Wat je (tenminste) moet weten over gevaarlijke producten Wat iedereen (tenminste) moet weten Wat is een gevaarlijk product? Een gevaarlijk product is een chemisch product met gevaarlijke eigenschappen. Deze producten kunnen letsel, schade of hinder teweeg brengen aan personen, installaties of het milieu. Deze producten komen niet alleen voor in zuivere scheikundige vorm (‘stoffen’) maar het zijn vaak mengsels (‘preparaten’) met als enige aanduiding een handelsnaam. Gevaarlijke producten kennen verschillende verschijningsvormen: - vaste stoffen: poeder, korrels, vezels, stofdeeltjes, ... vloeistoffen: oplossingen van (vaste) stoffen in een oplosmiddel, gesmolten stoffen, ... gassen of dampen: samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen onder druk, dampen van oplosmiddelen, ontbindingsgassen, rook of verbrandingsgassen, ... Gevaarlijke producten vind je niet alleen in de chemische industrie; op de meeste werkplekken en ook thuis zijn gevaarlijke producten alomtegenwoordig. Voorbeelden van gevaarlijke producten - lijmen en harsen - ontvettingsmiddelen en oppervlaktebehandelingsmiddelen - pesticiden, ontsmettingsproducten, lood, kwik, cadmium, chroom, CFK’s, PCB’s - houtbeschermings-, veredelingsproducten - ontstoppers (bijtende soda) en ontkalkers - sterke zuren (bv. zwavelzuur voor batterijen), waterstofperoxide - afbijtproducten, oven-, wc-reinigers, vaatwasproducten, ammonia - petroleum, gasolie, benzine, (m)ethanol, white-spirit, aceton, terpentijn en andere oplosmiddelen - kwastenreiniger, verfverdunner, verf (in spuitbussen, …), inkt - asbest, keramische vezels, rots- en glaswol - luchtververser, haarlak, autolak, vernis, ruitenontdooier,... - gassen (propaan, butaan, LPG, waterstof, acetyleen, CO, ethyleenoxide, dieselrook, ...) Wat zijn de gevaren van een gevaarlijk product? - Een aantal gevaarlijke producten worden ingedeeld in gevaarscategorieën. Deze categorieën geven aan welk risico het product met zich meebrengt. Het gaat bijvoorbeeld om gevaar voor brand, gevaar voor explosie, giftig of gevaarlijk voor het milieu. Elke categorie wordt aangeduid met een gevaarssymbool, een zwart symbool op een oranje achtergrond. Gevaarssymbool Kenletter T+ Betekenis Gevaren Zeer giftig of zeer toxisch Stoffen en preparaten die door opname (adem, mond, huid) van een zeer beperkte dosis buitengewone ernstige acute of chronische gezondheidseffecten en zelfs de dood kunnen veroorzaken. T Giftig of toxisch Stoffen en preparaten die door opname (adem, mond, huid) van een beperkte dosis, ernstige acute of chronische gezondheidseffecten en zelfs de dood kunnen veroorzaken. Xn Schadelijk of nocief Een stof is schadelijk wanneer deze in een relatief hoge dosis door opname (adem, mond, huid) effecten voor de gezondheid inhoudt. (schadelijk = minder giftig of toxisch) C Corrosief of bijtend Bijtende (of corrosieve) stoffen tasten bij contact de weefsels aan en kunnen zware chemische brandwonden veroorzaken. Irriterend Irriterende stoffen geven na herhaald contact met de huid of de slijmvliezen, huidirritatie en ontstekingen. Xi E Explosief ontplofbaar F+ Zeer ontvlambaar F Licht ontvlambaar O Ontvlambaar Oxiderend of Brandbevorderend N of Ontplofbare (of explosieve) stoffen kunnen tot ontploffing komen bij een bepaalde temperatuur, contact met een andere stof, door schokken of wrijving (statische elektriciteit). licht (Zeer) (Licht) ontvlambare stoffen ontbranden als een ontstekingsbron (vlam, vonk, warmte, ...) in de buurt is. Milieugevaarlijk, ecotoxisch, vervuilend of verontreinigend Oxiderende stoffen (stoffen met veel zuurstof) bevorderen sterk de verbranding van brandbare stoffen. Stoffen en preparaten waarvan het gebruik onmiddellijk of na verloop van tijd gevaar voor het milieu (lucht, water, bodem, fauna, flora) oplevert of kan opleveren. Wanneer brengt een gevaarlijk product risico’s met zich mee? Niet elk gevaarlijk product is gevaarlijk onder alle omstandigheden. Veel hangt bijvoorbeeld af van factoren zoals de hoeveelheid of de omstandigheden waarin het product gebruikt wordt. Dat neemt niet weg dat sommige producten zelfs in zeer kleine hoeveelheden uiterst gevaarlijk zijn. De risico’s van een gevaarlijk product zijn afhankelijk van verschillende elementen: - aard (inherent gevaar), bv. de (eco)toxiciteit, de ontvlambaarheid vorm: vast, vloeibaar of gas fysisch-chemische eigenschappen, bv. oplosbaarheid in water, kookpunt concentratie (dosis) gebruiksomstandigheden (gedurende hoeveel tijd, met welke regelmaat, omstandigheden, gedrag van de gebruikers, hygiëne, slechte gewoontes...). Kan een chemisch product gevaarlijk zijn voor mijn gezondheid? - - - - Sommige gevaarlijke producten waarmee je werkt, kunnen je lichaam binnendringen en zo schade toebrengen aan je gezondheid. Om gevaarlijk te zijn, moet het product opgenomen worden in je lichaam en dat kan op verschillende manieren: - door de neus: inademing - door de mond: inslikken (bv. samen met eten of drinken in geval van een slechte hygiëne) - door contact met de huid of met de ogen: aanraking, spatten, ... De gezondheidsschade is niet altijd onmiddellijk merkbaar. Soms komen de gevolgen pas vele jaren later aan het oppervlak (latentietijd). Dit is bijvoorbeeld het geval voor carcinogene (kankerverwekkende), mutagene of reprotoxische stoffen. Deze stoffen worden soms samengebracht onder de noemer CMR. Hoe kan ik een gevaarlijk product herkennen? Normaal gezien kan je een gevaarlijk product herkennen aan het gevaarssymbool (zwart symbool, oranje achtergrond) op het etiket. Elk als gevaarlijk ingedeeld product dat op de markt gebracht wordt, draagt een etiket. Het etiket bevat belangrijke basisinformatie over het product. Het is bedoeld voor de consument of verbruiker. Volgende gegevens kan je terugvinden op een etiket: - de naam van het product - één of meerdere gevaarssymbolen - de aanwijzingen over de aard van de gevaren (R-zinnen) - veiligheidsaanbevelingen (S-zinnen) - de naam en het adres van de leverancier of fabrikant, verantwoordelijk voor het op de markt brengen van het product Wat zijn R- en S-zinnen? R- en S-zinnen zijn wettelijk vastgelegde Europese standaardzinnen. Je vindt ze bijvoorbeeld terug op het etiket. Op een etiket kan je meerdere R- en S-zinnen in combinatie terugvinden. De “risk”-zinnen of R-zinnen beschrijven de aard van de gevaren die bij het gebruik van gevaarlijke producten kunnen ontstaan. Bv. R35 Veroorzaakt ernstige brandwonden R37 Irriterend voor de ademhalingswegen De “safety”-zinnen of S-zinnen zijn veiligheidsaanbevelingen, bedoeld om elk risico te beperken. Bv. S24 Aanraking met de huid vermijden - S38 Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen Met andere woorden R- en S-zinnen zijn standaardzinnen die aangeven met welke risico’s je te maken hebt en wat je kan doen om jezelf te beschermen. - Hoe kan ik mij beschermen tegen de risico’s van gevaarlijke producten? Dé voorzorgsmaatregel bij uitstek is het etiket lezen en toepassen. Op het etiket vind je de meest essentiële informatie bij elkaar gebracht. Je kan er nagaan welke risico’s er zich kunnen voordoen en welke maatregelen je kan nemen. Het is dan ook belangrijk dat je de aanbevelingen nauwgezet opvolgt en in geval van twijfel informatie vraagt aan je verantwoordelijke. - Volgende tips helpen je alvast om veilig en gezond te werken met gevaarlijke producten: een (zeer) gevaarlijk product vervangen door een minder gevaarlijk product; lees en herlees regelmatig het etiket dat je op de verpakking vindt; let op je hygiëne: was je handen regelmatig, rook, drink en eet niet terwijl je met gevaarlijke producten aan het werk bent; - zorg voor een goede ventilatie of afzuiging van de werkruimte; vermeng het product nooit met een ander; giet de producten niet over in een andere verpakking, zeker niet in voedings- of drankrecipiënten (bv. lege limonadefles) bewaar niet meer producten op je werkplek dan nodig (dagvoorraad); draag persoonlijke beschermingsmiddelen (aangepaste handschoenen, masker, overall, oogbescherming) Opgelet! Een gevaarssymbool waarschuwt voor een bepaald risico. “Geen etiket” betekent echter niet dat er geen gevaar is. Het betekent enkel dat het product niet werd ingedeeld als “gevaarlijk”; het kan wel degelijk gevaren inhouden. Wat je als werkgever (tenminste) moet weten Hoe kan ik als werkgever zorgvuldig tewerk gaan bij de aankoop van gevaarlijke producten? Zorgvuldig producten aankopen is de basis voor een veilig en gezond gebruik van gevaarlijke producten op de werkplek. Ga dus niet hals over kop tewerk en evalueer vooraf de risico’s van het product dat je wil gaan gebruiken. Belangrijke vragen die hierbij aan de orde zijn, zijn onder meer: - welke gevaren brengt het product met zich mee? - In welke omstandigheden zal het gebruikt worden? - In welke hoeveelheden? Om deze evaluatie te maken, kan je informatie opvragen bij de leverancier(s) (Wat zijn MSDS?) of andere informatiebronnen (Waar vind ik informatie over gevaarlijke producten?) raadplegen. Belangrijk om na te gaan is ook of er geen veiliger alternatief product (of sustitutiemiddel) voorhanden is. Met een minder gevaarlijk product aan te kopen, vermijd je alvast dat een aantal risico’s het bedrijf binnen komen. Wat zijn MSDS? Voor elk gevaarlijk product dat op de markt gebracht wordt moet de leverancier automatisch (en gratis) een MSDS (Material Safety Data Sheets) of Veiligheidsinformatieblad leveren aan de professionele gebruiker. Normaal gezien ontvang je de MSDS bij de levering (of vooraf, informatieinwinning vooraleer aan te kopen). Je mag de leverancier dan ook gerust op deze verplichting wijzen (de verwijzing naar de regelgeving is aangegeven in het kaderstuk over de wetgeving). De inhoud van de MSDS is wettelijk bepaald. Het gaat om 16 rubrieken waarin informatie is terug te vinden zoals chemische product- en bedrijfsidentificatie, samenstelling/informatie over ingrediënten, gevaren, EHBO en andere maatregelen, … De vorm is niet wettelijk bepaald. Zowel op het vlak van de lay-out als de uiteindelijke vorm (papier, elektronisch) kunnen er dus heel wat verschillen zijn tussen de MSDS. Hoe ga ik om met gevaarlijke producten in het bedrijf? Na de aankoop is het verhaal echter niet afgelopen en dat geldt even goed voor de gevaarlijke producten die reeds op de werkplek gebruikt worden. Een stapsgewijze aanpak voor het omgaan met gevaarlijke producten op de werkplek biedt een basis voor een zorgvuldig beleid. De eerste stap is nagaan welke producten reeds gebruikt worden (inventarisatie). Ga daarbij na om welke producten het gaat, wat de gevaren zijn die ze met zich meebrengen (o.a. op basis van het etiket en de MSDS), waar ze gebruikt worden, in welke omstandigheden en/of proces. Deze informatie breng je samen in een overzicht (registratie). Ook andere relevante gegevens zoals leveranciersgegevens kan je best op die plaats bijhouden, zodat je steeds alles snel kan terugvinden. Opmerking: wettelijke verplichting De wetgeving eist een lijst met alle potentieel gevaarlijke producten en materialen aanwezig in de betrokken werkplaatsen (verplicht voor alle chemische agentia of deze nu ingedeeld zijn als gevaarlijke stof of preparaat of niet). Deze lijst omvat alle grondstoffen en basisproducten, onzuiverheden, tussenproducten en afgewerkte producten, reactieproducten, neven- en bijproducten, afvalstoffen, ontbindingsproducten, katalysatoren, additieven en vloeistoffen, in zoverre zij kunnen bijdragen tot een blootstelling van werknemers op hun werkplaats In een tweede stap is het nodig om de risico’s van de gevaarlijke producten te evalueren (risicoevaluatie). Hierbij moet je rekening houden met: - de gevaren of gevaarlijke eigenschappen van het product - informatie die terug te vinden is in de Material Safety Data Sheet (zie ook Wat zijn MSDS?) - het niveau, de aard en de duur van de blootstelling (hoe gebeurt de blootstelling bv. via de ademhaling, hoe lang en aan welke hoeveelheden) - de omstandigheden waarin het product gebruikt wordt. Sommige omstandigheden houden extra risico’s in zoals het doseren en toevoeren van stoffen, onderhoud en herstelling, laden en lossen, ... Ook bepaalde groepen van werknemers lopen extra risico’s zoals jongeren, uitzendkrachten, nieuwe of zwangere werknemers - eventuele grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling, dit zijn waarden die wettelijk zijn vastgelegd en die aangeven aan welke waarden werknemers maximaal mogen blootgesteld worden. - het effect van preventiemaatregelen die reeds genomen zijn of die nog zullen ingevoerd worden - eventueel gegevens op basis van het gezondheidstoezicht van de werknemers (arbeidsgeneeskundig onderzoek) De grenswaarde voor de beroepsmatige blootstelling (GWBB) is de maximale concentratie van een chemisch agens, als tijdgewogen gemiddelde over een referentieperiode, waarboven geen enkele werknemer mag worden blootgesteld. Onder blootstelling wordt verstaan de aanwezigheid van een chemisch agens in de ademzone van de werknemer. De referentieperiode is 8 u tenzij anders aangeduid. De grenswaarden zijn (onder meer) terug te vinden in het KB van 11 oktober 2002, BS van 25 oktober 2002, (Codex welzijn op het werk, V, 1, bijlage I) Dergelijke evaluatie is niet altijd eenvoudig. Met goede informatie (zie ook stap 4) en eventueel hulp van buitenaf komt u al een heel eind. In sommige gevallen kan het nodig zijn om metingen te laten uitvoeren, bijvoorbeeld om na te gaan aan welke stoffen zich in de omgevingslucht bevinden en in welke hoeveelheden. Metingen zijn meestal specialistenwerk (erkende labo’s). De resultaten van de evaluatie geven een inzicht in de risico’s van werken met gevaarlijke producten in je bedrijf. Ze geven aan waar maatregelen nodig zijn en welke de prioriteiten zijn. De derde stap behelst het bepalen van maatregelen. Bij het werken met gevaarlijke producten zijn een aantal maatregelen die in alle gevallen nodig zijn. Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat de risico zo klein mogelijk blijft. Voorbeelden zijn maatregelen die ervoor zorgen dat de tijd die werknemers blootgesteld worden zo beperkt mogelijk wordt gehouden, aangepaste werkmethoden (bv. veilige opslag) en algemene hygiënische maatregelen (bv. ter beschikking stellen van kleed- en wasruimten, roken, eten en drinken op de werkplek verbieden en hierop toezien). Als echter uit de risico-evaluatie blijkt dat het werken met bepaalde gevaarlijke producten restrisico’s inhouden, dan zijn bijkomende maatregelen noodzakelijk. Deze maatregelen moeten er in de eerste plaats op gericht zijn om het risico weg te nemen (bv. substitutie of vervangen door een veiliger alternatief: verven op basis van oplosmiddelen vervangen door verven op waterbasis) of het risico aan de bron af te schermen (bv. inkapselen van het productieproces, gesloten circuit). Pas als blijkt dat dit onmogelijk is, kunnen andere maatregelen zoals plaatselijke afzuiging en/of ventilatie, of, als het echt niet anders kan, het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen voorgesteld en geïmplementeerd worden. Voorbeelden van maatregelen - kiezen voor een product in een andere verschijningsvorm (bv. het vervangen van fijne pigmentpoeders door korrels beperkt de stofvorming) - het beperken van de gebruikte hoeveelheden van de stof - het gebruiken van hulpmiddelen om spatten of morsen te voorkomen - afzuiging: algemene ventilatie van de werkplek of puntafzuiging - het inkapselen van het productieproces (gesloten circuit) - beperken van de duur van de blootstelling het gebruik van gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen: ademhalingsbeschermingsmiddelen, beschermkleding, handschoenen, veiligheidsbrillen/schermen - instructies voor veilig en hygiënisch werken Voor sommige erg gevaarlijke producten gelden bijzondere preventiemaatregelen die trouwens wettelijk zijn opgelegd. Dat is bijvoorbeeld het geval voor asbest en voor andere kankerverwekkende en mutagene stoffen (R-zinnen R45, R49, R46, R40). Sommige groepen van werknemers zijn extra kwetsbaar en daarom gelden ook voor hen specifieke maatregelen. Het gaat onder meer om jongeren en zwangere werkneemsters. De vierde stap is het implementeren van de maatregelen. Bijzondere aandacht moet daarbij uitgaan naar het informeren en opleiden van de werknemers. Werknemers die omgaan met gevaarlijke producten moeten voldoende informatie krijgen zodat ze weten welke de risico’s zijn van de producten, wat ze moeten doen om zich te beschermen en hoe ze moeten handelen in noodsituaties (zie ook Wat zijn MSDS?). Het etiket van een gevaarlijk product is voor deze voorlichting niet voldoende en de MSDS geven meestal te uitgebreide (en technische) informatie. Daarom is een beknopt overzicht onder de vorm van een productveiligheidskaart een goede oplossing. De kaart geeft op een bondige en heldere manier de relevante informatie voor een product. De risico’s en maatregelen worden zoveel mogelijk visueel ondersteund bijvoorbeeld met veiligheidspictogrammen. Informatie voor werknemers - de aard van de werkzaamheden en het werkproces; - de identiteit en de risico’s van de gevaarlijke stoffen waarmee gewerkt wordt (R-zinnen); - de mogelijke wijze van blootstelling; - de algemene preventiemaatregelen (op bedrijfsniveau); - de specifieke preventiemaatregelen die werknemers in acht moeten nemen (S-zinnen); - welke persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt moeten worden, wanneer en hoe; - het bestaan en gebruik van informatiemiddelen (etiket, MSDS); - eerstehulp- en noodmaatregelen. De vijfde stap is de evaluatie en bijsturing van het beleid. Een beleid is een dynamisch gegeven. Niet alleen kunnen de omstandigheden wijzigen (invoer nieuwe producten, aanpassen van het productieproces, nieuwe wetgeving, ongevallen of incidenten) maar ook kunnen er nieuwe technieken en producten beschikbaar worden die het mogelijk maken om de risico’s verder terug te dringen. Een voortdurende evaluatie van de risico’s en de effectiviteit van de preventiemaatregelen is dus nodig voor een continue verbetering. Stap 1 Alle producten inventariseren Stap 2 Risico’s evalueren Stap 3 Maatregelen bepalen Stap 4 Evalueren en bijsturen Stap 5 Maatregelen implementeren Waar vind ik informatie over gevaarlijke producten? Een eerste informatiebron is de leverancier (etiket en MSDS). Verder kan u op zoek gaan naar aanvullende informatie. Een belangrijk vertrekpunt is het informatiecentrum van Prevent (www.prevent.be) waar heel wat kennis en deskundigheid beschikbaar is over gevaarlijke producten zowel op papier als in databanken (cd-rom, internet). Als bedrijf kan je ook terecht bij je externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (o.a. arbeidsgeneeskundige dienst); deze dienst kan u informeren en adviseren over het gebruik van gevaarlijke producten. Enkele informatiebronnen Wetgeving Prevent: http://www.prevent.be Federale overheidsdienst voor Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg: http://meta.fgov.be Belgische wetgeving: http://www.staatsblad.be Europese wetgeving “Gevaarlijke stoffen”: http://europa.eu.int/eur-lex/nl/ Andere Belgische portaalsite toxische producten: http://www.toxpro.be RUG: http://cdfc.rug.ac.be/healthrisk/default.htm (o.a. Belgische Grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling) MSDS Search: http://www.MSDSsearch.com/ MSDS NL: http://www.MSDS.nl/html/stoffen/MSDS/ Wat is de belangrijkste wetgeving? De wetgeving gevaarlijke producten valt grotendeels uiteen in twee grote luiken: een (economisch) luik behandelt het op de markt brengen van gevaarlijke producten (verplichtingen voor leveranciers) en het andere (sociale luik) de bescherming van werknemers (verplichtingen voor werkgevers). De wetgeving is grotendeels afkomstig van Europese richtlijnen en de krachtlijnen zijn dus in de hele EU dezelfde. De Belgische wetgeving voor gevaarlijke producten is terug te vinden in een hele reeks KB’s. De KB’s die te maken hebben met de bescherming van de werknemers (sociale) zijn voornamelijk opgenomen in de Codex welzijn op het werk. Daarnaast zijn er nog andere regelgevingen met bepalingen voor gevaarlijke producten. Denken we maar aan de milieuwetgeving (milieuvergunning, Vlarem, Vlarea, Vlarebo, ...), de wetgeving ter bescherming van de consumenten, brand- en explosiebeveiliging (ARAB, art. 52 en 53, ...), vervoer van gevaarlijke goederen (ADR), zware ongevallen (Sevesobedrijven), enz. Enkele belangrijke KB’s op een rijtje - KB van 24 mei 1982, BS van 2 juli 1982, betreffende het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor mens of milieu (etikettering, MSDS, ...) KB van 11 januari 1993, BS van 17 mei 1993, betreffende de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (etikettering, MSDS) - KB van 13 maart 1998, BS van 15 mei 1998, Codex, Titel III, Hoofd. IV, afd. 9, en VLAREM II, Hoofd. 5.17… betreffende de opslag van ontvlambare vloeistoffen - ARAB, art. 723bis 15 betreffende verbod van productie en gebruik van giftige stoffen en preparaten - KB van 2 december 1993, BS van 29 december 1993, Codex, Titel V, Hoofd. II, afd.1, betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene en mutagene agentia op het werk - KB van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van chemische agentia op het werk, BS van 14 maart 2002, ed.2, Codex, Titel V, Hoofd. I - KB van 11 oktober 2002, BS van 25 oktober 2002, ed. 2, betreffende de Grenswaarden voor Beroepsmatige Blootstelling, Codex, Titel V, Hoofd. I, bijlage I - KB van 4 augustus 1996, BS van 1 oktober 1996, Codex, Titel V, Hoofd. III, betreffende de biologische agentia - KB van 26 maart 2003, BS van 5 mei 2003, Codex, Titel III, Hoofd. IV, afd. 10 m.b.t. ontplofbare atmosferen - KB van 18 februari 2003, BS van 8 januari 2004, betreffende de verplichte informatie bij de levering van een stof of preparaat - KB van 9 november 2003, BS van 8 januari 2004, betreffende de vereisten qua veiligheid en gezondheid van de werknemers m.b.t. de levering van stoffen en preparaten Meer weten en lezen Referenties van Prevent - Folders Hoe gevaarlijke producten herkennen en Veiligheidssignalisatie Brochure Verstandig omgaan met giftige stoffen Actieblad 2002/4 Gevaarlijke producten PreventMemo Technisch nr. 4 White-Spirit Dossiers Wetgeving in de praktijk, nr. 5 Carcinogene en Mutagene Agentia en nr. 9 Chemische Agentia, blootstelling, grenswaarden en monitoring Video Verven, vernissen, lijmen, inkten en bestanddelen Cd-rom Signalisatie & etikettering Meer informatie over deze producten is beschikbaar op www.prevent.be, of kan gevraagd worden via [email protected] of 02/643 44 44