 10101 01000 01000 01110 01110 00110 00110 00101 00101 00010 en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en 00110 01001 01011 01000 01000 01011 01011 01010 01010 01001 01001 01000 01000 00111 00111 00110 00110 00101 00101 00100 00100 00111 00111 00110 00110 35 40 243 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 18-7 Het aantal combinaties die met een computer gemaakt kan worden hangt af van de grootte van het computergeheugen; 5 244 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 18-8 5 10 15 20 25 30 35 40 dus het aantal schakelaars die deze bezit; uitgedrukt in bytes. Een byte bestaat uit 2 groepen van 4 bits. Bits geven de getallen posities, van rechts naar links gelezen, aan, zoals in de voorgaande combinatiegetallen tabel. Met één byte kunnen de getallen 1 t/m 255 worden uitgedrukt. Ouspensky, de Russische wijsgeer schreef in zijn boek "Op zoek naar het wonderbaarlijke" (Fragmenten van een onbekende leer), alle chemische elementen zijn combinaties van waterstof atomen. Hij legt in zijn boek ook uit waarom. Er is veel voor dit idee te zeggen. Ten slotte worden ingewikkelde constructies samengesteld met eenvoudiger onderdelen. Volgens de astronomen is waterstof het eenvoudigste en het meest voorkomende element in de kosmos. In deze, in de kosmos aanwezige waterstofwolken kunnen sterrenstelsels tot ontwikkeling komen, die dan weer op hun beurt voor de aanmaak van de zwaardere, ingewikkelder elementen zorgen. Met de hierboven gegeven voorbeelden zien we, dat in feite de gehele natuur zoals wij die kennen met al zijn ingewikkelde vormen en met nog zovele onbegrepen zaken, kan bestaan uit twee eenvoudige elementen. Ook blijkt daaruit dat we onze gedachten uit kunnen drukken door het combineren van twee zeer eenvoudige elementen, nl. énen en nullen of wel ja-tjes en nee-tjes en dat aan de basis van ons allereerste denken de keuze ligt, van het doen of niet doen of met het gevoel, het is aangenaam of onaangenaam. Een van de allereerste handelingen in de schepping zal geweest zijn, de splitsing van het ene in twee tegengestelde krachten. Een positieve en een negatieve kracht; de Yang en de Yin. Deze splitsing bleef zich maar herhalen, waardoor veelheid ontstond en steeds meer ruimte en de mensheid zich steeds verder van het middelpunt verwijderde. Door deze veelheid zie wij de kernzaken niet meer zo duidelijk en geldt het gezegde:”Wij zien door de bomen het bos niet meer”.. Om iets van onze oorsprong en het grote geheel te kunnen begrijpen zouden we het beginpunt, onze basis, terug moeten vinden. 245 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 18-9 5 10 15 20 25 30 35 Soms moeten we daarbij ons denkproces los laten en terug vallen op ons gevoel of intuïtie. Het gebied waar wij inspiratie uit kunnen putten. Wij spraken over de Yang en de Yin, termen die in het Chinese orakel boek de“I-TJING”; Het Boek der Veranderingen gebruikt worden. De opbouw van het boek doet enigszins wiskundig aan en bestaat uit 64 zesregelige hexagrammen met de daarbij behorende beschrijvingen. Een hexagram is opgebouwd uit een combinatie van hele en gebroken lijnen, respectievelijk de yang en yin lijnen. Een paar voorbeelden van lijnencombinaties die ook in de Koreaanse vlag te vinden zijn, hebben we hieronder gegeven. Hoe worden nu een Yang-Yin combinatie bepaald? In het kort gezegd komt het hierop neer. Je stelt een vraag waarbij je dan drie munten op gooit en kijkt hoeveel er kop en hoeveel er munt zijn. Kop staat dan voor yang en munt voor yin. (Wij gaan voor het vinden van de hexagramcombinaties hier niet verder op in, omdat wanneer iemand daarin geïnteresseerd is, de I-Tjing beter zelf kan inzien). Wanneer de combinatie bepaald is, zoek je deze in het ITjing boek op. Waarin alle Yang-Yin combinaties met een beschrijving die erbij hoort te vinden. Kijk vervolgens wat dit voor je betekent. Eigenlijk is het in principe gelijk aan het koffiedik kijken of tarotkaarten leggen. Ons inwezen weet het antwoord op de vraag reeds, maar krijgt nu de gelegenheid om met behulp van dit medium het onderbewustzijn daarin als het ware te weerspiegelen en voor ons kenbaar te maken. De omschrijving geeft geen pasklaar antwoord. Het kan voor iemand anders een andere betekenis hebben. Veel hangt af, zo niet alles, van de gevoeligheid van de uitlegger daarvan. Het systeem zal te maken hebben met de synchroniciteit van al het bestaande. Alles blijft ten alle tijden verbonden met elkaar. Er zijn 246 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 18-10 5 10 15 20 25 30 35 lieden die dit systeem uitprobeerden en na een keer gegooid te hebben dit daarna nog eens deden en zeiden, maar een paar minuten geleden kreeg ik een andere omschrijving op mijn vraag. Zij beseften niet dat het leven continu verandert en dat een kleine verandering nu, in de toekomst grote gevolgen kan hebben. Ons bewustzijn is naar de toekomst toe en ook naar het verleden, als met een sluier afgedekt. Wij zien in onze wereld alles fragmentarisch. Wanneer deze sluier wordt weggenomen weet je, dat je het altijd wel hebt geweten, maar je kon er niet bij. Betreffende de DNA opbouw willen we hier ook nog vermelden dat met behulp van de 3 neocleoten in de 20 aminozuren, 64 combinaties van eiwitten worden gecodeerd. Is dit een toevalligheid in relatie met de 64 hexagrammen die met de 6 Yang/Yin te maken zijn.? Met de 6 Yang/Yin lijnen zijn dus 64 verschillende hexagrammen te maken en in verband daarmee zullen we wat gaan spelen met het getal 2 Dit getal 2 laten we kwadratisch oplopen. Dat ziet er zo uit: 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26. De kleine getallen boven de tweetjes worden de exponenten van deze getallen genoemd, daarom kunnen we ook zeggen, de getallen lopen exponentieel op. Deze waarden zonder hun exponenten zijn dan: 1, 2, 4, 8, 16, 32 en 64. Voor degenen die het niet weten of vergeten zijn, even dit ter verduidelijking:23 oftewel 2 tot de 3de macht verheven, betekent 2x2x2=8 en 26 tot de 6de macht betekent 2x2x2x2x2x2=64. Ter herinnering voor de geïnteresseerden. Voor het delen op elkaar van getallen met exponenten moeten de exponenten van elkaar afgetrokken worden. Dat gaat als volgt: 25:23=25-3=22=4 en 22:22=22-2=20=1; want 4:4=1. Vandaar dat 60 ook gelijk is aan 1. 40 247 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-1 GEDACHTETHEMA NO. 19 5 DE BIG BANG/TIJD/RUIMTE HYPOTHESE. 10 15 20 In het algemeen wordt tegenwoordig aangenomen, dat ons Universum zou zijn ontstaan met een grote knal; beter bekend onder de naam de “BIG-BANG”. De theorie daarvan is, dat alle hemellichamen zich van een centraal punt verwijderen, en naar mate deze hemellichamen verder van dat punt verwijderd zijn, des te groter hun snelheid moet zijn. Deze snelheid kan worden afgeleid uit de kleurverschuiving naar rood van deze sterren, veroorzaakt door het zogenaamde Dopplereffect. Dit Dopplereffect kan ook worden opgemerkt bij motorgeluid, dat in toonhoogte omhoog gaat wanneer de motor naderbij komt en omlaag gaat wanneer de motor zich verwijdert. De oorzaak hiervan is, dat de geluidsgolven eerst meer en meer worden gecomprimeerd en na het passeren van de motor meer en meer worden uitgerekt. In zo ver lijkt deze theorie juist, hoewel niet volledig. Deze theorie zou uitgebreid kunnen worden met antwoorden op de volgende belangrijke vragen: 25 30 35 40 Ten eerste: Wat gebeurde er tijdens de BIG-BANG en daarvoor? Ten tweede: Wat gebeurt er met het materiaal dat zich van het BIG-BANG-punt verwijdert? Keert dat uiteindelijk terug naar het beginpunt, gelijk een bal die we omhoog hebben gegooid weer terugvalt? De volgende opgestelde BIG-BANG-hypothese geeft niet alleen een verklaring voor het verschijnsel de Big Bang, maar ook wat de grondslag zou kunnen zijn van magnetisme, zwarte gaten, materie, tijd en ruimte. Deze hypothese toont ook aan dat het heelal zich in een versneld tempo uitzet. Dit laatste werd pas in 2001 ontdekt, deze hypothese werd echter reeds vele jaren eerder opgesteld, dit geeft al aan dat er in deze theorie een grond van waarheid moet zitten. Het verklaart ook de reden waarom de maan zich langzaam van de aarde verwijdert en waarom reizigers die de aarde in een ruimtevoertuig 248 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-2 5 10 15 20 25 30 35 40 verlaten, welke de lichtsnelheid benadert, minder snel oud worden. Het laat daarentegen ook zien, dat wanneer zij weer naar het punt van vertrek bewegen versneld ouder worden. Tevens toont het aan, dat alle materie of massa in het heelal door deze versnelde uitdijing uiteindelijk weer in straling zal overgaan en zal verdwijnen op het punt van uitgang. Dit uitgangspunt is niet die van de Big-Bang, deze vond volgens de hypothese plaats halverwege een cyclus. Het maakt ook duidelijk dat tijdverkorting zoals voorzegd in het evangelie Mateüs(24-22) geen loze uitspraak was. Wij komen verderop in dit gedachtethema daar nog op terug. Deze hypothese is gebaseerd op een hoogstwaarschijnlijk daaraan analogisch verschijnsel in vloeistof, opgemerkt door de schrijver van “PI-PHI”. Allereerst geeft hij een beschrijving van wat hij als een analogie voor de BIG-BANG in de vloeistof waarnam, daarna volgt die van de hypothese. Daarbij moeten we bedenken dat natuurlijke verschijnselen en wetten hun gelijkenis kunnen hebben op andere gebieden en op een hoger bestaansniveaus. Want komt niet alles uit het hogere en onzichtbare voort, van waaruit naar eigen beeld en gelijkenis geschapen wordt. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) Allereerst nu dan een beschrijving van wat de schrijver ervoer en wat hij zag als analoog aan het Big Bang proces. Op een avond zat hij mediterende in een leunstoel naast de haard, waarop een glazen pot met koffie stond. Zijn ooghoogte was juist iets hoger dan de vloeistofspiegel in die pot. De verlichting daarvan precies goed. Na zijn meditatie gebeurde het, dat hij per ongeluk tegen de haard stootte en opmerkte, dat twee vloeistofgolfjes aan iedere kant van de pot naar het midden van de pot toe begonnen te bewegen. Op hun weg daar naar toe werd ieder van deze twee vloeistofgolfjes verdeeld in twee wervels of draaikolkjes. Er waren nu dus 4 draaikolkjes te zien. De middellijn van deze draaikolkjes werd steeds kleiner terwijl de draaisnelheid steeds groter werd: gelijk bij pirouetten. Intussen bewogen zij zich verder naar het gemeenschappelijke midden. Daar aangekomen verdwenen zij voor een fractie van een seconde 249 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-3 5 10 15 in een punt, om weer te verschijnen als 4 draaikolkjes, maar wel met een omgekeerde draairichting. De omkering van deze beweging is te vergelijken met het touwtje van een Jojo35 die eerst wordt afgerold en vervolgens weer in omgekeerde richting om de jojo wordt gerold. Op weg naar de potwand vormden zij weer twee halve golfcirkels en verdwenen daar. Ongetwijfeld zal dit verschijnsel weleens meer waargenomen zijn, maar de tijd was waarschijnlijk toen nog niet rijp genoeg om daarin geïnteresseerd te geraken en een link te leggen tussen dit verschijnsel en het Big-bang fenomeen. Zulke bemerkingen gebeuren zo nu en dan en helpen om een antwoord te vinden op openstaande vraagstukken. Hoewel gezegd moet worden dat de voorafgaande meditatie van de schrijver hem hoogstwaarschijnlijk in een bewustzijnstoestand kan hebben gebracht, waardoor dit verschijnsel door hem kon worden opgemerkt, aldus de schrijver. 20 Er is door onze geleerde en wijze voorvaderen geschreven, geïnspireerd of niet: “En God zeide: Er zij licht; en er was licht”. 25 30 Het allereerste licht is te beschouwen als het begin van de schepping. Een ontwaken. Het tot bewustzijn komen. Het begin van een ontwikkeling; evolutie36. Hier wordt met licht niet het zonlicht bedoeld, want de zon werd volgens oude geschriften op de 4de scheppingsdag37 geschapen. 35 Het woord licht dat in dit GEDACHTETHEMA wordt gebruikt, moeten we opvatten als een verzameling van allerlei soorten stralingsenergieën en wel het gehele scala aan golflengtes van bv. infrarood- tot en met kosmische straling. Zie de beschrijving voor de JoJobeweging verder in dit hoofdstuk. komt van het Latijnse woord evolutio en betekent beweging, afwikkelen, ontrollen. Deze beweging vormt de basis van onze Big Bang hypothese. 37 Een scheppingsdag kan wel millioenen jaren geduurd hebben. 35 36Evolutie 250 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-4 5 10 15 20 25 30 Nu dan de BIG-BANG hypothese. In een analogische overeenstemming met de hier voorafgaande ervaring van de schrijver, vindt een BIG-BANG halverwege een tijdcyclus plaats en begon de schepping van onze wereld met behulp van lichtenergie, in de vorm van twee halve lichtgolfcirkels. Deze lichtgolfcirkels zijn tegenover elkaar gelegen en bewegen zich beide naar het centrum toe. Deze twee halve lichtgolfcirkels zouden kunnen worden beschouwd als een positieve en een negatieve lichtgolf. Zij zijn niet alleen tegenover elkaar gelegen, maar de een start als een naar boven gewelfde golf en de ander als een naar beneden gewelfde golf. Op weg naar het centrum delen de twee golven zich ieder in twee spiraalvormige wervels of draaikolkjes. Deze 4 draaikolkjes beginnen om hun eigen middelpunt te draaien daarmee een hoeveelheid energie insluitend38. Zie figuren 1 t/m 4. die het verschijnsel in de pot aangeven Wanneer de 4 wervels zich naar hun gezamenlijk middelpunt begeven wordt, doordat zij door wederzijdse weerstand op een steeds kleiner gebied worden samengedrongen en in verband met het behoud van energie, hun rotatie snelheid steeds groter. Op de duur zal deze zo snel zijn, dat de wervelingen zich voordoen als compacte massa’s. Wij kunnen zeggen dat ieder deeltje daardoor een relatief vaste massa of element is geworden. Denk maar eens aan een fietswiel. Draait deze heel langzaam, dan lukt het nog wel om een vinger tussen de spaken door te steken. Dit lukt niet meer wanneer de snelheid van het wiel zeer hoog is. Het kan zelfs zo zijn, dat wanneer het wiel een zeer hoge snelheid zou bereiken het op een solide metalen plaat gaat lijken. 35 38Is dit de reden dat de alchimisten dachten, dat stoffen uit 4 basis bestanddelen waren samengesteld? 251 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-5 5 10 15 Er wordt hier gemakshalve gesproken van 1 paar halve lichtgolven, maar in werkelijkheid kunnen er bij het allereerste begin wel ontelbare paren tegelijkertijd geweest zijn. Het kleine kan daarbij ook weer zijn gelijkheid vinden in een grotere en nog grotere, zoals cycli onderdeel uit kunnen maken van grotere en deze weer van nog grotere. Zo kan een grote spiraalwervel weer opgebouwd zijn uit vele kleinere. Zou het kunnen, dat de eerste en eenvoudigste bouwstoffen voor elementen, verschillende combinaties van deze 4 wervels zijn. Als nu de 4 wervels in het middelpunt samenkomen, verdwijnt het geheel en komt haaks staande op die van de 252 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-6 5 10 implosie weer te voorschijn, maar nu met een veranderde draairichting. Dit weer te voorschijn komen wordt de Big-Bang genoemd. Bij verwijdering van het Big-Bang punt neemt hun draaisnelheid af terwijl de diameter van de spiraalwervels of draaikolken groter wordt en minder compact. Uiteindelijk zullen zij eindigen in 2 halve cirkelvormige golven. Daar aan het eind van een cyclus verdwijnt de lichtenergie uit ons gezichtsveld. De lichtenergie wordt geabsorbeerd door wat wij ether noemen. Want gelijk draaikolken in het water verdwijnen, zo ook gebeurt dit hier. Een cyclus van de misschien vele, is dan voltooid. 15 20 25 30 35 Hierbij moet nog worden opgemerkt, dat de implosie en explosie, volgens onze maatstaven, de indruk geven heel snel te gebeuren. Dit heeft te maken met het feit, dat de tijd/ruimte dicht bij het Big-Bang-punt gecomprimeerd is, verderop zal dit nog met een voorbeeld worden verduidelijkt We kunnen ons afvragen waarom onze snelheid die van het licht niet kan overtreffen. Het antwoord zou dan kunnen zijn, aangezien straling een spiraalvormige werveling of golfbeweging is, zal deze bij het bereiken van een cirkelvorm ophouden straling of licht te zijn. De daarbij vrijkomende energie gaat dan over in iets wat van een geheel andere orde moet zijn. Uit de onderstaande formule wordt door de wetenschap de conclusie getrokken, dat massa nooit de snelheid van het licht kan bereiken, omdat de massa daarmee tot in het oneindige toeneemt. Waar dan weer een oneindige grote kracht voor nodig zou zijn om die lichtsnelheid te bereiken. Hierbij wordt aangenomen dat deze energie niet beschikbaar is. Men komt er toe zulke conclusies trekken, wanneer men de formule van Einstein, E=mc2 als een starre onveranderlijke 40 253 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-7 5 10 15 20 25 30 35 40 mathematische constructie ziet. Materie kan volgens de hypothese, die we hier behandelen, worden gezien als spiraalvormige energiewervels, bestaande uit licht of stralingsenergie. Dit blijkt alreeds uit het feit, dat bij atoomsplitsing straling vrijkomt. En volgens de Big Bang hypothese zet een lichaam bij een versnelde rechtlijnige beweging uit en gaat uiteindelijk over in de voor ons zichtbare en onzichtbare straling. Dit is in het geheel niet in overstemming is met de bestaande opvattingen. Wij weten echter dat bij extreem hoge en lage temperaturen, stoffen zich anders gaan gedragen, waarop de normaal gangbare natuurwetten niet meer van toepassing zijn, zou dit dan ook niet kunnen gelden voor extreem hoge snelheden, waarbij de massa van vorm verandert. Wel moet gezegd worden dat bovenstaande formule voor massavermeerdering lijkt op te gaan voor ons aardse systeem, maar in het kosmisch geheel hebben we ook nog rekening te houden met onze snelheid ten opzichte van het Big-Bang explosiepunt. Verderop wordt verduidelijkt wat hiermee wordt bedoeld. Al het materiële is relatief. Wij materialisten zoeken altijd vastigheid, hetzij in natuurwetten, hetzij in religies, etc. Dit kan op het moment voor ons gemak juist zijn, maar we moeten geen fundamentalisten worden in de slechtste betekenis van dit woord. De materiële wereld wordt als door een denkbeeldige cirkel omsloten, waarin lichtspiralen over kunnen gaan in cirkels; een cirkel staat voor het begrip oneindigheid. Het is als een slang die in zijn eigen staart bijt, daar waar Alfa gelijk Omega is. Op dat punt verdwijnt dan het verschijnsel licht uit ons gezichtsveld en tevens uit de oneindigheid, want van een hoger bewustzijnstoestand bekeken bestaat oneindigheid niet. Dit alles vindt plaats in een bewustzijnsveld, waarbij moet worden opgemerkt dat ons individuele bewustzijn wordt beknot door ons materiële omhulsel. In Gedachtethema No. 2 hebben we een link gelegd tussen licht weerstand en bewustwording, maar wat is nu het verband tussen bewustzijn en energie? Een vraag, waarop we misschien in Gedachtethema no. 20 een antwoord op kunnen krijgen. 254 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-8 10 Ondertussen gaan we verder met nog een voorbeeld te geven. Wanneer we ons in de ruimte van een Big-Bang explosie punt af verwijderen met een schijnwerper in onze handen en we zouden de schijnwerper richten in de richting van onze beweging, dan zou de som van onze bewegingssnelheid en die van het licht(c) uit onze schijnwerper in totaal 299792,5 km/sec. moeten zijn. Dus onze eigen snelheid (Vm) plus die van het licht (Vc) is ctotaal. Anders geformuleerd: (Vm) + 15 (Vc) = ctotaal (V staat voor snelheid en M voor massa) Licht zal bij een grotere snelheid op houden licht te zijn en uit ons gezichtsveld verdwijnen, terwijl bij vermindering van de rechtlijnige golfbeweging licht uiteindelijk, voor ons, zal overgaan in materie. 5 20 25 30 35 40 Wanneer een lichaam of massa is opgebouwd uit wervelende elementen, dan heeft dat lichaam interne bewegingen die we niet waarnemen. De interne baansnelheden, die zich spiraalvormig kunnen uitbreiden en de externe relatief rechtlijnige beweging van dat lichaam geeft aan, dat (c) niet constant hoeft te zijn, maar wel, dat het totaal aan hoeveelheid energie constant blijft. Met de materie en de tijd waar wij in onze wereld mee te maken hebben is Einstein’s formule E=mc2 voor praktisch gebruik goed genoeg en kan de massa als onveranderlijk opgevat kunnen worden. Maar het een kan wel in het andere overgaan, waarbij (E) onveranderd blijft. De lichtsnelheid kan dus flexibel zijn. Er is bewezen dat proeven met licht t.o.v. mee of tegenbewegingen nooit een grotere of kleinere snelheid hebben laten zien, maar dit zou hoogstwaarschijnlijk wel het geval zijn, wanneer we de proef zouden hebben kunnen nemen, waarbij wij zelf dan een zeer hoge snelheid hadden. Wij zien wel meer van deze eigenschappen, zoals bij de formule E=mc2, in natuurwetten waarbij onderdelen van een formule veranderen, maar de totale waarde gelijk blijft bv., P1 x V1=P2 x V2, waarbij P staat voor druk en V voor volume. Laat men gas met een bepaalde druk in een grotere ruimte stromen dan neemt het volume daarvan wel toe maar de druk zakt, P x V blijft in beide gevallen gelijk. Zoiets hebben we ook met de wet van Bernouilli, waarin snelheid in druk 255 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-9 5 10 15 20 25 30 35 40 en druk in snelheid kan overgaan, maar het totaal aan druk en snelheid blijft gelijk. Denk maar aan het effect op vliegtuigvleugels. De vleugel is licht gebogen waardoor de lucht aan de bovenkant daarvan een langere weg sneller moet afleggen dan aan de onderkant om samen weer gelijk aan de achterkant van de vleugel uit te komen, daardoor treedt aan de bovenkant van de vleugel een luchtverdunning op die het vliegtuig een lift up geven. Gaat een vliegtuig langzamer vliegen, zoals bij het landen, dan schuiven de vleugelflappen uit, de vleugel wordt hierdoor nog meer gekromd en de lucht onder de vleugel afgeremd waardoor een nog grotere opwaartse druk wordt gecreëerd en het vliegtuig genoeg zweefkracht geeft. Wij kunnen massa en straling niet als twee totaal van elkaar verschillende elementen zien. Massa kan in straling overgaan en andersom. Wij kunnen zeggen, er is een wisselwerking tussen lichtgolven en massa, maar het totaal aan energie blijft gelijk in overeenstemming met de formule E=mc2 Analogisch zouden we het kunnen beschouwen als de som van de potentiële en de kinetische energie. De straling naar het Big-Bang punt is dan de kinetische energie en hoe meer deze straling, in de vorm van een golf, het Big-Bang punt benaderd, de meer de rechtlijnige beweging van deze straling wordt afgeremd en overgaat in steeds sneller draaiende en kleiner wordende spiraalwervels. Relatief t.o.v. de omgeving is dan de kinetische energie overgegaan in een potentiële. Mogelijk geeft deze hypothese ook een antwoord op de vraag, wat de reden is van een enorme lichtexplosie,(Gammastraling), aan het uiteinde van ons zichtbare Universum, welke werd opgemerkt door astronomen in Los Alamos(New Mexico), zoals dat in een nieuwsblad van 6 februari 1999. stond en opgemerkt werd door de Nederlands-Italiaanse satelliet BeppoSAX en het Gammalicht observatorium Compton van de NASA, want aan de rand van ons Universum verandert alle materie toch weer, volgens de hypothese, in licht en verdwijnt dan uit ons gezichtsveld. 256 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-10 5 10 15 20 25 30 35 Volgens de hier beschreven Big-Bang hypothese, zal al het stoffelijk materiaal zich met een steeds groter wordende snelheid van het BIG-BANG punt af bewegen en zal uiteindelijk in straling overgaan. Zoals het begon eindigt het. (en God zeide: Er zij licht, en er was licht. Gen. 1:3). Het is enigszins te vergelijken met een bal die met een zekere snelheid opgegooid wordt. Deze snelheid zal door de werking van de zwaartekracht afnemen tot 0 en dan met een versnellende beweging terugvallen. Bij het Big Bang implosie-en explosie proces is er echter sprake van een rechtlijnige en spiraalvormige beweging, daarbij komt de energie, die eerst naar het BIG-BANG punt toe werd samengeperst en door gebrek aan bewegingsruimte de vorm van steeds sneller ronddraaiende wervels moest aannemen, weer vrij. De terugkeer van deze wervels naar de uiterste rand van ons Universum, het uitgangspunt dus, geven hierbij een versnelling te zien.39 Het hele verschijnsel is ook te vergelijken met het opwinden van een veer, naar mate deze meer en meer wordt opgewonden, des te groter wordt de weerstand daarvan en is daar meer kracht voor nodig. Deze kracht of energie wordt weer afgegeven tijdens het expanderen. De veer wil zich hierbij tot een rechte lijn ontrollen, indien niet begrensd. Met andere woorden de lichtsnelheid die gedeeltelijk in een werveling besloten lag, gaat meer en meer de rechtlijnige beweging benaderen, daarbij wordt dan tevens de uiterste lichtsnelheid bereikt. Bij het bereiken daarvan wordt de lichtsnelheid overschreden en verdwijnt deze lichtenergie uit het ons bekende universele systeem. (Ter verduidelijking, bij de creatie van licht werd tegelijkertijd de tweeledigheid geschapen. Wat tot uiting kwam in het ontstaan van de twee tegengestelde spiraalwervels, die als paar ook weer een tegenhanger hadden). 39Volgens de media is dit verschijnsel in 1999 door Amerikaanse astronomen ontdekt. Dit komt overeen met deze reeds jaren eerder opgestelde Big Bang hypothese. 257 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-11 5 10 15 20 25 30 35 40 Dit is de weg die alle materie te gaan heeft. De lichtsnelheid wordt daarom bepaald door de steeds groter wordende ruimte tussen de spiraalarmgedeeltes. Dit geeft losstaand van het dopplereffect ook al een verschuiving van het spectrum naar rood te zien en gaat gepaard met een temperatuurverlaging. Even voor de duidelijkheid, lichtenergie heeft in onze hypothese een spiraalvormige ronddraaiende beweging. Deze spiraal kan weer opgebouwd zijn uit kleinere spiraalwervels. In verband met de diameterverandering van de spiraal kan deze beweging ervaren worden als een golfbeweging. Doordat de spiraalarmen ons passeren. Het deeltjeskarakter van licht(Fotonen) kan veroorzaakt worden door de kleinere spiraalwervels waaruit de grotere is samengesteld; dit in overeenstemming met de regel van Hermes: “Zo in het groot, zo in het klein”. Om dit nog iets te verduidelijken, zoals de eerste energie puls de rechtlijnige beweging en de weerstand daartegen, links en rechts- omdraaiende bewegingen deed ontstaan, zo zal de spiraliserende beweging ook weer wervelingen teweegbrengen. Deze wervelingen, laten we zeggen, van de tweede orde worden door ons gekend als materiedeeltjes. De weerstand wordt veroorzaakt door de anti krachten of spiegelbeeld, zie figuren 1 t/m 4. Wij kunnen zeggen, iedere schepping ondervindt weerstand in de vorm van een spiegelbeeld, bv., de slinger van een klok wordt uit zijn balans gedrukt, maar komt in tegengestelde richting weer terug. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) We vinden zoiets ook terug in het principe van Christiaan Huygens(1629-1695), zoals gegeven in de Winkler Prins Encyclopedie en waar staat: “Elk punt van een golffront kan worden opgevat als het middelpunt van een nieuw elementair golvensysteem. De uit alle elementairgolven ontstaande golf is identiek met de zich uitbreidende golf”. De vorm van deze spiralen zou wel eens een overeenkomst kunnen hebben met de Spira Mirabilis die voldoet aan de 258 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-12 5 10 15 20 25 30 35 40 gulden snede verhouding. Wij begrijpen dan ook waarom zo vaak zien, dat de opbouw van de natuur overeenstemming is met deze gulden snede verhouding, beginnen met ons eigen zonnestelsel. Het licht als stuwende kracht waardoor alles groeit en bloeit moet deze informatie bevatten. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 14). wij in te een wel Wij hebben gezien, dat naar mate de spiralen groter worden, zij langzamer rondwentelen en des te groter de tussenruimten van spiraalarmen worden. Wij zouden hieruit het door de wetenschap bewezen feit bevestigd kunnen zien, dat hoe sneller je beweegt des te langzamer de tijd voor je gaat t.o.v. de buitenwereld. Dus wanneer je in een ruimtecapsule zou zitten waarvan de snelheid die van het licht benadert, de tijd nagenoeg tot stilstand komt. De ontwikkeling hier op Aarde echter zou verder gaan. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn, dat naar mate een voorwerp sneller en rechtlijniger voortbeweegt, dit groter wordt en minder compact. En hoe meer dit voorwerp uitzet, des te langzamer de tijd gaat. Bij een grotere snelheid dan die van het licht is de tijd 0, of wel er is geen tijd meer. Wij zouden kunnen zeggen: wij bevinden ons dan buiten het lichtsysteem; in het Zijn, waar het NU is. Wij kunnen het ook zo zien, de spiraal is overgegaan in een cirkelvorm en gaf daarmee een reactie op de beginactie. De tijd heeft daarmee opgehouden te bestaan. We hebben hier weer met een tweeledigheid te maken, nl. de diameter van de spiraal waarop de snelheidslijn ligt en de spiraal zelf veroorzaakt door de actie=reactie werking van het licht. Het tot aanschijn komen en verdwijnen van het heelal, is als de hartenklop of ademtocht van het heelal. Het zal zo zijn, dat wanneer al wat geconcentreerd is gedeconcentreerd wordt, tijd en ruimte ophouden te bestaan, er is dan namelijk geen materie meer. Aan het ijsdansen op schaatsen hebben we een mooi voorbeeld om de tijdverkorting of verruiming te verduidelijken. 259 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-13 5 FIGUUR 5 10 15 20 25 Wanneer bij het ijsdansen de dansers een pirouette maken zien we, wanneer zij draaien met ieder de armen en een been uitgestrekt, dat hun snelheid groter wordt naar mate zij hun handen en been dichter bij het lichaam brengen. Wanneer zij hun omvang weer vergroten, duurt het langer om, als het ware, het klokje rond te komen. We zouden kunnen zeggen de tijd wordt uitgerekt of vertraagd. Wanneer we de cirkel die de armen beschrijven in A en B beschouwen als de wijzerplaten van een klok, dan zullen we zien dat bij het uitzetten van het lichaam de tijd langzamer wordt doorlopen en dat in de richting van B dit steeds sneller gaat. Hier zien we weer, kleiner en compacter worden veroorzaakt tijdverkorting. Zie Figuur 5. Wij zien dat voor dit vergelijkende voorbeeld geen ingewikkelde berekeningen of natuurkundige proeven nodig zijn om te constateren, dat de tijd vertraagd bij hoge snelheden, c.q. een klok daarbij langzamer gaat lopen. Dit klopt met Prof. Albert Einstein’s relativiteitstheorie. We moeten echter wel bedenken, dat tijd op zichzelf niet bestaat en wordt bepaald door bewegingen van bv. 260 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-14 5 10 15 20 25 30 35 40 omwentelingen van de aarde, het aardse baantje om de zon. Waar geen beweging is, bestaat geen tijd. Wat bij A.Einstein ook nog ter sprake komt is, dat lichtsnelheid in een vacuüm altijd hetzelfde blijft, wat volgens de Big-Bang hypothese niet zo behoeft te zijn Voor het bovenstaande is de volgende stelling van toepassing: Stelling. In het algemeen geldt, dat alle kleine lichamen ten opzichte van de grotere sneller bewegen en waar het kleine samen gaat met veelheid en tijdverkorting, zo gaat het grotere gepaard aan weinig en tijdverruiming. Het volgende hangt nauw met deze stelling samen. Er wordt wel eens gezegd, dat wanneer de mens in een ruimtecapsule zich met de lichtsnelheid zou voortbewegen en weer terug zou komen op de aarde, de achtergeblevenen relatief veel ouder zouden zijn geworden dan de ruimtereiziger. Dit idee zal, wanneer we de bovenstaande stellingen erbij betrekken, onjuist blijken te zijn. Een lichaam dat zich van het Big-Bang explosie punt af beweegt en de lichtsnelheid benadert, ondervindt tijdverruiming. Het lichaam zet hierbij uit en wordt als het ware etherischer. Zouden wij ons in zo’n capsule bevinden met deze snelheid, dan zouden wij t.o.v. de aarde minder snel oud worden. Maar het is niet zo, dat wanneer we weer naar de aarde terugkeren de achtergeblevenen t.o.v. ons ouder geworden zouden zijn. Dat komt, omdat wanneer we naar de aarde terugkeren het proces van verouderen wordt versneld omdat daarbij niet alleen het lichaam maar ook de ruimte/tijd wordt gecomprimeerd. De aarde kan dan hierbij beschouwd worden als ons Big-Bang explosie punt. De Big Bang hypothese die hier ingebracht wordt is een geheel nieuw idee, juist of onjuist, dat moet door onze niet materialistisch ingestelde wetenschappers worden beproefd. Het is zo, eerst moet het idee er zijn, dan volgt de uitwerking en beproeving. Het geeft in ieder geval een gehele nieuwe kijk op de gang van zaken in ons Universum. 261 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-15 5 Ongetwijfeld zal deze hypothese bij velen weerstand oproepen. Het is nu eenmaal zo, dat het verticaal wetenschappelijk denken stopt bij wat nog is waar te nemen. De laterale en analogische denkwijze kan echter deze door de wetenschap gestelde grenzen overschrijden. De analogische voorbeelden duiden aan, dat de hoofdlijnen van de hypothese in principe correct zijn. 10 15 20 25 30 35 40 Voor gekristalliseerde denkers volgen hier enkele woorden uit Faust,(Goethe). ”Daran erkenn ich, die gelehrten Herren: Was ihr nicht taste, liegt euch meilenfern; Was ihr nicht faszt, das fehlt euch ganz und gar; Was ihr nicht rechnet, glaubt ihr sei nicht war; Was ihr nicht wägt, hat fur euch kein Gewicht; Was ihr nicht münzt, das meint ihr, gelte nicht”. Stelling. De kleinste materiedeeltjes die voor een wetenschapper bestaan, zijn die, waarvan het bestaan met stoffelijke hulpmiddelen kunnen worden vastgesteld en aangezien wetenschappelijk niet kan worden aangetoond dat wat niet beweegt bestaat, ligt de grens van de wetenschappelijke bewijsvoering voor het wel of niet bestaan daar, waar de beweging van de materie ophoudt. De gegeven hypothese is in een vereenvoudigde vorm beschreven. In werkelijkheid doet het zich ingewikkelder voor, meer omwikkeld en er kunnen er zelfs meerdere dimensies mee gemoeid zijn. Wat we ook in onze gedachte moeten houden is, dat het verschijnsel waar we het hier over hebben hun gelijkenissen kunnen hebben op een microkosmisch en macrokosmisch niveau en dat tegelijkertijd. Wij zouden de Big-Bang kunnen zien als de resultante van al die vele kleine Bangs die op atomair niveau plaats vinden. Het lijkt te eenvoudig om waar te zijn, maar is eenvoud niet het kenmerk van het ware? En worden ingewikkelde zaken niet opgebouwd met behulp van eenvoudige elementen? Kunnen wij bij voorbeeld niet alle 262 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-16 5 10 15 getallen weergeven met nullen en enen(Het binaire getallenstelsel) en met behulp daarvan de hele wereld op ons digitale computerscherm laten zien?. De mooiste kunstmatige acteurs en actrices zijn daarop reeds te bewonderen, slechts samengesteld met behulp van twee basis elementen, namelijk de een en de nul. Uiteindelijk zullen we zien dat alles is samengesteld uit allerlei combinaties van positieve en negatieve krachten. Op de zelfde manier als we die gebruiken in onze binaire logica, waarmee we met gebruikmaking van nullen en enen, al onze getallen kunnen uitdrukken. Zodanig gebruiken we dit ook in computers en televisies, etc. (Zie ook GEDACHTE-THEMA NO. 18) 20 25 30 35 40 Een wel bekend en aan Hermes toegeschreven gezegde luidt: “Het hogere komt overeen met het lagere en het lagere met het hogere” Wat met dit gezegde wordt bedoeld is, dat de basis principes van wat wij zien terug te vinden zijn op verschillende bestaansniveaus. Zo kan ieder element een Big Bang punt of zwart gat als kern hebben. Daarom moeten we op deze wijze trachten analogische voorbeelden te vinden om natuurlijke verschijnselen voor ons zelf duidelijk te maken Zie aan van het voor voorbeelden ook eens een onderwerp dat hier nauw verwant nl.: GEDACHTE-THEMA NO. 4, waarin met behulp de wet van Bernouilli een verklaring wordt gegeven voor verschijnsel magnetisme, zwarte gaten en materie. Wat op het aardse vlak plaats vindt heeft min of meer zijn gelijkenis op een meer spiritueel niveau en omdat alles met elkaar samenhangt, zal het minder compact worden van de stof waarschijnlijk ook gepaard gaan met een spirituele ontwikkeling of verlichting; een minder gehecht zijn van de geest of bewustzijn aan de materie. Zoals bekend uit de Hindoeïstische- en Boeddhistische leer, kunnen er cycli in weer grotere cycli bestaan. 263 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-17 5 Ondanks dat ons melkwegstelsel als geheel uitdijt, ook de materie als onderdeel daarvan, schijnt de ontwikkeling van onze maatschappij, wanneer wij nu naar het wereldgebeuren kijken zich in een van de kleinere spirituele cycli te bevinden die in neerwaartse richting gaat. 10 15 20 25 30 35 40 Deze cyclus trekt zich versneld samen. Dat houdt in, dat er een versnelling van tijd plaats vindt en we afstormen naar het einde van een tijdperk. Samentrekking betekent kristallisatie en verharding. Zie de Figuren 5 en 6. Wij zien op het ogenblik ook dat de wereld neigt naar materialisatie en kristallisatie. Wij mensen van deze tijd zien vaak het verband niet meer tussen verschillende zaken en gebeurtenissen in dit leven. Treffend is het wat geschreven staat in het evangelie, in de Rede over de laatste dingen: “En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees behouden blijven: doch ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden ingekort Mateüs(2422). Deze evangelische boodschap spoort ons tevens aan om alert te zijn tijdens het afglijden van deze wereld in het materialisme, waarin het verkrijgen van Geld en Macht het belangrijkste schijnt te zijn en waarin egoïsme hoogtij zal vieren. 264 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-18 5 10 15 20 25 (Menigeen zal zich toch weleens afgevraagd hebben, kan tijd ingekort worden? Deze hypothese geeft hiervoor het antwoord en toont ook aan dat bij tijdverkorting kristallisatie of verharding optreedt). Ook dit zullen we met een voorbeeld verduidelijken en wel met een stukje speelgoed, de Jojo. Het is een soort klosje waaromheen een draad gewonden is. Het Jojo-effect van de spiraalwervels. Wanneer een jojo van je af naar beneden wordt gegooid en het touw, dat aan de jojo verbonden wordt vastgehouden, dan zal het touw van de jojo ten gevolgen van de zwaartekracht versnellend worden afgerold. Wanneer de jojo het einde van dit touw bereikt heeft, zal deze zo’n snelle draaiing gekregen hebben, dat hij door blijft draaien en het touw in tegengestelde richting opwindt. Het touw geeft de tijd aan die steeds sneller wordt doorlopen. Wanneer wij nu de versnelling van de tijd hierbij betrekken en de beweging van de JOJO bekijken zien we, dat de verandering of omkering sneller kan gebeuren dan wij zouden verwachten en wanneer de snelheid het grootst is, vindt plotseling de omkering plaats. 265 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-19 5 10 15 20 25 30 35 40 De Jojo beweging is in principe dezelfde als die van de Figuren 1 t/m 4. We kunnen het verschijnsel ook vergelijken met de slinger van een klok. Wanneer de slinger uitslaat gaat de bewegingsenergie over in potentiële energie en die is 100%, wanneer de slinger zijn hoogste punt heeft bereikt. Dus op het punt van richtingverandering. Op het moment de slinger het laagste punt passeert, is alle potentiële energie in bewegingsenergie overgegaan40. Omdat dit soort ritmen overal in de natuur weer terug te vinden is, zal dit hoogstwaarschijnlijk ook plaats vinden op kosmisch niveau wat zich daar uit door het samentrekken en expanderen van het heelal. Het is als het ware het in- en uitademen van het heelal. Het inademen kan men beschouwen als het samen trekken van het Universum, waarbij dan materie en werelden ontstaan en bij uitademing, (ontspanning), lossen deze weer op. Deze leerstelling vinden we ook weer in oosterse filosofieën. Wij zien dat de Jojo op het diepste punt zijn grootste omwentelingssnelheid heeft. Versnelde draaiing betekent hier materiële verharding, separatie(Het grote verdeeld zich in steeds kleinere bestanddelen), verstarring, meer regels en wetten. Eenieder zal als het ware in een hokje met een nummer worden geplaatst als onderdeel van een bureaucratisch systeem. Het vrije persoonlijk handelen zal op een gegeven ogenblik niet meer mogelijk zijn; de dood in optima forma. Wanneer deze verstarring het toppunt zal hebben bereikt, vindt er plotseling de ommekeer plaats gepaard gaande aan een mondiale bewustzijnsverandering. Wat op een materieel niveau plaats vindt heeft min of meer zijn gelijkenis ook op een spiritueel niveau, want het uiterlijke gebeuren is een afspiegeling van de innerlijke toestand. Wij hebben daarmee een meetpunt voor hoe ver we van het punt omega af zijn; (het omkeerpunt). Aangezien wij opgesloten zitten in het materiële systeem, kunnen wij niet direct zien of de tijd sneller of langzamer gaat. Dit heeft met de relativiteit van alles te maken. Wij 40Wij gaan in dit gedachtethema aan het punt voorbij, dat bij de Jojo aanvullende energie nodig is om deze in beweging te houden. 266 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-20 kunnen de tijdversnelling wel afleiden van de bijkomende verschijnselen. 5 10 15 Want wat zien wij? We kunnen steeds sneller reizen door middel van fietsen bussen, treinen, vliegtuigen en raketten. Berichten over gebeurtenissen gaan met de snelheid van het licht de wereld rond. Denk maar aan de radio, televisie, telecommunicatie, GSM. Berekeningen kunnen supersnel gemaakt worden met behulp van computers. etc., etc., waardoor ontwikkelingen zich nog sneller kunnen voltrekken. Het leven wordt als het ware gecomprimeerd. Zonne-energie waarvan de opslag in de vorm van olie en kolen miljoenen of wel miljarden jaren duurde, worden in een ijltempo verbruikt. Ook de aardse bevolking breidt zich steeds sneller uit. Snellere reïncarnaties? Het heeft dan ook weer een toename van misdaad, oorlogen, ziektes en natuurrampen tot gevolg. Alle 20 25 30 35 zekerheden verdwijnen of worden losgelaten. Denk ook eens aan het groeiende aantal echtscheidingen en is men er nog zeker van het betaalde pensioengeld uitgekeerd te krijgen. Maar natuurlijk heeft het ook een gevolg voor de goede dingen des levens, zoals verdieping van de spiritualiteit,41 veroorzaakt door crisis situaties. Vandaar dat in moeilijke tijden mensen elkaar opzoeken in kerken, verenigingen, enz., om in feite steun bij elkaar te zoeken. De druk die door de levensstroom op de dam der weerstand wordt uitgeoefend wordt steeds groter, waardoor de dam uiteindelijk het begeeft. Te zien als een wereldlijk orgasme, veroorzaakt door spanningsverschillen, waarbij iets nieuws tijdens een totale bevrijding van spanning kan worden geboren. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 12) Wanneer we dit alles in het grote geheel bezien, dan moet onze kosmos een tegenhanger hebben met een tegengestelde polarisatie, want wanneer er een positieve lading wordt 40 41 We kunnen hier een Zen-achtige uitspraak bezigen: De klappen vallen in het midden, daar vindt de omkering plaats. 267 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-21 5 10 gecreëerd, moet er tegelijkertijd ook een negatieve lading ontstaan. Tussen onze kosmos en die andere tegengestelde wereld moet dan ook een spanningsverschil bestaan. Zo zouden we ons kunnen voorstellen dat net als bij een spanningsontlading bij een onweer, wat wij zien als een bliksemschicht, onze wereld in een flits zou kunnen verdwijnen; weer in licht of vibratie zou kunnen overgaan. Voor de duidelijkheid, we moeten zo’n flits niet plaatsen en zien in ons tijdservaren, want de tijd, wat we reeds hiervoor hebben uitgelegd is een relatief begrip en kan uitgerekt of samengedrukt worden. Dat houdt dan weer in, dat zo’n flits over een zere lange tijd wordt uitgerekt. 15 20 25 30 35 40 Deze dematerialisatie of ommekeer is hoogstwaarschijnlijk een angstaanjagend gebeuren. Het is te vergelijken met een distillatie proces waarbij stoffen door verhoging van de temperatuur van elkaar worden gescheiden. Bij dit proces zal de geest van zijn materialistische instelling worden gescheiden. Omdat alles verband houdt met elkaar, kan het misschien zijn dat de vermindering en omkering van het magnetisch veld van de aarde ook iets te maken heeft met het genoemde JoJo-effect. Deze verandering is een punt van het hedendaagse wetenschappelijk onderzoek. We horen ook vaak zeggen wat gaat de tijd tegenwoordig toch snel. Maar de klok loopt toch niet sneller? Jawel, is het antwoord, die loopt ook sneller evenals de jaren en dagen die korter worden als onderdeel van hetzelfde systeem. Dat is dan ook de reden dat we de tijd niet direct kunnen meten, er bestaat geen absolute tijd in het heelal. Alleen door te letten op tekenen des tijds krijgen we daar enig idee van. Aan het einde van de samentrekking volgt de plotselinge ommekeer en wordt ons uitzicht verruimd. Het zal zijn alsof iemand die jarenlang in een gevangenis heeft gezeten bevrijd wordt. In een bliksemflits worden onze ogen geopend en komen daarbij tot een ander bewustzijnsbeleving. Was onze toekomst eerst eenpuntig gefocust op specialismen en daarmee verdeeldheid en afgescheidenheid, na de grote ommekeer zullen we de onbegrensde eenheid van alles zien. 268 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-22 5 10 15 20 25 30 35 40 Er staat geschreven: Want gelijk de bliksem komt van het oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn (Matteüs 24-27). Let wel ! Hier staat geschreven Zoon des mensen, niet Zoon van God. Deze Zoon komt uit onszelf voort of kan in ons tot ontwikkeling komen. Klaarblijkelijk heeft deze gedachte in de figuur van Jezus Christus gestalte gekregen. Aan ons de taak ons met deze figuur trachten te vereenzelvigen. De mens moet reeds een ideaalbeeld van de mens als een soort blauwdruk in zich hebben, dat houdt logischerwijs in, dat er een verwezenlijking in de toekomst mogelijk was of is, vandaar dat er in de openbaring van Johannes wordt gezegd: ”Het woord(de gedachte, de voorspelling, het ideaalbeeld) is vlees(mens, lichamelijk) geworden en het heeft onder ons gewoond”. Natuurlijk blijven er nog veel vragen over, onder andere, wat is het kleinste element? Het is bewezen dat materie bestaat uit stralingsenergie. Straling is nog geen materie, maar heeft een beweging en is onderhevig aan zwaartekracht. Wij kunnen daarom voorlopig lichtdeeltjes beschouwen als het kleinste element waarmee materie is samengesteld. Zoekend naar de kleinste materiedeeltje gaf als opbrengst een onnoemelijke hoeveelheid verschillende deeltjes, misschien is de wetenschap op het verkeerde spoor. Om een vergelijking te maken met water. Met water kunnen kleine en grote druppels gemaakt worden. Dit geschiedt waarschijnlijk ook bij de beschieting van de kleine deeltjes waarbij allerlei andere deeltjes ontstaan met een verschillend gewicht en snelheid, maar deze deeltjes zijn wel stukjes van een en hetzelfde element. Als je hoort van de hoeveelheid en zeer ingewikkelde formules die opgezet worden, om met de String-, Membraanen de Elfde dimensietheorie het begin van ons Universum te verklaren en die steeds weer door andere worden vervangen, omdat deze dan weer niet voldoen, dan zou je geneigd zijn te zeggen, zij zijn in de letterlijke zin van het woord in het duister aan het tasten. Hoe mooi en eenvoudig is dan Einstein’s formule E=mc2 indien (m) en (c) niet als onveranderlijk zou worden gezien. Zou dit niet alreeds de 269 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-23 formule kunnen zijn die de uiterste materialistische wereld aangeeft. grens van onze 5 10 15 20 25 De vraag die nog gesteld kan worden is: Wat was er het eerst, straling(Licht) of de Big-Bang ? Het antwoord wat analogisch afgeleid kan worden zal dan moeten zijn: “Straling”. Dit heeft te maken met concentratie. Wanneer men bv. gas samengeperst wordt tot vloeistof, denk aan LPG, wordt het zichtbaar voor ons doordat het een vastere vorm krijgt en er zijn nog heel wat meer van zulke voorbeelden te geven. Het uitkristalliseren van bv. zout of suiker in een vloeistof is er een van. Het overgaan van damp in druppels is nog een andere. Analoog hieraan kunnen we zeggen, door samentrekking of samendrukking ofwel concentratie ontstaan werelden en door expansie ofwel deconcentratie verdwijnen ze weer uit ons zicht. Wanneer dat zich herhaalt, kunnen we zeggen, dit is de hartenklop van het universum. De kracht die dit veroorzaakt moet hoogstwaarschijnlijk met bewustzijnsconcentratie te maken hebben. Mede door bewustzijnsconcentratie ontstaan dan driedimensionale werelden. We zouden kunnen zeggen dat dit alles plaats vindt in een bewustzijnsveld. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) 30 35 Fred Hoyle de Engelse astronoom en wiskundige opperde eens het idee, dat het allereerste element wat ontstaat voor de vorming van sterrenstelsels waterstof is. Door samenklontering ontstaan er dan, combinaties van allerlei zwaardere elementen. Ouspensky schreef daarover iets in zijn boek “Op zoek naar het wonderbaarlijke”. Is al het geschapene niet ontstaan door de wisselwerking van positieve en negatieve krachten? (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 18) 40 Zie Figuur 10 van hoe de tweeledigheid van licht zou kunnen worden uitgebeeld; als deeltjesgolven in de vorm van een spiraal in overeenstemming met de spira mirabilis, ofwel de Gulden snede. 270 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-24 5 Na de Big-Bang zou al het stof geleidelijk weer over kunnen gaan in straling. De aanwezigheid van zwaardere elementen zou steeds minder worden. Er zouden dan nog wel nieuwe sterrenstelsels gevormd kunnen worden, door vrijgekomen waterstof, maar dat proces zou dan langzaam afnemen en kan worden vergeleken met de slinger van een klok die een impuls krijgt en dan steeds langzamer uitslingert. 10 15 20 25 30 Wij zouden het hele Kosmische proces kunnen zien als een combinatie van rechtlijnige en spiraalvormige bewegingen. Licht zou dan bestaan uit werveldeeltjes op een spiraalgevormde golf. Waarbij rechtlijnige beweging van de golf bij een Kosmische implosie, waarschijnlijk haaks staat op die van de explosie; aangegeven met de Figuren 1 t/m 4. Wanneer, in een theoretisch geval, een reiziger in een ruimtevoertuig vanuit het middelpunt van de spiraal vertrekt, richting pijl, zie Figuur 7, en daarbij de verschillende delen van de spiraal loodrecht met een constante snelheid passeert, zal het ruimtevoertuig zich opeenvolgend tussen een ander spiraalgedeelte bevinden, waar een andere tijd/ruimtewaarde van kracht is. Verder moeten we bedenken dat er meer kleinere spiraalstelsels in minder grotere spiraalstelsels bestaan. We kunnen daarbij denken aan ons melkwegstelsel die een onderdeel van weer een groter stelsel is. Zo is ons zonnestelsel daar weer een onderdeel van en deze omvat dan weer kleinere stelsels van atomen met rondcirkelende elektronen. 35 40 271 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-25 5 10 15 20 FIGUUR 7 Deze verhoudingen moeten nog op waarheid worden getest Er is hier van een dualiteit sprake, zoals deze in de natuurkunde bij het zoeken naar het kleinste materie element ook naar voren kwam. Het eerste voorbeeld wat in dit gedachtethema gegeven is, zie figuur 5, wordt de ruimte/tijdverandering duidelijk gemaakt door een ruimtevoertuig de lichtsnelheid te laten benaderen, waardoor de tijd vertraagd en de ruimte vergroot wordt. In dit laatste voorbeeld, zie Figuur 7, laten we de snelheid van het ruimtevoertuig constant, maar hier verandert de ruimte in opeenvolgende trappen. De ruimtereiziger zal er steeds langer over doen om van het ene gedeelte van de spiraalarm naar de andere te komen. In beide gevallen zal echter de ruimtereiziger tijdvertraging ondervinden en bij terugkeer een tijdversnelling. Hij zal echter relatief genomen niet ouder of jonger geworden zijn dan de achterblijvers. 25 272 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-26 5 10 15 20 25 NOTE. Wanneer we de Figuren 1 tot en met 4 nog eens bekijken zien we, dat er door de wervelmiddelpunten, lijnen getrokken kunnen worden die daardoor een kruis vormen. Hebben wij nu de achterliggende betekenis van het kruissymbool herontdekt en weten we nu waar dit van is afgeleid? Een symbool niet alleen gebruikt door Christelijke groeperingen vanaf het jaar 0 A.D., maar reeds eeuwen eerder door antieke volkeren, wat gebleken is uit archeologische vondsten. Zo werd dit symbool o.a. ook op standbeelden op de Paaseilanden in de Pacific gevonden. Van dit kruissymbool zijn verschillende variaties bekend. Zo kennen wij het Griekse, het Latijnse, het Keltische, het Maltese kruis, de Swastika en de crux ansata(het Egyptische kruis), om er maar een paar te noemen en zo zijn er nog meer. Hoogstwaarschijnlijk was dit in feite wetmatige wervelproces in de oudheid al bekend. De ouden spraken ook over de 4 symbolische elementen aarde, water, lucht en vuur. Eigenschappen die worden toegekend aan de 4 vaste tekens van de astrologische dierenriem, resp. Stier, Schorpioen, Aquarius en Leo. Kunnen wij nu zeggen dat alle materie is 273 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-27 5 10 15 20 25 30 35 samengesteld uit deze 4 verschillende basiselementen en dat de meer ingewikkelde materiële structuren even zovele combinaties daarvan zijn? Indien de kennis over de oorsprong van het kruis verloren is gegaan, dan hebben we deze nu weer teruggevonden. Zoals ten slotte alles ontsluierd zal worden. Een ander punt dat tot nadenken stemt is, waarom zijn er 4 evangeliën waarvan de 4 evangelisten Matteus, Markus, Lukas en Johannes soms worden uitgebeeld met de symbolen voor de 4 astronomische constellaties: Schorpioen42, Leeuw, Stier en Mens? Het antwoord daarop zal moeten zijn, omdat deze vier astrologische43 vaste tekens een kosmisch kruis vormen. Ook de Egyptische sphinx wordt daarmee uitgebeeld. Het lichaam daarvan is die van een rund. Het heeft de klauwen van een leeuw. De kop van een mens en de vleugels van een adelaar. De materialistische mensheid is als geheel op dit hemelse kruis vastgepind wachtend op de verlossing van het aardse. Het doorbreken naar een hogere bewustzijnstoestand. Met de regel van Hermes in onze gedachten: zo boven zo beneden, zien we zoiets in het klein. Als het ware een voorafschaduwing van wat er in de toekomst gebeuren gaat. We weten dat Jezus Christus op deze aarde aan het kruis werd genageld met zijn hoofd op de kruising van twee balken waar de splitsing materie en geest plaats vond en voor ons nog zal plaats vinden. De Rozenkruisers hebben op dit kruispunt een roos geplaatst, om aan te geven dat daar iets geheel nieuws zal ontluiken. Over het wel of niet bestaan van Jezus Christus kunnen nog het volgende zeggen, de mens heeft altijd een ideaal beeld van de mens voor ogen gehad. Een ideaalbeeld dat hij heeft overgehouden van voor zijn val in de materie. Het is als een weten dat hij is vergeten en dat we nu geweten noemen. Dit geweten is door het gevoel nog nauw met hem verbonden. Schorpioen staat voor lagere- en Adelaar voor hogere aspiraties Wij schrijven hier astrologische, omdat de astronomische tekens niet meer samenvallen met eerstgenoemde. In vroegere tijden toen deze tekens nog samenvielen waren de sterrenconstellaties merkpunten om de plaatsen van de 4 krachtbronnen te bepalen. 42 43 274 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 19-28 5 10 15 20 Dit houdt in, dat dit beeld een mogelijkheid van concretisering in zich heeft anders was het onmogelijk om dat met onze systematische hersenen te bedenken. Ook is het zeker, dat de geboorte datum van Jezus Christus niet het jaar O Anno Domino was, het kan wel eens 200 jaar eerder zijn geweest. Hetgeen beter schijnt te kloppen met wat zich vroeger heeft afgespeeld. Deze gehele gebeurtenis is verder verpakt in een esoterisch omhulsel. Het gaat erom de diepere betekenis van het verhaal te begrijpen. We moeten ons niet te krampachtig aan aardse futiliteiten vast klampen. Johannes zei: het woord, (de gedachte of het ideaal), is vlees geworden, (heeft een concrete vorm aangenomen), en heeft als zodanig onder ons gewoond. In het boek Genesis staat geschreven: al wat de mensheid in eenheid kan bedenken kan verwerkelijkt worden. Laat het zo zijn. Wij moeten verder bedenken dat deze verhandeling slechts een hypothetische principe schets van het kosmisch gebeuren is en dat de basis elementen van materie hierbij uit vier wervelingen kunnen bestaan. Wervels die zo snel rondwentelen dat zij zich aan de buitenkant als een vaste stof voordoen met ieder een zogenaamd zwart gat. 25 30 35 In het heelal zijn er dan ontelbare en niet voor te stellen hoeveelheden aan zwarte gaten. Meer dan alle zandkorreltjes op het strand, meer dan alle watermoleculen in de oceaan, waarschijnlijk meer dan alle waterstof elementen in het ganse universum. Al deze wervelingen vormen met elkaar weer grotere clusters van wervelingen. Een daarvan is ons groot melkwegstelsel met als middelpunt een zwart gat,(kijkend in de richting van de sterrenconstellatie Sagitarius) als een resultante van alle kleinere wervels met een zwart gat en dat in overeenstemming met de regel der ouden: Zo in het groot, zo in het klein. Met ander woorden: Wat in het plaats vindt, vindt zijn herhaling ook in het kleine en andersom. 40 275 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-1 GEDACHTETHEMA NO.20 5 10 15 ENERGIE, GELD EN MACHT Wat is energie ? Er wordt door natuurkundigen aangenomen dat energie onvernietigbaar is, maar is dat wel zo? Kan het niet zo zijn dat energie wordt gecreëerd door iets wat de macht heeft om energie te creëren door middel van tweedeling van dat ene. Iets dat van een geheel andere orde is en ons aardse begrip te boven gaat? Maar daar is toch ook energie voor nodig zal men dan zeggen. Om daar een antwoord op trachten te vinden moeten we wel weten wat we precies verstaan onder energie. Het is in ieder geval een begrip dat behoort tot onze driedimensionale, materiële wereld. 20 25 30 35 40 Laten wij eerst eens bekijken wat wij van de verschillende energietoestanden weten. Wij kennen twee toestanden van energie, nl. de kinetische en de potentiële energie. Onder kinetische energie wordt verstaan alles wat een beweging heeft t.o.v. iets anders en daarmee direct invloed op zijn omgeving kan uitoefenen. Potentiële energie is energie, die in een of andere vorm is opgeslagen in gas, olie, hout, steenkool, enz. De energie in deze producten zijn voor ons het gemakkelijkst vrij te maken, omdat voor het kristalliseren of opslaan daarvan dit gebeurde met behulp van de zogenaamde levende natuur waar wij zelf ook toe behoren. Bij andere stoffen zoals ijzer gaat dat moeilijker, maar ook deze houden een hoeveelheid energie in. Elektrische energie kan in een accu worden opgeslagen. In feite is alle materie gekristalliseerde energie en zijn ze te groeperen naar gelang hun energetische samenhang. (Zie ook Gedachtethema No.4) 276 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-2 5 10 15 20 25 30 35 40 Wanneer een voorwerp tegen de zwaartekracht in naar boven wordt gehesen, krijgt het een vermogen aan potentiële energie in zich opgeslagen. Laat men dat voorwerp vrij naar beneden vallen dan gaat de potentiële energie weer over in kinetische energie. Wanneer dit voorwerp op de grond neerklapt wordt er warmte geproduceerd. De bewegingsenergie van het voorwerp gaat daarbij o.a. over in warmtestraling; wat ook een vorm van kinetische energie is. Men heeft onderzocht hoeveel warmte er in zo’n geval vrij kwam en verkreeg een waarde van 427 kgfm, wat het mechanische warmte equivalent wordt genoemd. Dit betekent, dat wanneer men 427 kg van 1m hoogte laat vallen er een hoeveelheid warmtestraling vrij komt, waarmee 1 liter water 1 graad Celsius verhoogd kan worden. Warmtestraling van de zon plant zich door de ether voort. Ether zelf wordt niet opgewarmd, omdat dit niet beschouwd kan worden als materie. Het heeft van zichzelf geen beweging, wat dan de reden is dat het niet gedetecteerd kan worden door onze wetenschappers. Straling zou door zijn betrekkelijke rechtlijnigheid, links en rechtsom draaiende wervelingen in de ether kunnen veroorzaken, wat wij dan kennen als materie. Zou dit waterstof als basiselement kunnen zijn ? Zo te zien kan energie van de ene vorm in de andere overgaan, bv. van een statische in een dynamische vorm. Soms is de dynamische of kinetische energie in evenwicht met de statische of potentiële, denk maar aan de hemellichamen die om elkaar heen draaien. De maan die om de aarde draait wilt recht doorgaan en zich van de aarde verwijderen, maar wordt door de aantrekkingskracht van de aarde daarin belemmerd. Dat geeft als resultante een draaiing om de aarde. (Zie Gedachtethema 4; Magnetisme, zwarte gaten en ruimte). Wanneer zonnestraling de aarde bereikt, botst deze tegen luchtdeeltjes die daardoor opgewarmd worden. In feite wordt daarmee de activiteit van deze luchtdeeltjes verhoogd en gaan sneller bewegen. De lucht zet daarbij uit, waarbij de temperatuur niet veranderd of wanneer de uitzetting niet plaats kan vinden, in een besloten ruimte, dan wordt de 277 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-3 druk hoger en wordt de ontvangen stralingsenergie voor ons kenbaar als warmte. 5 10 Chemische reacties kunnen eveneens warmtestralingen produceren. We spreken dan van een exotherme reacties. Het is een reactie van of samengaan van twee stoffen, waarbij warmte vrijkomt, dit in tegenstelling met een endotherme reactie waarbij warmte moet worden toegevoegd. 25 Hiervoor werd gezegd dat alle materie geheel uit energie bestaat, wat zou blijken uit de formule van Einstein, nl. E=mc². In deze formule staat E voor energie, c voor lichtsnelheid en m voor massa. Voor massa moet nog gezegd worden dat deze volgens de hypothese gegeven in Gedachtethema No. 19 bij het benaderen van de rechtlijnige lichtsnelheid ook in straling overgaat. Lichtstraling heeft een beweging en dat kunnen we beschouwen als kinetische energie. Straling is de meest elementaire vorm van energie die wij kennen. Zichtbare en onzichtbare stralingen met verschillende golflengtes, kunnen nog niet tot de materie deeltjes gerekend worden. Maar zij spelen wel een rol bij het combineren van de verschillende elementen voor de opbouw van lichamen. 30 Wat straling veroorzaakt is waarschijnlijk van een andere niet materiële orde, bewustzijn? Het zal mogelijk met een hogere dimensie van doen hebben, dat wat met ons 3dimensionale verstand niet begrepen kan worden. 15 20 (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) 35 40 Lichtstraling heeft het vermogen iets te laten bewegen of op te warmen. De straling heeft een pulserende beweging in de vorm van golven en deeltjesstroom(fotonen). Deze golven kunnen een spiraalvormige beweging hebben die daardoor ook weer op hun beurt wervelingen in de ether veroorzaken en dit op een steeds ander niveau. Vandaar dat licht zich gedraagt als een golfbeweging maar ook als deeltje,(wervelingen). (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19 Figuur 7) 278 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-4 5 10 15 De straling kan druk uitoefenen; het bewijs daarvoor is te demonstreren aan de hand van de zogenaamde radiograaf. De radiograaf is een molentje met 4 vaantjes die ieder aan een kant wit en aan de andere kant zwart zijn. Het geheel is opgesloten in een vacuüm glazen bol. Wanneer lichtstralen op de witte zijden van het molentje vallen, zullen zij door het witte vlak teruggekaatst worden, Dit brengt reactiekrachten teweeg, die het molentje doen draaien. Uiteraard doen de zwarte zijden van het molentje dat niet, deze nemen de warmte op, waardoor die vaantjes warmer worden en naar alle kanten weer uitstralen. Wij mensen kunnen de energie vorm veranderen. Wij kunnen stralingsenergie met behulp van zonnecellen omzetten in elektrische energie. 20 25 30 Wij zagen dat materie of massa een hoeveelheid energie vertegenwoordigt. Waterstof is het eenvoudigste lichtste element met een massa 1. Zoals astronomen ontdekten, komt dit element in het universum het meest voor. Zij nemen aan dat in deze wolken van waterstofatomen sterrenstelsels tot ontwikkeling te komen. Wij weten dat er elementen zijn, zoals uranium, die veel energie in de vorm van gamma etc. uitstralen, waarbij lood als rest product overblijft. Hieruit zouden we kunnen concluderen dat, om weer uranium te verkrijgen, een hoeveel 279 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-5 5 10 15 20 25 30 35 40 heid stralingsenergie in lood moet worden opgeslagen. Aangezien alle elementen uit stralingsenergie bestaan, zal het zo zijn, dat op de lange duur lood uitgestraald zal zijn, waardoor lood ophoudt te bestaan. Want volgens de Big Bang hypothese van de Hr. J. Greve, wordt de, (laat ons zeggen de magnetische druk), die in het heelal heerst minder en minder. Denk als analogisch verschijnsel aan water dat bij een lagere omgevingsdruk eerder gaat koken of verdampen. Ale materie zal aldus op de duur verdampen of in straling overgaan en verdwijnen. Uiteindelijk ook alle straling. Wij zijn dan weer ergens aan het begin van de schepping waar gezegd werd:”Er zij licht en er was licht”.(Gen.1:3) Een ander punt, zijn alle zwarte gaten in het heelal ook zonnen, die aan een kant materie aanzuigen en omgekeerd uitstralen? En is het heelal voortgekomen uit een super zon; het Big Bang punt? De complementaire kant van deze super zon zou dan een super zwart gat moeten zijn. Dit zou dan moeten vallen onder de Hermetische regel: “Wat in het groot is, heeft zijn gelijkenis in het kleine”. Zoals we al zeiden kan energie in verschillende vormen voorkomen. Het kan ook in een stadium overgaan die voor ons menselijke redeneringsvermogen onbegrijpelijk is. Want wat wij als de meest primaire vorm energie kennen is volgens de Big-Bang-hypothese, een in beweging gebrachte ether. We vragen ons nu af: wat is ether en wat veroorzaakt daarin de golf-en wervelbewegingen? Om dit te kunnen vatten zouden we misschien deel moeten uitmaken van het ongedeelde niet in woorden gefragmenteerde bewustzijn, dat het 3-dimensionale overstijgt. Wat ook wel het kosmisch bewustzijn wordt genoemd. In dat bewustzijn bestaan er geen afstanden, dus ook geen beweging en tijd. De werking van ether kunnen we vergelijken met het gedrag van water en dit weer met ons bewustzijn. En zoals wij de eigenschappen van elektrische stromen duidelijk kunnen maken met behulp van water zo kunnen wij dat ook weer toepassen voor het bewustzijn. 280 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-6 5 Water als geheel is niet hier of daar, er bestaat daarin geen afstand. De wervels en golven daarin bepalen plaats en afstanden. Zo ook is ons bewustzijn niet hier of daar; het is grenzeloos (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) 10 15 20 25 30 35 40 Door iets onbegrijpelijks kan een beweging in the ether zijn veroorzaakt in de vorm van een golf of een opeenhoping daarvan. Dat houdt in dat wanneer er geen beweging is, er ook geen opeenhoping bestaat en ook niet dat wat wij onder energie verstaan. De eerste beweging ging tegelijkertijd gepaard aan een tegenkracht waardoor een verschil ontstond. Dat verschil noemen wij energie. Al het leven maakt voor zijn manifestatie hier op aarde gebruik van zonnestraling; warmte en licht. Wanneer we bij voorbeeld een boom verbranden, komt de licht-en warmtestraling weer vrij en daarbij ook de elementen waarmee de boom met behulp van straling leven of intelligentie is samengesteld. Deze elementen bestaan ook weer uit stralingsenergie, maar deze zijn nog hechter aan de materievorm gebonden. Denk maar aan atoomsplitsing. Hieruit blijkt dat al het bestaande is opgebouwd volgens verschillende energieniveaus. Op het aardse vlak zullen nog veel verschillende elementen door druk aan elkaar gebonden worden44 en daardoor onvrijer worden, terwijl toch het totaal aan materie in omgekeerde richting ijler wordt. Op het spirituele vlak zal dat het geval kunnen zijn met hemelse hiërarchieën. Op het spirituele vlak bij een geestelijke ontwikkeling, meer en meer vrijheid ontstaat en een steeds grotere groei naar eenheid, waarbij het gekluisterd zijn aan de stof afneemt, mede misschien, omdat bij het uitzetten van het heelal ook alle materie minder vast wordt. Energie heeft te maken met krachtverhoudingen waar wij gebruik van kunnen maken. Met energie wordt aangeduid dat wat een beweging heeft en daarmee iets anders kan doen bewegen. 44 In het heelal als totaal wordt de druk dan wel minder, maar er zijn ook kleine in grote cycli werkzaam waar het omgekeerde plaats vindt. 281 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-7 5 10 15 20 25 30 35 40 Een waterstroom die zich van hoog naar laag beweegt kan allerlei zaken met zijn stroom mee voeren. Laten wij nog wat voorbeelden bekijken. Wanneer wij een stuwdam in een waterstroom aanbrengen zal het water zich aan een kant van de dam ophopen. Daarmee wordt er een drukkracht opgebouwd, waarmee wij een elektrische turbine kunnen aandrijven. Daarbij wordt de waterstroom in een elektrische stroom omgezet. De elektrische stroom kunnen we weer gebruiken om elektrische motoren voor allerlei machines aan te drijven. Het water was al eerder door zonne-energie verdampt en daarna neergevallen in de vorm van regen. Deze regen vormde waterstromen die naar de laagst gelegen punten bewogen. Wij kunnen ook zonder omzetting van de waterstroom in elektrische energie, deze bewegingsenergie gebruiken door een schoepenrad in de waterstroom te plaatsen, voor het aandrijven van een zaagmachine. Een windmolen draait doordat de wind zich van een hoog naar een laag luchtdruk gebied verplaatst. Op zijn weg daarheen botst deze tegen de wieken van de molen die daardoor gaan draaien. En zo zijn er wel meer voorbeelden te geven. Energie is het verschil in krachten. In de rivier is dat, het totale hoogteverschil van de gehele rivier, van het begin tot aan het eind, onderhevig aan de zwaartekracht. Daarbuiten spelen zich weer andere processen af, die van het verdampen en condenseren, wat deel uitmaakt van de waterkringloop. Stel dat er in het universum geen materie of straling bestond, zou er dan nog energie bestaan? De conclusie die we uit het bovenstaande kunnen trekken geeft als antwoord neen. Er zouden dan geen krachtverschillen of tegenstellingen bestaan en daardoor kan er ook geen stroming of beweging van hoog naar laag plaats vinden. Met andere woorden er bestaat dan geen potentieële en kinetische energie Het heelal zou absoluut materieloos zijn. De kosmische ruimte zou niet bestaan en daarbij ook geen tijd, want zonder beweging bestaat er geen materie en ruimte en tijd. Energie is dan vernietigbaar, maar 282 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-8 5 bewustzijn is onvernietigbaar, vanuit menselijk oogpunt bekeken, want bewustzijn heeft met een nu toestand te maken waar heden en verleden niet bestaan. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO.2) 10 15 20 25 Dit is allemaal maar moeilijk met ons verstand te begrijpen, omdat wij gevangen zitten in een min-plus of ja –neen of jin yang systeem. Waardoor de grens van ons denken wordt bepaald door 3 dimensies. Wij zijn opgesloten in een hoogte, breedte en diepte systeem; een soort grafkist. Voor het bewustzijn wat geen materie is maar daar wel gebruik van kan maken bestaat afstand niet. Hieruit blijkt dan ook, dat bewustzijn van een hogere orde moet zijn dan materie. Het betekent ook, dat bewegingsenergie niet een deel van het bewustzijn uitmaakt. Het kan zijn dat bewustzijn door een spirituele intelligentie gebundeld of samengetrokken kan worden om een geestelijk licht op een onderwerp te laten schijnen. Het is misschien zelfs zo, dat bewustzijn de oersoep of ether kan doen bewegen, daarmee verschil kwekend en daardoor energie. Daardoor zal er een samentrekking of samendrukking plaatsvinden welke tegelijkertijd ook een tegenkracht oproept. Want in onze wereld geldt actie=reactie. (Zie GEDACHTETHEMA NO. 19) 30 35 40 Wat is dat wat een reactie op een creatie geeft? Laten we een stukje van het scheppingsverhaal nemen, neergeschreven door de antieke wijzen en wat wij kennen als Genesis: In den beginne schiep God de hemelen en de aarde. De aarde nu was woest en ledig en de duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zeide, Er zij licht en er was licht enz., enz., dan blijkt hieruit dat het onkenbare een tweeheid schiep, de hemelen en de aarde: niet onze aarde, Geest en wateren. Zou met de wateren de ether zijn bedoeld als soort oersoep, die door een hogere orde bewogen kon worden, waardoor wervelingen ontstonden. Maak daarbij maar een vergelijking met water. 283 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-9 5 10 15 20 25 30 Wanneer we stok door het water bewegen ondervindt deze tegelijkertijd een weerstand, het evenwicht wordt dan verstoord, het water is niet meer beweegloos. Er ontstaan wervels die rechts en linksom draaien. De ether is geen materie maar daaruit kan materie gevormd worden. Materie is dus een vorm van opgeslagen energie veroorzaakt door een beweging, een trilling? Een huivering?. Een shock? Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2 Wanneer we dit alles overdenken dan moeten er in het allereerste begin van de schepping twee elementen werkzaam zijn geweest. Dat wat doet bewegen, het actieve en intelligente principe. En het passieve element wat zich tegen deze beweging verzet. De actieve en passieve elementen zijn tegenstellingen die in de gehele natuur werkzaam zijn. In de oosterse filosofie de Yin en de Yang genoemd. Van deze tegenstellingen of spanningsverschillen kunnen we gebruik maken om ons zelf te leren kennen of bewust te worden van alles. Wanneer het ene, het onkenbare, wat dat dan ook mag betekenen, zich splitst of doet splitsen dan wordt er tegelijkertijd energie gecreëerd. Energie is dan een kracht of een vacuüm wat het gesplitste bij elkaar probeert te brengen. Dit kan via verschillende omwegen gaan. Toen dat ene zich splitste kregen we een God tegenover de duivel Jehovah tegenover Mozes 345 tegenover 543 Dit zijn de getallen waarden van de naam Jehovah resp. Mozes. Akte 35 40 tegenover reaktie. De som van deze twee getallen is 345 en 543 is 888 De getallen som van de naam Jesous of de middenweg waar vrede heerst en die naar de Allerhoogste leidt. Wij weten dat onze wereld bestaat uit tegenstellingen. Deze tegenstellingen zijn ruwweg genomen met elkaar in evenwicht. We spreken dan ook van een natuurlijke evenwicht. Dit evenwicht kan door verschillende redenen zo nu en dan verstoord worden, bijvoorbeeld door een meteorietinslag wat in het verleden al heeft plaats gehad of door menselijk 284 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-10 5 10 15 20 25 30 ingrijpen in de natuur, maar er zal dan toch weer een nieuw evenwicht worden gevonden. We zeggen ruwweg, want ook ons zonnestelsel is aan veranderingen onderhevig, hoewel dit in onze ogen zeer langzaam gaat. Indien er een absoluut evenwicht zou heersen zou er geen beweging zijn en nooit iets veranderen, maar verandering is juist het van kenmerk van het leven. Hieruit blijkt dat het leven of de zichtbare verschijnselen van dat leven ontstonden, toen het evenwicht werd verstoord. Evenwicht houdt vrede in en bevindt zich in het midden van de balans, waar tegengestelde krachten elkaar opheffen. Energie is dus kenbaar daar, waar onbalans heerst, waar een spanningsverschil bestaat. Want waar evenwicht heerst, is het verschil niet waarneembaar. Spanningsverschil ontstaat, wanneer de mensen bv. een dam in een rivier opwerpen en het water verzamelen in een stuwmeer. We hebben dan een verschil van waterhoogte tussen die van voor en na de dam. Zo zien we ook, dat de wind stroomt van een hoog naar een laag luchtdrukgebied. Een elektrische stroom ontstaat, doordat een verbinding wordt gemaakt tussen een hoge en een lage spanning. Bewegen en accumuleren zijn twee elementen die in het gehele universum werkzaam zijn. In een hogere bewustzijnstoestand, een Nu-toestand, bestaat het hier en daar niet. Waar dan ook geen spanningsverschil tussen twee plaatsen kan bestaan en daardoor geen energiestroom. Wel kan er een intelligente vermogen zijn, die in zichzelf iets splits, waardoor tweeheid ontstaat met alle gevolgen die daaruit voortkomen. 35 Is dit een eeuwig proces of zal alles eens tot stilstand komen en als ware neutraal worden? Waarbij het universum afkoelt tot het absolute nulpunt? En waar iedere beweging ophoudt 40 Wij zouden het zo kunnen zien, in de beginne ontstond er een cirkelvormige naar binnengerichte stralingsgolf en een reactie daarop, die door de weerstand die het ondervond 4 spiraalvormen aannam. In het centrum van de cirkel ontstond 285 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-11 5 10 15 20 ‘n enorme druk en hitte die uiteindelijk leidde tot de BigBang, een omkering, met daarmee het ontstaan van de materie die we nu kennen. Dit stralingsbegin was de introductie van de totale energie die nu aanwezig is in potentiële en kinetische toestand in het universum. Tijdens het versneld uitdijen van het heelal herhalen deze big-bangprocessen zich in het klein totdat alle materie bij het bereiken van de lichtsnelheid zelf ook in energie is overgegaan en wat wordt weergegeven met de bekende formule E=mc2. Zo zijn alle hemellichamen en zelf alle elementen ook weer samengedrukte wervels met als middelpunt een zwart gat en zijn de zonnen de omkeerpunten van de zwarte gaten? Het hele gebeuren is als bij het uitslingeren van een pendule, de processen herhalen zich op een steeds lager niveau totdat er geen beweging meer is. De temperatuur daalt daarbij steeds meer(Entropie) totdat deze nul graden Kelvin is; alle materie is dan verdwenen. We kunnen nog vragen, hoe ontstond die schokgolf, maar dit is hoogstwaarschijnlijk niet met onze hersenen te omvatten, omdat dit het 3-dimensionale overstijgt. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) 25 30 35 40 Wij hebben in dit gedachtethema het woord ether gebruikt als iets wat onzichtbaar is, maar zichtbaar wordt wanneer iets wat wel voor ons waarneembaar is weerstand daarvan ondervindt, zoals onzichtbare atoomdeeltjes, een spoor nalaten wanneer deze door een nevelkamer worden gevoerd. Zo kunnen soms onzichtbare golven zichtbaar gemaakt worden door een waarneembare golf daarop te laten botsen, de resultante van die twee golven kan dan door ons worden waargenomen. Op steeds hogere en abstracter niveaus kunnen analoge verschijnselen bestaan. Wij denken dan aan de bij de theosofen bekende scheppingsronden of aan het joodse sephiroth figuur waarmee scheppingen op verschillende niveaus wordt weergegeven. Daarin is te zien dat in de hoogste regionen van de hemelse hiërarchieën een splitsing wordt aangegeven nl. Serafijnen en Cherubijnen of ook wel Adem en Eva; Yin en Yang, Plus en Min. Toen ontstond tegelijkertijd energie. 286 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-12 5 10 15 20 25 30 Wanneer de splitsing zich vermenigvuldigd heeft tot in laagste regionen, (de onze dus), is de spanning tussen de allesomvattende eenheid en de laagste en ultieme verdeeldheid het grootst. Wij zien dat verdelen in onze wereld op allerlei gebieden. Bij voorbeeld, auto’ worden bij duizenden gekopieerd. Hoeveel maal maken wij niet afdrukken van onze geschriften? Enz.,Enz. Op laagste punt volgt dan als in een bliksemschicht een ontlading en wordt er een goddelijk kosmisch kind geboren. Gebaard door de hemelse moeder Maria, ook wel door antieke volkeren Isis of vruchtbaarheidsgodin genoemd. Dat zal dan de tijd zijn van De Grote Ommekeer een nieuw bewustzijn, een ontwaken uit de dood. Want wat in het klein gebeurde, zal ook gebeuren in het groot. Denk hierbij aan Maria, Jozef en het kindje Jezus. Wij zouden het in een groter verband zo kunnen zien, dat wij ons bevinden in de kosmische baarmoeder van de hemelse Maria. De spanning daarin neemt nu snel toe. Op aarde zullen de verschijnselen van de op handen zijnde barensnood op allerlei gebieden zichtbaar worden als een totale chaos, maar uiteindelijk zal leiden tot geboorte van het goddelijk kind. Slotconclusie, waar geen verschil is bestaat geen energie, Wat dan wel? Dat overstijgt het 3-dimensionale denken. Hieronder volgt nog een aardig voorbeeld van energievormsplitsing, waarbij lucht met een omgevingstemperatuur wordt gescheiden in koude en warme lucht met behulp van de zogenaamde wervelpijp of vortex tube. 287 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-13 5 10 15 Met de wervelpijp werkend volgens het Ranque-Hilsch principe kan zonder de hulp van beweegbare delen, hete en koude lucht van elkaar worden gescheiden. Dus een eenheid wordt gescheiden in twee componenten; hete en koude lucht. Zoals boven getoond bestaat deze wervelpijp uit een cilindervormige pijp met een tangentiaal geplaatste aansluiting voor de luchttoevoer. In de pijp is een schot aangebracht die de pijp in twee delen verdeeld. In dit schot bevindt zich een kleine uitstroomopening. Aan de andere kant een regelbare uitstromingsopening Dat is alles. Laten we nu gecomprimeerde lucht met een kamertemperatuur in de pijp stromen, dan zal uit deze wervelpijp aan een zijde hete lucht van ongeveer 200ºC graden Celsius stromen, terwijl aan de andere kant lucht van ongeveer -50º C zal komen. In de wervelpijp vindt noch verhitting of koeling van buiten het systeem plaats. 20 25 30 De werking is als volgt. Bij de instroming in een grotere ruimte zet de lucht uit waardoor de lucht afkoelt. In de buurt van de luchtingang bouwt zich een wervel op. Wanneer de lucht zich nu spiraalvormig door de pijp beweegt, wordt daarbij de lucht door de wrijving met de wand opgewarmd totdat deze de uitgang voor hete lucht bereikt. De koudere kern van de wervel beweegt zich via het kleine gaat in het tussenschotje naar de uitgang van de koude lucht, waarbij het zich achter het kleine gaatje van het plaatje zich weer verder kan uitzetten en daar nog meer afkoelt. Hieruit blijkt weer eens dat uit een eenheid een tweeheid kan ontstaan waar een beweging weerstand ontmoet. 35 Ook hier bestaat er weer een verschil tussen de inkomende luchtdruk en de uitstromende lucht. 40 288 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-14 DE BETEKENIS VAN GELD 5 10 Denk ook eens aan de betekenis van geld in onze samenleving. In de beginne bestond er geen geld maar werden de goederen geruild. Daarna werd het geld uitgevonden, waardoor de ruilhandel een stuk gemakkelijker werd. Geld is te zien als een gemakkelijk stuk gereedschap. De mens stond op de eerste plaats en hij maakte gebruik van dat gereedschap. Wat zien we nu, dat geld op de eerste plaats komt en de mens als een stuk gereedschap gebruikt wordt om meer geld te maken. Is dat geen vreemde situatie? Het kan een gevaarlijke schommeling in de economische toestanden geven. 15 20 25 30 35 40 Wat verstoort het natuurlijke evenwicht ? Wanneer het om een onnatuurlijke verstoring gaat, dan blijkt steeds weer de mens de oorzaak daarvan te zijn. Het kappen van bossen het vervuilen van de lucht en het water etc. en waarom? Er zijn daar 2 motieven als drijfveren voor aan te wijzen. 1e) Het verkrijgen van meer geld of rijkdom. 2e) Het verkrijgen van meer macht. Geld is een vorm van opgeslagen energie. Hoewel deze opgeslagen energie de natuurwetten te boven gaan. Het is een abstracte vorm van energie. In feite is geld een soort schuldbekentenis waarmee door de mens volgens afgesproken regels wordt gewerkt. De waarde is ook niet vast en kan van dag tot dag verschillen en dat geldt zeker voor effecten enz. welke onderhevig zijn aan menselijke emoties. Wanneer een bankbiljet in een automaat wordt gegooid treedt deze in werking. Ook kan men daarmee mensen er toe brengen iets voor je te doen. Het bankbiljet heeft geen intrinsieke waarde zoals een goudstuk. Het is een stuk papier waarvan de waarde tot nul kan dalen. Er is door de staat een bepaalde waarde aan gegeven. Een waarde die gerelateerd is aan diverse economische factoren. Indien echter de staat te veel geld uitleent en aanmaakt kan er ontwaarding daarvan ontstaan, (inflatie); hierbij zakt de waarde van het geld. Het gebeurt ook wel dat als de inflatie te hoog is gebleven 289 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-15 5 10 15 20 25 30 35 en bv. de oorspronkelijke tientjes nog maar een honderdste daarvan waard zijn, deze ingewisseld moeten worden voor geheel nieuwe tientjes, waarbij dan vele oude tientjes ingeleverd moeten worden om maar weinig nieuwe daarvoor in de plaats terug te ontvangen. Dit gebeurt wanneer de staat meer geld uitgeeft dan het ontvangt. Wanneer het slecht gaat met de economie gaat de staat steeds meer geld uitgeven. Het ambtenaren apparaat wordt steeds groter, mede doordat het aantal werklozen groter wordt en daardoor ook de tegenkoppeling tegen de groei van het aantal ambtenaren vermindert. Vaak wanneer het onderwerp geld in een groep ter discussie wordt gesteld en het idee opkomt dat het toch mogelijk moet zijn de wereld economie draaiende te houden zonder dat de waarde van het geld op de eerste plaats komt, zullen velen, die daar niet goed over hebben nagedacht zeggen dat dit onmogelijk is. Waarom zijn wij geneigd om zo te denken ? Waarschijnlijk doordat wij de nadelen van armoe en de voordelen van rijkdom zien en daarom kiezen voor rijkdom uit angst voor de armoe met alles wat daarbij behoort. Van kindsbeen af zijn we zo geconditioneerd met het idee dat we zoveel mogelijk moeten verdienen om van te kunnen leven en geld over te houden om dit op de bank te zetten. En hoe meer geld we hebben des te meer aanzien hopen we daardoor te krijgen, terwijl het zou moeten gaan om het spel maar niet om de knikkers. Wat we in onze maatschappij zien is dat geld steeds belangrijker wordt dan de mens. De nadruk wordt hier gelegd op de maatschappij en niet op het individu, want er zijn gelukkig nog mensen waarvoor de mens het belangrijkste is. Bestaat er dan geen middenweg tussen rijkdom en armoede? Natuurlijk wel! Er kan een maatschappij bestaan waar werkeloosheid niet voorkomt. Een strak beleid is daarvoor nodig en een ander mentaliteit. Iedereen moet bereid zijn, zijn of haar steentje bij te dragen en er niet alleen daarvan te profiteren. Dat zou trouwens onmogelijk moeten zijn. 40 Vroeger toen de zogenaamde beschaving op een laag niveau stond werd er door ieder in een leefgemeenschap voor het gemeenschappelijk leefonderhoud gezorgd 290 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-16 5 10 In die oude tijden bestond de ruilhandel. Wanneer iemand iets produceerde kon hij dat tegen een ander product van in zijn ogen gelijke waarde ruilen. Later werd er hoogstwaarschijnlijk met schuldbekentenissen gewerkt, wat we moeten zien als stukken gereedschap die de ruilhandel gemakkelijker maakten. Later werd het geld uitgevonden en daarmee begon de ellende. Men ging de waarde van de goederen in getallen uitdrukken. Omdat de mens van naturen egoïstisch is ingesteld en het liefst iets krijgt zonder daar veel moeite voor te doen, waren er zogenaamde linkmiegels, (geldhandelaren) die door middel van geld, meer geld wilden verdienen. 15 20 25 30 35 40 In plaats van het ruilen van goederen van gelijke waarde die ieder zelf gemaakt had of waarvoor ze gewerkt hadden, waren er onproductieve lieden die de werkers parasiteerden. Zo is het kopen van effecten met het doel deze tegen een hogere prijs te verkopen te vergelijken met gokken. Het is iets wat de economie ernstig kan verstoren. In de natuur kunnen we zien dat ieder wezen probeert om met zo min mogelijk moeite zoveel mogelijk binnen te halen. Dat zie je bij het dier maar ook bij de mens. Het is in de natuur, ook zo, dat hoe groter de massa wordt, des te gemakkelijker het wordt meer aan deze massa toe te voegen. De aantrekkingskracht wordt daardoor steeds groter. We zien dit verschijnsel ook bij geldzaken, de meer geld men heeft, des te gemakkelijker het wordt er meer geld bij te krijgen en hoe hebzuchtiger de mens wordt. Er ontstonden banken. Is dat in de grond een foute instelling? Neen, zolang het beschouwd zou worden als een service bedrijf, welke alleen service kosten in rekening zou brengen. Maar deze instellingen handelen in geld zoals vreemde valuta's, aandelen etc., om met geld zo veel mogelijk geld te verdienen. Wanneer men de toekomst somber inziet en men denkt met geleende geld niet genoeg winst te behalen, dan wordt er niet geïnvesteerd waardoor veel mensen zonder werk komen te zitten. 291 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-17 5 10 15 20 25 30 35 40 Ziet men de toekomst wel zitten dan wordt er in allerhande zaken geïnvesteerd, het bouwen van fabrieken, gebouwen enz. Iedereen heeft dan weer werk en draagt zijn steentje als een gezond lid van de maatschappij. Het moet zijn als in onze jeugd, meedoen aan het spel en niet buitengesloten worden. Het is nu zo, hebben de geldmanipulatoren het idee dat de toekomst er gunstig uitzien dan investeren zij, waardoor weer veel mensen aan het werk kunnen. Zien zij de toekomst ongunstig in dan investeren zij niet waardoor mensen zonder werk komen te zitten. Liep vroeger de ruilhandel in goederen gesmeerd, nu kan er door de geldhandelaren groep, die als een buffer werkt, werkloosheid ontstaan. Een punt om over na te denken. Duitsland was voor de oorlog een arm land en door de inflatie had het geld zijn waarde verloren. Toch zagen zij kans om een enorm leger op te bouwen en te onderhouden, wegen aan te leggen enz. Na de oorlog zagen ze kans om het land op te bouwen en de miljarden oorlogsschulden af te betalen en een van de rijkste landen van de wereld te worden. Wat is er dan mis met de manier waarop wij geld gebruiken? Allereerst dit, geld gebruiken om daarmee nog meer geld te verkrijgen is, wanneer men dit nuchter bekijkt een absurde handeling. Wat gebeurt er nl. ? Iemand verdient met de handel veel geld, met dat geld kan hij met de handel nog meer geld maken, zodat er bij hem een opeenhoping van geld ontstaat. Geld staat ook voor energie die iemand erin gestopt heeft, in feite is dat geld uit de roulatie genomen. Men zou kunnen zeggen, Ja maar de banken gebruiken dat geld toch om projecten te financieren. Inderdaad maar alleen om meer geld te maken voor een kleine groep mensen die steeds meer geld gaan bezitten. Dit is eigenlijk geld dat als een ruilmiddel uit het sociale geld circuit wordt genomen en wordt overgeheveld naar het parasiterende particuliere circuit. In een gezond evenwichtig sociaal systeem moet de in omloop zijnde hoeveelheid geld van het sociale circuit in balans zijn met de verrichtte arbeid. Wanneer dat geld verdwijnt naar een circuit dat tot doel heeft geld of goederen op te hopen, 292 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-18 5 10 15 20 25 30 35 40 dus nog meer geld overhevelen naar dat circuit dan treedt er een tekort op in het sociale circuit, waardoor mensen in dat circuit het steeds moeilijker krijgen om in hun dagelijkse behoefte te voorzien. Want zij krijgen minder dan de energie die zij daarin gestoken hebben. De koopkracht gaat achteruit, meer produceren heeft geen zin meer, er worden mensen in het productieproces ontslagen, de staat moet geld gaan aanmaken voor sociale ondersteuning, waarbij ook de inkomsten van de staat aan sociale premies terug loopt omdat er steeds minder mensen gaan werken. En vergeet niet de enorme staatsschulden waarover rente betaald moet worden. Het resultaat laat zich raden en deze schuld neemt nog steeds toe. De staatsschuld in Nederland bedroeg in september 2009, 356 miljard euro en in november 2009 410 euro’s. Deze schuld kan met ons systeem niet meer afgelost worden of er moet een wonder gebeuren. Laten we eens een vergelijking maken met een normale huishouding. De moeder van het gezin kan men vergelijken met de regering, haar kostwinners die het geld binnen brengen om de huishouding draaiende te houden met het volk. De verstandige moeder zorgt er voor dat zij niet meer uitgeeft dan wat er binnen komt. Zij zet de tering naar de nering. Stel dat zij een gat in haar hand heeft, dan geeft zij meer uit dan wat binnen komt en moet zij geld gaan lenen. Voor het geleende geld moet rente betaald worden, waardoor haar uitgaven steeds groter worden. Wanneer zij haar gedrag niet veranderd en ook geen hogere bijdragen vraagt aan de kostwinners omdat zij daardoor onvriendelijk overkomt loopt de hele zaak op de duur in het honderd. Bij de regering ziet men ook vaak dat er te gemakkelijk met belasting geld wordt omgegaan. Uitgaven aan prestige projecten. De belasting wordt gerelateerd aan de stemmen die men kan krijgen in de kamer. Want harde maatregelen kosten stemmen. Ook moet het ontoelaatbaar zijn, dat de ene werknemer of werkgever de ander uitbuit, door middel van de graaicultuur en zich geld toe-eigent wat niet in verhouding staat met de energie die hij in een project heeft gestoken. Op de duur wordt de belastingdruk zo groot, dat die niet meer is op te brengen en zal dan uitlopen op een totale armoede en chaos. 293 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-19 5 10 15 20 25 30 35 40 G E L D O N T W A A R D I N G !!!met al de ellende die daarbij hoort. Bestaat de kans nog dat een depressie als in 1929-1930 weer kan gebeuren, natuurlijk want aan het geld systeem is niets veranderd want iedereen probeert zoveel mogelijk geld te krijgen en er is geen limiet voor hebzucht. Nieuw geld wordt door De Nederlandse Bank aangemaakt of geleend om in sociale projecten te steken en de kans op meer werkloosheid te verminderen. Daardoor komt er meer geld in omloop waardoor de geldswaarde minder wordt. Zien de geldschieters de toekomst rooskleurig in, dan wordt de geldkraan weer opengedraaid en kunnen nieuwe projecten gestart worden. De werkloosheid daalt. We zien uit de principeschets dat de geldhandelaren geld kunnen opslaan bij de banken in de vorm van beleggingen. Zien zij in de toekomst perspectieven om van de opgespaarde geld meer geld te maken dan draaien zij de Geldkraan weer open. Er zijn dan meer mensen nodig om projecten uit te voeren. De werkloosheid vermindert. Kortom iedereen heeft het dan financieel beter. We zien hier dat de economie en welvaart wordt bepaald door emoties, waarmee in de politie door het korte termijn visie te weinig rekening mee wordt gehouden. Wat moeten wij aan het geldsysteem veranderen ? Moeten we dan als individuen geen geld verzamelen die dan in magere jaren als buffer kan dienen. Dat wel, maar dat moet gelimiteerd worden tot een zeker bedrag tot de waarde van een gemiddeld huis. Wat daarboven komt vervalt aan de staat. Dat een kleine groep over vele miljoenen of miljarden kan beschikken staat niet in verhouding met wat zij in de maatschappij presteren. Wanneer daar geen wetten voor worden ingesteld krijgen we steeds meer geldgraaiers die over lijken gaan Het antwoord is het volgende: Wij moeten zorgen dat niemand een bepaald bedrag aan persoonlijk geld kan overschrijden. Laten we zeggen 1 miljoen. Dit geld kan in zijn bezit zijn of op de bank staan. Hij mag zijn geld niet uit zetten tegen rente, wij gaan er vanuit dat er in een gezond werkende maatschappij geen inflatie gevaar bestaat. Daar 294 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-20 5 10 wordt alleen uitgegeven wat wordt verdiend dus er mag geen geld verdiend worden door middel van geld. Want dat is in principe hetzelfde als meer energie proberen te maken met de energie die men ter beschikking heeft. Wij zeiden het al eerder, geld vertegenwoordigt een hoeveelheid energie. Wanneer iemands zijn geldbedrag 1 miljoen te boven gaat, moet hij van het meerdere geld producten kopen of voor sociale doeleinden gebruiken zo niet dan vervalt dit geld aan De Nederlandse Bank, die ook als een geldbuffer kan werken, maar die niet onderhevig is aan emoties. Verder de staat mag niet meer geld uitgeven dan er binnen komt. 15 MACHT 20 Een definitie van macht is. Her vermogen iets te kunnen doen en of te beheersen. Dit kan zijn de heerschappij hebben over personen of volkeren, etc. Het is zoiets als het verzamelen van mensen in plaats van geld en goederen. 25 De rechtelijke macht die controleert of een ieder in de samenleving zich aan de opgestelde regels houdt. Deze regels zijn samengesteld om een samenleving soepel te laten verlopen. 30 35 40 De legermacht. Een groep van gewapende mensen, waar de overheid gebruik van kan maken om het land veilig te stellen t.o.v. vreemde machten of om mensen te onderdrukken Het politie apparaat welke wordt gebruikt om de door de wet vastgestelde wetten te handhaven. Religieuze macht die veelal dreigt met eeuwige verdoemenis wanneer mensen andere ideeën zouden willen aanhangen, dan die bepaald door deze macht liefhebbers. In feite is dat een geestelijke onderdrukking, die het zelfstandig denken van de mens tegen houdt Te vaak worden verschillende machten gebruikt om het volk te knechten en of uit te buiten. Ter meerdere glorie van de machthebbers. We kunnen wel zeggen, de zucht naar aanzien en macht gaan hand in hand met geld. 295 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 20-21 5 10 Het is als slaaf zijn van de materie in plaats dat de mens daar de meester van is. Een ieder zal zich herhaaldelijk af moeten vragen, wanneer hij te veel wilt hebben, hetzij geld, hetzij eten of drinken etc., ben ik een slaaf of de meester over mijn lichaam. Meester zijn in ieder opzicht over jezelf is de grootste macht, want zoals het kleinste radertje met zijn heen en weer beweging het grootste rad met aandrijving van een klok in bedwang houdt, zo zou de mensheid als geheel misschien meer macht op het grote kosmische gebeuren kunnen hebben dan hij ooit voor mogelijk heeft gehouden. 15 296 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 21-1 GEDACHTETHEMA NO. 21 5 10 15 20 25 30 35 WAT IS HET DOEL VAN HET LEVEN? Velen van ons zullen zich wel eens afgevraagd hebben, wat moeten we onder leven verstaan en wat is daarvan het doel? Leven op zichzelf kunnen wij niet direct waarnemen wel de uitwerking daarvan. Wij kunnen zeggen, leven is een kracht die doet bewegen en veranderen. Om een analogie te gebruiken. Het leven is te beschouwen als een onzichtbare waterstroom die de loop van een rivier steeds weer opnieuw zichtbaar doet veranderen. Nog een ander voorbeeld dat nog dichter bij de oorsprong van het leven staat. Maar voordat we hiermee verder gaan, halen we nog even het volgend uit een oud geschrift aan. En God zeide: Er zij licht; en er was licht.(Gen. 1:3). Vergeet hierbij niet dat in de oudheid esoterische kennis vaak in de vorm van verhalen werd verpakt. Dit werd gedaan om er zeker van te zijn, dat die kennis ongeschonden zou worden doorgegeven aan de toekomst, om begrepen te worden door de toekomstige wijsheidzoekers. Verder gaand, we weten dat we van het gehele stralingsscala, werkzaam in de kosmos, alleen het ons zichtbare gedeelte in een bepaald golfgebied kunnen zien, wat we licht noemen. Echter, deze straling wordt alleen zichtbaar wanneer deze weerstand ontmoet. Deze straling botst tegen een voorwerp aan, wordt daardoor teruggekaatst en bereikt ons oog waarin het op het netvlies botst. Daar wordt het in een elektrisch stroompje omgezet en aan de hersenen doorgegeven en door ons herkent als een lichtbeeld. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) 297 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 21-2 5 10 15 20 25 30 35 Wat we met is, dat de leven zelf onzichtbare is. bovenstaande voorbeelden duidelijk willen maken zichtbare beweging of veranderingen niet het zijn, maar dat het zijn oorzaak vindt in de levenskracht, waar straling ook een uiting van Deze analogische sleutel wordt reeds in de bijbel gebruikt met de woorden: Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis. (Genesis 1:26) Het antwoord kan dus gevonden worden door het gedrag van de mensen na te gaan en te onderzoeken waar zij zich mee bezig houden. En wat doen zij, zij eten, creëren, spelen en vechten. Het spel is een edele vorm van strijden. Vechten heeft in de meeste gevallen het doel om heerschappij over de ander te verkrijgen of voor materieel gewin, wat een materialistische activiteit is. Maar in alle gevallen wordt ervaring opgedaan. Voor de mens is het altijd weer een uitdaging, om de grenzen van het mogelijke proberen te verleggen. Ook in de natuur zien wij dat de sterkste overleeft (Survival of the fittest) De mens leert zo de materie kennen en mogelijk ook te beheersen. Eigenlijk hoort het leven voor de mens een spel te zijn waar hij creatief bezig kan zijn. Zo zag hij vogels vliegen en hij wilde dat ook, daarvoor ontwierp hij het vliegtuig of raket om naar andere planeten te gaan. Hij wilde zich echter nog sneller verplaatsen, vandaar de uitvinding van de trein, en fiets. Voor het communiceren ontwierp hij telefoon, radio en televisie. Beetje bij beetje, in een steeds snellere mate leert hij de materie te beheersen. De fout is, dat hij zich te veel vereenzelvigt met zijn scheppingen en bezittingen en geen afstand daarvan kan nemen. Hij vereenzelvigde zich met het onderwerp van zijn aandacht. Vereenzelvigen met het levende is goed, maar 298 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 21-3 5 10 15 20 25 30 35 zich vereenzelvigen met zijn maaksels maakt hem afhankelijk daarvan en bouwt daarmee een materiële muur om hem heen. Dat betekent ook dat hij zich daar een gevangene van maakt. Het leven is als een groot spel en de vreugde van een spel is om te winnen en de beste te zijn. Zelfs het spel in gedachten meespelen geeft al grote vreugde. Zie hoe bv. voetbal fans uit hun bol gaan wanneer hun club de overwinning behaalt. Zij vereenzelvigen zichzelf met hun club en voelen zich daarmee één. Het is zelfs zo, dat hijzelf lichamelijk niet mee behoeft te gaan. Hij kan middelen ontwerpen die voor hem daarheen gaan en de informatie over andere planeten naar hem toe zenden op zodanige wijze dat hij het ervaart alsof hij zelf daar aanwezig is en misschien is het in de toekomst mogelijk om informatie tijdloos over te brengen. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 7) Het kindzijn werkt in het algemeen gesproken langer bij de mannen dan de vrouwen door. In het algemeen gesproken zou men kunnen zeggen, dat een man rechtlijnig denkt, hij wil zien wat er achter de horizon ligt. Een drang om het onbekende te verkennen. Vandaar dat er meer mannelijke uitvinders en filosofen zijn dan vrouwelijke. Terwijl het denken van de vrouw als cirkelvormig kan worden gezien en ingesteld om het nieuwe, ingebracht door de man, op bruikbaarheid te testen en te consolideren. Vandaar dat vrouwen goede managers van bedrijven zouden kunnen zijn. Het vrouwelijke en mannelijke principe zijn onlosmakelijk voor het voortbestaan met elkaar verbonden. Hoewel voor negatief en positief het symbool -1 en +1 beter op zijn 299 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 21-4 plaats zou verdwijnen. zijn, omdat deze opgeteld 0 geven; dus 5 10 15 20 25 We kunnen het ook zo zien: de vrouw beeldt de cirkel uit terwijl de man de middellijn daarvan is, die door zijn activiteiten de middellijn van die cirkel vergroot. Daarmee wordt tevens het projectiescherm vergroot waar de innerlijke gesteldheid als spiegelbeeld op geprojecteerd kan worden en duidelijker voor ons wordt. De vrouw kan symbolisch worden voorgesteld door het cijfer 0 en de man door 1. Ook respectievelijk door de verhoudingsgetallen 22 en 7. Wanneer de 7 de grenzen van 22 (de cirkel) niet kan verleggen ontstaat er kristallisatie. Bureaucratie zouden we kunnen zeggen valt onder de 22. Te veel regelgeving verstikt het vrije creatieve leven, de 7. Deze 22 wordt op een gegeven ogenblik toch doorbroken. Zoals Christus vrij kwam aan het kruis, (Tau), de 22ste letter van het Hebreeuwse alfabet. En het denkbewustzijn omsloten door 22 schedelstukken. (Zie ook de inleiding daarover) Is de mensheid op weg een God te worden? Zoals we zien bij de baby, is een van zijn doelen om te leren lopen. Hij ziet zijn moeder en vader dat ook doen en wil dat ook. In feite heeft hij de innerlijke drang om gelijk te worden aan zijn ouders. Analogisch bezien heeft de mensheid de innerlijke drang om gelijk te worden aan zijn scheppers, 30 35 Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, zagen de zonen Gods, dat de dochter der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. (Genesis 6:1-2 300 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 21-5 Waren deze zonen Gods de scheppers vereenzelvigden zij zich daarmee? der mensheid en 5 10 15 20 25 30 35 We komen nu zeker voor de hedendaagse Christenen op een gewaagd idee. Wanneer we het gedrag van het kind als analoog voorbeeld nemen, dan zijn wij zo te bezien op weg om een God te worden, wat het doel van het leven zou kunnen zijn. Een eeuwigdurend proces waar God zichzelf keer op keer opoffert en op gaat in het vele, om dan weer de weg te gaan naar eenheid in bewustzijn. Dit is voor ons moeilijk te begrijpen. Te meer omdat we te maken hebben met tijd en geen tijd. Velen van ons hebben echter een ander bewustzijnsstaat ervaren en weten, dat eindigheid, ruimte en tijd relatieve begrippen zijn. Heeft de Allerhoogste God alles geschapen, om door afspiegeling, zichzelf bewust te zijn of te worden. Schiep Hij als eerste de beweging en is het evolueren en involueren van het geschapene een eeuwig ritme wat in het eeuwige NU plaats vindt. Een Goddelijk ademhalen. In de Indische filosofie wordt dit de ademhaling van Brahma genoemd of de dagen en nachten van Brahma. Werelden ontstaan en verdwijnen daarmee. Voor ons hersendenkers blijft dit een gesloten boek. Wanneer men het leven in de natuur bekijkt ziet men, dat er een constante strijd gaande is tussen de verschillende levensvormen om te overleven. Het is alsof voor het leven op een lager niveau, dan die van de mens, in het dierenrijk, groepsgeesten werkzaam zijn, die de handelingen voor de levensuitingen behorende bij individuele groepen bepalen. Velen zeggen, dat is het instinct wat ze zo doet handelen, maar diegenen die dat zeggen weten waarschijnlijk 301 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 21-6 5 10 15 20 25 30 35 niet wat ze daarmee bedoelen. Instinct moet op ervaring berusten wat in de onzichtbare groepsgeest aanwezig kan zijn en waar men gebruik van kan maken. De mensheid is minder aan deze groepsgeest gebonden. Hij kan minder afhankelijk daarvan een individuele beslissing nemen. Rudolf Steiner, de antroposoof, zei dat hij kon zien dat bij dieren de groepsgeest niet volledig is ingedaald; hetgeen bij de mens wel zo schijnt te zijn. Men zou kunnen zeggen, deze menselijke groepsgeest is voor 100% verdeeld over de verschillende menselijke individuen. Met het bovenstaande wordt ook verklaard waarom een muilezel, een kruising van een ezel en een paard, onvruchtbaar is. Er bestaat wel een groepsgeest voor paarden en ezels afzonderlijk maar niet voor muilezels. Hierdoor kunnen geen jongen van muilezels belevend worden vanuit deze niet bestaande muilezel groepsgeest. Wat men ook in de natuur kan opmerken is, dat wanneer een dierengroep constant in gevaar verkeert, deze op de duur een weg vindt om zich te beschermen. O.a. door gebruik te maken van de zogenaamde Mimicry. Dat is het nabootsen van dieren en planten die in zo'n geval minder gevaar lopen en die zich als het waren camoufleren. Sommige beesten doen dat door de kleur aan te nemen van hun achtergrond, waardoor zij minder opvallen. Andere beesten hebben de vorm van een wandelende tak of blad en gedragen zich dan zodanig. Weer andere dieren en planten hebben de kleuren en uiterlijke kenmerken van gevaarlijke of giftige species, waardoor zij veilig zijn voor de vraatzucht van andere wezens. Zo zijn er meer van deze interessante verschijnselen op te noemen. Voor de geïnteresseerden is het dan wel aardig een boekje over mimicry te lezen, men zal dan ook begrijpen dat 302 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 21-7 mimicry los selectie. staat van het verschijnsel, natuurlijke 5 10 15 20 25 30 35 Bij virussen en bacteriën zien we, dat wanneer de mens een bestrijdingsmiddel daartegen heeft uitgevonden, na verloop van tijd de virussen of bacteriën resistent tegen dat middel worden. Het virus heeft dan een middel gevonden om zichzelf te beschermen. De mens is dan weer verplicht naar een nieuw bestrijdingsmiddel te zoeken. Wanneer we al deze zaken in deze evoluerende natuur beschouwen, dan lijkt het of groepsgeesten of hogere machten die van groepsgeesten gebruik maken een aanval en verdedigingsspel in de natuur spelen. Wij zouden het kunnen zien als een strijd tussen door de mensen ontworpen robots. De meest technisch geavanceerde robots winnen de strijd door de mindere te vernietigen. Een spel om een steeds grotere vaardigheid door ervaring te verkrijgen. Pijn, smart en vreugde wordt door de robots niet ondergaan. In tegenstelling tot de mens. Misschien omdat zijn groepsgeest zich vereenzelvigd heeft met zijn schepping. Nogmaals, wanneer we er vanuit gaan dat er analogische verbanden bestaan tussen de zichtbare en onzichtbare scheppingen, dan moet het mogelijk zijn om op al onze vragen antwoorden te vinden, die betrekking hebben op het onzichtbare en de oorsprong en doel van het leven in het algemeen. Uiteindelijk zullen we door ervaringen wijzer worden en inzien dat de weg naar veelheid en specialisme geen vrede brengt. Dan zullen wij van richting veranderen en eenheid zoeken waar rust en vrede heerst. Wanneer wij het universum bekijken en alle krachten die daar werkzaam zijn en indien onze ontwikkeling zodanig is dat wij die machten eens zullen beheersen dan hebben we nog 303 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 21-8 5 10 een hele lange weg af te leggen, hoewel de evoluerende ontwikkeling steeds sneller gaat. Naar beneden toe verlopen de scheppingen steeds sneller niet op de laatste plaats door het verenigen met elkaar. Want je weet “Het geheel is groter dan de som der delen”. En in plaats van spiraalsgewijs te evolueren in overeenstemming met de materiële vorm van het universum, is het waarschijnlijk mogelijk de smalle rechte weg naar boven te volgen, om het zo eens te zeggen. Deze weg waar de Christus zich bevindt is in het kabbala figuur weergegeven als Tiphereth. 15 20 25 30 35 304 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 22-1 GEDACHTETHEMA NO. 22 5 LIEFDE 10 15 Allereerst moeten wij ons ervan bewust zijn, dat alles wat hier op aarde gebeurt zijn herhaling of gelijkenis heeft op steeds hogere immateriële gebieden en wel volgens de regel van Hermes: zo in het groot zo in het klein. Als zodanig drukt de mensheid zich uit in zijn scheppingen. Vergelijk bij voorbeeld ons wegensysteem met de aderen in ons lichaam, waar doorheen voedsel en zuurstof naar alle delen van het lichaam worden vervoerd. Onze hersenen met de door ons gefabriceerde computers. Elektrische en elektronische verbindingen. Dit alles is weer terug te vinden in ons lichaam. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 3) 20 25 Een van de belangrijkste fenomenen werkzaam in het heelal is de aantrekkingskracht. Deze kracht zorgt er niet alleen voor dat de moleculen waaruit een lichaam is opgebouwd bij elkaar blijven, maar ook voor de onderlinge band tussen de verschillende hemellichamen. (Over magnetische aantrekkingskrachten valt nog wel het een en ander te zeggen, maar dat is voor dit stuk niet zo van belang). (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 4) 30 35 40 Bij de planeten die om de zon draaien is de bewegingskracht, (kinetische energie) van die planeten om zich van de zon af te bewegen in evenwicht met de onderlinge aantrekkingskracht van de zon en deze planeten, waardoor deze in een vaste baan om de zon blijven bewegen. Het kan gebeuren dat deze bewegingskracht zo groot wordt dat daardoor de ontsnappingssnelheid wordt bereikt, (een aards voorwerp met een aanvangssnelheid van 11m/sec., dat is 40 km/uur, kan aan de aantrekkingskracht van de aarde ontsnappen) in dat geval zal het lichaam zich van het oorspronkelijke krachten systeem verwijderen. 305 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 22-2 5 10 15 20 25 30 35 40 Op het spirituele gebied bestaat ook een soort aantrekkingskracht. Neem als voorbeeld 2 personen die verliefd op elkaar zijn, zij zouden in elkaar over willen gaan, een eenheid willen vormen. Het klikt als het ware tussen die twee. Andere paren evenwel stoten elkaar weer af. Wij kunnen alzo 3 niveaus van liefdesuitingen onderscheiden: Ten eerst, de spirituele liefde die de materiële liefde overstijgt. Hierbij tracht iemand zich te vereenzelvigen met een ander en behandelt deze als zijnde een stukje van hemzelf. Ten tweede, liefde die zich uit in de geslachtsgemeenschap. Deze liefde is als beestachtig en natuurlijk te beschouwen, iets wat op een hoger plan ontworpen is om de mens te laten vermenigvuldigen en waar het bij de mensen vooral gaat om zelfbevrediging. Ten derde, een liefde die zich tracht te vereenzelvigen met zijn bezittingen en die tracht zijn materiële bezittingen te vergroten met geld en materie. De mens waarbij dit in zijn leven speelt, is de speelbal of slaaf van de materie en hoe groter zijn bezittingen worden hoe groter zijn honger wordt naar meer. Deze mens heeft zich vereenzelvigd met zijn bezit. Het kan zelfs voorkomen dat wanneer hij dit verliest, denkt niet meer verder te kunnen leven en dan daar een eind aan maakt. Liefde is een streven naar eenheid. Op het aardse niveau wordt men ervan bewust dat men elkaar nodig heeft om tot betere en grotere resultaten te komen. Dit is ook af te leiden uit de loop van de geschiedenis, men ziet daar dat mensengemeenschappen in verband met wederzijdse belangen zich verenigen met andere mensengemeenschappen tot steeds grotere groeperingen die eens zullen uitmonden in één wereldgemeenschap. We zien om ons heen dat al wat met materie te maken heeft, de neiging heeft te groeien. Dit kan zijn door middel van fusies. Tegelijkertijd wordt de be306 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 22-3 5 10 15 20 25 30 35 40 huizing van de innerlijke mens ruimer en wordt de mens daarover machtiger. Uiteindelijk zal deze mensenmacht de wereld beheersen en wat dan?. Zal er dan een ontlading volgen tussen het hoge en het lage? Of is dit een eindpunt en is dan de totale schepping volbracht als een volledig spiegelbeeld van God. Hoe hoger in rangorde, hoe meer eenheid. Wat wij dan zien is eenheid tegenover veelheid. Het verschil geeft een enorm spanningsverschil waardoor een vonk; een ontlading kan volgen. Wordt er dan een goddelijk kosmisch kind geboren of ondergaat de mensheid een bewustzijnsverandering? Zijn wij dan gereed voor de volgende stap die hoogstwaarschijnlijk op het spirituele vlak zal plaats vinden. Wij spreken nu over mensengemeenschappen maar we moeten niet vergeten dat de allereerste basis van de mensheid hier op aarde ligt op het biologisch vlak en wel wat wij het primitieve leven noemen, bv. eencellig leven zoals pantoffel diertjes amoebe etc., wat zich in de loop van de tijd door de drang van het leven zich verenigd heeft tot steeds grotere cellengemeenschappen. Een van deze soorten cellengemeenschappen is het menselijke. Zo zijn er ook mierengemeenschappen, bijengemeenschappen, planten-, bomen- en bloemengemeenschappen enz. enz., waarvan de bestuurskern zich op een hoger vlak bevindt.; daar waar het godendom heerst. Want zo te zien zijn er meerdere scheppende goden, in verschillende rangorde, die uiteindelijk allen vallen onder de Allerhoogste de Allesomvattende. Het karakter van de natuur is, dat het neemt en alleen geeft in eigen belang. Van nature heeft alles in de loop van tijd de neiging groter te worden. Hoe groter de massa van de aarde wordt des te groter wordt haar aantrekkingskracht. Denk eens aan de sauriërs Door het groter worden werden ze ook kwetsbaarder waardoor zij bv., door klimaatverandering of door kleinere beesten die hun eieren opaten of anderszins uitgestorven zijn. Eten en gegeten worden is op aarde de drang om een eenheid te vormen. Ingewikkelde levensvormen kunnen niet zonder de 307 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 22-4 5 10 15 20 primitieve levensvormen bestaan. De biologische samenleving verloopt piramidaal. Wanneer men de onderste laag van deze samenleving vernietigt, stort de gehele moderne samenleving ineen en deze kans is tegenwoordig levensgroot aanwezig. De algen worden door de kleinste visjes opgegeten. Deze kleine visjes vormen weer voedsel voor de grotere enz. Algen en planten zorgen ook voor de zuurstof producties In de natuur ziet men op de eerste plaats dat het minder sterke en slimme wezen wordt opgegeten en gebruikt ten eigen bate. Misschien dat de slimmere of hogere wezens de ervaringen van de lagere binnen krijgen door de lagere soorten te eten. Dit alles kan men een liefdesuiting noemen op het aardse vlak. Neem eens als voorbeeld een moeder met kind, men zal weleens de moeder tegen haar baby hebben horen zeggen: "Ik vind je zo lief, ik kan je wel opeten" daarbij het kind overladend met kusjes. Zoenen heeft met eten te maken en met liefde op een lager niveau. Een egoïstisch, naar zich toehalende handeling; dus nemen zoals dat in de natuur gebruikelijk is. Dat is het karakter van de natuur, het neemt. 25 30 35 40 Het leven is bezig zich op het aardse niveau (in de materie) gedifferentieerd uit te drukken. Wanneer dit gebeurd is zal de mens als bemiddelaar tussen hoog en laag het werk zijner handen aanschouwen en zijn conclusie daaruit kunnen trekken; wat goed en fout daaraan is. Doordat de mens zichzelf in de stof leert uit te drukken, doet hij kennis op. De volledige mens omvat alle leven in de natuur, vanaf de primitieve vormen tot en met de meest ingewikkelde toe. We kunnen deze kennis ten goede of ten kwade gebruiken. We kunnen deze kennis gebruiken om bewuster en voor het algemeen belang te gaan leven. Dit uitdrukken in de stof werkt als een spiegel voor hemzelf, hij kan zich daardoor beter leren kennen. In vele gevallen wordt deze kennis gebruikt voor egoïstische doeleinden, waarbij de medemens en de natuur niet worden ontzien. Maar vroeg of laat zal daarvoor de rekening worden gepresenteerd. 308 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 22-5 5 10 Stralingen van allerlei golflengten, zoals licht, gedragen zich niet geheel stoffelijk. Bv. de zon geeft voor niets. Hij schijnt voor iedereen, voor goeden en slechten. Al het levende kan zich in zijn licht en warmte koesteren en ontwikkelen. Daarom was de zon bij veel oude volkeren het symbool voor God. Waarschijnlijk is licht een randverschijnsel in de natuur, misschien dat bij het overschrijden van die rand een andere dimensie wordt bereikt: die van het hogere bewustzijn. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 2) 15 20 25 30 35 Materie is samengesteld met behulp van stralingsenergie. Want wanneer materiedeeltjes worden gesplitst komt er energie vrij in de vorm van stralingsenergie. Men kan dit op een ander niveau waarnemen wanneer men een blok hout verbrandt. Zo'n houtblok komt van een boom welke met behulp van de zon is gegroeid. Deze zonne-energie is in het hout in de vorm van structuren opgeslagen, wanneer men dit hout verbrandt, komt de opgeslagen zonne-energie in de vorm van licht-en warmtestraling weer vrij. Doordat deze structuren uiteen vallen en er andere scheikundige verbindingen worden gevormd Zo ook kan het hogere bewustzijn verbonden zijn met de materie en kan alleen daarvan verlost worden wanneer het lichaam vergaat. De oplossing van de problemen is, meer van ons zelf geven gelijk de zon dat doet. Voor diegenen die onder de wet van Mozes willen leven, dus onder de wetten van het oude testament, geldt nog steeds oog om oog en tand om tand. Met de komst van Christus kwam er iets nieuws. Had tot die tijd de natuurwet gegolden van oog om oog en tand om tand. Christus leerde, dat wanneer iemand op uw wang slaat, keert dan ook de andere zijde toe. Met andere woorden, kwaad niet met kwaad vergelden. En ook, het is beter te geven dan te nemen. Leringen wanneer toegepast door de mens, hem doet vervreemden van de natuur des doods, waardoor hij, geheel 40 309 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 22-6 5 10 in overeenstemming met de natuurwet de kans maakt als een ongewenst vreemd object uitgestoten of vervolgd te worden door de beestachtige ingestelden. De natuurwet staat ten slotte de bescherming van de eigen soort voor. In gedachtethema no.1 gaven we als voorbeeld voor samenwerking, het gelijkrichten van alle metaaldeeltjes in een staalblok, waardoor de magnetische krachten in dat blok elkaar niet meer tegenwerkten maar door de krachtenvereniging de blokgrenzen overtraden en daarbuiten hun onzichtbare invloed konden doen gelden. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO.1) 15 20 25 Parallel met het bovenstaande gaat het met de liefde. Door het geven van liefde te beoefenen en daarvan vervuld te zijn, verdwijnen lichamelijke tegenstrijdigheden en maken ons meer ontvankelijk voor de Christus geest. Door deze Christusgeest worden wij, gelijk wat de stroom deed voor het staalblok, gelijkricht. Ziekten verdwijnen, want de inwendige weerstanden die deze verstoringen veroorzaakten verdwijnen en dat niet alleen, wij zullen gelijk de magnetische krachten in het staalblok het materiële menselijk lichaam overstijgen en een wijder bewustzijn verkrijgen waar het verschijnsel dood niet bestaat. Tot slot. De echte liefde kunnen we misschien het beste definiëren als volgt: 30 Liefde is: als zich vereenzelvigen met de ander en deze aanvaarden zoals hij is. 35 Wij hebben nu gezien dat liefde op verschillende niveaus bestaat, de vraag is, waar willen wij als mens staan? We moeten wel het volgende gezegde in gedachte houden: “Al te goed is buurmans gek”, (Wie te goed is, wordt het slachtoffer van zijn goedheid). Jezus en de wet,(Matheus 5:17-18). 40 Volgens de verhalen, welke een symbolische betekenis kunnen hebben, offerde Christus zichzelf op voor de mensheid. Hij 310 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 22-7 5 10 15 20 ging als zaadje in de mensheid ten onder of is in de mensheid begraven om daar tot volle wasdom te komen, om dan de derde dag vroeg in de morgen te herrijzen. Duizend jaar is als een dag voor God. Sinds Christus geboorte zijn we nu in de morgen van een nieuw millennium. Wanneer zal de geboorte van het Goddelijk kind plaats vinden? Zal de mens een bewustzijnsverandering ondergaan of komt er een nieuwe wereld leraar. We weten het niet, maar wat we wel weten is dat de grote ommekeer die als een bliksemschicht plaats zal vinden aanstaande is, zie maar naar de tekenen des tijd. In die tussentijd kunnen wij gewoon aardig voor elkaar proberen te zijn. (Zie ook GEDACHTETHEMA NO. 19) De aard van de natuur is nemen en alleen geven wanneer dit voordeel oplevert. Die van de liefde is geven om niets, zoals de zon zijn straling geeft voor de goeden en de slechten. 25 30 35 40 311 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 1 N A W O O R D 5 10 15 20 25 30 35 40 Zoals in het voorwoord reeds gezegd is, kan eenieder zijn steentje bijdragen om dit geschrift uit te breiden of te verbeteren. Dit kan worden gedaan door te zoeken naar antwoorden die levensvraagstukken betreffen en het vinden van vergelijkende voorbeelden daarvoor op andere niveaus. Antwoorden op vragen kunnen soms van binnen onszelf uit gegeven worden, maar ook bewust of onbewust door anderen, waarvan we het niet zouden verwachten. Wij kennen het gezegde: “ Een profeet wordt in eigen huis niet geëerd”. Dit houdt de volgende waarschuwing in. Beoordeel de mens niet altijd naar zijn geaardheid of persoonlijkheid waar hij zich in deze wereld mee manifesteert. Geaardheid wordt tijdens de geboorte voor een groot gedeelte, zo niet geheel, bepaald door een samenstel van kosmische krachten, die op het moment van de geboorte werkzaam is. Dit komt, omdat ons aards lichaam bestaat uit verschillende stoffelijke elementen, die in het gehele universum voorkomen en daarbij even oud zijn. Al deze elementensoorten of atomen hebben hun eigen trillingsgetal en kunnen resoneren met al diezelfde atomen in het heelal. Zo kunnen dezelfde soorten moleculen, clusters van atomen dus, ook weer met elkaar resoneren. Zo blijft al het stoffelijke onzichtbaar met elkaar verbonden. Ons lichaam of stoffelijke omkleding, maakt zo deel uit van het grote geheel en reageert daarop. Velen hebben daar nooit bij stil gestaan. Persoonlijkheid heeft te maken met een Etruskisch woord wat toneelmasker betekent. Ons masker of persoonlijkheid wordt gedurende onze groei opgebouwd, dit kan een mooi of lelijk masker worden, dat wil echter niet zeggen dat er soms achter een minder mooi masker der persoonlijkheid geen grote geest verborgen kan zijn. In de meeste gevallen is deze zelfs nog niet kenbaar voor de maskerdrager zelf. Vandaar de aansporing der ouden, “Ken u zelve”. Daarbij weten we toch, dat ieder mens zo zijn kleine uiterlijke tekortkomingen of eigenaardigheden heeft. Ook ondergetekende en initiatiefnemer van PI-PHI. Vandaar het gezegde: “Wie zonder zonden is gooie de eerste steen”. 312 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 2 5 Voor persoonsbeoordeling hebben we nog enige houvast wanneer wij denken aan het gezegde, “Aan de vruchten kent men de boom”. * 10 15 20 25 30 35 Wij zullen dit nawoord afsluiten met een Vierhonderd jaar oude tekst, die gevonden werd in de oude St.Pauluskerk te Baltimore, gedateerd 1692 Wees kalm te midden van het lawaai en de haast en bedenk welk een vrede er in stilte kan heersen. Sta op goede voet met alle mensen, zonder jezelf geweld aan te doen. Zeg je waarheid rustig en duidelijk en luister naar anderen: ook zij vertellen hun verhaal. Mijd luidruchtige en agressieve mensen: zij belasten de geest. Wanneer je met anderen vergelijkt, zou je ijdel en verbitterd kunnen worden, want er zullen altijd kleinere en grotere mensen zijn dan je zelf bent. Geniet zowel van wat je hebt bereikt als van je plannen. Blijf belangstelling hebben voor je eigen werk, hoe nederig dat ook moge zijn: het is een werkelijk bezit in het veranderlijke fortuin van deze tijd. Betracht voorzichtigheid bij het zaken doen, want de wereld is vol bedrog. Maar laat dit je niet verblinden voor de bestaande deugd: veel mensen streven hoge idealen na en overal is het leven vol heldendom. Wees jezelf. Veins vooral geen genegenheid. Maar wees evenmin cynisch over de liefde, want bij alle dorheid is zij eeuwig als het gras. Volg de loop der jaren met gratie, verlang niet naar een tijd die achter je ligt. Kweek geestkracht aan om bij onverwachte tegenslag beschermd te zijn. Maar verdriet jezelf niet met spookbeelden. Vele angsten worden uit vermoeidheid en eenzaamheid geboren. Leg jezelf een gezonde discipline op, maar wees lief voor jezelf. Je bent een kind van het heelal, niet minder dan de bomen en de sterren. Je hebt het recht hier te zijn, en ook al is het je al of niet duidelijk, toch ontvouwt het heelal zich zoals het zich 40 313 PI-PHI HET BOEK DER VERHOUDINGEN, DE ANALOGISCHE DENKWIJZE ALS SLEUTEL TOT UNIVERSELE KENNIS 3 5 ontvouwt, en zo is het goed. Heb daarop vrede met God, hoe je ook denkt dat Hij moge zijn. En wat je werk en aspiraties ook moge zijn: houd vrede met je ziel in de lawaaierige verwarring van het leven. Met al zijn klatergoud, en somberheid, is dit toch nog steeds een prachtige wereld. Wees waarachtig. Streef naar geluk. 10 15 20 25 30 35 REDACTIE-EN E-MAILADRES: [email protected] 314