Thema: Bestaat vrede? Moeilijkheid:**** Tijdsduur: *** Vak: Ruimte, aarde en milieu De ecologische kringloop De voedselkringloop Juf Nelly Voedselweb en voedselketen Doel: Na deze opdracht: Uitleg opdracht: Je werkt samen met een klasgenoot. Je gaat informatie lezen, zoeken en bekijken. Nadenken over de voedselkringloop en zelf een voedselweb maken. Informatie: Een plant groei t, dieren eten die plant op, die dieren worden weer opgegeten door andere dieren, die dieren gaan weer dood, het dier wordt weer opgerui md door andere diertjes, die poepen het weer ui t, da t komt in de grond terecht en da t word t weer afgebroken door paddenstoelen en andere schi mmels. Da t is een kringloop. Voedselweb en -keten Intro Intro Een ecosysteem is het geheel van planten, dieren en het gebied waarin ze wonen. Hoe een ecosysteem er uit ziet wordt bepaald door de levende factoren en niet-levende factoren. In deze opdracht kijk je naar de voedselrelaties tussen plant en en dieren en voeds elrelaties tussen dieren onderling. Je leert hoe je die relaties kunt weergeven in een voedselweb en in een voedselketen. Aan de slag Stap1 Voedselweb en voedselketen Bestudeer uit de Kennisbank biologie de vier pagina's van het het onderdeel voedselweb en voedselketen. KB: Voedselweb en voedselket en Beantwoord nu de volgende acht vragen. 1. Welk woord moet op de open plaats? Een .... laat zien welke voedselreslaties er bestaan tussen organismen. A. voedselweb B. voedselk eten 2. Waar of niet waar? Aan het begin van de een voedselketen staan de producenten. A. Waar B. Niet waar 3. Waar of niet waar? Planten zijn voorbeelden van producenten. A. Waar B. Niet waar 4. Waar of niet waar? Planteneters worden ook wel carnivoren genoemd. A. Waar B. Niet waar 5. Waar of niet waar? De mens staat aan het eind van de voedselketen. A. Waar B. Niet waar 6. Waar of niet waar? Bacteriën en schimmels zijn voorbeelden van reducenten. A. Waar B. Niet waar 7. Waar of niet waar? De producent in de voedselket en in zee is dierlijk plankton. A. Waar B. Niet waar 8. Waar of niet waar? Een krab is een voorbeeld van een reducent in de voedselketen in zee. A. Waar B. Niet waar Cont roleer je antwoorden. Stap2 Voedselweb en voedselketen Met een voedselweb kun je ook duidelijk maken wat de gevolgen kunnen zijn als één onderdeel uit het web verandert. Als er een bijvoorbeeld een giftige stof in het water komt waardoor de bodemdieren ziek worden, heeft dat grote gevolgen. 1 Bekijk het voeds elweb hieboven. Welke dieren worden er, volgens jou, ziek als er een giftig stof in het wat er komt waardoor bodemdieren ziek worden. Bespreek het antwoord met een klasgenoot. 2 Een rups, een eikenboom, een torenvalk en een roodborstje kunnen in dezelfde voedselketen voorkomen. Wie eet wie op? Maak een voedselket en en geef aan wie producent is en wie consument. Stap3 Bodemdieren en reducenten Reducent en staan aan het eind van de voedselketen. Zij leven van dode planten en dieren. Ze ruimen als he ware 'de rotzooi' op. Bekijk het volgende filmpje op de site van SchoolTV: Video: Ondergrondse beestjes Kun je een omschrijving van een bodemdier geven? Schrijf uit je hoofd zoveel mogelijk bodemdieren op. Vergelijk jouw lijstje met bodemdieren met het lijstje van een klasgenoot. Wie heeft de meeste? Ga op int ernet eventueel op zoek naar nog meer namen van bodemdieren. Ga na of de dieren die jullie hebben opgeschreven ook wel echt bodemdieren zijn. En ga na of alle bodemdieren ook echt reducenten zijn? Stap4 Eindproduct Als eindproduct van deze opdracht maken jullie samen een voedselweb. In het voedselweb komen organismen die jullie rond de school zouden kunnen tegengekomen. Ga op int ernet op zoek naar passende afbeeldingen. Plak de afbeeldingen op een groot papier. Zet de namen van de organismen onder de afbeeldingen. Verbind de afbeeldingen met pijlen. Zorg dat de pijlen in de juiste richting wijzen! Laat jullie voedselweb beoordelen door twee klasgenot en. Beoordeel ook hun voedselweb. Geef op een goede manier commentaar. Pas jullie voedselweb eventueel nog wat aan. Voedselwe b Geheel van voedselrelaties binnen een levensgemeenschap. Plaagdie r Een plaagdier is een bepaald soort organisme dat veel voorkomt en zich snel voortplant, waardoor het een bedreiging voor het voortbestaan van andere soorten vormt. Cons umente n Organismen die andere organismen als voedsel gebruiken. Dierlijke plankto n Dierlijk plankton bestaat uit kleine diertjes in zee. Voedselpiramid e Een grafische afbeelding waarin verschillende organismen van een voedselketen zijn weergegeven, met de producenten (planten) onderaan en predatoren ( roofdieren/carnivoren/ vleeseters) bovenin. De piramidevorm geeft het verlies van organische stoffen en energie aan in iedere stap van de keten. Voedselkete n Een keten van et en en gegeten worden, waarbij elk organisme een voedselbron is voor een volgend organisme. Een voedselketen begint altijd met een plant (producent). Bijvoorbeeld: gras ? rups ? koolmees. Producente n Organismen (planten) die zelf voedsel maken; planten maken door fotosynthese suikers (voedsel) van koolstofdioxide, water en zonlicht. Reducent e n Reducent en staan aan het eind van de voedselketen en leven van dode planten en dieren. Plantaardig plankto n Plantaardig plankton bestaat uit kleine plantjes in zee. Pagina 7 Voedselweb en -ket en hv12