De economische kracht van de ondernemende vrouw drs. Monique Brummans drs. Nicolette Loonen dr. Ingrid Verheul drs. Josette Dijkhuizen dr. Caroline Essers dr. Ilse Matser dr. Chantal Remery Michiel de Wilde MBA drs. Lonneke van der Waa prof. Dianne Bevelander drs. Madeleine van der Steege De economische kracht van de ondernemende vrouw HOOFDSTUK 3C: DE KRACHT VAN VROUWEN IN DE FILANTROPIE Lonneke van der Waa en Michiel de Wilde ___ Dit hoofdstuk is onderdeel van de publicatie De Economische Kracht van de Ondernemende Vrouw, een uitgave van Stichting Maatschappij en Onderneming, 2015. ISBN 978-90-6962-253-8. De gehele publicatie is te bestellen op www.smo.nl. 2 3. Vrouwelijk ondernemerschap vanuit verschillende perspectieven Filantropie – hier gedefinieerd als de vrijwillige inzet van private middelen voor publieke doelen (Payton, 1988) – wint aan maatschappelijke betekenis. Een belangrijke verklaring is het feit dat overheden zich als subsidieverstrekker steeds meer terugtrekken. Zowel ondernemingen als privépersonen verrichten filantropie waarbij vrouwen in beide gevallen een belangrijke rol kunnen spelen. Als privépersoon kunnen vrouwen direct filantropie bedrijven als donateur (gever van geld en goederen) en vrijwilliger (gever van tijd en expertise). Vrouwen kunnen echter ook veel invloed hebben op de filantropie als eigenaar of bestuurder van ondernemingen, vermogensfondsen12 en maatschappelijke instellingen (Figuur 5). Daarnaast worden meisjes en vrouwen vanuit de ontvangende kant al geruime tijd en in toenemende mate gezien als een specifieke doelgroep voor maatschappelijke initiatieven. Naast dat zij op vele terreinen in voornamelijk lage-inkomenslanden nog een achterstand hebben, kunnen zij ook als groep een bepalende rol spelen in het op gang brengen en versnellen van internationale sociale en economische ontwikkeling. Zowel aan de gevende kant als aan de ontvangende kant zijn er dus veel interessante raakvlakken als het gaat om de economische en filantropische kracht van vrouwen. Deze korte verkenning richt zich daarom op de huidige positie van vrouwen binnen de filantropie en op de wijze waarop deze positie versterkt zou kunnen worden. Figuur 5. De rol van vrouwen in de filantropie Ondernemingen Vrouwelijke bestuurders en ondernemers Privépersonen Vermogensfondsen Vrouwelijke bestuurders Vrouwen als donateur en vrijwilliger Maatschappelijk (fondsenwervende) instellingen en maatschappelijke ondernemingen Vrouwelijke bestuurders en ondernemers Vrouwen en meisjes als maatschappelijke doelgroep en thema Overige doelgroepen en thema’s Bron: Erasmus Centre for Strategic Philanthropy (ECSP) De rol van vrouwen als donateur Uit onderzoek van De Wit en Bekkers (2012) blijkt dat vrouwen vaker aan goede doelen geven dan mannen, maar dat mannen hogere bedragen doneren. Dit kan volgens De Wit en Bekkers worden verklaard doordat vrouwen sterkere gevoelens van empathie en verantwoordelijkheid hebben dan mannen. Mannen geven hogere bedragen omdat zij vaak een hoger inkomen, meer vermogen en Een vermogensfonds is een onafhankelijke, non-profitorganisatie (in de vorm van een rechtspersoon) met een eigen vermogen en/of een structurele inkomstenbron, die ten behoeve van het algemeen nut daaruit steun biedt aan projecten, organisaties en individuen (Van Gendt, 2013). 12 3 De economische kracht van de ondernemende vrouw een hogere opleiding hebben. Er zijn ook verschillen in de thema’s waaraan wordt gegeven. Vrouwen ondersteunen bijvoorbeeld vaker internationale hulp en milieu, natuurbehoud en dierenbescherming. Doordat vrouwen een hogere levensverwachting hebben dan mannen, is de verwachting dat zij in de nabije toekomst een steeds groter deel van het geld zullen beheren dat van generatie op generatie wordt doorgeven (Mesch, 2009). Daarmee wordt de vrouw steeds vaker diegene die beslist om een deel van het vermogen eventueel te doneren aan goede doelen. In Amerika zal naar verwachting 70% van de $41 miljard dollar die de komende 35 jaar geërfd wordt, terecht komen in handen van vrouwen (Forbes, 2009). Vrouwen zullen hierdoor in toenemende mate een belangrijke rol gaan vervullen als financier van publieke doelen en zullen daardoor ook een steeds grotere invloed uit kunnen oefenen op de manier waarop deze sector zich ontwikkelt. De ontvangende maatschappelijke instellingen en ondernemingen doen er goed aan zich steeds beter te verdiepen in de specifieke motieven die een rol spelen binnen het geefgedrag van vrouwen en kunnen daar met doelgerichte campagnes op inspelen. Vrouwen die zelf actief willen worden als donateur kunnen dit doen door als privé persoon te doneren aan een fondsenwervende instelling, of door het oprichten van een fonds op naam13 of een vermogensfonds. Een alternatieve manier om vermogen maatschappelijk bewust in te zetten die daarnaast steeds meer aandacht krijgt is impact investing. Vrouwen kunnen ook actief worden als sociaal investeerder door leningen of risicokapitaal beschikbaar te stellen aan maatschappelijke ondernemingen en initiatieven die een sociaal én een (beperkt) financieel rendement nastreven. De betrokkenheid van vrouwen bij vrijwilligerswerk De positie van vrouwen binnen het vrijwilligerswerk is door de tijd heen veranderd. Waar vrouwen zich voorheen veelal bezig hielden met vrijwilligerswerk en de man de kost verdiende, zijn vrouwen van nu in grotere mate economisch onafhankelijk en heeft vrijwilligerswerk (deels) plaatsgemaakt voor betaald werk (Plemper, 1996). Toch zijn zij nog altijd dominant aanwezig. Volgens Geven in Nederland (2013) verricht naar schatting nog 40% van de Nederlandse vrouwen vrijwilligerswerk, waarmee vrouwen als de motor van de goede doelensector kunnen worden beschouwd. 4 Een Fonds op Naam is een persoonlijk goed doel dat binnen een gevestigd goed doel wordt gevestigd, en dat bij leven of na overlijden geschonken kan worden. 13 3. Vrouwelijk ondernemerschap vanuit verschillende perspectieven “Een alternatieve manier om vermogen maatschappelijk bewust in te zetten die daarnaast steeds meer aandacht krijgt is impact investing.” Vrouwen die geïnteresseerd zijn in vrijwilligerswerk kunnen zich oriënteren via de website van de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV), de belangenorganisatie binnen het vrijwilligerswerk in Nederland (2014). Bij Vereniging NOV zijn 350 (koepel)organisaties aangesloten die met of voor vrijwilligers werken. Inhoudelijk bestrijken de lidorganisaties van NOV het gehele maatschappelijke spectrum: sport, zorg, groen, veiligheid, jeugd, kunst, cultuur, kerken, politiek enzovoort. Een andere manier om als vrouw vrijwilligerswerk te ondersteunen is door als ondernemer, leidinggevende of MVO-professional vanuit de eigen organisatie maatschappelijk betrokken ondernemen (MBO) te initiëren of uit te bouwen. Het gaat hierbij om het vrijwillig beschikbaar stellen van de tijd en expertise van medewerkers van ondernemingen voor maatschappelijke projecten in de lokale samenleving. Vrouwen als bestuurder in de filantropische sector De invloed van vrouwen reikt verder dan de filantropische activiteiten die ze als individu ondernemen. Williams (2003) onderzocht de relatie tussen het aandeel van vrouwen in de raden van bestuur van bedrijven en de mate waarin deze bedrijven betrokken zijn bij filantropische activiteiten. Williams vond sterke aanwijzingen dat bedrijven met vrouwen in raden van bestuur meer betrokken zijn bij filantropische activiteiten dan bedrijven met een lager aandeel vrouwen in de raad van bestuur. De maatschappelijke sector is in het algemeen een sector waar veel vrouwen werken, want naast een groot deel van het vrijwilligerswerk verrichten vrouwen ook een aanzienlijk deel van het betaalde werk. Een interessante vraag daarbij is hoe vrouwen vertegenwoordigd zijn in leidinggevende posities. Uit de Emancipatiemonitor (SCP/CBS, 2012) blijkt dat het aandeel vrouwen in de directie/raad van bestuur en bestuur/raad van commissarissen van maatschappelijke organisaties 30% is. Het aandeel vrouwen in directies is sinds 2010 gedaald van 38% naar 32% in 2012, terwijl het eerdere jaren toenam. Dit blijken nog steeds relatief hoge percentages in vergelijking met het aandeel vrouwen in de top van het bedrijfsleven. Dat komt namelijk uit op slechts 10%. Peerdeman en Aartman (2010) onderzochten het aandeel vrouwen in de directies van 342 goede doelen. Van de directeuren bleek 5 De economische kracht van de ondernemende vrouw 30% vrouw te zijn, maar een nadere analyse van de cijfers geeft een wat minder rooskleuring beeld. Naarmate de inkomsten van de organisaties stijgen, daalt het aantal vrouwelijke directeuren drastisch. In het Verenigd Koninkrijk wordt 32% van de directeursfuncties van de top 100 goede doelen, gerangschikt op inkomen, bekleed door vrouwen (Jarboe, 2012). Voor de bestuursvoorzitters ligt het percentage vrouwen lager, namelijk 17%. Bij de top 100 liefdadigheidsinstellingen gerangschikt op netto vermogen vallen de percentages nog lager uit; 27% van de directiefuncties en 9% van de voorzittersposities wordt ingevuld door vrouwen. “Naarmate de inkomsten van de organisaties stijgen, daalt het aantal vrouwelijke directeuren drastisch.” In de Verenigde Staten zijn al sinds de jaren tachtig veel vrouwen werkzaam bij vermogensfondsen; in 1984 waren dit er al meer dan het aantal mannen. Het percentage vrouwelijke directeuren lag begin jaren tachtig echter rond de 33% en pas rond 1998 was de verhouding man/vrouw gelijk (Albrazaldo et al., 2002). Uit recent Amerikaans onderzoek blijkt dat inmiddels 54% van de directeuren van fondsen vrouw is (D5 Coalition, 2014) en dat van de overige leidinggevende posities 64% door vrouwen wordt vervuld. De bestuursfuncties worden echter weer voor 62% door mannen bekleed. Ook hier werken de vrouwelijke directeuren veelal bij de kleinere fondsen die proportioneel ook een kleiner deel van het gehele filantropische vermogen beheren (Lennon et al., 2009). Vrouwen en meisjes als doelgroep voor filantropische bestedingen De Wilde en Meijs (2014) beschrijven dat publieke doelen kunnen worden gerealiseerd op ieder terrein waar sprake is van een maatschappelijk vraagstuk. Potentiële invalshoeken voor de filantropie zijn daarmee bijvoorbeeld ‘de natuur’ (met thema’s als klimaatverandering, duurzaamheid en verlies van biodiversiteit) of ‘de mens’ (met thema’s als internationale ontwikkeling, noodhulp, onderwijs, gezondheid, en kunst en cultuur). Daarbinnen kan weer gekozen worden voor specifiekere thema’s als het behoud van oceanen, mensenrechten en toegang tot essentiële diensten voor de armen. Binnen een werkterrein als kunst en cultuur kan specifiek worden gekozen voor steun aan musea, literatuur of beeldende kunst. Dan zijn er ook nog thema’s als onderzoek, naar medische of 6 3. Vrouwelijk ondernemerschap vanuit verschillende perspectieven maatschappelijke vraagstukken, en sociale cohesie, gericht op het integreren van achterstandsgroepen of op het functioneren van lokale gemeenschappen. Vrouwen en meisjes kunnen binnen al deze aandachtsgebieden als specifieke doelgroep of thema gekozen worden. Het achterliggende idee daarbij is dat de maatschappelijke positie van vrouwen en meisjes beschermd en versterkt dient te worden. Ten eerste omdat zij gelijke rechten hebben als mannen en jongens, en ten tweede omdat zij als volwaardig lid van de maatschappij een krachtige bijdrage kunnen leveren aan sociale en maatschappelijke ontwikkeling. Er zijn wereldwijd talloze organisaties en initiatieven die in dit kader ondersteund kunnen worden. In Nederland is bijvoorbeeld Plan Nederland (2014), een organisatie die werkt aan duurzame armoedebestrijding en een beter leven voor kinderen in ontwikkelingslanden. Speciale aandacht gaat uit naar gelijke rechten en kansen voor meisjes. De Calvert Foundation (2014) heeft enkele jaren geleden zelfs een speciaal financieel instrument ontwikkeld voor het Women Investing in Women Initiative (WIN-WIN). Hiermee kan geïnvesteerd worden in leningen aan organisaties die actief zijn op het gebied van gezondheidszorg, microkrediet en onderwijs voor vrouwen. Filantropische initiatieven van vrouwen gericht op vrouwen en meisjes De meest directe vorm waarin de kracht van vrouwen in de filantropie tot uitdrukking kan komen is een door vrouwen opgezet, ondersteund en geleid initiatief, dat er in slaagt substantiële middelen te genereren en deze op effectieve wijze inzet voor de sociale en economische ontwikkeling van vrouwen en meisjes. De Engelse benaming voor filantropische organisaties die door vrouwen zijn opgezet en zich richten op de versterking van de positie van vrouwen en meisjes is women’s fund. Een aansprekend Nederlands voorbeeld betreft Mama Cash (2014), dat in 1983 werd opgericht als het eerste internationale vrouwenfonds in de wereld. Tegenwoordig financiert en steunt Mama Cash vrouwenrechteninitiatieven over de hele wereld die verschillende vormen van onrechtvaardigheid aan de kaak stellen. Een internationaal voorbeeld is The Alliance for Women (TIAW, 2014), een mondiaal werkende organisatie die zich richt op versterking van de economische positie van vrouwen (de she-conomy). TIAW richt zich daarbij specifiek op ondernemerschap, leiderschapsvaardigheden, onderwijs en microkredieten. 7 De economische kracht van de ondernemende vrouw Het International Network of Women’s Funds (INWF, 2014) is een mondiale netwerkorganisatie die startende en bestaande women’s funds helpt zich te professionaliseren door samenwerking en kennisuitwisseling. Tot slot: versterking van de positie van vrouwen binnen de filantropie Vrouwen die zich willen manifesteren binnen de filantropie kunnen dit doen door zich als ondernemer en bestuurder sterk te maken voor maatschappelijke doelen of hier zelf leiding aan te geven. Een andere mogelijkheid is als donateur en vrijwilliger geld, goederen, tijd en expertise beschikbaar te stellen. Wanneer vrouwen er in slagen hun eigen positie als leiders van ondernemingen en maatschappelijke organisaties te versterken en gemotiveerd kunnen worden om hun filantropische bijdrage te verhogen, vooral wanneer deze zich richt op vrouwen en meisjes als thema of doelgroep, kan een belangrijke versnelling van sociale en economische ontwikkeling in het algemeen en van vrouwen in het bijzonder gerealiseerd worden. “Vrouwen die zich willen manifesteren binnen de filantropie kunnen dit doen door zich als ondernemer en bestuurder sterk te maken voor maatschappelijke doelen of hier zelf leiding aan te geven.” 8 De economische kracht van de ondernemende vrouw Uit recente cijfers van het CBS blijkt – helaas – dat vrouwen nog altijd minder vaak economisch zelfstandig zijn. Daarentegen laat de groei van het aantal vrouwelijke ondernemers in het afgelopen decennium zien, dat zij de tijd wel meer dan ooit rijp achten voor deze route naar economische onafhankelijkheid, door het starten van een eigen onderneming. Onder de vlag van hun eigen bedrijf betreden ze de markt, niet in de weg gezeten door de beperkingen die loondienst hen doorgaans oplegt. Nederland kent inmiddels voldoende rolmodellen, die bewijzen dat ook een internationale doorbraak mogelijk is. Vrouwelijk ondernemerschap kan daarbij het verschil maken in de concurrentiekracht van Nederland. Dat besef moet nog wel groeien, met name bij vrouwen zelf. Een grote stap zetten, begint met groot denken, bijvoorbeeld als het gaat om financiering en groeiambities. In deze publicatie van SMO worden door middel van wetenschappelijke analyses en interviews de situatie, uitdagingen en trends met betrekking tot vrouwelijke ondernemers in Nederland geschetst. ___