-------------FILANTROPIE IN NEDERLAND-----------Voorbeelden uit de periode 1770 - 2020 Door Jacqueline Detiger Na afloop van de Algemene Ledenvergadering op 9 november jl. in Hotel Oud London overhandigden de heren prof. dr. M.H.D. van Leeuwen (IISG) en J. Meihuizen (Le Clercq Stichting) het eerste exemplaar van Filantropie in Nederland aan de scheidende en nieuwe FIN-voorzitter. Reden genoeg om aan de heer Van Leeuwen enkele vragen voor te leggen. Hoe zijn jullie gekomen tot het schrijven van dit boek? Vibeke Kingma en ik onderzoeken beiden de geschiedenis van de filantropie in Nederland. Vibeke schrijft een proefschrift over filantropie in de Zaanstreek in de 19e en 20e eeuw. Ik onderzoek al jaren verschillende aspecten van de geschiedenis van de filantropie in heel Nederland in de afgelopen vijf eeuwen. De geschiedschrijving van de filantropie als branche en niet die van een afzonderlijke instelling- over de afgelopen eeuwen staat nog in de kinderschoenen. Het is eigenlijk vreemd dat zo’n werk er nog niet is. Dit boek vormt de aanzet tot het schrijven van die geschiedenis. Er wordt overigens veel behandeld in het boek: Open het dorp, het allereerste Nederlandse museum (nee, niet het Teylers), Zending in Egypte, de Tsunamiactie, Tweehonderdtwintig jaar Nut van het Algemeen, Geven door bedrijven, christelijke liefdadigheid in bijvoorbeeld de vorm van gevangenzorg, het ontstaan van het CBF, enzovoort. Het boek begint in 1770 en eindigt met een kleine toekomstvoorspelling mede op basis van de historische trend over de ontwikkelingen tot 2020. Hoe ben je gekomen tot de keuze van de onderwerpen/hoofdstukken? Het maken van een bundel is een mengeling van toeval en beleid. Beleid was historische reflectie over de filanropie in de laatste twee eeuwen. De verschillende hoofdstukken nodigen daartoe uit, en behandelen thema’s die ook nu van belang zijn in de filantropie. Er was ook een element van toeval. We hebben een tweetal bijeenkomsten georganiseerd waar iedereen die een bijdrage wilde leveren welkom was, en het boek is de oogst van die bijeenkomsten. Een behoorlijke bijdrage is daarbij geleverd door deelnemers aan het vak Geschiedenis van de Filantropie van de PAO Filantropie aan de VU. Als je naar de ontwikkeling van de filantropie kijkt in de afgelopen twee eeuwen welke zaken zijn je dan opgevallen? Drie zaken springen direct in het oog: de toename van het aantal filantropische instellingen, de spectaculaire groei van hun verscheidenheid en, daarmee samenhangend, de sterk afgenomen, maar niet verdwenen, rol van de armenzorg. Dat het aantal filantropische instellingen sterk is toegenomen staat buiten kijf, maar precies documenteren kunnen we het nog niet. Dat zou een veel groter onderzoek vergen. Niet alleen het aantal filantropische instellingen, maar ook hun verscheidenheid is toegenomen, en wel sterk. Aan het begin van de periode die deze bundel bestrijkt, was de eeuwenoude charitas bij verre de belangrijkste vorm van filantropie. Nu was het begrip ruimer dan men thans geneigd is te denken. Er vielen bijvoorbeeld uitgaven aan zieken en gehandicapten onder die wij thans onder gezondheidszorg rekenen. Maar van de enorme verscheidenheid in doelstellingen van de hedendaagse filantropie in Nederland was toch ook weer geen sprake. Van de meer dan 4,4 miljard euro (in 2005) die -zo blijkt uit het Geven in Nederland (GIN) - onderzoek van Theo Schuyt - thans aan filantropie wordt uitgegeven, heeft slechts ongeveer een tiende betrekking op maatschappelijke en sociale doelen, waartoe men de charitas kan rekenen Het werkterrein van de filantropie in Nederland heeft zich in de afgelopen twee eeuwen enorm uitgebreid. Met het oog op de Kerstdagen: waarom zouden leden van de FIN -en dan met name de vermogensfondsen- dit boek onder de Kerstboom moeten vinden? Waarom is zo’n geschiedschrijving eigenlijk belangrijk? Is het niet belangrijker dat er thans wordt gegeven en dat de branche een maatschappelijke kracht van de eerste orde blijft? Wel, dat is ook zo, maar de geschiedenis van de filantropie is niet alleen van belang voor wie in het verleden is geïnteresseerd, al is dat op zich al een prima reden om dit werk aan te schaffen: velen vinden het aangenaam over de geschiedenis van hun werk of roeping te lezen. Daarnaast is het overzien van vaak langlopende transformaties fascinerend. De paden die de filantropie thans betreedt vinden hun oorsprong in het verleden en hun begaanbaarheid en richting is, in niet onbelangrijke mate, in het verleden gevormd. Door de verschillende hoofdstukken lopen enkele rode draden, die ook zowel voor de historische als de hedendaagse filantropie van belang zijn. Ten eerste, wat doet, en deed, de filantropische sector en hoe. Ten tweede, waarom gaven en geven Nederlanders aan goede doelen en onder welke voorwaarden doen ze dat? Ten derde, wat is en was de verhouding tot de overheid en de staat? De geschiedenis geeft weliswaar geen pasklare antwoorden maar soms doen dezelfde dilemma’s zich telkens voor en is het aardig om te zien welke historische bepaalde antwoorden er op klassieke vragen werden gegeven. Wat vonden jullie uitdagend aan het schrijven van dit boek en wat vond je lastig? De uitdaging was om een breed beeld te schetsen van het onderzoek dat momenteel op het terrein van de geschiedenis van de filantropie wordt gedaan. Het lastigste was om alle bijdragen op tijd binnen te krijgen, maar dat is gelukt. Kan je nog iets over jezelf vertellen? Mijn allereerste artikeltje -twintig jaar terug- ging over armenzorg aan het eind van de achttiende eeuw, mijn proefschrift over armenzorg in de eerste helft van de negentiende eeuw en gaandeweg ben ik me zowel voor de vroegere periode (de Gouden Eeuw) als voor de twintigste eeuw gaan interesseren. Ook verbreedde mijn aandacht zich van de klassieke charitas naar alle vormen van filantropie. Ik werk thans zowel op het Internationaal Instituut FIN Nieuwsbrief, december 2007 voor Sociale Geschiedenis als aan de Universiteit Utrecht, als bijzonder hoogleraar. Ik probeer algemene vragen te stellen, zoals een sociaalwetenschapper dat doet, maar geef antwoorden als historicus. Ik werk aan verschillende aspecten van sociale geschiedenis, maar probeer toch ook voldoende tijd te vinden om delen van de geschiedenis van de filantropie te blijven bestuderen. En om anderen daartoe te stimuleren. Mijn einddoel is te komen tot een standaardwerk over de rijke geschiedenis van de filantropie in Nederland van de Gouden Eeuw tot heden. We zijn nu ook bezig te kijken hoe dat vorm zou kunnen krijgen, en wie mee wil denken is welkom. Het is een hele klus, maar ik wil het graag, en ik denk dat het goed is om te laten zien dat filantropie in ons land diep geworteld is, en niet alleen nu maar ook in de Gouden Eeuw bloeide, en wat de oorzaken daarvan zijn geweest. ‘Filantropie in Nederland’ is een uitgave van Uitgeverij Aksant (www.aksant.nl en [email protected]). Het boek telt 218 pagina’s (ISBN 978-90-5260-271-4) en kost € 19,90