Model warmte-indringing in bodem voorspelt opwarming watertemperatuur in distributieleidingen In 2006 bleek tijdens onderzoek van de Tilburgse Waterleidingmaatschappij (nu Brabant Water) dat op sommige plaatsen in het Tilburgse leidingnet hoge watertemperaturen kunnen voorkomen. Deze temperaturen kunnen (incidenteel tijdens een hittegolf) zelfs stijgen tot boven het maximum van 25 °C uit het Waterleidingbesluit. Een Matlab-model is getest en getoetst aan monitoringgegevens en blijkt bodemtemperaturen correct te voorspellen. Vergelijking van bodemtemperaturen en temperaturen in de leidingen heeft aangetoond dat de watertemperatuur in de leidingen zeer snel de bodemtemperatuur benadert. Belang: temperatuur kan eisen Drinkwaterbesluit overschrijden Door hoge bodemtemperaturen kunnen de temperaturen in ondergrondse waterleidingen opwarmen tot boven de 25 °C, waardoor het water niet meer voldoet aan de eisen van het Waterleidingbesluit. Dit komt incidenteel plaatselijk (zogenaamde hotspots) voor tijdens een hittegolf. Modellen kunnen deze risicogebieden mogelijk aanwijzen. Jaar van publicatie: 2009 Dr.Ir. Ilse Pieterse T (030) 606 96 72 E [email protected] Drs. Nellie Slaats T (030) 606 95 24 E [email protected] Aanpak: bovengrondse monitoringgegevens gebruikt in Matlab-model De opwarming van de bodem wordt beïnvloed door weer, grondsoort, vochtgehalte in de bodem en bodembedekking. Om grip te krijgen op deze factoren heeft KWR de Vrije Universiteit Amsterdam opdracht gegeven gedurende drie maanden een uitgebreid monitorprogramma uit te voeren. Dit onderzoek is opgezet in samenwerking met Brabant Water en uitgevoerd op drie locaties in Breda. Voor het onderzoek zijn metingen uitgevoerd boven de grond, in de grond en in het leidingnet. De metingen boven de grond zijn gebruikt als input voor een model dat de opwarming van de ondergrond voorspelt. Dit Matlab-model is binnen het BTO beschikbaar. De door het model voorspelde grondtemperaturen zijn vervolgens vergeleken met de gemeten grondtemperatuur. Omdat tijdens de meetperiode geen werkelijke hittegolf plaatsvond, is die gesimuleerd door een warme dag (24 juli) diverse malen te “herhalen” in het model. Watercycle Research Institute Resultaten: model voorspelt temperaturen correct; belangrijkste invloeden zijn weer, bodembedekking en bodem Het model geeft een goede voorspelling van de toename van bodemtemperatuur op een wolkenloze dag op niet beschaduwde plaatsen. Omdat de meest extreme opwarming plaatsvindt in wolkenloze periodes (m.n. een hittegolf) is het model zeer bruikbaar voor een worstcase benadering. Gedurende de warmste dag in de meetperiode is het duidelijk geworden dat er grote verschillen bestaan tussen opwarming op verschillende plaatsen in de stad. Het is duidelijk dat grondsoort en bodembedekking een grote invloed hebben op de opwarming van de ondergrond. Bestrating met daaronder zand geeft de grootste kans op hoge bodemtemperaturen. De volgende factoren blijken een sterke invloed te hebben op de opwarming van de bodem: • Weer: temperatuur, zonne-instraling, bewolking, windsnelheid en het aantal dagen dat een hittegolf aanhoudt • Bodembedekking: gras, bomen, (zwarte) klinkers of asfalt. • Bodem: grondsoort en vochtgehalte. • giftingsysteem • bioactiviteit van geneesmiddelen. Stadsverwarming, riolering en vrij liggende leidingen in tunnels kunnen ook invloed hebben op de opwarming van drinkwater in distributieleidingen, maar zijn hier niet onderzocht. Implementatie: toetsen aan echte hittegolf en inzetten voor identificeren “hotspots” Omdat gedurende de meetperiode geen echte hittegolf heeft plaatsgevonden kan niet worden geverifieerd of de extrapolaties van het model voldoende nauwkeurig de werkelijkheid beschrijven. Aanbevolen wordt om deze me- tingen (eventueel in beperkte omvang) te herhalen tijdens een echte hittegolf. Waterbedrijven kunnen dan aan de hand van dit (aangepaste) model de risico’s voor opwarming in hun eigen leidingnet effectief signaleren. Rapport De resultaten van metingen en de simulaties met het model zijn beschreven in het rapport Warmte-indringing in de bodem (BTO 2008.053). Watercycle Research Institute Postbus 1072 3430 BB Nieuwegein T F E I MSBTO 2008.053 - februari 2009 030 60 69 511 030 60 61 165 [email protected] www.kwrwater.nl