Verslag regionale kring Midden-Nederland

advertisement
Verslag regionale VVE-kring Midden-Nederland
Datum bijeenkomst: 18 november 2014 (Utrecht)
Aanwezig: 18 beleidsambtenaren VVE, Marco Zuidam (kenniskringleider en expert
resultaatafspraken), Heleen Versteegen (expert ouderbetrokkenheid) en Arjan Mook (verslaglegging)
Onderdeel 1: Informatie en vragen
Onderzoek implementatie VVE
De resultaten van het Pre-Cool onderzoek naar het effect van VVE worden eind 2015 bekend
gemaakt. Het Kohnstamm Instituut heeft de implementatie van de wet OKE bij 12 gemeenten
onderzocht, link naar het onderzoek zat bij de uitnodiging. Verder voert Cebeon een onderzoek naar
de financiële implementatie van VVE onder 50 gemeenten uit, dit dient december 2014 gereed te zijn.
Dit laatste onderzoek gaat veel beleidsinput geven aan OCW voor OAB vanaf 2016.
OAB na 2015
In maart 2015 maakt OCW de hoofdlijnen bekend voor het OAB vanaf 2016. De exacte verdeling van
middelen vanaf 2016 is dan nog niet bekend. Gemeenten moeten hun besteding van OAB in tweeën
knippen: Alle activiteiten vanaf 2016 moeten geboekt worden vanaf 1 januari 2016. Mogelijk geldt de
eis van Taalniveau 3F onder PM’ers op VVE-groepen in de toekomst voor alle gemeenten.
Er komt in november nog een Kamerbrief over de tussentijdse bestandopname G37. Indien hier
relevante informatie voor de niet G37 in zit, wordt de brief verspreid onder de kenniskringleden.
Het is onduidelijk of de startgroepen worden meegenomen in de nieuwe OAB-periode. Marco Zuidam
zal dit navragen bij OCW.
Harmonisatie voorschoolse voorzieningen
De grootste verandering is dat er vanaf 2017 geen vrijwilliger meer op de groep mag staan:
ambitieniveau 1 is niet voldoende meer.
De VNG pleit voor een ontwikkelrecht voor kinderen. Dit houdt een tegemoetkoming in voor
peuteropvang, ongeacht of ouders werken of tot de VVE-doelgroep behoren. Asscher staat open voor
dit voorstel. De consequenties van het ontwikkelrecht worden doorgerekend.
OAB in de verdere toekomst
IKC2020 streeft waarschijnlijk naar de overheveling van OAB-middelen van voorscholen naar het
primair onderwijs. Het lijkt er echter op dat ze mikken op de nieuwe kabinetsperiode.
Nieuwkomers
Scholen ontvangen door de vluchtelingenstroom veel kinderen die geen Nederlands spreken. Hier kan
de gemeente OAB-middelen voor inzetten, al is dit niet verplicht volgens de wet OKE. Genoemde
voorbeelden zijn NT2-scholing of een extra voltijd schakelklas voor nieuwkomers. Via DUO is een
formulier beschikbaar waarmee scholen extra middelen kunnen aanvragen indien zij veel meer
nieuwkomers ontvangen dan voorheen. Het is verstandig om als gemeente scholen te wijzen op deze
mogelijkheid.
Bij de volgende kenniskring is opvang nieuwkomers een agendapunt.
Overige informatie
Meer informatie is te vinden op vveschakelklassenzomerscholen.nl. Ook komt de VNG in januari met
een VVE-toolbox.
Oberon –
2
Onderdeel 2: Ouderbetrokkenheid (Heleen Versteegen)
Van de 18 aanwezige ambtenaren hebben er twee ouderbetrokkenheid op papier (bijvoorbeeld in de
LEA).
Heleen schetst dat VVE ouderbeleid een link kan hebben met:
- Brede school.
- Passend Onderwijs.
- Taken van het CJG, zoals opvoedingsondersteuning.
- Transitie Jeugdzorg. De gemeente Zaltbommel en Nieuwegein geven aan dat ze voor
signalering gebruik maken van scholen.
Ouderbeleid stel je als gemeente samen met de voorscholen op, de uitvoering van ouderbeleid ligt bij
de voorscholen. De Onderwijsinspectie controleert of gemeente en voorscholen een ouderbeleid
hebben, al is het niet een wettelijk verplichting. Ouderbeleid is maatwerk. Daarom is een analyse van
de ouderpopulatie nodig. Voor deze analyse kan de gemeente gegevens uit de GBA of bij DUO, JGS
of eventueel O&S halen. Relevante variabelen zijn etniciteit, opleiding, inkomen, tweetaligheid en
eenoudergezinnen. Maar als gemeente zou je ook voorscholen vragen kunnen laten stellen aan
ouders.
De aanwezigen hebben een aantal tips om ouders te betrekken bij de voorschool. Zo kan je de
ouderbijdrage koppelen aan de verwachting dat ouders naar de voorschool komen. Wees er
daarnaast open over dat je het beste voor hebt met het kind, en welke middelen je er voor inzet. Ook
is het verstandig om zo vroeg mogelijk na het indiceren toe te leiden.
Onderdeel 3: Resultaatafspraken (Marco Zuidam)
Van de 18 aanwezige ambtenaren hebben er zes resultaatafspraken gemaakt, en zijn zeven er
momenteel mee aan de slag. De gemeente Zaltbommel heeft resultaatafspraken gemaakt, en de
monitoring deels gedaan. Wel is de monitoring hier en daar gewijzigd. Door de resultaatafspraken is
de administratie weer scherp gesteld.
De Inspectie vraagt bij zowel gemeenten als schoolbesturen na of er resultaatafspraken gemaakt zijn.
De gemeente Bernheze en De Ronde Venen hebben van de Inspectie een brief ontvangen waarin
staat dat als er per 1 januari 2015 geen resultaatafspraken zijn, er ‘’in de plaatsstelling’’ dreigt. In de
plaatsstelling betekent dat een gemeente op een bepaald onderdeel geen bevoegdheid meer heeft.
De gemeente Bernheze heeft deze brief ontvangen op 5 november. Andere aanwezige gemeenten
hebben echter geen brief ontvangen.
Marco vraagt bij OCW na over de brief van de Inspectie m.b.t. de in de plaatsstelling.
De gemeente Wijk bij Duurstede heeft geen VVE-scholen, maar wel VVE-geïndiceerde kinderen. De
voor VVE geïndiceerde kinderen kunnen worden meegenomen in de resultaatafspraken. Verder staat
de definitie van VVE-school niet vast. Marco geeft aan dat een school Inspectietoezicht VVE krijgt
voor vroegschoolse educatie indien het meer dan 15% aan gewichtenleerlingen heeft. Dit kun je als
richtlijn nemen. Ten tweede geldt dat bij 6% of meer gewichtenleerlingen de scholen middelen krijgen,
dit is na te gaan op de DUO site. Dit is ook een mogelijkheid om als VVE-school te gebruiken:
ontvangt men vanuit het Rijk in de lumpsum middelen voor vroegschoolse educatie. Let op: niet de
scholen, maar de schoolbesturen ontvangen deze middelen.
In Wijk bij Duurstede gebruiken scholen verschillende toetsen. Marco Zuidam stelt voor om de vraag
hoe en wie je toetst te bespreken met de scholen. Zo zijn in Den Haag procesafspraken gemaakt over
richtlijnen voor het toetsen. In de gemeente De Ronde Venen is één toetsleidster verantwoordelijk
voor de toetsen op de voorscholen, zodat het toetsen consistent wordt uitgevoerd.
Oberon –
3
De aanwezigen hebben vandaag via een werkopdracht de Resultaatafspraken van De Ronde Venen
bekeken. Ze zijn positief. Een aanwezige is van mening dat ze wellicht meer SMART geformuleerd
hadden kunnen worden. De Ronde Venen heeft dit overwogen, maar ziet als voordeel dat de huidige
formulering meer speling geeft.
De Ronde Venen kiest ervoor om ook na groep 2, namelijk in groep 4 te meten. De reden hiervoor is
dat veel kinderen na groep 2 een terugval kennen. Scholen hebben afgesproken dat ze, met hun
eigen programma’s, kinderen blijven ondersteunen. Door te meten in groep 4 zien gemeente en
scholen of het positieve effect vastgehouden wordt.
Het is wettelijk niet verplicht, maar wel mogelijk om voorscholen te betrekken bij de
resultaatafspraken. In De Ronde Venen waren er al afspraken gemaakt met voorscholen, waardoor
voorschoolse resultaatafspraken niet nodig bleken te zijn.
Gemeente en scholen bepalen samen het meetniveau. Het is nuttig om verschillen tussen scholen
mee te nemen in de kwaliteitsdialoog. In Zaltbommel wordt op leerlingniveau gemeten, in De Ronde
Venen wordt gemeten op groepsniveau i.v.m. privacy.
Download